Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Evert Joost Von Inn- Und Kniphausen
in
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Evert Joost Von Inn- Und Kniphausen, geb. op dinsdag 12 feb 1732, ovl. (72 jaar oud) te Groningen [Gr] op vrijdag 22 jun 1804.


Evert Lewe Tho Asinge en Ewsum
 
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Evert Lewe Tho Asinge en Ewsum, geb. te Ulrum [Gr] in 1590, burgemeester, lid der Staten Generaal tussen 1620 en jan 621 , lid Gedeputeerde Staten te Groningen [Gr] in 1628, ovl. (ongeveer 51 jaar oud) te Winsum hij verdrinkt in het Zijldiep op zondag 15 sep 1641.



Aantekeningen bij Evert Lewe Tho Asinge en Ewsum.

Evert Lewe (overl. 1641), geschilderd in 1622, toegeschreven aan Van Ravesteyn.

Lewe was een zoon van de Groninger burgemeester Johan Lewe en van Anna Lewe. Hij trouwde in 1619 met Anna Coenders van Helpen, eveneens een kind van een burgemeester van de stad Groningen. Beide echtelieden kwamen uit invloedrijke geslachten en door dit huwelijk werd een vermogen aan bezittingen bijeengevoegd. Tot het bezit behoorde onder meer de borgen Ewsum en Asinga te Middelstum, Asinga te Ulrum en Panser te Vierhuizen en het huis Ter Hansouw te Peize, het Bontehuis aan de Vismarkt te Groningen en het latere Lewenborg in Noorddijk.

In 1620 was Lewe lid van de Raad van State en van de Staten Generaal. In 1628 en 1629[1] was hij lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. Hij was onder meer collector van de kerk van Niekerk, die met zijn steun in de jaren 1628 en 1629 ingrijpend kon worden verbouwd. Op een steen ter herdenking van deze verbouwing wordt vermeld dat hij leiding gaf aan de verbouwing en wordt gerefereerd aan de overwinning op de Zilvervloot in 1628. Lewe zou als bewindvoerder van de West-Indische Compagnie hiervan de vruchten hebben geplukt. Lewe overleed in 1641; hij zou door verdrinking in het Zijldiep bij Winsum om het leven zijn gekomen.[2].

Na zijn overlijden werd de boedel in 1648 gescheiden en verdeeld over zijn drie zoons en één dochter. Johan verkreeg de borgen Ewsum en Asinga te Middelstum en een huis in Groningen. Abel Coenders verkreeg de borgen Asinga te Ulrum en Panser te Vierhuizen. Joost verkreeg het huis Ter Hansouw te Peize en het Bontehuis aan de Vismarkt te Groningen en Willem Anna, getrouwd met Oesebrant Jan Rengers, heer van Slochteren, verkreeg het huis in Noorddijk, het latere Lewenborg.[3].

Noten:.
1. Aa, A.J. van der Biographisch woordenboek der Nederlanden, Haarlem, 1878, [1].
2.In sommige bronnen (onder anderen door Wittert van Hoogland, maar zijn genealogische gegevens zijn niet al te betrouwbaar, volgens de inleiding op de Familie Lewe, 1300-1949) wordt 1629 als jaar van zijn overlijden genoemd. In 1629 overleed echter zijn vrouw en hijzelf in 1641, zie Formsma, W.J. (et al.) De Ommelander Borgen en Steenhuizen, blz. 266 [2].
3.uit: Inleiding Familie Lewe, 1300 - 1949 (Groninger Archieven).

  • Vader:
    Johan Joost Lewe, zn. van Joost (Joest) Lewe Thoe Peyse (Lewe) en Elisabeth Addinga van Westerwolde en Zandeweer, geb. te Peize [Dr] in 1547 (1560?), burgemeester te Groningen [Gr] in 1593, ovl. (ongeveer 68 jaar oud) op dinsdag 12 mei 1615, begr. te Groningen [Gr] op vrijdag 22 mei 1615, tr. (resp. ongeveer 39 en ongeveer 22 jaar oud) in 1586.
 
 

tr. (resp. ongeveer 29 en ongeveer 20 jaar oud) in 1619
met

Anna Coenders van Helpen, dr. van Abel Coenders Helpen en Teteke Entens, geb. in 1599, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) in 1628.

 



Aantekeningen bij Anna Coenders van Helpen.


Anna Coenders van Helpen.
Anna, getrouwd met Evert Lewe op Asinga te Ulrum, verkrijgt bij de boedel scheiding van 1630, als wettige voogd over zijn vier kinderen onder meer de borgen Ewsum en Asinga of Emda. Teteke krijgt het door haar zelf bewoonde huis in de Boteringestraat te Groningen.
Als enige collator namens zijn kinderen laat Evert in 1630 een nieuwe klok maken te Middelstum en die van Westerwijtwerd hergieten. Zijn schoonvader Abel Coenders heeft al in 1622 de klok van Toornwerd laten herstellen .
Evert Lewe sterft in 1641. De scheiding van zijn nalatenschap en die van Abel Coenders vindt pas plaats in 1648. Daarbij verkrijgt de oudste zoon Johan de borgen Ewsum en Asinga te Middelstum met bijbehoren.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Joost*1626 Eelde [Dr] †1677 Kantens [Gr] 5011 
Johan Everts*1622 Groningen [Gr] †1671 Groningen [Gr] 49
Abel*1623  †1664  41
Willem(ina) Anna*1628 Eelde [Dr] †1677  4917 


Dossier:


Evert Onsta Ferhildema
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.

Evert Onsta Ferhildema.


Evert Sickingha Van Winsum
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Evert Sickingha (Evert) Van Winsum, geb. in 1405, heer van Winsum, proost van Loppersum, hij sterft kinderloos, ovl. (hoogstens 70 jaar oud) te Winsum voor 1475.


Aantekeningen bij Evert Sickingha (Evert) Van Winsum.
•.
De borg te Winsum.
De oudste geschiedenis van deze huizen, althans die van de vlak ten west en van het oude dorp gelegen borg, is zeer duister. De eerste gegevens d ie op deze borg kunnen slaan, komen voor in een akte van scheiding van 14 45 tussen Evert Sickinghe en Hiddeke van Wijtwerd ter ene en Abeke en Hid de Onsta ter andere zijde. Evert en Hiddeke krijgen dan o.a. het huis en heminge te Winsum, waar Evert op woonde, terwijl de Onstemans Frowemahu is en heminge bekomen. Deze en andere in de akte genoemde goederen waren afkomstig van de Onstemans.
De verwantschap van Evert en Hiddeke voornoemd met de Onstemans is evenw el niet bekend noch hun onderlinge verhouding. Is deze Hiddeke de weduwe van Focko Ukena dan was zij de stiefschoonmoeder van Evert Sickinghe die getrouwd was met Amke, een dochter van Focko Ukena uit zijn eerste huweli jk (zie Oosterwijtwerd). Maar reeds in 1430 vóór het huwelijk van Focko m et Hiddeke, trad Evert voor Hiddeke op in een oorkonde.
Uit een klauwlijst van 1393 blijkt, dat in dat jaar de Onsta's vijf van de acht ommegangen van Winsum in bezit hadden, namelijk vier van de Vrouw maheerd en één van de Luyemaheerd. Aangezien de Onsta's in 1445 de Frouwe maheerd behielden, zou men daaruit kunnen afleiden, dat Evert Sickinghe en Hiddeke van Wijtwerd Luyemaheerd verkregen, waar Evert reeds woonde. E venwel bezaten de Sickinghes ook zelf goederen in Winsum. In 1472 erfden namelijk Johan en Peter Sickinghe, zonen van Lamke Sickinghe, o.a. twee s teenhuizen te Winsum. Zo blijft de zaak duister. Met Lamke Sickinghe wor dt bedoeld Lamke Jarges, weduwe van Feye Sickinghe, een broer van Evert.
Evert Sickinghe, die als hoofdeling te Winsum en proost te Loppersum voor komt, moet vóór 1475 gestorven zijn, kinderloos, want in dat jaar gaf zi jn weduwe Amke aan haar neef Focko Ukens (Ripperda), een zoon van Unico R ipperda en Ulske Ukena, bij zijn huwelijk met Vrouke Onsta, een dochter v an Abel Onsta van Sauwerd en Hille Jarges, de heerd, huizinge en heminge te Winsum, onder voorwaarde, dat zij, Amke, haar kamers aldaar mocht beho uden. Tot het tijdstip dat Winsum vrij zou zijn zouden Focko en Vrouke b ij vrouw Ulske te Farmsum wonen. Of dit gebeurd is, is onbekend, want Vro uke stierf reeds in 1477 en Focko in 1480, terwijl we niet weten wanneer Amke overleden is. Naar haar moet de Vrouw Amkenheerd genoemd zijn, de bo erderij bij de borg. Heeft deze naam die van Luyemaheerd vervangen? We we ten het niet.

tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 39 jaar oud) in 1433
met

Amke Ukena, dr. van Focko Ukena en Hebe II Tom Brok, geb. in 1394, na het overlijden van haar vader krijgt ze als jongste dochter de borg te Winsum, ovl. (ongeveer 51 jaar oud) te Winsum in 1445, tr. (1) met Sibet Papinga Von Rüstingen. Uit dit huwelijk geen kinderen, relatie (3) met Rodolphus Frawama Cater. Uit deze relatie 3 kinderen.


Aantekeningen bij Amke Ukena.
De borg te Winsum.
Als jongste dochter krijgt Amke na het overlijden van haar vader Focco Ukena de borg te Winsum in haar bezit.


Evert Von Inn- und Kniphausen
in
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Evert Von Inn- und Kniphausen, geb. in 1671, ovl. (ongeveer 23 jaar oud) in 1694.


Evertien Entens
Evertien Entens.

relatie
met

Joan Carel Mensema, zn. van Egbert Mensema en NN Nn, geb. in 1592, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) in 1657.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eysso Joan     


Evertje Warmolts
Evertje Warmolts, ovl. voor vrijdag 10 mrt 1702 Evertje is in ieder geval overleden tussen 2 mei 1701 en 10 maart 1701/2.

tr. na 1686 - Beerta: Fol.880 - 3 december 1661: Harman Roelfs en Wendel (ehel.) verp achten en versetten aan Menno Coehorn van Houwerda 3 deimt land en 20 roe den in Beersterhamrik in de heerd welke Juicke Geerts meierwijze van luit enant Menno Coehorn gebruikt, ten noorden Harman Roelefs, ten oosten en z uiden Menno Coehorn van Houwerda, ten westen de erfgenamen van wijlen Se bo Huninga. Tijd: 9 jaar. Prijs: 60 car.gld. Getuigen: Jan Wijllems en Ju icke Geerts.
- Kaart: stamnr. 1199- verponding - Beerta / Nw. Beerta -1656- nr.32 -Jui cko Geerdts 16 -1l/2-24
- 2-1058- Ornmelander archief- ao 1662- Impost: Juicke Geerts - oude koei en jonge koeien bezaaide landen oude paarden jonge paarden; 4 0 3 d. 1 1 ; Up 4 2 2 l/2 d. 2 0.
- Beerta: Fol.89 - 2 maart 1678: De voogden over de minderjarige kinder en van wijlen Lui Peters, te weten, Juicke Geerts, Tiddo Minnolts en Jan Lubberts, met de andere erfgenamen, Peter Lues, Luitien Lues, en Herman A lberts, verkopen aan Jurrien Frericks en Teete Ocken (ehel.) een huis in Beersterhamrick, zoals kopers tegenwoordig bewonen. Prijs: 73 daler. Bove ndien worden overgedragen 3 deimt die onder dit huis is beklemd. Getuige n: Geert Scheltes en schoolmeester Peter Mattheus.
- GAG III p2 - fo1.40v - 9 mei 1678: Raadsheer Hindrick van Gockinga's we duwe haar 11 akkers, groot 46 deimt, door Meerten Ebels onder beklemming gebruikt, ten noorden de Tiamme ofte wegh, ten oosten Peter Luijes, ten z uiden de A, ten westen Hormmo Popkens en consorten, zoals bij Meerten Ebe ls onder beklemming in gebruik. Kopers: Peter Luijes en Juicke Gerts. Vas te huur: 140 car.gld. Prijs: 125 car.gld. per deimt. En als 6-jarig gesch enk 50 gld.
- 731-7077 - fol.153 - Beerta - 24 februari 1679: Tonckert Haijckens, Lui tien Peters en Frouwe (ehel.), Juicko Geerdts en Lisabeth (ehel.), als er fgenamen van wijlen Ebo Haijckens maken met Tonckert Haijckens een verdel ing van de goederen weIke Ebo Haijckens en Tonckert Haijckens in de man de hebben gehad. Tonckert Haijckens behoudt zijn deel van de mandelige go ederen op voorhand. Zie verzegeling d.d. 4 september 1676 te Beerta. Luit ien Peters en Frouwe (ehel.) en Juicke Gerts en Lisabeth (ehel.) krijgen 11 1/4 deimt met l/4 van de behuizing met Luij Peters en consorten in de mande, bij Rencko Geerdts meijerwijse gebruickt, edoch soo ten volge keer scoopsbrief can worden verdedight. Tonckert Haijckens verkrijgt verder al le landerijen en de behuizing van Ebo. Oock bekenden in desen d' eerb. Lu itien Peters en Frouwe ehelieden dat sij te vreeden waren met soodane pen ningen en anders als haer salige moeder Aeilcke, van haer salige bestemoe der Frouwe Baijckens ten boedel hadden genooten. Zie de deelbrief Finster wolde 30 december 1676.
- 731-7077 - fo1.156 -Beerta -24 februari 1679: Tonckert Haijckens ter en er en Juicke Gerts voor zich zelf nom.ux, en als pr. vmd. over Jan Lubbe rts en Frouwe's nagelaten onmondige kind, met Lisabeth, zijn vrouw ter an dere zijde. Zij verklaren volgens twee scheidbrieven, Winschoten 20 febru ari 1630 en 10 februari 1632 tot dato deses in de mande hebben gehadt en nu hebben verdeeld. Tonckert Haijckens zal hebben zodanig aandeel land a ls zijn moeder Frouwe volgens de scheidbrief van 10 februari 1632 te Wins choten in de Gare was toegedee1d, samen met 25 car.gld. Juicko Geerdts no m.ux. en als voormond over het nagelaten kind van Jan Lubberts en Frouwe (ehel.) zal genieten 3 akker veen achter Vitis Holdt gelegen en hebbende de erfgenamen van Luppo Tonckens salig. en pastor Henricus Rud. Hoevenber gh tot Frieschloo nomine uxoris tot naeste swetten, zijnde Frouwe Toncke ns huisvrouw van Haijcko Ebens sal. Volgens scheijdebriefin dato den 10 f eb. 1632 Winschooter protocol inverlijft ten deele gevallen.
- 731-7132 - fol.134 - Nieuw Beerta - [ongedateerd (alleen het begin van een akte) - ca. juni 1679: Peter Luies eri Juicke Gerts lenen van de arme nvoorstanders van Nieuw Beerta 700 car.gld. à 5%.
- 731-7077 - fol.492 - Beerta - 12 december 1683: Harcke Peters, voor zi ch zelf, en als principaal voormond over het dochtertje van wijlen Peter Peters, met name Deewer, ook voor Eltje Wessels en Peter Nannes, verkoo pt aan Juicke Gerts en Lysebet Harmens (ehel.), in Nieuw Beerta, een behu izing in Beerta, zoals is bewoond geweest door wijlen Ellegien Peters, we duwe van Peter Tonnis, ten noorden Rieneke Reents, ten oosten Peter Geert s, ten zuiden de Heereweg, ten westen Aerent Jans. Prijs: 325 car.gld.
- 731-7077 - fol.621 - Beerta - [deze akte is doorgehaald] - 6 mei 1686: Juicke Gerts, in Beersterhamrik, ter ener en Tonckert Haijckens, Jan Ja ns en Hemme Edskes, voogden over de onmondige dochter van wijlen Jan Lubb erts en Vrouwe Harmens gewezen zuster van Lisabet Harmens, overleden huis vrouw van Juicke Gerts. Ze maken een athandeling m.b.t. de nalatenschap v an Lisebet Harmens, zoals is vererfd op de boven vermelde onmondige docht er, Bijlcke Jans. Jucke Gerts behoudt de gehele nalatenschap met uitzonde ring van: -1- 1/4 deel van een heerd land en l/4 deel van het huis daar op staande, die met Egbert Swijckens in de mande is. Gelegen in Beersterh amrik en meierwijze gebruikt door Renko Geerts. -2- 1 1/2 akker veeland b ij Winschoten achter St. Vijts Holt. -3- een eigendomlijk huis en tuin in de Beerta, door Wilcko Caspers meierwijze gebruikt; het huis en de tu in blijven in de mande tussen Jucke Gerts en de pupil. -4- Jucke Gerts z al Bylcke Jans uit betalen 2600 car.gld.
- 731-7132- fol.106 -Nieuw Beerta - 24 januari 1687: Testament van Juic ke Gerts en Evertie Warmelts. Wanneer Juicke Gerts het eerst overlijdt d an krijgt Evertie Warmelts 1000 car.gld. uit zijn goederen. Waer tegens J uicke voorsoons Cornelis sal hebben te genieten een goet peert. Wanneer E vertie het eerst sterft dan krijgt Juicke 100 car.gld. uit haar goedere n. Het testament wordt ondertekent door: Juicke Gerts, Evertie Warmelts, Korneillis Juickes, Bijlcke Jans, Warmelt Harckens; P.Geerts Torringa a ls om.
- Beerta: Fol.674 - 28 februari 1688: Hemmo Jans en Doetje Jurjens (ehel .) verkopen aan Juicke Geers en Evertjen Warners (ehel.) hun eigendomli jk huis en schuur, met de til over het diep, met de overdracht van de bek lemming van de plaats, zoals onder de behuizing wordt geplaatst. De eigen aar van genoemde plaats is Otto ten Ham en de erfgenamen van Tonckert Lup pes ieder voor de helft. Prijs: 1595 car.gld. Met het huis in de Beerta en zoals tegenwoordig door Cornelius Juickes wordt bewoond. Deze behuizi ng met de tuin wordt getaxeerd op 200 car.gld. Met expres bedinck dat b ij betalinge van het laeste termijn die ancoopbrief bij Juicke Geers en H arcko Peters an Hemmo Jan en Doetje Jurjens sal worden overgegeven. Getui gen: Peter Geers Torringa en Haicko Thomas.
