Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Claudia Octavia
Claudia Octavia.


Britannicus
Britannicus .


Gnaeus Domitius Ahenobarbus
Gnaeus Domitius Ahenobarbus1, geb. circa 79 BC1,1,1, consul in 32 BC, ovl. (minstens 47 jaar oud) na 32 BC1,1.


Aantekeningen bij Gnaeus Domitius Ahenobarbus.
•.
Gnaius Domitius Ahenobarbus was de zoon van Lucius Domitius Ahenobarbus (II) en Porcia Catones (i). Hij gaf zich in 49 v.Chr. samen met zijn vader over aan Julius Caesar toen deze met zijn troepen de stad Corfinium was genaderd en was tevens aanwezig tijdens de slag bij Pharsalus in 48 v.Chr. Nadien werden zijn daden door Julius Caesar vergeven. Na de moord op de dictator in 44 v.Chr. volgde hij Marcus Iunius Brutus richting Macedonia. Als bevelhebber van de vloot wist hij tijdens de eerste slag bij Philippi (42 v.Chr.) Gnaeus Domitius Calvinus (II) verpletterend te verslaan. Na de slag bij Philippi zette hij, onafhankelijk van Sextus Pompeius, de strijd voort en plunderde met 70 schepen en twee legioenen de kust langs de Ionische Zee. In 40 v.Chr. verzoende hij zich met Marcus Antonius en volgde hem tijdens zijn expeditie tegen de Parthen in Asia. In 32 v.Chr. werd hij, mede door toedoen van Marcus Antonius, samen met Gaius Sosius aangesteld als consul. Tijdens zijn ambtstermijn brak de strijd tussen Marcus Antonius en Gaius Julius Caesar Octavianus in alle hevigheid los en vluchtte samen met Antonius naar Ephesus. Geďrriteerd door het gedrag van Antonius en de aanwezigheid van Cleopatra in het leger, keerde hij zich echter kort daarop af van zijn vroegere bondgenoot. Hij stierf vlak voor de befaamde slag bij Actium, nadat hij kort daarvoor zich verzoend had met Octavianus.
Met wie Cn. Domitius Ahenobarbus getrouwd was is onbekend, wel is bekend dat hij een zoon had: Lucius Domitius Ahenobarbus.
•.

relatie
met

Nn .

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Domitius*-59  †-25  34



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Nn
Nn .

relatie
met

Gnaeus Domitius Ahenobarbus1, zn. van Lucius Domitius Ahenobarbus (II) en Porcia Catones I, geb. circa 79 BC1,1,1, consul in 32 BC, ovl. (minstens 47 jaar oud) na 32 BC1,1.


Aantekeningen bij Gnaeus Domitius Ahenobarbus.
•.
Gnaius Domitius Ahenobarbus was de zoon van Lucius Domitius Ahenobarbus (II) en Porcia Catones (i). Hij gaf zich in 49 v.Chr. samen met zijn vader over aan Julius Caesar toen deze met zijn troepen de stad Corfinium was genaderd en was tevens aanwezig tijdens de slag bij Pharsalus in 48 v.Chr. Nadien werden zijn daden door Julius Caesar vergeven. Na de moord op de dictator in 44 v.Chr. volgde hij Marcus Iunius Brutus richting Macedonia. Als bevelhebber van de vloot wist hij tijdens de eerste slag bij Philippi (42 v.Chr.) Gnaeus Domitius Calvinus (II) verpletterend te verslaan. Na de slag bij Philippi zette hij, onafhankelijk van Sextus Pompeius, de strijd voort en plunderde met 70 schepen en twee legioenen de kust langs de Ionische Zee. In 40 v.Chr. verzoende hij zich met Marcus Antonius en volgde hem tijdens zijn expeditie tegen de Parthen in Asia. In 32 v.Chr. werd hij, mede door toedoen van Marcus Antonius, samen met Gaius Sosius aangesteld als consul. Tijdens zijn ambtstermijn brak de strijd tussen Marcus Antonius en Gaius Julius Caesar Octavianus in alle hevigheid los en vluchtte samen met Antonius naar Ephesus. Geďrriteerd door het gedrag van Antonius en de aanwezigheid van Cleopatra in het leger, keerde hij zich echter kort daarop af van zijn vroegere bondgenoot. Hij stierf vlak voor de befaamde slag bij Actium, nadat hij kort daarvoor zich verzoend had met Octavianus.
Met wie Cn. Domitius Ahenobarbus getrouwd was is onbekend, wel is bekend dat hij een zoon had: Lucius Domitius Ahenobarbus.
•.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Domitius*-59  †-25  34



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Lucius Domitius Ahenobarbus (II)
Lucius Domitius Ahenobarbus (II)1, geb. in 98 BC1,1,1, curul aedil in 62 BC, praetor in 58 BC, consul in 54 BC, pontifex tussen 50 BC en 48 BC, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Pharsalos [Ita] op 9 aug 48 BC1,1.


