Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Abeltje Groenhagen
Abeltje Groenhagen, geb. te Delfzijl [Gr] op woensdag 9 mrt 1881.

tr. none
met

Klaas van der Molen, geb. te Delfzijl [Gr] op zaterdag 3 jul 1875.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jantje*1906 Termunten [Gr] †1983 Wagenborgen [Gr] 76


Abraham van der Molen
Abraham van der Molen.


een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Antje*1856 Heemen    


Abraham Kiewiet
Abraham Kiewiet, geb. te Winschoten [Gr] op zondag 28 okt 1877, ovl. (ongeveer 70 jaar oud) circa dinsdag 25 nov 19471, begr. te Begraafplaats Hofstraat te Winschoten 1.

tr. (resp. 20 en 19 jaar oud) te Winschoten [Gr] op donderdag 12 mei 1898
met

Antje Blokzijl, dr. van Tonko Blokzijl en Lupke Hulsebosch, geb. te Midwolda [Gr] op zondag 25 aug 1878, Overlijdens aangifte op maandag 2 mei 19494, ovl. (70 jaar oud) te Winschoten [Gr] op vrijdag 29 apr 19493, begr. te Gegraafplaats Hofstraat te Winschoten 1.

 

Uit dit huwelijk 3 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Klaassiena Engelina*1918 Winschoten [Gr] †1985 Groningen [Gr] 66
Lupke  †1923 Groningen [Gr]  
Sibelina     



Bronnen:
1.Grafsteen. Graftombe.Nl., S370
2.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenummer 15, gemeente Winschoten., S389
3.Grafzerk en Burg. Stand (Genlias), S385
4.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenummer 103, gemeente Winschoten., S384


Abraham Frijlingh
in
Genealogie van Bernard Coenders.
Genealogie van Lubbert Lewe.
Parenteel van Abel Tamminga.
Parenteel van Bernard Coenders.
Parenteel van Hendrik Clant.
Parenteel van Lubbert Lewe.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Abraham Frijlingh, geb. te Groningen [Gr] op zondag 9 okt 1701, Advocaat van Gedeputeerde Staten, Gecommiteerde Raad der Ommelanden.

tr. (resp. 44 en 30 jaar oud) te Groningen [Gr] op zaterdag 13 aug 1746
met

Willemina Coenders Van Helpen, dr. van Berhard Coenders van Helpen en Geertruida Lewe Tho Blauwborg, geb. te Usquert [Gr] op zondag 26 jul 1716.


Abraham Isaacks
Abraham Isaacks.

tr. te Midwolda [Gr] op donderdag 13 apr 1702 Midwolda- fol.521 - 13 april 1702:
H.V.Abraham Isaacs en Anna Mentkes. Brg.: Garrelt Tobias, Stijntien Tobi as en Jan Tobias, neven en nicht; Br.: Mentko Wijpkens, vader; Geurt Wijp kens, oom; Cornelis Roelofs en Itie Mentkes (ehel.), zuster; Jan Wobbes en Geertien Sijpkes (ehel.), Peter Sijpkes en Bonne Epkes (ehel.), Oewe O ckes en Jantien Sijpkes (ehel.), zwager, halfbroer en halfzusters; Getuig en: mr. Boele Everts en Jan Sluis
met

