Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Pilips van de Elzas
Pilips van de Elzas, geb. in 1142,
Graaf te Vermandois [Ver] van 1167 tot 1191,
Vermandois is het gebied met als centrum Vermand, thans een gemeente in het departement Aisne in Picardië. Het gebied komt grotendeels overeen met het huidige arrondissement Saint-Quentin. Van de 10e tot de 12e eeuw waren de graven van Vermandois machtige heersers in Noord-Frankrijk. In 1080 kwam het Huis Capet via Hugo I, een zoon van koning Hendrik I van Frankrijk aan het bewind en in 1216 werd het graafschap aangehecht bij het Franse kroondomein.
Graaf te Valois [Fra] tussen 1167 en 1185,
Valois, oorspronkelijk Val d'Ois, was een streek in de valei van de Oise in het huidige Picardië. Het was een gebied in West-Francië en vervolgens Frankrijk, totdat het huis Valois zelf de koningen van Frankrijk leverde, in opvolging van het Huis Capet (1328). Samen met de graafschappen Beauvais, de graven van Vexin, Vermandois en Laon, maakten zij deel van de "Oise-lijn". Het middeleeuwse Valois was gelegen in het noorden van Frankrijk, in het noord-westen van Île-de-France, met als hoofdstad Crépy-en-Valois.
Graaf te Vlaanderen [Vla] van 1168 tot 1191, graaf te Zeeland [Nb] van 1168 tot 1191, graaf te Artesië [Fra] van 1168 tot 1180, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Akko [Isr] Akko is een oude havenplaats in het noorden van Israël, gelegen aan de Middellandse Zee. In het jaar 2003 had de stad 45.600 inwoners. Ten zuiden van de stad bevindt zich een vissershaven, aan de Baai van Akko. De stad ligt 23 kilometer ten noorden van Haifa. Akko heeft een karakteristieke middeleeuwse en oosterse uitstraling, met veel oude gebouwen en muren. In de hellenistische en de Romeinse tijd droeg de stad de naam Ptolemaïs.
Al in de Kanaänitische tijd woonden er mensen in Akko, ongeveer twee kilometer ten oosten van de huidige stad. Vanaf 1973 worden hier archeologische opgravingen gedaan. Later vestigden zich hier Feniciërs, die nog weer later echter door Assurbanipal werden gedeporteerd.
In de Byzantijnse tijd floreerde de stad. Ten tijde van de kruistochten hebben de kruisvaarders, die Akko St. Jean d'Acre noemden, een zeer groot stempel gedrukt op deze stad. Zij heroverden de stad in 1104, een aantal jaren na de herovering van Jeruzalem, en maakten van Akko hun hoofdstad nadat zij Jeruzalem weer hadden verloren. Richard Leeuwenhart veroverde de stad op Saladin tijdens het Beleg van Akko (1189-1191), maar later kwam de stad opnieuw aan de Arabieren.
In 1290 versloegen de kruisvaarders de moslims in Akko, en het jaar erop werd de stad door de Arabieren ingenomen en verwoest uit wraak. Het was het laatste deel van Palestina dat op de kruisvaarders werd veroverd.
De stad zoals ze er vandaag de dag uitziet is grotendeels tijdens het Ottomaanse Rijk opgebouwd, gedeeltelijk in de 17e eeuw door Druzen. Veel muren werden neergezet op de plaats van de ruïnes van de kruisvaardersbouwwerken, waarvan soms de resten ook nog zichtbaar zijn.
Akko is in 2001 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst op zaterdag 1 jun 1191.