- Beerta: Fol.675 - 28 februari 1688: Juicke Geers en Evertjen Warners (e hel.) verkopen aan Cornelius Juickes, zijn zoon, en Bijlke Jans (ehel.) h un eigendomlijke behuizing op eigen grond in Nieuw Beerta met 20 deimt ei gen land met de overdracht van de beklemming van 20 deimt, Juicke Geers t oebehorende, en samen door Juicke Geers onder voornoemde behuizing gebrui kt, ten noorden de Hereweg, ten oosten, Hemmo Edskes, ten zuiden de Aa, t en westen de erfgenamen van Goert Peters. Zoals bewoond en gebruikt door Juicke Geers. Prijs: 3400 car.gld. Huur per deimt 4 car.gld. Getuigen: Pe ter Geers Torringa en Haicko Thomas.
- 731-7132 - Nieuw Beerta - 3 november 1691: Komellius Juickes en Bijlc ke Jans lenen van Amme Hickens 200 car.gld a 5%.
- GAG 321rnr - 6 oktober 1693: Juicke Gerts betaalt 1 gulden ten behoeve van de nieuwe schoolmeester.
- 731-7078 - fol.220 - Beerta - 26 mei 1694: Juicke Gerts en Evertie Warm elts (ehel.). te Beerta, lenen van Hindrick Tammens. als voormond over de kinderen van wijlen Luitjen Jans en Sara Tammens (ehel.) 200 car.gld à 4%.
- Midwolda: - fol.412 - 3 mei 1697: De gezamenlijke erfgenamen van Tomas Freriks en Wijpke Fransen (gew.ehel.) verkopen aan Egbert Egberts de hel ft van mandelige percelen, uitgezonderd een twaalfde deel, het land hee ft Egbert Egberts in huur gebruikt hij onder zijn behuizing te Oostwold, het bestaat uit de volgende stukken: -1- Het perceel te Oostwold waarop de behuizing staat, ten noorden in de Dollard, ten oosten de pastorie[? ], ten zuiden de ringsloot, ten westen Pieter Cornelis en cons, -2- even eens te Oostwold, ten noorden de Dollard, ten oosten de pastorie en Wijp ko Hommes' weduwe, ten zuiden de ringsloot, ten westen de pastorie, -3- 7 akkers buitendijks ook te Oostwold, ten noorden de Dollard, ten oost en Engbert Klasen en Jacob Geerts, ten zuiden de Hereweg, ten westen Jr. Tamminga, -4- [?] 4 akkers in het oude land vanaf de ringsloot en 12 akke rs in het nieuwe land mede in Oostwold, ten noorden de Dollard, ten oost en raadsheer Ten Berge, ten zuiden de Ringsloot, ten westen [?] Hindriks en Jan Rempkes, -5- is gelegen te Beerster hamrik, bestaande uit 2 kampe n, ten noorden de Hereweg, ten oosten Wijpko Hommes' weduwe en cons, t en zuiden Idske Fennes[?], ten westen Juike Geerts, als meier. Prijs: 23 00 gld. Egbert Egberts staat aan een van de verkopers, Harko Harkes, toe binnen de tijd van en jaar in zijn plaats als koper op te treden, dog s al dan moeten verklaren dat >t voor hem eigen selfs is. Getuigen: Eppe Pi eters en Mentko Wijpkens. Er wordt getekend door: Frans Tomas, Jan Janse n, Harcko Harckes, Frerck Tomas, Remke Tomas, Lijsbet Tomas, Weike Tomas en Aebelie Tomes.
- Beerta: Fol.437 - 31 augustus 1698: Doedtje Tiddens, weduwe van Heere B onkes, verkoopt aan Evertje Warners, weduwe van Juicke Geers, haar graf op de Beerster begraafplaats aan de zuidkant. Hindrick Jans voerman hee ft a gerekend vanaf de kerkgracht, terwijl Derck Geers eveneens a bezit g erekend vanaf de kerk, de resterende a wordt thans verkocht. Ten noorden de erfgenamen van Poppo Aeldrix, an de oostzijde de uitstreck daer het po rtael op staet in de welcke Phoebo Doedes erfgenamen voor een gedeelte co men. Prijs: 12 car.gld. Getuigen: Ilbaen(!) Fopkes en Derck Thomas.
-731-7078 - fol.5 - Beerta - 20 november 1700: Cornelius Juickens, voorz oon van wijlen Juicke Gerts, voor zich zelf, en Laurens Hermans, Jan Warm olds en Roelf Roelfs, voogden over de minderjarige kinderen van Juicke Ge rts bij Evertie Warmelts ter ener en Jacob Geerts en Evertie Warmelts (eh el.), stiefvader en moeder, ter andere zijde. Ze maken een afhandeling v an de nalatenschap van Juike Geers. Jacob Geerts en Evertie Warmelts (ehe l.) krijgen de gehele nalatenschap van Juicke Gerts, te weten de behuizin g, levende have, huismansgereedschap en de roerende goederen, hekken en w ringen en het koren. Uitgenomen de til over het diep, duivekaste en regen bak en enige praetensie over Luitjen Luis welke genoemde posten mandelig blijven. Aan Cornelis en de kinderen blijft 20 deimt land liggende in de heerd zoals Cornelius Juikens, in Beersterhamrik gelegen, gebruikt. De ec htelieden beloven uit te keren 3733 car.gld. 9 st. Dit geld wordt verdee ld in 4 parten, een vierde voor Cornelius Juikes, een vierde voor een ree ds overleden kind dat lijftocht op de moeder heeft vererfd, en 1/2 voor de twee nog levende kinderen.
- 731-7079 - fol.75 - Beerta - 10 maart 1702: Laurens Harmens, Jan Warme ls en Roelf Roelfs, voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Juic ke Gerts en Evertie Warmelts ter ener en Jacob Geerts, laatste eheman v an genoemde Evertie Warmelts ter andere zijde. Er wordt een akkoord gemaa kt. -1 e -De voogden dragen over aan Jacob Geerts al het ingoed, als huis mansgereedschap, de levende have, het hooi, de stro, koren, gezaaid en on gezaaid, hekken en wringen en de halve behuizing door Jacob Geerdts bewoo nd. Tevens alle in - en uitschulden. De kinderen behouden de andere hal ve behuizing, de bomagien en de til en de lasten van nog onbetaalde lande rijen die gekocht zijn door Jacob Geerts samen met Evertie Warmelts. -2e -Jacob Geerts dient 1866 car.gld. 19 st. en 9 pI. te betalen aan de kinde ren voor hun vaderlijke goed en 1500 car. gld. voor hun moederlijke goe d. -3e -Gedurende 4 jaren mag Jacob Geerts de landerijen van de kinderen zonder betaling gebruiken daarna dient hij pacht te betalen.
- 731-7079 - fol.171 - Beerta - 3 mei 1704: Kornellius Juickes, Jan Warm els en Roelf Roelfs voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Juic ke Gerts bij Evertie Warmelts lenen van Jan Claesen en Anneke Tammes (ehe l.), in de Beerta, 900 car.gld à 4 3/4% .
- 731-7079 - fol.207 - Beerta - 1 mei 1705: Kornellius Juickes, Jan Warme ls en Roelf Roelfs, voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Juic ke Gerts bij Evertie Warmelts, lenen van Jan Pieters en Aefke Clasen (ehe l.), op Ulsda, 700 car.gld. à 4,57%
- 731-7079 - fol.309 - Beerta - 3 januari 1707: Luitje Luies verkoopt a an Andries Jans, in de Beerta, zijn deel van een behuizing en plaatsje in Bovenburen onder Winschoten, zoals door Ebel Jacobs bewoond en gebruik t. Het betreft l/2 ervan, ten noorden de Finsterwoldemer swetscheidinge, ten oosten Derk Hermans, ten zuiden an de Santbouten, ten westen Hindrik Keur. Prijs: 202 car.gld.10 st. en een dagwerk turf, getaxeerd op 7 car.g ld.
- 731-5588 - Oldambt - [ V qq 1] - 9 juli 1708: Liefke Warmels wegens ha ar overleden man Kornellius Juickes doet oplossing en rekening over wijl en Juicke Gerts' kinderen.
Ontvangst 2449- 3- 0 ; Uitgave 1026-16- 4
- 731-7080 - fol.9 - Beerta - 6 februari 1710: Jan Warmels, Jacob Comel is en Roelf Roelfs, voogden over de minderjarige kinderen van Juicke Ger ts en Evertie Warmelts, verkopen aan Lubbert Ams en Edsko Hemmes, voormo nd en voogd over het minderjarige kind van wijlen Komellius Juickes en Bi jlcke Jans, haar pupillen eigendomlijk land in Beersterhamrik in de heer d, zoals wijlen Komellius Juickes onder zijn behuizing heeft gebruikt. Gr oot 15 deimt. Prijs: 2950 car.gld.
- 731-5-?89 - Oldambt - [V qq 2] - 9 februari 1711: Jan Warrnels voormo nd over Juicke Gerts kinderen.
Ontvangst 680-14- 0 ; Uitgaven 503- 2- 2
- 731-7111 -Meeden - 4 mei 1713: Beerent Meemes en Jantien Jans (ehel. ). tot Muntendam. lenen van Jan Warmolts. Jacob Comelis en Sebo Oljes, vo ogden over Juicke Gerts en Evertie Warmelts' onmondige kinderen 250 car.g ld. à 41/2%.
- 731-5589 - Oldambt - [V qq 2] - 28 augustus 1713: Ian Warmels doet oplo ssing en rekening over Juicke Gerts' kinderen. Ontvangst 492-11- 6 ; Uitg aven 413-18- 1
- Juicke and Evertje had at least three children, a.o. Renske, Tettje, a nd N.N. [Juickens] [a.o. Rechterlijke Archieven Beerta; Sebo Abels - Doop sgezinde Families in het Oldambt, p.435].)
met

