Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Hiske Abdena
Hiske Abdena, proost te Emden (Dld).

relatie
met

NN Alkena.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Imel De Jonge Abdena*1385 Emden (Dld) †1455 Hamburg 70


Hiske Aikes Hilvers Hilvers
Hiske Aikes Hilvers Hilvers.

tr. none
met

Hillechien Boeles Boeles.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje*1841 Onstwedde [Gr] †1913 Nieuwe Pekela [Gr] 72


Hiske Geerts Hulsing
Hiske Geerts Hulsing, geb. Nederlands Hervormd, ged. te Vlagtwedde [Gr] op zaterdag 5 sep 17501, Scheepsjager2, ovl. (ongeveer 68 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] op vrijdag 26 mrt 1819.

tr. (resp. ongeveer 24 en ongeveer 20 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] op zondag 23 apr 1775 Bron Burgerlijke stand - Huwelijk. Archieflocatie Groninger Archieven. Algemeen Gemeente: Grijpskerk. Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 1 0. Datum: 14-05-1838. Bruidegom Roelf Sikkema. Bruid Jantje Hiskes Hulsi ng
Vader bruidegom Geert Hanses Sikkema. Moeder bruidegom Sijtske Roelfs Ams ing. Vader bruid Hiske Geerts Hulsing. Moeder bruid Hindertien Rietums. N adere informatie beroep bruidegom: inlandsche kramer; beroep bruid: huis houdster; beroep vader bruidegom.: scheepsjager; bruidegom 36 jaar; bru id 36 jaar
met

Hindriktje (ook: Hindertijn) Elses, dr. van Else Jans en Harmcke Harms Staal, ged. te Vlagtwedde [Gr] op zondag 3 nov 1754, Arbeidster2, ovl. (ongeveer 76 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] op zondag 8 mei 1831.

Uit dit huwelijk 9 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan Hiskes*1790 Bellingwolde [Gr] †1824 Oude Pekela [Gr] 34
Harmke Hiskes~1776 Vlagtwedde [Gr]    
Grietien Hiskes~1778 Vlagtwedde [Gr] †1840  61
Swaantje Hiskes~1780 Vlagtwedde [Gr]    
Geert Hiskes~1784 Vlagtwedde [Gr]    
Elze Hiskes~1787 Vlagtwedde [Gr]    
Elzijn Hiskes*1793 Vlagtwedde [Gr] †1839 Vlagtwedde [Gr] 46
NN*1796 Vlagtwedde [Gr]    
Jantje Hiskes~1802 Vlagtwedde [Gr] †1849 Enumatil, Gem. Zuidhorn 47



Bronnen:
1.Algemene bron, S63
2.Burgerlijke stand (Genlias)., S58
3.Algemene bron, S597
4.Huwelijkscontract. Burgerlijke stand., S60


Hiske Geerts Alveringh
Hiske Geerts Alveringh, ged. te Vlagtwedde [Gr] op donderdag 25 nov 1688, ovl. (minstens 64 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] na 1753.

tr. (resp. ongeveer 26 en ongeveer 17 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] op vrijdag 8 mrt 1715 Bron: uit de ledematen van het kerspel Vlagwedde: "Aengenoomen den 7. Jun ij. 1715. 681. Jantien Wilckes Hulsingh. Huisvr. van Hiscke Geerts Alveri ngh."
met

Jantien Wilckes Hulsingh, dr. van Wilcke Luickens Hulsingh en Grietje Jans Keupers, ged. te Ter Apel [Gr] op donderdag 20 jun 1697, ovl. (minstens 39 jaar oud) te Veele na 1737.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geert Hisckes*1719 Vlagtwedde [Gr] †1750 Vlagtwedde [Gr] 30
Geert Hisckes~1716 Vlagtwedde [Gr] †1719  2



Bronnen:
1.Huwelijkscontract 10-06-1693, S155
2.Huwelijkscontract 06-03-1715, S16


Hiske Harms Ammersken
Hiske Harms Ammersken.

tr. none
met

Christiaan Harms Meijer.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Harm*1849 Nieuweschans [Gr]    


Hiske Jans Hulsing
Hiske Jans Hulsing, geb. te Bellingwolde [Gr] op dinsdag 26 dec 1809, Dagloner1, ovl. (63 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op zaterdag 4 okt 1873.

tr. (resp. 26 en 21 jaar oud) (1) te Nieuweschans [Gr] op zaterdag 22 okt 1836
met

Hilke Pieters, geb. te Bunde (Dld) op donderdag 16 feb 1815, ovl. (49 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op dinsdag 13 sep 1864 Overlijden: zie document.

