Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Rixte Wubbes Abels
Rixte Wubbes Abels, geb. te Vlagtwedde [Gr] circa 1629.

tr. (resp. ongeveer 21 en ongeveer 25 jaar oud) te Vlagtwedde [Gr] circa 1650
met

Boelman Willems Eelsingh, zn. van Willem Bubbes Wubbes Eelsingh en Alcke Boelmans Boelmans ter Haar, geb. te Ellersinghuizen circa 1625.


Aantekeningen bij Boelman Willems Eelsingh.
Bron:.
Titel Westerwolders en hun woningbezit van 1568 tot 1829 Deel 5.
Korte titel Wegman 5.
Auteur C.J. en R.M.A. Wegman.
Bron-ID S5.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wubbe*1654 Ellersinghuizen †1714 Vlagtwedde [Gr] 60
Willem*1650 Ter Wupping (Nl) †1705  55
Jantje Boelmans*1652 Ellersinghuizen    
*1658 Ellersinghuizen    
Geeske Boelmans*1663 Ellersinghuizen    


Rixte Wubbes Abels
Rixte Wubbes Abels, geb. te Vlagtwedde [Gr] circa 1629, ovl. (hoogstens 63 jaar oud) voor dinsdag 14 okt 1692.


Rixten Houwinga Zu Loga
Rixten Houwinga Zu Loga.

relatie
met

Cierk Siben Crumminga Zu Bingum, zn. van Sybo Hayken en Enneke Crumminga.

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hoitet Cierks*1502     
Louwert*1502  †1599  97


Robert Crommelin
Robert Crommelin, geb. in 1718, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) in 1791.


Nn
Nn 1, geb. circa 6801,1, RK, 1.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Williswinth (Williswinda)*705  †768  63



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Robert Daniël Crommelin
Robert Daniël Crommelin, geb. in 1841, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) in 1907.


Robert Daniël Crommelin
Robert Daniël Crommelin, geb. te Amsterdam [Nh] op zondag 23 apr 1741, ged. te Amsterdam [Nh] op zondag 30 apr 1741, Firmant DCS, Poorter van Amsterdam van dinsdag 16 aug 1763 tot dinsdag 16 aug 1763 , ovl. (66 jaar oud) te Muiderberg [Nh] op vrijdag 1 jan 1808, begr. te Amsterdam, St. Nicolaaskerkt=.

relatie
met

Maria Elisabeth Noortwijck, geb. in 1751, ovl. (ongeveer 47 jaar oud) in 1798.

Uit deze relatie 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claude*1769 Amsterdam [Nh] †1824 Amsterdam [Nh] 54
Elisabeth Maria*1722  †1855   
Gulian Daniël*1776  †1846  70
Samuel*1778  †1858  80
Susanna Maria*1780  †1820  40


Robert Graaf In Namen
Robert Graaf (Robert I) (van Namen), geb. circa 925, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) circa 981.

relatie (1)
met

Ermegarde van Lotharingen.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Albert I*945  †1011  66

tr. (resp. ongeveer 20 en ongeveer 25 jaar oud) (2) circa 945
met

Ermengard van Verdun, dr. van Wicheric van Luxemburg van Lotharingen en Kunigunde van Frankrijk, geb. circa 920, ovl. (ongeveer 61 jaar oud) circa 981.


Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
3.ES NF Band VII Tafel 68, S804


Robert Graaf Van Méaux En Troyes
Robert Graaf Van Méaux (Robert) En Troyes (van Meaux), geb. in 915, ovl. (ongeveer 52 jaar oud) op zaterdag 19 aug 967.

tr. (ongeveer 35 jaar oud) in 950
met

Adelheid van Bourgondie, dr. van Gilbert van Hertog Van Chalon en Ermengardis van Autun.


