Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Marcus Aemilius Mamercus
Marcus Aemilius Mamercus1, geb. circa 5001,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mamercus Aemilius*-475  †-426  49



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Marcus Aemilius Mamercus1, zn. van Lucius Aemilius Mamercus en Nn, geb. circa 5001,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mamercus Aemilius*-475  †-426  49



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lucius Aemilius Mamercus
Lucius Aemilius Mamercus1, geb. circa 530 BC1,1,1, consul in 484 BC, in 478 BC en in 473 BC, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) 1 circa 473 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Aemilius*500     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Lucius Aemilius Mamercus1, zn. van Macus Aemilius en Nn, geb. circa 530 BC1,1,1, consul in 484 BC, in 478 BC en in 473 BC, ovl. (ongeveer 57 jaar oud) 1 circa 473 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Aemilius*500     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Macus Aemilius
Macus Aemilius1, geb. circa 560 BC1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Aemilius*-530  †-473  57



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Macus Aemilius1, zn. van Aemilius en Nn, geb. circa 560 BC1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Aemilius*-530  †-473  57



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Aemilius
Aemilius 1, geb. circa 590 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Macus*-560     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Aemilius 1, zn. van Aemilius en Nn, geb. circa 590 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Macus*-560     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Aemilius
Aemilius 1, geb. circa 620 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilius*-590     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Aemilius 1, zn. van Aemilius en Nn, geb. circa 620 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilius*-590     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Aemilius
Aemilius 1, geb. circa 650 BC.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilius*-620     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Aemilius 1, zn. van Aemilius en Nn, geb. circa 650 BC.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilius*-620     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Aemilius
Aemilius 1, geb. circa 680 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilius*-650     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Aemilius 1, zn. van Mamericus en Nn, geb. circa 680 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilius*-650     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Mamericus
Mamericus 1, geb. na 710 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilius*-680     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Nn
Nn 1.

tr.
met

Mamericus 1, zn. van Numa Pompilius en Egeria, geb. na 710 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aemilius*-680     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Numa Pompilius
Numa Pompilius1,2, geb. in 716 BC2,2,1,2, koning te Rome tussen 716 en 671, ovl. (ongeveer 43 jaar oud) in 673 BC.