Aantekeningen bij Pilips van de Elzas.
Filips van de Elzas (1142 – bij Akko, 1 juni 1191) was graaf van Vlaanderen van 1168 tot aan zijn dood. Hij was de tweede zoon van Diederik van de Elzas en Sybilla van Anjou.
*.
Biografie.
Door zijn vader was hij tot regent van het graafschap aangesteld tijdens diens derde reis naar het Heilig Land in 1157. In de praktijk bekleed met de titel van graaf, nam hij sinds dat jaar actief deel aan de regering, ook na de terugkeer van zijn vader in 1159. Toen deze in 1168 overleed, werd hij ook officieel graaf van Vlaanderen.
Door zijn huwelijk met Elisabeth van Vermandois(in 1159), dochter van Roland I van Vermandois, verwierf Filips in 1163 het graafschap Vermandois en de afhankelijkheden Amiens en Valois, waardoor Filips' machtsgebied in het zuiden nu tot aan het Franse kroondomein reikte, het Île de France. Na de dood van Elisabeth (1183) eiste de Franse koning Filips August echter haar bezittingen op, doch na onderhandelingen mocht Filips ze levenslang behouden; niettemin stond hij vrijwillig Valois aan zijn schoonzuster Eleonora af.
In 1184 hertrouwde Filips met Mathilda, dochter van koning Alfons I van Portugal. Zijn beide huwelijken bleven kinderloos. Het besef dat het Huis van de Elzas in mannelijke lijn zou uitsterven, heeft Filips ertoe gedreven een politiek te voeren die erop gericht was het Franse kroondomein te beheersen. In 1180 liet hij zijn nicht Isabella van Henegouwen huwen met de jonge Franse koning Filips II August, die onder zijn voogdij stond. Dat bleek echter een misrekening, want Filips Augustus ging zijn eigen politiek voeren, die van hem de grote hersteller van de koninklijke macht zou maken. Toen Filips van de Elzas overleed viel het zuidelijk deel van Vlaanderen (het latere graafschap Artesië), dat hij als huwelijksgift aan Isabella had geschonken, aan Frankrijk.
Na de mislukking van zijn politiek tegenover Filips II August zocht Filips van de Elzas compensatie in zijn Palestijnse ambities, die evenmin met succes werden bekroond. Tijdens zijn tweede tocht naar het Heilige Land stierf hij aan een epidemische ziekte bij de belegering van Akko. Hij werd opgevolgd door zijn zus Margaretha en zijn zwager, Boudewijn de Moedige, die als Boudewijn VIII ook graaf van Vlaanderen werd.
*.
Vernieuwend beleid.
Het Gravensteen te Gent.Op binnenlands vlak werd Filips' beleid gekenmerkt door een krachtige stedelijke politiek. Zijn voornaamste verwezenlijking was de uitbouw van zijn graafschap tot een moderne staat. Hij verleende eenvormige keuren aan de grote Vlaamse steden, en voerde ingrijpende wijzigingen door op gerechtelijk gebied (vernieuwing van het strafrecht, instelling van de baljuws). Ook steunde hij een reeks opmerkelijke economische initiatieven, onder meer de stichting van de havens Grevelingen, Nieuwpoort, Damme en Biervliet. In de eerste periode van zijn regering (die samenvalt met deze vernieuwingen) werd graaf Filips geïnspireerd door zijn kanselier, Robrecht van Ariën, bisschop-elect van Atrecht en Kamerijk, maar in de periode nadien ziet het er naar uit dat hij zelf zijn beleid heeft uitgetekend. Filips van de Elzas was een geletterd vorst en zijn hof groeide uit tot een centrum van cultuur. Het grafelijk hof reisde rond, zoals gebruikelijk in die tijd, en verbleef onder andere in het Kasteel van Wijnendale. In 1180 liet graaf Filips het Gravensteen te Gent optrekken als verblijfplaats voor het grafelijk geslacht. Ook in de krijgskunst wist hij zich een goede reputatie op te bouwen.
*.
Invoering wapenschild.
Hij bezorgde Vlaanderen ook het huidige wapenschild: de klimmende leeuw van sabel, getongd en genageld van keel, op het gouden veld. Er wordt wel eens beweerd dat hij het meebracht uit het Heilige Land, waar hij het in 1177 zou hebben veroverd op een saraceense ridder, maar dat is een mythe. Alleen al het feit dat de Leeuw op zijn zegel uit 1163 verschijnt, toen hij nog geen voet in de Oriënt had gezet, spreekt dit verhaal tegen. In werkelijkheid volgde Filips gewoon een West-Europese mode; ongeveer in dezelfde periode verscheen er ook een leeuw in de wapens van Brabant, Holland, Limburg en andere vorstendommen.
Hoewel er geen enkel historisch bewijs voor bestaat, vinden we vanaf de 14e eeuw in verschillende wapenboeken de bewering dat het huis van Vlaanderen vóór de Leeuw een gegeerd schild van twaalf stukken van lazuur en goud voerde, met een hartschild van keel. Dit werd toegeschreven aan de legendarische Liederik van Buc, van 793 tot 817 eerste Forestier of woudmeester (titel van de Vlaamse prinsen vóór ze graaf werden) van Vlaanderen. Het is waarschijnlijk afgeleid van een verkeerd geïnterpreteerd sierbeslag op het schild van de Vlaamse graaf Willem Clito (+ 1128), zoals het stond afgebeeld op zijn grafmonument in de Sint-Bertinusabdij van Sint-Omaars. Dat schild vertoont centraal een umbo (sierknop) van waaruit enkele stralen naar de schildranden vertrekken. In zijn zoektocht naar het oude wapen van Vlaanderen heeft abt Iperius, biograaf van het Vlaamse gravenhuis, dit geïnterpreteerd als een gegeerd wapen met een hartschild; de kleuren - die hij er zelf aan moet hebben toegevoegd - zijn vermoedelijk deze van het Franse koningshuis. Zo krachtig was zijn visie dat dit wapen in nauwelijks 30 jaar tijd volkomen ingeburgerd raakte.

tr. (ongeveer 17 jaar oud) (1) in 1159
met

Elisabeth van Vermandois, dr. van Roland I van Vermandois en Nn, ovl. in 1183.

tr. (ongeveer 42 jaar oud) (2) in 1184
met

Mathilde , dr. van Alfons I van Portugal en Nn.


Roland II van Vermandois
Roland II van Vermandois, ovl. tussen 1163 en 1165.

tr. (Margaretha hoogstens 20 jaar oud) in 1160
met

Margaretha van de Elzas, dr. van Diederik van de Elzas en Sybille van Anjou, geb. tussen 1140 en 1145, ergename te Vlaanderen [Vla] in 1191, gravin te Vlaanderen [Vla] van 1191 tot 1194, gravin te Zeeland [Nb] van 1191 tot 1194, ovl. (hoogstens 54 jaar oud) op dinsdag 15 nov 1194, tr. (2) met Boudewijn V (De Moedige) van Henegouwen. Uit dit huwelijk 8 kinderen.


Aantekeningen bij Margaretha van de Elzas.
Margaretha van de Elzas (ca. 1140/45 - 15 november 1194) was gravin van Vlaanderen van 1191 tot 1194.
Zij was de dochter van de Vlaamse graaf Diederik van de Elzas en zuster van zijn opvolger Filips van de Elzas. In 1160 was zij in het huwelijk getreden met Roland II van Vermandois, en na diens dood (tussen 1163 en 1165) hertrouwde zij in 1169 met Boudewijn V, erfgenaam van Henegouwen en Namen.
Haar dochter Isabella (uit haar huwelijk met Boudewijn) werd in 1180 door Margaretha's broer Filips van de Elzas uitgehuwelijkt aan de Franse koning Filips II August. Filips van de Elzas was op dat ogenblik de machtigste edelman in het koninkrijk. Haar zoon Boudewijn (IX) werd keizer van Constantinopel.
Na de dood van haar kinderloze broer Filips werd Margaretha in 1191 erfgename van Vlaanderen, zodat zij en Boudewijn (als Boudewijn VIII van Vlaanderen) samen gravin en graaf van Vlaanderen werden, echter voor korte tijd, omdat zij reeds in 1194 overleed, waarna haar echtgenoot afstand deed van Vlaanderen ten voordele van hun zoon Boudewijn (IX).