Bronnen:
1.ES, NF, Band II, Tafel 10, S818


Robert V (II) van Capet
Robert V (II) (Robert II) van Capet (van Francie), geb. in 866, graaf te Parijs in 888, graaf te Anjou [Fra] in 888, graaf te Blois [Fra] in 888, hertog te Neustrië [Fra] in 888, graaf te Poitiers [Fra] in 893, koning te Frankrijk [Ge] in 922, lekenabt van St. Martin, Tours en van Denis te Parijs, (tegen)koning te Frankrijk [Ge] in 922, gedood in de slag te Soissons [Fra] op donderdag 15 jun 923, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) te Soissons [Fra] op donderdag 15 jun 923.

tr. (ongeveer 19 jaar oud) (1) in 885
met

Aelis van Neustrie (Aelis, Alis).

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adelheid (Aelis)*890  †931  41
Emma*895  †935  40

tr. (resp. ongeveer 29 en ongeveer 10 jaar oud) (2) in 895
met

Beatrix van Vermandois, dr. van Heribert I (Herbert) van Franken en Bertha van Morvois, geb. in 885, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) in 943, tr. (2) met Udo I van Wetterau. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hugo I*895  †956 Deurnan [Fra] 61



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.ES Band I Tafel 11, S810


Rodolphus Frawama Cater
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Rodolphus Frawama (Rolef) Cater (Frawana).

relatie
met

Amke Ukena, dr. van Focko Ukena en Hebe II Tom Brok, geb. in 1394, na het overlijden van haar vader krijgt ze als jongste dochter de borg te Winsum, ovl. (ongeveer 51 jaar oud) te Winsum in 1445, tr. (1) met Sibet Papinga Von Rüstingen. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Evert Sickingha (Evert) Van Winsum. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Amke Ukena.
De borg te Winsum.
Als jongste dochter krijgt Amke na het overlijden van haar vader Focco Ukena de borg te Winsum in haar bezit.

Uit deze relatie 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN     
Blideke (Blydeke)  †1580   
NN     


Roelf de Vries
 
in
Genealogie van Melchior Borchart.
Parenteel van Melchior Borchart.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Roelf de Vries1,2, geb. te Finsterwolde [Gr]1 op woensdag 23 okt 18441, boerenknecht en dagloner, huwelijksgetuige van zijn zoon Roelf Borgert de Vries en Geertje Nanninga te Finsterwolde [Gr] op vrijdag 8 mei 1903, geboortegetuige (aang.) van zijn zoon Roelf Borgert de Vries op maandag 30 okt 1876, geboortegetuige (aang.) van zijn zoon Roelf Borgert de Vries op zondag 26 dec 1875, arbeider op vrijdag 8 mei 1903, ovl. (69 jaar oud) te Reiderwolderpolder2 op vrijdag 31 jul 19142 (getuigen: Jan Etsko Walma, 39 jaar, handelaar, wonende te Reiderwolderpolder en Jan Woldendorp, 56 jaar, arbeider, wonende te Reiderwolderpolder)2, begr. te Finsterwolde [Gr].



Aantekeningen bij Roelf de Vries.


Overl. akte van Roelf (Roelfs) de Vries.

