Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Ametris van Perzië
Ametris van Perzië.



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Wahibre (Apries)
 
Wahibre (Apries) (Wahibre, Waphres,) 1,2, geb. circa 605 BC1,2,1,2,1,2, farao van 589 BC tot 570 BC, ovl. (ongeveer 35 jaar oud) op dinsdag 22 mrt 569 BC1,2,1,2.



Aantekeningen bij Wahibre (Apries) .
Apries, Wahibre [3]), Waphres (Manetho), de Bijbelse Hophra (Hebreeuws[4]), was een Egyptisch farao die van 589 tot 570 v.Chr. regeerde. Hij was de vierde heerser van de 26e dynastie, de Saïtische dynastie.
*.
Leven.
Zodra Apriës de macht van zijn vader Psammetichus II had overgenomen, begon hij een agressieve buitenlandse politiek te voeren, waarmee hij zich scherp afzette tegen het beleid van zijn voorganger.[5] Hierbij concentreerde hij zich hoofdzakelijk op de uitbreiding van het Egyptische machtsbereik aan de noordoostelijke landgrenzen. Om dit doel te bereiken, begon hij met aanvankelijk weinig succesvolle militaire operaties in Fenicië-Palestina waarbij hij met een Fenicisch-Cypriotische vloot (respectievelijk van Tyr en Kition) versloeg maar waarvan de effectieve gevolgen voor de machtsverhoudingen moeilijk in te schatten waren - had hij Cyprus veroverd of niet?.
*.
Proefneming.
De eerste van deze operaties was een poging in 588 v. Chr. om de belegering van Jeruzalem door Nebukadnezar II te beëindigen. Deze sloeg dit voornemen de bodem in, door zijn troepen terug te trekken en een jaar later de belegering voort te zetten.[6] De daarop volgende verovering door zijn troepen bracht de ondergang van het Koninkrijk Juda met zich mee en de wegvoering van een groot aantal van haar inwoners in Babylonische gevangenschap. Welke rol Apriës bij deze gebeurtenis heeft gespeeld en waarom hij zijn troepen heeft teruggetrokken, is tot op de dag van vandaag onduidelijk.
*.
Belegering van Tyrus en muiterij.
Een andere mogelijk door Apriës begonnen operatie was de belegering van Tyrus door de Egyptische vloot. Het verslag van Herodotos over deze zeeslag is echter in tegenspraak met andere bronnen, waardoor dit beleg misschien nooit heeft plaatsgehad.[7] In 576 v.Chr. slaat het garnizoen in Elephantine aan het muiten. De soldaten, die van plan waren naar Ethiopië te trekken, konden echter op het laatste moment nog door hun commandant Neshor door onderhandeling tot inkeer worden gebracht.
*.
Tempel en opstand.
Niettegenstaande de militaire veldslagen die Apriës leidde, liet hij de Egyptische tempel van de Saïten in Memphis uitbreiden, en schonk hij ook landerijen, dienaren en vee uit de erfenis van zijn vader Psammetichus II aan de priesters van de daar gelegen tempel van de godheid Ptah. Aldus liet hij een indruk van weldoenerij na op latere generaties. In het laatste jaar van zijn regering zag Apries zich met een opstand van het gezamenlijke Oud-Egyptische leger, met uitzondering van de Griekse huurlingen geconfronteerd, die hij door een strategische inschattingsfout, namelijk een veldtocht tegen de polis Cyrene in 571 v. Chr, zelf had veroorzaakt. De krijgstocht naar Cyrene eindigde met een zware nederlaag van de Egyptische troepen. De overlevenden verdachten Apriës ervan hen te hebben verraden. De koning beval de veldheer Amasis, de opstand, die een openlijk uitbreken van vijandelijkheden onder de Egyptische troepen (Griekse huurlingen tegen inheemse soldaten (Grieks: Machimoi)) betekende, te beëindigen.[8].
*.
Slag bij Momemphis.
Daar de rebellen echter inheemse soldaten waren en dus het grootste deel van het Egyptische leger uitmaakten, gaf Amasis zich aan hen over en liet zichzelf tot farao uitroepen.[9] Daardoor stonden nu nog slechts de Griekse huurlingen onder het bevel van Apriës.[10] In de slag bij Momemphis werd Apriës' huurlingenleger verslagen. Apriës restte bij gebrek aan andere soldaten geen andere mogelijkheid dan in 569 v. Chr. uit de Nijldelta te vluchten. In 567 v. Chr. trok Apriës met een nieuw leger uit Opper-Egypte in de richting van de Nijldelta om Amasis te bestrijden en de Egyptische troon te heroveren. Apriës leed echter een nederlaag en werd door Amasis gevangen genomen. Deze leverde hem over aan de algemene volkswoede, waarbij Apriës werd gedood. Daarop werd Apriës met alle eerbewijzen in de hoofdstad Saïs bijgezet.[11].
*.
Monumenten.
Als groot bouwheer schrijft men hem, naast de Obelisk, opgericht voor de tempel van Neith in Saïs, een paleis in het grote noordelijke stadsgebied van Memphis toe. De zuilen, die nog deels uitsteken op de site, dragen nog steeds zijn titulatuur. Hij is ook actief geweest in Heliopolis en men herkent hem in talrijke voorstellingen in verschillende groottes waaronder een kolossale sfinx, opgevist uit het meer van Qait Bay in Alexandrië, die zich in het Louvre bevindt. Een obelisk van Apriës kan men bewonderen op het Minervaplein te Rome, net achter het Pantheon gelegen.
*.
Antieke bronnen.
- Diodoros van Sicilië, Bibliotheca Historia.
- Herodotos, Historiën II 161-163, 169, 171.
- Manetho.
- Oude testament: Jer. 37:5, 37:7, 37:11, 44:30; Ez. 29:2-3.
*.
1. Herodotus, II 161.
2. Diodorus, I 68.
3. Manetho.
4. Jeremia 44:30 In andere passages wordt hij simpelweg "de farao" genoemd: Jer. 37:5, 37:7, 37:11; Ez. 29:2-3.
5. Herodotus, II 161.
6. Jer. 37:5, 37:7, 37:11.
7. Herodotus, II 161. Cf. Ez. 29:2-3 (?).
8. Herodotus, II 162.
9. Herodotus, II 162.
10. Herodotus, II 163.
11. Herodotus, II 169.
*.
Bibliografie.
- P.A. Clayton, Chronique des Pharaons, Parijs, 1995. ISBN 2203233044.
- H. de Meulenaere, art. Apries, in Lexikon der Ägyptologie 1 (1975), pp. 358-360.
- A.H. Gardiner, Geschichte des Alten Ägypten, München, 1993. ISBN 389350723X.
- E.G. Hirsch - M. Seligsohn, art. Hophra, in Jewish Encyclopedia 6 (1906), p. 460.
- F.K. Kienitz, Die politische Geschichte Ägyptens vom 7. bis zum 4. Jahrhundert vor der Zeitwende, Berlijn, 1953.
- E. Meyer, Geschichte des Altertums. Dritter Band: Der Ausgang der altorientalischen Geschichte und der Aufstieg des Abendlandes bis zu den Perserkriegen, Darmstadt, 19755.
- D.A. Pressl, Beamte und Soldaten: Die Verwaltung in der 26. Dynastie in Ägypten (664-525 v. Chr.), Frankfurt am Main, 1998. ISBN 363132586X.
- M. Rice, art. Apries, in M. Rice, Who's Who in Ancient Egypt, Londen - New York, 1999, p. 28. ISBN 0415154480.
- T. Schneider, art. Apries, T. Schneider, Lexikon der Pharaonen: die altägyptischen Könige von der Frühzeit bis zur Römerherrschaft, Zürich, 1994, pp. 81-83. ISBN 3760811027.
- D.J. Silverman (ed.), Ancient Egypt, Caïro, 1999. ISBN 0195212703.
- B.G. Trigger - B.J. Kemp - D. O'Connor - A.B. Lloyd, Ancient Egypt: A Social History, Cambridge, 1983, pp. 281, 285, 288 292, 298, 302, 315, 339-340, 343-344. ISBN 0521284279.
- P. Vernus - J. Yoyotte, Dictionnaire des Pharaons, Parijs, 1996. ISBN 2911606086.
Link.
- M. Günther, art. Apries, apries.de (2004).