Uit dit huwelijk 9 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geeske Hiskes*1837 Stapelmoor (Dld) [Deu] †1844 Bellingwolde [Gr] 7
Jan*1839 Bellingwolde [Gr] †1908 Nieuweschans [Gr] 69
Pieter*1841 Bellingwolde [Gr]    
Berend*1843 Bellingwolde [Gr] †1848 Bellingwolde [Gr] 5
Geert*1846 Bellingwolde [Gr]    
Berend*1849 Bellingwolde [Gr] †1932 Beerta [Gr] 8310 
Altjo*1851 Bellingwolde [Gr]    
Gezinus*1855 Bellingwolde [Gr] †1870 Bellingwolde [Gr] 15
Johannes*1858 Bellingwedde    

tr. (resp. 55 en ongeveer 33 jaar oud) (2) te Bellingwolde [Gr] op zaterdag 10 jun 1865 Hiske Jans was 55 jaar en weduwnaar van Hilke Pieters en Ida was 33 jaar
met

Ida Boltjes, dr. van Geert Edes Boltjes en Fenna Harms Warnes, geb. te Bellingwolde [Gr] circa 1832, Dagloner5, Overlijdens aangifte op vrijdag 20 jan 19054, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) te Bellingwolde [Gr] op vrijdag 20 jan 1905 Wed. van Hiske Hulsing4, tr. (1) met Berend Jans Hulsing. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geert*1867 Bellingwolde [Gr]    



Bronnen:
1.Burgerlijke stand (Genlias)., S58
2.BS Huwelijksregister Finsterwolde, RHC GA
3.Huwelijkscontract (Bijgevoegd), S17
4.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 9, gem. Bellingwolde., S307
5.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 18, gem. Bellingwolde., S299
6.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenr. 7, gem. Bellingwolde., S308


Hiske Wubbes Wierdinghe
Hiske Wubbes Wierdinghe, geb. te Onstwedde [Gr] circa 1600, ovl. (minstens 65 jaar oud) te Onstwedde [Gr] na 1665.

tr. (resp. hoogstens 28 en hoogstens 23 jaar oud) te Ontwedde voor 1628 Bron:
Titel Westerwolders en hun woningbezit van 1568 tot 1829 Deel 4
Korte titel Wegman 4
Auteur C.J. en R.M.A. Wegman
Bron-ID S4
met

Engel Wubbes Evers, geb. te Wessinghuizen circa 1605.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wubbe*1630 Onstwedde [Gr] †1668 Onstwedde [Gr] 38
NN*1635 Onstwedde [Gr]    
Wubbeke Hisckes*1640 Onstwedde [Gr] †1719 Jipsinghuizen [Gr] 79


Hiskiena Hilgenga
Hiskiena Hilgenga, geb. te Onstwedde [Gr] in 1880, Onderwijzeres.

tr. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 27 jaar oud) te Nieuwe Pekela [Gr] op vrijdag 3 jun 1910
met

Gjalt Tiekstra, zn. van Bouke Tiekstra en Aaltje de Jong, geb. te Smallingerland in 1883, Onderwijzer.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Grietje Alida*1911 Oude Pekela [Gr] †1911 Oude Pekela [Gr] 0


Hissa Rengers
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Hissa Rengers.



Bronnen:
1.De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Dr. W.J Formsma, Stol en Pathuis, Van Corcum & Comp. B.V., ISBN 90 232 1047 6, Assen [Dr], 1973


Hissa Fraterma
Hissa Fraterma ook: Hisse Fratema, geb. circa 1411.

relatie
met

Edse Tuwinga ook: Edze Tuinga, geb. te Tuingaborg Farmsum circa 1407.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bywe     


Hissa Von Wybelsum
Hissa (Hysa) (7549, Wybelsum).

relatie
met

Keno Von Groothusen (7548, Von Groothuysen), zn. van Beno Von Groothusen (7546, Von Groothuysen) en NN Nn.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nomna*1495  †1560  65


Hisse van Ewsum Van Middelstum
 
in
Parenteel van Ewe Ewesma.