Aantekeningen bij Lucius Domitius Ahenobarbus (II).
•.
Lucius Domitius Ahenobarbus (consul in 54 v.Chr.).
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie.
Ga naar: navigatie, zoeken.
Lucius Domitius Ahenobarbus was een Romeins politicus en militair uit het vooraanstaande plebeďsch geslacht Domitia (Gens Domitia). Domitius Ahenobarbus was consul in 54 v.Chr. met Appius Claudius Pulcher. Hij was bevriend met Cicero en tegenstander van het eerste triumviraat van Julius Caesar, Pompeius en Crassus. Tijdens de burgeroorlog tussen Pompeius en Caesar van 49-45 v.Chr. stond hij aan de zijde van de optimates, de aanhangers van Pompeius en de senaat.
Domitius Ahenobarbus was de zoon van Gnaius Domitius Ahenobarbus (consul in 96 v.Chr.) en kleinzoon van Gnaius Domitius Ahenobarbus (consul in 122 v.Chr.). Hij was getrouwd met Porcia Catones (I), de zuster van Cato de Jongere. Samen kregen ze een zoon, Gnaius Domitius Ahenobarbus, die in 32 v.Chr. consul was.
•.
De burgeroorlog.
Tijdens het beleg van Corfinium werden Domitius Ahenobarbus en zijn zoon Gnaius gevangengenomen.[1] Na de inname van Corfinium werd hij door Caesar in vrijheid gesteld.[2] Hij was eerder door de senaat aangesteld om Caesar op te volgen als proconsul van Gallia Narbonensis[3][4] en vertrok dus naar Massilia, het hedendaagse Marseille. Terwijl Caesar met het neutrale Massilia aan het onderhandelen was, arriveerde Domitius met zeven triremen. Hij nam de leiding op zich en begon meteen met de versterking van de stad.[5] Caesar besloot daarop de stad te belegeren. Hij liet het beleg van Massilia over aan Gaius Trebonius en stelde Decimus Brutus aan het hoofd van zijn inderhaast te Arelas (Arles) gebouwde vloot. De laatste moest er voor zorgen dat Domitius geen steun vanuit zee kreeg. Caesar zelf trok verder naar Hispania Citerior.[6] Na de val van Massilia ontvluchtte Domitius Ahenobarbus per schip de stad.[7] Hij voer naar Griekenland om zich aan te sluiten bij Pompeius.
In de slag bij Pharsalus had Domitius Ahenobarbus het bevel over de linkervleugel, terwijl Metellus Scipio het commando over het centrale deel voerde.[8] In de nasleep van deze door Caesar gewonnen veldslag vond Domitius Ahenobarbus de dood.[9].
•.
Bronnen/noten/ref.:.
1. Julius Caesar - De burgeroorlog (Commentarii de bello civili) 1.15-23 (Engelse vertaling).
2. Appianus - Romeinse geschiedenis (Rhomaika) Burgeroorlog 2.38 (Engelse vertaling).
3. Julius Caesar - De burgeroorlog 1.6.
4. Appianus - Romeinse geschiedenis Burgeroorlog 2.32.
5. Julius Caesar - De burgeroorlog 1.34-36.
6. Cassius Dio - Romeinse geschiedenis 41.19 (Engelse vertaling).
7. Julius Caesar - De burgeroorlog 2.22 (Engelse vertaling).
8. Appianus - Romeinse geschiedenis 2.76.
9. Julius Caesar - De burgeroorlog 3.99 (Engelse vertaling).

tr.
met

Porcia (Porcia I) Catones I, dr. van Marcus Porcius Cato II en Livia Drusilla I (Drusa), geb. in 97 BC, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) in 51 BC.


Aantekeningen bij Porcia Catones I.
•.
Porcia Catones was de naam voor vrouwen in de tak van de gens Porcia die het cognomen Cato droegen.
•.
Porcia Catones (i) was een dochter van Marcus Porcius Cato (II) en Livia Drusa en de zuster van Marcus Porcius Cato Uticensis minor. Wegens het vroegtijdig overlijden van haar beide ouders, werd zij op jonge leeftijd, samen met haar broer Marcus, door haar oom Marcus Livius Drusus in huis gehaald en opgevoed. Zij was getrouwd met Lucius Domitius Ahenobarbus (II) [1], consul in het jaar 54 v.Chr. en vooraanstaand lid van de optimates. Samen kregen zij een zoon Gnaius Domitius Ahenobarbus (VI). In 49 v.Chr, terwijl haar man in Corfinium door troepen van Julius Caesar belegerd werd, verbleef zij in Napels.[2] Zij overleed aan het einde van het jaar 46 v.Chr. of het begin van het jaar 45 v. CHr.[3].
•.
Bronnen, noten en/of referenties:.
1. Plutarchus, Cato minor, 41.
2. Cicero, Epistulae ad Atticum, IX, 3.
3.Cicero, Epistulae ad Atticum, XIII, 37, 48.
4. Plutarchus, Cato minor, 52.
•.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Domitius*-79  †-32  47



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Gaius Porcius Cato
Gaius Porcius Cato, consul in 114 BC, proconsul in 113 BC.


Aantekeningen bij Gaius Porcius Cato.
•.
Gaius Porcius Cato was de jongste zoon van Marcus Porcius Cato Licinianus en Aemilia Tertia en werd door Marcus Tullius Cicero omschreven als een middelmatige orator1. Tijdens zijn jeugd was Gaius een volgeling geweest van Tiberius Sempronius Gracchus.
In 114 v.Chr. werd Gaius Porcius Cato samen met Manius Acilius Balbus aangesteld als consul van dat jaar. Het daaropvolgende jaar (113 v.Chr.) vertrok hij als proconsul richting zijn provincia Macedonia. Tijdens zijn verblijf in Griekenland moest hij met zijn troepen een gevoelige nederlaag incasseren tegen de Scordisci. Na de beëindiging van zijn ambtstermijn werd Cato voor het gerecht gedaagd wegens het uitbuiten van de bewoners van zijn provincie. Hij werd veroordeeld tot het betalen van een boete.
Nadien deed Gaius Cato dienst als legatus tijdens de oorlog tegen de Numidische koning Jugurtha. Tijdens zijn diensttijd in Afrika lekte echter uit dat hij zich had laten omkopen door de Numidische koning. Uit angst wederom veroordeeld te worden vluchtte hij in 110 v.Chr. naar Spanje en werd burger van de stad Tarraco2.
•.
Bronnen, ref, voetnoten:.
1. Cicero, Brutus 28.
2. Cicero, pro Balbo 11.
•.

relatie
met

Nn .


Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Gnaius Domitius Ahenobarbus (I)
Gnaius Domitius Ahenobarbus (I)1,1, consul in 122 BC, Tribunus plebis in 104 BC.


Aantekeningen bij Gnaius Domitius Ahenobarbus (I).
•.
Gnaius Domitius Ahenobarbus was de oudste zoon van Gnaius Domitius Ahenobarbus (consul in 122 v.Chr.). Tijdens zijn ambtstermijn als tribunus plebis (104 v.Chr.) kwam hij in conflict met het college van pontifices. Het college weigerde hem namelijk aan te stellen als opvolger van zijn vader als pontifex. Ahenobarbus reageerde hierop met de lex Domitia Sacerdotiis. Deze wet ontnam het college het recht om pontifices aan te stellen en gaf het in plaats daarvan aan de burgers van Rome. Kort hierop werd Ahenobarbus alsnog door het volk verkozen tot pontifex1. Als onschendbaar volkstribuun klaagde hij Marcus Aemilius Scaurus (pontifex maximus en consul van het jaar 115 v.Chr.) en Marcus Iunius Silanus (consul van het jaar 109 v.Chr.) aan wegens maiestas2. In 96 v.Chr. werd hij samen met Gaius Cassius Longinus aangesteld als consul. In 92 v. Christus werd hij tevens aangesteld als censor, maar zijn ambtstermijn werd gekenmerkt door verscheidene conflicten met zijn collega Lucius Licinius Crassus.
Gnaius Domitius Ahenobarbus had twee zonen, L. Domitius Ahenobarbus en Gn. Domitius Ahenobarbus.
•.
Bronnen/noten/ref.:.
1. Livius, Epitoma, 67; Cicero, Oratio pro Rege Deiotaro, 11.
2. Cicero, Oratio Divinatio in Q. Caecilium, 20; Orationes Verrinae, II, 47; Oratio pro M. Scauro, 1.
•.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Domitius*-98  †-48 Pharsalos [Ita] 49
Gnaius Domitius  †-81   



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Nn
Nn .

tr.
met

Gnaius Domitius Ahenobarbus (I)1, zn. van Gnaius Domitius Ahenobarbus en Nn, 1, consul in 122 BC, Tribunus plebis in 104 BC.