  • Vader:
    Psammetich II (Psamtek II Neferibra) Psammetichus II 1,2, zn. van Necho II en Chedebnetiretbinet, geb. circa 630 BC1,2,1,2,1,2, farao van 595 BC tot 589 BC en van 595 BC tot 589 BC, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) in 589 BC1,2,1,2, tr.
 

tr.
met

Nn 2.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Niethiti*-570  †-529  41



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Dossier:


Nn
Nn 1.

tr.
met

Wahibre (Apries) (Wahibre, Waphres,) 2,1, zn. van Psammetich II en Tachuit, geb. circa 605 BC2,1,2,1,2,1, farao van 589 BC tot 570 BC, ovl. (ongeveer 35 jaar oud) op dinsdag 22 mrt 569 BC2,1,2,1.

 



Aantekeningen bij Wahibre (Apries) .
Apries, Wahibre [3]), Waphres (Manetho), de Bijbelse Hophra (Hebreeuws[4]), was een Egyptisch farao die van 589 tot 570 v.Chr. regeerde. Hij was de vierde heerser van de 26e dynastie, de Saïtische dynastie.
*.
Leven.
Zodra Apriës de macht van zijn vader Psammetichus II had overgenomen, begon hij een agressieve buitenlandse politiek te voeren, waarmee hij zich scherp afzette tegen het beleid van zijn voorganger.[5] Hierbij concentreerde hij zich hoofdzakelijk op de uitbreiding van het Egyptische machtsbereik aan de noordoostelijke landgrenzen. Om dit doel te bereiken, begon hij met aanvankelijk weinig succesvolle militaire operaties in Fenicië-Palestina waarbij hij met een Fenicisch-Cypriotische vloot (respectievelijk van Tyr en Kition) versloeg maar waarvan de effectieve gevolgen voor de machtsverhoudingen moeilijk in te schatten waren - had hij Cyprus veroverd of niet?.
*.
Proefneming.
De eerste van deze operaties was een poging in 588 v. Chr. om de belegering van Jeruzalem door Nebukadnezar II te beëindigen. Deze sloeg dit voornemen de bodem in, door zijn troepen terug te trekken en een jaar later de belegering voort te zetten.[6] De daarop volgende verovering door zijn troepen bracht de ondergang van het Koninkrijk Juda met zich mee en de wegvoering van een groot aantal van haar inwoners in Babylonische gevangenschap. Welke rol Apriës bij deze gebeurtenis heeft gespeeld en waarom hij zijn troepen heeft teruggetrokken, is tot op de dag van vandaag onduidelijk.
*.
Belegering van Tyrus en muiterij.
Een andere mogelijk door Apriës begonnen operatie was de belegering van Tyrus door de Egyptische vloot. Het verslag van Herodotos over deze zeeslag is echter in tegenspraak met andere bronnen, waardoor dit beleg misschien nooit heeft plaatsgehad.[7] In 576 v.Chr. slaat het garnizoen in Elephantine aan het muiten. De soldaten, die van plan waren naar Ethiopië te trekken, konden echter op het laatste moment nog door hun commandant Neshor door onderhandeling tot inkeer worden gebracht.
*.
Tempel en opstand.
Niettegenstaande de militaire veldslagen die Apriës leidde, liet hij de Egyptische tempel van de Saïten in Memphis uitbreiden, en schonk hij ook landerijen, dienaren en vee uit de erfenis van zijn vader Psammetichus II aan de priesters van de daar gelegen tempel van de godheid Ptah. Aldus liet hij een indruk van weldoenerij na op latere generaties. In het laatste jaar van zijn regering zag Apries zich met een opstand van het gezamenlijke Oud-Egyptische leger, met uitzondering van de Griekse huurlingen geconfronteerd, die hij door een strategische inschattingsfout, namelijk een veldtocht tegen de polis Cyrene in 571 v. Chr, zelf had veroorzaakt. De krijgstocht naar Cyrene eindigde met een zware nederlaag van de Egyptische troepen. De overlevenden verdachten Apriës ervan hen te hebben verraden. De koning beval de veldheer Amasis, de opstand, die een openlijk uitbreken van vijandelijkheden onder de Egyptische troepen (Griekse huurlingen tegen inheemse soldaten (Grieks: Machimoi)) betekende, te beëindigen.[8].
*.
Slag bij Momemphis.
