• Vader:
  Elbert van Voorst, heer, relatie.

• Moeder:
  Johanna van Arnhem, vrouwe van 'Het Loo', Apeldoorn [Ge].

tr. (Unico Ripperda ongeveer 35 jaar oud) in jun 1604 dit huwelijk blijft kinderloos
met

Unico Ripperda Tot Weldam en Olidam, zn. van Johan Ripperda op Weldam en Anna von Viermundt Zu Odinck (Viermundt Tot Odinck), geb. circa 1569, heer, heer van te Horst [Ge], heer van 'Weldam', Goor [Ov], heer van borg 'Olidam',, aanvankelijk is hij kanunnik te Deventer [Ov] in 1601, wordt lid van de Ridderschap in 1610, lid van het College van Gedeputeerde Staten van 1611 tot 1619, vertegenwoordigt de Admiraliteit te Amsterdam [Nh] in 1618, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) op maandag 22 sep 1625, tr. (2) met Anna de Vos van Steenwijk, dr. van Hendrik de Vos van Steenwijk en Mechteld van Mulert Tot den Ordel. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (3) met Ages Ripperda Van Vorden. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Aantekeningen bij Unico Ripperda Tot Weldam en Olidam.
DE HOFKERK IN GOOR.
Op de plek waar de Hofkerk heeft gestaand, stond volgende oudste bronnen in 1347 al een kerkje. Rondom dit kerkje ontstaat de Olde Statt, het oudste deel van Goor. Het gebouw staat als het ware op een eiland tussen twee brede beken: de Regge en de Poelsbeek die samen een breed moeras vormen. Tijdens de slag om Goor is de kerk inclusief de toren totaal verwoest. Pas in 1604, 23 jaar na de verwoesting, is er geld voor de herbouw.

Ter ere van Johan Ripperda, heer van Weldam is deze grafkelder ingericht.
In 1709 is de unieke en met bladgoud versierde grafkelder gesticht in de Hofkerk. Een enorm portaal van zo'n vier meter hoogte siert de toegangsdeuren tot de ruimte waar Johan Ripperda, broer van de initiatiefnemer voor de slag om Goor, ligt begraven. Maar het meest veelzeggende is misschien wel het feit dat er in de latijnse tekst onder het wapen met geen woord wordt gerept over Eggerik Ripperda, die door Willem van Oranje is benoemd tot zijn plaatsvervanger in Overijssel.

De latijnse tekst in de metershoge poort meldt dat Eggerius de eerste Ripperda is die van Friesland naar Overijssel komt. Dat is in 1520. Zijn zoon wordt drost van Salland. Eggerik volgt zijn vader op als drost, wordt luitenant stadhouder van Overijssel en leidt de aanval op Goor. Maar geen woord hierover in de kroonlijst.
De letterlijke tekst boven de toegangsdeuren luidt:.
Den allerhoogsten God en der onvergetelijke nagedachtenis gewijd aan den zeer edelen en grootmoedigen Unico Ripperda, drost van Twente, wiens overoude voorzaten voor vele eeuwen vermogend door aanzien en rijkdommen leefden in Vriesland tussen Lavica en Amissen.
Eggerius heer van Wijtwardin en Dijkhuizen was de eerste die zich naar Overijssel begaf in 1520 en is daar getrouwd met Aleide van Beekhorst, freule van Buxbergen. Hun zoon Unico, drost van Salland, kreeg in huwelijk Judith van Twickel, feule van Weldam en Borculo.

Aan de buitenkant van de Hofkerk aan de Bandijk is in de 17e eeuw een dubbel familiewapen van Ripperda aangebracht.
Aan de andere kant van deze muur is het familiegraf.
Hun spruit Johannes nam zich tot vrouw Anna van Vermondt en Odink wier zoon Unico zich in den echt begaf met Anna de Vos van Steenwijk. Uit deze is gesproten Johannes, drost van Twente die trouwde met Sophia van Raesveldt en Twickelo.
Uit de voorzaten en dezen vader en moeder is gesproten Unico Ripperda, enige zoon die na zich door uitstekende bedrijven en schitterende verdiensten in het gemenebest een hogen en onsterfelijken roem te hebben verworven, kinderloos zijne ziel aan God zijn en Schepper heeft weergegeven in den ouderdom van 63 jaren op de 22 april der jare 1709 na Christus onze zaligmaker..
De grafkelder is niet geopend voor publiek.

Johan Ripperda en Catharina van Voorst zijn in de grafkelder bijgezet. Op de foto de grafsteen van Catharina van Voorst die getrouwd is geweest met Unico Ripperda, zoon van Johan Ripperda, heer van Weldam.
Bronnen.
01. Weldam, de geschiedenis van een landgoed van G.J. Geerts Boekhandel Broekhuis.
02. Zeven Eeuwen geschiedenis van Zwolle van J.A.J. Temmink.