Anna Mentkes, dr. van Mentko Wijpkens en Liefke (Eefke) Jurjens, tr. (1) te Midwolda [Gr] op vrijdag 1 aug 1727 Midwolda - fol.510 - 1 augustus 1727:
H.V.Zijlvest Matthias Tiddens en Anna Mentkes, wed. Peter Hermans. Goede ren ongemeen, winst en verlies half om half, kinderen gelijk, indien hij eerder overlijdt dan zij, krijgt zij een kindsdeel, omgekeerd krijgt hij ook een kindsdeel. Brg.: Swaantje Matthias [Swaantje Matties] en Geesjen Matthias [Geesjen Matties], dochters; Reinder Renkes [Reinder Remkes] en Stijnten Tiddens (ehel.), zuster; Heero Jemmes en Imke Aises [Imke Aijsse s] (ehel.), halve neef; Cornelis Jans, aangetrouwde halve neef; Bartholt Onnen [Bartholt Onnes] en Grietje Melles (ehel.), halve nicht; Br.: Stijn tjen Abrahams, weduwe van Peter Jurjens, dochter; Geurt Wijpkens en Eef ke Jans (ehel.), oom; Roelef Cornelis en Bauwe Lupkes [Bouwe Lupkes] (ehe l.), neef; Wildrik Buttjes [Wildrik Botjes] en Eefke Peters (ehel.), nee f; Engel Lupkes en Trijntje Jans (ehel.), halve nicht; Tidde Peters [Tid do Pieters] en Sijben Tonnis, Doede Ounkes [Doe Uuckes] en Bouwe Peters [ Bouwe Pieters] en Deuwer Peters [Diewer Pieters], aangetrouwde kinderen. Getuigen: Tonnis Eppes en Hinderik Krul [Hindr. Crol] met Matthias Tiddes, zn. van Tide en Nn Nn, ovl. te Midwolda [Gr] in 1736. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) te Midwolda [Gr] op vrijdag 3 jan 1710 Midwolda - fol.696 - 3 januari 1710:
H.V.Peter Hermans en Anna Mentkes. Brg.: Luie Hermans, broer; Tammo Hindr iks en Geertien Hermans (ehel.), zuster; Br.: Mentco Wijpkens, vader; Pet er Sijpkens, halfbroer; Geurt Wijpkens, oom; Iitie Mentkes, zuster; Oewe Okkes, zwager; Hittie Gerrits en Stijntje Tobias, met Jan Tobias, neven en nicht; Getuigen: Hinderic Tholen en Roelef Stour met Pieter Hermans. De naam Harmans komt ook voor als Harmens. Uit dit huwelijk 2 zonen, tr. (4) te Midwolda [Gr] op zaterdag 26 jul 1738 met Pieter Jan Smit. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Anna Mentkes.
Midwol- fol.468 - 9 februari 1700:.
H.V.Cornelis Roelfs en Itien Mentkes. Brg.: Jantien Cornelis, moeder; Jan tien Cornelis, moei; Jacob Derks, neef; Br.: Mentko Wijpkens, vader; Geu rt Wijpkens, oom; Jan Wobbes en Geertien Sijpkens (ehel.), halfzuster; Pi eter Sijpkens en Bunje Epkes (ehel.), halfbroer; Oewe Okkes en Jantien Si jpkes (ehel.), halfzuster; Anna Mentkes, zuster; Getuigen: Hindrik Jaco bs en mr. Boele Everts.Midwolda - fol.706 - 22 februarij 1710 - Herman Ja ns en Corneliske Cornelis (ehel.) zijn schuldig aan Garrelt Tobias, Geu rt Wijpkens en Roelef Stour, voogden over Anna Mentkes' dochter bij Abrah am Isaacs, als ook aan Anna Mentkes, getrouwd met Peter Hermans, 184 gl d. à 4%. Getuigen: mr. Geert Tiaarts en Hinderic Harkes.Nieuwolda Fol.3 21 - 26 mei 1717 - Geert Tjasses, Tjakke Egges en Wibbo Eilderts, als vol machten van het kerspellieden en «i»uitbruikeren«/i» der Nieuwolder lande n, lenen van Hitjo Gerrijts, Geurt Wijpkes en Peter Sijpkes, voogden ov er de nagelaten dochter van wijlen Abraham Izaaks en Anna Mentkes (gew.eh el.) 1050 car.gld. à 4%. Getuigen: Tjakko Rotgerts en Jan Hindrik Klimp.M idwolda- fol.760 - 25 oktober 1736 - Anna Mentkes, weduwe van Mattias Tid dens te Midwolda, aan de ene kant, en Pieter Eijses [Pieter Aijses] en Sw aantie Mattias [Swaantje Matties] (ehel.), te Midwolda, aan de andere kan t, regelen de nalatenschap van Mattias Tiddens, zijnde respectievelijk m an en vader. Mandelig is de plaats en het land te Oostwold voor Swaantie Mattias en Anna Mentkes voor haar kind Eefko Mattias, aangekocht van Henr icus Sissing, te weten 2/3 voor Swaantie Mattias en 1/3 voo het kind van Anna Mentkes. De weduwe krijgt de gehele inboedel en het huis en land te Oostwold destijds aangekocht van de weduwe van ds. Wigoldus Hoorn. Het li nnengoed en zilver zijn verdeeld. Pieter Aises zal aan zich behouden die goederen die zich reeds in zijn huis bevinden en als zodanig stonden verm eld in de opgestelde inventaris. Anna Mentkes moet daarenboven aan hem ui tkeren 244 gld. Getuigen: Wildrik Bottties [Wildrik Botjes] en Edso Hindr iks [Edzo Hindriks]

