Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Licinia
Licinia .

tr.
met

Lucius Aemilius Paulus Macedonius1, geb. te Tusculum [Alb] in 234 BC1,1,1, consul in 195 BC, censor in 184 BC, ovl. (ongeveer 85 jaar oud) in 149 BC1,1, tr. (2) met Salonia . Uit dit huwelijk een zoon.


Aantekeningen bij Lucius Aemilius Paulus Macedonius.
•.
Marcus Porcius Cato Censorius maior (234-149 v.Chr.) ook Cato de Oude of Cato de Censor genaamd, ter onderscheiding van naamgenoten, is de meest typische vertegenwoordiger van de regerende klasse van het oude republikeinse Rome: een bekwame magistraat, legerofficier, even wilskrachtig als koppig, even sober als conservatief.
•.
Biografische gegevens.
Hij werd geboren in 234 v.Chr. geboren te Tusculum uit een plebejisch geslacht, en diende tijdens de Tweede Punische Oorlog als officier. De schrandere, roodharige boer met blauwe ogen maakte als homo novus een schitterende politieke carrière, werd consul in 195 en censor in 184. In deze functies streefde Cato ernaar met grote ernst en gestrengheid de oud-Romeinse tradities te handhaven. Als senator en gevat spreker waarschuwde hij voor de permanente bedreiging van aartsrivaal Carthago, door elke toespraak - over welk onderwerp dan ook - te laten eindigen met de zin: "Ceterum censeo Carthaginem esse delendam." (Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden!). Deze zin dankt zijn bekendheid mede aan het traditionele gebruik bij het onderwijs in het Latijn als voorbeeld van de werkwoordsvorm gerundivum.
Als behoudsgezinde boer stond hij ook argwanend tegenover de nieuwe tijd en aldus, in tegenstelling tot de clan der Scipiones, afwijzend tegenover de in de 2e eeuw v.Chr. sterk opkomende invloed van de Griekse cultuur. Typerend in dit opzicht is Cato's houding tegenover de Griekse artsen: "Ze hebben niet alleen gezworen ons allemaal uit te roeien, maar ze laten er zich nog voor betalen ook." Rome zou zijn raad niet opvolgen.
•.
Cato overleed in 149, het beginjaar van de Derde Punische Oorlog, die zou eindigen met de verwoesting van Carthago in 146. M. Porcius Cato Censorius is tweemaal getrouwd geweest en had twee zonen. Zijn oudste zoon Marcus Porcius Cato Licinianus kwam voort uit zijn eerste huwelijk met Licinia. Zijn tweede zoon, Marcus Porcius Cato Salonianus, kreeg hij op 80-jarige leeftijd en kwam voort uit zijn tweede huwelijk met Salonia.
•.
Werken.
Zijn afwijzende houding ten aanzien van de Griekse cultuur had ook een positieve kant: zoals Ennius de vader van de Latijnse poëzie is, zo is Cato de schepper van de Latijnse prozastijl. Zijn tijdgenoten gaven de voorkeur aan het Grieks.
- Hij ontplooide een omvangrijke literaire activiteit, waarbij hij zich manifesteerde als redenaar, historicus, kenner van de landbouw en van het Romeinse recht, maar van zijn proza is slechts De Agri Cultura (Over de Landbouw) bewaard, een praktisch vademecum voor de hereboer, beheerder van een landbouwbedrijf. De literaire waarde ervan is gering, maar het is interessant, zowel als specimen van het oud Latijn, als door de inhoud: behalve voorschriften en richtlijnen vindt men er ook recepten en een oud gebed in terug.
Van zijn Origines (Oorsprongen), een Romeinse geschiedenis, en zijn encyclopedisch werk over landbouw, geneeskunde en retoriek bleven slechts fragmenten over. De Origines vormden Cato’s hoofdwerk. Behalve de stichtingssagen van Italische steden beschreef hij hierin ook de latere geschiedenis tot aan zijn eigen tijd. Omdat hij een hekel had aan personencultus, vermeed Cato de namen van personen te vermelden, maar hij had veel aandacht voor de kwaliteiten van het Romeinse volk in het algemeen.
- Orationes.
- De re militari.
- De lege ad pontifices auguresque spectanti.
- Praecepta ad filium.
- Historia Romana litteris magnis conscripta.
- Carmen de moribus.
- Apophthegmata.
•.
Beoordeling.
De stijl van Cato is even krachtig en onverfijnd als de man zelf moet zijn geweest. Zijn kortademige, primitieve proza werd dan ook door de Romeinen bewonderd, maar niet nagevolgd.
Zijn kernachtige manier van spreken maakte vele van zijn uitlatingen spreekwoordelijk: later circuleerde onder zijn naam (maar niet van zijn hand!) een verzameling Disticha Catonis (Spreuken van Cato), die tot in de late Middeleeuwen grote populariteit bezat. Een voorbeeld:.
`Contra verbosos noli contendere verbis:.
sermo datur cunctis, animi sapientia paucis. Vermijd woordenwisselingen met kletskousen: elk kreeg een tong, maar weinigen verstand.
•.
Bronnen, ref, links:.
- Latijnse tekst van De Agri Cultura.
- Latijnse tekst van Disticha Catonis.
- Nederlandse vertaling van De Agri Cultura. Volgens Hunink stamde Cato overigens juist uit een rijke familie.
- Astin, A. E. (1978), Cato the Censor, Oxford: Clarendon Press.
- Dalby, Andrew (1998), Cato: On Farming, Totnes: Prospect Books, ISBN 0907325807.
- Goujard, R. (1975), Caton: De l'agriculture, Paris: Les Belles Lettres.
•.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Porcius Cato Uticensis  †-152   
Cato  †-152   