Aantekeningen bij Numa Pompilius.
Numa Pompilius was volgens de legenden de tweede koning van Rome (716 - 673 v.Chr.).
*.
Wat wij over Numa weten behoort in grote mate tot het domein van de legende. Hij werd door de Latijnen en de Sabijnen als koning aangewezen na het interregnum dat volgde op de mysterieuze verdwijning van Romulus, die Rome stichtte. Numa was een wijze en deugdzame Sabijn uit de stad Cures, die het hem aangeboden koningschap pas wilde aanvaarden nadat de goden hem gunstige voortekenen had gezonden. Tijdens het bewind van Numa vonden er géén oorlogen plaats; het was een rustpunt van vrede in een geschiedenis vol oorlogen.
*.
Koning Numa wilde door zijn wijsheid en godsvrucht de ruwe zeden van de eerste Romeinen verzachten. Hij gold als een vredestichter die voor zijn rijk een voortreffelijke politieke en religieuze regeling tot stand bracht. Godsdienstige instellingen van respectabele ouderdom werden trouwens door de Romeinen in de regel aan Numa toegeschreven. Zo zou hij het college van de Vestaalse maagden opgericht hebben. Om respect af te dwingen voor zijn wetgeving beriep hij zich op de goddelijke oorsprong ervan: hij kreeg immers raad en inspiratie van de nimf Egeria, met wie hij een vertrouwelijke omgang had. Antieke schrijvers weten ook te vertellen dat hij ooit met Jupiter debatteerde over zijn wetgeving.
*.
Volgens een andere traditie haalde Numa Pompilius zijn wijsheid van Pythagoras, wiens leerling hij zou geweest zijn. Deze versie wordt echter door Livius verworpen op grond van een anachronisme. Na zijn dood werd Numa Pompilius begraven aan de voet van de Janiculus-heuvel, samen met een exemplaar van zijn wetten. Toen in 181 v.Chr. na een zware regenbui de kist bloot kwam te liggen, bleek dat het lijk van de koning geheel vergaan was. Maar de boekrollen waren intact, en werden op het Forum verbrand en opnieuw bijgezet. Wat Egeria betreft, na Numa's dood ging zij treurend bij zijn graf zitten en veranderde volgens Ovidius' Metamorfosen in een bron.
*.
Invloed.
Ook al trekken gezaghebbende auteurs als Livius, Plutarchus en Valerius Maximus de inspiratie door Egeria in twijfel, toch spreken ze met waardering over dit beroep op een goddelijke herkomst. Dat gaf Plutarchus een argument om zijn Numa-bibliografie te koppelen aan die van Lycurgus, die zijn wetgeving op Apollo terugvoerde. Machiavelli en Hobbes, theoretici die zich toespitsten op de techniek van machtsuitoefening, spreken vol lof over Numa's vermeende goddelijke inspiratie.
*.
Het vervolg van de koningen van Rome.
Na de legende van Romules en Remus, alsmede die van Numa Pompilius wordt de laatste opgevolgd door Ancus Martius 641-616 v. Chr.Ancus Martius (men vindt ook de spellingsvariant Marcius) was volgens de overlevering de vierde koning van Rome. Hij was een kleinzoon van Numa Pompilius en hield evenveel van de vrede als zijn grootvader.
*.
Zijn eerste regeringsdaad was het in eer herstellen van de erediensten, die onder zijn voorganger Tullus Hostilius zo dikwijls verwaarloosd bleven. Ook liet hij de wetgeving van Numa Pompilius op houten panelen aanbrengen, zodat de gehele bevolking er kennis kon van nemen.
Misbruik makend van Ancus' vermeende vredelievendheid, begonnen de Latijnen het ommeland van Rome te plunderen, in de overtuiging dit ongestraft te kunnen doen. Maar de koning bewees dat hij zo nodig ook de vrede met de wapens kon verdedigen: hij liet de zorg voor de eredienst over aan de priesters en trok aan het hoofd van zijn leger ten strijde tegen de vijanden, die spoedig werden verslagen. Opnieuw bewees Ancus Martius dat hij de titel "vredevorst" waardig was: de krijgsgevangen Latijnen kregen de Aventinus-heuvel toegewezen als woonplaats.
Hij besloot ook de Janiculus-heuvel, aan de overkant van de Tiber, bij het stadsgebied te voegen om deze waterweg beter te kunnen beschermen. Nu hij toch bezig was, besloot hij eveneens om via de Tibermonding een veilige doorgangsweg naar zee te veroveren, en bouwde de haven van Ostia.
Ancus Martius regeerde 24 jaar en overleed kalm en tevreden, net als zijn illustere grootvader. Zijn kinderen waren nog te jong om hem op te volgen, en daarom werden ze toevertrouwd aan de zorgen van Lucius Tarquinius, een van zijn belangrijkste adviseurs.
*.
De volgende koning is Tarquinius Priscus die het bewind voert van 616-578 v. Chr. Lucius Tarquinius Priscus (of Tarquinius I) en zijn echtgenote Tanaquil waren het Romeinse koningspaar dat van 616 tot 578 v.Chr. over Rome regeerde. Hij was de vijfde koning van Rome, en een van de drie Etruskische koningen die Rome geregeerd hebben.
*.
Biografische gegevens.
Tarquinius' eigenlijke naam was Lucumo (mogelijk het Etruskische woord voor koning). Volgens de overlevering was hij een telg van een rijke Griekse familie die vanuit Korinthe naar de Etruskische stad Tarquinia was uitgeweken. Hij was van oordeel dat er voor hem grotere zaken waren voorbestemd dan hij als zoon van een immigrant in het provinciale Tarquinia kon bereiken. Samen met zijn eerzuchtige vrouw Tanaquil, die hem in deze ambitie steunde, trok hij naar het jonge, opkomende Rome. Toen het paar de stad naderde, gebeurde er op de Janiculum-heuvel iets eigenaardigs: een roofvogel greep de hoed van Tarquinius, vloog er even mee rond, en zette toen het hoofddeksel terug. Tanquil legde dit uit als een hemels voorteken, en leidde eruit af dat hij in Rome een grote toekomst tegemoet kon zien.
Eenmaal in Rome gevestigd, latiniseerde hij zijn naam tot Lucius Tarquinius (naar zijn geboortestad) en wist zich, met zijn vermogen en zijn waardevolle raad, op korte tijd in brede kringen geliefd te maken, niet het minst bij de regerende koning Ancus Martius. Na diens overlijden wist Tarquinius de zonen van Ancus, tot hun ongenoegen, opzij te schuiven en zelf het koningschap te bemachtigen.
Hij gold als een bekwaam en machtig vorst, al trad hij wel eens in conflict met de religieuze voorschriften. Toen de augur Attius Navius kritiek op zijn beleid formuleerde, daagde hij deze uit een opdracht te realiseren waar hij, de koning, net aan dacht. Attius aanvaardde de uitdaging, waarop de koning hem opdroeg een steen te splijten met een scheermes. De augur deed zonder aarzelen wat hem werd gevraagd, en wist hiermee voorgoed het prestige van het college van de augures te bevestigen.
Toen Tarquinius bekend maakte dat hij zijn adoptiefzoon Servius Tullius als zijn opvolger had aangeduid, in het nadeel van zijn eigen zonen, werd hij vermoord door de afgunstige zonen van Ancus Martius, die een tweede maal het koningschap aan hun neus voorbij zagen gaan. Door het koelbloedige optreden van de koningin werden echter hun plannen voor de machtsgreep verijdeld, zodat Servius Tullius zonder tegenstand als troonopvolger kon worden geïnstalleerd.
Dit verhaal is te vinden bij Titus Livius. Tarquinius I zou Etruskische gebruiken als gladiatorengevechten en circusspelen, de triomftocht en de waarzeggerskunst (auspicia) in Rome hebben geïntroduceerd. Ook zou hij begonnen zijn met de aanleg van een eerste stadsomwalling, die onder zijn opvolger Servius Tullius werd voltooid (en diens naam droeg). Bij andere auteurs lezen we dat hij de Sibyllijnse Boeken zou hebben gekocht, een verzameling orakelspreuken die bewaard werd in de tempel van Jupiter Capitolinus, en die tot ver in de keizertijd door een bijzonder priestercollege werd geraadpleegd in noodtoestanden. Hij wordt ook gezegd de sella curulis te hebben ingevoerd (Flor, I 5).
*.
Invloed op latere literatuur en andere kunstvormen.
Taferelen uit het avontuurlijke leven van Tarquinius I werden regelmatig uitgebeeld in de beeldende kunsten. In muziek en toneel is de thematiek slechts zelden gebruikt, maar Herwig Hensen schreef in 1953 een opmerkelijk toneelstuk over Tarquinius en Tanaquil, waarin de voortdurende voorkennis en wijsheid als dodelijk voor de menselijke geest worden afgeschilderd.
*.
Van 578-534 v. Chr. krijgen we te maken met Servius Tullius. Servius Tullius was volgens de Romeinse overlevering de zesde koning van Rome (578 - 534 v.Chr.), en een van de drie Etruskische koningen die Rome hebben geregeerd.