Juicke Geerts, zn. van Gerdt (Geert) Jans en Renske Juickens, DG, Landbouwer, Status Hier bezit Juicke een boerderij.
Verslag,
De boerderij van Juicke bestaat uit twee ´heerden´. Het oostelijk gedeel te heet ´Hamsterhoff´ en het andere deel ligt 3 ´heerden´ ten westen daar van.
Ovl. na woensdag 26 mei 1694, tr. (1) met Lijsebeth Harmens. Uit dit huwelijk 2 zonen, tr. (2) met Diewer Luies. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tettje     
NN     
Renske     


Evertie Tamminga van Bellingeweer
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Evertie Tamminga van Bellingeweer, geb. in 1527.

tr. (resp. ongeveer 27 en ongeveer 19 jaar oud) op dinsdag 12 okt 1554
met

Peter II (Pieter) Ripperda, zn. van Focko Hayo Ripperda van Peyse en Anna van Ewsum van Peize, geb. circa 1535, G, heer te Winsum, hij bekeert zich tot het protestantisme, schepper in het Winsumse en Schaphalster zijlvest, roept de bevolking op tot de beeldenstorm te Winsum in 1566, ovl. (hoogstens 39 jaar oud) te Ost-Friesland, Dld. voor 1574, tr. (2) met Frouke van Burmania. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Tetta von Frese. Uit dit huwelijk een zoon.