Aantekeningen bij Gnaius Domitius Ahenobarbus (I).
•.
Gnaius Domitius Ahenobarbus was de oudste zoon van Gnaius Domitius Ahenobarbus (consul in 122 v.Chr.). Tijdens zijn ambtstermijn als tribunus plebis (104 v.Chr.) kwam hij in conflict met het college van pontifices. Het college weigerde hem namelijk aan te stellen als opvolger van zijn vader als pontifex. Ahenobarbus reageerde hierop met de lex Domitia Sacerdotiis. Deze wet ontnam het college het recht om pontifices aan te stellen en gaf het in plaats daarvan aan de burgers van Rome. Kort hierop werd Ahenobarbus alsnog door het volk verkozen tot pontifex1. Als onschendbaar volkstribuun klaagde hij Marcus Aemilius Scaurus (pontifex maximus en consul van het jaar 115 v.Chr.) en Marcus Iunius Silanus (consul van het jaar 109 v.Chr.) aan wegens maiestas2. In 96 v.Chr. werd hij samen met Gaius Cassius Longinus aangesteld als consul. In 92 v. Christus werd hij tevens aangesteld als censor, maar zijn ambtstermijn werd gekenmerkt door verscheidene conflicten met zijn collega Lucius Licinius Crassus.
Gnaius Domitius Ahenobarbus had twee zonen, L. Domitius Ahenobarbus en Gn. Domitius Ahenobarbus.
•.
Bronnen/noten/ref.:.
1. Livius, Epitoma, 67; Cicero, Oratio pro Rege Deiotaro, 11.
2. Cicero, Oratio Divinatio in Q. Caecilium, 20; Orationes Verrinae, II, 47; Oratio pro M. Scauro, 1.
•.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Domitius*-98  †-48 Pharsalos [Ita] 49
Gnaius Domitius  †-81   



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Gnaius Domitius Ahenobarbus
Gnaius Domitius Ahenobarbus1,1, Legatus legionis in 129 BC, censor in 115 BC, consul in 122.


Aantekeningen bij Gnaius Domitius Ahenobarbus.
•.
Gnaius Domitius Ahenobarbus was een zoon van Gnaius Domitius Ahenobarbus (consul suffectus in 162 v.Chr.).
•.
In 129 v.Chr. was hij als legatus legionis onder consul M'. Aquillius aanwezig in Pergamum en hielp mee het conflict tussen Rome en prins Aristonicus, de zoon van koning Eumenes II, te beëindigen.
In 122 v.Chr. was hij, samen met Gaius Fannius, consul en werd met enkele Romeinse legioenen richting de Allobroges gestuurd. Deze Gallische stam had de koning van de Salluvii, Teutomalius, een vijand van de Romeinen, onderdak geboden en daarmee de woede van Rome op hun hals gehaald. Tijdens de slag bij Vindalium (122 v.Chr.) wist Ahenobarbus, mede door de angst die zijn olifanten zaaiden onder de Gallische krijgers, een glansrijke overwinning te halen op de troepen van de Allobroges en de Arverni. Na dit militaire succes paradeerde hij pompeus, gezeten op een olifant, en gevolgd door zijn legioenen door zijn provincia om aan ieder kenbaar te maken dat Rome gezegevierd had. (Hierbij moet opgemerkt worden dat Ahenobarbus wel degelijk een belangrijke overwinning had behaald maar dat de pacificatie van het gebied nog lang niet voltooid was; de daadwerkelijke onderwerping van de Gallische stammen in dit gebied vond pas plaats in 120 v.Chr.1). Tijdens zijn aanwezigheid in Gallia versterkte Ahenobarbus het kampement in de buurt van de stad Narbo en liet hij tevens de via Domitia aanleggen2. In 121 v.Chr. werd Ahenobarbus als proconsul opgevolgd door Q. Fabius Aemiliani Maximus, maar bleef dat jaar nog wel militair actief in de regio.
Na zijn terugkeer in Rome in 120 v.Chr. verkreeg Cn. Ahenobarbus voor zijn militaire successen het recht om een triomftocht te houden. Tijdens deze ceremoniële tocht dwars door Rome werd de geboeide Arvernische koning Bituitus (die op verraderlijke wijze in handen van de Romeinen was gevallen), gedwongen mee te lopen als oorlogtrofee.
In 115 v. Chr werd Ahenobarbus, samen met Lucius Caecilius Metellus Diadematus, aangesteld als censor en schrapte 22 senatoren uit de Senaatslijst3. Later werd hij ook nog aangesteld als pontifex maximus4.
•.
Voetnoten/bronnen/ref.:.
1. Livius, Epitoma, 61; Florus, Historia Romanorum, III, 2; Strabo, Geographica, IV, 2, § 3; Cicero, Oratio pro Fonteio, 12; Brutus, 26; Velleius Paterculus, II, 10, 39.
2. Cicero, Oratio pro Fonteio, 8.
3. Liv. Epit. 62; Cic. pro Cluent.42.
4. Suetonius, Nero, 2.
•.

relatie
met

Nn .

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaius Domitius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Gnaius Domitius Ahenobarbus
Gnaius Domitius Ahenobarbus1, geb. 1,1,1, consul in 96 BC, ovl. in 81 BC1,1.