Hisse van Ewsum Van Middelstum, priores van de abdij Marienthal te Norden, ovl. na 1534.



Aantekeningen bij Hisse van Ewsum Van Middelstum.
EWSUM, Hisse van (gest. na 1534), priores van abdij Marienthal te Norden, Duitsland. Dochter van Onno Ewesma (actief 1458-1489), hoofdeling te Middelstum, en Gele Manninga (actief 1458-1514)..

Hisse van Ewsum was een van de tien kinderen uit het huwelijk van Onno Ewesma en Gele Manninga. Van het ouderlijk huis Ewsum bij Middelstum (Groningen) staat alleen nog een stenen gevechtstoren overeind die haar vader in 1472 heeft laten bouwen (Formsma e.a. 263). Haar moeder stamde uit het Oostfriese gravenhuis Cirksena. Deze Cirksena’s onderhielden nauwe betrekkingen met het benedictijner klooster Marienthal in Norden: een dubbelklooster met gescheiden afdelingen voor monniken (onder leiding van een abt) en nonnen (geleid door een priores). De kloosterkerk was de grafkerk van de Cirksena’s, en ongehuwde dochters Cirksena werden in de nonnenafdeling ondergebracht. Om zijn bezit niet onder al zijn tien kinderen te hoeven verdelen, bestemde Onno Ewesma eveneens twee dochters voor het klooster: Hisse en haar zuster Auk. Gezien de familiebetrekkingen lag Marienthal voor de hand. Bovendien hadden de Ewesma’s ook een huis in Norden, wat het bezoek aan de dochters in Marienthal vergemakkelijkte. Auk stierf er vier jaar na haar intrede. Hisse gaf tot 1532 leiding aan de vrouwen, onder wie drie nichten uit de familie Cirksena en twee Groningse tantezegsters..

Kloosterleven.
Onbekend is op welke leeftijd Hisse naar Marienthal is gebracht en of zij voordien op Ewsum onderwijs heeft genoten. Als ‘Suster Hysse priorisse’ wordt ze voor het eerst genoemd in een oorkonde van 20 december 1500 (Friedländer, nr. 1672). In vier bewaard gebleven brieven aan haar broers noemt zij zich ‘Hisse van Ew(es)sum’. Hoewel in haar familie nog veel Friese namen voorkwamen, blijkt onder meer uit haar brieven dat de voertaal omstreeks 1500 toch reeds Nederduits was. Ook laten de brieven zien hoe ze de familiebanden onderhield met geschenken. Omstreeks 1515 stuurde de geletterde priores haar broer jonker Wigbold van Ewsum (actief 1489-1527), haar schoonzuster Beetke (gest. 1554) en hun kinderen enkele eigenhandig geschreven evangeliën. Tevens bood zij haar broer aan bij een bevriende goudsmid een gouden uurring te bestellen en die zelf voor hem te graveren. De zakelijk ingestelde Wigbold heeft de schrijfkunst van zijn zuster vermoedelijk niet op waarde geschat. Zo gebruikte hij een handschrift van haar om een kasboek te laten inbinden (Bos, 166)..

Blijkens brieven van Hisse van Ewsum kwam de familieliefde inderdaad enigszins van één kant. Zo wordt duidelijk dat broer Roelof (gest. 1532) in 1523 in Oostfriesland verbleef, maar niet de moeite nam in Norden langs te gaan. Eerder had de familie na de dood van Gele Manninga zielenmissen bij de zusters van Marienthal besteld, zonder de nonnen daarvoor een eenvoudige tractatie aan te bieden, zodat de priores hiervoor ten slotte zelf opdraaide. Ook de kosten voor de opvoeding van de enige jaren eerder gestorven Auk waren nog steeds niet voldaan. Beschaamd liet Hisse van Ewsum haar familie weten dat de vorige abt haar hierop in ‘vaak smadelijke woorden’ had aangesproken. Bovendien klaagde zij bij Roelof dat broer Wigbold talmde met de uitvoering van hun moeders testament. De schatrijke Ewsums zagen het klooster blijkbaar als sluitpost. Inmiddels had Hisse van Ewsum in Marienthal de zorg gekregen voor twee nichtjes: Anna van Ewsum, dochter van Wigbold, en Anna van Kamphuizen, dochter van zus Ewe. Aan Anna van Ewsum hoopte de priores haar boeken na te laten, zo schrijft Hisse in een brief van die ergens tussen 1518 en 1527 moet worden gedateerd (Bos 199)..