Aantekeningen bij Peter II Ripperda.
Peter Ripperda, geboren circa 1535, overl. voor 1574, zoon van Focko Hayo Ripperda en Anna van Ewsum, gehuwd op 12 Oct. 1554 met Evertie van Tamminga, begr. te Waaxens, dochter van Onno van Tamminga en Hille Schaffer), later hertrouwt hij met Frouce van Burmania (overl. kort na de geboorte van haar kind), dochter van Joost van Burmania en Baef Tissesdr. Caters) en in derde huwelijk met Teth Wilcoosdr. Frese (dochter van Wilco Frese, hoofdeling te Rysum, Loquardt en Campen, en Catharina van Kniphuizen). Pieter Ripperda is een broer van den voorgaande en door zijn moeder is hij met de Rengersen verwant. In 1561 is hij de schepper van het Winsumer en Schaphalster Zijlvest. Hij is Hervormd, maar tekent in 1566 niet het Compromis, waartoe hij ook niet is aangezocht.
Op Kruisdag 1566 heeft hij met zijn broers het volk aangezet tot de plundering van de kerk van Winsum, maar hij doet niet mee, loopt alleen in de kerk op en neer, terwijl zijn vrouw en schoonzuster geuzenliedjes op het orgel spelen. In voorjaar 1567 moet hij vluchten en gaat naar Emden, waar hij door den drost Unico Manninga, die familie van hem is, wordt toegelaten. Op 23 mei 1568 vecht hij bij Heiligerlee en weldra laat Alva zijn goederen in beslag nemen.
Op 9 Juli 1569 komt zijn naam voor op de lijst van gevluchten, die door de spaansche regeering verdacht zijn, zowel in Groningen als op het platteland. Pieter Ripperda heeft zich intussen bij de Watergeuzen gevoegd en begin okt. 1569 wordt hij in Knocke bespied, als hij daar met de Watergeus jonker Albrecht van Egmond uit avondmaalskelken wijn drinkt. Op 10 Jan. 1570 wordt hij door Alva verbannen. Op 1 febr. 1570 biedt hij zich met zijn broeder Asinge Ripperda bij Sonoy in Emden aan, met 300 man, maar de Prins van Oranje moet wegens geldgebrek het aanbod afwijzen. Op 10 Juli 1570 verzoekt Hercules van Ewsum aan koning Filips om van de rentmeester van Friesland terug te mogen ontvangen ƒ 1000 door hem voorgeschoten aan Ripperda. Hij tekent het verzoekschrift, dat op 17 oct. 1570 bij den rijksdag te Spiers wordt ingediend. Op 1 April 1572 is hij niet bij de inneming van den Briel, maar in Emden voor de Watergeuzen werkzaam. Later wordt zijn naam niet meer gehoord.
De borg te Wnsum.
Deze Peter heeft zo het zich laat aanzien de borg te Winsum van zijn vader Focko en zijn moeder Anna geërfd. Peter sluit zich echter aan bij de Geuzen en voor hun vlucht uit Winsum heeft Peter in 1568 het huis te Wins um waarschijnlijk al verkocht of verhuurd aan Hercules van Ewsum, met 120 grazen land daarbij behorende. Bij de borg wordt dan ook een zomerhuis genoemd. Peter sterft in 1574 in Oost-Friesland en vier jaar later in 1578 weet de Stad Groniningen het goed te kopen.
De kerk van Winsum en de Beeldenstorm.
Peter II Ripperda is degene die toestaat dat de kerk van Winsum in1565 tijdens de Beeldenstorm wordt bestormd, terwijl zijn vrouw Evertje en zijn schoonzuster Bauwe Cater Geuzenliederen op de orgelzolder zingen. Er wordt verteld dat hij dat beteurt en zelfs wanhopig door het middenschip van de kerk heeft gelopen.
Dan ontvlucht hij echter Winsum en strijdt mee in Heiligerlee en neemt dienst bij de Watergeuzen. Bij Knocke drinkt hij samen met andere Geuzen als afwijzing van de transsubstantiatie, wijn uit de Avondmaalsbeker.
In het jaar 1570 stelt hij samen met zijn broer Asinge, 300 manschappen beschikbaar ter dienste van de Prins van Oranje, of liever gezegd aan dienst van luitenant Sonoy.
(Bronnen: Zie: de Haan Hettema, Stamboek Friesche Adel I, 57, 58, 163, II, 42, 94; Alg. Nederl. Fam. Blad, 1885, 202; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 152; van Hasselt, Stukken I, 371; Franz, Ostfriesland und die Niederl. 171; Feith, Archief van Groningen II, 320; Marcus, Sententiën 224; Harkenroht, Oostfr. Oorspr. I, 369; Rutgers, Het geslacht Ripperda in Wapenheraut V (1901), 175, 214).

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Onno*1555  †1568 Oldersum 13
Helena*1557  †1610  53
Anna     


Everts Hillenga
Everts Geerts (Evert) Hillenga, geb. te Appingedam [Gr] op zondag 9 aug 1801, ged. te Appingedam [Gr] op zondag 9 aug 1801. Hillenga ook: Hillinga, schoenmaker, wonen te Noordbroek [Gr], ovl. (42 jaar oud) te Schildwolde [Gr] op woensdag 17 apr 1844.

tr. (resp. 26 en 25 jaar oud) te Noordbroek [Gr] op zaterdag 3 mei 1828
met

Hilke Alberts Sterrenborg (Ook: Sterenberg), dr. van Albert Louwrens Steernborg en Anja Harms van der Zwaag, geb. te Nieuw Scheemda op woensdag 30 mrt 1803. Sterrenborg ook Sterenberg, Dienstmeid, ovl. (87 jaar oud) te Sappemeer [Gr] op zaterdag 13 sep 1890, tr. (2) met Aaldrik Dirkzen Schetsberg. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 4 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tjalde*1829 Schildwolde [Gr] †1836 Schildwolde [Gr] 6
Anje*1830 Schildwolde [Gr] †1905 Haren 75
Grietje*1833 Schildwolde [Gr] †1889 Sappemeer [Gr] 55
Tjalde*1838 Schildwolde [Gr] †1913 Groningen [Gr] 74


Ararich
Ararich 1, geb. circa 3351,1,1, vorst van de Westgoten circa 271, hij is gevallen in de strijd in 335, ovl. (ongeveer 20 jaar oud) in 3551,1.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aorich*300  †332  32



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Ewe Amses
Ewe Amses, geb. circa 1490. De naam Ewes komt ook voor als Eeuwes, Zeerijp, Gem. Loppersum Ewe wordt hier genoemd in 1547. Zeerijp, Gem. Loppersum Ewe woont hier genoemd in het jaar 1547, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) te Zeerijp, Gem. Loppersum (te Zeerijp [GR]) op donderdag 19 mei 1555, begr. te Zeerijp, Gem. Loppersum.

tr. (beiden minder dan één jaar oud) circa 1490
met

Remke Nn (N), geb. circa 1490, Zeerijp, Gem. Loppersum, Zeerijp, Gem. Loppersum.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Amso     
Anna     
Jelmer     
Johannes     
Lise     


Ewe Ewsum
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Ewe (Ewo) Ewsum.

relatie
met

Bauwa Ripperda, dr. van Siabbe Ripperda van Garreweer en Ailske Ripperda (Ulske) Van Wytwerd.


Ewe Ewesma
Genealogie van Ewe Ewesma.
Parenteel van Ewe Ewesma.

Ewe Ewesma, geb. circa 1316.


Aantekeningen bij Ewe Ewesma.
EWSUM (Ewe van), oudst bekende lid uit het beroemde ommelander geslacht, dat zich noemde naar zijn stamzetel ten O. van Middelstum. Hij komt voor in oorkonden van 1358 en 1390 en was gehuwd met Eduarda Onsta. Zijn dochter Menneke huwde met Hiddo Tamminga, die den naam ‘Ewsum’ aannam, overleden 1428. Kinderen uit dit huwelijk waren: Maria, die een vicarie instelde waaraan verbonden de inkomsten van 15 grazen land; Hiddo de stichter van Toornwerd, een gehucht bij Middelstum; Ewe, die tusschen 1443 en 1460 voorkomt, gehuwd met Bauwe Ukena; Onno, die volgt. Literatuur bij Wilhelm. v.E. (Bron: DBNL, deel 1, 837,838).

relatie
met

Auke (Auka) Nn, geb. circa 1322.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ewe*1360  †1428  68


Ewko De Mepsche Tho Meyma
in
Genealogie van Hendrik Clant.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Ewko De Mepsche Tho Meyma, geb. circa 1500.

tr. (resp. ongeveer 33 en ongeveer 18 jaar oud) op maandag 9 jan 1533
met

Margaretha Addinga van Westerwolde, dr. van Jurgen Addinga van Wedde en Westerwolde (Addinga van Westerwolde) en Anna Tedeme (Tedema van Zandeweer, Thedema), geb. circa 1515, ovl. (ongeveer 53 jaar oud) op zondag 3 mrt 1568, tr. (1) met Eilco Clant van Nittersum, zn. van Egbert Clant van Scharmer en Teteke van Nittersum. Uit dit huwelijk een zoon, relatie (3) met Luert Cater. Uit deze relatie een dochter.


