Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Nn
Nn .

tr.
met

Marcus Aemilius Paullus1, zn. van Marcus Aemilius Paullus en Nn, geb. circa 345 BC1,1,1, cos. u. mag. equ. in 302 BC, ovl. (ongeveer 43 jaar oud) in 302 BC1 na 302 v. Chr1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Aemilius*-300  †-254  46



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Marcus Aemilius Paullus
Marcus Aemilius Paullus1, geb. circa 300 BC1,1,1, consul in 255 BC, proconsul in 254 BC, ovl. (minstens 46 jaar oud) na 254 BC.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Aemulius*-262  †-216  46



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Marcus Aemilius Paullus1, zn. van Marcus Aemilius Paullus en Nn, geb. circa 300 BC1,1,1, consul in 255 BC, proconsul in 254 BC, ovl. (minstens 46 jaar oud) na 254 BC.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Aemulius*-262  †-216  46



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lucius Aemulius Paullus I
Lucius Aemulius Paullus I1, geb. circa 262 BC1,1,1, consul II in 216 BC, consul in 219 BC, leg. in 218 BC, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) 1 in 216 BC1 Te Cinnae, gevallen in de 2e Punische oorlog, tussen Rome en Carthago1.


Aantekeningen bij Lucius Aemulius Paullus I.
De Tweede Punische Oorlog (218 v.Chr. - 201 v.Chr.) tussen Rome en Carthago was de kostbaarste van de drie Punische oorlogen, die Rome aan de rand van de afgrond bracht. Was de eerste Punische oorlog vooral een maritieme, waarin de Romeinen voor het eerst ervaring met zeeslagen opdeden, de tweede werd geheel te land uitgevochten, waarbij veel grotere aantallen strijders betrokken waren en dus ook grotere verliezen geleden konden worden. Er zijn twee verslagen uit de oudheid bewaard gebleven, een van Livius en een van Polybius.
Het conflict was een gevolg van de aanhoudende rivaliteit tussen de voormalige Fenicische kolonie Carthago, die zich tot een toonaangevende mogendheid in de westelijke helft van de Middellandse Zee had ontwikkeld, en de Romeinse Republiek, die zich indertijd nog beperkte tot het Italiaanse schiereiland en de eilanden Sicilië, Sardinië en Corsica.
De rivier de Ebro in Hispania markeerde de grens tussen de Romeinse en de Carthaagse invloedssfeer. Rome verwierf echter de stad Saguntum, ten zuiden van de Ebro, als bondgenoot. Omdat dit een schending van het verdrag was, belegerde en veroverde de Carthaagse generaal Hannibal Barkas de stad, waarop Rome de uitlevering van Hannibal eiste. Toen de Carthaagse senaat dit weigerde, verklaarde Rome de oorlog aan Carthago. In de Eerste Punische oorlog had Carthago zijn oorlogsvloot verloren en Hannibal bedacht een plan om Rome over land aan te vallen. Hij besloot om Italië binnen te vallen via de Alpen met een groot leger, dat o.a. over 42 olifanten in beschikte. Na een moeilijke tocht over de Pyreneeën, de Rhone en de Alpen (Col du Mont Cenis), waarbij een groot deel van zijn leger verloren ging, arriveerde hij in de Povlakte in Noord-Italië. Aanvankelijk bracht hij de Romeinen verschrikkelijke nederlagen toe, waaronder de slag bij de Trebia, de slag bij het Trasimeense meer en vooral de Slag bij Cannae, waar 8 legioenen werden vernietigd en 48.000 Romeinen sneuvelden. Hannibal was onbetwist een superieur veldheer, maar wat ook bijdroeg aan zijn successen was dat sommige bondgenoten van Rome in Italië en de pas veroverde Gallische gebieden in de Po-vlakte de strenge Romeinse overheersing beu waren en overliepen naar de Carthagers. Hannibal kreeg als boeman een blijvende plaats in het Romeinse bewustzijn. "Hannibal ad Portas!" werd een staande uitdrukking voor het signaleren van een dodelijk gevaar.
Rome stond na de ramp bij Cannae in 216 v.Chr. aan de rand van de afgrond. Volgens Titus Livius zou Hannibals commandant van de ruiterij hem toen geadviseerd hebben om onmiddellijk naar Rome op te rukken. Omwille van het hoge aantal gewonden en doden in het Carthaagse leger, koos Hannibal voor een andere strategie. Met uitzondering van Capua en Tarente kozen weinig belangrijke Italiaanse steden de kant van Hannibal. De meeste bleven Rome trouw. Het eiland Sardinië kwam wel in opstand tegen Rome.
De Romeinen besloten toen, op advies van de veteraan uit de Eerste Punische oorlog Quintus Fabius Maximus Cunctator (zijn bijnaam Cunctator, betekent de Aarzelende), die door de senaat tot dictator werd gekozen, en zijn belangrijkste generaal Publius Cornelius Scipio, Hannibal niet meer rechtstreeks aan te pakken maar zijn basis in Hispania te veroveren, waar zijn verse troepen en voorraden vandaan kwamen. Dit laatste werd de taak van Scipio. Na een aanvankelijk aarzelend offensief kwam de verovering hiervan op gang. De Carthaagse bevelhebbers in Hispania waren niet zo briljant als Hannibal Barkas en Scipio wist de onderlinge onenigheden van die bevelhebbers en een opstand bij hun Numidische bondgenoten uit te buiten. Bovendien hadden de Romeinen nogal wat succes met het voor zich winnen van Iberische bondgenoten van de Carthagers. In Italië begonnen de Romeinen ondertussen een uitputtingsoorlog; ze vermeden rechtstreekse confrontaties en legden zware straffen op aan 'verraderlijke' steden en bondgenoten en verleenden steun aan steden die veelal tevergeefs belegerd werden door Hannibal. Aan het belegeren van de stad Rome is hij nooit toegekomen. In de loop van 15 jaar drongen de Romeinen Hannibal uiteindelijk in het defensief, vooral toen hij afgesneden raakte van Hispania en Carthago. Na de beslissende Romeinse overwinning in de Slag bij Ilipa in Hispania, in 206 v.Chr, staken de Romeinen over naar Africa, versloegen een Carthaags leger in de slag bij de Bagradas en omsingelden de stad Carthago. De Carthaagse elite besloot om te onderhandelen met de Romeinen en riep ondertussen Hannibal terug naar Afrika. Hij werd echter dichtbij zijn vaderstad verslagen in de Slag bij Zama Regia. Carthago besloot toen echte vredesonderhandelingen te beginnen. Hannibal was gedwongen te vluchten naar Syrië. Hij werd de rest van zijn leven achtervolgd door de Romeinen, totdat hij in Bithynië, ver van zijn vaderstad in 183 v.Chr. zelfmoord pleegde om gevangenneming door de Romeinen te voorkomen. Carthago's invloed werd door het vredesverdrag beperkt tot de Noord-Tunesië en moest zich onder het bewind van de Romeinen schikken, hetgeen betekende dat zij zich niet eens mochten bewapenen tegen hun voormalige Numidische bondgenoten, die waren overgelopen naar de Romeinen.
De Romeinse senator Cato (234 - 149 v.Chr.) vond het gevaar van Carthago, ondanks deze nederlaag, nog steeds zo groot dat hij elke redevoering voor de Romeinse senaat eindigde met de zin: "En overigens blijf ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden". Cato kreeg uiteindelijk zijn zin in de Derde Punische oorlog, waarbij Carthago verwoest werd, al heeft hij het einde van die oorlog niet mogen meemaken.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Livius*-225  †-190  35
Lucius Aemilius Paullus*-229  †-160  69
Aemliia Paul(l)a*-225  †-182  43