Aantekeningen bij Gnaius Domitius Ahenobarbus.
Gnaius Domitius Ahenobarbus (? - 81 v.Chr.) was de oudste zoon van Gnaius Domitius Ahenobarbus (consul in 96 v.Chr.) en was getrouwd met Cornelia Cinna, de dochter van L. Cornelius Cinna (consul in het jaar 87 v.Chr.). Hoewel een exacte datering niet te geven is, is bekend dat hij ergens in de jaren '90 als praetor werkzaam was in de provincia Sicilia. Ahenobarbus onderhield, in tegenstelling tot zijn oom L. Domitius Ahenobarbus nauwe contacten met de politieke groepering van Gaius Marius en was daarom ook een politieke tegenstander van Lucius Cornelius Sulla. Na de slag bij de Porta Collina in 82 v.Chr. vluchtte hij, uit angst opgepakt te worden door aanhangers van Sulla, naar Africa alwaar hij, met behulp van de Numidische koning Hiarbas, een leger bijeen wist te brengen. Ahenobarbus werd echter in 81 v.Chr. door de troepen van Pompeius nabij Utica verslagen en stierf tijdens de daarop volgende bestorming van zijn kamp [1].
•.
Bronnen/ref./noten:.
1 Livius, Epitoma, 89; Plutarchus, Pompeius, 10, 12.

tr.
met

Cornelia Cinna1,2, dr. van Lucius Cornelius Cinna en Nn, geb. circa 94 BC2,2,1,2, ovl. (ongeveer 26 jaar oud) in 68 BC, tr. (1) met Gaius Julius Caesar1,2. Uit dit huwelijk een dochter.


Aantekeningen bij Cornelia Cinna.
Cornelia Cinna minor (94 v.Chr.-68 v.Chr.) was de echtgenote van Gaius Iulius Caesar (sinds ongeveer 85/84 v.Chr.). Zij was de dochter van Lucius Cornelius Cinna, consul van 87 tot 84 v.Chr. Hoewel de aanhangers van Lucius Cornelius Sulla bij haar echtgenoot aandrongen van haar te scheiden weigerde deze dit te doen. Cornelia stierf in 68 v. Chr bij de geboorte van hun dochter Julia. Haar broer Lucius Cornelius Cinna zou later als praetor in 44 v.Chr. de kant van de moordenaars van Caesar kiezen.
*.
Bronnen/ref./link:.
- M. Emerson, Leading Roman Families Genealogical Database A-Z Index, 2006.


Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Julia Caesaris
Julia Caesaris.


Aantekeningen bij Julia Caesaris.
•.
Iulia Caesaris was de dochter van de dictator Gaius Iulius Caesar en Cornelia Cinna minor en diens enige wettige kind.[1] Ze was de vierde echtgenote van Gnaius Pompeius Magnus maior en stond bekend om haar schoonheid en deugdzaamheid..
•.
Leven.
Het is niet precies geweten wanneer Iulia werd geboren, maar moderne geleerden plaatsen haar geboorte tussen 83 en 76 v.Chr.[2] Nadat haar moeder in 69 v.Chr. in het kraambed was gestorven[3], zou haar grootmoeder langs vaderskant Aurelia Cotta voor haar opvoeding instaan.[4].
Ze zou zich verloven met Quintus Servilius Caepio, die Caesar had gesteund tegen Marcus Calpurnius Bibulus.[5] Toch verbrak Caesar de verloving om zijn dochter te laten trouwen in april 59 v.Chr. met Gnaius Pompeius Magnus maior.[6] Dit huwelijk werd gezien als bezegeling van het politieke bondgenootschap tussen haar vader en haar nieuwe echtgenoot, dat de geschiedenis zou ingaan als het eerste triumviraat, en de argwaan opwekte van Marcus Tullius Cicero en Marcus Porcius Cato Uticensis minor.[7].
Iulia stierf echter voordat de breuk tussen haar echtgenoot en haar vader onvermijdelijk was geworden.[8] Want bij de verkiezing van de aediles in 55 v.Chr., werd Pompeius omringd door een tumultueuze volksmassa, en zijn toga was besprenkeld met het bloed van de relschoppers. Een slaaf droeg de bevlekte toga naar zijn huis op de Carinae en werd door Iulia gezien. In de overtuiging dat haar echtgenoot was gedood, kreeg ze voortijdige weeën en haar constitutie leed hier onherstelbare schade door.[9] In augustus van 54 v.Chr. stierf ze tenslotte in het kraambed en haar kind - een zoon volgens sommige auteurs[10], een dochter volgens anderen[11] — zou haar slechts enkele dagen hebben overleefd.[12] Caesar was op het moment dat hij de dood van zijn dochter vernam in Britannia en schijnt zich ondanks zijn verdriet stoďcijns te hebben gehouden.[13].
•.
Ondanks de politieke gronden voor dit huwelijk, bleek het een zeer gelukkig huwelijk te zijn.[14] Hierdoor deden geruchten de ronde dat de "oude" Pompeius helemaal werd ingenomen door zijn drieëntwintig jaar jongere echtgenote.[15] Zo liet hij het bestuur over zijn provincia Hispania Ulterior over aan legati (zaakgelastigden), terwijl hij zelf in Rome bleef om als curator annonae de graantoevoer te overzien.[16].
Pompeius wenste haar assen te ruste te leggen in zijn favoriete Albaanse villa, maar het volk, dat van Iulia hield, was vastberaden haar een laatste rustplaats te geven op het Campus Martius (Marsveld).[17] Hiervoor was toestemming van de senaat nodig, en Lucius Domitius Ahenobarbus, een van de consuls van 54 v.Chr., aangespoord door zijn haat voor Pompeius en Caesar, wist zich een veto van een tribunus plebis te verwerven om dit tegen te houden. Maar de wil van het volk was sterker en na de laudatio funebris (lijkrede) op het Forum Romanum plaatste men haar urne in het Campus Martius.[18] Tien jaar later zou de officiële brandstapel voor Caesars eigen crematie worden opgericht naast de graftombe van zijn dochter, maar het volk zou opnieuw ingrijpen door na de laudatio funebris van Marcus Antonius Caesars lijk te cremeren op het Forum Romanum.[19].
•.
Na Iulia's dood begon de alliantie tussen Pompeius en Caesar uiteen te vallen, wat zou eindigen in burgeroorlog. Het werd als een opvallend voorteken gezien dat toen Caesars adoptiezoon Gaius Iulius Caesar (Octavianus) Rome binnenkwam, het monument van Iulia door bliksem werd getroffen.[20] Caesar zelf wijdde een ceremonie aan haar manes, die hij in 46 v.Chr. in de vorm van uitgebreide funeraire spelen met gladiatorengevechten hield.[21] De datum was zo gekozen dat het samenviel met de ludi Veneris Genetricis van 26 september, het festival ter ere van Venus Genetrix, de goddelijke stammoeder van de gens Iulia.[22].
7.
Bronnen/ref.:/noten:.
1. Tacitus, Annales III 6.2..
2. A. Goldsworthy, Caesar:Life of a Colossus, New Haven - Londen, 2006, p. 28 (voetnoot 2). Zie ook: M. Gelzer, Caesar: Politician and Statesman, Oxford, 1968, p. 21, P. Grimal, Love in Ancient Rome, Norman, 1986, p. 222, C. Meier, Caesar, Londen, 1996, p. 105..
3. Suetonius, Vita Divi Iuli 6, Plutarchus, Caesar 5. De datering in 69 v.Chr. is gebaseerd op het feit dat Caesar op het moment dat hij de lijkrede voor zijn overleden zus alsook zijn overleden echtgenote uitsprak quaestor was (cf. Suetonius) en zijn quaestuur in 69 v.Chr. wordt geplaatst (T.R.S. Broughton, The Magistrates of the Roman Republic, II, New York, 1952, p. 132.)..
4. Dit maakt men op uit het feit dat ze in Caesars huis verbleef tijdens het Bona Dea-feest in 62 v.Chr. (Plutarchus, Caesar 10.1-3, Suetonius, Vita Divi Iuli 74.2.)..
5.Suetonius, Vita Divi Iuli 21.1..
6. Plutarchus, Caesar 14.7, Suetonius, Vita Divi Iuli 21.1..
7. Cicero, Epistulae ad Atticum II 17.1, Plutarchus, Pompeius 49.4, Gellius, Noctes Atticae IV 10.5..
8. Velleius Paterculus, II 44, 47, Florus, IV 2.13, Plutarchus, Pompeius 53, Lucanus, I 113..
9. Valerius Maximus, Facta et dicta memorabilium IV 6 § 4, Plutarchus, Pompeius 53..
10. Velleius Paterculus, II 47, Suetonius, Vita Divi Iuli 26, Lucanus, V 474, IX 1049..
27.Plutarchus, Pompeius 53, Cassius Dio, XXXIX 64..
28. Cassius Dio, XL 44..
29. Seneca, Ad Marciam de Consolatione XIV 3, Cicero, Pro Publio Quinctio III 1, Epistulae ad Atticum IV 17..
30. Plutarchus, Pompeius 53.1, Valerius Maximus, Facta et dicta memorabilia IV 6 § 4..
31. Plutarchus, Pompeius 48.5-7..
32. Plutarchus, Pompeius 53..
33. Plutarchus, Pompeius 53.3..
34. Cassius Dio, XXXIX 64, XLVIII 53..
35. Suetonius, Vita Divi Iuli 84, Livius, Periochae CXVI 6..
^ Suetonius, Vita Divi Iuli 84, Vita Divi Augusti 95..
36. Suetonius, Vita Divi Iuli 26, Plutarchus, Caesar 55, Cassius Dio, XLIII 22..
37. Octavianus volgde dit voorbeeld in 44 v.Chr. door de ludi funebres voor Caesar te houden terwijl hij tegelijkertijd de ludi Veneris Genetricis van september naar juli verhuisde..
•.
Referenties:.
- W. Smith, art. Julia (4), in W. Smith (ed.), A dictionary of Greek and Roman biography and mythology, II, Boston, 1867, pp. 640-641..
- H. Stegmann, art. Iulia (5), in NP 6 (1999), col. ..
•.