De laatste bewaard gebleven brief van Hisse van Ewsum gaat over een heel ander probleem. In 1527-1528 schrijft zij aan Wigbold ‘dat de lutherij helaas een zeer grote voortgang heeft in ons klooster’. Na een tumultueuze bijeenkomst van godgeleerden uit de regio in Norden was abt Gerard Snel uit Marienthal gevlucht, de kloosterlingen ‘troosteloos’ en in ‘grote weemoed’ achterlatend. Hij had zich als enige tegen de ‘lutherij’ durven uitspreken. Bekend is dat hij in contact stond met de Moderne Devotie (Tielke, 341-342). Graaf Edzard Cirksena wilde het klooster nu onder beheer van een hervormingsgezinde bestuurder stellen en de nonnen een wereldlijke status geven. Van haar broer verlangde de priores ditmaal boter bij de vis: vrijmaking van haar erfdeel en de verzekering ‘dat ik met ere uit mijn klooster mag reizen’. Pas na de dood van Wigbold en Roelof kreeg ze haar zin, dankzij Wigbolds weduwe Beetke. Eind december 1532 ontving Hisse van Ewsum de som van 35 Emder guldens. Kort daarop verhuisde zij naar de borg Nienoord bij Leek, waar Beetke inmiddels woonde en het familiegoed beheerde. Toen zij daar gezelschap kregen van nog vijf nonnen uit Norden (onder wie nicht Anna van Kamphuizen), werd passender onderdak gevonden in het benedictijner dubbelklooster Selwerd bij Groningen. Dit blijkt uit een brief van Anna’s vader uit 1534, het laatste contemporaine bericht over Hisse van Ewsum (Bos, 192-193). Selwerd stond van 1523 tot 1543 onder leiding van de abt Hendrik Rol, ook een sympathisant van de Moderne Devotie. Het had een regionaal befaamd handschriftenatelier. Of Hisse van Ewsum hierin nog heeft gewerkt, is onbekend..

De brieven.
De brieven van Hisse van Ewsum zijn in 1893 teruggevonden in een kist op de zolder van het Groninger stadhuis en in 1907 gepubliceerd (Schut 7-8; Bos). De ontvangst ervan liep uiteen. Zag historicus Pieter Bos hierin een uniek verslag uit de eerste hand van het laatmiddeleeuwse nonnenleven in Noord-Nederland en -Duitsland, de letterkundige Hermine Moquette maakte eruit op dat Hisse van Ewsum een vaardig (af)schrijfster en borduurster was (Moquette, I 49-50). De brieven zijn in meer opzichten interessant. Zo getuigt bijna iedere zin van de ‘filial piety’ van de schrijfster: haar loyaliteit aan een familie die zich ondanks haar vrome werken in de praktijk weinig van haar aantrok, en aan een kerk die na 1500 in toenemende mate onder vuur kwam te liggen. Ook daarin speelde de familie overigens een rol. De Cirksena’s steunden de Hervorming al vóór 1530, de Ewsums na 1530 eveneens (Hartgerink-Koomans, 183-191). De loyaliteit van Hisse van Ewsum werd uiteindelijk beantwoord door haar schoonzuster Beetke, die na de dood van Wigbold als ‘mater familias’ optrad. Van haar is in 1993 een geschilderd portret ontdekt (Knol e.a., 70). Ter herinnering aan Hisse van Ewsum en haar zusters is in 2004 ter plaatse van de kloosterkerk een standbeeld van een benedictijner non opgericht..