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

tr.
met

Lucius Aemulius Paullus I1, zn. van Marcus Aemilius Paullus en Nn, geb. circa 262 BC1,1,1, consul II in 216 BC, consul in 219 BC, leg. in 218 BC, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) 1 in 216 BC1 Te Cinnae, gevallen in de 2e Punische oorlog, tussen Rome en Carthago1.


Aantekeningen bij Lucius Aemulius Paullus I.
De Tweede Punische Oorlog (218 v.Chr. - 201 v.Chr.) tussen Rome en Carthago was de kostbaarste van de drie Punische oorlogen, die Rome aan de rand van de afgrond bracht. Was de eerste Punische oorlog vooral een maritieme, waarin de Romeinen voor het eerst ervaring met zeeslagen opdeden, de tweede werd geheel te land uitgevochten, waarbij veel grotere aantallen strijders betrokken waren en dus ook grotere verliezen geleden konden worden. Er zijn twee verslagen uit de oudheid bewaard gebleven, een van Livius en een van Polybius.
Het conflict was een gevolg van de aanhoudende rivaliteit tussen de voormalige Fenicische kolonie Carthago, die zich tot een toonaangevende mogendheid in de westelijke helft van de Middellandse Zee had ontwikkeld, en de Romeinse Republiek, die zich indertijd nog beperkte tot het Italiaanse schiereiland en de eilanden Sicilië, Sardinië en Corsica.
De rivier de Ebro in Hispania markeerde de grens tussen de Romeinse en de Carthaagse invloedssfeer. Rome verwierf echter de stad Saguntum, ten zuiden van de Ebro, als bondgenoot. Omdat dit een schending van het verdrag was, belegerde en veroverde de Carthaagse generaal Hannibal Barkas de stad, waarop Rome de uitlevering van Hannibal eiste. Toen de Carthaagse senaat dit weigerde, verklaarde Rome de oorlog aan Carthago. In de Eerste Punische oorlog had Carthago zijn oorlogsvloot verloren en Hannibal bedacht een plan om Rome over land aan te vallen. Hij besloot om Italië binnen te vallen via de Alpen met een groot leger, dat o.a. over 42 olifanten in beschikte. Na een moeilijke tocht over de Pyreneeën, de Rhone en de Alpen (Col du Mont Cenis), waarbij een groot deel van zijn leger verloren ging, arriveerde hij in de Povlakte in Noord-Italië. Aanvankelijk bracht hij de Romeinen verschrikkelijke nederlagen toe, waaronder de slag bij de Trebia, de slag bij het Trasimeense meer en vooral de Slag bij Cannae, waar 8 legioenen werden vernietigd en 48.000 Romeinen sneuvelden. Hannibal was onbetwist een superieur veldheer, maar wat ook bijdroeg aan zijn successen was dat sommige bondgenoten van Rome in Italië en de pas veroverde Gallische gebieden in de Po-vlakte de strenge Romeinse overheersing beu waren en overliepen naar de Carthagers. Hannibal kreeg als boeman een blijvende plaats in het Romeinse bewustzijn. "Hannibal ad Portas!" werd een staande uitdrukking voor het signaleren van een dodelijk gevaar.
Rome stond na de ramp bij Cannae in 216 v.Chr. aan de rand van de afgrond. Volgens Titus Livius zou Hannibals commandant van de ruiterij hem toen geadviseerd hebben om onmiddellijk naar Rome op te rukken. Omwille van het hoge aantal gewonden en doden in het Carthaagse leger, koos Hannibal voor een andere strategie. Met uitzondering van Capua en Tarente kozen weinig belangrijke Italiaanse steden de kant van Hannibal. De meeste bleven Rome trouw. Het eiland Sardinië kwam wel in opstand tegen Rome.
De Romeinen besloten toen, op advies van de veteraan uit de Eerste Punische oorlog Quintus Fabius Maximus Cunctator (zijn bijnaam Cunctator, betekent de Aarzelende), die door de senaat tot dictator werd gekozen, en zijn belangrijkste generaal Publius Cornelius Scipio, Hannibal niet meer rechtstreeks aan te pakken maar zijn basis in Hispania te veroveren, waar zijn verse troepen en voorraden vandaan kwamen. Dit laatste werd de taak van Scipio. Na een aanvankelijk aarzelend offensief kwam de verovering hiervan op gang. De Carthaagse bevelhebbers in Hispania waren niet zo briljant als Hannibal Barkas en Scipio wist de onderlinge onenigheden van die bevelhebbers en een opstand bij hun Numidische bondgenoten uit te buiten. Bovendien hadden de Romeinen nogal wat succes met het voor zich winnen van Iberische bondgenoten van de Carthagers. In Italië begonnen de Romeinen ondertussen een uitputtingsoorlog; ze vermeden rechtstreekse confrontaties en legden zware straffen op aan 'verraderlijke' steden en bondgenoten en verleenden steun aan steden die veelal tevergeefs belegerd werden door Hannibal. Aan het belegeren van de stad Rome is hij nooit toegekomen. In de loop van 15 jaar drongen de Romeinen Hannibal uiteindelijk in het defensief, vooral toen hij afgesneden raakte van Hispania en Carthago. Na de beslissende Romeinse overwinning in de Slag bij Ilipa in Hispania, in 206 v.Chr, staken de Romeinen over naar Africa, versloegen een Carthaags leger in de slag bij de Bagradas en omsingelden de stad Carthago. De Carthaagse elite besloot om te onderhandelen met de Romeinen en riep ondertussen Hannibal terug naar Afrika. Hij werd echter dichtbij zijn vaderstad verslagen in de Slag bij Zama Regia. Carthago besloot toen echte vredesonderhandelingen te beginnen. Hannibal was gedwongen te vluchten naar Syrië. Hij werd de rest van zijn leven achtervolgd door de Romeinen, totdat hij in Bithynië, ver van zijn vaderstad in 183 v.Chr. zelfmoord pleegde om gevangenneming door de Romeinen te voorkomen. Carthago's invloed werd door het vredesverdrag beperkt tot de Noord-Tunesië en moest zich onder het bewind van de Romeinen schikken, hetgeen betekende dat zij zich niet eens mochten bewapenen tegen hun voormalige Numidische bondgenoten, die waren overgelopen naar de Romeinen.
De Romeinse senator Cato (234 - 149 v.Chr.) vond het gevaar van Carthago, ondanks deze nederlaag, nog steeds zo groot dat hij elke redevoering voor de Romeinse senaat eindigde met de zin: "En overigens blijf ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden". Cato kreeg uiteindelijk zijn zin in de Derde Punische oorlog, waarbij Carthago verwoest werd, al heeft hij het einde van die oorlog niet mogen meemaken.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Livius*-225  †-190  35
Lucius Aemilius Paullus*-229  †-160  69
Aemliia Paul(l)a*-225  †-182  43



