relatie
met
Meerten Krijns. Zijn patroniem is onzeker.
Uit deze relatie een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Menno | †1629 | 1 | 1 |
tr.
met
Focko (Focco, Focce, Focke) Ewesma (Eusma, Ewens, Ewes) (Ackinga), zn. van Ewo Erickes van Emden en Bawe Ukena Tho Dijkhuizen, geb. te Woltersum, Gem. ten Boer circa 1390, komt voor als hoofdeling en ridder te Woltersum [Gr], relatie (1) met NN Nn. Uit deze relatie een dochter. |
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lupko | *1432 | 2 | 4 |
|
relatie (1)
met
Ewo Ewesma van Ewsum, zn. van Hiddo (Hidde) Tamminga van Hornhuizen (Ewes) en Menneke Ewes, geb. circa 1390, woont op Dijkhuizen en noemt zich dan Ewesma, hij laat een toren te Toornwerd bouwen in 1487, ovl. (minstens 87 jaar oud) na vrijdag 14 dec 1477.
Aantekeningen bij Ewo Ewesma van Ewsum.
Ewo Hoofdeling van Woltersum, woont op Dijkhuizen bij Appingedam. Hij heeft een steenhuis in Weiwerd dat in gevechten wordt verwoest. Hij bouwt daarna een huis in Woltersum dat in 1415 wordt verwoest door de troepen van Keno tom Brok. Waarschijnlijk is Ewo dezelfde als Ebbe Ackinga, van de Ackingaheerd in Oosterwierum (op die plaats ligt nu de Akkemaheerd).
In 1458 ruilen Ewo en zijn broer Onno bezittingen. In dit stuk uit 1458 (slechts in afschrift van 1512 overgebleven), is sprake van een ruil tussen Ewe en Onno Ewesma, waarbij Ewe landerijen onder Garmerwolde en Ten Boer verkrijgt en alle rechten en heerlijkheden in Fivelingo. Onno verkrijgt Menkemaheerd in Diddinghuizen en de principale heerd en state land de Oert genaamd met 'huisinge, heminge ende graften', 128 grazen groot, Sapsteder land met 20 grazen daarbij gelegen, die Onno al in huur heeft met alle rechten en heerlijkheden die op de heerd in den Oert vallen, met name het redgerrecht om het derde jaar, de helft van de overrechten te Middelstum, Toornwerd en Engeweer, waarvan Onno reeds de andere helft bezit, en ook Toornwerder zijlrechtereed, een schepperij in het Oosterambt. Deze rechten zullen eeuwig en erfelijk bij het huis Ewsum blijven en van de heerd in den Oert afgenomen zijn. Mocht later bij boedelscheiding de Oord van Ewsum gescheiden worden dan zal de collatie van de kerk te Toornwerd bij de Oord blijven. Verder zal Onno alle rechten en heerlijkheden in Hunsingo hebben en houden.
Ewo en Onno ondersteunen beiden de politiek van de Bourgondiërs.
Onno is mogelijk door de koning van Cyprus tot ridder geslagen en in 1445 heeft hij de kerk van Middelstum laten bouwen. In 1472 bouwt hij ook een voor die tijd moderne geschutstoren om de brug naar, de dan vrij ouderwetse, borg Eeuwsum met kanonnen te kunnen verdedigen. Deze toren is het enige onderdeel van de borg dat tegenwoordig nog bestaat. Onno is waarschijnlijk de rijkste hoveling van de Ommelanden geweest. Daaruit volgt dat Ewo ook zeer rijk moet zijn geweest.
Ewo van Ewsum is de zoon van Hiddo Tamminga van Hornhuizen (later Ewesma van Ewsum) en Menneke Ewesma van Ewsum. Zijn jongere broer, Onno, erft Ewsum en bouwde later Mensinge. Onno is gehuwd met Gele Manninga, dochter van Lütet en Adda Cirksena en zuster van Edzard. De kleindochters van Onno huwt beide met Ripperda's. Onno is de eerste ridder in de Ommelanden nadat hij voor verdiensten in het Heilige Land van de koning van Cyprus tussen 1443-45 de ridderslag ontvangt.
