Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Nn
Nn .

tr.
met

Herbert I van Maine (De Waakhond), zn. van Hugo III van Maine en Nn, geb. in 995, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) in 1036.


Aantekeningen bij Herbert I van Maine (De Waakhond).
Herbert I van Maine, bijg. de Waakhond (995 - 1036) was een zoon van Hugo III van Maine. Zijn bijnaam kan verband houden met het feit dat hij 's morgens vroeg opstond om te gaan jagen of op het feit dat hij voortdurend waakzaam moest zijn voor mogelijke aanvallen van Anjou.
*.
Zijn vader, die een verbond had gesloten met de graaf van Blois, had de ondergeschiktheid aan Fulco III van Anjou moeten erkennen en van bij zijn aantreden werd Herbert gevraagd om Fulco te helpen in de strijd tegen Odo II van Blois. Door de verwakking van de koninklijke macht, kon Herbert wel zijn positie verstevigen. Hij begon zijn eigen munt te slaan, wees gronden toe aan zijn getrouwen en liet hen toe versterkingen op te trekken. Nadat Maine hierdoor verdedigd was, deed hij beroep op de graven van Rennes en van Blois om op te trekken tegen Anjou en tegen Frankrijk. Tijdens een onderhoud in Saintes in 1025 werd Herbert gevangen genomen door Fulco III en diende hij zijn onafhankelijkheidsstreven op te geven.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hugo IV  †1051   
Biota     
Gersenda     
Paula     


Hugo IV
Hugo IV , ovl. op woensdag 26 mrt 1051.


Aantekeningen bij Hugo IV .
Hugo IV van Maine (gest. 26 maart 1051) was de oudste zoon van Herbert I van Maine. Hij volgde zijn vader in 1036 op als graaf van Maine. Omdat hij minderjarig was, stond hij onder het regentschap van zijn grootoom Herbert Baco, die pro-Anjou was. De bisschop van Le Mans, die pro-Blois was, slaagde er in Herbert Baco te verdrijven, verklaarde Hugo meerderjarig en arrangeerde in 1046 een huwelijk met Bertha, dochter van Odo II van Blois en weduwe van Alan III van Bretagne. Zijn bewind was een periode van feodale anarchie in Maine, dat ten prooi was aan ambities van Anjou, Blois en Normandië.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herbert II     
Margaretha*1045  †1063  18


Biota
Biota .

tr.
met

Wouter van Vexin en Amiens.


Gersenda
Gersenda .

tr. (1)
met

Theobald III van Blois.

tr. (2)
met

Albert Azzo II van Este.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hugo V     


Paula
Paula .


Aantekeningen bij Paula .
Paula van Maine was een dochter van Herbert I van Maine. Zij was gehuwd met Jan van Beaugency, en werd zo de moeder van Eli van Beaugency die later graaf van Maine wordt.

tr.
met

Jan van Beaugency.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eliab  †1110   


Wouter van Vexin en Amiens
Wouter van Vexin en Amiens.

tr.
met

Biota , dr. van Herbert I van Maine (De Waakhond) en Nn.


Theobald III van Blois
Theobald III van Blois.

tr.
met

Gersenda , dr. van Herbert I van Maine (De Waakhond) en Nn, tr. (2) met Albert Azzo II van Este. Uit dit huwelijk een zoon.


Albert Azzo II van Este
Albert Azzo II van Este.

tr.
met

Gersenda , dr. van Herbert I van Maine (De Waakhond) en Nn, tr. (1) met Theobald III van Blois. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hugo V     


Hugo V van Este
Hugo V van Este.


Jan van Beaugency
Jan van Beaugency.

tr.
met

Paula , dr. van Herbert I van Maine (De Waakhond) en Nn.


Aantekeningen bij Paula .
Paula van Maine was een dochter van Herbert I van Maine. Zij was gehuwd met Jan van Beaugency, en werd zo de moeder van Eli van Beaugency die later graaf van Maine wordt.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eliab  †1110   


Eliab van Beaugency
Eliab van Beaugency, ovl. op maandag 11 jul 1110.


Aantekeningen bij Eliab van Beaugency.
Eli I van Beaugency (gestorven 11 juli 1110) was een zoon van Jan van Beaugency en van Paula van Maine, en door zijn moeder, een kleinzoon van Herbert I van Maine. Hij kocht in 1093 Maine van zijn neef Hugo V van Este en bleef, met de steun van de graaf van Anjou, verder strijden tegen de hertogen Normandië. Na het vertrek van Robert Curthose op kruistocht, kreeg diens broer Willem de leiding in Normandië en sloot vrede met Eli. Eli was gehuwd met Mathildis van Château-du-Loir dochter van Gervais en werd de vader van Ermengarde. Weduwnaar geworden huwde hij met Agnes van Aquitanië (1052-1077), dochter van Willem VIII van Aquitanië, die verstoten was door Alfonso VI van Castilië.


Nn
Nn .

tr.
met

Hugo IV , zn. van Herbert I van Maine (De Waakhond) en Nn, ovl. op woensdag 26 mrt 1051.


Aantekeningen bij Hugo IV .
Hugo IV van Maine (gest. 26 maart 1051) was de oudste zoon van Herbert I van Maine. Hij volgde zijn vader in 1036 op als graaf van Maine. Omdat hij minderjarig was, stond hij onder het regentschap van zijn grootoom Herbert Baco, die pro-Anjou was. De bisschop van Le Mans, die pro-Blois was, slaagde er in Herbert Baco te verdrijven, verklaarde Hugo meerderjarig en arrangeerde in 1046 een huwelijk met Bertha, dochter van Odo II van Blois en weduwe van Alan III van Bretagne. Zijn bewind was een periode van feodale anarchie in Maine, dat ten prooi was aan ambities van Anjou, Blois en Normandië.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Herbert II     
Margaretha*1045  †1063  18


Herbert II
Herbert II .