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Marcus Livius Aemilianus
Marcus Livius Aemilianus1, geb. circa 225 BC1,1, geadopteerd door Marcus Livius Salinator in 216 BC, ovl. (minstens 35 jaar oud) na 190 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gaius Livius*-190  †-147  43



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lucius Aemilius Paullus Madedonicus
Lucius Aemilius Paullus (Lucius Aemilius Paulus) Madedonicus1 (Macedonicus), geb. in 229 BC1,1,1,
Consul,
quaest. 195, IIIvor coloniae deducendae 194, curul aedil 193, praet. Hispania ulterior 191 u. 190-189, cos. I. 182, cos. II. 168, procos. 167, cens. 164, iterrex 162, Augur 192-160, besiegt 168 die Makedonier,
Romeins generaal en politicus, ovl. (ongeveer 69 jaar oud) in 160 BC1,1.


Aantekeningen bij Lucius Aemilius Paullus Madedonicus (Macedonicus).
Lucius Aemilius Paul(l)us Macedonicus (229 v.Chr. – 160 v.Chr.) was een Romeins generaal en politicus. Hij was de zoon van Lucius Aemilius Paulus I, de consul die verslagen en gedood werd in de Slag bij Cannae. Lucius Aemilius was gedurende zijn leven de pater familias van zijn tak van de Aemilii Paulii, een oude patriciërsfamilie met veel invloed, voornamelijk door hun fortuin en hun alliantie met de Cornelii Scipiones.
*.
Loopbaan.
*.
Cursus honorum.
Na de voltooiing van zijn militaire dienst als krijgstribuun werd Paulus gekozen als aedilis curulis in 193 v.Chr. De volgende stap in de cursus honorum was zijn verkiezing tot praetor in 191 v.Chr. Na zijn ambtstermijn als praetor ging hij naar de provincie Hispania, waar hij tussen 191 en 189 v.Chr. een militaire campagne tegen de Lusitaniërs voerde. In 182 v.Chr. werd hij voor de eerste keer tot consul gekozen met Gnaeus Baebius Tamphilus als junior consul. Zijn volgende militaire commando, met proconsulair imperium, kreeg hij een jaar later in de campagne tegen de Ingauni van Liguria.
*.
De derde Macedonische oorlog.
De derde Macedonische oorlog brak uit in 171 v.Chr, toen Perseus van Macedonië een Romeins leger, onder leiding van de consul Publius Licinius Crassus, versloeg in de slag bij Callicinus. Na twee jaar, waarin beide kanten elkaar geen beslissende slag konden toebrengen, werd Paulus opnieuw tot consul gekozen in 168 v.Chr, met Gaius Licinius Crassus als collega. Hij werd door de senaat tot consul aangesteld om de Macedonische oorlog tot een goed einde te brengen. Kort na zijn aanstelling, op 22 juni, won hij de beslissende slag van de oorlog, de slag bij Pydna. Hij nam Perseus van Macedonië gevangen en beëindigde zo de derde Macedonische Oorlog, die het einde van het zelfstandige Macedonië betekende.
*.
Om een voorbeeld te stellen beval Paulus het executeren van vijfhonderd Macedoniërs die bekend stonden om hun verzet tegen Rome. Hiernaast verbande hij ook velen van hen naar Italië en confisqueerde in naam van Rome hun bezittingen. Volgens Plutarchus eigende hij zichzelf een groot deel hiervan toe. Tijdens de terugkeer naar Rome in 167 v.Chr. bleken zijn legioenen niet tevreden met hun aandeel in de buit en om ze tevreden te stellen besloot Lucius Paulus om Epirus, een koninkrijk dat ervan werd verdacht met de Macedoniërs te sympathiseren, binnen te vallen. Het gebied was al onder Romeinse invloed gebracht, maar Paulus beval desondanks het plunderen van 70 steden in het koninkrijk. Hierbij werden 150.000 mensen tot slaaf gemaakt en het gebied werd geruïneerd.
*.
Lucius Paulus’ terugkeer naar Rome was glorieus. Met de immense buit die hij in Macedonië en Epirus had geplunderd organiseerde hij een spectaculaire triomftocht, met als hoogtepunt niemand anders dan de gevangengenomen koning van Macedonië zelf. Als huldeblijk werd hem door de senaat het agnomen Macedonicus toegekend. Dit was het hoogtepunt van zijn carrière. In 164 v.Chr. werd hij tot censor gekozen. Hij stierf gedurende zijn ambtstermijn in 160 v.Chr.
*.
Gezinsleven.
Met de dood van Macedonicus kwam de voorspoed van de Aemilii Paulii tot een einde. De successen in zijn politieke en militaire loopbaan werden niet vergezeld door een gelukkig gezinsleven. Hij was getrouwd met Papiria Masonis, van wie hij volgens Plutarchus zonder duidelijke reden scheidde. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren: twee jongens en twee Aemilia’s. Één van deze trouwde met de zoon van Cato maior, een ander met Aelius Tubero, een rijke plebeier. Macedonicus trouwde hierna voor een tweede keer en kreeg nog twee zoons. Aangezien hij niet in staat was vier zoons de cursus honorum te laten doorlopen, gaf hij de oudste zoons, uit zijn huwelijk met Papiria, op ter adoptie. De een werd geadopteerd door Quintus Fabius Maximus Cunctator en werd Quintus Fabius Maximus Aemilianus. De ander werd door Publius Cornelius Scipio II, zoon van Scipio Africanus, geadopteerd en werd bekend als Scipio Africanus minor na zijn verovering van Carthago in 146 v.Chr, aan het eind van de derde Punische oorlog.
*.
Met zijn oudste twee zoons geadopteerd door twee van de belangrijkste patricische gentes vertrouwde Paulus erop dat zijn twee jongste zoons zijn lijn zouden voortzetten. Helaas stierven ze beide op jonge leeftijd kort na elkaar, juist op het moment van Paulus’ triomftocht.
*.
Bronnen: Plutarchus, Aemilius Paulus. [1]; Livius, Ab Urbe Condita XLIV, 17 - XLVI, 41; Polybius, Historiën, XXXII, 8. [2]