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Stijntjen     


Adalbart van Tuscie
Adalbart van Tuscie, geb. in 860, titel, ovl. (ongeveer 55 jaar oud) op maandag 17 aug 915.

tr. (resp. ongeveer 38 en ongeveer 35 jaar oud) in 898
met

Bertha van Lotharingen, dr. van Lotharius II van Lotharingen en Waldrada van Remiremont, geb. in 863, ovl. (ongeveer 62 jaar oud) te Lucca op zondag 8 mrt 925, begr. te Lucca.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Irmgard*901  †932  31
Guido     
Lambert     


Adalbert van Ivrea
Adalbert van Ivrea, geb. in 880, titel, ovl. (ongeveer 43 jaar oud) in 923.

tr. (ongeveer 20 jaar oud) (1) in 900
met

Gisela van Friuli, dr. van Berengarius I van Friuli en Bertila van Spoleto.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Berengarius II     

tr. (resp. ongeveer 35 en ongeveer 14 jaar oud) (2) in 915
met

Irmgard van Tuscie, dr. van Adalbart van Tuscie en Bertha van Lotharingen, geb. in 901, ovl. (ongeveer 31 jaar oud) op zondag 29 feb 932.


Adalhard van Parijs
Adalhard van Parijs, geb. in 840, titel.

relatie
met

NN van Parijs.

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Adelheid*857  †901  44
Wulfhard*855  †880  25



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Adam Gerhardus Dijkhuis
Adam Gerhardus Dijkhuis, Electromonteur.

tr. te Winschoten [Gr] op zaterdag 28 mei 1921
met

Sibelina Kiewiet, dr. van Abraham Kiewiet en Antje Blokzijl, Dienstbode.


Bronnen:
1.Burg. Stand (Genlias); Gron. Arch.: Aktenummer 44, gemeente Winschoten., S388


Adam Kenter
Adam Jans Kenter.

tr. none
met

Mechelina Andries Wegers.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Zwaantje*1824 Oude Pekela [Gr] †1917 Winschoten [Gr] 93


Adda von Norden
Adda Cirksena von Norden, ovl. voor 1474.


Aantekeningen bij Adda Cirksena von Norden.
ADDA CIRKCENA VON NORDEN.
Adda's oom is Ulrich Cirksena, de eerste rijksgraaf van Oost-Friesland, door wie een verdere verwantschap onstaat met de meeste Duitse, protestantes vorstenhuizen.

relatie
met

Lütet II Manninga Von Lütetsburg, heer te Pewsum [Deu], heer te Lütetsburg, hoofdeling, hoofdeling te Bergum [Fr], ovl. in 1433.


Aantekeningen bij Lütet II Manninga Von Lütetsburg.
De opvatting dat Lütenburg reeds in 1212 door Lütet Manninga gebouwd zou zijn, staat in tegenspraak tot het feit dat de "Broekmer Willküren" dit v erboden. De "Broekmer Willküren" gaven aan dat steenhuizen hoger dan 12 v oet, die door muren en grachten omgeven waren, tot ca 1300 niet gebouwd m ochten worden. Waarschijnlijk is de burcht pas rond 1400 door Lütet I geb ouwd. Na de verwoesting in 1514 door de "Zwarte Garde" in de "Sächsisch en Fehde" werd de burgt door Unico Manninga weer opgebouwd. Zijn dochter HYma trouwde in 1581 Wilhelm Von Inn- Und Kniphausen.
De hoofdfamilie Von Inn- und Kniphausen, afkomstig uit het Jeverland, is tot vandaag de dag nog steeds in het bezit van Lütetsburg. Een ongelukki ge val van een boom in het jaar 1897 leidde tot het afbranden van de burg t. Het in Friese Barockstijl nieuw opgetrokken gebouw werd in de Tweede W ereldoorlog gebombardeerd. De rest werd door het vuur in het jaar 1956 ve rwoest. In de jaren 1959-1960 werd het huidige enigszins rechthoekige geb ouw neergezet. De burgt wordt bewoond en is niet te bezichtigen.