Hoe heeft Roelf Roelfs de Vries Vrouwke aan de haak geslagen? De eerste komt uit het Oldambt, de laatste uit Wymeer in Oost Friesland. Het verhaal erachter zal wel nooit helemaal boven water komen. Toch zal ik een poging doen die de waarheid daarover zal benaderen. Mogelijk heeft Roelf zich aangesloten bij een groep Hollandgängers en is hij op de terugweg met ze meegegaan naar Wymeer. Het kan ook zijn dat Roelf behoord heeft tot de slikwerkers, een van de mannen die heeft meegeholpen aan inpolderingen. De ingelanden, de boeren en de grondeigenaren krijgen snel door dat zij drie vliegen in één klap kunnen slaan: dijken opwerpen, land winnen en geld verdienen. De Staten van Holland sturen na de kerstvloed van 1717 maar liefst 500 soldaten en 4000 arbeiders naar het noorden. Razendsnel verrijst de ene na de andere polder. Reiderwolderpolder 1862, Negenboerenpolder 1872, Westpolder 1875, Eemspolder 1876, de Aalanden 1877, Johannes Kerkhovenpolder 1877, Lauwerpolder 1892. De stad Groningen verwerft ineens honderden hectares vruchtbaar land, de boeren zwemmen in het geld en bouwen huizen en boerderijen als kastelen. Over de grens in Duitsland heeft Fredrik de Grote al in 1752 opdracht gegeven de Landschaftspolder (1770) in te dijken. De Heinitzpolder (1778) en de Kanalpolder volgen en zo probeert men het land terug te winnen in een gebied waarvan Plinius eens heeft gezegd dat hij niet weet of de bodem tot de aarde dan wel tot de zee behoort. Het gebied dat door de Dollard is verzwolgen wordt in ras tempo terug gewonnen. De Duitsers noemen het gebied daarom Bunderneuland. Vervolgens ligt er tussen Weener en Bunde, ten oosten van Wymeer, tussen Boen en Stapelmoor een veengebied waar veel mensen nodig zijn voor de ontginning. Van over de grens komen stoere mannen werken op het Herrenland van het klooster Dünebroek. Het grensverkeer bij (Oude) Statenzijl, Nieuweschans en Bellingwolde wordt gekenmerkt door de trek van honderden Hollandgängers die gehoord hebben dat er geld te verdienen valt aan de andere kant van de Zuiderzee, in Holland en omgekeerd trekken ruige Groningers de grens over om daar te halen wat ze hier niet kunnen vinden.

Hollandgänger.
De groep Hollandgängers kan bestaan uit handelaren, (seizoen)arbeiders en emigranten. Daarmee is gelijk het verschil gelegd tussen passant (met het voornemen om weer naar huis te keren) en migrant (met het voornemen om daar (langdurig) te blijven). Onder de Hollandgänger onderscheiden we verschillende arbeidsgroepen, zoals,.
- Gräsmäher/Hannekemaaier, seizoenarbeiders die gras maaiden en/of de oogst binnenhaalden, bleven circa 6 weken in de maanden mei en juni in Nederland;.
- Tödden, reizende handelaren;.
- Torfgräber, seizoenarbeider die turf steekt in het oosten van Nederland. Deze arbeid vangt aan begin april;.
- Walfänger, seizoenarbeider die op de walvisvaart gaat, vertrekt voor pasen naar Holland (Zaandam, Hoorn, Amsterdam, Rotterdam) en komt laat herfst pas weer terug. Vooral seizoenarbeiders uit Gehrde en Menslage namen hieraan deel.
Hoewel er al in de 16e eeuw Hollandgänger zijn, komt de trek pas in de 18e eeuw goed op gang. Door de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) is het Osnabrücker Nordland verzwakt en is er een gebrek aan arbeidskrachten. Pas na 1700 zijn de sporen van het oorlogsgeweld uitgewist en ontstaat er een overschot aan arbeidskrachten. Dit duurt tot de Franse Revolutie. In het begin van de 19e eeuw zijn de verdiensten in Holland sterk teruggelopen en wordt de Hollandgängerei langzamerhand omgezet in de grote emigratie-stroming naar de Verenigde Staten. In 1656 telt Menslage 57 en Badbergen 73 Hollandgänger. In percentage van de bevolking is dit slechts 3% respectievelijk 2%. Voor Menslage zal dit aantal in de 18e eeuw nog oplopen. Voor Badbergen nauwelijks. In 1811 telt canton Quakenbrück (met Essen, Quakenbrück, Badbergen en Menslage) 13.000 inwoners met 505 (4%) Hollandgänger. In Canton Vörden ligt dit net onder de 10%. In Canton Fürstenau ligt dit boven de 10%, in Canton Ankum rond de 14%. In 1829 telt het Amt Bersenbrück zo'n 1340 - 1370 Hollandgänger. Daarvan komen er minder dan 500 uit Artland (bijna 5% van de bevolking). Het percentage ligt hoger bij de Kirchspielen Ankum, Bersenbrück en Alfhausen (boven de 7%) waar 876 Hollandgänger zijn. Badbergen telt 70-80 Hollandgänger, Gehrde 180 - 200 en Menslage 214. In 1830 is het aantal Hollandgänger uit het Amt Bersenbrück opgelopen tot circa 2000, vanwege de arbeidscrisis in het Amt. Vanwege de Nederlandse oorlog tegen België valt er echter weinig te verdienen. In 1832 doet dat het merendeel besluiten thuis te blijven, waardoor de armoede in het Amt alleen maar toeneemt. In 1833 proberen weer zo'n 2000 arbeiders geld te verdienen in Holland. Vanwege de slechte oogst verdienen zij gemiddeld slechts zo'n 30 tot 40 gulden. Vervolgens neemt het aantal Hollandgänger alleen nog maar af: 1850 (1834), 1649 (1835), 1572 (1837), 1190 (1841), 1121 (1842), 840 (1844), 760 (1846), 510 (1847). Tegen het eind van de eeuw loont het niet meer om naar het westen te trekken. Ze blijven weg omdat de welvaart in Duitsland toeneemt. Toch kennen we de verhalen over de Hannekenmaaiers maar al te goed. Ze reizen in groepen, die almaar groter worden en zijn bepakt met gereedschap en grote hoeveelheden spek en gerookt varkensvlees, omdat dat goedkoper is dan kopen in Nederland. Ze worden afgeschilderd in talloze kluchten als dom, vies en gierig en als opscheppers die zich beter voordoen dan ze zijn, in de hoop een Nederlandse vrouw aan de haak te slaan. Dat moet velen gelukt zijn, want alleen al tussen 1815 en 1850 hebben zich ongeveer 140.000 van deze trekarbeiders blijvend in ons land gevestigd.