Margaretha
Margaretha , geb. in 1045, ovl. (ongeveer 18 jaar oud) in 1063.

relatie
met

Robert (Robert III) Curthose, zn. van Willem (I) de Veroveraar, geb. circa 1054, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) in 1134, tr. (ongeveer 45 jaar oud) (2) in 1099 met Sybille van Conversano. Uit dit huwelijk een zoon.

 



Aantekeningen bij Robert (Robert III) Curthose.
Robert III, vanwege zijn gedrongen gestalte ook wel Curthose (korte maillot) genoemd (ca. 1054 - 1134), hertog van Normandië, was de oudste zoon van Willem de Veroveraar. Hij stond bekend als een dappere, onbezonnen avonturier, die makkelijk te manipuleren was.
*.
Robert Curthose.
Robert gedroeg zich grillig. Het scheen hem weinig uit te maken aan welke kant hij vocht, als er maar gevochten werd. Toen zijn vader in 1077 weigerde om het gezag over Maine en Normandië alvast aan hem over te dragen, bond Robert in een alliantie met de Franse koning Filips II de gewapende strijd met hem aan. Op zijn sterfbed besloot Willem het koningschap over Engeland daarom niet aan zijn opstandige zoon na te laten, maar aan diens jongere broer Willem Rufus. Robert moest zich met het hertogdom Normandië tevreden stellen.
Willem Rufus en Robert Curthose kwamen overeen dat ze, zolang ze geen nageslacht hadden, elkaars erfgenaam zouden zijn. De jongste broer, Hendrik, die van zijn vader slechts een geldbedrag had geërfd, zou zodoende nooit de zeggenschap over een van beide gebieden krijgen. Het maakte hem tot levenslange rivaal van zijn beide broers.
*.
Robert van Normandië.
De gebieden Engeland en Normandië waren politiek sterk verweven. Normandische edellieden, die vaak in beide gebieden land bezaten, merkten al snel dat ze Robert een stuk makkelijker naar hun hand konden zetten dan dat bij de zelfbewuste Willem Rufus het geval was. Ze wakkerden de rivaliteit tussen de broers aan met als doel Rufus buitenspel te zetten. Hendrik maakte gemene zaak met hen, hopende om ooit de zeggenschap over een eigen gebied te verwerven.
Anders dan Willem Rufus was Robert geen sterk strateeg. Hij verwerd in de jaren na zijn vaders dood door zijn onbezonnen politiek tot een armoedzaaier die volgens, misschien enigszins overdreven, berichten van tijdgenoten soms dagenlang het bed hield omdat hij zich geen fatsoenlijke kleren kon veroorloven. In 1090 schoot Willem Rufus zijn oudere broer te hulp in de zoveelste strijd tegen de Normandische adel en in 1096 nam hij het gezag over Normandië tijdelijk waar omdat Robert had besloten om aan de Eerste Kruistocht deel te nemen. Robert bekostigde zijn expeditie met de pachtsom die hij van Willem Rufus ontving. De door Roberts beleid verloren gegane gebiedsdelen werden door Rufus al snel terugveroverd.
*.
Robert de kruisvaarder.
Omdat Robert zich geen eigen lofdichter kon veroorloven, figureert hij in de verslagen van de kruistocht slechts als bijfiguur in de lofzangen op andere strijders. Daaruit blijkt dat hij altijd in de voorste gelederen meevocht. Alexius Comnenus, de keizer van Constantinopel, beloonde hem uiteindelijk voor zijn loyaliteit met een donatie die hem gedeeltelijk uit de financiële problemen hielp. Die problemen werden verder opgelost door een huwelijk: aan tijdens de kruistocht opgedane contacten met in Italië gevestigde Noormannen hield hij zijn echtgenote over. In 1099 trouwde hij met de rijke Sybille van Conversano.
*.
Robert versus Hendrik.
Het was nog maar de vraag of Robert het gezag over Normandië van Willem Rufus terug zou krijgen. Dit probleem bleek bij Roberts terugkeer in september 1100 al opgelost: Rufus was een maand eerder bij een jachtongeval omgekomen. Omdat Rufus geen nakomelingen had en Robert afwezig was had Hendrik van de gelegenheid gebruikgemaakt om de Engelse troon te bestijgen. Dat ten tijde van het jachtongeval al bekend was dat Robert in aantocht was, had daarbij geen beletsel gevormd.
In 1101 maakte Robert, gesteund door Normandisch-Engelse baronnen die Hendrik maar wat graag plaats zagen maken voor zijn eenvoudig te manipuleren broer, de overtocht naar Portsmouth om zijn rechten op de Engelse troon te laten gelden. Na een goed gesprek, waarin bleek dat zijn plan om de twee gebiedsdelen te herenigen onvermijdelijk zou leiden tot conflicten met de paus, Frankrijk en Vlaanderen, besloot Robert eieren voor zijn geld te kiezen. Hij stelde zich tevreden met een jaarlijkse toelage van 2000 pond als genoegdoening en keerde terug naar Normandië waar hij opnieuw de grootste moeite had om de lokale adel onder de duim te houden. Met name Robert Belleme, die hem ten tijde van de tocht naar Portsmouth nog gesteund had, voerde nu voortdurend strijd met zowel Robert als Hendrik.
In Engeland rekende Hendrik snel af met Robert Belleme, die zich vervolgens in Normandië terugtrok. Daar kon hij, dankzij Robert Curthoses zwakke bewind, een stevige basis vestigen om Hendrik te blijven bestrijden. Hendrik loste de zaak in 1106 op door Normandië op zijn broer te veroveren bij de Slag van Tinchebrai. Zowel Robert Curthose als Robert Belleme werden levenslang gevangen gezet.
Robert Curthose bracht hierdoor de laatste achtentwintig jaar van zijn leven door in Cardiff Castle, als gevangene van zijn broer. Zijn in 1101 geboren zoon Willem Clito leverde ondertussen vergeefs strijd met Hendrik om de macht over Normandië.

Robert (Robert III) Curthose
 
Robert (Robert III) Curthose, geb. circa 1054, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) in 1134.