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gela*1434  †1521  87
Edzard     


Adda van Jemgum
Adda van Jemgum, geb. circa 1383.

relatie
met

Hayo Unken, zn. van Uniko von Leer en NN Nn, geb. in 1390.

Uit deze relatie 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Awa     
Hayo Unken     


Adda van Ewsum Van Middelstum
in
Parenteel van Ewe Ewesma.

Adda van Ewsum Van Middelstum.

relatie
met

NN Nn.


Adde Coijlers
Adde Coijlers, geb. te Wollinghuizen [Gr] circa 1628.


Eggerik II Van Addinga van Wedde En Westerwolde
 
in
Genealogie van Rypert Ripperda.
Parenteel van Rypert Ripperda.

Eggerik II (Egge) Addinga (Egge II) Van Addinga van Wedde En Westerwolde (5811), geb. circa 1391 (circa 1425), ovl. (ongeveer 84 jaar oud) op woensdag 21 apr 1475 hij wordt uiteindelijk vermoord.



Aantekeningen bij Eggerik II Addinga Van Addinga van Wedde En Westerwolde (5811).
DE ADDINGA'S.
Het Westerwoldse geslacht Addinga is afkomstig uit Reiderland. Volgens de verhalen zou het naar Wedde zijn gevlucht of zijn verjaagd na de Marcellusvloed van 1362. In Wedde wordt rond 1360/1370 de Wedderborg gebouwd. Deze datering wordt gegeven na enige archeologische opgravingen. De verbintenis van de opkomst van Addinga met de Marcellusvloed in 1362 berust op latere constructies en heeft naar alle waarschijnlijkheid zelfs helemaal niets met Dollardoverstromingen te maken. Het ontstaan van de Dollard kan met zekerheid pas gesitueerd worden in de eerste helft van de 15e eeuw.
De oorsprong van het geslacht Addinga is er in ieder geval in een duist er licht mee komen te staan. Als Egge (II) Addinga in 1474 probeert te bewijzen dat de Addinga's al minstens honderd jaar de heerlijkheid Wedde bezit met afschriften van de bisschop van Münster en de abt van Corvey, heeft hij inmiddels alle schijn tegen. In 1474 blijkt dat de Addinga's behalve de heerlijkheid Wedde en Westerwolde ook het gericht van Winschoten (ook voogdij van Winschoten geheten) in leen hebben. Vanwege de Reiderlandse achtergrond van Winschoten is het mogelijk dat de Addinga's uit deze plaats afkomstig zijn geweest.

De kerk van Wedde vóór de restauratie. De grafzerken in de kerk zijn weer in de vloer geplaatst. Bron: WP.
In 1391 wordt voor het eerst in een oorkonde van het huis te Wedde gesproken. Egge (I) Addinga (zoon van de stamvader Adde) wordt echter nog aangeduid als hoofdeling in Reiderland. De bevolking van Westerwolde kan moeilijk de heerschappij van Egge Addinga accepteren, met name het stempel dat hij drukt op het bestuur en rechtspraak. Egge (I) bestuurt met willekeur en in conflict met het Westerwoldse landrecht als hij de rechtszetel van Vlagtwedde naar Wedde verplaatst. Als Egge (I) op weg is van Onstwedde naar Wedde, is hij in de buurt van Wessinghuizen aangevallen en vermoord. Toch blijkt de macht van de Addinga's nog volledig intact. De inwoners van Westerwolde beloven op 4 juni 1391, aan de minderjarige kinderen van Egge: Adde, Haye en Boele, Egge's weduwe Focke Kekesma en Oomke (ook Unico genoemd) Ripperda (proost en hoofdeling in Farmsum) en Wyarde Memminge (hoofdeling in Bunde), Memmen en zoon Tiabbeken Jelderkes de verplichtingen na te komen die zij ook hebben met de overleden Egge. Laatsgenoemde personen zijn allen verwant aan Addinga. Op 12 maart 1392 verkopen Wyarde Memminge, Memmen en Tiabbeken Jelderkes hun rechten op het slot van Wedde en Westerwolde aan de de Addinga's. In 1391 wordt Egge Addinga in Westerwolde genoemd onder de capitales (hoofdelingen) van Reiderland, evenals in 1420, al lijkt dat gezien de moord niet mogelijk. In 1400 beleendt de bisschop van Münster beide broers Haye en Boele met Westerwolde.
De Addinga's blijven nagenoeg de gehele 15e eeuw aan de macht in Westerwolde. In Winschoten verliezen ze veel macht als de inwoners een verbond sluiten met de stad Groningen. In 1478 worden ze verdreven door troep en van de stad Groningen. Pas in 1486 mogen de Addinga's terugkeren op de Wedderborg.