Aleidis van Namen
Aleidis van Namen.

tr.
met

Boudewijn IV van Vlaanderen, zn. van Arnulf II van Vlaanderen en Rozala-Suzanna van Ivrea, geb. in 975, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) op zaterdag 30 mei 1035, begr. te Gent Hij is begraven in de Sint-Pieters.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Boudewijn V (De Moedige)*1150 Bergen [Li] †1195  45


Elisabeth van Vermandois
Elisabeth van Vermandois, ovl. in 1183.

tr. (Pilips ongeveer 17 jaar oud) in 1159
met

Pilips van de Elzas, zn. van Diederik van de Elzas en Sybille van Anjou, geb. in 1142,
Graaf te Vermandois [Ver] van 1167 tot 1191,
Vermandois is het gebied met als centrum Vermand, thans een gemeente in het departement Aisne in Picardië. Het gebied komt grotendeels overeen met het huidige arrondissement Saint-Quentin. Van de 10e tot de 12e eeuw waren de graven van Vermandois machtige heersers in Noord-Frankrijk. In 1080 kwam het Huis Capet via Hugo I, een zoon van koning Hendrik I van Frankrijk aan het bewind en in 1216 werd het graafschap aangehecht bij het Franse kroondomein.
Graaf te Valois [Fra] tussen 1167 en 1185,
Valois, oorspronkelijk Val d'Ois, was een streek in de valei van de Oise in het huidige Picardië. Het was een gebied in West-Francië en vervolgens Frankrijk, totdat het huis Valois zelf de koningen van Frankrijk leverde, in opvolging van het Huis Capet (1328). Samen met de graafschappen Beauvais, de graven van Vexin, Vermandois en Laon, maakten zij deel van de "Oise-lijn". Het middeleeuwse Valois was gelegen in het noorden van Frankrijk, in het noord-westen van Île-de-France, met als hoofdstad Crépy-en-Valois.
Graaf te Vlaanderen [Vla] van 1168 tot 1191, graaf te Zeeland [Nb] van 1168 tot 1191, graaf te Artesië [Fra] van 1168 tot 1180, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Akko [Isr] Akko is een oude havenplaats in het noorden van Israël, gelegen aan de Middellandse Zee. In het jaar 2003 had de stad 45.600 inwoners. Ten zuiden van de stad bevindt zich een vissershaven, aan de Baai van Akko. De stad ligt 23 kilometer ten noorden van Haifa. Akko heeft een karakteristieke middeleeuwse en oosterse uitstraling, met veel oude gebouwen en muren. In de hellenistische en de Romeinse tijd droeg de stad de naam Ptolemaïs.
Al in de Kanaänitische tijd woonden er mensen in Akko, ongeveer twee kilometer ten oosten van de huidige stad. Vanaf 1973 worden hier archeologische opgravingen gedaan. Later vestigden zich hier Feniciërs, die nog weer later echter door Assurbanipal werden gedeporteerd.
In de Byzantijnse tijd floreerde de stad. Ten tijde van de kruistochten hebben de kruisvaarders, die Akko St. Jean d'Acre noemden, een zeer groot stempel gedrukt op deze stad. Zij heroverden de stad in 1104, een aantal jaren na de herovering van Jeruzalem, en maakten van Akko hun hoofdstad nadat zij Jeruzalem weer hadden verloren. Richard Leeuwenhart veroverde de stad op Saladin tijdens het Beleg van Akko (1189-1191), maar later kwam de stad opnieuw aan de Arabieren.
In 1290 versloegen de kruisvaarders de moslims in Akko, en het jaar erop werd de stad door de Arabieren ingenomen en verwoest uit wraak. Het was het laatste deel van Palestina dat op de kruisvaarders werd veroverd.
De stad zoals ze er vandaag de dag uitziet is grotendeels tijdens het Ottomaanse Rijk opgebouwd, gedeeltelijk in de 17e eeuw door Druzen. Veel muren werden neergezet op de plaats van de ruïnes van de kruisvaardersbouwwerken, waarvan soms de resten ook nog zichtbaar zijn.
Akko is in 2001 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst op zaterdag 1 jun 1191, tr. (2) met Mathilde . Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Pilips van de Elzas.
Filips van de Elzas (1142 – bij Akko, 1 juni 1191) was graaf van Vlaanderen van 1168 tot aan zijn dood. Hij was de tweede zoon van Diederik van de Elzas en Sybilla van Anjou.
*.
Biografie.
Door zijn vader was hij tot regent van het graafschap aangesteld tijdens diens derde reis naar het Heilig Land in 1157. In de praktijk bekleed met de titel van graaf, nam hij sinds dat jaar actief deel aan de regering, ook na de terugkeer van zijn vader in 1159. Toen deze in 1168 overleed, werd hij ook officieel graaf van Vlaanderen.