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Marcus Porcius Cato I
Marcus Porcius Cato I1,1, consul in 118 BC.


Aantekeningen bij Marcus Porcius Cato I.
•.
Marcus Porcius Cato (I) was de oudste zoon van Marcus Porcius Cato Licinianus en Aemilia Tertia en stond net als zijn grootvader Marcus Porcius Cato Censorius maior bekend als een krachtig orator. In 118 v.Chr. was hij samen met Q. Marcius Rex consul en werd in die hoedanigheid richting Numidia gestuurd om de geschillen tussen de erfgenamen van de overleden koning Micipsa op te lossen. Tijdens zijn aanwezigheid aldaar kwam hij echter te overlijden. [1].
Marcus Porcius Cato (I) had een zoon, Marcus Porcius Cato (III).
•.
Bronnen, ref. noten:.
1. Livius, Epitoma, lxii; Gellius, xiii, 19.
•.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Porcius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Nn
Nn .

tr.
met

Marcus Porcius Cato I1, zn. van Marcus Porcius Cato Uticensis Licinianus en Aemilia Tertia, 1, consul in 118 BC.


Aantekeningen bij Marcus Porcius Cato I.
•.
Marcus Porcius Cato (I) was de oudste zoon van Marcus Porcius Cato Licinianus en Aemilia Tertia en stond net als zijn grootvader Marcus Porcius Cato Censorius maior bekend als een krachtig orator. In 118 v.Chr. was hij samen met Q. Marcius Rex consul en werd in die hoedanigheid richting Numidia gestuurd om de geschillen tussen de erfgenamen van de overleden koning Micipsa op te lossen. Tijdens zijn aanwezigheid aldaar kwam hij echter te overlijden. [1].
Marcus Porcius Cato (I) had een zoon, Marcus Porcius Cato (III).
•.
Bronnen, ref. noten:.
1. Livius, Epitoma, lxii; Gellius, xiii, 19.
•.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Porcius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Marcus Porcius Cato III
Marcus Porcius Cato III.