Daar de rebellen echter inheemse soldaten waren en dus het grootste deel van het Egyptische leger uitmaakten, gaf Amasis zich aan hen over en liet zichzelf tot farao uitroepen.[9] Daardoor stonden nu nog slechts de Griekse huurlingen onder het bevel van Apriës.[10] In de slag bij Momemphis werd Apriës' huurlingenleger verslagen. Apriës restte bij gebrek aan andere soldaten geen andere mogelijkheid dan in 569 v. Chr. uit de Nijldelta te vluchten. In 567 v. Chr. trok Apriës met een nieuw leger uit Opper-Egypte in de richting van de Nijldelta om Amasis te bestrijden en de Egyptische troon te heroveren. Apriës leed echter een nederlaag en werd door Amasis gevangen genomen. Deze leverde hem over aan de algemene volkswoede, waarbij Apriës werd gedood. Daarop werd Apriës met alle eerbewijzen in de hoofdstad Saïs bijgezet.[11].
*.
Monumenten.
Als groot bouwheer schrijft men hem, naast de Obelisk, opgericht voor de tempel van Neith in Saïs, een paleis in het grote noordelijke stadsgebied van Memphis toe. De zuilen, die nog deels uitsteken op de site, dragen nog steeds zijn titulatuur. Hij is ook actief geweest in Heliopolis en men herkent hem in talrijke voorstellingen in verschillende groottes waaronder een kolossale sfinx, opgevist uit het meer van Qait Bay in Alexandrië, die zich in het Louvre bevindt. Een obelisk van Apriës kan men bewonderen op het Minervaplein te Rome, net achter het Pantheon gelegen.
*.
Antieke bronnen.
- Diodoros van Sicilië, Bibliotheca Historia.
- Herodotos, Historiën II 161-163, 169, 171.
- Manetho.
- Oude testament: Jer. 37:5, 37:7, 37:11, 44:30; Ez. 29:2-3.
*.
1. Herodotus, II 161.
2. Diodorus, I 68.
3. Manetho.
4. Jeremia 44:30 In andere passages wordt hij simpelweg "de farao" genoemd: Jer. 37:5, 37:7, 37:11; Ez. 29:2-3.
5. Herodotus, II 161.
6. Jer. 37:5, 37:7, 37:11.
7. Herodotus, II 161. Cf. Ez. 29:2-3 (?).
8. Herodotus, II 162.
9. Herodotus, II 162.
10. Herodotus, II 163.
11. Herodotus, II 169.
*.
Bibliografie.
- P.A. Clayton, Chronique des Pharaons, Parijs, 1995. ISBN 2203233044.
- H. de Meulenaere, art. Apries, in Lexikon der Ägyptologie 1 (1975), pp. 358-360.
- A.H. Gardiner, Geschichte des Alten Ägypten, München, 1993. ISBN 389350723X.
- E.G. Hirsch - M. Seligsohn, art. Hophra, in Jewish Encyclopedia 6 (1906), p. 460.
- F.K. Kienitz, Die politische Geschichte Ägyptens vom 7. bis zum 4. Jahrhundert vor der Zeitwende, Berlijn, 1953.
- E. Meyer, Geschichte des Altertums. Dritter Band: Der Ausgang der altorientalischen Geschichte und der Aufstieg des Abendlandes bis zu den Perserkriegen, Darmstadt, 19755.
- D.A. Pressl, Beamte und Soldaten: Die Verwaltung in der 26. Dynastie in Ägypten (664-525 v. Chr.), Frankfurt am Main, 1998. ISBN 363132586X.
- M. Rice, art. Apries, in M. Rice, Who's Who in Ancient Egypt, Londen - New York, 1999, p. 28. ISBN 0415154480.
- T. Schneider, art. Apries, T. Schneider, Lexikon der Pharaonen: die altägyptischen Könige von der Frühzeit bis zur Römerherrschaft, Zürich, 1994, pp. 81-83. ISBN 3760811027.
- D.J. Silverman (ed.), Ancient Egypt, Caïro, 1999. ISBN 0195212703.
- B.G. Trigger - B.J. Kemp - D. O'Connor - A.B. Lloyd, Ancient Egypt: A Social History, Cambridge, 1983, pp. 281, 285, 288 292, 298, 302, 315, 339-340, 343-344. ISBN 0521284279.
- P. Vernus - J. Yoyotte, Dictionnaire des Pharaons, Parijs, 1996. ISBN 2911606086.
Link.
- M. Günther, art. Apries, apries.de (2004).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Niethiti*-570  †-529  41



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen

Psammetich II
 
Psammetich II (Psamtek II Neferibra) Psammetichus II 1,2, geb. circa 630 BC1,2,1,2,1,2, farao van 595 BC tot 589 BC en van 595 BC tot 589 BC, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) in 589 BC1,2,1,2.