De verdienste van de gemiddelde Hollandgänger is tussen de jaren 1834 en 1847 variërend van 15 tot 24 Rth. (omgerekend 28 tot 44 Hfl.). De seizoenarbeiders blijven meestal 2 tot 3 maanden in het buitenland, doch dit kan uitlopen tot 6 maanden.
Om in Holland te mogen werken hebben de seizoenarbeiders toestemming nodig van het Amt (Fürstenau of Vörden). Echter een flink aantal arbeiders trekt zonder toestemming naar Holland. In 1656 wordt hierop gereageerd en krijgen de 'Unerlaubten' een geldstraf van 5 Rth. naast de administratiekosten (Amtsgeld/Verwaltungsgebühr). Omdat 1656 een slecht arbeidsjaar geweest is, waarin veel seizoenarbeiders slechts met 1 Rth. thuisgekomen zijn, kunnen zij eenvoudigweg deze boete niet betalen.
Bippen is een plaats waar veel trekarbeiders passeren. In 1850 passeren daar zo'n 2000 personen uit Oldenburg en Diepholz. Tussen Ankum en Ueffelen ligt de zogenaamde Breite Stein, een grote zwerfkei waar verschillende groepen zich verzamelen om gezamenlijk verder te reizen. Deze steen ligt nu voor de lutherse kerk in Badbergen als het Bismarck gedenkteken. In Lingen steekt men met het veerschip de Ems over, om vervolgens via Neuenhaus en Uelsen naar Venebrugge en Hardenberg te lopen. In Hardenberg kan men overnachten. Rond 1844 zijn hier nog zo'n 130 herbergen. Vanaf daar kan de bagage met wagen of schuit (over de Vecht) naar Hasselt vervoerd worden. De trekarbeiders volgen lopend de zogenaamde Hessenweg, ten noorden van Dalfsen en Ommen en ten zuiden van het hoogveen.

