|
|
tr. (resp. ongeveer 10 en ongeveer 33 jaar oud) circa dinsdag 31 jan 1668
met
Egbert Clant1, zn. van Edzart Jacob Clant Van Scheltema-Nijenstein en Bouwina Coenders van Helpen, geb. op maandag 16 okt 16341, heer van Scheltkema-Nijenstein, jonker op donderdag 28 dec 1673, ovl. (74 jaar oud) op zondag 24 mrt 1709, begr. te Zandeweer [Gr].
Aantekeningen bij Egbert Clant.
CLANT (Egbert, op Scheltkema-Nyenstein tot Zandeweer.
Hij was jonker en hoveling, geb. te Zandeweer 16 oct. 1634, overl. 24 Maart 1709, zoon van Edzard Jacob en van Bawe Coenders van Helpen. Student in de philosofie te Groningen 30 nov. 1650, president van de Ridderschap van Groningen en Ommelanden, curator der Academie 1661, 1662, 1665, 1666, 1683, 1685, ordin. lid der Admiraliteit 1667, 1668, 1685,1686 en 1704. Gedep. Staat 1672, 1675, 1676, 1691, 1692, 1707 en 8, lid der S.G. wegens de Ommelanden 1679 en 1680, luitenant der Hoofdmannenkamer 1693 en 1694. Van 1668 tot 1670 heeft hij met enige andere Ommelander edelen hooglopende geschillen met de stad Groningen en wel over de monstering (onderzoek van de bevoegdheid der volmachten van het platteland tot de landschapsvergadering) en over het bewind der schepperijen en zijlvestenijen (dijken en sluizen) welk geschil pas in 1670 door verkoren rechters wordt afgedaan. Egbert heeft zijn vrouw Anna Lewe van Klinkenborgh al in 1702 door de dood verloren; beiden worden te Zandeweer begraven en laten vier dochters na.
Zie: Aitzema, Saken van Staet en Oorlog V, 813 en 14; VI, 85, 86, 97-102, 585, 86, 98-603, 625-29, 35-36; Feith, Grafschriften 444.
Uit dit huwelijk 4 dochters:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Bouwina | *1671 | Groningen [Gr] | †1704 | 33 | 1 | 2 | |
2 | Josina Petronella | *1676 | Groningen [Gr] | †1746 | Groningen [Gr] | 69 | 1 | 10 |
3 | Amelia Maria | *1682 | Groningen [Gr] | †1733 | 50 | 1 | 2 | |
4 | Peternelle | *1673 | Groningen [Gr] | 0 | 0 |
1. | De Nederlandse Literatuur. De Nederlandse taal., Stichting DBNL te Leiden |
Anna Ewerts Lewe Tho Asinga | |
in Genealogie van Lubbert Lewe. Parenteel van Lubbert Lewe. Parenteel van Rypert Ripperda. Anna Ewerts Lewe Tho Asinga, geb. circa 1564, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) in 1630. |
tr. (resp. ongeveer 22 en ongeveer 39 jaar oud) (1) in 1586
met
Johan Joost Lewe, zn. van Joost (Joest) Lewe Thoe Peyse (Lewe) en Elisabeth Addinga van Westerwolde en Zandeweer, geb. te Peize [Dr] in 1547 (1560?), burgemeester te Groningen [Gr] in 1593, ovl. (ongeveer 68 jaar oud) op dinsdag 12 mei 1615, begr. te Groningen [Gr] op vrijdag 22 mei 1615. |
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Evert | *1590 | Ulrum [Gr] | †1641 | Winsum | 51 | 1 | 4 |
2 | Joost Johan | *1595 | †1622 | 27 | 1 | 0 |
tr. (ongeveer 58 jaar oud) (2) in 1622
met
Johan Horenken, ovl. in 1624.
Dossier:
relatie
met
Jan Folkerts Koller, geb. te Esthem (Dld) voor 1782, Arbeider1.