De overlevering vertelt dat Servius - volgens Titus Livius was hij een telg uit een door de Romeinen overwonnen koningsgeslacht, andere auteurs houden hem voor de zoon van een huisslavin - als kind werd opgevoed in het paleis van Tarquinius Priscus en Tanaquil. Eens had iemand waargenomen dat het hoofd van het slapende jongetje werd omgeven door een kroon van vlammen. Tanaquil herkende dit als een goddelijk voorteken van een bijzondere toekomst voor het kind, dat om die reden door het echtpaar als hun zoon werd geadopteerd. Mettertijd wist deze Servius zelfs Arruns en Lucius, de eigen zonen van Tarquinius, als troonopvolger te verdringen. Toen Tarquinius daarop vermoord werd door de afgunstige zonen van zijn voorganger Ancus Martius, wist Tanaquil door haar koelbloedige optreden het koningschap voor Servius veilig te stellen. Zij hield de dood van haar echtgenoot verschillende dagen geheim en installeerde intussen haar adoptiefzoon stevig op de troon.
Omdat hij Tarquinius’ zonen had verdrongen, wilde Servius Tullius zich met hen verzoenen, en gaf hij hun zijn eigen dochters ten huwelijk. Ze heetten beide Tullia, zoals de gewoonte was in Rome. De oudste was eerzuchtig en boosaardig, de jongste goed en zachtaardig. Ook de zoons van Tarquinius waren verschillend van aard: Lucius was trots en opvliegend en Aruns was bescheiden en vriendelijk. Servius dacht dat Lucius een beter mens zou worden, wanneer hij met de jongste dochter trouwde, en dat zijn eerzuchtige dochter in het huwelijk met Aruns wat nederigheid zou leren. Het pakte echter geheel anders uit. De oudste Tullia, was gehuwd met de in haar ogen te weinig ambitieuze Arruns, knoopte echter een relatie aan met diens jongere broer Lucius, die meer aan haar smaak beantwoordde. Samen vermoordden ze eerst hun Aruns en de jonge Tullia, waarna Tullia haar minnaar ertoe aanzette ook af te rekenen met haar vader.
Lucius slaagde erin de Senaat op te zetten tegen de koning, die met harde hand uit de eerbiedwaardige vergadering werd gezet. Door iedereen in de steek gelaten, werd Servius Tullius in de straten van Rome afgemaakt. Om zeker te zijn dat hij helemaal dood was, reed Tullia zelfs met haar wagen beestachtig over het lijk van haar vader. Haar minnaar werd nadien koning als Tarquinius II de Hoogmoedige.
Servius Tullius zou de eerste stadsmuur van Rome, begonnen onder zijn voorganger, hebben voltooid: een deel daarvan is nog te zien naast het spoorwegstation Roma Termini.
Servius Tullius staat bekend als een belangrijk hervormer. Hij verdeelde het Romeinse staatsgebied in bestuurlijke districten, de tribus, 6 voor de stad en 26 voor de ommelanden. Ook zou van hem de staatsregeling afkomstig zijn die de burgers op grond van hun vermogen in centuriae indeelde, waardoor de plebs politieke rechten kreeg, omdat niet langer geboorte maar vermogen het criterium van indeling der burgerij vormde. Stemrecht in de volksvergadering (comitia) werd voortaan uitgeoefend per centuria, waarvan er in totaal 193 waren; de absolute meerderheid lag in handen van de rijkste burgers, ingedeeld in 98 centuriae. Zijn hervormingen lijken naar westerse normen allesbehalve vooruitstrevend. Maar als je de diepere redenering achter de hervorming bekijkt moet je toegeven dat deze hervorming zijn tijd ver vooruit was. Namelijk: de 'rijken' moesten 98 centuria legereenheden leveren, omdat zij het meest betalen hebben zij ook recht op het meeste politieke inspraak.
Ook al gaat het leven van Servius Tullius gedeeltelijk terug op historische feiten, toch maakt het geheel van zijn hervormingen de indruk van een achteraf opgestelde, theoretische constructie. Mogelijk bestond er een dergelijk systeem in de 5e eeuw v.Chr, maar details en verdere ontwikkeling zijn door mythevorming hoogst onzeker geworden.
Hij wordt opgevolgd door Tarquinius Superbus van 534-506 v. Chr. Lucius Tarquinius Superbus (of Tarquinius II de Hoogmoedige) was volgens de oud-Romeinse overlevering de zevende en laatste koning van Rome (534 - 509 v.Chr.), de laatste van de drie Etruskische koningen die Rome hebben geregeerd.
Hij was een zoon van Tarquinius Priscus. Nadat hij en zijn broer Arruns voor de opvolging van hun vader waren verdrongen door hun adoptiefbroer Servius Tullius, wilde deze zich met hen verzoenen, en gaf hij hun zijn eigen dochters ten huwelijk. De oudste, Tullia, gehuwd met de in haar ogen te weinig ambitieuze Arruns, begon echter een relatie met haar zwager Lucius, die meer aan haar smaak beantwoordde. Samen vermoordden ze eerst hun respectieve broer en zus, waarna Tullia haar minnaar ertoe aanzette ook af te rekenen met haar vader. Daarop hitste Lucius Tarquinius de Senaat op tegen zijn schoonvader, die in de straten van Rome werd afgemaakt, en hij nam zelf het bewind over.
Lucius voerde vanaf dat ogenblik, onder de passende naam Tarquinius Superbus (de trotse) een waar schrikbewind. Zo begon hij zijn regering met de terdoodveroordeling van de senatoren die zijn schoonvader gesteund hadden. Hij liet ook de panelen vernietigen waarop koning Servius zijn wetten had uitgevaardigd. De senaat werd niet meer bijeengeroepen, want hij wilde alleen en onafhankelijk regeren. Hij verrijkte zich mateloos door willekeurig rijke patriciërs hun bezittingen te confisqueren en de armen zo hard te laten werken dat zij nauwelijks nog van slaven te onderscheiden waren. Wie het waagde een kritische stem te laten horen werd terechtgesteld. Het volk begon dan ook de koning steeds meer te haten. Toen er in het paleis een slang werd aangetroffen, beschouwde men dit als een kwaad voorteken, waarna Tarquinius boze dromen kreeg en zich nóg tirannieker begon te gedragen.
De algemene haat tegen Tarquinius Superbus bereikte een hoogtepunt toen zijn zoon Sextus als gevolg van een uit de hand gelopen braspartij het vrome meisje Lucretia verkrachtte, de vrouw van zijn neef Collatinus. Lucretia vertelde haar echtgenoot dat Sextus wel haar lichaam, maar niet haar ziel had onteerd. Zij liet hem zweren het haar aangedane onrecht te wreken en benam zich daarop het leven. Collatinus en zijn verwanten, onder wie Lucius Junius Brutus, zwoeren bij haar lijk om voor altijd een einde te maken aan het gehate koningschap. Brutus sprak op het Forum de bevolking toe, en herinnerde aan de misdaden van de Tarquinii. Een storm van verontwaardiging stak op. Toen koning Tarquinius, die in die dagen een militaire campagne nabij Ardea leidde, onverwijld naar de stad terugkeerde om de opstand in de kiem te smoren, vond hij de stadspoorten gesloten. Hij begreep dat de zaak voor hem verloren was, en vluchtte naar de Etrusken, met wie hij plannen beraamde om zich te wreken.
De Romeinen, die hun koning afgezet hadden en besloten dat zij in de toekomst nooit meer door koningen geregeerd wilden worden, maakten van die dag een nationale feestdag. Ieder jaar werd op 24 februari het feest van de onttroning en het begin van de Republiek gevierd.
Tarquinius stelde intussen alles in het werk om zijn troon te heroveren, en nam in het geheim contact op met zijn aanhangers in de stad. Het complot lekte echter uit, en ten einde raad wist Tarquinius eerst de Etrusken (onder Porsenna), en later de Latijnen over te halen om Rome de oorlog te verklaren. De verbetenheid waarmee de Romeinen hun pas veroverde vrijheid verdedigden, maakten hen tot uiteindelijke overwinnaars. Tarquinius, die in de strijd zijn zoon Sextus had zien sneuvelen, gaf de strijd op en vluchtte naar Cumae, waar hij later overleed.
De Romeinse Republiek was geboren. Vanaf die tijd kozen Senaat en Volk van Rome jaarlijks twee staatshoofden met gelijke macht: de consuls.
*.
De laatste drie koningen waren Etrusken. De zevende koning was een tiran, die uiteindelijk verdreven werd. Hierna werd het Romeins Koninkrijk een republiek.
*.
Napoleon II.
Napoleon Frans Karel Jozef Bonaparte, de zoon van Napoleon Bonaparte en Marie Louise van Oostenrijk, kreeg bij zijn geboorte op 20 maart 1811 de titel Koning van Rome. Hij groeide op in Wenen en stierf daar op 22 juli 1832 aan tuberculose.
*.
De achtste koning van Rome.
In Rome worden in de populaire cultuur vooraanstaande voetballers van voetbalclub AS Roma aangeduid met de eretitel Ottavo Re di Roma. In het verleden viel deze eretitel al ten deel aan Roberto Pruzzo, tegenwoordig wordt vaak Francesco Totti aangeduid als achtste koning van Rome.
*.
Verantwoording.
Bovenstaande opsomming staat in feite buiten de genealogie van De Vries en is hier enkel voor de volledigheid weergegeven. De stamboomlijn van De Vries volgt een geheel andere weg, doch is ook omgeven door duisterheden en mogelijkheden waarvan het bewijs nimmer te leveren zal zijn. Derhalve zijn hier ook niet de Keizers van Rome en de andere heersers genoemd en komen ze pas veel later weer tot leven, waarvan Lucius Aemulius Paullus I de eerste zal zijn.