Door zijn huwelijk met Elisabeth van Vermandois(in 1159), dochter van Roland I van Vermandois, verwierf Filips in 1163 het graafschap Vermandois en de afhankelijkheden Amiens en Valois, waardoor Filips' machtsgebied in het zuiden nu tot aan het Franse kroondomein reikte, het Île de France. Na de dood van Elisabeth (1183) eiste de Franse koning Filips August echter haar bezittingen op, doch na onderhandelingen mocht Filips ze levenslang behouden; niettemin stond hij vrijwillig Valois aan zijn schoonzuster Eleonora af.
In 1184 hertrouwde Filips met Mathilda, dochter van koning Alfons I van Portugal. Zijn beide huwelijken bleven kinderloos. Het besef dat het Huis van de Elzas in mannelijke lijn zou uitsterven, heeft Filips ertoe gedreven een politiek te voeren die erop gericht was het Franse kroondomein te beheersen. In 1180 liet hij zijn nicht Isabella van Henegouwen huwen met de jonge Franse koning Filips II August, die onder zijn voogdij stond. Dat bleek echter een misrekening, want Filips Augustus ging zijn eigen politiek voeren, die van hem de grote hersteller van de koninklijke macht zou maken. Toen Filips van de Elzas overleed viel het zuidelijk deel van Vlaanderen (het latere graafschap Artesië), dat hij als huwelijksgift aan Isabella had geschonken, aan Frankrijk.
Na de mislukking van zijn politiek tegenover Filips II August zocht Filips van de Elzas compensatie in zijn Palestijnse ambities, die evenmin met succes werden bekroond. Tijdens zijn tweede tocht naar het Heilige Land stierf hij aan een epidemische ziekte bij de belegering van Akko. Hij werd opgevolgd door zijn zus Margaretha en zijn zwager, Boudewijn de Moedige, die als Boudewijn VIII ook graaf van Vlaanderen werd.
*.
Vernieuwend beleid.
Het Gravensteen te Gent.Op binnenlands vlak werd Filips' beleid gekenmerkt door een krachtige stedelijke politiek. Zijn voornaamste verwezenlijking was de uitbouw van zijn graafschap tot een moderne staat. Hij verleende eenvormige keuren aan de grote Vlaamse steden, en voerde ingrijpende wijzigingen door op gerechtelijk gebied (vernieuwing van het strafrecht, instelling van de baljuws). Ook steunde hij een reeks opmerkelijke economische initiatieven, onder meer de stichting van de havens Grevelingen, Nieuwpoort, Damme en Biervliet. In de eerste periode van zijn regering (die samenvalt met deze vernieuwingen) werd graaf Filips geïnspireerd door zijn kanselier, Robrecht van Ariën, bisschop-elect van Atrecht en Kamerijk, maar in de periode nadien ziet het er naar uit dat hij zelf zijn beleid heeft uitgetekend. Filips van de Elzas was een geletterd vorst en zijn hof groeide uit tot een centrum van cultuur. Het grafelijk hof reisde rond, zoals gebruikelijk in die tijd, en verbleef onder andere in het Kasteel van Wijnendale. In 1180 liet graaf Filips het Gravensteen te Gent optrekken als verblijfplaats voor het grafelijk geslacht. Ook in de krijgskunst wist hij zich een goede reputatie op te bouwen.
*.
Invoering wapenschild.
Hij bezorgde Vlaanderen ook het huidige wapenschild: de klimmende leeuw van sabel, getongd en genageld van keel, op het gouden veld. Er wordt wel eens beweerd dat hij het meebracht uit het Heilige Land, waar hij het in 1177 zou hebben veroverd op een saraceense ridder, maar dat is een mythe. Alleen al het feit dat de Leeuw op zijn zegel uit 1163 verschijnt, toen hij nog geen voet in de Oriënt had gezet, spreekt dit verhaal tegen. In werkelijkheid volgde Filips gewoon een West-Europese mode; ongeveer in dezelfde periode verscheen er ook een leeuw in de wapens van Brabant, Holland, Limburg en andere vorstendommen.
Hoewel er geen enkel historisch bewijs voor bestaat, vinden we vanaf de 14e eeuw in verschillende wapenboeken de bewering dat het huis van Vlaanderen vóór de Leeuw een gegeerd schild van twaalf stukken van lazuur en goud voerde, met een hartschild van keel. Dit werd toegeschreven aan de legendarische Liederik van Buc, van 793 tot 817 eerste Forestier of woudmeester (titel van de Vlaamse prinsen vóór ze graaf werden) van Vlaanderen. Het is waarschijnlijk afgeleid van een verkeerd geïnterpreteerd sierbeslag op het schild van de Vlaamse graaf Willem Clito (+ 1128), zoals het stond afgebeeld op zijn grafmonument in de Sint-Bertinusabdij van Sint-Omaars. Dat schild vertoont centraal een umbo (sierknop) van waaruit enkele stralen naar de schildranden vertrekken. In zijn zoektocht naar het oude wapen van Vlaanderen heeft abt Iperius, biograaf van het Vlaamse gravenhuis, dit geïnterpreteerd als een gegeerd wapen met een hartschild; de kleuren - die hij er zelf aan moet hebben toegevoegd - zijn vermoedelijk deze van het Franse koningshuis. Zo krachtig was zijn visie dat dit wapen in nauwelijks 30 jaar tijd volkomen ingeburgerd raakte.