In het boek van Muller, Historieplaten treffen we een vogelvlucht tekening aan van de inneming van het huis te Wedde door Graaf Willem Lodewijk op 30 augustus 1593 (afmeting 20x 27 cm), aanwezig in het Rijksarchief te Groningen. Vermoedelijk is het een tekening van Franz Hogenberg en vervaardigd tussen 1598 en 1608. Deze plaat geeft niet de juiste geografische situatie van Wedde weer. Duidelijk zien we het kleine kerkje in verhouding tot de machtige burcht, al is hier zeker de grotere belangrijkheid van de burcht in het spel, waardoor men deze veelal groter weergaf dan met de juiste verhoudingen overeenkwam. Bron: WP.
In de kerk van Wedde ligt nog een zerk van de in 1492 gestorven Haye Addinga met het volgende opschrift: Int jar uns Heren MCCCC un XC und II des Fridages na Marien Verkundighe starf Haye Addinghes, Hooflink van Westerw olde, des sine siele mote resten in den vrede. Amen.
De Addinga's worden, volgens o.a. Abel Eppens in zijn kroniek (16e eeuw) in tegenstelling tot vele andere aanzienlijke geslachten, niet hoofdeling of heerschap genoemd maar 'jonker', evenals de Ripperda's en de Onsta' s. Zij behoorden tot 'de oldsten'.
In Feenstra's 'Adel': 'Al dezen (de Addinga's), de Ewsums, Manninga's en Ripperda's werden rond 1500 beschouwd als hoofdelingen van bijzondere rang, als 'adel'. Zij waren de enigen, die als 'erentfest' werden aangeduid'.
Haye (III) Addinga is nog minderjarig als hij in 1523 de rechten op Wedde en Westerwolde terugkrijgt. Dit is van korte duur: in 1530 wordt het gebied veroverd door Karel van Gelre.

  • Vader:
    Eggerik I (Egge) Addinga van Wedde en Westerwolde, zn. van Adde I Addinga en Nn, geb. op de Wedderborg circa 1330, woont te Wedde op de Wedderborg, Wedde [Gr], heer te Wedde [Gr], heer te Westerwolde, wordt door woedende Westerwolders doodgeslagen in 1391, ovl. (ongeveer 61 jaar oud) op woensdag 1 jun 1391 bij Wessinghuizen, relatie (2) met Fossa Kenesna (Focke) Tom Brok Komt ook voor als 'Focke Kekesma', dr. van Ocko I Tom Brok en Fokeldis (Foelke) Kampana von Strakholt Ook: Foelke Kampana en Quade Foelke (Kwade Foelke), naar haar strengheid, geb. circa 1370. Uit deze relatie geen kinderen, kerk.huw. (resp. ongeveer 30 en ongeveer 23 jaar oud) (1) in 1360.
 

tr. (1)
met

Aylcke Onnema, dr. van Reyner Eysinga I en Aylcka Onnema.

tr. (minstens 53 jaar oud) (2) na maandag 12 feb 1444
met

Blideke (Blydeke) (Blydeke) Cater Tho Fraam1 (te Frama van Twixlum), dr. van Rodolphus Frawama Cater en Amke Ukena, erfvrouwe van Fraem (Fraam), Huizinge [Gr], erfvrouwe van Fraem (Fraam), Huizinge [Gr], ovl. circa 1580, relatie (2) met Aeilco Onnema Eisinga, zn. van Reyner Eisinga en Bawe Nn, geb. na 1376, ovl. (hoogstens 68 jaar oud) in 1444. Uit deze relatie een zoon.

 



Aantekeningen bij Blideke (Blydeke) Cater Tho Fraam (te Frama van Twixlum).