  • Vader:
    Romulus , zn. van Aeneas en Nn, geb. op woensdag 21 apr 753 BC, relatie, (gesch.).
 

tr. (1)
met

Egeria 2.


Aantekeningen bij Egeria .
Egeria is, in de Romeinse mythologie, een nimf die met Diana wordt geassocieerd en wordt in verband gebracht met de geboorte van kinderen. Haar naam werd aangeroepen om barende vrouwen bij te staan.
*.
Egeria was een van de Camenae, profetische nimfen die later worden geïdentificeerd met de Griekse Muzen. Na de dood van de Romeinse koning Numa Pompilius, haar echtgenoot, veranderde Egeria in een bron (Ovidius, Metamorphosen). Een aan haar gewijde bron bevindt zich in het Parco Appia Antica, vlak bij Rome, een andere in het heilige woud van Aricia, bij het Lago de Nemi.
*.
Ninfeo di Egeria, in het Parco Appia Antica, RomeDe bron bij Rome is omgeven door muren, zodat een poel ontstaat, het zogenaamde Lacus Salutatis,.
*.
Meer van Gezondheid. Herodes Atticus overwelfde de natuurlijk bron, tot verdriet van Juvenalis. Deze overwelving is nog steeds te zien.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mamericus*-710     

tr. (2)
met

Tatia 2.


Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Egeria
Egeria 1.