• Vader:
  Harmen Wolthers, geb. op zaterdag 28 jun 1659, functie, ovl. (73 jaar oud) op zondag 5 apr 1733, tr. (resp. 29 en 27 jaar oud) op zaterdag 11 sep 1688.

• Moeder:
  Anna Emmius, geb. op vrijdag 12 aug 1661, ovl. (54 jaar oud) op dinsdag 3 mrt 1716.

tr. (resp. ongeveer 21 en 32 jaar oud) op zondag 10 mei 1716
met

Johan Hora, zn. van Willhelmus Hora en Anna Maria Clinge, geb. op zondag 21 nov 1683, raadsheer, heer van Ennema, ovl. (60 jaar oud) op woensdag 2 sep 1744.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Anna Maria	*1722	Groningen [Gr]	1779	Groningen [Gr]	56	1	6
2	Anna Catharina	*1718	Midwolda [Gr]	†1738	Groningen [Gr]	19	1	1

tr. (resp. 19 en 20 jaar oud) te Leeuwarden [Fr] op woensdag 20 mei 1812
met

Willem Alberda van Ekenstein¹, zn. van Onno Reint Alberda van Ekenstein en Maria Albertina van Berchuys, geb. te Tjamsweer [Gr] op donderdag 3 mei 1792¹, hij laat zich inschrijven als student aan de universiteit te Groningen [Gr] op dinsdag 11 apr 1809, hij promoveert aan universiteit tot meester in de rechten te Groningen [Gr] op woensdag 20 mei 1812, woont op Ekenstein, Alberdaweg 70, 9901 TA Appingedam [Gr], 0596-628528 tussen 1821 en 1869, controleur bij de belastingen, vrederechter van Loppersum, kamerheer in buitengewone dienst, lid der Provinciale Staten van Groningen, ovl. (76 jaar oud) te Groningen [Gr] op zondag 28 mrt 1869.