De borg Fraam te Huizinge.
De borg Fraam te Huizinge.
De Addinga's bezitten ook een borg te Fraam (Huizinge). In 1399 zal het huis reeds bestaan hebben. Blydeke en haar zoon Haye II verkopen in 1487 deze borg. In 1487 wordt het huis omschreven als heerd met grachten, huizingen, singels en een poort. Wanneer het huis de status van borg krijgt, is niet duidelijk. In 1738 is het reeds gesloopt. Rond 1440 verschijnt de naam Blideke tho Fraam. In 1641 is het huis van Berend Coenders. Nazaten verkopen het huis in 1710 aan Jan Clant van Ludema.
De naam van deze borg komt in oude tijden voor als Feradema, Ferawema, Frawama, Frademe en Frame. In 1399 komt een Frouweke Ferawema te Huizinge voor, die land koopt te Middelstum in de venne, met de naam 'Pijpan'. Waarschijnlijk is zij verwant aan de in 1403 vermelde Rodolphus Frawama, deze bezat namelijk ook land in de 'Pijpana'. Zeer waarschijnlijk is er een verband met het huis Frouwama, dat in 1371 te Huizinge genoemd wordt. Ook komt Frowingatil (Fraamtil) voor.
In Leens komt ook een Frademaheerd voor in 1405, genoemd in dezelfde boedel als het huis te Huizinge. Wat wijst op een zelfde naamsoorsprong.
In de jaren 1440-1487 komt Blideke toe Fraam (Blyke Fradema in 1443) herhaaldelijk voor, zelfs als hoofdelinge. Zij bezit veel land in de Ommelanden, dat zij door vererving en huwelijk verkrijgt en dat zij door aankoop nog uibreidt. Zij moet een godvruchtige vrouw zijn geweest: zij sticht een prebende (fonds waaruit een kannunik wordt betaald die ook aan liefdadigheid doet) in de kerk van Zandeweer en in haar testament laat zij iets na voor de armen van Huizinge en Wijtwerd (Westerwijtwerd). Wie haar ouders zijn geweest is niet bekend.
Haar eerste man (van volgens sommige bronnen heeft ze 4 mannen gehad) is Ailco Onnema, bij wie zij een zoon krijgt, die naar zijn grootvader Reyner Eysinga wordt genoemd. Deze zoon sterft jong en ook zijn vader wordt niet oud. Blideke is hertrouwd met Egge Addinga van Westerwolde en dat huwelijk kost haar geld. De Addinga's hebben voor hun, niet zo succesvolle, Westerwoldse politiek veel geld nodig. Egge wordt in 1485 door de Westerwolders vermoord. Hun zoon Haije, zet zijn politiek voort. In 1487 verkopen moeder en zoon hun rechten op Fraam aan Claas en Sweder Cater, die zij hun neven noemen. (* onduidelijk is hoe de verwantschap ligt, mogelijk zijn Rolef Kater vermeld in 1408 en Rodolphus Frawama vermeld in 1403 dezelfde).
De heerd wordt in 1487 omschreven als bestaande uit huizingen, hemingen, grachten, wallen, singels en met o.a. een poortvenne. Bij een latere scheiding is Fraam gekomen aan Claas Cater, althans na diens dood is het goed bij een boedelscheiding van 1497, opgemaakt in 1503, gekomen aan zijn zoon Luert, die in 1508 trouwde met Bawe Ripperda.
Luert sterft omstreeks 1520 als zijn kinderen nog minderjarig zijn. In 1541 worden Claas en Luyrt Kater hoofdelingen te Huizinge genoemd. Van hen verkrijgt Claas Cater Fraam. Uit zijn huwelijk met Anna Tamminga wordt eveneens een zoon Claas geboren, die bij zijn vaders dood in 1556, nog maar acht jaar is. Deze Claas bezoekt verschillende universiteiten. Door zijn contact met de familie Coenders (Derck Coenders is zijn stiefvader) gaat hij al vroeg tot de Hervorming over. Na 1580 moet hij dan ook in ballingschap gaan. In 1594 keert hij terug naar Fraam, waar Claas in 1602 sterft.
Zijn huwelijk met Anna van Burmannia is kinderloos gebleven. Zo wordt zijn zuster Hille erfgenaam, gehuwd met Frederik Coenders van Helpen. Deze heeft als vurig protestant lange tijd in het buitenland gezeten. Hij is een van de opstellers van de bekende Supplication die uit naam van de ballingen uit Stad en Lande in 1570 te Spiers aan de keizer wordt aangeboden. In 1594 kan hij terugkeren, waarna hij in 1602 burgemeester wordt van Groningen. In 1614 heeft hij meegewerkt aan de oprichting van de universiteit. In 1618 overlijdt hij en zijn vrouw in 1622 zonder kinderen na te laten. Na haar dood gaat Fraam over aan Frederiks halfbroer Wilhelm, een krijgsman die niet veel op Fraam vertoefd zal hebben. Hij wordt in 1618 drost van Leerort, waar hij in 1639 overlijdt. Zijn grafschrift in Huizinge vermeldt zijn krijgsdaden. Ook een in 1629 gegoten torenklok, tot 1907 aanwezig, herinnert aan hem. Zijn dochter Anna is in 1624 getrouwd met een verre neef Berend (Bernard) Coenders van Helpen (1601-1678). Dit echtpaar betrekt nu Fraam. Onder hen beleeft de borg zijn bloeitijdperk. Immers Berend Coenders is een van de bekendste Ommelanders van zijn tijd. Hij bedrijft alchemie en schrijft daarover geleerde boeken. Als politicus speelt hij een grote rol. Zo maakt hij als lid van de Staten-Generaal deel uit van de ambassade naar Kopenhagen in 1639 en 1640 om een verlaging van de tol voor de Sont. In 1643 poogt hij te Groningen een staatsgreep te plegen, wat mislukt, waarna hij uit al zijn ambten wordt ontzet. Hij komt echter terug en wordt zelfs in 1668 president van de Ommelanden.