tr. (1)
met

Papira Masonis.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Quintus Fabius Maximus     
Publius Cornelius Scipio Aemilanus*-185  †-129  56
Aemilia     
Aemilia     

tr. (2)
met

Nn .


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Aemliia Paul(l)a Tertia
Aemliia Paul(l)a Tertia, geb. circa 225 BC, ovl. (minstens 43 jaar oud) na 182 BC.


Aantekeningen bij Aemliia Paul(l)a Tertia.
Aemilia Paul(l)a Tertia, de dochter van Lucius Aemilius Paulus I, senator in 219 v.Chr. en 216 v.Chr, de verliezer van de Slag bij Cannae, en zuster van Lucius Aemilius Paulus Macedonicus, consul in 190 v.Chr, de overwinnaar in de Slag bij Pydna en veroveraar van Macedonia.
*.
Zij was gehuwd met Publius Cornelius Scipio Africanus maior, consul in 205 v.Chr. en 194 v.Chr, de veldheer in de Tweede Punische Oorlog en overwinnaar in de Slag bij Zama Regia.
*.
Hun kinderen waren: Cornelia maior, de echtgenote van Publius Cornelius Scipio Nasica Corculum, consul in 162 v.Chr. en 155 v.Chr, en moeder van Publius Cornelius Scipio Nasica Serapio, consul in 138 v.Chr, Cornelia Africana (overleden 100 v.Chr.), de echtgenote van Tiberius Sempronius Gracchus I (consul in 177 v.Chr. en 163 v.Chr.) en moeder van Tiberius Sempronius Gracchus II en Gaius Sempronius Gracchus, Lucius Cornelius Scipio en Publius Cornelius Scipio, die beiden praetors in 174 v.Chr. waren. Deze laatste adopteerde Publius Cornelius Scipio Aemilianus Africanus minor, de Romeinse veldheer in Derde Punische Oorlog, de veroveraar en verwoester van Carthago – de zon van Lucius Aemilius Paulus Macedonicus en dus ook de neef van Aemilia Paula.

tr.
met

Publius Cornelius Scipio Africanus Maior1, zn. van Publius Cornelius Scipio I en Pomponia, geb. in 236 BC1,1,1,
Consul en veldheer,
procos. Hispania 211, vertreibt 206 die Karthager aus Spanien, cos. 205, besiegt 202 Hannibal bei Zama, cens. u. princeps senatus 199, cos. II. 194, leg. 190,
Romeinse generaal en politicus in de Tweede Punische Oorlog te Spanje [Esp], verslaat Hannibal te Afrika [Afr], ovl. (ongeveer 53 jaar oud) in 183 BC Te Campanien.