Aantekeningen bij Willem Alberda van Ekenstein.
Profijtbeginsel.
Jonkheer Willem Alberda van Ekenstein (1792-1869) is de grondlegger van wat wij nu het profijtbeginsel noemen.
Willem Alberda woont vanaf 1821 op Landgoed Ekenstein onder Tjamsweer. Hij is nadrukkelijk aanwezig in de gemeenteraad van Appingedam. In de vergadering van 15 november 1833 komen de voorwaarden voor het onderhoud van en van de levering van de brandstof voor de straatlantaarns aan de orde. Jonkheer Alberda zegt dat de straatlantaarns alleen van nut zijn voor de inwoners van de kom van Appingedam. De kosten ervan behoren daarom niet als algemene uitgaven van de gemeente te worden beschouwd.
De uitgaven van de gemeente die op de begroting worden opgevoerd gelden als algemene uitgaven en worden voornamelijk gedekt door wat de "personele omslag" wordt genoemd. Het tekort op de begroting wordt omgeslagen over de ingezetenen, naar verhouding tot hun geschatte vermogen, onverschillig waar in de gemeente zij wonen en onverschillig of zij van een bepaalde voorziening profiteren.
Volgens jonkheer Alberda is de gemeenteraad niet eens bevoegd deze uitgaven, die niet naar evenredigheid aan de ingezetenen ten goede komen, op de begroting op te voeren. Hij stemt dan ook tegen het aannemen van genoemde voorwaarden.
Vervolgens komt de concept-gemeentebegroting voor 1833 aan de orde. Jonkheer Alberda zal ook hieraan zijn goedkeuring onthouden. Op de begroting staan namelijk weer allerlei uitgaven, die alleen ten goede zullen komen aan de inwoners van de kom van Appingedam. De inwoners van de buitengebied en, in het bijzonder die van Tjamsweer, hebben hiervan geen enkel nut. Hij somt op het onderhoud van gebouwen, met name van de Franse School, het onderhoud van straten, bruggen en straatlantaarns. Bij de behandeling van vorige begrotingen heeft hij in het belang van de stad Appingedam zijn bezwaar niet naar voren gebracht. Enige heethoofdige ingezetenen van Appingedam, vooral de meer gegoede ingezetenen van de buitengebieden, brengen echter steeds sterker hun bezwaar tegen de personele omslag naar voren. Jonkheer Alberda stelt dat hij in de raad zit om de belangen van deze ingezetenen te behartigen en stemt daarom tegen de begroting.
Wethouder Potter van Loon zegt hierop dat, gezien de wet, de gemeenteraad het tekort op de begroting moet omslaan over alle ingezetenen van de gemeente. Bovendien komen verschillende uitgaven, die door jonkheer Alberda worden bestreden, ook ten goede aan de inwoners van de buitengebieden. Er zijn minstens twee families in Tjamsweer die hun kinderen naar de Franse School sturen. De wethouder noemt verder nog de markten, het opha en van het vuil en de Bank van Lening.
Jonkheer Alberda antwoordt dat de wet spreekt over gemeentelasten, volgens hem uitgaven die aan de hele gemeente ten goede komen. Het is een ingeslopen misbruik dat lasten die vanouds door de inwoners van de kom van Appingedam gedragen zijn en ook behoren te worden gedragen, nu ook door de inwoners van de buitengebieden worden gedragen, terwijl deze daartoe niet wettelijk zijn verplicht. Hij noemt het onderhoud van straten, bruggen, nachtwacht, straatlantaarns, brandblusmiddelen, begraafplaats en dergelijke. Ook merkt hij opnieuw op dat de Franse School geheel ten goede komt aan de inwoners van de kom van Appingedam, ook omdat de inwoners van de buitengebieden door hun stand in de maatschappij daarvan geen gebruik zullen maken. (De gemeente draagt bij aan de kosten van de Franse School. Het is echter een particuliere school, waarvoor schoolgeld moet worden betaald.) Hij oppert de mogelijkheid de genoemde posten helemaal niet op de begroting op te voeren. Het innen en uitgeven van gelden m.b.t. deze posten moet maar buiten de begroting om gebeuren en dan in overeenstemmi ng met wat wij nu het profijtbeginsel zouden noemen.
De burgemeester stelt hiertegenover dat, wie ook aan het hoofd van het plaatselijk bestuur zal komen te staan en dit plan zou moeten uitvoeren, de zaken nimmer een goede en geregelde gang van zaken zullen kunnen gaan wanneer niet van weerszijden iets zal worden toegegeven in het belang van het geheel. De raadsleden Bolhuis en Smedes sluiten zich echter bij jonkheer Alberda aan.
De raad besluit de concept-begroting in te zenden aan Gedeputeerde Staten.
In de vergadering van 14 januari 1834 wordt vergaderd over een brief die de raadsleden jonkheer Alberda van Ekenstein, S. Smedes en H.J. Bolhuis aan de gouverneur van de provincie hebben gestuurd. In deze brief hebben zij uiteengezet waarom zij tegen de begroting van 1833 hebben gestemd. De brief is door de gouverneur aan de gemeenteraad gezonden, met het verzoek er aan hem advies over uit te brengen. Er wordt een commissie ingesteld om een concept-antwoord op te stellen.
In de vergadering van 21 januari 1834 wordt het voorgelezen. Jonkheer Alberda reageert erop met de woorden, dat "het schandelijk zoude zijn zoodanig berigt aan den Heer Gouverneur in te zenden, uit hoofde van de valsche gronden en ongerijmdheden welke in dat berigt werden aangevoerd, weshalven Zijn Hoogwel Geboren zich tegen het aannemen van hetzelve verklaart." Het antwoord wordt toch verzonden.
Opgemerkt kan nog worden, dat jonkheer Alberda ook om een andere reden minder profijt had van de voorzieningen in de gemeente. Hij verzoekt namelijk om 1/3 minder in de personele omslag te hoeven bijdragen, omdat hij met zijn huisgezin vier maanden per jaar te Groningen verblijft.

Uit dit huwelijk 9 kinderen:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Carel Antoon Alberda			†1903			0	0
2	Jhr. Mr. Onno Reint	*1813		†1887		74	1	4
3	Jkvr. Aletta Catharina Alberda	*1814	Leeuwarden [Fr]	†1875	Leeuwarden [Fr]	60	1	1
4	Maria Albertina Alberda	*1816	Groningen [Gr]	†1846		29	1	1
5	Eiso de Wendt Alberda	*1821	Leeuwarden [Fr]				1	2
6	Bunno Alberda	*1824	Appingedam [Gr]	†1861	Arnhem [Ge]	37	0	0
7	Florentina Johanna Alberda						0	0
8	Anna Maria Alberda						0	0
9	Jhr. Mr. Willem Carel Antoon	*1825	Tjamsweer, onder Appingedam	†1903		77	1	0

Bronnen:

1.	Afgeschermd, Wikipedia

• Vader:
  Evert Jan van Wijhe, geb. te Echteld [Ge] op donderdag 8 sep 1678, heer van Eck en Wiel en Eschate te Eck en Wiel [Ge], ovl. (56 jaar oud) te Tiel [Ge] op woensdag 16 mrt 1735, tr. (resp. ongeveer 32 en ongeveer 22 jaar oud) in 1711.