Opmerking:.
De oude naam van Toornwerd is Doornwerd, wij zeggen nog steeds Doord waarbij de "r" niet wordt uitgesproken. Mijn grootmoeder Hiltje Schollema-Bos (van Harm Hofman) woonde op Toornwerd en zij altijd "Dowerd". In de 14e eeuw wordt het dorp Tornwert, Thornwerth of Dornewert genoemd. Op sommige kaarten staat het gespeld als Dorware (Sibrandus Leo, 1579) of Doornwert (Tabula Dominii Groningae, 1660; Volkstelling 1795) of Dornwert. De schrijfwijze op kaarten werd waarschijnlijk eind 18e, begin 19e eeuw gewijzigd in Toornwerd of Toornwert, daar in het kadastrale minuutplan van 1832 staat vermeld dat de naam niet Doornwert, maar Toornwert is (aanvulling: Harm Hofman, Middelstum).
Aantekeningen bij Ewo Ewesma van Ewsum en Bawe Ukena Tho Dijkhuizen
Door zijn huwelik met Bawe Ukena, de dochter van de beruchte Focko Uken a, komt hij in het bezit van Dijkhuizen bij Appingedam, waar hij ook gaat wonen.
tr. (2)
met
Ewo (Erikes) Erickes van Emden, zn. van Eggerich Ewen van Jemgum en NN Nn, geb. te Jemgum, Oost-Friesland, Dld. in 1360, hij komt voor als hoofdeling te Woltersum [Gr], bezit een steenhuis in Weiwerd dat wordt verwoest, mogelijk behoort hem de Ackingaheerd te Oosterwierum (nu Akkemaheerd), woont borg Dijksterhuis, Appingedam [Gr], hij wordt voor het eerst genoemd met zijn halfneef Ewo Erickes van Jemgum in 1390, bouwt een huis te Woltersum dat wordt verwoest door Keno tom Brok in 1415, ovl. (minstens 98 jaar oud) na 1458. |
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hisse Ewesma | *1380 | Woltersum [Gr] | 1 | 5 | |||
2 | Ocka | *1410 | †1471 | Jemgum, Oost-Friesland, Dld. | 61 | 1 | 6 | |
3 | Focko Ewesma | *1390 | Woltersum, Gem. ten Boer | 2 | 2 |
1. | Groninger Volksalmanak 1841., GVA 1841 (blz/akte 5) |
tr.
met
Nn 2, geb. te Toulouse [Fra] circa 5052,2.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Nn | *530 | 1 | 1 |
1. | Afgeschermd, Wikipedia |
2. | Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen |
|
tr. (resp. ongeveer 19 en ongeveer 35 jaar oud) op zondag 4 mrt 1601
met
Johan III (Jan) van Rietberg (van Oost-Friesland), zn. van Edzart II Cirksena en Catharina Wasa Princes van Zweden, geb. te Aurich [Deu] in 1566, hij wordt Katholiek, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) te Rietberg [Deu] op donderdag 23 jan 1625.
Aantekeningen bij Johan III (Jan) van Rietberg (van Oost-Friesland).
Hij is de oom van zijn eigen vrouw Sabina Catharina, omdat zij de zuster is van zijn broer Enno III. Johan gaat terug naar het Katholieke geloof en in 1601 doet zijn aanstaande vrouw hetzelfde, waardoor er een 'päpstlicher Erlaubnis (Dispens)' plaatsvindt. Waarmee doet de Reformatie in het Graafschap Rietberg weer een stap terug. Door de overstap staat voor hem echter de deur open om officier te worden in keizerlijke en Spaanse dienst. Ook verovert Johan voor de Bisschop van Paderborn deze protestantse bisschopsstad terug en is daarom bovendien beslist niet onschuldig aan gruweldaden onder de plaatselijke bevolking.