Aantekeningen bij Robert (Robert III) Curthose.
Robert III, vanwege zijn gedrongen gestalte ook wel Curthose (korte maillot) genoemd (ca. 1054 - 1134), hertog van Normandië, was de oudste zoon van Willem de Veroveraar. Hij stond bekend als een dappere, onbezonnen avonturier, die makkelijk te manipuleren was.
*.
Robert Curthose.
Robert gedroeg zich grillig. Het scheen hem weinig uit te maken aan welke kant hij vocht, als er maar gevochten werd. Toen zijn vader in 1077 weigerde om het gezag over Maine en Normandië alvast aan hem over te dragen, bond Robert in een alliantie met de Franse koning Filips II de gewapende strijd met hem aan. Op zijn sterfbed besloot Willem het koningschap over Engeland daarom niet aan zijn opstandige zoon na te laten, maar aan diens jongere broer Willem Rufus. Robert moest zich met het hertogdom Normandië tevreden stellen.
Willem Rufus en Robert Curthose kwamen overeen dat ze, zolang ze geen nageslacht hadden, elkaars erfgenaam zouden zijn. De jongste broer, Hendrik, die van zijn vader slechts een geldbedrag had geërfd, zou zodoende nooit de zeggenschap over een van beide gebieden krijgen. Het maakte hem tot levenslange rivaal van zijn beide broers.
*.
Robert van Normandië.
De gebieden Engeland en Normandië waren politiek sterk verweven. Normandische edellieden, die vaak in beide gebieden land bezaten, merkten al snel dat ze Robert een stuk makkelijker naar hun hand konden zetten dan dat bij de zelfbewuste Willem Rufus het geval was. Ze wakkerden de rivaliteit tussen de broers aan met als doel Rufus buitenspel te zetten. Hendrik maakte gemene zaak met hen, hopende om ooit de zeggenschap over een eigen gebied te verwerven.
Anders dan Willem Rufus was Robert geen sterk strateeg. Hij verwerd in de jaren na zijn vaders dood door zijn onbezonnen politiek tot een armoedzaaier die volgens, misschien enigszins overdreven, berichten van tijdgenoten soms dagenlang het bed hield omdat hij zich geen fatsoenlijke kleren kon veroorloven. In 1090 schoot Willem Rufus zijn oudere broer te hulp in de zoveelste strijd tegen de Normandische adel en in 1096 nam hij het gezag over Normandië tijdelijk waar omdat Robert had besloten om aan de Eerste Kruistocht deel te nemen. Robert bekostigde zijn expeditie met de pachtsom die hij van Willem Rufus ontving. De door Roberts beleid verloren gegane gebiedsdelen werden door Rufus al snel terugveroverd.
*.
Robert de kruisvaarder.
Omdat Robert zich geen eigen lofdichter kon veroorloven, figureert hij in de verslagen van de kruistocht slechts als bijfiguur in de lofzangen op andere strijders. Daaruit blijkt dat hij altijd in de voorste gelederen meevocht. Alexius Comnenus, de keizer van Constantinopel, beloonde hem uiteindelijk voor zijn loyaliteit met een donatie die hem gedeeltelijk uit de financiële problemen hielp. Die problemen werden verder opgelost door een huwelijk: aan tijdens de kruistocht opgedane contacten met in Italië gevestigde Noormannen hield hij zijn echtgenote over. In 1099 trouwde hij met de rijke Sybille van Conversano.
*.
Robert versus Hendrik.
Het was nog maar de vraag of Robert het gezag over Normandië van Willem Rufus terug zou krijgen. Dit probleem bleek bij Roberts terugkeer in september 1100 al opgelost: Rufus was een maand eerder bij een jachtongeval omgekomen. Omdat Rufus geen nakomelingen had en Robert afwezig was had Hendrik van de gelegenheid gebruikgemaakt om de Engelse troon te bestijgen. Dat ten tijde van het jachtongeval al bekend was dat Robert in aantocht was, had daarbij geen beletsel gevormd.
In 1101 maakte Robert, gesteund door Normandisch-Engelse baronnen die Hendrik maar wat graag plaats zagen maken voor zijn eenvoudig te manipuleren broer, de overtocht naar Portsmouth om zijn rechten op de Engelse troon te laten gelden. Na een goed gesprek, waarin bleek dat zijn plan om de twee gebiedsdelen te herenigen onvermijdelijk zou leiden tot conflicten met de paus, Frankrijk en Vlaanderen, besloot Robert eieren voor zijn geld te kiezen. Hij stelde zich tevreden met een jaarlijkse toelage van 2000 pond als genoegdoening en keerde terug naar Normandië waar hij opnieuw de grootste moeite had om de lokale adel onder de duim te houden. Met name Robert Belleme, die hem ten tijde van de tocht naar Portsmouth nog gesteund had, voerde nu voortdurend strijd met zowel Robert als Hendrik.
In Engeland rekende Hendrik snel af met Robert Belleme, die zich vervolgens in Normandië terugtrok. Daar kon hij, dankzij Robert Curthoses zwakke bewind, een stevige basis vestigen om Hendrik te blijven bestrijden. Hendrik loste de zaak in 1106 op door Normandië op zijn broer te veroveren bij de Slag van Tinchebrai. Zowel Robert Curthose als Robert Belleme werden levenslang gevangen gezet.
Robert Curthose bracht hierdoor de laatste achtentwintig jaar van zijn leven door in Cardiff Castle, als gevangene van zijn broer. Zijn in 1101 geboren zoon Willem Clito leverde ondertussen vergeefs strijd met Hendrik om de macht over Normandië.

  • Vader:
    Willem (I) de Veroveraar, geb. te Falaise [Fra] circa 1027, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Rouen op vrijdag 9 sep 1087.
 

relatie (1)
met

Margaretha , dr. van Hugo IV en Nn, geb. in 1045, ovl. (ongeveer 18 jaar oud) in 1063.

tr. (ongeveer 45 jaar oud) (2) in 1099
met

Sybille van Conversano.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1102 Rouen †1128 Aalst [Ge] 25


Dossier:

Willem (I) de Veroveraar
 
Willem (I) de Veroveraar, geb. te Falaise [Fra] circa 1027, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Rouen op vrijdag 9 sep 1087.