• Moeder:
  Hendrina Benticnk, geb. te Arnhem [Ge] op zondag 22 feb 1688, titel, ovl. (47 jaar oud) te Tiel [Ge] op zaterdag 23 jul 1735.

otr. te Aduard [Gr] op zaterdag 15 jul 1741, tr. (resp. 18 en 30 jaar oud) te Aduard [Gr] op zaterdag 29 jul 1741
met

Berend Lewe van Aduard, zn. van Evert Joost Lewe van Aduard en Christina Emerentiana van Berum, geb. te Groningen [Gr] op donderdag 2 okt 1710, gouverneur en kastelein in Vlaanderen te Sluis [Ze], generaal-majoor van de infanterie op dinsdag 16 mei 1747, luitenant-generaal op vrijdag 18 dec 1772, ovl. (81 jaar oud) te Groningen [Gr] op vrijdag 2 dec 1791.


Aantekeningen bij Berend Lewe van Aduard.
Militaire loopbaan: Kolonel 16-2-1730 over het regiment (bataljon A, RN-2) met zijn naam, generaal-majoor 1-1-1742, luitenant-generaal 16-5-1747, generaal 18-12-1772 in hetzelfde regiment (bataljon A en B, RN-2). Commandeur van de citadel van Doornick. Gouverneur van Sluis. (Bron: NL 1982 (jrg. 99); Genealogische & Heraldische Bladen 1909 (genealogie Lewe); Hoofdofficieren der Infanterie van 1568-1813 (H. Ringoir, Den Haag 1981)).

Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Evert Joost	*1743	Aduard [Gr]	†1804		60	1	8
2	Otto	*1752	Doornik	†1821	Leiden [Zh]	69	2	2
3	Baron Jan Evert	*1744	Doornik	†1807	Den Haag	63	0	0
4	Evert Joost	*1743		†1804		61	1	3

relatie
met

Maurits van Sytzama, titel.

Uit deze relatie een zoon:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Baron Johannes Galenus	*1767	Driesum, Friesland	†1839	Leeuwarden, Friesland	72	1	1

• Vader:
  Rudolf Cirksena van Oost-Friesland, zn. van Enno II Cirksena van Oost-Friesland en Anna Van Oldenburg, functie, relatie.

• Moeder:
  Teteke Nn.

• Vader:
  Lammen Schotto Rengers, zn. van Egbert Rengers en Margaretha Bouwina Tjarda van Starkenborgh, geb. in 1726, hij bezit vrijwel geheel Fivelingo, ovl. (ongeveer 53 jaar oud) in 1779, tr.

• Moeder:
  Elisabeth Bentinck.

relatie
met

Dirk Dr. Scheltinga, geb. te Franeker [Fr] in 1560, ovl. (ongeveer 68 jaar oud) te Leeuwarden [Fr] op donderdag 2 mrt 1628.

Uit deze relatie een zoon:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Livius Dr.			†1650	Leeuwarden [Fr]		1	1

relatie
met

Jacobus van Nes.

Uit deze relatie een dochter:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Hendrika Carolina	*1778	Utrecht [Ut]	†1840	Zuilen [Ut]	62	1	1

Vader: Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer Tot Wehe, zn. van Ludolph Tjarda van Starkenborgh en Echten en Allegonda Susanna Van Echten, geb. te Wehe op zondag 18 jun 1797, ged. te Wehe op zondag 25 jun 1797, burgemeester te Leens [Gr] van 1829 tot 1839, lid van de Provinciale Staten, vertrekt met zijn vrouw naar Utrecht aan de Vecht na 1839, ovl. (74 jaar oud) te Breukelen-St.Pieters op zaterdag 4 mei 1872 aangifte van het overlijden op 6 mei 1872, tr. (2) met Cornela Petronella Hermanna Thooft. Uit dit huwelijk 9 kinderen, tr. (resp. 22 en 20 jaar oud) (1) te Metslawier [Fr] op dinsdag 16 mei 1820.

• Moeder:
  Aleida Warmoldina Lamberta Talma, dr. van Jacobus Nicolaus Talma en Trijntje Sapes van Eijsinga, geb. te Dokkum [Fr] op vrijdag 9 mei 1800, ged. te Dokkum [Fr] op zondag 8 jun 1800, ovl. (29 jaar oud) te Wehe op zondag 7 feb 1830 ze overlijdt bij de geboorte van haar derde zoon Alidius Warmoldus Lambertus, die naar haar wordt genoemd.

tr. (resp. 28 en 48 jaar oud) te Maarssen [Ut]⁵ op maandag 10 jul 1854⁵
met

Isaak Jan van den Helm, zn. van Jasper van den Helm en Theodora Margaretha Post, geb. te Erichem [Ge] op woensdag 1 jan 1806.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Isaac Jan Jasper	*1855	Maartensdijk [Ut]	†1891	Pau [64, Fra]	35	1	2
2	Frederik Hendrik	*1856	Maartensdijk [Ut]				0	0

Bronnen:

1.	BS Overlijdensregister Maarssen, BSO Maarssen (donderdag 24 jun 1858 akte 23)
2.	Aktenummer 17, S773
3.	BS Huwelijksregister Groningen, RHC GA, Groningen [Gr] (vrijdag 5 aug 1831 akte 105)
4.	BS Overlijdensregister Renkum, BSO Renkum (dinsdag 6 sep 1881 akte 102)
5.	BS Huwelijksregister Maarssen, BSH Maarssen (maandag 10 jul 1854 akte 4)

relatie
met

Friedrich Hendrick Vogt, zn. van Heinrich Johann Vogt en NN Nn, geb. te Meyershofen, Osnabruck [Dld] circa 1758, ovl. (hoogstens 42 jaar oud) te Meyershofen, Osnabruck [Dld] voor maandag 6 okt 1800, begr. te Meyershofen, Osnabruck [Dld] op maandag 6 okt 1800.