 



Aantekeningen bij Publius Cornelius Scipio Africanus Maior.
Publius Cornelius Scipio Africanus (236 - 183 v.Chr.) was een Romeinse generaal en politicus die in de Tweede Punische Oorlog op jonge leeftijd oorlog voerde in Spanje en uiteindelijk Hannibal in Africa versloeg. Hij was eenmaal censor, twee maal consul en twaalf maal princeps senatus (eerste van de senaat). Ondanks de vele ambten die hij heeft bekleed kon hij zich als politicus niet handhaven en moest onder druk van figuren als Cato zich terugtrekken uit het politieke leven. Zijn militair genie (hij is nooit verslagen in een veldslag) en overwinning op Hannibal maken hem een der grootste veldheren ooit.
*.
Vroege leven.
Als zoon van Publius Cornelius Scipio I werd hij in 236 (of 235) v.Chr. geboren, uit een geslacht dat een belangrijke rol speelde in de Romeinse politiek. Tijdens de oorlog in Illyrië waren de Scipiones erg machtig geworden en het was Publius Cornelius Scipio dan ook de aangewezen figuur om in 218 de invasie van Hannibal Barkas tot staan te brengen. De jonge Scipio, die in de staf van zijn vader diende, toonde zijn moed bij de rivier Ticinus (218) toen hij zijn vader van de dood redde en hiervoor werd hij gelauwerd met de hoogste legeronderscheiding, de corona civica. Ook bij de dramatische slag bij Cannae (216) was hij aanwezig als militaire tribuun en voorkwam desertie van de overlevenden na de nederlaag bij het Apulische Canusium. In 212 werd hij samen met zijn broer Lucius op slechts vijfentwintigjarige leeftijd gekozen tot curule aedile. Het daaropvolgende jaar leden de Romeinen een nederlaag in de Slag bij de Boven-Baetis, Hispania, tegen Hannibal's broer Hasdrubal Barkas. Scipio’s vader en oom werden verslagen en gedood. Al snel leek de oorlog in Hispania een verloren zaak. Toen geen enkele van de oudere veldheren vrijwillig daarheen durfde op te trekken, stelde Scipio zich toch kandidaat in 210.
*.
Hispania.
Ondanks het feit dat hij geen magistraat was en nog niet praetor of consul geweest was, kreeg hij de proconsulaire bevoegdheden met dezelfde macht als een consul, ook op militair gebied. Met slechts tienduizend infanteristen en enkele duizenden cavaleristen ontscheepte hij in 210 v.Chr. nabij het Catalonische Ampurias, terwijl de Carthagers vrijwel al het land bezuiden de rivier de Ebro in handen hadden. De lessen die hij van Hannibal leerde, voerde hij door in zijn hervormingen: de cohort als legeronderdeel voor een doelmatige bevelstructuur en de bewapening van zijn infanteristen met de korte gladius. Scipio begon met het sluiten van allianties en gaf opdracht tot het verkennen van de Carthaagse gebieden. Zo ontdekte hij dat de Carthagers met drie legers opereerden, die niet goed samenwerkten en vaak onenigheid hadden, en dat Carthago Nova (het huidige Cartagena) bewaakt werd door slechts duizend man. Vanaf Tarraco, het huidige Catalonische Tarragona, ondernam hij in 209 een grote militaire operatie, waarin hij met maritieme ondersteuning honderden kilometers zuidwaarts naar Carthago Nova (het huidige Cartagena) oprukte en de stad belegerde. Omdat de baai bij de stad bij eb bijna droog lag, kon hij de Carthagers over land aanvallen en de stad innemen. Bij de slag bij Baecula (208) en de slag bij Ilipa (206), beide in Hispania Baetica in de regio van het huidige Sevilla, wist hij de Carthagers in de pan te hakken en definitief te verjagen uit het Iberisch schiereiland. Bij Ilipa bleek Scipio ook op tactisch niveau van de vijand te geleerd te hebben door toepassing van een voorwaartse variant van Hannibal's klassiek geworden dubbele tangbeweging in de Slag bij Cannae.
*.
Africa.