Aantekeningen bij Willem (I) de Veroveraar.
Willem de Veroveraar (Falaise (Normandië), ca. 1027 - in het klooster Saint-Gervais nabij Rouen, 9 september 1087) was van 1035 tot 1087 hertog van Normandië en van 1066 tot 1087 als Willem I koning van Engeland. Tot 1066 werd hij Willem de Bastaard genoemd.
*.
Leven.
Willem was de buitenechtelijke zoon van Robert de Duivel en Herleva, dochter van een leerlooier genaamd Fulbert. Hij werd geboren in het Normandische Falaise, zo'n 30 km ten zuiden van Caen.
Zijn vader, Robert "de Duivel", werd ervan verdacht aan de macht te zijn gekomen na zijn oudere broer te hebben vergiftigd. Robert was hertog van Normandië tot hij in 1035 op de terugweg van een pelgrimstocht naar Jeruzalem overleed.
Willem volgde hem op als hertog van Normandië, wat gezien zijn buitenechtelijke afstamming erg ongebruikelijk was.
Na de gewonnen slag in Val-es-Dunes, in 1047 in de nabijheid van Caen, verkreeg Willem het respect van de Normandische adel. Hij eiste zijn rechten op het hertogdom op en maakte van Caen, tot dan een kleine nederzetting, een strategisch belangrijke plaats dat daarmee één van de voornaamste residentiesteden van zijn hertogdom werd, buiten Falaise.
Als kind overleefde Willem diverse aanslagen op zijn leven en hij groeide op tot een krachtpatser met de voor die tijd reusachtige lichaamslengte van 1 meter 75.
*.
Uit zijn huwelijk met Mathilda van Vlaanderen, dochter van Boudewijn V van Vlaanderen, rond 1051, werden vier zonen (onder wie Robert Curthose, Willem Rufus en Hendrik Beauclerc) en vermoedelijk zes dochters geboren, onder meer de later heilig verklaarde Adela en Agatha, die verloofd was met Alfons VI van Kastilië.
*.
Willem overleed op 9 september 1087 in het klooster van St. Gervais bij Rouen als gevolg van verwondingen die hij opliep toen hij tijdens het beleg van Mantes van zijn paard viel. Hij ligt begraven op de begraafplaats van de St. Steven's abdij in Caen.
*.
Politiek.
*.
Periode tot 1066.
Na de dood van Robert de Duivel in 1035 traden eerst regenten op voor de jonge hertog, gedurende welke tijd er vele anderen hun macht probeerden te vergroten. Middels een veldslag bij Caen in 1047 slaagde Willem erin om een opstand van edelen te onderdrukken. Hierbij werd hij geholpen door zijn meerdere, koning Hendrik I van Frankrijk. In de loop der jaren lukte het de meedogenloze Willem door zijn militaire genie, diplomatie en uithuwelijking om zijn macht te vergroten en feitelijk onafhankelijk te worden van Hendrik.
*.
Willem was in de verte familie van Eduard de Belijder, koning van Engeland tot zijn overlijden in 1066. De kinderloze Eduard zou rond 1051 Willem de Engelse troon beloofd hebben, maar het is twijfelachtig of dit echt gebeurd is. Bovendien was de troonopvolging in Engeland in die tijd niet erfelijk. Eduards zwager, de Engelse magnaat Harold Godwinson, zou rond 1064 na schipbreuk te hebben geleden op de Normandische kust, nabij Ponthieu (thans verdwenen), aan de Somme, in gevangenschap gezworen hebben Willems claim te ondersteunen, maar werd zelf in 1066 gekozen tot opvolger van Eduard. Harold had een eed afgelegd aan Willem, om de troon te verzaken aan de Normandische hertog. Hij pleegde meineed toen hij, terug in Engeland, na de dood van Eduard de Belijder zich toch liet kronen.
*.
De reden dat Willem, die als erg hebzuchtig gold, er zo op gebrand was om de controle over Engeland te krijgen, was het feit dat het land in die tijd een hoge beschaving en grote rijkdom kende. De verschijning van de komeet van Halley in april 1066 zag hij als een goed voorteken. Vanwege slecht weer van zijn vertrek aan de Divesmonding, weken voordien, vertrok hij van de Sommemonding en landde pas op 28 september 1066 onbedreigd bij Pevensey op de Engelse kust, waarna hij op 14 oktober in de slag bij Hastings koning Harold versloeg, zijn belangrijkste wapenfeit. In Willems voordeel was dat Harold niet lang daarvoor, in de slag van Stamford Bridge op 25 september, al een inval van Harald III van Noorwegen en Harolds broer Tostig had moeten afslaan.
Op 25 december werd Willem tot koning gekroond. Zijn verovering is het onderwerp van het beroemde Tapijt van Bayeux.
*.
Periode na 1066.
Willem had moeite om Engeland onder controle te krijgen en te houden en moest meerdere malen met harde hand opstanden onderdrukken. Hij nam de bezittingen van rebellerende Engelsen in beslag en gaf delen hiervan in leen aan zijn op buit beluste Normandische ridders, hiermee het leenstelsel in Engeland introducerend. Onder de tot dan toe relatief vrije Engelsen leidde dit tot grote onvrede en haat jegens de Normandische invallers.
In het opstandige noorden richtte Willem rond 1070 grote verwoestingen aan die langdurige hongersnoden veroorzaakten. Van buitenaf werd Willems rijk bedreigd door Frankrijk, Noorwegen, Denemarken en Schotland. Onder Willem werden zo'n tachtig kastelen gebouwd, waarvan de Tower in Londen het bekendste is.
Om de economische problemen die het gevolg waren van zijn politiek te bestrijden, gaf Willem opdracht tot het maken van het beroemde Domesday Book, een gedetailleerde administratie van onder meer eigendomsrechten en veestapels.
De Normandiërs drukten ook qua recht, cultuur en architectuur een sterk stempel op Engeland.
Na Willems dood in 1087 werd Willems zoon Willem Rufus koning van Engeland en zijn eerder tegen hem rebellerende zoon Robert Curthose hertog van Normandië.


een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Robert (Robert III)*1054  †1134  80


Dossier:


Sybille van Conversano
Sybille van Conversano.

tr. (Robert (Robert III) ongeveer 45 jaar oud) in 1099
met

Robert (Robert III) Curthose, zn. van Willem (I) de Veroveraar, geb. circa 1054, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) in 1134, relatie (1) met Margaretha . Uit deze relatie geen kinderen.