Uit deze relatie een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Siemen Folkerts | *1806 | Esthem (Dld) | †1855 | Finsterwolde [Gr] | 49 | 1 | 3 |
1. | Geneanet, Robert Bekkering en Brenda Hofman., S39 |
tr.
met
Hero Maurits Ripperda Van Farmsum1, zn. van Joachim Ripperda van Farmsum en Petkum en Occa van den Cloester, geb. in 1592, heer te Farmsum [Gr], ovl. (ongeveer 41 jaar oud) te Farmsum [Gr] op vrijdag 10 jun 1633, begr. te Farmsum [Gr] In de kerk bevindt zich zijn mooi versierde grafsteen.
Aantekeningen bij Hero Maurits Ripperda Van Farmsum.
Zijn bezit bestaat uit grazen en heerlijke rechten te Appingedam, Delfzijl, Hellum, Schildwolde, Siddeburen en Ostwolde.
HET HUIS TE FARMSUM.
Het Huis te Farmsum is een borg in het Groningse dorp Farmsum geweest. De borg is vermoedelijk in de 14e eeuw gebouwd. In 1812 is hij gesloopt. De geslachten Ripperda, Rengers en Van Weivelde hebben de borg bewoond.
KERKELIJKE INDELING..
Het kerspel Farmsum behoort vóór de reformatie tot het bisdom Munster en is de hoofdplaats van het dekanaat of proosdij Farmsum. De deken of proost staat rechtstreeks onder het gezag van de bisschop en hij moet er voor waken dat de inwoners van het dekanaat zich als ware christenen gedragen en geen inbreuk maken op de kerkelijke voorschriften. De deken heeft geen gezag over de geestelijken maar alleen over de leken. Het wordt daarom regel om gehuwden als deken of proost aan te stellen en maar zelden geestelijken. Dit zogenaamde lekende-kanaat wordt door paus Alexander VI in een bul van 1493 bevestigd. De proost spreekt recht of houdt seend in zijn dekanaat volgens de seendbrief.
De seendbrief van Farmsum dateert van 1325. Het dekanaat Farmsum is een onderdeel van het aartsdekanaat Frisia bewesten de Eems. Het omvat het oostelijk deel van Fivelgo en de beide Oldambten. Het grenst in het noorden aan de Eems, in het oosten aan de Tjamme hetgeen tevens de grens is met het bisdom Osnabriick, ten westen aan het dekanaat Loppersum, waarvan de grens in het zuiden van de Siepsloot tussen Hellum en Schildwolde door en dan door het Schildmeer naar het noordoosten. Het dekanaat omvat dertig kerspelen. Zoals alle belangrijke ambten en rechten komt ook het proostambt aan het einde van de middeleeuwen in handen van de aanzienlijken.
Daar er aan het proostambt belangrijke inkomsten zijn verbonden is dit zeer gewild. Tot de inkomsten van de proost van Farmsum behoren o.a. renten en pachten, het lammergeld en het schoorsteengeld. In 1391 komt Unico Ripperda al voor als hoveling en proost. In 1415 draagt de bisschop van Munster de proosdij van Farmsum erfelijk over aan de Ripperda's.
Zelfs in 1604 dus tien jaar na de reductie van Groningen is de proosdij nog in handen van Ripperda. In tegenstelling tot de goederen van de andere proosdijen zijn die van Farmsum nooit aan de provincie gekomen.
Na de reductie in 1594 vormt het westelijk gedeelte van de proosdij een classis van de hervormde kerk. Farmsum is nu niet langer de hoofdplaats. De zetel van de classis komt in Appingedam, aan deze plaats ontleent de classis dan ook de naam, men sprak van Classis Dammonensis of de Classis Appingedam.
Binnen de classis behoort Farmsum aanvankelijk tot de ring Appingedam en later tot de ring Delfzijl.
Thans vormt de gecombineerde gemeente Farmsum - Oosterhoek - Meedhuizen weer een onderdeel van de ring Appingedam. In 1968 wordt de gemeente Farmsum samengevoegd met de gemeente Oosterhoek-Meedhuizen. Oosterhoek is een eerdere samenvoeging van Weiwerd, Heveskes en Oterdum.