De wegen zijn in de regel onverhard en na een flinke regenbui vaak moeilijk begaanbaar. Ook het reizen met paard en wagen is niet aangenaam. Tot het midden van de 19e eeuw is reizen over water het meest comfortabel. Alleen in de winterperiode (december-maart) zijn de waterwegen meestal onbevaarbaar. Onderweg zijn de wandelaars niet alleen blootgesteld aan weer en wind maar ook aan wilde dieren (wolven) en rovers. Daarom reizen ze veelal in groepen. Misschien is onze Roelf één van hen geweest.
Hasselt is voor de overtocht naar Amsterdam over de Zuiderzee het voordeligst, doch Zwolle is een alternatief. Hasselt is voor deze overtocht echter gunstiger gelegen en heeft verschillende contracten met het Amsterdamse schippersgilde afgesloten ten einde deze overtocht te monopoliseren dit ten koste van Zwolle en andere Overijsselse plaatsen. De Zwollenaren laten het hier niet bij zitten en proberen op alle mogelijke manieren de arbeiders op te pikken voor ze in Hasselt zijn. Meestal gebeurt dit door ze in te laten schepen bij de Berkummer Brug of bij de Noodhaven, ook genaamd het Varkensgat. In 1733 is deze concurrentiestrijd een climax. De Zwolse schippers plaatsen in het veld bij Ommen en Dalfsen palen met het opschrift dat trekarbeiders uitsluitend de aangewezen route mogen volgen. Als de arbeiders zich daar niets van aantrekken, probeert men hen met behulp van soldaten te dwingen naar de Zwolse schepen te lopen. Ook dat lukt niet. Ten slotte sluiten de Zwollenaren met de Hardenbergse praamschippers een geheime overeenkomst dat zij de bagage van de arbeiders niet naar Hasselt, maar naar het Varkensgat zullen brengen. Als de arbeiders naar Hasselt gaan laten zij Dalfsen links liggen en gaan zij via het 'poepen-' of 'pikmaaierspad' en via het sluisje genaamde 'poepestouwe' (nu bij het gemaal Streukeldijk) bij de hoge noordelijke dijk langs het Zwarte Water. Dan kan men Hasselt in de verte al zien liggen. Vlak voor het stadje loopt men de Engpoort door waarna men aan de rechterhand de Heilige Stede heeft, een kapelletje op het Eiland voor de katholieken die in 1357 gesticht is en in 1551 de Pauselijk aflaat verkregen heeft wegens de wonderen die daar plaats gevonden hebben. In Hasselt zijn maar liefst zo'n 210 herbergen. De schepen leggen in Amsterdam allen aan dezelfde kade aan, bij de Oude Brug, ook wel Moffenbeurs genaamd. Daar zijn bovendien veel gelegenheden waar de trekarbeiders overnachten kunnen. Als de winter nadert zijn de Hollandgänger al weer op weg naar Duitsland. Ze trekken ook bij Bellingwolde en Nieuweschans de grens over, terug naar huis of hebben gehoord dat er in het Oldambt werk is en trekken door de polders om daar hun heil te zoeken. Ze vertellen er over het veengebied bij Wymeer en Stapelmoor. Wat volgt is het omgekeerde van wat we net hebben gelezen. In de winter hebben de Groningse landarbeiders geen werk bij de boer en trekken ze met de Hannekemaaiers mee naar Duitsland om in het veen te werken. Zo leren ze elkaars gebeid kennen. Dezelfde taal spreken ze immers al….