 



Aantekeningen bij Robert (Robert III) Curthose.
Robert III, vanwege zijn gedrongen gestalte ook wel Curthose (korte maillot) genoemd (ca. 1054 - 1134), hertog van Normandië, was de oudste zoon van Willem de Veroveraar. Hij stond bekend als een dappere, onbezonnen avonturier, die makkelijk te manipuleren was.
*.
Robert Curthose.
Robert gedroeg zich grillig. Het scheen hem weinig uit te maken aan welke kant hij vocht, als er maar gevochten werd. Toen zijn vader in 1077 weigerde om het gezag over Maine en Normandië alvast aan hem over te dragen, bond Robert in een alliantie met de Franse koning Filips II de gewapende strijd met hem aan. Op zijn sterfbed besloot Willem het koningschap over Engeland daarom niet aan zijn opstandige zoon na te laten, maar aan diens jongere broer Willem Rufus. Robert moest zich met het hertogdom Normandië tevreden stellen.
Willem Rufus en Robert Curthose kwamen overeen dat ze, zolang ze geen nageslacht hadden, elkaars erfgenaam zouden zijn. De jongste broer, Hendrik, die van zijn vader slechts een geldbedrag had geërfd, zou zodoende nooit de zeggenschap over een van beide gebieden krijgen. Het maakte hem tot levenslange rivaal van zijn beide broers.
*.
Robert van Normandië.
De gebieden Engeland en Normandië waren politiek sterk verweven. Normandische edellieden, die vaak in beide gebieden land bezaten, merkten al snel dat ze Robert een stuk makkelijker naar hun hand konden zetten dan dat bij de zelfbewuste Willem Rufus het geval was. Ze wakkerden de rivaliteit tussen de broers aan met als doel Rufus buitenspel te zetten. Hendrik maakte gemene zaak met hen, hopende om ooit de zeggenschap over een eigen gebied te verwerven.
Anders dan Willem Rufus was Robert geen sterk strateeg. Hij verwerd in de jaren na zijn vaders dood door zijn onbezonnen politiek tot een armoedzaaier die volgens, misschien enigszins overdreven, berichten van tijdgenoten soms dagenlang het bed hield omdat hij zich geen fatsoenlijke kleren kon veroorloven. In 1090 schoot Willem Rufus zijn oudere broer te hulp in de zoveelste strijd tegen de Normandische adel en in 1096 nam hij het gezag over Normandië tijdelijk waar omdat Robert had besloten om aan de Eerste Kruistocht deel te nemen. Robert bekostigde zijn expeditie met de pachtsom die hij van Willem Rufus ontving. De door Roberts beleid verloren gegane gebiedsdelen werden door Rufus al snel terugveroverd.
*.
Robert de kruisvaarder.
Omdat Robert zich geen eigen lofdichter kon veroorloven, figureert hij in de verslagen van de kruistocht slechts als bijfiguur in de lofzangen op andere strijders. Daaruit blijkt dat hij altijd in de voorste gelederen meevocht. Alexius Comnenus, de keizer van Constantinopel, beloonde hem uiteindelijk voor zijn loyaliteit met een donatie die hem gedeeltelijk uit de financiële problemen hielp. Die problemen werden verder opgelost door een huwelijk: aan tijdens de kruistocht opgedane contacten met in Italië gevestigde Noormannen hield hij zijn echtgenote over. In 1099 trouwde hij met de rijke Sybille van Conversano.
*.
Robert versus Hendrik.
Het was nog maar de vraag of Robert het gezag over Normandië van Willem Rufus terug zou krijgen. Dit probleem bleek bij Roberts terugkeer in september 1100 al opgelost: Rufus was een maand eerder bij een jachtongeval omgekomen. Omdat Rufus geen nakomelingen had en Robert afwezig was had Hendrik van de gelegenheid gebruikgemaakt om de Engelse troon te bestijgen. Dat ten tijde van het jachtongeval al bekend was dat Robert in aantocht was, had daarbij geen beletsel gevormd.
In 1101 maakte Robert, gesteund door Normandisch-Engelse baronnen die Hendrik maar wat graag plaats zagen maken voor zijn eenvoudig te manipuleren broer, de overtocht naar Portsmouth om zijn rechten op de Engelse troon te laten gelden. Na een goed gesprek, waarin bleek dat zijn plan om de twee gebiedsdelen te herenigen onvermijdelijk zou leiden tot conflicten met de paus, Frankrijk en Vlaanderen, besloot Robert eieren voor zijn geld te kiezen. Hij stelde zich tevreden met een jaarlijkse toelage van 2000 pond als genoegdoening en keerde terug naar Normandië waar hij opnieuw de grootste moeite had om de lokale adel onder de duim te houden. Met name Robert Belleme, die hem ten tijde van de tocht naar Portsmouth nog gesteund had, voerde nu voortdurend strijd met zowel Robert als Hendrik.
In Engeland rekende Hendrik snel af met Robert Belleme, die zich vervolgens in Normandië terugtrok. Daar kon hij, dankzij Robert Curthoses zwakke bewind, een stevige basis vestigen om Hendrik te blijven bestrijden. Hendrik loste de zaak in 1106 op door Normandië op zijn broer te veroveren bij de Slag van Tinchebrai. Zowel Robert Curthose als Robert Belleme werden levenslang gevangen gezet.
Robert Curthose bracht hierdoor de laatste achtentwintig jaar van zijn leven door in Cardiff Castle, als gevangene van zijn broer. Zijn in 1101 geboren zoon Willem Clito leverde ondertussen vergeefs strijd met Hendrik om de macht over Normandië.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1102 Rouen †1128 Aalst [Ge] 25


Willem Clito (Van Normandië)
Willem Clito (Van Normandië), geb. te Rouen op zaterdag 25 okt 1102, ovl. (25 jaar oud) te Aalst [Ge] op zaterdag 28 jul 1128.