Quintus Fabius Maximus 'Cunctator', de pleitbezorger van de vertragingstactiek tegen Hannibal in Italië, en vele andere senatoren hadden moeite met de snel rijzende ster van het jonge militaire talent en probeerden zijn macht in te perken. Ze konden echter niet voorkomen dat Scipio toestemming kreeg om Africa binnen te vallen. In 203 versloeg hij in samenwerking met de pro-Romeinse Numidische leider Massinissa in de Slag bij de Bagradas eerst Carthaagse troepen onder bevel van Hasdrubal Gisco en Numidiërs die nog gehoorzaamden aan koning Syphax. Massinissa kon daarop koning worden. (De Numidiërs waren tot dan toe in principe bondgenoten van Carthago, waarvan er heel wat met Hannibal meevochten in Italië. De regering van Carthago werd vervolgens tot onderhandelingen gedwongen. Hannibal was genoodzaakt uit Italië met zijn troepen terug te keren om de acute bedreiging van de stad Carthago af te wenden. Hij overreedde de Carthaagse verder te vechten. Dit resulteerde in de Slag bij Zama Regia in de buurt van Carthago, waarin Scipio de Tweede Punische Oorlog beslechtte door Hannibal te verslaan, dankzij zijn elitetroepen, tactisch vernuft en de sterke Numidische cavalerie van Massinissa. Carthago tekende het jaar daarop een door de Romeinen opgelegd verdrag dat het einde betekende van Carthago als serieuze rivaal van Rome. De Senaat gaf Scipio de toenaam Africanus als eerbetoon voor zijn overwinning in Afrika. Het verdrag met Carthago werd overigens door sommigen in Rome veel te genereus gevonden. Hannibal was zelfs nog een politiek rol in zijn eigen stad gegund! Marcus Porcius Cato Censorius maior zou van toen af met zijn legendarisch geworden retoriek onophoudelijk pleiten voor de volledige verwoesting van Carthago.
*.
Verdere carrière.
In 199 werd Scipio tot censor gekozen en princeps senatus. In 194 was hij consul. Scipio waarschuwde tegen de Hellenistische staten in het oosten, en was dan ook legaat in de oorlog tegen Antiochus III, de koning der Seleuciden. Bij de Slag bij Magnesia (189) versloeg hij samen met Lucius, zijn broer, Antiochus III, hoewel die broer toen te ziek was[bron?] om bij de slag aanwezig te zijn.
*.
Pensioen en overlijden.
Marcus Porcius Cato ‘de Censor’ was een tegenstander van de Scipiones en begon Lucius en Publius in 185 te beschuldigen van het achterhouden van de opbrengst van de oorlog tegen Antiochus. Ook werd Publius beschuldigd van corruptie en het aannemen van steekpenningen van Antiochus. Publius werd niet veroordeeld, mede dankzij zijn status als oorlogsheld; Lucius werd toen ook vrijgesproken, maar werd na Publius' dood alsnog voor iets anders veroordeeld. Niettemin was het duidelijk dat Publius' rol in de politiek uitgespeeld was. Nog steeds last hebbend van de ziekte die hij in het oosten opgelopen had, trok Scipio zich terug in zijn landgoed in Liternium, waar hij in 183 v.Chr. op 53-jarige leeftijd overleed, mogelijk aan deze ziekte, maar de omstandigheden van zijn dood zijn enigszins verdacht. Er is eigenlijk weinig bekend over zijn leven, omdat zijn memoires vernietigd zijn. Hij was een ontwikkeld man, die Grieks kon spreken en schrijven, en zijn memoires ook in het Grieks schreef. Deze 'Griekofilie' zou een trend worden bij de Romeinse hogere klassen.
*.
Nakomelingen.
Scipio Africanus was getrouwd met Aemilia, de dochter van Lucius Aemilius Paullus (de consul bij Cannae). Zijn dochter Cornelia zou de vrouw worden van Tiberius Sempronius Gracchus, wiens hervormingen op het gebied van landsverdeling eindigde in het eerste politieke geweld in Rome en zijn dood. Zijn zoon, ook Publius genaamd, zou later de zoon van Lucius Aemilius Paulus Macedonicus adopteren, met de naam Publius Cornelius Scipio Aemilianus Africanus minor.