  • Vader:
    Gaius Julius Caesar1,2, zn. van Gaius Lulius Caesar Strabo en Aurelia Cotta, geb. te Rome op zaterdag 13 jul 100 BC1,2,1,2,1,2, veldheer, ovl. (56 jaar oud) te Rome op 15 mrt 44 BC1,2,1,2, tr. (2) met Pompeia . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Calpurnia 2. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (4) met Kleopatra VII van Egypte1,2. Uit dit huwelijk een dochter., tr. (resp. minstens 17 en minstens 11 jaar oud) (1) tussen 83 BC en 84 BC.
 



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

relatie
met

Gnaius Domitius Ahenobarbus1, zn. van Gnaius Domitius Ahenobarbus en Nn, 1, Legatus legionis in 129 BC, censor in 115 BC, consul in 122.


Aantekeningen bij Gnaius Domitius Ahenobarbus.
•.
Gnaius Domitius Ahenobarbus was een zoon van Gnaius Domitius Ahenobarbus (consul suffectus in 162 v.Chr.).
•.
In 129 v.Chr. was hij als legatus legionis onder consul M'. Aquillius aanwezig in Pergamum en hielp mee het conflict tussen Rome en prins Aristonicus, de zoon van koning Eumenes II, te beëindigen.
In 122 v.Chr. was hij, samen met Gaius Fannius, consul en werd met enkele Romeinse legioenen richting de Allobroges gestuurd. Deze Gallische stam had de koning van de Salluvii, Teutomalius, een vijand van de Romeinen, onderdak geboden en daarmee de woede van Rome op hun hals gehaald. Tijdens de slag bij Vindalium (122 v.Chr.) wist Ahenobarbus, mede door de angst die zijn olifanten zaaiden onder de Gallische krijgers, een glansrijke overwinning te halen op de troepen van de Allobroges en de Arverni. Na dit militaire succes paradeerde hij pompeus, gezeten op een olifant, en gevolgd door zijn legioenen door zijn provincia om aan ieder kenbaar te maken dat Rome gezegevierd had. (Hierbij moet opgemerkt worden dat Ahenobarbus wel degelijk een belangrijke overwinning had behaald maar dat de pacificatie van het gebied nog lang niet voltooid was; de daadwerkelijke onderwerping van de Gallische stammen in dit gebied vond pas plaats in 120 v.Chr.1). Tijdens zijn aanwezigheid in Gallia versterkte Ahenobarbus het kampement in de buurt van de stad Narbo en liet hij tevens de via Domitia aanleggen2. In 121 v.Chr. werd Ahenobarbus als proconsul opgevolgd door Q. Fabius Aemiliani Maximus, maar bleef dat jaar nog wel militair actief in de regio.
Na zijn terugkeer in Rome in 120 v.Chr. verkreeg Cn. Ahenobarbus voor zijn militaire successen het recht om een triomftocht te houden. Tijdens deze ceremoniële tocht dwars door Rome werd de geboeide Arvernische koning Bituitus (die op verraderlijke wijze in handen van de Romeinen was gevallen), gedwongen mee te lopen als oorlogtrofee.
In 115 v. Chr werd Ahenobarbus, samen met Lucius Caecilius Metellus Diadematus, aangesteld als censor en schrapte 22 senatoren uit de Senaatslijst3. Later werd hij ook nog aangesteld als pontifex maximus4.
•.
Voetnoten/bronnen/ref.:.
1. Livius, Epitoma, 61; Florus, Historia Romanorum, III, 2; Strabo, Geographica, IV, 2, § 3; Cicero, Oratio pro Fonteio, 12; Brutus, 26; Velleius Paterculus, II, 10, 39.
2. Cicero, Oratio pro Fonteio, 8.
3. Liv. Epit. 62; Cic. pro Cluent.42.
4. Suetonius, Nero, 2.
•.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaius Domitius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Walpurg Freiin von Isseltein Zu Linnep
Walpurg Freiin von Isseltein Zu Linnep.