Aantekeningen bij Marcus Porcius Cato III.
•.
Marcus Porcius Cato (III) was de enige zoon van Marcus Porcius Cato (I). Er is zeer weinig bekend over deze telg van de gens Porcia. Na een ambtstermijn als aedilis curulis en praetor vertrok hij in de hoedanigheid van propraetor richting de provincia Gallia Narbonensis. Enige tijd na zijn aankomst kwam hij echter te overlijden. [1].
Het is onbekend of hij kinderen had..
Bronnen, ref., noten:.
1. Gellius, XIII, 19..
•.



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Salonia
Salonia .

tr.
met

Lucius Aemilius Paulus Macedonius1, geb. te Tusculum [Alb] in 234 BC1,1,1, consul in 195 BC, censor in 184 BC, ovl. (ongeveer 85 jaar oud) in 149 BC1,1, tr. (1) met Licinia . Uit dit huwelijk 2 zonen.


Aantekeningen bij Lucius Aemilius Paulus Macedonius.
•.
Marcus Porcius Cato Censorius maior (234-149 v.Chr.) ook Cato de Oude of Cato de Censor genaamd, ter onderscheiding van naamgenoten, is de meest typische vertegenwoordiger van de regerende klasse van het oude republikeinse Rome: een bekwame magistraat, legerofficier, even wilskrachtig als koppig, even sober als conservatief.
•.
Biografische gegevens.
Hij werd geboren in 234 v.Chr. geboren te Tusculum uit een plebejisch geslacht, en diende tijdens de Tweede Punische Oorlog als officier. De schrandere, roodharige boer met blauwe ogen maakte als homo novus een schitterende politieke carrière, werd consul in 195 en censor in 184. In deze functies streefde Cato ernaar met grote ernst en gestrengheid de oud-Romeinse tradities te handhaven. Als senator en gevat spreker waarschuwde hij voor de permanente bedreiging van aartsrivaal Carthago, door elke toespraak - over welk onderwerp dan ook - te laten eindigen met de zin: "Ceterum censeo Carthaginem esse delendam." (Overigens ben ik van mening dat Carthago verwoest moet worden!). Deze zin dankt zijn bekendheid mede aan het traditionele gebruik bij het onderwijs in het Latijn als voorbeeld van de werkwoordsvorm gerundivum.
Als behoudsgezinde boer stond hij ook argwanend tegenover de nieuwe tijd en aldus, in tegenstelling tot de clan der Scipiones, afwijzend tegenover de in de 2e eeuw v.Chr. sterk opkomende invloed van de Griekse cultuur. Typerend in dit opzicht is Cato's houding tegenover de Griekse artsen: "Ze hebben niet alleen gezworen ons allemaal uit te roeien, maar ze laten er zich nog voor betalen ook." Rome zou zijn raad niet opvolgen.
•.
Cato overleed in 149, het beginjaar van de Derde Punische Oorlog, die zou eindigen met de verwoesting van Carthago in 146. M. Porcius Cato Censorius is tweemaal getrouwd geweest en had twee zonen. Zijn oudste zoon Marcus Porcius Cato Licinianus kwam voort uit zijn eerste huwelijk met Licinia. Zijn tweede zoon, Marcus Porcius Cato Salonianus, kreeg hij op 80-jarige leeftijd en kwam voort uit zijn tweede huwelijk met Salonia.
•.
Werken.
Zijn afwijzende houding ten aanzien van de Griekse cultuur had ook een positieve kant: zoals Ennius de vader van de Latijnse poëzie is, zo is Cato de schepper van de Latijnse prozastijl. Zijn tijdgenoten gaven de voorkeur aan het Grieks.
- Hij ontplooide een omvangrijke literaire activiteit, waarbij hij zich manifesteerde als redenaar, historicus, kenner van de landbouw en van het Romeinse recht, maar van zijn proza is slechts De Agri Cultura (Over de Landbouw) bewaard, een praktisch vademecum voor de hereboer, beheerder van een landbouwbedrijf. De literaire waarde ervan is gering, maar het is interessant, zowel als specimen van het oud Latijn, als door de inhoud: behalve voorschriften en richtlijnen vindt men er ook recepten en een oud gebed in terug.
Van zijn Origines (Oorsprongen), een Romeinse geschiedenis, en zijn encyclopedisch werk over landbouw, geneeskunde en retoriek bleven slechts fragmenten over. De Origines vormden Cato’s hoofdwerk. Behalve de stichtingssagen van Italische steden beschreef hij hierin ook de latere geschiedenis tot aan zijn eigen tijd. Omdat hij een hekel had aan personencultus, vermeed Cato de namen van personen te vermelden, maar hij had veel aandacht voor de kwaliteiten van het Romeinse volk in het algemeen.
- Orationes.
- De re militari.
- De lege ad pontifices auguresque spectanti.
- Praecepta ad filium.
- Historia Romana litteris magnis conscripta.
- Carmen de moribus.
- Apophthegmata.
•.
Beoordeling.
De stijl van Cato is even krachtig en onverfijnd als de man zelf moet zijn geweest. Zijn kortademige, primitieve proza werd dan ook door de Romeinen bewonderd, maar niet nagevolgd.
Zijn kernachtige manier van spreken maakte vele van zijn uitlatingen spreekwoordelijk: later circuleerde onder zijn naam (maar niet van zijn hand!) een verzameling Disticha Catonis (Spreuken van Cato), die tot in de late Middeleeuwen grote populariteit bezat. Een voorbeeld:.
`Contra verbosos noli contendere verbis:.
sermo datur cunctis, animi sapientia paucis. Vermijd woordenwisselingen met kletskousen: elk kreeg een tong, maar weinigen verstand.
•.
Bronnen, ref, links:.
- Latijnse tekst van De Agri Cultura.
- Latijnse tekst van Disticha Catonis.
- Nederlandse vertaling van De Agri Cultura. Volgens Hunink stamde Cato overigens juist uit een rijke familie.
- Astin, A. E. (1978), Cato the Censor, Oxford: Clarendon Press.
- Dalby, Andrew (1998), Cato: On Farming, Totnes: Prospect Books, ISBN 0907325807.
- Goujard, R. (1975), Caton: De l'agriculture, Paris: Les Belles Lettres.
•.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Porcius Cato*-154     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Marcus Porcius Cato Salonianus
Marcus Porcius Cato Salonianus1, geb. in 154 BC1,1,1, ovl. 1,1.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Porcius  †-89   
Marcus Porcius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Nn
Nn .