Bronnen:
RHC Groninger Archieven: toegang 696 (Familiearchief Van Ewsum) [hierin onder meer familiecorrespondentie en de brieven en een kwitantie van H. van Ewsum (inv. nrs. (Schut) 2-3, 8, 85, 589, 668, afgedrukt bij Bos, bijlagen I-II en IV-VI)].; E. Friedländer, Ostfriesisches Urkundenbuch, 1 (Emden 1881); P.G. Bos, ‘Uit het Oostfriesche kloosterleven’, Groningsche Volksalmanak (1907) 153-208 [Duitse parafrase in E. Lottmann, ‘Norder Kloster Marienthal: Briefe schildern den Alltag’, Ostfriesland 74 (1991) 250-259].; H.C.H. Moquette, De vrouw, 1: Huiselijk leven (Amsterdam 1915)..
M. Hartgerink-Koomans, Het geslacht Ewsum (Groningen/Batavia 1938)..
W.J. Formsma, R.A. Luitjens Dijkveld-Stol en A. Pathuis, De Ommelander borgen en steenhuizen (Assen 1987); R. Nip, ‘De bewoners van het Groninger benedictijnerklooster Selwerd’, Driemaandelijkse Bladen 41 (1989) 33-58; E. Schut, Inventaris van het archief van de familie Van Ewsum 1350-1646 (Groningen 1993); M. Tielke, ‘Gerardus Synellius’, in: Idem, Biographisches Lexikon für Ostfriesland, 1 (Aurich 1993) 341-342..
U. Scheuermann, ‘“Sprache” in Ostfriesland’, in: K.-E. Behre en H. van Lengen red., Ostfriesland. Geschichte und Gestalt einer Kulturlandschaft (Aurich 1996) 329-340; E. Knol, J.M.M. Hermans en M. Driebergen red., Hel en hemel. De Middeleeuwen in het Noorden. Tentoonstellingscatalogus Groninger Museum (Groningen 2001); R. Alma, ‘Overzicht van Ommelander hoofdelingen (1498-1516)’, Virtus 10 (2003) 58-70; Auteur: Kees Kuiken, laatst gewijzigd: 07/05/2008.


Dossier:


Hisse Nn
Hisse Nn.

relatie
met

Memmo Eppens, zn. van Eppo Memmens en Renske Lupkes, geb. te Noordbroek [Gr] circa 15511, hopman, ovl. (minstens 71 jaar oud) na zaterdag 23 jul 16222, tr. (1) met Fossa Aeldrix. Uit dit huwelijk 3 zonen.


Aantekeningen bij Memmo Eppens.
Midwolda: - fol.52 - 23 maart 1602 - Sijncko Eppens verwisselt aan de voogden over wijlen Memmo Eppens nagelaten kinderen als, Haijo Eppens, Aijso Ipens en Tammo Nannens, zijn deel nijlandes, tevens de twee delen van zijn broers, Lupke Eppens en Evert Eppens, uitstrekkende van de heerd land waarop Haijo nu woont, door de Dollard tot de AE. De voogden verwisselen aan Sijncko 2 deimt land over de Dollard in Kostert kamp, in 8 deimt, ten oosten de kosterij te Midwolda, ten westen de kerk. Strekkende van de Ae tot de Wardick. Getuigen: Eppo Eltiens en Johannes Koster.

Uit deze relatie 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Renscke*1580 Midwolda [Gr] †1652 Midwolda [Gr] 72
Stijntjen*1587  †1647  60
Albertien*1596  †1665  69
Ubbo*1596  †1656  60
Sicke     
Tammo     



Bronnen:
1.Menne GLAS - NGV-Bbs; Info Ebbel Brands -; -Book; Apr.30, 2001, S662
2.Info Ebbel Brands -, S663
3.Info Pieke van der Schaaf;; ; [Entry Recording Date : July 25, 2005], S664


Gerit Luitkens
Gerit Luitkens, ovl. na nov 1631.

tr.
met

Anna Haickens, dr. van Hayke Wiardus Siwken en Grete Wiardes, geb. in 1590, ovl. (ongeveer 40 jaar oud) in dec 1630, tr. (1) met Tamme Heren. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Hisse Ackinga
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Hisse Ewesma Ackinga, geb. te Woltersum [Gr] in 1380.