Aantekeningen bij Walpurg Freiin von Isseltein Zu Linnep.
Zij is de dochter van Christoph, heer van Linnep, en Margaretha van Alendorp van der Leck (Von Altendorf). Zij is een Duitse telg uit de oudadellijke geslachten Van Amstel, Van Egmond en Van IJsselstein alswel de graven van Nieuwenaar, Limburg en Moers (Von Neuenahr-Alpen) en de graven van Wied. Zij is ook een directe afstammeling van Gijsbrecht van Amstel. Sinds Walpurg's vader zetelt de Duitse, reichsfreiherrliche tak van dit geslacht op het waterslot Linnep in het hertogdom Berg.


relatie (2)
met

Nn. Zij is een directe afstammeling van Gijsbrecht van Amstel.

relatie (3)
met

Johan Friedrich van Overdyck en Owerijk, drost, drost, heer van.

Uit deze relatie 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ida Catharina     
Odilla  †1690   


Nn
Nn .

relatie
met

Gnaius Domitius Ahenobarbus1, zn. van Lucius Domitius Ahenobarbus en Antonia Maior, 1,
Pontifex in 172 BC,
Een pontifex (mv.: pontifices; < pons + facere) ("wegberijder" of "bruggenbouwer") was oorspronkelijk een Romeins priester wiens belangrijkste taak het was kwade invloeden af te weren wanneer men het grondgebied verliet. Oorspronkelijk waren ze met drie, maar later werd hun aantal opgetrokken tot zestien. De pontifices maakten deel uit van het college van Pontifices, dat onder leiding stond van de Pontifex Maximus. De pontifices werden gedacht bruggen te slaan tussen de mensen en de goden.
officiële gezanten te Macedonië [Gri] in 169 BC, consul suffectus in 162 BC, consul in 32, commissaris na 168, tr. (1) met Julia Agrippina Minor. Uit dit huwelijk een zoon.


Aantekeningen bij Gnaius Domitius Ahenobarbus.
Gnaius Domitius Ahenobarbus was de zoon van Lucius Domitius Ahenobarbus (III) en Antonia en vader van keizer Nero. Hij was consul in het jaar 32 n. Chr. en vervolgens proconsul van de provincia Sicilia. Hij stierf in Pyrgi als gevolg van waterzucht. Tijdens zijn leven was hij gehuwd met Julia Agrippina minor, de dochter van Germanicus Julius Caesar. •.
Gnaius Domitius Ahenobarbus was de zoon van Gnaius Domitius Ahenobarbus (consul in 192 v.Chr.) en werd al op vroege leeftijd aangesteld als pontifex (172 v.Chr.) [1].
•.
Tijdens de Derde Macedonische Oorlog (171 - 168 v.Chr.) werd hij samen met A. Licinius Nerva en L. Baebius in 169 v.Chr. aangesteld om als officiële gezanten af te reizen richting Macedonia. Het was hun taak om de aankomende consul L. Aemilius Paulus voor het jaar 168 v.Chr. met raad en daad bij te staan in zijn strijd tegen de Macedonische koning Perseus en een duidelijke inschatting te maken van de staat van het Romeinse leger in deze gebieden [2].
Na de definitieve nederlaag van Perseus tijdens de slag bij Pydna in 168, werd Gn. Domitius Ahenobarbus aangesteld als een van de tien commissarissen die, in samenwerking met de proconsul Lucius Aemilius Paulus Macedonicus, de vorming van de provincia Macedonia moesten bewerkstelligen [3]. De overige leden van deze commissie waren A. Postumius Albinus4, C. Claudius Pulcher, Q. Fabius Labeo, C. Licinius Crassus (allen ex-consuls) en Ser. Cornelius Sulla, een zekere L. Junius, T. Numisius Tarquiniensis en A. Terentius Varro.
Nadat P. Cornelius Scipio Nasica en C. Marcius Figulus, de oorspronkelijke consuls van het jaar 162 v.Chr, bijna onmiddellijk na hun aanstelling, moesten aftreden vanwege problemen bij de auspices, werd Cn. Domitius Ahenobarbus samen met P. Cornelius Lentulus aangesteld als consul suffectus.5.
•.
Bronnen/ref./noten:.
1. Livius, Ab Urbe Condita, XLII, 28.
2. Livius, Ab Urbe Condita, XLIV, 18.
3. Livius, Ab Urbe Condita, XLV, 17.
4. staat bij Livus bekend onder de naam A. Postumius Luscus.
5. Cicero, de Natura Deorum, II, 4; de Divinatione, II, 35; Valerius Maximus, de Factis Dictisque Memorabilibus, I, 1.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaius Domitius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Nn
Nn. Zij is een directe afstammeling van Gijsbrecht van Amstel.

relatie
met

Walpurg Freiin von Isseltein Zu Linnep, dr. van Christoph Heer van Linnep en Margaretha van Alendorp van der Leck, geen kinderen, relatie (2) met Johan Friedrich van Overdyck en Owerijk. Uit deze relatie 2 dochters.


Aantekeningen bij Walpurg Freiin von Isseltein Zu Linnep.
Zij is de dochter van Christoph, heer van Linnep, en Margaretha van Alendorp van der Leck (Von Altendorf). Zij is een Duitse telg uit de oudadellijke geslachten Van Amstel, Van Egmond en Van IJsselstein alswel de graven van Nieuwenaar, Limburg en Moers (Von Neuenahr-Alpen) en de graven van Wied. Zij is ook een directe afstammeling van Gijsbrecht van Amstel. Sinds Walpurg's vader zetelt de Duitse, reichsfreiherrliche tak van dit geslacht op het waterslot Linnep in het hertogdom Berg.