Hij en zijn vrouw stichten samen de Franciscanerklooster Rietberg in 1618. "Nach einigen Anfangsschwierigkeiten wegen der von den Grafen beanspruchten Rechte zur Ernennung des Hausoberen wurde dann von Graf Ernst Christoph am Tage der Erscheinung des Herrn 1629 endgültig die Gründungsurkundeausgestellt. Die Gräfin Sabina Catharina war selbst tätiges Mitglied des 3. Ordens vom hl. Franziskus und hat sicher die Devotessen in der Grafschaft von Anfang an gefördert".
Na de dood van zijn vrouw, die in het kraambed van het elfde kind in 1618 sterft, regeert Johan het graafschap nog tot zijn eigen dood op 23 jan. 1625.
Uit dit huwelijk 11 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Edzard | *1602 | †1603 | 1 | 0 | 0 | ||
2 | Anna Walburgis | *1603 | †1604 | 1 | 0 | 0 | ||
3 | Catharina Maria | *1604 | 1 | 0 | ||||
4 | Graaf Ernst Chrisoph | *1606 | †1640 | 34 | 1 | 0 | ||
5 | Enno Philipp | *1608 | 0 | 0 | ||||
6 | Leopold | *1609 | †1635 | 25 | 0 | 0 | ||
7 | Walburgis Maria | *1612 | †1613 | 1 | 0 | 0 | ||
8 | Ferdinand Franz | *1613 | †1648 | 34 | 0 | 0 | ||
9 | Clara Sophia | *1615 | 0 | 0 | ||||
10 | Anna Clara | *1616 | 0 | 0 | ||||
11 | Graaf Johan IV | *1618 | †1660 | 42 | 1 | 3 |
1. | Afgeschermd, Wikipedia |
|
relatie
met
Popko Tho Solwert, zn. van Wilcko Tho Solwert en NN Nn, geb. in 1390, overrichter van 1431 tot 1431. |
Uit deze relatie 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Enno | *1404 | †1486 | 82 | 1 | 2 | ||
2 | NN | 1 | 4 |
relatie
met
Enno Tho Solwert, zn. van Popko Tho Solwert en NN Sebes, geb. circa 1404, ovl. (ongeveer 82 jaar oud) in 1486.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hayo Ennes | 0 | 0 | |||||
2 | Popko Ennes | †1455 | 1 | 2 |
tr.
met
Focko Ewens Tho Solwert (6290, Ewens), zn. van Lupko Ewens en NN Tho Solwert (Nn), geb. te Solwerd, Gem. Appingedam (te Holwierde [Gr]) circa 1464 (circa 1457, voor 1544), woont op de Jacobusheerd te Leermens, hoveling te Leermens [Gr], is een van de verdedigers van Appingedam, hoofdeling te Leersum [Ut], kerkvoogd te Solwerd [Gr], is een van de voogden van de Kapel v.h. Heilige Sacrament te Solwerd [Gr] op maandag 20 nov 1511, woont in Leermens [Gr] in 1515, woont in Holwierde [Gr] in 1520, bewoont de Jocobsmaheerd Leermens [Gr] voor 1515, is een van de voogden van de Kapel v.h. Heilige Sacrament te Solwerd [Gr] in 1520, redger te Siddeburen [Gr] in 1542, wordt Focko Ewens genoemd te Enselens in 1595, ovl. (minstens 56 jaar oud) te Leermens [Gr] tussen 1520 en 1538 (zondag 16 mrt 1603), begr. te Leermens [Gr], relatie (2) met Enneke Itens. Uit deze relatie een dochter.
Aantekeningen bij Focko Ewens Tho Solwert (6290, Ewens).
Hij komt ook voor als Amse en Amso Jelmers, maar ook Jelmers Tho Weywert of Tho Weitwerd worden genoemd.