Aantekeningen bij Egeria .
Egeria is, in de Romeinse mythologie, een nimf die met Diana wordt geassocieerd en wordt in verband gebracht met de geboorte van kinderen. Haar naam werd aangeroepen om barende vrouwen bij te staan.
*.
Egeria was een van de Camenae, profetische nimfen die later worden geïdentificeerd met de Griekse Muzen. Na de dood van de Romeinse koning Numa Pompilius, haar echtgenoot, veranderde Egeria in een bron (Ovidius, Metamorphosen). Een aan haar gewijde bron bevindt zich in het Parco Appia Antica, vlak bij Rome, een andere in het heilige woud van Aricia, bij het Lago de Nemi.
*.
Ninfeo di Egeria, in het Parco Appia Antica, RomeDe bron bij Rome is omgeven door muren, zodat een poel ontstaat, het zogenaamde Lacus Salutatis,.
*.
Meer van Gezondheid. Herodes Atticus overwelfde de natuurlijk bron, tot verdriet van Juvenalis. Deze overwelving is nog steeds te zien.

tr.
met

Numa Pompilius2,1, zn. van Romulus en Nn, geb. in 716 BC1,1,2,1, koning te Rome tussen 716 en 671, ovl. (ongeveer 43 jaar oud) in 673 BC, tr. (2) met Tatia 1. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Numa Pompilius.
Numa Pompilius was volgens de legenden de tweede koning van Rome (716 - 673 v.Chr.).
*.
Wat wij over Numa weten behoort in grote mate tot het domein van de legende. Hij werd door de Latijnen en de Sabijnen als koning aangewezen na het interregnum dat volgde op de mysterieuze verdwijning van Romulus, die Rome stichtte. Numa was een wijze en deugdzame Sabijn uit de stad Cures, die het hem aangeboden koningschap pas wilde aanvaarden nadat de goden hem gunstige voortekenen had gezonden. Tijdens het bewind van Numa vonden er géén oorlogen plaats; het was een rustpunt van vrede in een geschiedenis vol oorlogen.
*.
Koning Numa wilde door zijn wijsheid en godsvrucht de ruwe zeden van de eerste Romeinen verzachten. Hij gold als een vredestichter die voor zijn rijk een voortreffelijke politieke en religieuze regeling tot stand bracht. Godsdienstige instellingen van respectabele ouderdom werden trouwens door de Romeinen in de regel aan Numa toegeschreven. Zo zou hij het college van de Vestaalse maagden opgericht hebben. Om respect af te dwingen voor zijn wetgeving beriep hij zich op de goddelijke oorsprong ervan: hij kreeg immers raad en inspiratie van de nimf Egeria, met wie hij een vertrouwelijke omgang had. Antieke schrijvers weten ook te vertellen dat hij ooit met Jupiter debatteerde over zijn wetgeving.
*.
Volgens een andere traditie haalde Numa Pompilius zijn wijsheid van Pythagoras, wiens leerling hij zou geweest zijn. Deze versie wordt echter door Livius verworpen op grond van een anachronisme. Na zijn dood werd Numa Pompilius begraven aan de voet van de Janiculus-heuvel, samen met een exemplaar van zijn wetten. Toen in 181 v.Chr. na een zware regenbui de kist bloot kwam te liggen, bleek dat het lijk van de koning geheel vergaan was. Maar de boekrollen waren intact, en werden op het Forum verbrand en opnieuw bijgezet. Wat Egeria betreft, na Numa's dood ging zij treurend bij zijn graf zitten en veranderde volgens Ovidius' Metamorfosen in een bron.
*.
Invloed.
Ook al trekken gezaghebbende auteurs als Livius, Plutarchus en Valerius Maximus de inspiratie door Egeria in twijfel, toch spreken ze met waardering over dit beroep op een goddelijke herkomst. Dat gaf Plutarchus een argument om zijn Numa-bibliografie te koppelen aan die van Lycurgus, die zijn wetgeving op Apollo terugvoerde. Machiavelli en Hobbes, theoretici die zich toespitsten op de techniek van machtsuitoefening, spreken vol lof over Numa's vermeende goddelijke inspiratie.
*.
Het vervolg van de koningen van Rome.
Na de legende van Romules en Remus, alsmede die van Numa Pompilius wordt de laatste opgevolgd door Ancus Martius 641-616 v. Chr.Ancus Martius (men vindt ook de spellingsvariant Marcius) was volgens de overlevering de vierde koning van Rome. Hij was een kleinzoon van Numa Pompilius en hield evenveel van de vrede als zijn grootvader.
*.
Zijn eerste regeringsdaad was het in eer herstellen van de erediensten, die onder zijn voorganger Tullus Hostilius zo dikwijls verwaarloosd bleven. Ook liet hij de wetgeving van Numa Pompilius op houten panelen aanbrengen, zodat de gehele bevolking er kennis kon van nemen.
Misbruik makend van Ancus' vermeende vredelievendheid, begonnen de Latijnen het ommeland van Rome te plunderen, in de overtuiging dit ongestraft te kunnen doen. Maar de koning bewees dat hij zo nodig ook de vrede met de wapens kon verdedigen: hij liet de zorg voor de eredienst over aan de priesters en trok aan het hoofd van zijn leger ten strijde tegen de vijanden, die spoedig werden verslagen. Opnieuw bewees Ancus Martius dat hij de titel "vredevorst" waardig was: de krijgsgevangen Latijnen kregen de Aventinus-heuvel toegewezen als woonplaats.
Hij besloot ook de Janiculus-heuvel, aan de overkant van de Tiber, bij het stadsgebied te voegen om deze waterweg beter te kunnen beschermen. Nu hij toch bezig was, besloot hij eveneens om via de Tibermonding een veilige doorgangsweg naar zee te veroveren, en bouwde de haven van Ostia.
Ancus Martius regeerde 24 jaar en overleed kalm en tevreden, net als zijn illustere grootvader. Zijn kinderen waren nog te jong om hem op te volgen, en daarom werden ze toevertrouwd aan de zorgen van Lucius Tarquinius, een van zijn belangrijkste adviseurs.
*.
De volgende koning is Tarquinius Priscus die het bewind voert van 616-578 v. Chr. Lucius Tarquinius Priscus (of Tarquinius I) en zijn echtgenote Tanaquil waren het Romeinse koningspaar dat van 616 tot 578 v.Chr. over Rome regeerde. Hij was de vijfde koning van Rome, en een van de drie Etruskische koningen die Rome geregeerd hebben.
*.
Biografische gegevens.
Tarquinius' eigenlijke naam was Lucumo (mogelijk het Etruskische woord voor koning). Volgens de overlevering was hij een telg van een rijke Griekse familie die vanuit Korinthe naar de Etruskische stad Tarquinia was uitgeweken. Hij was van oordeel dat er voor hem grotere zaken waren voorbestemd dan hij als zoon van een immigrant in het provinciale Tarquinia kon bereiken. Samen met zijn eerzuchtige vrouw Tanaquil, die hem in deze ambitie steunde, trok hij naar het jonge, opkomende Rome. Toen het paar de stad naderde, gebeurde er op de Janiculum-heuvel iets eigenaardigs: een roofvogel greep de hoed van Tarquinius, vloog er even mee rond, en zette toen het hoofddeksel terug. Tanquil legde dit uit als een hemels voorteken, en leidde eruit af dat hij in Rome een grote toekomst tegemoet kon zien.
Eenmaal in Rome gevestigd, latiniseerde hij zijn naam tot Lucius Tarquinius (naar zijn geboortestad) en wist zich, met zijn vermogen en zijn waardevolle raad, op korte tijd in brede kringen geliefd te maken, niet het minst bij de regerende koning Ancus Martius. Na diens overlijden wist Tarquinius de zonen van Ancus, tot hun ongenoegen, opzij te schuiven en zelf het koningschap te bemachtigen.
Hij gold als een bekwaam en machtig vorst, al trad hij wel eens in conflict met de religieuze voorschriften. Toen de augur Attius Navius kritiek op zijn beleid formuleerde, daagde hij deze uit een opdracht te realiseren waar hij, de koning, net aan dacht. Attius aanvaardde de uitdaging, waarop de koning hem opdroeg een steen te splijten met een scheermes. De augur deed zonder aarzelen wat hem werd gevraagd, en wist hiermee voorgoed het prestige van het college van de augures te bevestigen.
Toen Tarquinius bekend maakte dat hij zijn adoptiefzoon Servius Tullius als zijn opvolger had aangeduid, in het nadeel van zijn eigen zonen, werd hij vermoord door de afgunstige zonen van Ancus Martius, die een tweede maal het koningschap aan hun neus voorbij zagen gaan. Door het koelbloedige optreden van de koningin werden echter hun plannen voor de machtsgreep verijdeld, zodat Servius Tullius zonder tegenstand als troonopvolger kon worden geïnstalleerd.
Dit verhaal is te vinden bij Titus Livius. Tarquinius I zou Etruskische gebruiken als gladiatorengevechten en circusspelen, de triomftocht en de waarzeggerskunst (auspicia) in Rome hebben geïntroduceerd. Ook zou hij begonnen zijn met de aanleg van een eerste stadsomwalling, die onder zijn opvolger Servius Tullius werd voltooid (en diens naam droeg). Bij andere auteurs lezen we dat hij de Sibyllijnse Boeken zou hebben gekocht, een verzameling orakelspreuken die bewaard werd in de tempel van Jupiter Capitolinus, en die tot ver in de keizertijd door een bijzonder priestercollege werd geraadpleegd in noodtoestanden. Hij wordt ook gezegd de sella curulis te hebben ingevoerd (Flor, I 5).
*.
Invloed op latere literatuur en andere kunstvormen.
Taferelen uit het avontuurlijke leven van Tarquinius I werden regelmatig uitgebeeld in de beeldende kunsten. In muziek en toneel is de thematiek slechts zelden gebruikt, maar Herwig Hensen schreef in 1953 een opmerkelijk toneelstuk over Tarquinius en Tanaquil, waarin de voortdurende voorkennis en wijsheid als dodelijk voor de menselijke geest worden afgeschilderd.
*.