  • Vader:
    Ewo (Erikes) Erickes van Emden, zn. van Eggerich Ewen van Jemgum en NN Nn, geb. te Jemgum, Oost-Friesland, Dld. in 1360, hij komt voor als hoofdeling te Woltersum [Gr], bezit een steenhuis in Weiwerd dat wordt verwoest, mogelijk behoort hem de Ackingaheerd te Oosterwierum (nu Akkemaheerd), woont borg Dijksterhuis, Appingedam [Gr], hij wordt voor het eerst genoemd met zijn halfneef Ewo Erickes van Jemgum in 1390, bouwt een huis te Woltersum dat wordt verwoest door Keno tom Brok in 1415, ovl. (minstens 98 jaar oud) na 1458, tr.
 

tr. (resp. ongeveer 28 en ongeveer 43 jaar oud) in 1408
met

Ditmer (Dutmer) Rengers van Post, zn. van Johan Rengers en Ompta van Ompteda, geb. te Groningen [Gr] in 1365, burgemeester te Groningen [Gr], ovl. (hoogstens 84 jaar oud) voor 1449.

 



Aantekeningen bij Ditmer Rengers van Post.

De bewaard gebleven, maar sterk beschadigde zegel, van Dutmer Rengers, burgemeester van de stad Groningen (Bron: GA).
Zijn naam komt ook voor als Dutmer en Detmer, maar wordt eigenlijk als Ditmaer geschreven. Ditmaer Renghers, burgemeester te Groningen, verkoopt aan abt Rolof van Aduard en zijn klooster 4 grazen land op de uiterdijk van Alinghuizen: "Ick Ditmaer Renghers, borgermeyster in Gronynghen, bekenne ende bethughe in dessen openen breve dat ick verkofft hebbe den eerbaren vaeder in goede heren Rolove, abt tho Adewerth, ende sijnen convente veer graze landes uterdijckes ligghende manck des conventes landt op Aldyngahuzer uterdijck welck landt ick gekofft hadde van Eneken Sybarde ende Rykert sijnen zwagher voer ene summe guedes de mij de abt vorg. vol ende al betaelt hefft, sodat ick, noch mijne erffghenamen daer nyet bet op spreken en moghen. In oyrkunde der waerheyt so heb ick mijn zeghel an dessen breeff ghehanghen. In den jaer onss heren dusent veerhundert ende sesendetwyntich op sente Petersdach ad Cathedram." (Bron: Groninger Archieven, Kloosterarchief, toeg.nr. 172, inv.nr. 35, reg. 119. Klooster van Aduard, Aduard, inv.nr. 2, reg. 5. Reg. Feith 1426.11.).

Uit dit huwelijk 5 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan Rengers*1410     
Johan*1413 Farmsum [Gr] †1494  81
Jasper*1417     
Egbert*1419  †1501  82
Focke*1420     


Bywe Tuwinga
in
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Bywe Tuwinga.


Aantekeningen bij Bywe Tuwinga.
Bij sommige onderzoekers komt zij voor als Hisse Tuinga. Er is daarvan echter geen enkele bron gevonden. Mogelijk heeft een en ander te maken met een veronderstelde verbastering van 'Tuwing' in 'Tuinga'. Deze naam vinden we ook in de 'Ommelander borgen en steenhuizen'.

relatie
met

Egbert Rengers van ten Post1, zn. van Ditmer Rengers van Post en Hisse Ewesma Ackinga, geb. in 1419, ovl. (ongeveer 82 jaar oud) in 1501.

 



Aantekeningen bij Egbert Rengers van ten Post.
Egbert en de borg Tuwinga.
Vlak bij de borg Oldenhuis ligt in de dagen Tuwinga, ook wel Tuinga geschreven. Het is denkbaar, dat Tuwinga later gesticht is, waarna het oorspronkelijke huis ter onderscheiding Oldenhuis genoemd is. De legende spreekt van diepgaande ruzies tussen de wederzijdse borgheren. Historisch is daar evenwel niets van bekend.