Uit deze relatie een zoon:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Gerd Freidrich Wilhelm	*1800	Meyershöfen, Osnabrück [Dld]	†1843	Midwolda [Gr]	42	1	1

relatie
met

Claude Crommelin, zn. van Robert Daniël Crommelin en Maria Elisabeth Noortwijck, geb. te Amsterdam [Nh] op donderdag 30 nov 1769, Firmant DCS, functie, ovl. (54 jaar oud) te Amsterdam [Nh] op zaterdag 2 okt 1824, relatie (2) met Jacoba Catharina van der Muelen, geb. in 1770, ovl. (ongeveer 75 jaar oud) in 1845. Uit deze relatie 3 kinderen.

Uit deze relatie 2 kinderen:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Gulian Cornelis	*1809	Amsterdam [Nh]	†1891	Wilp [Ge]	81	1	13
2	Jacoba Catharina	*1797		†1800		3	0	0

tr. none
met

Joannis Walker.

Uit deze relatie een zoon:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Gerhardus Wilbrordus	*1797	Groningen [Gr]				1	3

relatie
met

Anthonij Ewoudt Sichterman, zn. van Mello Sichterman en Hermanna Elisabeth Wildervanck, geb. te Groningen [Gr] op dinsdag 29 dec 1711, ovl. (101 jaar oud) te Groningen [Gr] op donderdag 31 dec 1812.

Uit deze relatie 2 kinderen:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Mr. Mello	*1804		†1856		52	0	0
2	Hermanna Paulins Henrica	*1800		†1840		40	0	0

• Vader:
  Pieter (II) Rembt Sickinghe, zn. van Feyo (V) Sickinghe en Petronella Wibbina Johanna van Iddekinge, geb. te Nieuwe of Langakkerschans op zaterdag 21 sep 1743, G, Drost van Hunsingo. Mr. Jonkheer, Nieuweschans [Gr] op zaterdag 21 sep 1743, Groningen [Gr] op zondag 28 aug 1814, ovl. (77 jaar oud) te Groningen [Gr] op dinsdag 19 jun 1821, tr. (resp. 36 en 30 jaar oud) te Groningen [Gr] op dinsdag 7 mrt 1780.

• Moeder:
  Anna Josina Petronella Alberda van Ekenstein, dr. van Onno Joost Alberda van Ekenstein en Anna Maria Hora, geb. te Groningen [Gr] aan het Martinikerkhof op zondag 18 mei 1749, ged. te Groningen [Gr] ìn de Martinikerk, ovl. (76 jaar oud) te Groningen [Gr] op donderdag 13 apr 1826.