Aantekeningen bij Willem Clito (Van Normandië).
Willem Clito of Willem van Normandië (Rouen, 25 oktober 1102 – bij Aalst, 28 juli 1128) was de zoon van graaf Robert van Normandië en Sybille van Conversano. Zijn leven stond in het teken van vergeefse pogingen om het graafschap Normandië op koning Hendrik I van Engeland te heroveren. Gedurende zijn laatste levensjaar was hij Graaf van Vlaanderen.
*.
De toevoeging Clito is het Latijns equivalent voor het Angelsaksische "Aetheling" en het Duitse "Adelinus". Ze betekenen "man van koninklijke bloede" of "prins".
*.
Levensloop.
Nadat zijn vader in 1106 bij de Slag van Tinchebrai het gezag over Normandië verloor aan diens jongere broer, de Engelse koning Hendrik I, werd de vijfjarige Willem Clito door Hendrik gegijzeld en toevertrouwd aan de zorgen van Helias van Saint-Saens, de echtgenoot van een buitenechtelijke dochter van Robert Courteheuse. In 1112 zette deze de Engelse koning een hak door met de jongen naar het hof van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen te vluchten. Boudewijn meende met Willem de rechtmatige hertog van Normandië in handen te hebben; dat ook hertog Robert na de Slag van Tinchebrai door Hendrik gevangen was genomen en nog steeds in leven was, werd voor het gemak over het hoofd gezien.
Een serie veldslagen volgde, waarbij de dynastieke rechten van Willem, behalve door Boudewijn ook werden bevochten door Fulco V van Anjou en de Franse koning Lodewijk VI, gesteund door opstandige Normandische edellieden. Boudewijn kwam om in de strijd en Lodewijk en Fulco gooiden in 1119 de handdoek in de ring: ze erkenden Hendriks gezag over Normandië. Tevergeefs probeerde Willem Clito nog een regeling bij Hendrik af te smeken, waarbij hij beloofde zijn rechten op Normandië op te geven als Hendrik zijn vader zou vrijlaten.
Enige jaren later meende Willem Clito een nieuwe machtsbasis te hebben gevonden om een aanval op Hendrik te ondernemen. Hij was door een huwelijk met Sybille van Anjou Graaf van Maine geworden en omdat Sybille de dochter van Fulco V van Anjou was, waren de banden met hem steviger aangehaald. Ook Lodewijk VI was opnieuw bereid om zich bij een coalitie aan te sluiten. Toen Hendrik lucht kreeg van het plan probeerde hij de paus ertoe over te halen om het huwelijk van Willem Clito te laten ontbinden wegens te nauwe bloedbanden tussen de echtelieden. Ook sloot hij een militaire alliantie met de Duitse keizer Hendrik V die Lodewijk vanuit het oosten bedreigde. Lodewijk haakte af en het leger van Fulco werd door Hendrik eenvoudig verslagen.
Het huwelijk met Sybille werd toch ontbonden en in 1127 huwde Willem Clito met Johanna, een dochter van Gizela van Bourgondië.
*.
Nadat de Vlaamse graaf Karel de Goede zonder erfopvolgers overleed, gebruikte Lodewijk VI zijn recht om in zo'n geval over de opvolging te beslissen, door Willem Clito tot Graaf van Vlaanderen te benoemen. Zo kreeg Willem de gelegenheid om te laten zien dat hij als bestuurder over net zo weinig talent beschikte als zijn nog steeds in gevangenschap verblijvende vader.
*.
Omdat Vlaanderen en Engeland economisch nauw verweven waren - de Vlaamse lakenindustrie verwerkte Engelse wol - was het voor Hendrik een koud kunstje om onrust in Vlaanderen te veroorzaken: hij sneed de woltoevoer af. Willem bleek niet in staat hier verstandig op te reageren. Burgers, onder leiding van Iwein van Aalst, revolteerden omdat Willem zich hierdoor niet aan gehouden beloftes hield. Hij kwam om op 28 juli 1128, bij de belegering van Aalst, een van de steunpunten van zijn tegenstanders. Hij werd begraven in de Abdij van Sint-Bertinus in Sint-Omaars.

  • Vader:
    Robert (Robert III) Curthose, zn. van Willem (I) de Veroveraar, geb. circa 1054, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) in 1134, relatie (1) met Margaretha . Uit deze relatie geen kinderen, tr. (ongeveer 45 jaar oud) (2) in 1099.
 

tr. (1), (gesch. voor 1127)
met

Sybille (Sybilla) van Anjou, dr. van Fulco V (De Jonge) van Anjou en Ermengarde van Maine, geb. in 1105, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Bethanië [Isr] Betanië of Bethanië is de naam van twee plaatsen in het Nieuwe Testament. Volgens Johannes 1:28 was Betanië (zonder 'h') de plaats aan de overzijde van de Jordaan waar Johannes de Doper optrad. Deze plek wordt alleen in dit Bijbelvers zo genoemd en niet alle Bijbelvertalingen geven de naam (altijd als Betanië zonder 'h' gespeld) zo weer. Andere vertalingen spreken van Bethábara (of Bethabara).
Het andere Bethanië of Betanië (en spellingsvarianten als Bethanien en Bethánië) lag op de zuid-oostelijke helling van de Olijfberg, op enkele kilometers van Jeruzalem. Als locatie van deze plaats wordt vaak de huidige Palestijnse stad Al-Eizariya genoemd.
Het is bekend als de woonplaats van Simon de melaatse en van Lazarus met zijn zussen Maria en Martha. Jezus is hier de nacht voor Palmzondag geweest. Het is verder de plaats van de vervloekte vijgenboom en volgens Lukas 24 de plaats van de Hemelvaart van Jezus. Bijbelteksten met deze naam zijn Mattheus 21:17, 26:6, Marcus 11:11, Lucas 24:50 en Johannes 11:1 en 12:1.
De Rooms-katholieke congregatie van de Vrouwen van Bethanië werd naar Bethanië genoemd in 1165, tr. (2) met Diederik van de Elzas. Uit dit huwelijk 2 kinderen.