Uit dit huwelijk 2 dochters:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Cornelia  †-100   
Cornelia     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Cornelia
Cornelia 1, geb. circa 150 BC1,1, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) in 90 BC.

tr.
met

Marcus Livius Drusus1, zn. van Gaius Livius Drusus en Nn, geb. circa 159 BC1,1,1, trib. bleb. in 122 BC, consul in 112 BC, censor in 109 BC, praetor circa 115, ovl. (ongeveer 51 jaar oud) in 108 BC1,1.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Livia*-120  †-92  28
Marcus Livius*-124  †-91  33



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Cornelia Africana
Cornelia Africana, ovl. in 100 BC.

  • Vader:
    Publius Cornelius Scipio Africanus Maior1, zn. van Publius Cornelius Scipio I en Pomponia, geb. in 236 BC1,1,1,
    Consul en veldheer,
    procos. Hispania 211, vertreibt 206 die Karthager aus Spanien, cos. 205, besiegt 202 Hannibal bei Zama, cens. u. princeps senatus 199, cos. II. 194, leg. 190,
    Romeinse generaal en politicus in de Tweede Punische Oorlog te Spanje [Esp], verslaat Hannibal te Afrika [Afr], ovl. (ongeveer 53 jaar oud) in 183 BC Te Campanien, tr.
 

tr.
met

Tiberius Sempronius Gracchus II, geb. circa 220 BC, militair en staatsman, ovl. (ongeveer 70 jaar oud) in 150 BC.