Roland I van Vermandois
Roland I van Vermandois.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth  †1183   


Nn
Nn .

tr.
met

Roland I van Vermandois.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth  †1183   


Mathilde
Mathilde .

tr. (Pilips ongeveer 42 jaar oud) in 1184
met

Pilips van de Elzas, zn. van Diederik van de Elzas en Sybille van Anjou, geb. in 1142,
Graaf te Vermandois [Ver] van 1167 tot 1191,
Vermandois is het gebied met als centrum Vermand, thans een gemeente in het departement Aisne in Picardië. Het gebied komt grotendeels overeen met het huidige arrondissement Saint-Quentin. Van de 10e tot de 12e eeuw waren de graven van Vermandois machtige heersers in Noord-Frankrijk. In 1080 kwam het Huis Capet via Hugo I, een zoon van koning Hendrik I van Frankrijk aan het bewind en in 1216 werd het graafschap aangehecht bij het Franse kroondomein.
Graaf te Valois [Fra] tussen 1167 en 1185,
Valois, oorspronkelijk Val d'Ois, was een streek in de valei van de Oise in het huidige Picardië. Het was een gebied in West-Francië en vervolgens Frankrijk, totdat het huis Valois zelf de koningen van Frankrijk leverde, in opvolging van het Huis Capet (1328). Samen met de graafschappen Beauvais, de graven van Vexin, Vermandois en Laon, maakten zij deel van de "Oise-lijn". Het middeleeuwse Valois was gelegen in het noorden van Frankrijk, in het noord-westen van Île-de-France, met als hoofdstad Crépy-en-Valois.
Graaf te Vlaanderen [Vla] van 1168 tot 1191, graaf te Zeeland [Nb] van 1168 tot 1191, graaf te Artesië [Fra] van 1168 tot 1180, ovl. (ongeveer 49 jaar oud) te Akko [Isr] Akko is een oude havenplaats in het noorden van Israël, gelegen aan de Middellandse Zee. In het jaar 2003 had de stad 45.600 inwoners. Ten zuiden van de stad bevindt zich een vissershaven, aan de Baai van Akko. De stad ligt 23 kilometer ten noorden van Haifa. Akko heeft een karakteristieke middeleeuwse en oosterse uitstraling, met veel oude gebouwen en muren. In de hellenistische en de Romeinse tijd droeg de stad de naam Ptolemaïs.
Al in de Kanaänitische tijd woonden er mensen in Akko, ongeveer twee kilometer ten oosten van de huidige stad. Vanaf 1973 worden hier archeologische opgravingen gedaan. Later vestigden zich hier Feniciërs, die nog weer later echter door Assurbanipal werden gedeporteerd.
In de Byzantijnse tijd floreerde de stad. Ten tijde van de kruistochten hebben de kruisvaarders, die Akko St. Jean d'Acre noemden, een zeer groot stempel gedrukt op deze stad. Zij heroverden de stad in 1104, een aantal jaren na de herovering van Jeruzalem, en maakten van Akko hun hoofdstad nadat zij Jeruzalem weer hadden verloren. Richard Leeuwenhart veroverde de stad op Saladin tijdens het Beleg van Akko (1189-1191), maar later kwam de stad opnieuw aan de Arabieren.
In 1290 versloegen de kruisvaarders de moslims in Akko, en het jaar erop werd de stad door de Arabieren ingenomen en verwoest uit wraak. Het was het laatste deel van Palestina dat op de kruisvaarders werd veroverd.
De stad zoals ze er vandaag de dag uitziet is grotendeels tijdens het Ottomaanse Rijk opgebouwd, gedeeltelijk in de 17e eeuw door Druzen. Veel muren werden neergezet op de plaats van de ruïnes van de kruisvaardersbouwwerken, waarvan soms de resten ook nog zichtbaar zijn.
Akko is in 2001 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst op zaterdag 1 jun 1191, tr. (1) met Elisabeth van Vermandois, dr. van Roland I van Vermandois en Nn. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Pilips van de Elzas.
Filips van de Elzas (1142 – bij Akko, 1 juni 1191) was graaf van Vlaanderen van 1168 tot aan zijn dood. Hij was de tweede zoon van Diederik van de Elzas en Sybilla van Anjou.
*.
Biografie.
Door zijn vader was hij tot regent van het graafschap aangesteld tijdens diens derde reis naar het Heilig Land in 1157. In de praktijk bekleed met de titel van graaf, nam hij sinds dat jaar actief deel aan de regering, ook na de terugkeer van zijn vader in 1159. Toen deze in 1168 overleed, werd hij ook officieel graaf van Vlaanderen.
Door zijn huwelijk met Elisabeth van Vermandois(in 1159), dochter van Roland I van Vermandois, verwierf Filips in 1163 het graafschap Vermandois en de afhankelijkheden Amiens en Valois, waardoor Filips' machtsgebied in het zuiden nu tot aan het Franse kroondomein reikte, het Île de France. Na de dood van Elisabeth (1183) eiste de Franse koning Filips August echter haar bezittingen op, doch na onderhandelingen mocht Filips ze levenslang behouden; niettemin stond hij vrijwillig Valois aan zijn schoonzuster Eleonora af.
In 1184 hertrouwde Filips met Mathilda, dochter van koning Alfons I van Portugal. Zijn beide huwelijken bleven kinderloos. Het besef dat het Huis van de Elzas in mannelijke lijn zou uitsterven, heeft Filips ertoe gedreven een politiek te voeren die erop gericht was het Franse kroondomein te beheersen. In 1180 liet hij zijn nicht Isabella van Henegouwen huwen met de jonge Franse koning Filips II August, die onder zijn voogdij stond. Dat bleek echter een misrekening, want Filips Augustus ging zijn eigen politiek voeren, die van hem de grote hersteller van de koninklijke macht zou maken. Toen Filips van de Elzas overleed viel het zuidelijk deel van Vlaanderen (het latere graafschap Artesië), dat hij als huwelijksgift aan Isabella had geschonken, aan Frankrijk.
Na de mislukking van zijn politiek tegenover Filips II August zocht Filips van de Elzas compensatie in zijn Palestijnse ambities, die evenmin met succes werden bekroond. Tijdens zijn tweede tocht naar het Heilige Land stierf hij aan een epidemische ziekte bij de belegering van Akko. Hij werd opgevolgd door zijn zus Margaretha en zijn zwager, Boudewijn de Moedige, die als Boudewijn VIII ook graaf van Vlaanderen werd.
*.
Vernieuwend beleid.
Het Gravensteen te Gent.Op binnenlands vlak werd Filips' beleid gekenmerkt door een krachtige stedelijke politiek. Zijn voornaamste verwezenlijking was de uitbouw van zijn graafschap tot een moderne staat. Hij verleende eenvormige keuren aan de grote Vlaamse steden, en voerde ingrijpende wijzigingen door op gerechtelijk gebied (vernieuwing van het strafrecht, instelling van de baljuws). Ook steunde hij een reeks opmerkelijke economische initiatieven, onder meer de stichting van de havens Grevelingen, Nieuwpoort, Damme en Biervliet. In de eerste periode van zijn regering (die samenvalt met deze vernieuwingen) werd graaf Filips geïnspireerd door zijn kanselier, Robrecht van Ariën, bisschop-elect van Atrecht en Kamerijk, maar in de periode nadien ziet het er naar uit dat hij zelf zijn beleid heeft uitgetekend. Filips van de Elzas was een geletterd vorst en zijn hof groeide uit tot een centrum van cultuur. Het grafelijk hof reisde rond, zoals gebruikelijk in die tijd, en verbleef onder andere in het Kasteel van Wijnendale. In 1180 liet graaf Filips het Gravensteen te Gent optrekken als verblijfplaats voor het grafelijk geslacht. Ook in de krijgskunst wist hij zich een goede reputatie op te bouwen.
*.
Invoering wapenschild.
Hij bezorgde Vlaanderen ook het huidige wapenschild: de klimmende leeuw van sabel, getongd en genageld van keel, op het gouden veld. Er wordt wel eens beweerd dat hij het meebracht uit het Heilige Land, waar hij het in 1177 zou hebben veroverd op een saraceense ridder, maar dat is een mythe. Alleen al het feit dat de Leeuw op zijn zegel uit 1163 verschijnt, toen hij nog geen voet in de Oriënt had gezet, spreekt dit verhaal tegen. In werkelijkheid volgde Filips gewoon een West-Europese mode; ongeveer in dezelfde periode verscheen er ook een leeuw in de wapens van Brabant, Holland, Limburg en andere vorstendommen.
Hoewel er geen enkel historisch bewijs voor bestaat, vinden we vanaf de 14e eeuw in verschillende wapenboeken de bewering dat het huis van Vlaanderen vóór de Leeuw een gegeerd schild van twaalf stukken van lazuur en goud voerde, met een hartschild van keel. Dit werd toegeschreven aan de legendarische Liederik van Buc, van 793 tot 817 eerste Forestier of woudmeester (titel van de Vlaamse prinsen vóór ze graaf werden) van Vlaanderen. Het is waarschijnlijk afgeleid van een verkeerd geïnterpreteerd sierbeslag op het schild van de Vlaamse graaf Willem Clito (+ 1128), zoals het stond afgebeeld op zijn grafmonument in de Sint-Bertinusabdij van Sint-Omaars. Dat schild vertoont centraal een umbo (sierknop) van waaruit enkele stralen naar de schildranden vertrekken. In zijn zoektocht naar het oude wapen van Vlaanderen heeft abt Iperius, biograaf van het Vlaamse gravenhuis, dit geïnterpreteerd als een gegeerd wapen met een hartschild; de kleuren - die hij er zelf aan moet hebben toegevoegd - zijn vermoedelijk deze van het Franse koningshuis. Zo krachtig was zijn visie dat dit wapen in nauwelijks 30 jaar tijd volkomen ingeburgerd raakte.