tr. (resp. 25 en 23 jaar oud) op donderdag 15 dec 1859
met

Johan Æmilius Abraham van Panhuys1, zn. van Mr. Ulrich Willem Frederik van Panhuys en Wendelina Cornera Von Inn- Und Kniphausen, geb. te Nienoord op maandag 17 okt 18361, bezit Nienoord van 1884 tot 1907, ovl. (71 jaar oud) te Hoogkerk [Gr] op woensdag 6 nov 1907 Verdronken, tr. (resp. 48 en 40 jaar oud) (2) op donderdag 27 nov 1884 met Trijntje Looxma, geb. te Oenkerk [Fr] op zondag 18 aug 1844, ovl. (63 jaar oud) te Hoogkerk [Gr] op woensdag 6 nov 1907. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Aantekeningen bij Johan Æmilius Abraham van Panhuys.
Jhr. Mr. Johan Æmilius Abraham van Panhuys (Leek (Groningen) 17 oktober 1 837 – Hoogkerk (Groningen) 6 november 1907) is in zijn tijd de rijkste man van Groningen.
Hij is burgemeester van de Friese gemeente Tietjerksteradeel (1864-1883 ), lid van Provinciale Staten van Friesland (1866-1883). Van Panhuys was Commissaris van de Koningin van Groningen (1883-1893) en daarna, in 1893, gedurende korte tijd Commissaris van de Koningin van Overijssel. Als vicepresident van de Raad van State (1893-1897) is hij geen succes. Hij neemt ontslag om gezondheidsredenen en gaat rentenieren. Van Panhuys is Minister van Staat vanaf 1898 tot zijn dood in 1907.
De familie Van Panhuys is eigenaar van de borg Nienoord in Leek.
Hij is verdronken als het rijtuig waarin hij reist met zijn tweede echtgenote, zijn zoon en diens echtgenote ten gevolge van dichte mist in het Hoendiep geraakt.
Het viertal wordt naast de kerk van Midwolde begraven. Omdat de van Panhuysen slechts twee minderjarige kinderen achterlaten die verder door familie worden opgevoed komt op 6 november 1907 ook een einde aan de bewoning van het huis Nienoord.
De dramatische dood van de vier aristocraten, zij hebben zich in het rijtuig laten insluiten omdat zij die dag bij een bank in Groningen een groot geldbedrag hebben opgenomen en de paniek van het verdrinkende viertal is zo groot geweest dat volgens ooggetuigen 'de nagels in de leren kap van het rijtuig staken', heeft in Groningen grote indruk gemaakt.
In 2007 wordt op de plaats van het ongeval een monumentje geplaatst. Een stoet van rijtuigen heeft te hunner nagedachtenis op 6 november 2007 de fatale tocht langs het Hoendiep nog eens gemaakt.
Johan Æmilius Abraham van Panhuys is Commandeur in de Orde van de Goud en Leeuw van Nassau, Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Wendelina Cornera	*1861		†1929		68	0	0
2	Wiskjen Hobbina	*1863		†1909		46	0	0
3	Ernestina	*1866		†1940		74	0	0
4	Hobbe	*1868		†1907		39	1	1

Bronnen:

1.	Afgeschermd, Wikipedia

Catharina Johanna Alberda van Ekenstein

in Genealogie van Reint Alberda. Parenteel van Abel Tamminga. Parenteel van Hendrik Clant. Parenteel van Johan Rengers. Parenteel van Lubbert Lewe. Parenteel van Reint Alberda. Parenteel van Rypert Ripperda. Parenteel van Tyacko Tiddinga. Catharina Johanna Alberda van Ekenstein, geb. te Groningen [Gr] aan het Martinikerkhof op donderdag 20 jan 1746, ged. te Groningen [Gr] in de Martinikerk op zondag 23 jan 1746, ovl. (84 jaar oud) te Groningen [Gr] op woensdag 18 aug 1830.

Aantekeningen bij Catharina Johanna Alberda van Ekenstein.

• Vader:
  Onno Joost (Onno Joest) Alberda van Ekenstein^1,2, zn. van Onno Tamminga van Alberda van Rensuma van Nijenstein en Josina Petronella Clant, geb. te Uithuizermeeden [Gr] vermoedelijk zaterdag 20 apr 1709^1,1, ged. te Uithuizermeeden [Gr]² op zondag 21 apr 1709^2,2, gedeputeerde staat, lid van de Raad van State, lid van de Admiraliteit te Amsterdam [Nh], ovl. (47 jaar oud) te Uithuizermeeden [Gr]¹ op maandag 27 dec 1756^1,1, kerk.huw. (resp. 31 en 18 jaar oud) te Groningen [Gr] in de A-kerk op zondag 18 dec 1740.

• Moeder:
  Anna Maria Hora, dr. van Johan Hora en Catharina Wolthers, geb. te Groningen [Gr] aan de St. Jansstraat op dinsdag 10 nov 1722, ged. in de Martinikerk, begr. te Groningen [Gr] op maandag 25 okt 1779.

tr. (resp. 30 en 42 jaar oud) te Groningen [Gr] op zondag 18 aug 1776
met

Justus Datho Quintus, zn. van Wilhelmus Quintus en Rebecca Maria Wichers, geb. te Groningen [Gr] aan de Heerestraat op vrijdag 18 sep 1733, ged. te Groningen [Gr] in de Martinikerk op zondag 20 sep 1733, burgemeenster van Groningen en Gedeputeerde, ovl. (84 jaar oud) te Groningen [Gr] op dinsdag 9 dec 1817.

Aantekeningen bij Justus Datho Quintus.

.

Het is 30 september 1791 als de Groninger burgemeester Justus Datho Quint us zijn drie mede burgemeesters en de Raad inlicht over de wenselijkheid van een jaarlijkse opleg (verlenging) van het Stadskanaal met 100 roeden (410 meter) lengte.

Uit dit huwelijk 3 zonen:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Johan Hendrik	~1784	Groningen [Gr]	†1871	Groningen [Gr]	86	1	0
2	Onno Joost	~1781	Groningen [Gr]	†1839	Groningen [Gr]	57	1	1
3	Willem Jan	~1778	Groningen [Gr]	†1839	Groningen [Gr]	60	1	0

Bronnen:

1.	Officieren Regiment Nationalen nr. 2, J.v.Campen-1
2.	DTB boek Uithuizermeeden, van 1670 tot 1811 (zondag 3 jun 1703)

Dossier:

relatie
met

Lamoraal Ulbo Rengers.