Christoph Heer van Linnep
Christoph Heer van Linnep, heer.

tr.
met

Margaretha van Alendorp van der Leck (von Altendorf).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Walpurg     


Nn
Nn .

relatie
met

Gaius Porcius Cato, zn. van Marcus Porcius Cato Uticensis Licinianus en Aemilia Tertia, consul in 114 BC, proconsul in 113 BC.


Aantekeningen bij Gaius Porcius Cato.
•.
Gaius Porcius Cato was de jongste zoon van Marcus Porcius Cato Licinianus en Aemilia Tertia en werd door Marcus Tullius Cicero omschreven als een middelmatige orator1. Tijdens zijn jeugd was Gaius een volgeling geweest van Tiberius Sempronius Gracchus.
In 114 v.Chr. werd Gaius Porcius Cato samen met Manius Acilius Balbus aangesteld als consul van dat jaar. Het daaropvolgende jaar (113 v.Chr.) vertrok hij als proconsul richting zijn provincia Macedonia. Tijdens zijn verblijf in Griekenland moest hij met zijn troepen een gevoelige nederlaag incasseren tegen de Scordisci. Na de beëindiging van zijn ambtstermijn werd Cato voor het gerecht gedaagd wegens het uitbuiten van de bewoners van zijn provincie. Hij werd veroordeeld tot het betalen van een boete.
Nadien deed Gaius Cato dienst als legatus tijdens de oorlog tegen de Numidische koning Jugurtha. Tijdens zijn diensttijd in Afrika lekte echter uit dat hij zich had laten omkopen door de Numidische koning. Uit angst wederom veroordeeld te worden vluchtte hij in 110 v.Chr. naar Spanje en werd burger van de stad Tarraco2.
•.
Bronnen, ref, voetnoten:.
1. Cicero, Brutus 28.
2. Cicero, pro Balbo 11.
•.


Marcus Porcius Cato Uticensis Licinianus
Marcus Porcius Cato Uticensis Licinianus1, geb. 1,1,1, ovl. in 152 BC1,1.


Aantekeningen bij Marcus Porcius Cato Uticensis Licinianus.
•.
Marcus Porcius Cato Licinianus (?-152 v.Chr.)was een Romeinse jurist en de enige zoon uit het huwelijk tussen Marcus Porcius Cato Censorius maior en Licinia. Het agnomen Licinianus werd aan zijn naam toegevoegd om hem duidelijk te onderscheiden van zijn jongere halfbroer en naamgenoot Marcus Porcius Cato Salonianus. Onder streng toezicht van zijn vader ontwikkelde de jonge Cato zich in zijn jeugd tot een wijs en deugdzaam persoon.[1].
•.
Als vast onderdeel van de opvoeding van elke patriciër, ging ook Cato Licinianus op vrij jonge leeftijd in militaire dienst. In 173 v.Chr. diende hij onder de consul Marcus Popilius Laenas tijdens een campagne in Liguria.[2] In 168 v.Chr. vocht hij, onder leiding van de consul Lucius Aemilius Paulus Macedonicus, tegen de troepen van koning Perseus van Macedonië in de slag bij Pydna. [1][3][4].
Na zijn terugkeer uit het oosten besloot Cato Licinianus, mede door toedoen van zijn vader, zijn militaire loopbaan voor gezien te houden en zich toe te leggen op een carričre in de publieke rechtspraak. Al snel wist hij zich op te werken tot een eminent rechtsgeleerde. Hij schreef onder meer verscheidene belangrijke werken over jurisprudentie.[5][6] Tevens wordt hij in verband gebracht met de regula ofwel sententia Catoniana, een befaamde wet die de legitimiteit van erfenissen behandelde.[7].
•.
In 152 v. Christus kwam M. Cato Licinianus te overlijden. Tijdens zijn leven was hij getrouwd geweest met Aemilia Tertia, de dochter van Lucius Aemilius Paulus Macedonicus. Bij haar verwekte hij twee zoons, Marcus Porcius Cato (I) en Caius Porcius Cato.
•.
Bronnen, ref, noten:.
1. a b Plutarchus; Cato maior, 20.
2. Cicero;De Officiis, I, 11.
3. Valerius Maximusde Factis Dictisque Memorabilibus, iii, 12.
4. Frontinus; Strategemata, iv, 5, 17.
5. Gellius; Noctes Atticae, xiii, 18.
6. Justinianus; Digest, 45. tit. 1. s. 4 § 1.
7. Justinianus; Digest, 50. tit. 16. s. 98. § 1.

relatie
met

Aemilia Tertia, dr. van Lucius Aemilius Paulus Macedonicus en Nn.

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gaius Porcius     
Marcus Porcius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Aemilia Tertia
Aemilia Tertia.

relatie
met

Marcus Porcius Cato Uticensis Licinianus1, zn. van Lucius Aemilius Paulus Macedonius en Licinia, geb. 1,1,1, ovl. in 152 BC1,1.


Aantekeningen bij Marcus Porcius Cato Uticensis Licinianus.
•.
Marcus Porcius Cato Licinianus (?-152 v.Chr.)was een Romeinse jurist en de enige zoon uit het huwelijk tussen Marcus Porcius Cato Censorius maior en Licinia. Het agnomen Licinianus werd aan zijn naam toegevoegd om hem duidelijk te onderscheiden van zijn jongere halfbroer en naamgenoot Marcus Porcius Cato Salonianus. Onder streng toezicht van zijn vader ontwikkelde de jonge Cato zich in zijn jeugd tot een wijs en deugdzaam persoon.[1].
•.
Als vast onderdeel van de opvoeding van elke patriciër, ging ook Cato Licinianus op vrij jonge leeftijd in militaire dienst. In 173 v.Chr. diende hij onder de consul Marcus Popilius Laenas tijdens een campagne in Liguria.[2] In 168 v.Chr. vocht hij, onder leiding van de consul Lucius Aemilius Paulus Macedonicus, tegen de troepen van koning Perseus van Macedonië in de slag bij Pydna. [1][3][4].
Na zijn terugkeer uit het oosten besloot Cato Licinianus, mede door toedoen van zijn vader, zijn militaire loopbaan voor gezien te houden en zich toe te leggen op een carričre in de publieke rechtspraak. Al snel wist hij zich op te werken tot een eminent rechtsgeleerde. Hij schreef onder meer verscheidene belangrijke werken over jurisprudentie.[5][6] Tevens wordt hij in verband gebracht met de regula ofwel sententia Catoniana, een befaamde wet die de legitimiteit van erfenissen behandelde.[7].
•.
In 152 v. Christus kwam M. Cato Licinianus te overlijden. Tijdens zijn leven was hij getrouwd geweest met Aemilia Tertia, de dochter van Lucius Aemilius Paulus Macedonicus. Bij haar verwekte hij twee zoons, Marcus Porcius Cato (I) en Caius Porcius Cato.
•.
Bronnen, ref, noten:.
1. a b Plutarchus; Cato maior, 20.
2. Cicero;De Officiis, I, 11.
3. Valerius Maximusde Factis Dictisque Memorabilibus, iii, 12.
4. Frontinus; Strategemata, iv, 5, 17.
5. Gellius; Noctes Atticae, xiii, 18.
6. Justinianus; Digest, 45. tit. 1. s. 4 § 1.
7. Justinianus; Digest, 50. tit. 16. s. 98. § 1.