Aantekeningen bij Sybille van Anjou.
Sybille van Anjou (1105 - Bethanië (Jeruzalem), 1165) was een dochter van graaf Fulco V van Anjou en Ermengarde van Maine, de erfgename van het graafschap Maine.
Zij huwde in 1123 met de graaf van Vlaanderen, Willem Clito en bracht Maine in het huwelijk mee. Dit huwelijk werd geannuleerd op grond van bloedverwantschap en uitgesproken door paus Honorius II in opdracht van Willem's oom Hendrik I van Engeland. Sybilles vader Fulco verzette zich hiertegen en stemde niet in met de excommunicatie en het interdict over Anjou. Hierop zou Sybille haar vader begeleiden naar het Heilige Land, waar hij zou trouwen met de erfgename van het Koninkrijk Jeruzalem, Melisende en in 1131 zelf koning werd.
In 1139 zou Sybille met de Vlaamse graaf Diederik van de Elzas trouwen, die op zijn eerste kruistocht naar het Heilige Land was. Sybille keerde met Diederik terug naar Vlaanderen. Tijdens de tweede kruistocht van Diederik naar het Heilige Land (1137-1139) bestuurde zij het graafschap. In deze periode trachtte Boudewijn IV van Henegouwen een aanval op Vlaanderen in te zetten, die door Sybille op krachtdadige wijze werd afgeslagen. Zij liet Henegouwen verwoesten, waarna Boudewijn IV hetzelfde deed met Artesië. De aartsbisschop van Reims diende tussen beide te komen om een vredesverdrag te sluiten.
In 1157 vergezelde zij Diederik naar het Heilige Land en bewoog hem om van haar te scheiden, zodat zij in het klooster van St. Lazarus in Bethanië (Jeruzalem) kon intreden, waar haar stieftante Ioveta van Bethanië abdes was. Zij overleed er in 1165.

tr. (ongeveer 24 jaar oud) (2) in 1127
met

Johanna van Bourgondië, dr. van Humbert II van Savoye en Gizela van Bourgondië.


Sybille van Anjou
Sybille (Sybilla) van Anjou, geb. in 1105, ovl. (ongeveer 60 jaar oud) te Bethanië [Isr] Betanië of Bethanië is de naam van twee plaatsen in het Nieuwe Testament. Volgens Johannes 1:28 was Betanië (zonder 'h') de plaats aan de overzijde van de Jordaan waar Johannes de Doper optrad. Deze plek wordt alleen in dit Bijbelvers zo genoemd en niet alle Bijbelvertalingen geven de naam (altijd als Betanië zonder 'h' gespeld) zo weer. Andere vertalingen spreken van Bethábara (of Bethabara).
Het andere Bethanië of Betanië (en spellingsvarianten als Bethanien en Bethánië) lag op de zuid-oostelijke helling van de Olijfberg, op enkele kilometers van Jeruzalem. Als locatie van deze plaats wordt vaak de huidige Palestijnse stad Al-Eizariya genoemd.
Het is bekend als de woonplaats van Simon de melaatse en van Lazarus met zijn zussen Maria en Martha. Jezus is hier de nacht voor Palmzondag geweest. Het is verder de plaats van de vervloekte vijgenboom en volgens Lukas 24 de plaats van de Hemelvaart van Jezus. Bijbelteksten met deze naam zijn Mattheus 21:17, 26:6, Marcus 11:11, Lucas 24:50 en Johannes 11:1 en 12:1.
De Rooms-katholieke congregatie van de Vrouwen van Bethanië werd naar Bethanië genoemd in 1165.


Aantekeningen bij Sybille van Anjou.
Sybille van Anjou (1105 - Bethanië (Jeruzalem), 1165) was een dochter van graaf Fulco V van Anjou en Ermengarde van Maine, de erfgename van het graafschap Maine.
Zij huwde in 1123 met de graaf van Vlaanderen, Willem Clito en bracht Maine in het huwelijk mee. Dit huwelijk werd geannuleerd op grond van bloedverwantschap en uitgesproken door paus Honorius II in opdracht van Willem's oom Hendrik I van Engeland. Sybilles vader Fulco verzette zich hiertegen en stemde niet in met de excommunicatie en het interdict over Anjou. Hierop zou Sybille haar vader begeleiden naar het Heilige Land, waar hij zou trouwen met de erfgename van het Koninkrijk Jeruzalem, Melisende en in 1131 zelf koning werd.
In 1139 zou Sybille met de Vlaamse graaf Diederik van de Elzas trouwen, die op zijn eerste kruistocht naar het Heilige Land was. Sybille keerde met Diederik terug naar Vlaanderen. Tijdens de tweede kruistocht van Diederik naar het Heilige Land (1137-1139) bestuurde zij het graafschap. In deze periode trachtte Boudewijn IV van Henegouwen een aanval op Vlaanderen in te zetten, die door Sybille op krachtdadige wijze werd afgeslagen. Zij liet Henegouwen verwoesten, waarna Boudewijn IV hetzelfde deed met Artesië. De aartsbisschop van Reims diende tussen beide te komen om een vredesverdrag te sluiten.
In 1157 vergezelde zij Diederik naar het Heilige Land en bewoog hem om van haar te scheiden, zodat zij in het klooster van St. Lazarus in Bethanië (Jeruzalem) kon intreden, waar haar stieftante Ioveta van Bethanië abdes was. Zij overleed er in 1165.