Van 578-534 v. Chr. krijgen we te maken met Servius Tullius. Servius Tullius was volgens de Romeinse overlevering de zesde koning van Rome (578 - 534 v.Chr.), en een van de drie Etruskische koningen die Rome hebben geregeerd.
De overlevering vertelt dat Servius - volgens Titus Livius was hij een telg uit een door de Romeinen overwonnen koningsgeslacht, andere auteurs houden hem voor de zoon van een huisslavin - als kind werd opgevoed in het paleis van Tarquinius Priscus en Tanaquil. Eens had iemand waargenomen dat het hoofd van het slapende jongetje werd omgeven door een kroon van vlammen. Tanaquil herkende dit als een goddelijk voorteken van een bijzondere toekomst voor het kind, dat om die reden door het echtpaar als hun zoon werd geadopteerd. Mettertijd wist deze Servius zelfs Arruns en Lucius, de eigen zonen van Tarquinius, als troonopvolger te verdringen. Toen Tarquinius daarop vermoord werd door de afgunstige zonen van zijn voorganger Ancus Martius, wist Tanaquil door haar koelbloedige optreden het koningschap voor Servius veilig te stellen. Zij hield de dood van haar echtgenoot verschillende dagen geheim en installeerde intussen haar adoptiefzoon stevig op de troon.
Omdat hij Tarquinius’ zonen had verdrongen, wilde Servius Tullius zich met hen verzoenen, en gaf hij hun zijn eigen dochters ten huwelijk. Ze heetten beide Tullia, zoals de gewoonte was in Rome. De oudste was eerzuchtig en boosaardig, de jongste goed en zachtaardig. Ook de zoons van Tarquinius waren verschillend van aard: Lucius was trots en opvliegend en Aruns was bescheiden en vriendelijk. Servius dacht dat Lucius een beter mens zou worden, wanneer hij met de jongste dochter trouwde, en dat zijn eerzuchtige dochter in het huwelijk met Aruns wat nederigheid zou leren. Het pakte echter geheel anders uit. De oudste Tullia, was gehuwd met de in haar ogen te weinig ambitieuze Arruns, knoopte echter een relatie aan met diens jongere broer Lucius, die meer aan haar smaak beantwoordde. Samen vermoordden ze eerst hun Aruns en de jonge Tullia, waarna Tullia haar minnaar ertoe aanzette ook af te rekenen met haar vader.
Lucius slaagde erin de Senaat op te zetten tegen de koning, die met harde hand uit de eerbiedwaardige vergadering werd gezet. Door iedereen in de steek gelaten, werd Servius Tullius in de straten van Rome afgemaakt. Om zeker te zijn dat hij helemaal dood was, reed Tullia zelfs met haar wagen beestachtig over het lijk van haar vader. Haar minnaar werd nadien koning als Tarquinius II de Hoogmoedige.
Servius Tullius zou de eerste stadsmuur van Rome, begonnen onder zijn voorganger, hebben voltooid: een deel daarvan is nog te zien naast het spoorwegstation Roma Termini.
Servius Tullius staat bekend als een belangrijk hervormer. Hij verdeelde het Romeinse staatsgebied in bestuurlijke districten, de tribus, 6 voor de stad en 26 voor de ommelanden. Ook zou van hem de staatsregeling afkomstig zijn die de burgers op grond van hun vermogen in centuriae indeelde, waardoor de plebs politieke rechten kreeg, omdat niet langer geboorte maar vermogen het criterium van indeling der burgerij vormde. Stemrecht in de volksvergadering (comitia) werd voortaan uitgeoefend per centuria, waarvan er in totaal 193 waren; de absolute meerderheid lag in handen van de rijkste burgers, ingedeeld in 98 centuriae. Zijn hervormingen lijken naar westerse normen allesbehalve vooruitstrevend. Maar als je de diepere redenering achter de hervorming bekijkt moet je toegeven dat deze hervorming zijn tijd ver vooruit was. Namelijk: de 'rijken' moesten 98 centuria legereenheden leveren, omdat zij het meest betalen hebben zij ook recht op het meeste politieke inspraak.
Ook al gaat het leven van Servius Tullius gedeeltelijk terug op historische feiten, toch maakt het geheel van zijn hervormingen de indruk van een achteraf opgestelde, theoretische constructie. Mogelijk bestond er een dergelijk systeem in de 5e eeuw v.Chr, maar details en verdere ontwikkeling zijn door mythevorming hoogst onzeker geworden.
Hij wordt opgevolgd door Tarquinius Superbus van 534-506 v. Chr. Lucius Tarquinius Superbus (of Tarquinius II de Hoogmoedige) was volgens de oud-Romeinse overlevering de zevende en laatste koning van Rome (534 - 509 v.Chr.), de laatste van de drie Etruskische koningen die Rome hebben geregeerd.
Hij was een zoon van Tarquinius Priscus. Nadat hij en zijn broer Arruns voor de opvolging van hun vader waren verdrongen door hun adoptiefbroer Servius Tullius, wilde deze zich met hen verzoenen, en gaf hij hun zijn eigen dochters ten huwelijk. De oudste, Tullia, gehuwd met de in haar ogen te weinig ambitieuze Arruns, begon echter een relatie met haar zwager Lucius, die meer aan haar smaak beantwoordde. Samen vermoordden ze eerst hun respectieve broer en zus, waarna Tullia haar minnaar ertoe aanzette ook af te rekenen met haar vader. Daarop hitste Lucius Tarquinius de Senaat op tegen zijn schoonvader, die in de straten van Rome werd afgemaakt, en hij nam zelf het bewind over.
Lucius voerde vanaf dat ogenblik, onder de passende naam Tarquinius Superbus (de trotse) een waar schrikbewind. Zo begon hij zijn regering met de terdoodveroordeling van de senatoren die zijn schoonvader gesteund hadden. Hij liet ook de panelen vernietigen waarop koning Servius zijn wetten had uitgevaardigd. De senaat werd niet meer bijeengeroepen, want hij wilde alleen en onafhankelijk regeren. Hij verrijkte zich mateloos door willekeurig rijke patriciërs hun bezittingen te confisqueren en de armen zo hard te laten werken dat zij nauwelijks nog van slaven te onderscheiden waren. Wie het waagde een kritische stem te laten horen werd terechtgesteld. Het volk begon dan ook de koning steeds meer te haten. Toen er in het paleis een slang werd aangetroffen, beschouwde men dit als een kwaad voorteken, waarna Tarquinius boze dromen kreeg en zich nóg tirannieker begon te gedragen.
De algemene haat tegen Tarquinius Superbus bereikte een hoogtepunt toen zijn zoon Sextus als gevolg van een uit de hand gelopen braspartij het vrome meisje Lucretia verkrachtte, de vrouw van zijn neef Collatinus. Lucretia vertelde haar echtgenoot dat Sextus wel haar lichaam, maar niet haar ziel had onteerd. Zij liet hem zweren het haar aangedane onrecht te wreken en benam zich daarop het leven. Collatinus en zijn verwanten, onder wie Lucius Junius Brutus, zwoeren bij haar lijk om voor altijd een einde te maken aan het gehate koningschap. Brutus sprak op het Forum de bevolking toe, en herinnerde aan de misdaden van de Tarquinii. Een storm van verontwaardiging stak op. Toen koning Tarquinius, die in die dagen een militaire campagne nabij Ardea leidde, onverwijld naar de stad terugkeerde om de opstand in de kiem te smoren, vond hij de stadspoorten gesloten. Hij begreep dat de zaak voor hem verloren was, en vluchtte naar de Etrusken, met wie hij plannen beraamde om zich te wreken.
De Romeinen, die hun koning afgezet hadden en besloten dat zij in de toekomst nooit meer door koningen geregeerd wilden worden, maakten van die dag een nationale feestdag. Ieder jaar werd op 24 februari het feest van de onttroning en het begin van de Republiek gevierd.
Tarquinius stelde intussen alles in het werk om zijn troon te heroveren, en nam in het geheim contact op met zijn aanhangers in de stad. Het complot lekte echter uit, en ten einde raad wist Tarquinius eerst de Etrusken (onder Porsenna), en later de Latijnen over te halen om Rome de oorlog te verklaren. De verbetenheid waarmee de Romeinen hun pas veroverde vrijheid verdedigden, maakten hen tot uiteindelijke overwinnaars. Tarquinius, die in de strijd zijn zoon Sextus had zien sneuvelen, gaf de strijd op en vluchtte naar Cumae, waar hij later overleed.
De Romeinse Republiek was geboren. Vanaf die tijd kozen Senaat en Volk van Rome jaarlijks twee staatshoofden met gelijke macht: de consuls.
*.
De laatste drie koningen waren Etrusken. De zevende koning was een tiran, die uiteindelijk verdreven werd. Hierna werd het Romeins Koninkrijk een republiek.
*.
Napoleon II.
Napoleon Frans Karel Jozef Bonaparte, de zoon van Napoleon Bonaparte en Marie Louise van Oostenrijk, kreeg bij zijn geboorte op 20 maart 1811 de titel Koning van Rome. Hij groeide op in Wenen en stierf daar op 22 juli 1832 aan tuberculose.
*.
De achtste koning van Rome.
In Rome worden in de populaire cultuur vooraanstaande voetballers van voetbalclub AS Roma aangeduid met de eretitel Ottavo Re di Roma. In het verleden viel deze eretitel al ten deel aan Roberto Pruzzo, tegenwoordig wordt vaak Francesco Totti aangeduid als achtste koning van Rome.
*.
Verantwoording.
Bovenstaande opsomming staat in feite buiten de genealogie van De Vries en is hier enkel voor de volledigheid weergegeven. De stamboomlijn van De Vries volgt een geheel andere weg, doch is ook omgeven door duisterheden en mogelijkheden waarvan het bewijs nimmer te leveren zal zijn. Derhalve zijn hier ook niet de Keizers van Rome en de andere heersers genoemd en komen ze pas veel later weer tot leven, waarvan Lucius Aemulius Paullus I de eerste zal zijn.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mamericus*-710     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Tatia
Tatia 1.