Nn
Nn .

tr.
met

Ararich 1, zn. van Argaith en Nn, geb. circa 3351,1,1, vorst van de Westgoten circa 271, hij is gevallen in de strijd in 335, ovl. (ongeveer 20 jaar oud) in 3551,1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aorich*300  †332  32



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen

Ewo (Ewe) Ewesma Van Ewsum
 
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.

Ewo (Ewe) Ewesma Van Ewsum, geb. circa 1350, Komt voor als hoofdeling te Middelstum in 1390.



Aantekeningen bij Ewo (Ewe) Ewesma Van Ewsum.

HET GESLACHT VAN EWSUM.
Van Ewsum komt ook voor als Ewesma en is een geslacht van jonkers dat een grote rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de provincie Groningen. In de late Middeleeuwen zijn zij het belangrijkste geslacht in de Ommelanden. De oudste vermelding van een Ewesma dateert uit 1371. In dat jaar worden de regels gesteld voor de waardering van bepaalde munten. Bij het overleg is o.a. Eno of Evo Ewesma betrokken. De familie komt ook voor in zo wel Groningen als Drenthe.

Volgens een valse oorkonde van 1353 zou de familie aanvankelijk op de Oord (Oert) onder Toornwerd hebben gewoond, maar na de verwoesting van deze “keizerlijke burcht” in de oorlog, zou jonker Ewe de borg Ewsum hebben gesticht te Middelstum. In hoeverre in deze valse oorkonde nog juiste gegevens zijn verwerkt, is niet meer uit te maken.
De naam Ewo Ewesma komt ook voor in de jaren 1390, 1402 en 1406. Vermoedelijk hebben we met twee verschillende personen te maken, hoofdelingen te Middelstum. Terzelfder tijd wordt vermeld, 1397-1404, Auca (Aweke) Ewesma, “nobilis matrona in Middelstum”. Zij breidt het landbezit van de familie sterk uit, zo koopt zij de naburige borg (castrum) Gaycamahuis. Een andere vrouwennaam, Ewerde (Evert) Ewesma komt in 1421 en 1443 voor.
Vermoedelijk is Auka de vrouw van Ewe Ewesma senior en Ewerde de vrouw van Auka’s zoon Ewe. Deze Ewerde is een dochter van Onno Onsta. Ewe junior en Ewerde laten een kind na, Menneke. Deze trouwt met Hidde Tamminga van Hornhuizen, die daarna de naam Ewesma aanneemt. Volgens Ubbo Emmius heeft hij aan het hoofd van een Gronings-Ommelander legertje gestaan, dat in 1428 Fokko Ukena heeft bestreden. Hij wordt echter verslagen, gevangen genomen en door Ukena zelf gedood. Om te verzoenen zal daarna Ukena zijn dochter Bauwe aan Hiddo’s zoon Ewe ten huwelijk zijn gegeven. Wat hier van waar is, is niet bekend. In elk geval in 1431 leeft Hidde nog. Hij noemt zich dan Hidde Ewesma, maar voert het zegel van Hidde Tamminga. Sinds dien wordt hij echter niet meer vermeld.

.

Het wapen.
"Gedeeld : I gedeeld 1) van keel, 2) in goud een dwarsbalk van azuur, II in sinopel een smalle golvende dwarsbalk van zilver, vergezeld van boven van een klaverblad van zilver, beneden van een korenschoof van goud, in d en schildvoet van zilver een drieberg van sinopel Het schild gedekt met een gouden kroon van 3 bladeren en 2 paarlen.".

Oorsprong/verklaring.
Het wapen is een combinatie van het wapen van het geslacht Ewsum (I), de geografische ligging (II) en de schildvoet zou een afleiding zijn van e en gedeelte van de gemeente, Trimunt geheten (Tres Montes).
Het geslacht Ewsum verkreeg in 1531 de grietenij Marum. De familie woont op de burcht Nienoord te Midwolde, wat destijds ook onder Marum valt. Het wapen van het geslacht is identiek aan dat van Tamminga, zoals het voorkomt in het wapen van Roden.
De geografische ligging van de gemeente wordt afgebeeld door het Wolddiep (of Ouddiep) gaande door agrarisch gebied.
In Trimunt staat in die tijd een benedictinessenklooster, later een cistercienserklooster, maar dat heeft weinig invloed gehad op de geschiedenis van de gemeente. Of de naam echt van Tres Montes afgeleid is is ook niet zeker.

relatie
met

Auka , geb. circa 1340.

Dossier:

Ewo Erickes van Emden
 
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Ewo (Erikes) Erickes van Emden, geb. te Jemgum, Oost-Friesland, Dld. in 1360, hij komt voor als hoofdeling te Woltersum [Gr], bezit een steenhuis in Weiwerd dat wordt verwoest, mogelijk behoort hem de Ackingaheerd te Oosterwierum (nu Akkemaheerd), woont borg Dijksterhuis, Appingedam [Gr], hij wordt voor het eerst genoemd met zijn halfneef Ewo Erickes van Jemgum in 1390, bouwt een huis te Woltersum dat wordt verwoest door Keno tom Brok in 1415, ovl. (minstens 98 jaar oud) na 1458.



Aantekeningen bij Ewo Erickes van Emden.
Mogelijk is Ewo Erickes van Jemgum dezelfde als Ewo Ewesma Ackinga, geboren in 1368. We vinden de eerste vermelding van Ewo in 1371 in Middelstum. De geschiedenis van Middelstum is grotendeels bepaald door de bewoners van de borgen Ewsum, Asinga en Mentheda.
In 1458 ruilen Ewo en zijn broer Onno bezittingen. In dit stuk uit 1458 (slechts in afschrift van 1512 overgebleven), is sprake van een ruil tussen Ewe en Onno Ewesma, waarbij Ewe landerijen onder Garmerwolde en Ten Boer verkrijgt en alle rechten en heerlijkheden in Fivelingo. Onno verkrijgt het voormalige kasteel Ewsum van Middelstum.


Het voormalige kasteel Ewsum van Middelstum.

Menkemaheerd in Diddinghuizen en de principale heerd en state land de Oert genaamd met 'huisinge, heminge ende graften', 128 grazen groot, Sapsteder land met 20 grazen daarbij gelegen, die Onno al in huur had met alle rechten en heerlijkheden die op de heerd in Oert vallen, met name het redgerrecht om het derde jaar, de helft van de overrechten te Middelstum, Toornwerd en Engeweer, waarvan Onno reeds de andere helft bezat, en ook Toornwerder zijlrechtereed, een schepperij in het Oosterambt. Deze rechten zouden eeuwig en erfelijk bij het huis Ewsum blijven en van de heerd in den Oert afgenomen zijn. Mocht later bij boedelscheiding de Oord van Ewsum gescheiden worden dan zou de collatie van de kerk te Toornwerd bij de Oord blijven. Verder zou Onno alle rechten en heerlijkheden in Hunsingo hebben en houden. Ewo en Onno ondersteunen beiden de politiek van de Bourgondiërs.