Bekend is ook zijn hardvochtig optreden tegen ds. Hamer van Huizinge, beschuldigd van valsemunterij. Dit proces heeft hem een slechte reputatie bezorgd, terwijl valsemunterij een zwaar misdrijf is en de dominee waarschijnlijk niet zo onschuldig is geweest als hij zich voordoet.
In januari 1678 is hij gestorven, waar is niet bekend, in elk geval niet te Kopenhagen, zoals is verondersteld.
In de kerk te Huizinge is nog een koorhek aanwezig, door hem in 1641 opgericht.
Berend Coenders had verschillende zoons, van wie Willem en Frederik bekend geworden zijn als makers van de zogenaamde Coenderskaart, waar dan ook Fraam onder de borgen bovenaan staat.
Zijn oudste zoon Abel Coenders van Vervou erft Fraam. De laatste titel heeft hij geerfd van een oud-oom. Door zijn huwelijk met Bijwe Lewe verkrijgt hij Onnema te Zandeweer, waar hij eerst ook woont. Na de dood van zijn vader gaat hij waarschijnlijk op Fraam wonen, althans voor Huizinge voert hij processen op de landdag.
Na de dood van Abel in 1690 komt Fraam aan zijn zoon Joost Lewe Coenders van Vervou. Ook hij compareert (* voert processen) op de landdag eerst voor Zandeweer en later (na de dood van zijn vader) voor Huizinge. Onnema is trouwens in 1689 verkocht door zijn crediteurs. Voor maart 1703 is Joost overleden.
Joost huwt vijf maal. Zoon Bernhard uit zijn tweede huwelijk, met Ebelina Johanna Clant, volgt hem op te Fraam. Hij is in 1728 te Geismar in Hessen gestorven en daar in de grote kerk bijgezet. Daarvoor heeft hij Fraam verkocht. In 1710 heeft hij uit de nalatenschap van Jan Clant van Ludema deze borg verkregen, waar hij zich dan vestigt.
Fraam draagt hij met rechten, schathuis en landerijen in 1713 over aan Willem Alberda van Dijksterhuis. Deze zal er niet gewoond hebben. Wat er met de borg gebeurd is, is niet bekend. Volgens de overlevering zou hij in 1738 gesloopt zijn.
Tegenwoordige staat.
Tegenwoordig is het borgterrein niet meer te herkennen. Bij een egalistie zijn nog resten gevonden van de alchemistische werkzaamheden van Berend Coenders. Onder Middelstum ligt een boerderij Nije Fraam, de verhouding tot Fraam is niet bekend. (Bron: De Ommelander borgen en steenhuizen, ISBN 90 232 2314 4.
De borg Fraam is in het verleden met meerdere namen aangeduid geweest, zoals Feradema, Ferawema, Frawama, Frademe en Frame. In de 15e eeuw is de borg in het bezit van Blykdele Fradema. In 1487 verkoopt zij de borg aan Claas en Sweder Cater. In het begin van de 17 eeuw komt de borg door vererving in het bezit van leden van de familie Coenders van Helpen. Onder hun leiding beleef de borg een bloeiperiode. Zo is Frederik Coenders van Helpen, burgemeester van Groningen en mede oprichter van de universiteit aldaar, borgheer van 1602 tot 1618. Zijn halfbroer Wilhelm of Wilhelmus volgt hem op als borgheer van Fraam. Zijn grafzerk is in de Johannes de Doperkerk van Huizinge bewaard gebleven.
Na zijn overlijden in 1639 komt de borg in handen van zijn schoonzoon, de invloedrijke Groninger jonker, Berend Coenders van Helpen. Berend speelt een prominente rol als bestuurder in Groningen en in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Daarnaast beoefent hij op de borg de alchemie. Zijn experimenten leiden nog al eens tot ontploffingen, de sporen ervan worden later teruggevonden. Berend en zijn vrouw Anna schenken de kerk van Huizinge, als borgheer en borgvrouw, een koorhek. Hun nazaten wonen nog tot in de 18e eeuw op de borg.
In 1713 wrdt de borg gekocht door Willem Alberda van Dijksterhuis. Rond 1738 zou de borg gesloopt zijn. Sporen van de plek waar de borg gestaan heeft zijn nog tot in de 20e eeuw waarneembaar in het land. Na de egalisatiewerkzaamheden zijn ook die sporen uitgewist.