Terug naar Roelf.
Hoe het precies is gegaan, weten we niet. Roelf is mogelijk in het veen gaan werken bij Wymeer, of Vrouwke komt als dienstmeid terecht bij een boer in een Groningse polder. In ieder geval weten beiden dat er hard gewerkt moet worden om eten op tafel te krijgen. Roelf weet dat als geen ander. Zijn vader is zelf boerenknecht en dagloner en zijn grootvader heeft een boerderijtje gehad in Ekamp. Het harde werken is overgegaan van vader op zoon. Ook Vrouwke kent het harde werken. Zelf komt ze uit een gezin met 11 kinderen. Bovendien moet ze als oudste dochter niet alleen flink aanpakken, ze ziet het ook aan haar drie oudere broers, ze ervaart de pijn als haar zusje Stijntje nog geen 4 maanden oud wordt. Zo komen Roelf en Vrouke elkaar tegen in een tijdperk en in een gebied waarin wordt geleerd wordt aan te pakken. Werk kan niet smerig zijn en geen arbeid is ver weg als er geld te verdienen valt.

  • Vader:
    Roelf Borgert(s) de Vries4, zn. van Borchert Beerendsz de Vries en Nieske Roelfs van der Laan, geb. te Finsterwolde [Gr] op zondag 25 jul 1802, ged. te Finsterwolde [Gr] op maandag 2 aug 1802, boerenknecht op vrijdag 18 nov 1831, woont in het huis B. nr. 10 op woensdag 1 dec 1869, dagloner op vrijdag 27 jun 1873, ovl. (85 jaar oud) te Ganzedijk, Gem. Finsterwolde4 op zondag 5 feb 18884 van het overlijden wordt aangifte gedaan op 6 febr. 18883,4, tr. (resp. 29 en 19 jaar oud) te Finsterwolde [Gr]5 op vrijdag 18 nov 18315,5, wonen te Winschoterzijl in het huis getekend nummer 3 op zondag 25 nov 1832.
 
  • Moeder:
    Jantje(n) Jans Kamer6, dr. van Jan Jans Kamer en Harmke Jans Stuut (Stuit) (Watermolenaar), geb. te Finsterwolde [Gr] op woensdag 16 sep 1812, werkvrouw, dienstmeid, woont bij de geboorte op huis nr. 52, arbeidster op vrijdag 23 jan 1863, ovl. (76 jaar oud) te Ganzedijk, Gem. Finsterwolde6 op vrijdag 25 jan 18896 (getuigen: Jan Everts Luppens, 50 jaar, praamschipper, wonende te Ganzedijk, gem. Finsterwolde en Harm Blokzijl, 46 jaar, dagloner, wonende te Ganzedijk, gem. Finsterwolde, beiden nabuur van de overledene)6.
 

wonen te Reiderwolderpolder, tr. (resp. 30 en 35 jaar oud) te Finsterwolde [Gr]7 op dinsdag 18 mei 18757,7
met

Vrouwke Janssen8, dr. van Jan Karels Deze Jan komt voor als Jan Karels, maar ook als Jan Karels Janssen en als Jan Janssen en Gepke Eilders Auwen, geb. te Wymeer, Weener [Deu] op zondag 25 aug 1839, dienstmeid, ovl. (61 jaar oud) te Reiderwolderpolder8 op woensdag 3 jul 19018 in de overlijdensakte is sprake van geboren te "Wijmeer in Pruissen"8, begr. te Finsterwolde [Gr].

 



Aantekeningen bij Vrouwke Janssen.


Overlijdensakte van Vrouwke Janssen 3 jul 1901, overl. te Reiderwolderpolder, gem. Finsterwolde.