Alfons I van Portugal
Alfons I van Portugal.

relatie
met

Nn .

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mathilde     


Nn
Nn .

relatie
met

Alfons I van Portugal.

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mathilde     


Bertrade van Montfort
Bertrade van Montfort, geb. in 1070, ovl. (ongeveer 47 jaar oud) in 1117.

tr. (resp. ongeveer 19 en ongeveer 46 jaar oud) in 1089
met

Fulco IV van Anjou, zn. van Godfried II van Gatinais en Ermengarde van Anjou, geb. te Anjou [Fra] in 1043, graaf te Anjou [Fra] van 1068 tot 1109, graaf te Tours van 1068 tot 1109, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) op zondag 4 apr 1109, tr. (2) met Ermengarde van Bourbon. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) met Hildegarde de Beaugency. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (4) met Mantia . Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Fulco IV van Anjou.
Fulco IV van Anjou, bijgenaamd de Norse (Anjou, 1043 - Angers, 4 april 1109) was een zoon van Ermengarde van Anjou en Godfried II van Gâtinais. Hij was graaf van Anjou van 1068 tot 1109. Hij volgde zijn broer Godfried op die afgezet was wegens zijn vijandige houding tegenover de kerk. Fulco huwde in 1070 met Ermengarde van Bourbon, vervolgens met Hildegarde de Beaugency en met Mantia, de dochter van Wouter I van Brienne en in 1089 met Bertrada (1070-1117), dochter van Simon I van Montfort. Uit dit laatste huwelijk wordt de latere graaf Fulco V van Anjou geboren. Uit het huwelijk met Hildegarde werd een dochter Ermengarde (1067-1147) geboren. Die huwelijkte hij uit aan de hertog van Bretagne, Alan Fergent, om met Bretagne een alliantie tegen hertog Willem II van Normandië te vormen. In de oorlog tegen Bretagne verliest hij Maine en moet vervolgens het hoofd bieden tegen de revolte van zijn zoon Godfried Martel (-1106) en zijn baronnen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fulco V (De Jonge)*1092  †1143 Jerusalem [Isr] 51


Godfried V van Anjou
Godfried V van Anjou.