tr.
met

Marcus Porcius Cato Salonianus1, zn. van Lucius Aemilius Paulus Macedonius en Salonia, geb. in 154 BC1,1,1, ovl. 1,1.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Porcius  †-89   
Marcus Porcius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Cato Lincinianus
Cato Lincinianus, ovl. in 152 BC.



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Servilia
Servilia 1.

tr.
met

Marcus Livius Drusus1, zn. van Marcus Livius Drusus en Cornelia, geb. in 124 BC1,1,1, trib. mil. in 105 BC, quaestor circa 102 BC, aedil in 94 BC, trib. pleb. in 92 BC, wordt vermoord in 91 BC, de moord in zijn huis op het palatium is aanleiding voor een oorlog, ovl. (ongeveer 33 jaar oud) in 91 BC1,1.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lucius Porcius Cato
Lucius Porcius Cato1, geb. 1,1,1, ovl. in 89 BC1,1.


Aantekeningen bij Lucius Porcius Cato.
Lucius Porcius Cato (? - 89 v.Chr.) was de jongste zoon van Marcus Porcius Cato Salonianus en had zich politiek verbonden met de optimates. Tijdens zijn ambtstermijn als tribunus plebis (100 v.Chr.) blokkeerde hij menigmaal de voorstellen van zijn populistische collega L. Appuleius Saturninus. Tijdens de bellum sociorum ofwel de Bondgenotenoorlog behaalde hij in 90 v.Chr. een overwinning op de troepen van de Etrusken. Het jaar daarop werd hij aangesteld als consul samen met Gnaeus Pompeius Strabo. Tijdens zijn consulaat vervolgde hij de strijd tegen de Bondgenoten, maar werd ongelukkigerwijs tijdens een schermutseling met troepen van de Marsi dodelijk getroffen en overleed..
Zover bekend is had Lucius Porcius Cato geen kinderen. Hij was de oom van Marcus Porcius Cato Uticensis minor.