De borg Tuwinga te Wittewiereum. Tekening van Beckeringh.
In de eerste helft van de 15e eeuw woont in Ten Post Edze Tuwinga, althans hij heeft daar bezittingen. Hij is getrouwd met Hisse Fratema. Tussen 1452 en 1454 moet hij zijn gestorven. Zijn dochter Bywe huwt Egbert Rengers, een zoon van Ditmar (Dutmer) Rengers en Hisse Ackinga. Zo zal Egbert Rengers in het bezit gekomen zijn van Tuwinga, dat na zijn dood, 1501, vererft op zijn zoon Johan, niet te verwarren met zijn oom ridder Johan van ten Post en Scharmer. Johan, de zoon van Egbert, is in 1465 geboren en heeft in Appingedam school gegaan. In de strijd omstreeks 1500 is hij een aanhanger van Albrecht van Saksen, de gubernator van Friesland. Deze beleent hem in 1499 met Ten Post, Garrelsweer, Siddeburen, Hellum, Schildwolde en half Slochteren. Hij haalt zich daardoor, evenals zijn oom in 1474, het ongenoegen op de hals van de Groningers, die zijn huis Ten Post in 1499 dan ook "dael smeten", althans plunderen. Enige jaren later wordt het hersteld. Hij koopt in 1512 van zijn neef Detmer het Oldenhuis. Hij verhuurt daarna "Tuingeheerd met alle husinge boven en beneden, appelhof, heminge met de weerde" bij het huis gelegen en al het weiland daarbij. De huurders bewonen het bouwhuis, waarvoor ze 60 gulden moeten betalen, welke som ze terug krijgen als ze het huis weer gaan overleveren na afloop van de huur.
Johan Rengers sterft in 1539. Bij zijn vrouw Jutta ten Water heeft hij verscheiden kinderen, van wie Edzard (1498-1580) Tuwinga verwerft en Sweer Oldenhuis.
Ook Edzard Rengers speelt een belangrijke rol onder de Ommelander hoofdelingen, o.a. is hij een van de opstellers van het concept Ommelander landrecht van 1550. Ook behoort hij tot de groep Ommelanders die in 1577 door de stad gevangen gezet worden. Zijn zoon Johan Rengers van ten Post (1542-1626) is de bekende kroniekschrijver.
Tijdens de tachtigjarige oorlog heeft Tuwinga nog al te lijden van bezettingstroepen; in 1569 liggen er 600 Hoogduitse soldaten van Aremberg en ook in 1581 en 1590 ligggen er troepen.
In 1594 kan Johan Rengers uit zijn ballingschap terugkeren. Hij leeft nog tot 1626, zijn vrouw Bouwe Jensema tot 1636. Hun zoon Edzard (1578-1652) erft Tuwinga. Bovendien koopt hij in 1631 en 1635 Oldenhuis.
Diens zoon uit zijn huwelijk met Bouwina Clant tot Uskwerd, Egbert (1616-1663) erft de beide borgen. Onder hem is Tuwinga vergroot en gemoderniseerd; zo wordt in 1652 een nieuwe houten hameye of poort gebouwd.
Uit zijn huwelijk met Wilhelmina Polman van Nienhof tot Ruinen wordt weer een zoon Edzard geboren (1658-1694), die op zijn beurt de beide borgen erft. In 1686 huwt hij Catharina van der Noot Risoir.
Noodlottig voor Tuwinga is, dat zij in 1693 het huis te Farmsum kopen en daar gaan wonen. Tuwinga komt op het tweede plan, maar de Rengersen blijven toch Ten Post als hun zetel beschouwen. Zij laten zich in de kerk te Wittewierum begraven en daar hangen ook hun rouwborden. Het schathuis wordt verhuurd, maar de borg met de stal blijft ter beschikking van de familie Rengers.
•.
Johan Moorrees.
In 1742 wordt het huis verhuurd aan Johan Moorrees en zijn echtgenote Johanna Reikwin. Hoe dit echtpaar daar verzeild geraakt is niet bekend, evenmin hoe lang zij er gewoond hebben. Op 15 februari 1760 wordt het huis te huur aangeboden en tien jaar later, op 23 januari 1770 opnieuw. Als het steeds moeilijker wordt gegadigden te vinden laat Duco Gerrold Rengers ondanks de bepaling in het testament van zijn grootmoeder van 1785, in 1788 de borg op afbraak verkopen. De omschrijving luidt: de borg met de huisjes en het muurwerk daar rondom in de gracht alsmede de fundamenten in zoverre de koper ze verkiest uit te breken, de beide schathuizen met hun muurwerk in de grachten, met de fundamenten als voren, de straat tussen de schathuizen met het muurwerk in de grachten, uitgezonderd de duivenkast, de dam en het hek voor aan de weg, verder alle losse goederen in de borg met uitzondering van twee stukjes zerk, op een waarvan het wapen Rengers staat. Koper wordt de procureur Wielant voor 2550 gulden. In 1792 wordt de binnengracht gedempt, maar de buitengracht nog uitgegraven. De singels worden daarbij geslecht; het hout is al in 1790 gerooid. De borghof wordt tot een appelhof en moestuin, eerst in eigen exploitatie, later verhuurd.
Thans is alles groenland. Het borgterrein Tuwinga is geheel afgegraven en de grachten zijn gedempt. De nieuwe weg doorsnijdt het terrein. De grachten kan men hier en daar herkennen aan laagten en ten noorden van de weg aan een strook riet. Aan de oostkant van het terrein ligt een wierde. (BRON: De Ommelander borgen en steenhuizen, ISBN 90 232 2314 4).