Aantekeningen bij Psammetich II .
Psammetichus II of Psamtek II Neferibra was een Egyptische farao uit de 26e Dynastie.
*.
Biografie.
Psammetichus II was hoogstwaarschijnlijk de zoon van Necho II en Chedebnitjerbone. Hij kwam aan de macht in 595 v.Chr. en regeerde voor een periode van ongeveer zes jaar. Psammetichus' regering wordt als vrij positief beschouwd. Hij huwde met Takhout van Athribis en hij werd opgevolgd door zijn zoon Apries in 589 v.Chr.
*.
Oorlogen.
Psammetichus heeft verschillende expedities ondernomen. Een daarvan was tegen Koesj. Deze invasie reikte tot aan de derde katarakt en mogelijk zelfs tot de vierde katarakt van de Nijl en zorgde ervoor dat het rijk van Koesj een ernstige klap kreeg. De Nubiërs zouden Egypte nooit meer binnenvallen en moesten hun hoofdstad meer naar het zuiden leggen. Toch kon hij niet het hele gebied blijven controlen en verlegde de nieuwe Egyptische grens naar de eerste katarakt. In de nasleep zou Psammetichus er in Egypte voor zorgen dat de herinnering aan de Nubische overheersing ongedaan werd gemaakt en hij voerde een damnatio memoriae uit op de 25e Dynastie en zijn vader Necho II. Bij zijn expedities rekende hij vooral op de buitenlandse huurlingen zoals de Cariërs, Grieken en Feniciërs, getuige daarvan verschillende graffiti in Aboe Simbel.
Ook voerde hij een campagne naar Palestina, Juda en Fenicië om de bevolking daar aan te zetten om zich te verzetten tegen de Babyloniërs. Hij slaagde erin koning Zedekiah te overtuigen te rebelleren tegen koning Nebuchadnezar II wat uitenindelijk zou leiden tot de val van Jeruzalem in 587 v.Chr. en de Babylonische ballingschap.
*.
Bouwwerken:.
- tempel van Hibis.
- bouwwerken in Philae.
- uitbreidingen in de tempel van Neith (Saïs).
- een obelisk van Heliopolis die door Augustus werd meegenomen naar Rome om daar als zonnewijzer te dienen en tegenwoordig op het Piazza di Montecitorio staat.
*.
Bronnen, literatuur, links:.
- Goedicke H, The Campaign of Psammetik II against Nubia, MDAI, 37, 1981, p. 187-198.
- Shaw I. & Nicholson P, The dictionary of Ancient Egypt, 1995.
- Psamtek op touregypt.net.

  • Vader:
    Necho II 1,2, zn. van Psammetich I en Mehitenusechet, geb. circa 660 BC1,2,1,2,1,2, farao van 610 BC tot 595 BC, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) in 595 BC1,2,1,2, begr. 2, tr.
 

tr.
met

Tachuit 1, geb. circa 625 BC1,1,1, prinzes te Athribis [Egy], ovl. (minstens 36 jaar oud) na 589 BC1,1.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wahibre (Apries)*-605  †-569  35
Anchnesneferibre*-600  †-525  75
Merinebti*-603     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Dossier:


Tachuit
Tachuit 1, geb. circa 625 BC1,1,1, prinzes te Athribis [Egy], ovl. (minstens 36 jaar oud) na 589 BC1,1.

tr.
met

Psammetich II (Psamtek II Neferibra) Psammetichus II 1,2, zn. van Necho II en Chedebnetiretbinet, geb. circa 630 BC1,2,1,2,1,2, farao van 595 BC tot 589 BC en van 595 BC tot 589 BC, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) in 589 BC1,2,1,2.

 



Aantekeningen bij Psammetich II .
Psammetichus II of Psamtek II Neferibra was een Egyptische farao uit de 26e Dynastie.
*.
Biografie.
Psammetichus II was hoogstwaarschijnlijk de zoon van Necho II en Chedebnitjerbone. Hij kwam aan de macht in 595 v.Chr. en regeerde voor een periode van ongeveer zes jaar. Psammetichus' regering wordt als vrij positief beschouwd. Hij huwde met Takhout van Athribis en hij werd opgevolgd door zijn zoon Apries in 589 v.Chr.
*.
Oorlogen.
Psammetichus heeft verschillende expedities ondernomen. Een daarvan was tegen Koesj. Deze invasie reikte tot aan de derde katarakt en mogelijk zelfs tot de vierde katarakt van de Nijl en zorgde ervoor dat het rijk van Koesj een ernstige klap kreeg. De Nubiërs zouden Egypte nooit meer binnenvallen en moesten hun hoofdstad meer naar het zuiden leggen. Toch kon hij niet het hele gebied blijven controlen en verlegde de nieuwe Egyptische grens naar de eerste katarakt. In de nasleep zou Psammetichus er in Egypte voor zorgen dat de herinnering aan de Nubische overheersing ongedaan werd gemaakt en hij voerde een damnatio memoriae uit op de 25e Dynastie en zijn vader Necho II. Bij zijn expedities rekende hij vooral op de buitenlandse huurlingen zoals de Cariërs, Grieken en Feniciërs, getuige daarvan verschillende graffiti in Aboe Simbel.
Ook voerde hij een campagne naar Palestina, Juda en Fenicië om de bevolking daar aan te zetten om zich te verzetten tegen de Babyloniërs. Hij slaagde erin koning Zedekiah te overtuigen te rebelleren tegen koning Nebuchadnezar II wat uitenindelijk zou leiden tot de val van Jeruzalem in 587 v.Chr. en de Babylonische ballingschap.
*.
Bouwwerken:.
- tempel van Hibis.
- bouwwerken in Philae.
- uitbreidingen in de tempel van Neith (Saïs).
- een obelisk van Heliopolis die door Augustus werd meegenomen naar Rome om daar als zonnewijzer te dienen en tegenwoordig op het Piazza di Montecitorio staat.
*.
Bronnen, literatuur, links:.
- Goedicke H, The Campaign of Psammetik II against Nubia, MDAI, 37, 1981, p. 187-198.
- Shaw I. & Nicholson P, The dictionary of Ancient Egypt, 1995.
- Psamtek op touregypt.net.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wahibre (Apries)*-605  †-569  35
Anchnesneferibre*-600  †-525  75
Merinebti*-603     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Necho II
 
Necho II 1,2, geb. circa 660 BC1,2,1,2,1,2, farao van 610 BC tot 595 BC, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) in 595 BC1,2,1,2, begr. 2.