tr.
met

Numa Pompilius2,1, zn. van Romulus en Nn, geb. in 716 BC1,1,2,1, koning te Rome tussen 716 en 671, ovl. (ongeveer 43 jaar oud) in 673 BC, tr. (1) met Egeria 1. Uit dit huwelijk een zoon.


Aantekeningen bij Numa Pompilius.
Numa Pompilius was volgens de legenden de tweede koning van Rome (716 - 673 v.Chr.).
*.
Wat wij over Numa weten behoort in grote mate tot het domein van de legende. Hij werd door de Latijnen en de Sabijnen als koning aangewezen na het interregnum dat volgde op de mysterieuze verdwijning van Romulus, die Rome stichtte. Numa was een wijze en deugdzame Sabijn uit de stad Cures, die het hem aangeboden koningschap pas wilde aanvaarden nadat de goden hem gunstige voortekenen had gezonden. Tijdens het bewind van Numa vonden er géén oorlogen plaats; het was een rustpunt van vrede in een geschiedenis vol oorlogen.
*.
Koning Numa wilde door zijn wijsheid en godsvrucht de ruwe zeden van de eerste Romeinen verzachten. Hij gold als een vredestichter die voor zijn rijk een voortreffelijke politieke en religieuze regeling tot stand bracht. Godsdienstige instellingen van respectabele ouderdom werden trouwens door de Romeinen in de regel aan Numa toegeschreven. Zo zou hij het college van de Vestaalse maagden opgericht hebben. Om respect af te dwingen voor zijn wetgeving beriep hij zich op de goddelijke oorsprong ervan: hij kreeg immers raad en inspiratie van de nimf Egeria, met wie hij een vertrouwelijke omgang had. Antieke schrijvers weten ook te vertellen dat hij ooit met Jupiter debatteerde over zijn wetgeving.
*.
Volgens een andere traditie haalde Numa Pompilius zijn wijsheid van Pythagoras, wiens leerling hij zou geweest zijn. Deze versie wordt echter door Livius verworpen op grond van een anachronisme. Na zijn dood werd Numa Pompilius begraven aan de voet van de Janiculus-heuvel, samen met een exemplaar van zijn wetten. Toen in 181 v.Chr. na een zware regenbui de kist bloot kwam te liggen, bleek dat het lijk van de koning geheel vergaan was. Maar de boekrollen waren intact, en werden op het Forum verbrand en opnieuw bijgezet. Wat Egeria betreft, na Numa's dood ging zij treurend bij zijn graf zitten en veranderde volgens Ovidius' Metamorfosen in een bron.
*.
Invloed.
Ook al trekken gezaghebbende auteurs als Livius, Plutarchus en Valerius Maximus de inspiratie door Egeria in twijfel, toch spreken ze met waardering over dit beroep op een goddelijke herkomst. Dat gaf Plutarchus een argument om zijn Numa-bibliografie te koppelen aan die van Lycurgus, die zijn wetgeving op Apollo terugvoerde. Machiavelli en Hobbes, theoretici die zich toespitsten op de techniek van machtsuitoefening, spreken vol lof over Numa's vermeende goddelijke inspiratie.
*.
Het vervolg van de koningen van Rome.
Na de legende van Romules en Remus, alsmede die van Numa Pompilius wordt de laatste opgevolgd door Ancus Martius 641-616 v. Chr.Ancus Martius (men vindt ook de spellingsvariant Marcius) was volgens de overlevering de vierde koning van Rome. Hij was een kleinzoon van Numa Pompilius en hield evenveel van de vrede als zijn grootvader.
*.
Zijn eerste regeringsdaad was het in eer herstellen van de erediensten, die onder zijn voorganger Tullus Hostilius zo dikwijls verwaarloosd bleven. Ook liet hij de wetgeving van Numa Pompilius op houten panelen aanbrengen, zodat de gehele bevolking er kennis kon van nemen.
Misbruik makend van Ancus' vermeende vredelievendheid, begonnen de Latijnen het ommeland van Rome te plunderen, in de overtuiging dit ongestraft te kunnen doen. Maar de koning bewees dat hij zo nodig ook de vrede met de wapens kon verdedigen: hij liet de zorg voor de eredienst over aan de priesters en trok aan het hoofd van zijn leger ten strijde tegen de vijanden, die spoedig werden verslagen. Opnieuw bewees Ancus Martius dat hij de titel "vredevorst" waardig was: de krijgsgevangen Latijnen kregen de Aventinus-heuvel toegewezen als woonplaats.
Hij besloot ook de Janiculus-heuvel, aan de overkant van de Tiber, bij het stadsgebied te voegen om deze waterweg beter te kunnen beschermen. Nu hij toch bezig was, besloot hij eveneens om via de Tibermonding een veilige doorgangsweg naar zee te veroveren, en bouwde de haven van Ostia.
Ancus Martius regeerde 24 jaar en overleed kalm en tevreden, net als zijn illustere grootvader. Zijn kinderen waren nog te jong om hem op te volgen, en daarom werden ze toevertrouwd aan de zorgen van Lucius Tarquinius, een van zijn belangrijkste adviseurs.
*.
De volgende koning is Tarquinius Priscus die het bewind voert van 616-578 v. Chr. Lucius Tarquinius Priscus (of Tarquinius I) en zijn echtgenote Tanaquil waren het Romeinse koningspaar dat van 616 tot 578 v.Chr. over Rome regeerde. Hij was de vijfde koning van Rome, en een van de drie Etruskische koningen die Rome geregeerd hebben.
*.
Biografische gegevens.
Tarquinius' eigenlijke naam was Lucumo (mogelijk het Etruskische woord voor koning). Volgens de overlevering was hij een telg van een rijke Griekse familie die vanuit Korinthe naar de Etruskische stad Tarquinia was uitgeweken. Hij was van oordeel dat er voor hem grotere zaken waren voorbestemd dan hij als zoon van een immigrant in het provinciale Tarquinia kon bereiken. Samen met zijn eerzuchtige vrouw Tanaquil, die hem in deze ambitie steunde, trok hij naar het jonge, opkomende Rome. Toen het paar de stad naderde, gebeurde er op de Janiculum-heuvel iets eigenaardigs: een roofvogel greep de hoed van Tarquinius, vloog er even mee rond, en zette toen het hoofddeksel terug. Tanquil legde dit uit als een hemels voorteken, en leidde eruit af dat hij in Rome een grote toekomst tegemoet kon zien.
Eenmaal in Rome gevestigd, latiniseerde hij zijn naam tot Lucius Tarquinius (naar zijn geboortestad) en wist zich, met zijn vermogen en zijn waardevolle raad, op korte tijd in brede kringen geliefd te maken, niet het minst bij de regerende koning Ancus Martius. Na diens overlijden wist Tarquinius de zonen van Ancus, tot hun ongenoegen, opzij te schuiven en zelf het koningschap te bemachtigen.
Hij gold als een bekwaam en machtig vorst, al trad hij wel eens in conflict met de religieuze voorschriften. Toen de augur Attius Navius kritiek op zijn beleid formuleerde, daagde hij deze uit een opdracht te realiseren waar hij, de koning, net aan dacht. Attius aanvaardde de uitdaging, waarop de koning hem opdroeg een steen te splijten met een scheermes. De augur deed zonder aarzelen wat hem werd gevraagd, en wist hiermee voorgoed het prestige van het college van de augures te bevestigen.
Toen Tarquinius bekend maakte dat hij zijn adoptiefzoon Servius Tullius als zijn opvolger had aangeduid, in het nadeel van zijn eigen zonen, werd hij vermoord door de afgunstige zonen van Ancus Martius, die een tweede maal het koningschap aan hun neus voorbij zagen gaan. Door het koelbloedige optreden van de koningin werden echter hun plannen voor de machtsgreep verijdeld, zodat Servius Tullius zonder tegenstand als troonopvolger kon worden geïnstalleerd.
Dit verhaal is te vinden bij Titus Livius. Tarquinius I zou Etruskische gebruiken als gladiatorengevechten en circusspelen, de triomftocht en de waarzeggerskunst (auspicia) in Rome hebben geïntroduceerd. Ook zou hij begonnen zijn met de aanleg van een eerste stadsomwalling, die onder zijn opvolger Servius Tullius werd voltooid (en diens naam droeg). Bij andere auteurs lezen we dat hij de Sibyllijnse Boeken zou hebben gekocht, een verzameling orakelspreuken die bewaard werd in de tempel van Jupiter Capitolinus, en die tot ver in de keizertijd door een bijzonder priestercollege werd geraadpleegd in noodtoestanden. Hij wordt ook gezegd de sella curulis te hebben ingevoerd (Flor, I 5).
*.
Invloed op latere literatuur en andere kunstvormen.
Taferelen uit het avontuurlijke leven van Tarquinius I werden regelmatig uitgebeeld in de beeldende kunsten. In muziek en toneel is de thematiek slechts zelden gebruikt, maar Herwig Hensen schreef in 1953 een opmerkelijk toneelstuk over Tarquinius en Tanaquil, waarin de voortdurende voorkennis en wijsheid als dodelijk voor de menselijke geest worden afgeschilderd.
*.
Van 578-534 v. Chr. krijgen we te maken met Servius Tullius. Servius Tullius was volgens de Romeinse overlevering de zesde koning van Rome (578 - 534 v.Chr.), en een van de drie Etruskische koningen die Rome hebben geregeerd.