tr. (1), (gesch. voor 1127)
met

Willem Clito (Van Normandië), zn. van Robert (Robert III) Curthose en Sybille van Conversano, geb. te Rouen op zaterdag 25 okt 1102, ovl. (25 jaar oud) te Aalst [Ge] op zaterdag 28 jul 1128, tr. (2) met Johanna van Bourgondië. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Aantekeningen bij Willem Clito (Van Normandië).
Willem Clito of Willem van Normandië (Rouen, 25 oktober 1102 – bij Aalst, 28 juli 1128) was de zoon van graaf Robert van Normandië en Sybille van Conversano. Zijn leven stond in het teken van vergeefse pogingen om het graafschap Normandië op koning Hendrik I van Engeland te heroveren. Gedurende zijn laatste levensjaar was hij Graaf van Vlaanderen.
*.
De toevoeging Clito is het Latijns equivalent voor het Angelsaksische "Aetheling" en het Duitse "Adelinus". Ze betekenen "man van koninklijke bloede" of "prins".
*.
Levensloop.
Nadat zijn vader in 1106 bij de Slag van Tinchebrai het gezag over Normandië verloor aan diens jongere broer, de Engelse koning Hendrik I, werd de vijfjarige Willem Clito door Hendrik gegijzeld en toevertrouwd aan de zorgen van Helias van Saint-Saens, de echtgenoot van een buitenechtelijke dochter van Robert Courteheuse. In 1112 zette deze de Engelse koning een hak door met de jongen naar het hof van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen te vluchten. Boudewijn meende met Willem de rechtmatige hertog van Normandië in handen te hebben; dat ook hertog Robert na de Slag van Tinchebrai door Hendrik gevangen was genomen en nog steeds in leven was, werd voor het gemak over het hoofd gezien.
Een serie veldslagen volgde, waarbij de dynastieke rechten van Willem, behalve door Boudewijn ook werden bevochten door Fulco V van Anjou en de Franse koning Lodewijk VI, gesteund door opstandige Normandische edellieden. Boudewijn kwam om in de strijd en Lodewijk en Fulco gooiden in 1119 de handdoek in de ring: ze erkenden Hendriks gezag over Normandië. Tevergeefs probeerde Willem Clito nog een regeling bij Hendrik af te smeken, waarbij hij beloofde zijn rechten op Normandië op te geven als Hendrik zijn vader zou vrijlaten.
Enige jaren later meende Willem Clito een nieuwe machtsbasis te hebben gevonden om een aanval op Hendrik te ondernemen. Hij was door een huwelijk met Sybille van Anjou Graaf van Maine geworden en omdat Sybille de dochter van Fulco V van Anjou was, waren de banden met hem steviger aangehaald. Ook Lodewijk VI was opnieuw bereid om zich bij een coalitie aan te sluiten. Toen Hendrik lucht kreeg van het plan probeerde hij de paus ertoe over te halen om het huwelijk van Willem Clito te laten ontbinden wegens te nauwe bloedbanden tussen de echtelieden. Ook sloot hij een militaire alliantie met de Duitse keizer Hendrik V die Lodewijk vanuit het oosten bedreigde. Lodewijk haakte af en het leger van Fulco werd door Hendrik eenvoudig verslagen.
Het huwelijk met Sybille werd toch ontbonden en in 1127 huwde Willem Clito met Johanna, een dochter van Gizela van Bourgondië.
*.
Nadat de Vlaamse graaf Karel de Goede zonder erfopvolgers overleed, gebruikte Lodewijk VI zijn recht om in zo'n geval over de opvolging te beslissen, door Willem Clito tot Graaf van Vlaanderen te benoemen. Zo kreeg Willem de gelegenheid om te laten zien dat hij als bestuurder over net zo weinig talent beschikte als zijn nog steeds in gevangenschap verblijvende vader.
*.
Omdat Vlaanderen en Engeland economisch nauw verweven waren - de Vlaamse lakenindustrie verwerkte Engelse wol - was het voor Hendrik een koud kunstje om onrust in Vlaanderen te veroorzaken: hij sneed de woltoevoer af. Willem bleek niet in staat hier verstandig op te reageren. Burgers, onder leiding van Iwein van Aalst, revolteerden omdat Willem zich hierdoor niet aan gehouden beloftes hield. Hij kwam om op 28 juli 1128, bij de belegering van Aalst, een van de steunpunten van zijn tegenstanders. Hij werd begraven in de Abdij van Sint-Bertinus in Sint-Omaars.

tr. (2)
met

Diederik van de Elzas.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Margaretha*1140  †1194  54
Pilips*1142  †1191 Akko [Isr] 49


Fulco V (De Jonge) van Anjou
Fulco V (De Jonge) van Anjou, geb. in 1092, ovl. (ongeveer 51 jaar oud) te Jerusalem [Isr] op woensdag 10 nov 1143.


Aantekeningen bij Fulco V (De Jonge) van Anjou.
Fulco V de Jonge (?, 1092 - Jeruzalem, 10 november 1143) was een zoon van graaf Fulco IV van Anjou en Bertrada van Montfort. Hij was graaf van Anjou van 1109 tot 1129 en koning van Jeruzalem van 1131 tot 1143, via zijn tweede huwelijk, met Melisende van Edessa. Hiervoor trad hij als graaf van Anjou af. Een eerste maal was hij gehuwd met Ermengarde van Maine (1096-1126).

relatie (1)
met

Ermengarde van Maine, geb. in 1096, ovl. (ongeveer 30 jaar oud) in 1126.

Uit deze relatie 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sybille*1105  †1165 Bethanië [Isr] 60
Godfried V     
Eli II*1115  †1151  36

tr. (2)
met

Melisende van Edessa.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Boudewijn III     
Almarik I     

')}