Aantekeningen bij Necho II .
Koning Necho II was Farao over het antieke Egypte, in de 26e Dynastie van de Egyptische oudheid. Zijn bekende naam is vergriekst (Necho II) en is oorspronkelijk bekend onder Nekau.
*.
Biografie.
Farao Necho kwam aan de macht in een wereld die was verstoord. De Scythen en Cimmeriërs plunderden het gebied ten noordwesten van de Eufraat. De Meden en de Babyloniërs hadden het Assyrische Rijk ten val gebracht en Assur en Ninive verwoest. Het eens zo machtige rijk was nu gereduceerd tot een aantal troepen, generaals en edelen die zich om Harran rond de laatste Assyrische koning Assur-uballit II hadden geschaard.
*.
Regering.
Kort na zijn kroning zette hij de politiek van zijn vader Psammetichus I voort en hij voerde in de lente van 609 persoonlijk een leger aan om de Assyriërs te steunen tegen de Babyloniërs. Josia, de koning van Juda, koos de kant van de Babyloniërs en probeerde de farao tegen te houden bij Megiddo. Necho won de veldslag en Josia sneuvelde. Hij stak nu de Eufraat over en belegerde samen met Assur-uballit II tevergeefs Harran. Vervolgens trok hij zich terug maar hij liet wel een leger na om Syrië verder te controleren. Hij zette Joachaz, die zijn vader Josia was opgevolgd als koning van Juda, af en verving hem door diens broer Jojakim. In de daaropvolgende periode begon hij met het graven van een kanaal van de Nijl naar de Golf van Suez, de voorloper van het Suezkanaal. Dit moest de handel tussen de gebieden aan de Middellandse Zee en rond de Indische Oceaan verbeteren en de Egyptische marine toelaten vlot op beide zeeën te opereren. Volgens Herodotus liet Necho de werken stopzetten nadat 120.000 werkers waren omgekomen. De Perzische koning Darius I zou een eeuw later het kanaal laten voltooien.
Volgens Herodotus had Necho II ook opdracht gegeven aan Feniciërs om rond Afrika te varen. De Feniciërs vertrokken uit de Rode Zee en voerden zuidwaarts langs de nog onbekende Oost-Afrikaanse kust. De tocht duurde drie jaar en Herodotus vertelt waarom:.
Toen de herfst kwam gingen ze aan land, zaaiden hun koren en wachtten op de oogst; intussen gingen ze jagen aan de kuststreek of hun schepen opknappen; daarna brachten ze hun graan aan boord en zeilden verder.
Zij konden gebruikmaken van de gunstige moesson langs Oost-Afrika en rondden zo Kaap de Goede Hoop, waarna ze ook aan de westkust weer voordeel konden doen met een gunstige wind. De Feniciërs beweerden dat ze de zon in het noorden zagen. Dat bewijst dat ze onder de evenaar zijn gereisd. Na drie jaar voeren ze langs de "Zuilen van Hercules" (de Rotsen van Gibraltar en Tanger) en kwamen zo in de Middellandse Zee, terug naar de Nijldelta in Egypte. De Feniciërs waren nogal gesloten over hun zeevaartkundige kennis. Maar in de Bijbel, in Ezechiël 27, vinden we toch enige opheldering van hun schepen:.
Een ceder haalden zij van de Libanon om er uw mast van te vervaardigen. Eik van Basan gebruikten zij om uw roeiriemen te maken.. Kleurig geborduurd fijn linnen uit Egypte was uw zeildoek: tot zeil diende het u.
Ondertussen probeerden de Babyloniërs de Egyptenaren te verdrijven uit hun posities ten westen van de Eufraat. Hun koning Nabopolassar liet in 605 het commando over aan zijn zoon Nebukadnezar II. Die wist de Egyptenaren kort daarna beslissend te verslaan in de Slag bij Karkemish. Met de invloed van Egypte in Syrië en Palestina was het afgelopen.
Koning Necho II liet één zoon achter (Psammetichus II of Psamtik II) en drie dochters. Hij liet een aantal tempels en gebouwen restaureren maar zijn zoon liet al zijn namen verwijderen.

 

tr.
met

Chedebnetiretbinet Ook: Chedebnetjerbone 1.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Psammetich II*-630  †-589  41
Istemabet     
Merineithist     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Dossier:


Chedebnetiretbinet
Chedebnetiretbinet Ook: Chedebnetjerbone 1.

tr.
met

Necho II 1,2, zn. van Psammetich I en Mehitenusechet, geb. circa 660 BC1,2,1,2,1,2, farao van 610 BC tot 595 BC, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) in 595 BC1,2,1,2, begr. 2.