Aantekeningen bij Tiberius Sempronius Gracchus II.
Tiberius Sempronius Gracchus II (ca. 220-ca. 150 v.Chr.) was een Romeins militair en staatsman. Hij was de vader van de gebroeders Tiberius en Gaius Gracchus, beter bekend als "de Gracchen".
*.
Hij was praetor in 179 v.Chr. en regelde als stadhouder van Hispania Citerior en Sardinië de Romeinse bezetting van Spanje. Hij werd achtereenvolgens consul in 177, censor in 169 en opnieuw consul in 163 v.Chr. Als censor trad hij streng op tegen de equites en tegen de laakbare praktijken van sommige belastinggaarders. Op het Forum liet hij de Basilica Sempronia oprichten.
*.
Na de dood van Publius Cornelius Scipio Africanus maior trad hij op 50-jarige leeftijd in het huwelijk met diens dertig jaar jongere dochter Cornelia. Van hun kinderen bleven in leven Tiberius, Gaius en Sempronia die haar adoptieneef Publius Cornelius Scipio Aemilianus Africanus minor huwde. Tiberius en Gaius hebben zich met idealistische overgave ingespannen om de zware economische crisis van de 2e eeuw v.Chr. met drastische en ingrijpende maatregelen op te lossen. Hun moeder, Cornelia, had de begaafde jongens in de beste tradities van haar familie opgevoed.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tiburius Sempronius  †-133 Rome  
Gaius Sempronius*-154  †-121  33
Semprona     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Publius Cornelius Lentulus
Publius Cornelius Lentulus1, geb. circa 130 BC1,1,1, muntmeester monet. 101, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) in 101 BC1,1.

tr.
met

Cornelia 1, dr. van Publius Cornelius Scipio Nascia Serapio en Caecilia, geb. circa 125 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Cornelius Lentulus*-100  †-56  44



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Gnaeus Cornelius Lentulus Marcellinus
Gnaeus Cornelius Lentulus Marcellinus1, geb. circa 100 BC1,1,1, consul cos. 56, ovl. (minstens 44 jaar oud) na 56 BC1,1.

tr.
met

Fabia 1, dr. van Quintus Fabius Maximus en Nn, geb. circa 100 BC1,1.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Cornelius*-81  †-38  43
Lucius Cornelius*-81  †-38  43



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Publius Cornelius Lentulus
Publius Cornelius Lentulus1, geb. ca 170 v. Chr1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Publius Cornelius*-130  †-101  29



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Publius Cornelius Lentulus1, zn. van Lucius Cornelius Lentulus Lupus en Nn, geb. ca 170 v. Chr1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Publius Cornelius*-130  †-101  29



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lucius Cornelius Lentulus Lupus
Lucius Cornelius Lentulus Lupus1, geb. 1 circa 210 v. Chr1,1,
Consul,
cur. aedil 163, leg. 162-161, praet. um 159, cos. 156, Verurteilung wegen Erpressung 154, cens. 147, Xvir sacr. fac. 143, Princeps senatus 135-vor 125, Redner und Gegner Catos.
Ovl. 1 na 139 v. Chr1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Publius Cornelius     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Lucius Cornelius Lentulus Lupus1, zn. van Gnaeus Cornelius Lentulus en Nn, geb. 1 circa 210 v. Chr1,1,
Consul,
cur. aedil 163, leg. 162-161, praet. um 159, cos. 156, Verurteilung wegen Erpressung 154, cens. 147, Xvir sacr. fac. 143, Princeps senatus 135-vor 125, Redner und Gegner Catos.
Ovl. 1 na 139 v. Chr1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Publius Cornelius     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Gnaeus Cornelius Lentulus
Gnaeus Cornelius Lentulus1, geb. 1 circa 245 v. Chr1,1,
Consul,
trib. mil. 216, quaest. Lucania 212, aedil 205, cos. 201, IIIvir col. deduc. 199, Xvir in Griechenland 196-195, augur 217-183
Ovl. 1 183 v. Chr1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Cornelius Lentulus     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Gnaeus Cornelius Lentulus1, zn. van Lucius Cornelius Lentulus en Nn, geb. 1 circa 245 v. Chr1,1,
Consul,
trib. mil. 216, quaest. Lucania 212, aedil 205, cos. 201, IIIvir col. deduc. 199, Xvir in Griechenland 196-195, augur 217-183
Ovl. 1 183 v. Chr1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Cornelius Lentulus     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lucius Cornelius Lentulus
Lucius Cornelius Lentulus1, geb. 1 circa 280 v. Chr1,1,
Consul,
cos. 237, cens. 336, Princeps senatus um 220, pont. vor 221-213, pont. max. 221-213
Ovl. 1 213 v. Chr1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Cornelius     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Lucius Cornelius Lentulus1, zn. van Lucius Cornelius Lentulus Caudinus en Nn, geb. 1 circa 280 v. Chr1,1,
Consul,
cos. 237, cens. 336, Princeps senatus um 220, pont. vor 221-213, pont. max. 221-213
Ovl. 1 213 v. Chr1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Cornelius     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
')}