Vrouwke Janssen is van Duitse afkomst en is geboren in Wymeer. Ze is (waarschijnlijk) genoemd naar een zus van haar vader die ook Vrouwke heet. Over Wymeer is een boek op persoonlijke titel uitgegeven door Rolf Koens in 2003, waarbij de periode van 1713-1900 wordt beschreven. Het boek is niet opgenomen in de officiële OSB. In het kerkeboek van Wymeer vinden we behalve de geboorte van Vrouwke het volgende: "deze nae volgende syn de communicanten of ledematen van de gemeente tot Wymeer soo by de aenkomst van myn bedieninge zyn gewest: Frouwke Jansen". Omdat we hier te maken hebben met de Kirchenmitglieder 1713 en de Kircheneintritte van de gemeente tussen 1714 en 1723, gaat het daarbij om een andere Vrouwke Jansen, want Vrouwke Jannsen, geh. met Roelf Roelfs de Vries wordt pas geboren op 25 aug. 1839.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Roelf Borgert*1875 Reiderwolderpolder †1876 Reiderwolderpolder 0
Roelf Borgert*1876 Reiderwolderpolder †1877 Reiderwolderpolder 0
Roelf Borgert*1878 Reiderwolderpolder †1952 Finsterwolde [Gr] 73
Gepke*1880 Reiderwolderpolder †1880 Reiderwolderpolder 0
Jan*1882 Reiderwolderpolder †1883 Reiderwolderpolder 0
Gepke*1884 Ganzedijk Finsterwolde †1970 Begraafplaats te Finsterwolde 85



Bronnen:
1.BS Geboorteregister Finsterwolde, RHC GA (vrijdag 25 okt 1844 akte 38)
2.BS Overlijdensregister Finsterwolde, RHC GA (maandag 3 aug 1914)
3.Burg. Stand, S495
4.BS Overlijdensregister Finsterwolde, RHC GA (zondag 5 feb 1888 akte 4)
5.BS Huwelijksregister Finsterwolde, RHC GA (vrijdag 18 nov 1831 akte 9)
6.BS Overlijdensregister Finsterwolde, RHC GA (vrijdag 25 jan 1889 akte 26)
7.BS Huwelijksregister Finsterwolde, RHC GA (dinsdag 18 mei 1875 akte 10)
8.BS Overlijdensregister Finsterwolde, RHC GA (donderdag 4 jul 1901 akte 26)

Dossier:


Roelf Borgert Gernaat
in
Genealogie van Jan Hartogs.
Genealogie van Melchior Borchart.
Parenteel van Jan Hartogs.
Parenteel van Melchior Borchart.
Parenteel van NN Hunigue.
Parenteel van Tyacko Tiddinga.

Roelf Borgert (Roelie) Gernaat, geb. te Finsterwolde [Gr] op zondag 22 mrt 1931.

  • Vader:
    Eggo Gernaat1, zn. van Jacob Gernaat en Elisabeth Bulten, geb. te Finsterwolde [Gr]1 op maandag 4 mei 19031 (getuigen: Lievert Smid, 54 jaar, van beroep visscher, wonende te Finsterwolde en Jakob Visscher, 47 jaar, van beroep vischventer, wonende te Finsterwolde), 2, visscher, ovl. (75 jaar oud) op donderdag 3 mei 1979 Eggo wordt op 3 mei 1979 door Gepke, zijn vrouw, zittend aan de keukentafel gevonden. Hij is net bezig geweest zijn gebakken vis te eten, tr. (resp. 26 en 19 jaar oud) 2 op vrijdag 8 nov 19292 (getuigen: haar vader Roelf Borgert de Vries, vader van de bruid, haar moeder Geertje Nanninga, moeder van de bruid, zijn vader Jacob Gernaat, vader van de bruidegom, zijn moeder Elisabeth Bulten, moeder van de bruidegom, Onno Hektor, 28 jaar, fabrikant, wonende te Termunten, Jan Duut, 50 jaar, veldwachter, wonende te Finsterwolde, Onno Hektor, 28 jaar, fabrikant, wonende te Termunten en Jan Duut, 50 jaar, van beroep veldwachter, wonende te Finsterwolde).
 