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gaius Porcius     
Marcus Porcius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Lucius Aemilius Paulus Macedonius
Lucius Aemilius Paulus Macedonius1, geb. te Tusculum [Alb] in 234 BC1,1,1, consul in 195 BC, censor in 184 BC, ovl. (ongeveer 85 jaar oud) in 149 BC1,1.


Aantekeningen bij Lucius Aemilius Paulus Macedonius.
•.
Marcus Porcius Cato Censorius maior (234-149 v.Chr.) ook Cato de Oude of Cato de Censor genaamd, ter onderscheiding van naamgenoten, is de meest typische vertegenwoordiger van de regerende klasse van het oude republikeinse Rome: een bekwame magistraat, legerofficier, even wilskrachtig als koppig, even sober als conservatief.
•.
Biografische gegevens.
Hij werd geboren in 234 v.Chr. geboren te Tusculum uit een plebejisch geslacht, en diende tijdens de Tweede Punische Oorlog als officier. De schrandere, roodharige boer met blauwe ogen maakte als homo novus een schitterende politieke carričre, werd consul in 195 en censor in 184. In deze functies streefde Cato ernaar met grote ernst en gestrengheid de oud-Romeinse tradities te handhaven. Als senator en gevat spreker waarschuwde hij voor de permanente bedreiging van aartsrivaal Carthago, door elke toespraak - over welk onderwerp dan ook - te laten eindigen met de zin: "Ceterum censeo Carthaginem esse delendam." (Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden!). Deze zin dankt zijn bekendheid mede aan het traditionele gebruik bij het onderwijs in het Latijn als voorbeeld van de werkwoordsvorm gerundivum.
Als behoudsgezinde boer stond hij ook argwanend tegenover de nieuwe tijd en aldus, in tegenstelling tot de clan der Scipiones, afwijzend tegenover de in de 2e eeuw v.Chr. sterk opkomende invloed van de Griekse cultuur. Typerend in dit opzicht is Cato's houding tegenover de Griekse artsen: "Ze hebben niet alleen gezworen ons allemaal uit te roeien, maar ze laten er zich nog voor betalen ook." Rome zou zijn raad niet opvolgen.
•.
Cato overleed in 149, het beginjaar van de Derde Punische Oorlog, die zou eindigen met de verwoesting van Carthago in 146. M. Porcius Cato Censorius is tweemaal getrouwd geweest en had twee zonen. Zijn oudste zoon Marcus Porcius Cato Licinianus kwam voort uit zijn eerste huwelijk met Licinia. Zijn tweede zoon, Marcus Porcius Cato Salonianus, kreeg hij op 80-jarige leeftijd en kwam voort uit zijn tweede huwelijk met Salonia.
•.
Werken.
Zijn afwijzende houding ten aanzien van de Griekse cultuur had ook een positieve kant: zoals Ennius de vader van de Latijnse poëzie is, zo is Cato de schepper van de Latijnse prozastijl. Zijn tijdgenoten gaven de voorkeur aan het Grieks.
- Hij ontplooide een omvangrijke literaire activiteit, waarbij hij zich manifesteerde als redenaar, historicus, kenner van de landbouw en van het Romeinse recht, maar van zijn proza is slechts De Agri Cultura (Over de Landbouw) bewaard, een praktisch vademecum voor de hereboer, beheerder van een landbouwbedrijf. De literaire waarde ervan is gering, maar het is interessant, zowel als specimen van het oud Latijn, als door de inhoud: behalve voorschriften en richtlijnen vindt men er ook recepten en een oud gebed in terug.
Van zijn Origines (Oorsprongen), een Romeinse geschiedenis, en zijn encyclopedisch werk over landbouw, geneeskunde en retoriek bleven slechts fragmenten over. De Origines vormden Cato’s hoofdwerk. Behalve de stichtingssagen van Italische steden beschreef hij hierin ook de latere geschiedenis tot aan zijn eigen tijd. Omdat hij een hekel had aan personencultus, vermeed Cato de namen van personen te vermelden, maar hij had veel aandacht voor de kwaliteiten van het Romeinse volk in het algemeen.
- Orationes.
- De re militari.
- De lege ad pontifices auguresque spectanti.
- Praecepta ad filium.
- Historia Romana litteris magnis conscripta.
- Carmen de moribus.
- Apophthegmata.
•.
Beoordeling.
De stijl van Cato is even krachtig en onverfijnd als de man zelf moet zijn geweest. Zijn kortademige, primitieve proza werd dan ook door de Romeinen bewonderd, maar niet nagevolgd.
Zijn kernachtige manier van spreken maakte vele van zijn uitlatingen spreekwoordelijk: later circuleerde onder zijn naam (maar niet van zijn hand!) een verzameling Disticha Catonis (Spreuken van Cato), die tot in de late Middeleeuwen grote populariteit bezat. Een voorbeeld:.
`Contra verbosos noli contendere verbis:.
sermo datur cunctis, animi sapientia paucis. Vermijd woordenwisselingen met kletskousen: elk kreeg een tong, maar weinigen verstand.
•.
Bronnen, ref, links:.
- Latijnse tekst van De Agri Cultura.
- Latijnse tekst van Disticha Catonis.
- Nederlandse vertaling van De Agri Cultura. Volgens Hunink stamde Cato overigens juist uit een rijke familie.
- Astin, A. E. (1978), Cato the Censor, Oxford: Clarendon Press.
- Dalby, Andrew (1998), Cato: On Farming, Totnes: Prospect Books, ISBN 0907325807.
- Goujard, R. (1975), Caton: De l'agriculture, Paris: Les Belles Lettres.
•.

tr. (1)
met

Licinia .

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Porcius Cato Uticensis  †-152   
Cato  †-152   

tr. (2)
met

Salonia .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Porcius Cato*-154     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
')}