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johan Rengers*1465  †1539  74



Bronnen:
1.De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Dr. W.J Formsma, Stol en Pathuis, Van Corcum & Comp. B.V., ISBN 90 232 1047 6, Assen [Dr], 1973


Sophia Manninga (Van Dijksterhuis)
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Ewe Ewesma.
Parenteel van Johan Rengers.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Sophia (NN) Manninga (Van Dijksterhuis) (Nn).

tr. in 1584
met

Eyklo Onsta, zn. van Aepco Onsta en Gela Van Ewsum, ritmeester, ovl. in 1600, tr. (1) met Hyma (NN) von Inn- Und Kniphausen (Nn), dr. van Tiddo von Inn- Und Knipphausen en Eva von Rennenberg. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Eyklo Onsta.

'Eylko Onsta dije Junghe' (zijn neef wordt 'de oude' genoemd (zie eerder), of eigenlijk is het de neef van zijn vader, verkoopt o.a. in 1570 aan Duert Alberda '60 embder gulden jaarlijkse rente te beuren uit den heerde Verhildersum genoempt, gelegen in den Kerspel tho Leens, daer Peter Willems up gewoent heft en nu ter tidt van ons sulfs gebruicket wordt'. In 1572 weer hetzelfde: 'Eylcko Onsta verkoopt aan Duerdt Alberda en zijn huisfr. een jaarlijkse rente te beuren uit den Heerde of Arvelanden up die Leenster hamrick tho Leens, Verhildersum genoemt, daar nu ter tijdt Peter Milleker up woent.' (Dit kapitaal is in 1603 afgelost aan Reynt Alberda.) En zo gaat dat meerdere keren.

Ritmeester Onsta.
Eylko Onsta gaat echter in 't Staatse leger bij zijn oom Wigbolt van Ewsum van de Nienoord te Midwolde, overste over het krijgsvolk in de Ommelanden, en wordt nu 'ritmeester' Onsta genoemd. In 1575 trouwt hij met Hyma van Inn- und Knyphausen, een dochter van Tiddo van Inn- und Knyphausen en Eva Rennenberg (een zuster van de ons zo bekende Rennenberg te Groningen, 1580). Misschien woont hij dan op Verhildersum, in 1584 komt hij nog voor als redger te Leens. In hetzelfde jaar hertrouwt Eylko Onsta met Sophia Manninga, een dochter van Hayo Manninga van Dijksterhuis, te Pieterburen, en Ditmera Rengers. In 1588 wordt hij tot drost van Greetsiel, in Oostfriesland aangesteld. Hij overlijdt kinderloos in september 1600.


Hisse Onsta
in
Genealogie van Folckermarus (Folcmar) Onsatha.
Genealogie van Johan Rengers.
Parenteel van Johan Rengers.

Hisse Onsta1,1, begijn, ovl. 1 St. Anna Clooster.



Bronnen:
1.Nobiliarium Groninganum van Wilhelm Coenders van Helpen, Boek, M.H.O. Feith, Genealogisch-Heraldisch Archief, Den Haag [Zh], 1886 (blz. 4)


Hissien Sterenborch
in
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Hissien Aitiens Sterenborch, ovl. in 1652.

tr. (1) te Midwolda [Gr] op donderdag 26 jul 1635
met

Ayolt Ayolts, zn. van Ayolt Nittens en Nell.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Foske*1636 Blijham [Gr] †1709 Midwolda [Gr] 73

relatie (2)
met

Jan Epkes.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Epke     

')}