Onno zou door de koning van Cyprus tot ridder zijn geslagen en in 1445 de kerk van Middelstum hebben gebouwd. In 1472 bouwt hij tegen de wil van de stad Groninge ook een voor die tijd moderne geschutstoren om de brug naar, de dan vrij ouderwetse, borg Eeuwsum met kanonnen te kunnen verdedigen. Deze toren is het enige onderdeel van de borg dat tegenwoordig nog bestaat. Onno zou de rijkste hoveling van de Ommelanden zijn geweest, daaruit volgt dat Ewo ook zeer rijk moet zijn geweest.

De drie borgen komen in 1630 in handen van de familie Lewe, die daardoor de invloedrijkste familie van het dorp wordt. De borgen Asinga en Mentheda worden in de 18e eeuw gesloopt, borg Ewsum wordt in 1859 verkocht, dit betekent ook het einde van de band tussen de familie Lewe en het dorp Middelstum. Het huis wordt in 1863 afgebroken. Alleen de donjon met de kelder is (deels) bewaard gebleven en dateert uit 1472. De donjon is gebouwd door de tweede zoon van Ewe Ewesma en Hidde, Onne, die geridderd is wegens zijn kruistocht. De muren van de toren zijn meer dan 2 meter dik en is bijna 12 meter in diameter. Vanaf 1630 komt de borg in handen van Evert Lewe. Zijn zoon Johan neemt de borg over in 1641 en diens zoon Evert krijgt de borg in 1670.

Edzard Jacob, baron Lewe van Middelstum, is de laatste borgheer van Ewsum. In 1856 wordt de borg gekocht tijdens publieke verkoop door H.W. Wierda uit Winsum. Hij heeft het gekocht voor 40.275 gulden (= ± €18.000) en in 1863 laat Wierda het gebouw afbreken, alleen een deel van de (gevecht)storen en het schathuis overleven de sloop.

tr.
met

Bawe Ukena Tho Dijkhuizen (Fockena), dr. van Focko Ukena en Theda von Rheide, geb. circa 1411, ovl. (minstens 66 jaar oud) na vrijdag 14 dec 1477, relatie (1) met Ewo Ewesma van Ewsum, zn. van Hiddo (Hidde) Tamminga van Hornhuizen (Ewes) en Menneke Ewes, geb. circa 1390, woont op Dijkhuizen en noemt zich dan Ewesma, hij laat een toren te Toornwerd bouwen in 1487, ovl. (minstens 87 jaar oud) na vrijdag 14 dec 1477. Uit deze relatie geen kinderen.


Aantekeningen bij Bawe Ukena Tho Dijkhuizen.

DE BORG DIJKHUIZEN.
Dijkhuizen begint evenals Oosterwijtwerd een rol te spelen tijdens Focko Ukena. Deze zal ook Dijkhuizen hebben verkregen door zijn huwelijk met Hiddeke van Wijtwerd en eveneens zal hij de borg hebben gesticht. Niet alleen vermeldt dit Sicke Benninge in zijn kroniek, maar ook Focko's kleindochter Theda, gravin van Oost-Friesland.
In de strijd tussen Focko en de Groningers wordt het huis door de laatsten verwoest. Het moet dan kort daarna weer zijn opgebouwd, wanneer het waar is, dat Focko Ukena er in 1435 gestorven is. In elk geval klopt het jaartal van de dood niet, aangezien Focko op 23 april 1436 nog in leven is. Ook is Dijkhuizen in 1452 'onklaar'. In een akte van dat jaar wordt namelijk vermeld, dat er een erfscheiding zal plaatsvinden tussen Ulske en Bawe, dochters van Focko Ukena, en hun echtgenoten, zodra Dijkhuizen weer 'getimmerd' is.
Enkele jaren later vinden wij Ewe Ewesma (van Ewsum), zoon van Hidde Tamminga (Ewesma) en Menneke, getrouwd met Bawe, als hoofdeling te Dijkhuizen. Voor 1477 is hij waarschijnlijk gestorven, althans in dat jaar komt Bawe toe Dijkhuizen voor.
Een idee omtrent de grootte van het huis krijgen we uit een stuk van 1475. Daarin is sprake van een telling van stenen. Er zijn dan twee verdiepingen, een toren, een poort en een zaal.
Na de dood van Bawe vererft Dijkhuizen op haar zuster Ulske van Oosterwijtwerd. Deze schenkt in 1491 de heerd te Dijkhuizen met al het goed en land, uitgezonderd de gerechtigheid, aan haar dochter Hille Ripperda. Maar aangezien er veel kosten op vallen, geeft zij er land te Zeerijp bij.
Na de dood van Hille komen Oosterwijtwerd en Dijkhuizen weer in één hand, namelijk die van haar broer Eggert of Eggerik Ripperda.
Inmiddels is Dijkhuizen weer het slachtoffer geworden van oorlogsgeweld. In 1499 heeft graaf Edzard Appingedam en Dijkhuizen bezet. In het voorjaar van 1500 trekken de Groningers met een aantal Ommelanders uit met hun zwaarste geschut om Appingedam en de borg Dijkhuizen te veroveren. Ze kunnen de borg evenwel niet stuk schieten, want deze is versterkt met een bolwerk en een staket. Spoedig wordt Dijkhuizen door graaf Edzard ontzet. Het volgende jaar komen de Groningers terug, nu met meer succes. Op het huis ligt Eggerik Ripperda met 25 man. Nu wordt het zonder slag of stoot overgegeven. Eggerik en de zijnen worden gevangen genomen en het huis wordt geheel uitgebrand.
In het zelfde jaar 1500 is Eggerik getrouwd met Aleyt van Buckhorst tho Boxbergen. Haar broer Jan van Buckhorst heeft blijkens een getuigenis van 1536 op Dijkhuizen gewoond, maar wanneer dit geweest is, wordt niet vermeld.
Daarna is van het huis niets meer bekend. Over de puinhopen ontstaat in de jaren 1741-1743 een langdurig proces. De heer Ripperda van Ellerenborgh heeft in 1737 aan de vrouwe van Oosterwijtwerd, Margaretha Elisabeth Ripperda, het land waarop de ruïne staat verkocht, waarna deze is afgebroken en de fundamenten zijn uitgegraven. In 1738 zijn dus de laatste resten van Dijkhuizen verdwenen.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hisse Ewesma*1380 Woltersum [Gr]    
Ocka*1410  †1471 Jemgum, Oost-Friesland, Dld. 61
Focko Ewesma*1390 Woltersum, Gem. ten Boer    


Dossier:


Ewo van Ewsum
in
Genealogie van Ewe Ewesma.
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Ewo Ewesma van Ewsum, geb. circa 1390, woont op Dijkhuizen en noemt zich dan Ewesma, hij laat een toren te Toornwerd bouwen in 1487, ovl. (minstens 87 jaar oud) na vrijdag 14 dec 1477.