Focko verdedigt Appingedam samen met Eltet tho Lellens, Wigbolt van Ewsum en Johan Rengers van Ten Post. Focko wordt genoemd in 1508.
Op vrijdag na Mattheus 1538 doen voormond en voogden over de nagelaten kinderen van Focko Ewens, oud omstreeks 16 a 17 jaren, uitwijzing aan Hiddo Ickynge te Usquert "wegens sijn moeije Hisse Tho Winschote" van 22 grazen land te Oosterwijtwerd, onverschieden in een heerd, waarvan Unico Ripperda het andere deel toebehoort, "als Tyecke Duers up Hissen vors. gheeerfft hadde met alsulcker bescheide. Kunde Hidde vorscr. nabrengen ende bewysen dat Tiake vorscr. ynde vorscr. herdt meere geheadt solde tho HIdd en vorscr. vordeel wesen." Popke Ewens, als een erfgenaam "tho Focke Ewens, consenteert in een en ander. De voorstanders zijn Mr. Wilrik Hayens, de hoofdeling Johan Rengers en Menno Sygers.
Focko is op 20 november 1511 een van de voogden van de Kapel van het H. Sacrament te Solwerd. Ook in 1520 is hij voogd van deze Kapel.
In een door hem geschreven brief uit Hasselt spreekt hij over zijn zoon.
Een en ander vinden we in 'Gruoninga' 9:93, 1963 en 10:18, 1964.
Hij woont op de Jacobusmaheerd te Leermens. In 1595 wordt hij Focko Ewens te Enselens genoemd. In de kerk te Leermens ligt zijn grafzerk met het volgende opschrift: Ao 1603, DEN 16 MARTY, IS DIE ERNF. FOCKOEWENS CHRISTLICH IN DEN HEREN ENTSLAPEN. Wapens: Rechts: Een omgewend paaslam. Links: Twee tegen elkaar klimmende halve leeuwen. Helmteken: een uitkomend paaslam. (GDW 2251).
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Popko | *1510 | †1552 | 42 | 1 | 1 | ||
2 | Hille | †1669 | 2 | 0 | ||||
3 | Wischke | 0 | 0 | |||||
4 | Popko | 0 | 0 |
relatie
met
Haye Unckens, zn. van Hayo Tonkens en Frouwe Nn, geb. in 1529.
tr. (Tammo Hayes minstens 32 jaar oud) na 1555
met
Tammo Hayes Ton(c)kerts, zn. van Hayo Tonkens en Frouwe Nn, geb. te Beerta [Gr] circa 1523 (1527)1, volmacht van het kerspel te Beerta [Gr] in 1572, ovl. (minstens 54 jaar oud) na 1577, tr. (1) met Bilecke (Bylcke) Wigbolts (Wigbolds). Uit dit huwelijk 4 kinderen.
Aantekeningen bij Tammo Hayes Ton(c)kerts.
In 1563 is Tammo Hayes Tonckerts (ook Tonkers en Tonkens) hij 40 jaar oud. Daaruit kunnen we afleiden dat hij omstreeks 1523 moet zijn geboren. Voor het eerst komt hij voor op 30 augustus 1554 wanneer Tammo Hayes Tonckens te Beerta een rente van 12 Rijnse gl. verkoopt uit de hem en zijn vrouw Beyle Wigbolts (ook: Bilecke) toebehorende heerd (boerderij) en land en een andere heerd. We kunnen hieruit opmaken dat hun huwelijk heeft plaatsgevonden voor 30 aug. 1554 en we kunnen ook concluderen dat hij mogelijk is het bezit is geweest van twee heerden.
Op 15 mei 1574 verkoopt Menno Tiddinga (zijn neef) een rente van 12 Rijnse gl. uit zijn heerd te Beerta ter vervanging van een rentebrief tot een even groot bedrag dd. 30 augustus 1554 over deze heerd, die heeft toebehoord aan Tammo Hayo Tonckens en door Menno bij executie is gekocht. Deze renten uit deze heert zijn in 1558 en 1570 nog door Tammo Hayo voldaan.