Het kerspel Farmsum grenst in het noorden aan de kerspelen Uitwierde, Delfzijl en de Eems, in het oosten aan het kerspel Weiwerd, in het zuiden aan het kerspel Meedhuizen en in het westen aan die van Siddeburen en Opwierde. Tot het kerspel behoren Geefsweer, Amsweer en Tuikwerd. Na de reductie wordt in 1595 de voormalige roomse priester Hermannus Mullerus de eerste predikant. In 1603 wordt deze opgevolgd door Hiddo Lamberti Groothusanus. Tijdens zijn ambtsperiode is Farmsum kerkelijk gecombineerd met Meedhuizen. Maar na zijn dood in 1621 wordt de combinatie weer ongedaan gemaakt. Van 1621-1647 staat te Farmsum de bekende predikant Patroclus Romeling. Deze maakt een nieuwe berijming van de psalmen, ter vervanging van die van Dathenus. Een door hem gericht verzoek aan de provinciale synode om deze berijming in te voeren, wordt beantwoord met de mededeling dat dit een zaak voor de nationale synode is. Waarna er niets meer van gehoord wordt. De collatierechten van Farmsum behoren vanouds al aan het geslacht Ripperda. Hoe de Ripperda's aan deze rechten gekomen zijn is niet duidelijk. Zelf hebben ze in de 15e eeuw oorkonden overlegd uit 1237 en 1246, waarbij Ludolphus, bisschop van Munster het collatierecht van de kerken van Farmsum, Weiwerd, Heveskes, Oterdum en Meedhuizen aan de Ripperda's schenkt.
Deze oorkonden blijken vervalsingen te zijn, maar in ieder geval bezitten de Ripperda's deze rechten dus al in de 15e eeuw. Het bezit van deze rechten doorstaat de hervorming zodat zij ook daarna het recht hebben om een predikant in deze dorpen te benoemen. Samen met de borg worden deze rechten verkocht aan de familie Rengers. Door vererving komen ze in handen van de familie Hora Siccama. Daar alle collatierechten in één hand zijn en de leden van de adelijke familie dus 'unicus collator' zijn kunnen zij alleen beslissen over vele kerkelijke zaken. Dat dit vaak wrijving geeft met de gemeenteleden is niet te verwonderen. Ook op het gebied van het onderwijs, hetgeen een kerkelijke zorg is, heeft de unicus collator het laatste woord.
Nieuwe schoolmeesters moeten dan ook aan hem hun sollicitaties richten, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het bericht van 3 februari 1809 in de krant, waarin staat dat 'door het overlijden van schoolmeester H. Westendorp, de plaats vacant is. Het jaartractement bedraagt 20 gulden met vrije woning en het gewone schoolgeld. Solliciteren bij de unicus collator Rengers van Farmsum. 'Deze schoolmeester Westendorp is de vader van de later zo bekende dominee Nicolaas Westendorp (1773-1836) die zich sterk interesseert voor de geschiedenis van het eigen gewest.
In 1886 verkoopt de collator Johan Rengers Hora Siccama de collatierechten, zijn gestoelte in de kerk en enige andere rechten aan de kerkvoogdij voor een bedrag van f 5500,-. Vanaf dat jaar kan de kerk van Farmsum, dus de gemeente zelf over deze zaken beslissen. Een uitvloeisel van de collatierechten is dat de unicus collator het toezicht heeft op het beheer van de kerkelijke goederen. De kerkvoogden moeten van hun werkzaamheden rekening en verantwoording afleggen aan de collator, die deze rekeningen in de 18e eeuw in bijwezen van de predikant en de geconstitueerde richter 'afhoorde'. Hieruit blijkt wel dat de kerkelijke gemeente met handen en voeten gebonden is aan de collator.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Heer Joachim Jacob | *1626 | Den Haag | †1661 | 35 | 1 | 1 | |
2 | Occa Johanna Ripperda | *1618 | Farmsum [Gr] | †1686 | Stockholm, Zweden | 68 | 2 | 2 |
3 | Edzard | *1628 | †1652 | Frankrijk [Ge] | 24 | 0 | 0 |
1. | De plaats Farmsum (Farmsum.Net), FarmsNet |
relatie
met
Berent Johannes Gansevoort, zn. van Johannes Gansevoort en NN Nn, geb. circa 1617, ovl. (ongeveer 85 jaar oud) te Ter Apel, Vlagtwedde op zondag 28 mei 1702.
Aantekeningen bij Berent Johannes Gansevoort.