 



Aantekeningen bij Necho II .
Koning Necho II was Farao over het antieke Egypte, in de 26e Dynastie van de Egyptische oudheid. Zijn bekende naam is vergriekst (Necho II) en is oorspronkelijk bekend onder Nekau.
*.
Biografie.
Farao Necho kwam aan de macht in een wereld die was verstoord. De Scythen en Cimmeriërs plunderden het gebied ten noordwesten van de Eufraat. De Meden en de Babyloniërs hadden het Assyrische Rijk ten val gebracht en Assur en Ninive verwoest. Het eens zo machtige rijk was nu gereduceerd tot een aantal troepen, generaals en edelen die zich om Harran rond de laatste Assyrische koning Assur-uballit II hadden geschaard.
*.
Regering.
Kort na zijn kroning zette hij de politiek van zijn vader Psammetichus I voort en hij voerde in de lente van 609 persoonlijk een leger aan om de Assyriërs te steunen tegen de Babyloniërs. Josia, de koning van Juda, koos de kant van de Babyloniërs en probeerde de farao tegen te houden bij Megiddo. Necho won de veldslag en Josia sneuvelde. Hij stak nu de Eufraat over en belegerde samen met Assur-uballit II tevergeefs Harran. Vervolgens trok hij zich terug maar hij liet wel een leger na om Syrië verder te controleren. Hij zette Joachaz, die zijn vader Josia was opgevolgd als koning van Juda, af en verving hem door diens broer Jojakim. In de daaropvolgende periode begon hij met het graven van een kanaal van de Nijl naar de Golf van Suez, de voorloper van het Suezkanaal. Dit moest de handel tussen de gebieden aan de Middellandse Zee en rond de Indische Oceaan verbeteren en de Egyptische marine toelaten vlot op beide zeeën te opereren. Volgens Herodotus liet Necho de werken stopzetten nadat 120.000 werkers waren omgekomen. De Perzische koning Darius I zou een eeuw later het kanaal laten voltooien.
Volgens Herodotus had Necho II ook opdracht gegeven aan Feniciërs om rond Afrika te varen. De Feniciërs vertrokken uit de Rode Zee en voerden zuidwaarts langs de nog onbekende Oost-Afrikaanse kust. De tocht duurde drie jaar en Herodotus vertelt waarom:.
Toen de herfst kwam gingen ze aan land, zaaiden hun koren en wachtten op de oogst; intussen gingen ze jagen aan de kuststreek of hun schepen opknappen; daarna brachten ze hun graan aan boord en zeilden verder.
Zij konden gebruikmaken van de gunstige moesson langs Oost-Afrika en rondden zo Kaap de Goede Hoop, waarna ze ook aan de westkust weer voordeel konden doen met een gunstige wind. De Feniciërs beweerden dat ze de zon in het noorden zagen. Dat bewijst dat ze onder de evenaar zijn gereisd. Na drie jaar voeren ze langs de "Zuilen van Hercules" (de Rotsen van Gibraltar en Tanger) en kwamen zo in de Middellandse Zee, terug naar de Nijldelta in Egypte. De Feniciërs waren nogal gesloten over hun zeevaartkundige kennis. Maar in de Bijbel, in Ezechiël 27, vinden we toch enige opheldering van hun schepen:.
Een ceder haalden zij van de Libanon om er uw mast van te vervaardigen. Eik van Basan gebruikten zij om uw roeiriemen te maken.. Kleurig geborduurd fijn linnen uit Egypte was uw zeildoek: tot zeil diende het u.
Ondertussen probeerden de Babyloniërs de Egyptenaren te verdrijven uit hun posities ten westen van de Eufraat. Hun koning Nabopolassar liet in 605 het commando over aan zijn zoon Nebukadnezar II. Die wist de Egyptenaren kort daarna beslissend te verslaan in de Slag bij Karkemish. Met de invloed van Egypte in Syrië en Palestina was het afgelopen.
Koning Necho II liet één zoon achter (Psammetichus II of Psamtik II) en drie dochters. Hij liet een aantal tempels en gebouwen restaureren maar zijn zoon liet al zijn namen verwijderen.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Psammetich II*-630  †-589  41
Istemabet     
Merineithist     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Anchnesneferibre
Anchnesneferibre 1, geb. circa 600 BC1,1,1, echtgenoot van Amun (Amon) te Thebe [Egy] van 595 BC tot 525 BC, hogepriester van Amun te Thebe [Egy] van 595 BC tot 560 BC, ovl. (minstens 75 jaar oud) na 525 BC1,1.

  • Vader:
    Psammetich II (Psamtek II Neferibra) Psammetichus II 1,2, zn. van Necho II en Chedebnetiretbinet, geb. circa 630 BC1,2,1,2,1,2, farao van 595 BC tot 589 BC en van 595 BC tot 589 BC, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) in 589 BC1,2,1,2, tr.
 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Merinebti Menechubste
Merinebti Menechubste1, geb. circa 603 BC1,1,1, priester te Heliopolis [Egy].

  • Vader:
    Psammetich II (Psamtek II Neferibra) Psammetichus II 1,2, zn. van Necho II en Chedebnetiretbinet, geb. circa 630 BC1,2,1,2,1,2, farao van 595 BC tot 589 BC en van 595 BC tot 589 BC, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) in 589 BC1,2,1,2, tr.
 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Psammetich I
 
Psammetich I (Psamtek I Wahibra) 1,2, geb. circa 690 BC2,1,2,1,2, farao tussen 664 BC en 610 BC, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) in 610 BC1,2,1,2.