Coldenborch.
Op 20 augustus 1561 en 16 september 1561 dienen voor B. en R. van Groningen zaken inzake beslag dat 'Johan Tycheler the den Coldenborch' heeft laten leggen onder Tammo Hayo Tonckerts, wiens beroep 16 september 1561 wordt afgewezen. Op dezelfde dag wordt een appel van Tammo Hayo, die beloofd heeft aan zijn huurder Johan Trapker het loon te betalen, dat deze verdiend heeft van Jurgen Ottens 'dee tycheler', eveneens afgewezen.
Op 3 november 1562 koopt hij (Tammo Hayes) van Sybelke Luppens 8 grazen land. De verkoper heeft deze van zijn vader geërfd. Enkele dagen later, 8 november 1562, koopt hij van Tijddo Popinga, die verkoopt met medeweten en toestemming van Menno Houwerda, hoofdafdeling te Appingedam, 10 grazen land te Ulsda, die Tijddo voor een deel heeft geërfd van zijn vader en voor een deel heeft gekocht. Tammo Hayo verkoopt deze 18 grazen op 17 november 1563 aan de stad Groningen, waarbij blijkt dat de kerk te Beerta nog 10 grazen, Tammo Hayo Bunnens nog 4 en Tammo Ubbens nog 2 grazen land te Ulsda in bezit heeft. Het bezit van Tammo Hayo Tonckens te Ulsda is groter geweest, want op 15 oktober 1563 wordt door Hans Lutze van Hamborch aan de stad Groningen o.m. verkocht een "ovenhues mit de .. tichelboede ender der oven" door hem destijds gekocht van Tammo Hayo.
Vervallen breuken.
Op 16 oktober 1564 treedt Doedo Tyarcks namens hem op tegen Aysse Haykens. Als volmacht van het kerspel Beerta komt hij voor op 1 mei 1572. Op 24 februari 1573 worden hem in verband met 'vervallen breuken' gerechtelijk twee akkers ontzegd ten behoeve van Ayelt Febens. Op 11 maart 1575 wordt hij gedaagd door de dijkrichter van Finsterwolde over de betaling van onkosten aan een dijk, waarvan hij schijnbaar onderhoudsplichtig is. Hieruit blijkt ook dat hij kennelijk in financiële moeilijkheden verkeert, omdat dan reeds sprake is van 'zijn crediteuren'.
Tussen hem en zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk ontstaat een proces, waarbij de kinderen, waaronder nog minderjarige, stellen nog niets uit de nalatenschap van hun moeder te hebben genoten, terwijl de crediteuren blijkbaar het tegendeel hebben beweerd. B. en R. van Groningen verklaren op 28 februari 1575 die bewering onbewezen en spreken uit dat de kinderen hun deel nog moeten hebben, doch daarbij moeten bewijzen wat hun moeder heeft ingebracht.
Luppo Herens procedeert vervolgens tegen de crediteuren over de aanbreng van zijn schoonmoeder Bylcke haar huwelijk met Tammo Hayo Tonckens. De ambtman heeft op 7 januari 1576 vonnis gewezen in het voordeel van Luppo. In beroep beslissen B. en R. op 4 april 1576 dat Luppo tegen borgtocht de beslissing van de ambtman ten uitvoer mag leggen, onverkort het recht van de crediteuren voor St. Jan tegenbewijs te leveren. De volgende dag wordt nog bepaald dat Luppo nog de laatste punt van de kenning van de ambtman en van de Raad moet bewijzen, nl. dat de goederen van Tammo Hayo Tonckens op de sterfdag van zijn vrouw meer waren dan de schulden, alvorens de borg geaccepteerd zal worden.