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia


Nn
Nn .

relatie, (gesch.)
met

Romulus , zn. van Aeneas en Nn, geb. op woensdag 21 apr 753 BC.

 



Aantekeningen bij Romulus .
Romulus en Remus zijn in de Romeinse mythologie de tweelingzonen van Mars en Rhea Silvia (ook Ilia genoemd) en stichters van Rome. De stichting wordt in de legende gedateerd op 21 april 753 v.Chr..
*.
Het verhaal over de stichting van Rome werd voor het eerst opgetekend in de 3e eeuw voor Christus door Vergilius in zijn epos "Aeneas". Romulus en Remus zouden de nakomelingen zijn van de Trojaan Aeneas. Aeneas ontsnapte met zijn vader Anchises en zijn zoon Ascanius uit het brandende Troje en belandde na veel omzwervingen aan de rivier de Tiber in Italië. Een van zijn nakomelingen, de priesteres en Vestaalse maagd Rhea Silvia, was zwanger van de oorlogsgod Mars. Nadat zij werd vermoord werden Romulus en Remus in een rieten mand in de Tiber geworpen, waarna ze werden gevonden en gezoogd door een wolvin, de Lupa Capitolina.
*.
Volgens de legende vermoordde Romulus zijn tweelingbroer Remus na een ruzie over de vraag wie van beiden over de nieuw gestichte stad zou gaan heersen en er zijn naam aan mocht geven. Aldus werd Romulus de eerste koning van Rome. Hij zou zijn naam aan de stad Rome die werd gebouwd op de Mons Palatinus hebben gegeven (hoewel het waarschijnlijker is dat het omgekeerd was).
*.
Alhoewel het verhaal zelf als een mythe wordt beschouwd, lijkt het erop dat het jaar 753 v.Chr. een vrij goede schatting is voor het ontstaan van de polis Rome (er was al veel eerder bewoning, maar pas rond 750 v.Chr. begonnen deze zich echt te organiseren als gemeenschap).
*.
Legende.
*.
Verwekking en geboorte van de jongens.
Ascanius, de zoon van Aeneas, had de stad Alba Longa gesticht. Zijn nazaten werden daar koning. Eén van die afstammelingen was koning Proca, die twee zonen had: Numitor en Amulius. Toen koning Proca zijn einde voelde naderen, riep hij zijn zonen bij zich en gaf aan de één zijn geld en aan de ander zijn kroon. Numitor werd koning, maar zonder het geld was de regering natuurlijk niets waard. Dus duurde het niet lang of Amulius stootte zijn broer Numitor van de troon.
*.
Omdat hij vernomen had dat hij van de troon verstoten zou worden door de kleinzonen van zijn broer, beval hij zijn nicht Rhea Silvia, de enige dochter van Numitor, om een Vestaalse maagd te worden en aldus haar kuisheid te bewaren. Dat was echter buiten de god Mars gerekend, die Rhea Silvia overmeestert en bij haar een tweeling verwekte: Romulus en Remus. Rhea Silvia werd hierop volgens sommigen levend begraven, zoals het gebruik in Rome nog altijd als straf voorschreef voor onkuise Vestalinnen. Volgens anderen gevangen gezet maar na de dood van Amulius bevrijd. Hoewel het ook kan dat ze in de Tiber geworpen werd en de stroomgod haar als echtgenote nam.
*.
Toen Amulius dit vernam, beval hij dat de tweeling in een mandje in de Tiber geworpen moesten worden, opdat ze zouden verdrinken. Toevallig was de rivier net buiten haar oevers getreden. De jongens bleven, toen de rivier zich terugtrok naar haar bedding, achter op het droge land onder een vijgenboom. Daar werden ze gezoogd door een wolvin, zodat de jongens konden overleven (het Latijnse woord voor wolvin, lupa, kan echter ook prostituee betekenen; vandaar dat er ook wel gesuggereerd wordt dat de jongens helemaal niet door een wolvin zijn opgevoed maar gewoon door een vrouw). Uiteindelijk werden de jongens gevonden door de herder Faustulus, die hen met zijn echtgenote Acca Larentia opvoedde samen met hun eigen kroost.