- Berent was in het leger als luitenant en commandant in Ter Apel.
- Op 01-09-1701 maakte de burgemeester een rapport op hoeveel de verschil lende "meijers" (huurders van het land) van het klooster te Ter Apel moes ten betalen. Voor Commandeur Berent Gansevoort betekende dit 1/4 deel ofw el F. 38-15-0.
- Het is mogelijk, maar niet zeker dat Berend de zoon was van Johannes Ga sevoort (Bron: Gruoninga 6:40,43, 1963).
Uit deze relatie 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Maria Berents | *1648 | Ter Apel, Vlagtwedde | 1 | 0 | |||
2 | Anneke Berents | 0 | 0 | |||||
3 | Anna Margaretha | 0 | 0 | |||||
4 | Jan Berents | 0 | 0 |
tr. (resp. minstens 25 en minstens 30 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] op maandag 20 okt 1749 - 20 october 1749: Marriage contract between geert Hisckes Hulsingh and G rietje Jacobs Hesse: The groom takes his bride in his house and the posse ssion of all his goods. The bride brings 15 Car.gld, cash, een zilveren o orijzer, 2 zilveren haken, 2 zilveren gespen, 13 goede hemden, 7 rokken, 4 lakens, 4 kussen buiren, 24 mutsen, 24 onder mutsen, 6 neteldoekse doe ken, een stoffen jackien, 3 bortsrokken, een kist, een rijlijf, een kow, 20 Car.gld.10 st, aan geld, enz. dedigslieden bruidegom: Hiske Hulsing, f ather, iden bruid: Jacob Hesse, father, Elsijn Maria hesse, zuster.
- Geert and Margrieta (=Grietje), hadden één child: Hiske Geerts Hulsin gh Bron: Wegman & Wegman, 2:p.206.
- Huwelijkscontract: 20-10-1749 Vlagtwedde
met
Geert Hisckes Hulsingh, zn. van Hiske Geerts Alveringh en Jantien Wilckes Hulsingh, geb. te Vlagtwedde [Gr] voor zondag 22 jan 1719, ged. op zondag 22 jan 1719, ovl. (minstens 30 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] na 1750, tr. (2) met Teube Harms Buir. Uit dit huwelijk een dochter.
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hiske Geerts | ~1750 | Vlagtwedde [Gr] | †1819 | Vlagtwedde [Gr] | 68 | 1 | 9 |
2 | Jacob Geerts | ~1754 | Boertange | 0 | 0 | |||
3 | Marieke | ~1756 | Boertange | 0 | 0 | |||
4 | Geertje | ~1760 | Boertange | †1846 | Breukelen-St.Pieters | 85 | 0 | 0 |
5 | Jantje | ~1760 | Boertange | 0 | 0 | |||
6 | Elisabeth | ~1763 | Boertange | †1827 | Utrecht [Ut] | 63 | 0 | 0 |
7 | Albertje | ~1767 | Boertange | 0 | 0 | |||
8 | Grietje | ~1771 | Boertange | 0 | 0 |
1. | Algemene bron, S597 |
tr.
met
Antje Tijdes, geb. circa 1765, ovl. (ongeveer 36 jaar oud) in 1801.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan Egbert Egberts | *1795 | †1856 | 61 | 1 | 6 |
tr. voor jun 1671
met
Johan Eissies Huninga van Oostwold1, zn. van Eisso Aylckens Huninga en Maria van de Velde, ovl. voor 1697, tr. (1) met NN Surmont. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Johanna Maria van der Poll. Uit dit huwelijk een dochter.
Aantekeningen bij Johan Eissies Huninga van Oostwold.
Johan Eissies Huninga leeft in de periode dat Nederland Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden heet en zijn Eerste Stadhouderloze Tijdperk kent en de Vierdaagse zeeslag plaats vind, de Tweede Engelse oorlog tussen Engeland en de Nederlandse Republiek (tot 1667).