Aantekeningen bij Ewo Ewesma van Ewsum.
Ewo Hoofdeling van Woltersum, woont op Dijkhuizen bij Appingedam. Hij heeft een steenhuis in Weiwerd dat in gevechten wordt verwoest. Hij bouwt daarna een huis in Woltersum dat in 1415 wordt verwoest door de troepen van Keno tom Brok. Waarschijnlijk is Ewo dezelfde als Ebbe Ackinga, van de Ackingaheerd in Oosterwierum (op die plaats ligt nu de Akkemaheerd).
In 1458 ruilen Ewo en zijn broer Onno bezittingen. In dit stuk uit 1458 (slechts in afschrift van 1512 overgebleven), is sprake van een ruil tussen Ewe en Onno Ewesma, waarbij Ewe landerijen onder Garmerwolde en Ten Boer verkrijgt en alle rechten en heerlijkheden in Fivelingo. Onno verkrijgt Menkemaheerd in Diddinghuizen en de principale heerd en state land de Oert genaamd met 'huisinge, heminge ende graften', 128 grazen groot, Sapsteder land met 20 grazen daarbij gelegen, die Onno al in huur heeft met alle rechten en heerlijkheden die op de heerd in den Oert vallen, met name het redgerrecht om het derde jaar, de helft van de overrechten te Middelstum, Toornwerd en Engeweer, waarvan Onno reeds de andere helft bezit, en ook Toornwerder zijlrechtereed, een schepperij in het Oosterambt. Deze rechten zullen eeuwig en erfelijk bij het huis Ewsum blijven en van de heerd in den Oert afgenomen zijn. Mocht later bij boedelscheiding de Oord van Ewsum gescheiden worden dan zal de collatie van de kerk te Toornwerd bij de Oord blijven. Verder zal Onno alle rechten en heerlijkheden in Hunsingo hebben en houden.
Ewo en Onno ondersteunen beiden de politiek van de Bourgondiërs.
Onno is mogelijk door de koning van Cyprus tot ridder geslagen en in 1445 heeft hij de kerk van Middelstum laten bouwen. In 1472 bouwt hij ook een voor die tijd moderne geschutstoren om de brug naar, de dan vrij ouderwetse, borg Eeuwsum met kanonnen te kunnen verdedigen. Deze toren is het enige onderdeel van de borg dat tegenwoordig nog bestaat. Onno is waarschijnlijk de rijkste hoveling van de Ommelanden geweest. Daaruit volgt dat Ewo ook zeer rijk moet zijn geweest.
Ewo van Ewsum is de zoon van Hiddo Tamminga van Hornhuizen (later Ewesma van Ewsum) en Menneke Ewesma van Ewsum. Zijn jongere broer, Onno, erft Ewsum en bouwde later Mensinge. Onno is gehuwd met Gele Manninga, dochter van Lütet en Adda Cirksena en zuster van Edzard. De kleindochters van Onno huwt beide met Ripperda's. Onno is de eerste ridder in de Ommelanden nadat hij voor verdiensten in het Heilige Land van de koning van Cyprus tussen 1443-45 de ridderslag ontvangt.

Opmerking:.
De oude naam van Toornwerd is Doornwerd, wij zeggen nog steeds Doord waarbij de "r" niet wordt uitgesproken. Mijn grootmoeder Hiltje Schollema-Bos (van Harm Hofman) woonde op Toornwerd en zij altijd "Dowerd". In de 14e eeuw wordt het dorp Tornwert, Thornwerth of Dornewert genoemd. Op sommige kaarten staat het gespeld als Dorware (Sibrandus Leo, 1579) of Doornwert (Tabula Dominii Groningae, 1660; Volkstelling 1795) of Dornwert. De schrijfwijze op kaarten werd waarschijnlijk eind 18e, begin 19e eeuw gewijzigd in Toornwerd of Toornwert, daar in het kadastrale minuutplan van 1832 staat vermeld dat de naam niet Doornwert, maar Toornwert is (aanvulling: Harm Hofman, Middelstum).

relatie
met

Bawe Ukena Tho Dijkhuizen (Fockena), dr. van Focko Ukena en Theda von Rheide, geb. circa 1411, ovl. (minstens 66 jaar oud) na vrijdag 14 dec 1477, tr. (2) met haar halfneef Ewo Erickes van Emden, zn. van Eggerich Ewen van Jemgum en NN Nn. Uit dit huwelijk 3 kinderen.


Aantekeningen bij Bawe Ukena Tho Dijkhuizen.

DE BORG DIJKHUIZEN.
Dijkhuizen begint evenals Oosterwijtwerd een rol te spelen tijdens Focko Ukena. Deze zal ook Dijkhuizen hebben verkregen door zijn huwelijk met Hiddeke van Wijtwerd en eveneens zal hij de borg hebben gesticht. Niet alleen vermeldt dit Sicke Benninge in zijn kroniek, maar ook Focko's kleindochter Theda, gravin van Oost-Friesland.
In de strijd tussen Focko en de Groningers wordt het huis door de laatsten verwoest. Het moet dan kort daarna weer zijn opgebouwd, wanneer het waar is, dat Focko Ukena er in 1435 gestorven is. In elk geval klopt het jaartal van de dood niet, aangezien Focko op 23 april 1436 nog in leven is. Ook is Dijkhuizen in 1452 'onklaar'. In een akte van dat jaar wordt namelijk vermeld, dat er een erfscheiding zal plaatsvinden tussen Ulske en Bawe, dochters van Focko Ukena, en hun echtgenoten, zodra Dijkhuizen weer 'getimmerd' is.
Enkele jaren later vinden wij Ewe Ewesma (van Ewsum), zoon van Hidde Tamminga (Ewesma) en Menneke, getrouwd met Bawe, als hoofdeling te Dijkhuizen. Voor 1477 is hij waarschijnlijk gestorven, althans in dat jaar komt Bawe toe Dijkhuizen voor.
Een idee omtrent de grootte van het huis krijgen we uit een stuk van 1475. Daarin is sprake van een telling van stenen. Er zijn dan twee verdiepingen, een toren, een poort en een zaal.
Na de dood van Bawe vererft Dijkhuizen op haar zuster Ulske van Oosterwijtwerd. Deze schenkt in 1491 de heerd te Dijkhuizen met al het goed en land, uitgezonderd de gerechtigheid, aan haar dochter Hille Ripperda. Maar aangezien er veel kosten op vallen, geeft zij er land te Zeerijp bij.
Na de dood van Hille komen Oosterwijtwerd en Dijkhuizen weer in één hand, namelijk die van haar broer Eggert of Eggerik Ripperda.
Inmiddels is Dijkhuizen weer het slachtoffer geworden van oorlogsgeweld. In 1499 heeft graaf Edzard Appingedam en Dijkhuizen bezet. In het voorjaar van 1500 trekken de Groningers met een aantal Ommelanders uit met hun zwaarste geschut om Appingedam en de borg Dijkhuizen te veroveren. Ze kunnen de borg evenwel niet stuk schieten, want deze is versterkt met een bolwerk en een staket. Spoedig wordt Dijkhuizen door graaf Edzard ontzet. Het volgende jaar komen de Groningers terug, nu met meer succes. Op het huis ligt Eggerik Ripperda met 25 man. Nu wordt het zonder slag of stoot overgegeven. Eggerik en de zijnen worden gevangen genomen en het huis wordt geheel uitgebrand.
In het zelfde jaar 1500 is Eggerik getrouwd met Aleyt van Buckhorst tho Boxbergen. Haar broer Jan van Buckhorst heeft blijkens een getuigenis van 1536 op Dijkhuizen gewoond, maar wanneer dit geweest is, wordt niet vermeld.
Daarna is van het huis niets meer bekend. Over de puinhopen ontstaat in de jaren 1741-1743 een langdurig proces. De heer Ripperda van Ellerenborgh heeft in 1737 aan de vrouwe van Oosterwijtwerd, Margaretha Elisabeth Ripperda, het land waarop de ruïne staat verkocht, waarna deze is afgebroken en de fundamenten zijn uitgegraven. In 1738 zijn dus de laatste resten van Dijkhuizen verdwenen.

Aantekeningen bij Ewo Ewesma van Ewsum en Bawe Ukena Tho Dijkhuizen

Door zijn huwelik met Bawe Ukena, de dochter van de beruchte Focko Uken a, komt hij in het bezit van Dijkhuizen bij Appingedam, waar hij ook gaat wonen.


Bronnen:
1.Groninger Volksalmanak 1841., GVA 1841 (blz/akte 20)


Ewo Sibrants van Borssum Et Midium
Ewo Sibrants van Borssum Et Midium.



Bronnen:
1.Ostfriesischen Ahnenlisten Band 1, 1971, pag 95, S777


Ewo Sibrants van Borssum Et Midlum
Ewo Sibrants van Borssum Et Midlum.

relatie
met

NN van Midlum.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Heba van Borssum Et Midlum*1410     

')}