  • Moeder:
    Gepke de Vries, dr. van Roelf Borgert de Vries en Geertje Nanninga, geb. te Reiderwolderpolder op dinsdag 14 dec 1909 (om 24:00 uur) (getuigen: haar vader Roelf Borgert de Vries (aang.), 31 jaar, wegwerker, wonende te Reiderwolderpolder, Willem Timmer, 26 jaar, arbeider, wonende te Reiderwolderpolder en Tammo Jurjens, 24 jaar, arbeider, wonende te Reiderwolderpolder)3, ovl. (87 jaar oud) te Beerta [Gr] op maandag 10 feb 1997, gecr. te Winschoten [Gr] op donderdag 13 feb 1997.
 

tr. (resp. 25 en 21 jaar oud) te Finsterwolde [Gr] op zaterdag 12 mei 1956
met

Rikste (Riekie) Uil, dr. van Hindrik Uil en Maria Welp, geb. te Haarlem [Nh] op maandag 22 apr 1935, ovl. (79 jaar oud) te Delfzijl [Gr] op woensdag 10 sep 2014.


Bronnen:
1.BS Geboorteregister Finsterwolde, RHC GA (maandag 4 mei 1903 akte 30)
2.BS Huwelijksregister Finsterwolde, RHC GA (vrijdag 8 nov 1929 akte 22)
3.Huwelijksboekje van de ouders, S531


Roelf Kor
in
Genealogie van Godde Hilling.
Parenteel van Godde Hilling.

Roelf Kor, geb. in 1861, door Geertje Suk, ovl. (ongeveer 77 jaar oud) in 1938.

tr. (resp. ongeveer 23 en ongeveer 26 jaar oud) te Nieuwolda [Gr] op dinsdag 23 dec 1884
met

Harmke Bijhold (Bijholt), dr. van Reinder Jans Bijhold en Grietje Hillenga, geb. circa 1858 (1859), ovl. (ongeveer 53 jaar oud) in 1911.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Kornelis*1884 Nieuwolda [Gr]    


Roelf Hilgenga
Roelf Hilgenga, geb. te Onstwedde [Gr] op vrijdag 17 apr 1903, Bakker, Status, Status op woensdag 1 jul 1964, ovl. (74 jaar oud) te Stadskanaal [Gr] op dinsdag 21 jun 1977.

tr. (resp. 29 en 26 jaar oud) te Onstwedde [Gr] op donderdag 8 dec 1932
met

Tjardina Muntinga, geb. op maandag 23 jul 1906, Status, Status op woensdag 1 jul 1964.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Klaas*1933 Onstwedde [Gr] †1989 Chodziez 55
Geertje Antonia*1934 Onstwedde [Gr]    


Roelf Trenning
Roelf Trenning, geb. te Nieuwe Pekela [Gr] in 1868, Landbouwer, ovl. (ongeveer 42 jaar oud) te Nieuwe Pekela [Gr] op zaterdag 10 dec 1910.

tr. (resp. ongeveer 33 en ongeveer 27 jaar oud) te Nieuwe Pekela [Gr] op donderdag 30 mei 1901
met

Hillechien Hilgenga, dr. van Jan Hilgenga en Grietje Hilvers, geb. te Onstwedde [Gr] in 1874, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Nieuwe Pekela [Gr] op woensdag 15 aug 1934, tr. (2) met Wubbe Horlings. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Roelf ten Have
Roelf ten Have, geb. te Roelf op woensdag 14 okt 1896, Status, Status op woensdag 20 jul 1960, Status op woensdag 5 mrt 1980, ovl. (75 jaar oud) te Stadskanaal [Gr] op woensdag 24 mei 1972.

tr. (resp. 26 en 25 jaar oud) te Onstwedde [Gr] op donderdag 12 jul 1923
met

Harmina Hilgenga, dr. van Klaas Hilgenga en Geertje Buist, geb. te Onstwedde [Gr] op donderdag 30 jun 1898, Status, Status op woensdag 20 jul 1960, Status op woensdag 5 mrt 1980, ovl. (82 jaar oud) te Stadskanaal [Gr] op maandag 24 nov 1980.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Geertke*1924 Onstwedde [Gr]    
Jantina*1927 Onstwedde [Gr]    
Klaas*1936 Onstwedde [Gr]    

')}