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Joanna Hedwigis | *1671 | Zaltbommel [Ge] | 0 | 0 | |||
2 | Adriana Elisabeth | *1674 | Zaltbommel [Ge] | 1 | 0 | |||
3 | Francisca Maria | 1 | 4 | |||||
4 | Maria Anna | *1678 | Zaltbommel [Ge] | 1 | 0 | |||
5 | Eisso | *1680 | Zaltbommel [Ge] | †1697 | Oost-Indič | 16 | 0 | 0 |
1. | Brabants Historisch Informatie Centrum, BHIC (vrijdag 19 nov 1677) |
relatie (1)
met
tr. (resp. 28 en minstens 20 jaar oud) (2) te Dordrecht [Zh] op dinsdag 10 dec 1686
met
Frederik Gideon Baron van den des H.R.R. Boetzelaer, zn. van Frederik van den Boetzelaer en Juliana (Anna) Ferens, geb. te Utrecht [Ut] voor maandag 17 mei 1666, ged. te Utrecht [Ut] op maandag 17 mei 1666, baron des H.R.R. heer te Langerak [Ge], ovl. (minstens 43 jaar oud) in 1710 (of 1711).
Aantekeningen bij Frederik Gideon Baron van den des H.R.R. Boetzelaer.
Hij wordt na de dood van zijn vaders op10 sept. 1675 met de hoge heerlijkheid Langerak en op 24 Sept. 1675 met de ambachtsheerlijkheid van hem beleend. Op 26 oct. 1707 verliest hij de eerstgenoemde; daarna wordd Helena Velters, weduwe van Anthony de Huybert, wonende te 's Gravenhage met de hoge heerlijkheid en de ridderhofstad Langerak verblijd, volgens brieven van decreet van het hof van Utrecht, ten laste van de boedel van F.G. v.d. B. Deze blijft alleen de ambachtsheerlijkheid behouden. Hij wordt herhaaldelijk in het Journaal van Huygens vermeld, waar van zijn uiterst ongebonden levenswijze uitgebreid wordt geschreven.
Hij huwt (ondertr. te 's Gravenhage 24 Nov. 1686) met Anna Maria van Huninga (of Hunninga) van Oostwold, weduwe van Hendrik Canzius, wonende te Dordrecht, dochter van Eilco en van Sibranda Stachouwer.
Behalve een dochter Maria Sidonia, waarvan geen bijzonderheden worden meegedeeld, spruit uit dit huwelijk Frederik Hendrik, die volgt.
(Bron: Zie: Geneal. Herald. Bladen IX, 217; Mdbl. de Nederl. Leeuw IV, 12, XXXII, 336; Hora Siccama, Aant. op het Register, 93; DBNL).
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Frederik Hendrik | *1688 | 2 | 5 |
relatie
met
Johan Wilhelm van Deest (van Diest), geb. op maandag 10 mei 1621, heer op Jensemaborg en Fritema, jonker en hoofdeling te Oldehove [Gr], hoofdeling te Saaxumhuizen [Gr], overste schepper der Aduarder zijlen, heer van 'Englenburg',, heer van 'Jensema',, ovl. (59 jaar oud) op dinsdag 11 feb 1681.
Uit deze relatie een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Maria Isabella | *1646 | †1704 | 58 | 1 | 3 |
kerk.huw. (resp. 18 en 31 jaar oud) te Groningen [Gr] in de A-kerk op zondag 18 dec 1740
met
Onno Joost (Onno Joest) Alberda van Ekenstein1,2, zn. van Onno Tamminga van Alberda van Rensuma van Nijenstein en Josina Petronella Clant, geb. te Uithuizermeeden [Gr] vermoedelijk zaterdag 20 apr 17091,1, ged. te Uithuizermeeden [Gr]2 op zondag 21 apr 17092,2, gedeputeerde staat, lid van de Raad van State, lid van de Admiraliteit te Amsterdam [Nh], ovl. (47 jaar oud) te Uithuizermeeden [Gr]1 op maandag 27 dec 17561,1.
Aantekeningen bij Onno Joost Alberda van Ekenstein.
21 sep. 1737. Onno Joost Alberda.
ALBERDA, ONNO JOOST, officier, ged. Uithuizermeeden 21-4-1709, zn van Onno Tamminga van Alberda, heer van Nyenstein en Josina Petronella Clant, otr. Groningen 3-12-1740 tr. Groningen (Martinikerk; prof. C. van Velsen) 18-12-1740 (met belasting tot Zandeweer) Anna Maria Hora, pro qua de raadsheer Johan Hora als vader, ged. Groningen 10-11-1722 (Martinikerk), d.v. Johan Hora, ambtman en Catharina Wolthers, woonachtig in de Sint Jansstraat.