*.
Toen één van Acca Larentia's zonen overleden was, trad Romulus in diens plaats op en alle twaalf offerden zij éénmaal in het jaar voor het gedijen der veldvruchten. Dit zou het ontstaan van de fratres Arvales verklaren.
*.
De jongens groeiden op en hielpen bij het beschermen van de kuddes. Toen ze van hun adoptievader vernamen wat hun afkomst was, trokken ze op naar Alba Longa om hun grootvader te wreken. Ze onttroonden hun oudoom Amulius en herstelden hun grootvader Numitor op de troon. Vervolgens besloten de jongens op hun beurt een eigen stad te stichten.
*.
Stichting van Rome en de dood van Remus.
De beide jongemannen besloten een stad te stichten op de plaats waar ze gevonden waren. Deze plek leek ideaal gelegen te zijn, want er was daar een eiland in de Tiber, waardoor deze rivier (die toen nog niet overspannen werd door bruggen) kon worden overgestoken. Toen stonden de broers voor een dilemma: wie moest over hun nieuwe stad heersen? Bij het ochtendkrieken zag Remus zes gieren. Hij zag dit als een teken van de goden dat hij de heerser van de nieuwe stad moest worden. Romulus nam enige tijd later twaalf gieren waar en meende dat hij door de goden verkozen was om over de stad te heersen. Hierop kregen de broers een hoog oplopende ruzie.
*.
Een eerste versie vertelt dat beide broers een eigen achterban hadden die hun kandidaat uitriepen tot koning en vervolgens slaags geraakten. In deze gevechten zou Remus dodelijk zijn getroffen. Een andere, meer bekende versie, is dat Romulus met een ploeg de grenzen van zijn nieuwe stad getrokken had (die het Pomerium zouden afbakenen). Remus zou over deze grens gesprongen zijn om zijn broer uit te dagen, die hem in zijn woede doodde.
*.
Trivia.
In november 2007 ontdekten wetenschappers een grot onder het Palatijn in Rome waar eeuwen naar is gezocht. Volgens de Italiaanse minister van Cultuur Francesco Rutelli is dit de grot waarvan de Romeinen geloofden waar Romulus en Remus door de wolf zijn opgevoed.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Numa*-716  †-673  43


Euphemia Belling
Euphemia Belling1, geb. te Herbrum [Deu] circa 18111,1.

tr.
met

Nn 1.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lucius Aemilius Paulus Macedonicus
Lucius Aemilius Paulus Macedonicus.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilia     


Nn
Nn 1.

tr.
met

Euphemia Belling1, dr. van Heinrich Belling en Henrica Engelberts Schulte, geb. te Herbrum [Deu] circa 18111,1.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

tr.
met

Lucius Aemilius Paulus Macedonicus.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilia     


Nn
Nn .

tr.
met

Engelbert Belling, zn. van Heinrich Belling en Henrica Engelberts Schulte, geb. circa 1810.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn*1835     


Nn Belling
Nn Belling1, geb. circa 18351,1.

tr. 1,1
met

Nn .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn*1865     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

tr. 1,1
met

Nn Belling1, zn. van Engelbert Belling en Nn, geb. circa 18351,1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn*1865     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn Belling
Nn Belling, geb. circa 1865.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engelbert*1896 Aschendorf [Deu] †1947  51
Nn     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

tr.
met

Nn Belling, zn. van Nn Belling en Nn, geb. circa 1865.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Engelbert*1896 Aschendorf [Deu] †1947  51
Nn     

')}