Eli II van Maine
Eli II van Maine, geb. in 1115, ovl. (ongeveer 36 jaar oud) in 1151.


Aantekeningen bij Eli II van Maine.
Eli II van Maine (1115-Tours, 15 januari 1151) was de jongste zoon van Fulco V van Anjou en van Ermengarde van Maine. Zijn vader zou hem Maine toegezegd hebben, maar zijn broer Godfried behield het graafschap. Eli kwam daartegen in opstand in 1145, maar verloor het pleit van zijn broer, die Eli opsloot tot bij zijn dood. Eli was gehuwd met Filippa, dochter van graaf Rotrud III van Perche, maar zij hadden geen kinderen.

tr.
met

Filippa , dr. van Rotrud III van Perche en Mathildis.


Boudewijn III
Boudewijn III , koning te Jerusalem [Isr].


Almarik I
Almarik I , koning te Jerusalem [Isr].


Godfried II van Gatinais
Godfried II van Gatinais, ovl. op dinsdag 30 apr 1044.


Aantekeningen bij Godfried II van Gatinais.
Godfried II van Gâtinais, bijgenaamd Ferréol (gestorven 30 april 1044) was de zoon van Hugo van Perche, zoon van Fulco van Perche, en van Beatrix van Mâcon, gravin van Gâtinais. Hij volgde rond 1028 zijn halfbroer op als graaf van Gâtinais. Godfried was gehuwd met Ermengarde (1018-1076), dochter van Fulco III van Anjou. Na zijn dood hertrouwde zijn weduwe met Robert I van Bourgondië.

tr. (Ermengarde ongeveer 17 jaar oud) in 1035
met

Ermengarde van Anjou, dr. van Fulco III van Anjou en Hildegarde van Anjou, geb. in 1018, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) in 1076, tr. (2) met Robert I van Bourgondië. Uit dit huwelijk een dochter.


Aantekeningen bij Ermengarde van Anjou.
Ermengarde van Anjou (Anjou, gen. Blanche, (1018 - 1076) was een dochter van graaf Fulco III van Anjou en van Hildegarde van Anjou. Zij huwt in 1035 met Godfried II van Gâtinais. Uit dit huwelijk worden Godfried III van Anjou en Fulco IV van Anjou geboren. Na de dood van Godfried hertrouwde zij met Robert I van Bourgondië.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fulco IV*1043 Anjou [Fra] †1109  66
Godfried III (Met De Baard)*1040  †1096  56
Hildegarde*1035     


Ermengarde van Anjou
Ermengarde van Anjou, geb. in 1018, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) in 1076.


Aantekeningen bij Ermengarde van Anjou.
Ermengarde van Anjou (Anjou, gen. Blanche, (1018 - 1076) was een dochter van graaf Fulco III van Anjou en van Hildegarde van Anjou. Zij huwt in 1035 met Godfried II van Gâtinais. Uit dit huwelijk worden Godfried III van Anjou en Fulco IV van Anjou geboren. Na de dood van Godfried hertrouwde zij met Robert I van Bourgondië.

tr. (ongeveer 17 jaar oud) (1) in 1035
met

Godfried II van Gatinais, zn. van Hugo van Perche en Beatrix van Macon, ovl. op dinsdag 30 apr 1044.


Aantekeningen bij Godfried II van Gatinais.
Godfried II van Gâtinais, bijgenaamd Ferréol (gestorven 30 april 1044) was de zoon van Hugo van Perche, zoon van Fulco van Perche, en van Beatrix van Mâcon, gravin van Gâtinais. Hij volgde rond 1028 zijn halfbroer op als graaf van Gâtinais. Godfried was gehuwd met Ermengarde (1018-1076), dochter van Fulco III van Anjou. Na zijn dood hertrouwde zijn weduwe met Robert I van Bourgondië.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fulco IV*1043 Anjou [Fra] †1109  66
Godfried III (Met De Baard)*1040  †1096  56
Hildegarde*1035     

tr. (2)
met

Robert I van Bourgondië.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hildegarde*1049     


Godfried III (Met De Baard) van Anjou
Godfried III (Met De Baard) van Anjou, geb. in 1040,
Graaf te Gatinais [Fra] van 1045 tot 1068,
Gâtinais is een Frans gebied gelegen tussen Orléans en Fontainebleau, dat in het bezit was van de vorsten die het burggraafschap Orléans toegewezen kregen. Op het einde van de 10e eeuw noemden de burggraven van Orléans zich graven van Gâtinais. Eén van hen Godfried II Ferréol, huwde met de zuster van de graaf van Anjou. Hun zoon werd graaf van Anjou, na het uitsterven van het geslacht der Ingelgeriërs. Godfied V Plantagenêt was een afstammeling.
graaf te Anjou [Fra] van 1060 tot 1068, graaf te Tours van 1060 tot 1068, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) in 1096.