Aantekeningen bij Psammetich I .
Psammetichus I of Psamtek I Wahibra in het Egyptisch was een farao uit de 26e Dynastie die heerste van 664-610 v.Chr.
*.
Biografie.
Psammetichus was samen met zijn vader Necho I weggevoerd naar Nineveh door de Assyriërs nadat ze werden beschuldigd te hebben mee te hebben geholpen aan een plot door Taharqa. Hij en zijn vader werden uiteindelijk weer vrijgelaten en konden als vazallen van Assurbanipal Egypte besturen. Psammetichus kreeg de controle over Athribis en toen zijn vader in 664 v.Chr. stierf, nam hij ook de controle over Memphis en Saïs over. Nu wou hij ook de rest van Egypte onder zijn controle plaatsen. De rest van de Nijldelta kon hij met de hulp van Griekse en Carische huurlingen overnemen. Volgens Herodotos liet hij hen toe om in het land te blijven en mochten ze de handelskolonie Naucratis stichten uit dank voor bewezen diensten. Het zuiden van het land was nog steeds onder controle van de heersers van Kish, maar Psammetichus werd in zijn negende regeringsjaar erkend als koning van boven- en beneden Egypte. Hij zou zijn macht in het zuiden geleidelijk uitbreiden door na de dood van Thebaanse ambtenaren te vervangen door vertrouwenspersonen. Hij was ook gehuwd met Mehtemweskhet, de dochter van de hogepriester van Heliopolis. Daardoor had hij een stevige grip over het land en was hij niet langer een vazal van de koningen van Assyrië.
*.
Oorlogen.
Psammetichus wou Egypte sterk houden en hield expedities naar Nubië tegen de koningen uit Koesj. Daarnaast voerde hij expedities uit in Libië. Hij werkte ook samen met zijn vorige vijanden de Assyriers tegen het opkomende Babylon. Daardoor kon hij Palestina weer bij het Egyptische Rijk voegen.
*.
Bouwwerken.
- Uitbreiding van het Serapeum van Memphis.
- forten in Naukratis, Elephantine en Daphnae.
- zijn graf is nog niet gelokaliseerd.
- Mogelijk de stichting van Naucratis.
*.
Eerste taal.
Geschiedschrijver Herodotos vermeldt een 'taalkundig experiment' van Psammetichus (Hist. 2,2). Omdat de farao wilde weten welke de oudste taal ter wereld was, liet hij twee kleine kinderen afzonderen in een hutje. Zwijgende voedsters waren de enigen die hen mochten bezoeken. Zij brachten geiten mee om de kinderen te voeden. Toen na een tijd de farao de kinderen bezocht, was het eerste woord dat ze konden uitspreken 'bèkos'. Het was een simpele klanknabootsing van het geitengemekker, maar de farao zag dit niet in. Hij ging ten rade bij specialisten en na onderzoek bleek dat bèkos een Frygisch woord is voor brood. Zo concludeerde hij dat het Frygisch de oudste taal was.
*.
Bronnen en literatuur:.
- Shaw I. & Nicholson P, The dictionary of Ancient Egypt, 1995.
- van touregypt.net.
- answers.com.

tr.
met

Mehitenusechet 1, dr. van Harsies en Tanibe, geb. in 685 BC1,1.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Necho II*-660  †-595  65
Nitokris I*-670  †-586  84
Merneith*-668     
Saninisat*-664     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Dossier:


Mehitenusechet
Mehitenusechet 1, geb. in 685 BC1,1.

tr.
met

Psammetich I (Psamtek I Wahibra) 1,2, zn. van Necho I en Istemabet, geb. circa 690 BC2,1,2,1,2, farao tussen 664 BC en 610 BC, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) in 610 BC1,2,1,2.

 



Aantekeningen bij Psammetich I .
Psammetichus I of Psamtek I Wahibra in het Egyptisch was een farao uit de 26e Dynastie die heerste van 664-610 v.Chr.
*.
Biografie.
Psammetichus was samen met zijn vader Necho I weggevoerd naar Nineveh door de Assyriërs nadat ze werden beschuldigd te hebben mee te hebben geholpen aan een plot door Taharqa. Hij en zijn vader werden uiteindelijk weer vrijgelaten en konden als vazallen van Assurbanipal Egypte besturen. Psammetichus kreeg de controle over Athribis en toen zijn vader in 664 v.Chr. stierf, nam hij ook de controle over Memphis en Saïs over. Nu wou hij ook de rest van Egypte onder zijn controle plaatsen. De rest van de Nijldelta kon hij met de hulp van Griekse en Carische huurlingen overnemen. Volgens Herodotos liet hij hen toe om in het land te blijven en mochten ze de handelskolonie Naucratis stichten uit dank voor bewezen diensten. Het zuiden van het land was nog steeds onder controle van de heersers van Kish, maar Psammetichus werd in zijn negende regeringsjaar erkend als koning van boven- en beneden Egypte. Hij zou zijn macht in het zuiden geleidelijk uitbreiden door na de dood van Thebaanse ambtenaren te vervangen door vertrouwenspersonen. Hij was ook gehuwd met Mehtemweskhet, de dochter van de hogepriester van Heliopolis. Daardoor had hij een stevige grip over het land en was hij niet langer een vazal van de koningen van Assyrië.
*.
Oorlogen.
Psammetichus wou Egypte sterk houden en hield expedities naar Nubië tegen de koningen uit Koesj. Daarnaast voerde hij expedities uit in Libië. Hij werkte ook samen met zijn vorige vijanden de Assyriers tegen het opkomende Babylon. Daardoor kon hij Palestina weer bij het Egyptische Rijk voegen.
*.
Bouwwerken.
- Uitbreiding van het Serapeum van Memphis.
- forten in Naukratis, Elephantine en Daphnae.
- zijn graf is nog niet gelokaliseerd.
- Mogelijk de stichting van Naucratis.
*.
Eerste taal.
Geschiedschrijver Herodotos vermeldt een 'taalkundig experiment' van Psammetichus (Hist. 2,2). Omdat de farao wilde weten welke de oudste taal ter wereld was, liet hij twee kleine kinderen afzonderen in een hutje. Zwijgende voedsters waren de enigen die hen mochten bezoeken. Zij brachten geiten mee om de kinderen te voeden. Toen na een tijd de farao de kinderen bezocht, was het eerste woord dat ze konden uitspreken 'bèkos'. Het was een simpele klanknabootsing van het geitengemekker, maar de farao zag dit niet in. Hij ging ten rade bij specialisten en na onderzoek bleek dat bèkos een Frygisch woord is voor brood. Zo concludeerde hij dat het Frygisch de oudste taal was.
*.
Bronnen en literatuur:.
- Shaw I. & Nicholson P, The dictionary of Ancient Egypt, 1995.
- van touregypt.net.
- answers.com.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Necho II*-660  †-595  65
Nitokris I*-670  †-586  84
Merneith*-668     
Saninisat*-664     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Necho I
Necho I 1,2, geb. circa 710 BC1,2,1,2,1,2, farao van 672 BC tot 664 BC, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) in 664 BC1,2,1,2.