Tussen 5 april en 13 juni 1576 schrijft de namens de crediteuren optredende Gerard Titsing aan Doedo Tyarcks, richter in het Oldambt, dat hij wegens de crediteuren te Hogebunde in Oost-Friesland is geweest en voor de ambtman aldaar enige getuigenissen heeft geproduceeerd in de zaak van de 'praetense uitboedeling' . De getuigenis van de goudsmid is later afgelegd en berust onder Luppo Herens. Crediteuren wensen daarop te reageren en verzoeken de richter Luppo te gelasten deze getuigenis te overleggen. De verklaring van deze goudsmid is bewaard gebleven, evenals de taxatie van de onroerende goederen van Tammo Hayo's vrouw. Op 13 juni 1576 heeft de richter Luppo gelast copie te geven uit de verklaring van de goudsmid.
Huwelijken.
Uit een volgend stuk blijkt dat Tammo Hayo hertrouwd is geweest. Op 22 juni 1576 blijken B. en R. een verklaring te hebben ontvangen volgens welke de erfgenamen van Tyacko Ipens te kennen geven dat de crediteuren van Tamme Hayens hun hebben aangezegd "uting" te doen van hun zusters goed, welke zuster getrouwd is geweest met Tamme Hayens. Deze uitboedeling was hun tot dusver belet door allerlei omstandigheden, o.m. omdat zij nog moesten scheiden en delen met hun oudtante. Men kon niet gewaar worden hoe groot haar deel was. Dat deel is nu geschat en de erfgenamen zijn bereid de uitboedeling ten spoedigste te laten plaatsvinden. Zij verzoeken B. en R. dit te mogen doen in aanwezigheid van twee onpartijdige personen "want wy begeren ut de moeyte te wesen".
In het geschil komt zelfs de nalatenschap van Tammo Hayo's grootouders Tonckert Frericks en Nanna in het geding, waartegen twee andere kleinzoons van het echtpaar, Aelrick Weerts en Menno Luerts, met hun niet nader genoemde adherenten, opponeren. De ambtman wijst in deze zaak vonnis 20 december 1574, dan is er dus er al sprake van crediteuren van Tammo Hayo. B. en R. spreken zich 8 juli 1577 over deze zaak uit. Inmiddels is het land van Tammo Hayo reeds bij executie verkocht; zijn neef Menno Tiddinga blijkt 15 mei 1574 reeds eigenaar van een heerd, die bij executie wordt verkocht. Ander land wordt door de crediteuren verkocht, doch dit land blijkt Tammo Hayo niet in eigendom toe te behoren, 'doch hem verset' te zijn. Koper en crediteuren leggen de zaak aan B. en R. als scheidslieden voor, die op 17 juli 1577 hun oordeel geven.
In geen van de hierboven stukken wordt Tammo Hayo als overleden genoemd. Tammo (en zijn eerste vrouw) Bylcke hebben tenminste 4 kinderen: Tonkert en Wapke [Tammes]; van beide andere kinderen komen we geen namen niet tegen.
Kinderen.
1. Wapke Tonckerts (v).
2. Tonkert Tammes (m) - ca 1553- ca 1630; Tonckert trouwt twee keer. De eerste keer met Frouwe Tonckerts circa 1595 en de tweede keer met Lutgere Tonckerts voor 31 okt. 1608. Uit het eerste huwelijk komen minstens 9 kinderen voort. Het eerste kind is Bilecke (1593) en daarna volgen Haijo (1597), Luppo (1598), Eggo (1601), Frouwe (1603), Tamke (1607), Lutgere (overl. 1610), Ocke (overl. 1605) en Fossa. Alle kinderen krijgen als patroniem Tonckerts mee, behalve Ocke die Aapkes gaat heten. Van Eggo is bekend dat hij filosofie studeert in Groningen op 22 april 1619. Drie jaar later wordt hij genoemd als kandidaat in de theologie (24 aug. 1622) en op 7 sept. 1624 is hij predikant in Westerlee. Hij trouwt omstreeks sept. 1625 te Beerta met Aissa Aeijssens Wijncken. Ze krijgen 5 kinderen.