Aantekeningen bij Godfried III (Met De Baard) van Anjou.
Godfried III, bijgenaamd met de Baard (1040 - 1096) is een zoon van Godfried II van Gâtinais en Ermengarde van Anjou. Hij was graaf van Anjou en van Gâtinais. Nadat hij de kerk tegen zich in het harnas had gejaagd, wordt hij door Fulco IV de Norse, tweede zoon van Godfried II in 1068 afgezet en opgesloten sluit in 1068 zijn broer op. Fulco verovert het graafschap Anjou en staat Gâtinais af aan koning Filips I van Frankrijk, in ruil voor zijn steun. Na tussenkomst van de paus, wordt Godfried in 1096 vrijgelaten.


Ermengarde van Bourbon
Ermengarde van Bourbon.

tr. (Fulco IV ongeveer 27 jaar oud) in 1070
met

Fulco IV van Anjou, zn. van Godfried II van Gatinais en Ermengarde van Anjou, geb. te Anjou [Fra] in 1043, graaf te Anjou [Fra] van 1068 tot 1109, graaf te Tours van 1068 tot 1109, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) op zondag 4 apr 1109, tr. (1) met Bertrade van Montfort, dr. van Simon I van Montfoort en Agenes van Evreux. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) met Hildegarde de Beaugency. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (4) met Mantia . Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Fulco IV van Anjou.
Fulco IV van Anjou, bijgenaamd de Norse (Anjou, 1043 - Angers, 4 april 1109) was een zoon van Ermengarde van Anjou en Godfried II van Gâtinais. Hij was graaf van Anjou van 1068 tot 1109. Hij volgde zijn broer Godfried op die afgezet was wegens zijn vijandige houding tegenover de kerk. Fulco huwde in 1070 met Ermengarde van Bourbon, vervolgens met Hildegarde de Beaugency en met Mantia, de dochter van Wouter I van Brienne en in 1089 met Bertrada (1070-1117), dochter van Simon I van Montfort. Uit dit laatste huwelijk wordt de latere graaf Fulco V van Anjou geboren. Uit het huwelijk met Hildegarde werd een dochter Ermengarde (1067-1147) geboren. Die huwelijkte hij uit aan de hertog van Bretagne, Alan Fergent, om met Bretagne een alliantie tegen hertog Willem II van Normandië te vormen. In de oorlog tegen Bretagne verliest hij Maine en moet vervolgens het hoofd bieden tegen de revolte van zijn zoon Godfried Martel (-1106) en zijn baronnen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Godfried IV*1073  †1106  33


Hildegarde de Beaugency
Hildegarde de Beaugency.

tr.
met

Fulco IV van Anjou, zn. van Godfried II van Gatinais en Ermengarde van Anjou, geb. te Anjou [Fra] in 1043, graaf te Anjou [Fra] van 1068 tot 1109, graaf te Tours van 1068 tot 1109, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) op zondag 4 apr 1109, tr. (1) met Bertrade van Montfort. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (2) met Ermengarde van Bourbon. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (4) met Mantia . Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Fulco IV van Anjou.
Fulco IV van Anjou, bijgenaamd de Norse (Anjou, 1043 - Angers, 4 april 1109) was een zoon van Ermengarde van Anjou en Godfried II van Gâtinais. Hij was graaf van Anjou van 1068 tot 1109. Hij volgde zijn broer Godfried op die afgezet was wegens zijn vijandige houding tegenover de kerk. Fulco huwde in 1070 met Ermengarde van Bourbon, vervolgens met Hildegarde de Beaugency en met Mantia, de dochter van Wouter I van Brienne en in 1089 met Bertrada (1070-1117), dochter van Simon I van Montfort. Uit dit laatste huwelijk wordt de latere graaf Fulco V van Anjou geboren. Uit het huwelijk met Hildegarde werd een dochter Ermengarde (1067-1147) geboren. Die huwelijkte hij uit aan de hertog van Bretagne, Alan Fergent, om met Bretagne een alliantie tegen hertog Willem II van Normandië te vormen. In de oorlog tegen Bretagne verliest hij Maine en moet vervolgens het hoofd bieden tegen de revolte van zijn zoon Godfried Martel (-1106) en zijn baronnen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ermengarde*1067  †1147  80


Mantia
Mantia .

tr.
met

Fulco IV van Anjou, zn. van Godfried II van Gatinais en Ermengarde van Anjou, geb. te Anjou [Fra] in 1043, graaf te Anjou [Fra] van 1068 tot 1109, graaf te Tours van 1068 tot 1109, ovl. (ongeveer 66 jaar oud) op zondag 4 apr 1109, tr. (1) met Bertrade van Montfort. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (2) met Ermengarde van Bourbon. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) met Hildegarde de Beaugency. Uit dit huwelijk een dochter.


Aantekeningen bij Fulco IV van Anjou.
Fulco IV van Anjou, bijgenaamd de Norse (Anjou, 1043 - Angers, 4 april 1109) was een zoon van Ermengarde van Anjou en Godfried II van Gâtinais. Hij was graaf van Anjou van 1068 tot 1109. Hij volgde zijn broer Godfried op die afgezet was wegens zijn vijandige houding tegenover de kerk. Fulco huwde in 1070 met Ermengarde van Bourbon, vervolgens met Hildegarde de Beaugency en met Mantia, de dochter van Wouter I van Brienne en in 1089 met Bertrada (1070-1117), dochter van Simon I van Montfort. Uit dit laatste huwelijk wordt de latere graaf Fulco V van Anjou geboren. Uit het huwelijk met Hildegarde werd een dochter Ermengarde (1067-1147) geboren. Die huwelijkte hij uit aan de hertog van Bretagne, Alan Fergent, om met Bretagne een alliantie tegen hertog Willem II van Normandië te vormen. In de oorlog tegen Bretagne verliest hij Maine en moet vervolgens het hoofd bieden tegen de revolte van zijn zoon Godfried Martel (-1106) en zijn baronnen.
')}