Fraam bij Huizinge.
).

Aantekeningen bij Eggerik II Addinga Van Addinga van Wedde En Westerwolde en Blideke (Blydeke) Cater Tho Fraam

In 1487 verkopen Blydeke en haar zoon Haye (II) de borg te Fraam (in Huizinge.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Haye II*1450  †1492 Wedde [Gr] 42



Bronnen:
1.De Ommelander Borgen en Steenhuizen, Dr. W.J Formsma, Stol en Pathuis, Van Corcum & Comp. B.V., ISBN 90 232 1047 6, Assen [Dr], 1973

Dossier:


Adde I Addinga
Adde I (Hayo) Addinga, geb. circa 1290, hoofdeling te Reiderland, heer te Westerwolde, heer te Wedde [Gr], hij wordt gezien als de stamvader van de Addinga's, ovl. (minstens 60 jaar oud) te Westerwolde na 1350.


Aantekeningen bij Adde I Addinga.
1361: Dit is het jaar van de Marcellusvloed en grote delen van het Reiderland komen onder water te staan.
Westerwolde komt aan zee te liggen. De oude zee- en rivierdijken zijn bij Wedde en Blijham nog duidelijk herkenbaar. De plaatsen Blijham en Bellingwolde worden later niet meer tot het Reiderland gerekend maar tot Westerwolde.
Adde Addinga, door overstromingen verdreven uit het Reiderland, verkrijgt het leenheerschap over de heerlijkheid Westerwolde van de abt van het klooster van Corvey (bij Höxter - Duitsland) en dus niet rechtstreeks van de bisschop van Munster. Westerwolde is tot in de 16e eeuw kerkelijk onderhorig aan de abdij van Corvey en daarmee aan de bisschop van Osnabrück. In 1561 wordt Westerwolde onder het bisdom Groningen gebracht. De kerkelijke invloed van het klooster Corvey blijkt ook uit het wapen van Winschoten, Sint Vitus. De kerk van Winschoten staat onder voogdij van het klooster van Corvey en is gewijd aan Sint Vitus evenals Corvey. Overigens behoort Groningen dan tot het bisdom Utrecht, terwijl de Ommelanden tot het bisdom Münster behoren. Het wapen van Westerwolde bestaat uit een korenschoof met uitspringende aren.

relatie
met

Nn, geb. circa 1300.

Uit deze relatie 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
NN*1321 Wedde [Gr] †1391  70
Heer Eggerik I*1330  †1391  61
Hayen Addinga     


Adde Elzes Jans
Adde Elzes Jans.



Bronnen:
1.Bellingwolde - Baptism Register 1693 - 1811 - Harm Selling, S589


Addeke Ulrichen
Addeke Ulrichen.

relatie
met

Wiltet Mannena, zn. van Wiard Hayen Mannena en Eyse Loringa, geb. in 1593.

Uit deze relatie 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tathe     
Eyse  †1680   
Aptet     


Addeke Mannena
Addeke Mannena.

')}