Uit deze relatie een dochter:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Elisabeth Sophia	*1825	Groningen [Gr]				1	0

Vader: Reindt Jan Alberda1,2, zn. van Reint Alberda en Clara Jarges, geb. in 16631, jonkheer, ovl. (ongeveer 61 jaar oud) te Eenum [Gr] op vrijdag 14 jan 1724, begr. te Eenum [Gr], tr. (resp. ongeveer 22 en ongeveer 23 jaar oud) in 1685.

• Moeder:
  Johanna Horenken, dr. van Gerhardus Horenken en Catharina Magdalena van Isselmuden, geb. te Groningen [Gr] op donderdag 29 sep 1661, ovl. (46 jaar oud) te Groningen [Gr] op dinsdag 13 mrt 1708.

tr. (resp. ongeveer 23 en minstens 21 jaar oud) in 1723
met

Mello (Alberda Tot Scheltkema-Nijenstein)3,4, zn. van Onno Tamminga van Alberda van Rensuma van Nijenstein en Josina Petronella Clant, geb. te Uithuizermeeden [Gr] voor zondag 3 jul 1701, ged. te Uithuizermeeden [Gr]3,4 op zondag 3 jul 17013,4 (of zondag 17 jul 1701)4, Heer van de borg 'Nijenstein', Zandeweer [Gr], Heer van Borg Rensuma, Uithuizermeeden [Gr], ovl. (minstens 63 jaar oud) te Zandeweer [Gr] op Nijenstein op donderdag 25 okt 1764, begr. te 't Zand [Gr] in de kerk (142)3,3, otr. (2) op donderdag 28 sep 1752 h.c, tr. (resp. minstens 51 en 33 jaar oud) te Gieten [Dr] op maandag 16 okt 1752, kerk.huw. te Gieten [Dr]3 op maandag 16 okt 17523 met Anna Christina van Echten3, dr. van Johan IV Heer van Echten en Christine Elisabeth van Cronström, geb. op donderdag 1 jun 17193, ged. te Oosterwijk [Ge]3, barones te Echten [Dr], woont bij haar ondertrouw met Nicolaas Harmen te Ruinen [Dr] op zaterdag 22 sep 1736, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) vermoedelijk te Zandeweer [Gr]3 in 17853. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Aantekeningen bij Mello (Alberda Tot Scheltkema-Nijenstein).

.

De nalatenschap van zijn vader Mello wordt in 1751 verdeeld, waarbij Mello Nijenstein krijgt. Hijzelf overlijdt in 1764 en zijn tweede vrouw in 1785. De avondmaalsbeker van 1758 is van hen afkomstig. Met de dood van Anna Christina is het verval van Nijenstein aangebroken. De enige dochter, Mellina Anna, is getrouwd met Johan Hendrik Mollerus, secretaris van de Raad van State. Zij laten eerst de inboedel verkopen, daarna het huis, "een spatieuse en weldoortimmerde heerenbehuizinge".
De bezitting met vijvers, bos, rechten en landerijen kom in 1787 aan Enna Hillegonda Geertsema, weduwe Van Gesseler, voor f 60.400. Zij overlijdt in 1795.
Haar zoon Jan Ernst Willem van Gesseler verkoopt de borg in 1805 aan Josina Petronella Alberda van Vennebroek, weduwe van Gerhard Lewe. De koopprijs is 25.843 gulden. Er is nu echter minder land bij dan in 1764 en ook de waarde van de rechten is dubieus.
Zij zal weinig op Nijenstein gewoond hebben. Tussen de jaren 1798 en 1817 wordt het bos gekapt; herhaaldelijk vinden houtverkopingen plaats. In 1811 wordt de borg zelf op afbraak verkocht en gesloopt. In 1817 volgt ook het schathuis. De voordeur met kozijn en zerken stoep met beeldhouwwerk van de borg en een piedestal komen terecht op Barmerheerd bij Doodstil, maar zijn bij een brand verloren gegaan. De beklemmingen van de landerijen worden verkocht; alleen de eigendom van het borgterrein blijft, zij het met een onderbreking, aan de familie Lewe evenals rechten en de de titel "van Nijenstein".
In gevolge testamentaire beschikking van jhr. mr. Jean Francois Lewe van Nijenstein komt de eigendom van het borgterrein aan het Groninger Museum.
Scheltkema Nijenstein en (Nieuw) Onnema zijn ongeveer terzelfder tijd gesloopt, op een moment dat zij in één hand zijn gekomen. Ze hebben tot de belangrijkste borgen van de Ommelanden behoord. Toch merken we niets van rivaliteit tussen de bewoners, integendeel de stichting van de beide herengestoelten in de kerk in 1679 wijst eerder op samenwerking.