De overlevering vertelt dat Servius - volgens Titus Livius was hij een telg uit een door de Romeinen overwonnen koningsgeslacht, andere auteurs houden hem voor de zoon van een huisslavin - als kind werd opgevoed in het paleis van Tarquinius Priscus en Tanaquil. Eens had iemand waargenomen dat het hoofd van het slapende jongetje werd omgeven door een kroon van vlammen. Tanaquil herkende dit als een goddelijk voorteken van een bijzondere toekomst voor het kind, dat om die reden door het echtpaar als hun zoon werd geadopteerd. Mettertijd wist deze Servius zelfs Arruns en Lucius, de eigen zonen van Tarquinius, als troonopvolger te verdringen. Toen Tarquinius daarop vermoord werd door de afgunstige zonen van zijn voorganger Ancus Martius, wist Tanaquil door haar koelbloedige optreden het koningschap voor Servius veilig te stellen. Zij hield de dood van haar echtgenoot verschillende dagen geheim en installeerde intussen haar adoptiefzoon stevig op de troon.
Omdat hij Tarquinius’ zonen had verdrongen, wilde Servius Tullius zich met hen verzoenen, en gaf hij hun zijn eigen dochters ten huwelijk. Ze heetten beide Tullia, zoals de gewoonte was in Rome. De oudste was eerzuchtig en boosaardig, de jongste goed en zachtaardig. Ook de zoons van Tarquinius waren verschillend van aard: Lucius was trots en opvliegend en Aruns was bescheiden en vriendelijk. Servius dacht dat Lucius een beter mens zou worden, wanneer hij met de jongste dochter trouwde, en dat zijn eerzuchtige dochter in het huwelijk met Aruns wat nederigheid zou leren. Het pakte echter geheel anders uit. De oudste Tullia, was gehuwd met de in haar ogen te weinig ambitieuze Arruns, knoopte echter een relatie aan met diens jongere broer Lucius, die meer aan haar smaak beantwoordde. Samen vermoordden ze eerst hun Aruns en de jonge Tullia, waarna Tullia haar minnaar ertoe aanzette ook af te rekenen met haar vader.
Lucius slaagde erin de Senaat op te zetten tegen de koning, die met harde hand uit de eerbiedwaardige vergadering werd gezet. Door iedereen in de steek gelaten, werd Servius Tullius in de straten van Rome afgemaakt. Om zeker te zijn dat hij helemaal dood was, reed Tullia zelfs met haar wagen beestachtig over het lijk van haar vader. Haar minnaar werd nadien koning als Tarquinius II de Hoogmoedige.
Servius Tullius zou de eerste stadsmuur van Rome, begonnen onder zijn voorganger, hebben voltooid: een deel daarvan is nog te zien naast het spoorwegstation Roma Termini.
Servius Tullius staat bekend als een belangrijk hervormer. Hij verdeelde het Romeinse staatsgebied in bestuurlijke districten, de tribus, 6 voor de stad en 26 voor de ommelanden. Ook zou van hem de staatsregeling afkomstig zijn die de burgers op grond van hun vermogen in centuriae indeelde, waardoor de plebs politieke rechten kreeg, omdat niet langer geboorte maar vermogen het criterium van indeling der burgerij vormde. Stemrecht in de volksvergadering (comitia) werd voortaan uitgeoefend per centuria, waarvan er in totaal 193 waren; de absolute meerderheid lag in handen van de rijkste burgers, ingedeeld in 98 centuriae. Zijn hervormingen lijken naar westerse normen allesbehalve vooruitstrevend. Maar als je de diepere redenering achter de hervorming bekijkt moet je toegeven dat deze hervorming zijn tijd ver vooruit was. Namelijk: de 'rijken' moesten 98 centuria legereenheden leveren, omdat zij het meest betalen hebben zij ook recht op het meeste politieke inspraak.
Ook al gaat het leven van Servius Tullius gedeeltelijk terug op historische feiten, toch maakt het geheel van zijn hervormingen de indruk van een achteraf opgestelde, theoretische constructie. Mogelijk bestond er een dergelijk systeem in de 5e eeuw v.Chr, maar details en verdere ontwikkeling zijn door mythevorming hoogst onzeker geworden.
Hij wordt opgevolgd door Tarquinius Superbus van 534-506 v. Chr. Lucius Tarquinius Superbus (of Tarquinius II de Hoogmoedige) was volgens de oud-Romeinse overlevering de zevende en laatste koning van Rome (534 - 509 v.Chr.), de laatste van de drie Etruskische koningen die Rome hebben geregeerd.
Hij was een zoon van Tarquinius Priscus. Nadat hij en zijn broer Arruns voor de opvolging van hun vader waren verdrongen door hun adoptiefbroer Servius Tullius, wilde deze zich met hen verzoenen, en gaf hij hun zijn eigen dochters ten huwelijk. De oudste, Tullia, gehuwd met de in haar ogen te weinig ambitieuze Arruns, begon echter een relatie met haar zwager Lucius, die meer aan haar smaak beantwoordde. Samen vermoordden ze eerst hun respectieve broer en zus, waarna Tullia haar minnaar ertoe aanzette ook af te rekenen met haar vader. Daarop hitste Lucius Tarquinius de Senaat op tegen zijn schoonvader, die in de straten van Rome werd afgemaakt, en hij nam zelf het bewind over.
Lucius voerde vanaf dat ogenblik, onder de passende naam Tarquinius Superbus (de trotse) een waar schrikbewind. Zo begon hij zijn regering met de terdoodveroordeling van de senatoren die zijn schoonvader gesteund hadden. Hij liet ook de panelen vernietigen waarop koning Servius zijn wetten had uitgevaardigd. De senaat werd niet meer bijeengeroepen, want hij wilde alleen en onafhankelijk regeren. Hij verrijkte zich mateloos door willekeurig rijke patriciërs hun bezittingen te confisqueren en de armen zo hard te laten werken dat zij nauwelijks nog van slaven te onderscheiden waren. Wie het waagde een kritische stem te laten horen werd terechtgesteld. Het volk begon dan ook de koning steeds meer te haten. Toen er in het paleis een slang werd aangetroffen, beschouwde men dit als een kwaad voorteken, waarna Tarquinius boze dromen kreeg en zich nóg tirannieker begon te gedragen.
De algemene haat tegen Tarquinius Superbus bereikte een hoogtepunt toen zijn zoon Sextus als gevolg van een uit de hand gelopen braspartij het vrome meisje Lucretia verkrachtte, de vrouw van zijn neef Collatinus. Lucretia vertelde haar echtgenoot dat Sextus wel haar lichaam, maar niet haar ziel had onteerd. Zij liet hem zweren het haar aangedane onrecht te wreken en benam zich daarop het leven. Collatinus en zijn verwanten, onder wie Lucius Junius Brutus, zwoeren bij haar lijk om voor altijd een einde te maken aan het gehate koningschap. Brutus sprak op het Forum de bevolking toe, en herinnerde aan de misdaden van de Tarquinii. Een storm van verontwaardiging stak op. Toen koning Tarquinius, die in die dagen een militaire campagne nabij Ardea leidde, onverwijld naar de stad terugkeerde om de opstand in de kiem te smoren, vond hij de stadspoorten gesloten. Hij begreep dat de zaak voor hem verloren was, en vluchtte naar de Etrusken, met wie hij plannen beraamde om zich te wreken.
De Romeinen, die hun koning afgezet hadden en besloten dat zij in de toekomst nooit meer door koningen geregeerd wilden worden, maakten van die dag een nationale feestdag. Ieder jaar werd op 24 februari het feest van de onttroning en het begin van de Republiek gevierd.
Tarquinius stelde intussen alles in het werk om zijn troon te heroveren, en nam in het geheim contact op met zijn aanhangers in de stad. Het complot lekte echter uit, en ten einde raad wist Tarquinius eerst de Etrusken (onder Porsenna), en later de Latijnen over te halen om Rome de oorlog te verklaren. De verbetenheid waarmee de Romeinen hun pas veroverde vrijheid verdedigden, maakten hen tot uiteindelijke overwinnaars. Tarquinius, die in de strijd zijn zoon Sextus had zien sneuvelen, gaf de strijd op en vluchtte naar Cumae, waar hij later overleed.
De Romeinse Republiek was geboren. Vanaf die tijd kozen Senaat en Volk van Rome jaarlijks twee staatshoofden met gelijke macht: de consuls.
*.
De laatste drie koningen waren Etrusken. De zevende koning was een tiran, die uiteindelijk verdreven werd. Hierna werd het Romeins Koninkrijk een republiek.
*.
Napoleon II.
Napoleon Frans Karel Jozef Bonaparte, de zoon van Napoleon Bonaparte en Marie Louise van Oostenrijk, kreeg bij zijn geboorte op 20 maart 1811 de titel Koning van Rome. Hij groeide op in Wenen en stierf daar op 22 juli 1832 aan tuberculose.
*.
De achtste koning van Rome.
In Rome worden in de populaire cultuur vooraanstaande voetballers van voetbalclub AS Roma aangeduid met de eretitel Ottavo Re di Roma. In het verleden viel deze eretitel al ten deel aan Roberto Pruzzo, tegenwoordig wordt vaak Francesco Totti aangeduid als achtste koning van Rome.
*.
Verantwoording.
Bovenstaande opsomming staat in feite buiten de genealogie van De Vries en is hier enkel voor de volledigheid weergegeven. De stamboomlijn van De Vries volgt een geheel andere weg, doch is ook omgeven door duisterheden en mogelijkheden waarvan het bewijs nimmer te leveren zal zijn. Derhalve zijn hier ook niet de Keizers van Rome en de andere heersers genoemd en komen ze pas veel later weer tot leven, waarvan Lucius Aemulius Paullus I de eerste zal zijn.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Quintus Aemilius Barbula
Quintus Aemilius Barbula1, geb. in 375 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Aemilius*-345  †-292  53



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
')}