Luppo huwt drie keer (met Martijen Tjarcks, Euwke Aetiens en Haycke Edzens) en schept uit deze drie huwelijken minstens 8 kinderen. Luppo is diaken in Winschoten en is daar tevens gerechtsdienaar.
3. Nn Tammens (v) - ca 1556; zij trouwt voor 7 jan. 1576 met Lupko Herens. Uit dit huwelijk worden minstens twee kinderen geboren, nl. Wessel en Allert Luppes.
4. Nn Tammens (m) - ca 1557.
Zijn tweede vrouw, Nn Tyackes (haar 'voornaam' komen we nergens tegen) komt op 17 september voor als voormond over de kinderen van wijlen Tonko Eggens. Aijlcke Ockes, zijn eerste vrouw, overlijdt na 11 dec. 1638. Uit het huwelijk met zijn tweede vrouw (tr, voor 31 okt. 1608) Ealheid Heres, geb. ca 1579 in Winschoten zijn geen kinderen bekend.
Bronnen:.
*De Nederlandsche Leeuw (O.D.J. Roemeling); 105:377 (1988) (S748 [404];.
* De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 105:368 (1988);.
* Gruoninga -; -Book; 15:127 (1970);.
* FamilySearch.org - Church of Jesus Christ of Latter Day Saints -;.
* Book; 2Z59-T4; e.a.
1. | De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 97:10 1980; 105:368 (1988)., S741 |
2. | De Nederlandse Leeuw (O.D.J.Roemeling); 105:368 (1988), S742 |
relatie
met
Uit deze relatie een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Popko | *1390 | 1 | 2 |
relatie
met
Ulphert Amses, geb. circa 1489, Zijlrechter in Borgsweer in 15771, functie van 1577 tot 1577, relatie (2) met NN Nn. Uit deze relatie geen kinderen.
1. | Gruoninga 29:136, 1984, see also Gruoninga 1971, p.37, 126-128., S619 |
tr.
met
Aeldrick Wyarts, zn. van Aeldrick Wyarts (Wyarths, Wijerts) en N2 Tonckerts.
relatie
met
Amse Eltjes, dr. van Eltje Amses en Aeylcke Nn, geb. te Holwierde, Bierum, Holwierde [Gr].
Uit deze relatie 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jelmer | 0 | 0 | |||||
2 | Eltke | 0 | 0 |
relatie
met
Ipe Eltjes, zn. van Eltje Amses en Aeylcke Nn, ovl. te Eekwerd [Gr] in 1539 Hij is geëxecuteerd in Eekwerder Til.
relatie
met
Brundt Eltjes, zn. van Eltje Amses en Aeylcke Nn, ovl. circa 1549.
Uit deze relatie een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Tyarck | 1 | 2 |
relatie
met
Menno Houwerda, geb. te Termunten [Gr].
Uit deze relatie een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ideke | *1297 | Oostwold [Gr] | 1 | 2 |
relatie
met
Boelo Doedens Tiddinga, zn. van Tyacko Tiddinga en NN Nn, geb. circa 1420.
Aantekeningen bij Boelo Doedens Tiddinga.
In 1271/76 wordt Ebbo Tiddinga genoemd en in het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe komt op 1391 Tyacko Tyddinga in Eexta voor als een van de hoofdelingen bij de grensscheiding van Reiderland en Oldambt. Hij leeft nog in 1420. In 1454 komt Dodo Tiddinga voor. Door de ondergeschiktheid van het Oldambt aan de stad Groningen is het hoofdelingenschap in het Oldambt verdwenen zodat de Tiddinga 's en ook de Huninga 's in de 17e eeuw alleen door hun vroegere belangrijke positie zich boven de anderen verhieven, waardoor zij Jonker genoemd worden.
Uit deze relatie een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Doedo Boelens | *1440 | †1454 | 14 | 1 | 5 |