Huidige toestand.
Van het borgterrein is niet veel meer te zien. De singels zijn geslecht en de grachten grotendeels gedempt. Ook van het borgstee van het oude Scheltkema is op de hoge wierde niets meer te zien. Men vindt er evenwel nog puin in de grond.
Veel van de afbraak van Nijenstein is gebruikt voor een verbouwing van de Barmerheerd. Deze is echter enige jaren geleden afgebrand.
De hekpalen van Nijenstein staan bij de Ned.Herv. kerk te Middelstum.
(Bron: De Ommelander borgen en steenhuizen, ISBN 90 232 2314 4).

Het dorp is ontstaan als dijkdorp na de inpoldering van de voormalige Fivelboezem in de veertiende eeuw door monniken van het klooster Bloemhof.
De naam verwijst naar een zandrug in de oude boezem. Dorpsbewoners wonen niet ín 't Zandt, maar óp 't Zandt.
De hervormde kerk van 't Zandt dateert uit de 13e eeuw en was oorspronkelijk gewijd aan de Maria. De kerk heeft een eveneens 13e-eeuwse vrijstaande toren met houten spits.
Een opmerkelijk pand in het dorp (op het voormalige grondgebied van het dorp Leermens), is de zogenaamde sarrieshut bij Ter Horn. Deze hoorde bij de voormalige molen, de Leermenstermolen. Deze molen is in 1957 afgebroken, één roede ging naar een molen te Warffum. Bij iedere korenmolen in de provincie Groningen stond vroeger een sarrieshut. Dat was de woning van de chercher, de ambtenaar die belast was met de controle op de belasting op het gemaal. Het woord Chercher werd verbasterd tot sarries.
Even buiten het dorp ligt de boerderij Alberdaheerd. Hier stond vroeger een borg die bewoond werd door het geslacht Alberda. De borg is verdwenen, maar het borgterrein, met gracht, oprijlaan en bomen, is nog aanwezig. Tegenwoordig bevindt zich hier een sierviskwekerij. Een andere borg was de borg Ompteda, gelegen aan rechterhand van de weg naar Spijk, die in 1750 werd afgebroken.
't Zandt is gebouwd op een zandplaat die al bestond in de tijd dat de dijk op de lijn Godlinze, Schatsborg, Zeerijp als zeewering het achterland tegen het water beschermde. in die tijd liepen wadlopers al van de dijk naar de zandplaat en terug. Ze droegen stokken om de prielen makkelijker over te steken. Later hadden de wadlopers mooie wandelstokken. Vandaar de naam van de inwoners van 't Zandt "'t Zandster Handstokken".
't Zandt ligt enkele kilometers ten noorden van de spoorlijn Groningen - Delfzijl. In de oorspronkelijke plannen zou een stopplaats vernoemd worden naar 't Zandt. Later werd de naamgeving veranderd en werd de stopplaats in 1884 geopend als stopplaats Oosterwijtwerd.

Noot:.
142. J. Westra van Holthe. Ridderschap, blz. 163.
(Bron: Mr. P. Brood e.a. Blz. ).

Uit dit huwelijk 2 dochters:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Johanna Petronella	*1724	Groningen [Gr]	†1804	Groningen [Gr]	79	1	1
2	Johanna Catharina	*1729	Groningen [Gr]	†1808	Groningen [Gr]	78	1	1

Bronnen:

1.	Stichting Oude Groninger Kerken, St.OudeGron.Ker
2.	Verhuld Voorgeslacht, A. Pathuis en H.G. Olde, St. Oude Groninger Kerken, nov 1982
3.	Inventaris v.D. archieven v.H. Huis te Echten e.D. Alg. Comp. etc, Boek, Mr. P. Brood, mr. F. Kevering-Buisman,e.a., Rijksarchief Drenthe, Assen [Dr], 1980 (blz. 37)
4.	DTB boek Uithuizermeeden, van 1670 tot 1811 (zondag 17 jul 1701)

• Vader:
  William Falconer, zn. van David Falconer en Catherine Margaret Keith, geb. te Schotland circa 1712, Kolonel in hollandse Dienst, ovl. (ongeveer 64 jaar oud) te Groningen [Gr] op vrijdag 11 okt 1776, tr. (resp. ongeveer 23 en minstens 22 jaar oud) te Groningen [Gr] in de Waals Hervormde Ker van het Pelstergasthuis op woensdag 24 aug 1735.

• Moeder:
  Rembertina Maria van Iddekinge, dr. van Pieter Rembt van Iddekinge en Bartha Johanna Gerlacius, geb. voor zondag 2 apr 1713, ged. te Groningen [Gr] op zondag 2 apr 1713, ovl. (minstens 86 jaar oud) te Groningen [Gr] op dinsdag 22 okt 1799.

')}