Militaire loopbaan:.
Cornet in 1715 bij de cavalerie onder het regiment van kolonel Frederik Jacob Prins van Hessen Homburg, kapitein 21-3-1729 in het regiment (bataljon A, RN-2) van kolonel Gerhard Sichterman, majoor 21-9-1737 in het regiment (bataljon A, RN-2) van kolonel Baron Berend Lewe van Aduard.
Komt in 1746 voor het laatst voor in de Officiersboekjes. De jaren 1747 t/m 1749 ontbreken in deze boekjes.
Bron: Register huwelijksinschrijvingen militairen stad Groningen (1648-1811), deel II (collectie Wolters); Ondertrouwregister Stad Groningen 1726-1750 (kaartsysteem Groninger Archieven); DTB 458 Uithuizermeeden 1670-1811; Hooofdofficieren der Infanterie van 1568-1813. H. Ringoir, Den Haag 1981; Politieke Almanak 1715; Officiersboekjes 1729 t/m 1746.
Bron: Joost van Campen.
Onno Joost die eerder verbonden is aan de borg Scheltkema-Nijenstein (bij Zandeweer) wordt in 1754 de nieuwe eigenaar van 'Ekenstein' en noemt zich dan Alberda van Ekenstein. In 1772 laat zij het huis nog vergroten. In 1754 kocht Onno de borg en het landgoed Ekenstein in Tjamsweer bij Appingedam. Onno veranderde toen zijn naam van Nijenstein in van Ekenstein. Door hem en zijn familie kwam het landgoed weer tot bloei. Na zijn overlijden 1756 bleef zijn weduwe, Anna Maria Hora, hier tot aan haar overlijden wonen.
In 1822 kwam het huis en landgoed in het bezit van zijn kleinzoon Willem Alberda van Ekenstein en zijn vrouw Catharina de Wendt.
Ekenstein was eerder in het bezit van burgemeester Sicco Eeck en later zijn zoon Hemmo Eeck.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Catharina Johanna | *1741 | †1743 | 1 | 0 | 0 | ||
2 | Catharina Johanna | *1743 | †1746 | 2 | 0 | 0 | ||
3 | Onno Reintg | ~1745 | Groningen [Gr] | †1757 | 11 | 0 | 0 | |
4 | Catharina Johanna Alberda | *1746 | Groningen [Gr] | †1830 | Groningen [Gr] | 84 | 1 | 3 |
5 | Anna Josina Petronella Alberda | *1749 | Groningen [Gr] | †1826 | Groningen [Gr] | 76 | 1 | 6 |
6 | Onno Reint | *1752 | Groningen [Gr] | †1821 | Tjamsweer [Gr] | 69 | 1 | 8 |
1. | Officieren Regiment Nationalen nr. 2, J.v.Campen-1 |
2. | DTB boek Uithuizermeeden, van 1670 tot 1811 (zondag 3 jun 1703) |
tr. (resp. 31 en 35 jaar oud) te Midwolda [Gr] op donderdag 14 aug 1681
met
Willhelmus Hora, zn. van Moses Hora en Fokeltje van Poelgeest, geb. te Groningen [Gr] op zondag 7 jan 1646, ovl. (50 jaar oud) in jul 1696.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Mr. Johan | *1683 | †1744 | 60 | 1 | 2 |
tr. (resp. ongeveer 18 en ongeveer 30 jaar oud) in 1617
met
Enno Wilhelm Von Inn- Und Kniphausen, zn. van Wilhelm Von Inn- und Kniphausen en Hyma Manninga, geb. op vrijdag 28 mrt 1586, ovl. (70 jaar oud) op donderdag 16 nov 1656.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Carel Hieronymus von Inn- | *1632 | Lütetsburg | †1664 | Midwolde [Gr] | 31 | 1 | 0 |
2 | Rudolph Willem | *1620 | Lütetsburg | †1666 | Lütetsburg | 46 | 1 | 3 |
tr. (resp. 25 en 33 jaar oud) te Tienhoven op vrijdag 2 sep 1768
met