Aantekeningen bij Necho I .
Necho I of Nekau I was de eerste farao van de 26e Dynastie.
*.
Biografie.
Necho I was een Prins en gouverneur van de Egyptische stad Sais. Zijn regering als Saitische koning van de 26e dynastie duurde ongeveer acht jaar, volgens Manetho. Egypte werd door zijn zoon Psametichus I herenigd. Hij werd op de troon geholpen door de Assyrische koning Esarhaddon die Egypte het jaar voordien had veroverd.
Necho I was betrokken bij het plot tegen de Assyrische koning Assurbanipal in 666 v.Chr. Ze werden meegevoerd naar Assyrië, maar na een tijd weer vrijgelaten. Necho kon verder in de delta regeren als vazal, maar stierf in 664 v.Chr. in de strijd tegen Tanutamani van Koesj. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Psammetichus I die koning van Neder-Egypte werd. Weinig sporen van Necho I zijn bewaard en we hebben slecht een beeld van Horus en een stele met zijn naam op.
Van Necho I is er een stele gevonden. De stele benoemd een donatie van land aan de triade van Perhebyt (het moderne Behbeit el-Hagar). De stele vertoond veel overeenkomsten met een stele uit het achtste jaar van Shepsesre Tefnakht. De suggestie dat Shepsesre Tefnakht Tefnakht II was gaat niet op, het schijnt dat voor Necho I Shepsesre Tefnakht een voorganger zou zijn geweest. Olivier Perdu concludeert dat de twee Saitische koning voor Necho I, Stephinates en Nekauba van Manetho eigenlijk behoren tot het begin van de 26e dynastie. Necho was waarschijnlijk een broer van Nekauba, zoon van Tefnakht II. Hij trouwde met Istemabet.
*.
Bronnen en literatuur:.
- Shaw I. & Nicholson P, The dictionary of Ancient Egypt, 1995.
- Engelse wikipedia.

tr.
met

Istemabet 1.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Psammetich I*-690  †-610  80
Tacheredentailhetweret*-690     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Istemabet
Istemabet 1.

tr.
met

Necho I 1,2, zn. van Tefnacht (Ii) en Nn, geb. circa 710 BC1,2,1,2,1,2, farao van 672 BC tot 664 BC, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) in 664 BC1,2,1,2.


Aantekeningen bij Necho I .
Necho I of Nekau I was de eerste farao van de 26e Dynastie.
*.
Biografie.
Necho I was een Prins en gouverneur van de Egyptische stad Sais. Zijn regering als Saitische koning van de 26e dynastie duurde ongeveer acht jaar, volgens Manetho. Egypte werd door zijn zoon Psametichus I herenigd. Hij werd op de troon geholpen door de Assyrische koning Esarhaddon die Egypte het jaar voordien had veroverd.
Necho I was betrokken bij het plot tegen de Assyrische koning Assurbanipal in 666 v.Chr. Ze werden meegevoerd naar Assyrië, maar na een tijd weer vrijgelaten. Necho kon verder in de delta regeren als vazal, maar stierf in 664 v.Chr. in de strijd tegen Tanutamani van Koesj. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Psammetichus I die koning van Neder-Egypte werd. Weinig sporen van Necho I zijn bewaard en we hebben slecht een beeld van Horus en een stele met zijn naam op.
Van Necho I is er een stele gevonden. De stele benoemd een donatie van land aan de triade van Perhebyt (het moderne Behbeit el-Hagar). De stele vertoond veel overeenkomsten met een stele uit het achtste jaar van Shepsesre Tefnakht. De suggestie dat Shepsesre Tefnakht Tefnakht II was gaat niet op, het schijnt dat voor Necho I Shepsesre Tefnakht een voorganger zou zijn geweest. Olivier Perdu concludeert dat de twee Saitische koning voor Necho I, Stephinates en Nekauba van Manetho eigenlijk behoren tot het begin van de 26e dynastie. Necho was waarschijnlijk een broer van Nekauba, zoon van Tefnakht II. Hij trouwde met Istemabet.
*.
Bronnen en literatuur:.
- Shaw I. & Nicholson P, The dictionary of Ancient Egypt, 1995.
- Engelse wikipedia.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Psammetich I*-690  †-610  80
Tacheredentailhetweret*-690     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Nitokris I
Nitokris I 1, geb. circa 670 BC1,1,1, echtgenoot van de god Amun (Amon) van 656 BC tot 586 BC, eerste prophetin van Amun, ovl. (ongeveer 84 jaar oud) in 586 BC1,1.

 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Merneith
Merneith 1, geb. circa 668 BC1,1.

 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Saninisat Djestechebed
Saninisat Djestechebed1, geb. circa 664 BC1.

 

tr.
met

Pedimennebnesotaaui 1.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Tefnacht (Ii)
Tefnacht (Ii) 1, geb. circa 735 BC1,1,1, prins te Sais [Egy] van 695 BC tot 688 BC, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) in 672 BC1,1.

tr.
met

Nn 1, dr. van Schebitku en Qualhat, geb. circa 730 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Necho I*-710  †-664  46



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1, geb. circa 730 BC1,1.

tr.
met

Tefnacht (Ii) 1, zn. van Bokchoris en Nn, geb. circa 735 BC1,1,1, prins te Sais [Egy] van 695 BC tot 688 BC, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) in 672 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Necho I*-710  †-664  46



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Bokchoris
Bokchoris 1, geb. in 755 BC1,1,1, farao te Egypte [Egy] van 720 BC tot 715 BC, ovl. (ongeveer 40 jaar oud) in 715 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tefnacht (Ii)*-735  †-672  63



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Bokchoris 1, zn. van Tefnacht I en Nn, geb. in 755 BC1,1,1, farao te Egypte [Egy] van 720 BC tot 715 BC, ovl. (ongeveer 40 jaar oud) in 715 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tefnacht (Ii)*-735  †-672  63



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
')}