Ferdinand Folef Von Inn- Und Kniphausen, zn. van Haro Caspar Von Inn- und Kniphausen en Petronella Anna van Lewe van Aduard, geb. te Groningen [Gr] op dinsdag 7 jun 1735, titel, titel van 1768 tot 1795 Bezitter van de borg Nienoord, ovl. (59 jaar oud) te Asinga op dinsdag 12 mei 1795, tr. (1) met Clara de Herthoge van Feringa. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Haro Caspar Von Inn- | *1777 | Asinge | †1842 | Nienoord | 64 | 1 | 5 |
2 | Jan Carel Ferdinand von Inn- | *1772 | †1842 | 70 | 1 | 0 | ||
3 | Catharina Von Inn- | *1769 | Groningen [Gr] | †1769 | Groningen [Gr] | 0 | 0 | 0 |
4 | Ico Folef Von Inn- | *1773 | Ulrum op de Asinghaborg | †1810 | Groningen [Gr] | 37 | 1 | 3 |
5 | Catharina Von Inn- | *1775 | Ulrum op de Asinghaborg | †1777 | Ulrum op de Asinghaborg | 2 | 0 | 0 |
6 | Haro Caspar Von Inn- | *1776 | Ulrum op de Asinghaborg | †1776 | Ulrum op de Asinghaborg | 0 | 0 | 0 |
7 | Anna Habbina Jacoba Von Inn- | *1783 | Ulrum op de Asinghaborg | †1812 | Middelstum op de Ewsumborg | 29 | 1 | 0 |
1. | Afgeschermd, Wikipedia |
tr. (resp. 19 en 20 jaar oud) te Groningen [Gr] op zondag 7 okt 1798
met
Antoon Anne van Adringa de Kempenaer2, zn. van Rennerus Adringa de Kempenaer en Judith Elisabeth d'Arnaud, geb. te Leeuwarden [Fr] op woensdag 3 dec 17772,2, lid bestuur waterschap De Zeven Disctricten, woont te Lemmer, opl. Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie) a.d. Hoogeschool te Groningen [Gr] tot zaterdag 9 jun 1798, drost Vijfde Drostambt (Utingeradeel, Haskerland, Sloten) op vrijdag 1 okt 1802, Vijfde Drostambt (Donaiwerstal en Lemsterlamd) op vrijdag 1 okt 1802, dorst Dertiende Drostambt (Sloten, Doniawerstal en Lemsterland) op maandag 24 feb 1806, baljuw Dertiende Drostambt vanaf vrijdag 8 mei 1807, vrederechter kanton Lemmer vanaf 1811, lid algemene raad departement Friesland van 1811 tot 1813, voorzitter Arrondissementsraad te Sneek [Fr] van 1813 tot 1814, regeringsgezind onder Willem I van 1814 tot 1848, lid notabelenvergadering, lid Tweede Kamer van 1814 tot 1815, lid Vergadering van Notabelen v.h. departement Friesland op dinsdag 29 mrt 1814 en op woensdag 30 mrt 1814, lid Provinciale Staten van Friesland voor de ridderschap (Lemsterland) van zondag 28 aug 1814 tot sep 1815 , lid Gedeputeerde Staten van Friesland van zondag 2 okt 1814 tot vrijdag 1 sep 1815 , lid Tweede Kamer der Staten-Generaal v.d. prov. Friesland van donderdag 21 sep 1815 tot maandag 13 jun 1825 , grietman van Lemsterland van zaterdag 29 jun 1816 tot maandag 13 jun 1825 , jonkheer op zondag 24 nov 1816, lid Ridderschap van Friesland vanaf 1818, ovl. (47 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh]2 op maandag 13 jun 18252,2.
Uit dit huwelijk 12 kinderen, waaronder:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jhr. Tjaard Anne Marius Albert | *1806 | Lemmer [Fr] | †1870 | Leeuwarden [Fr] | 63 | 1 | 9 |
1. | Het Verhaal van Groningen, Verh Gron |
2. | Parlementair Documentatie Centrum (PDC UL) v.D. Universiteit te Leiden, PDC UL |