Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Bassianus
Bassianus .

tr.
met

Anastasia , dr. van Flavius Valerius Aurelius Constantinus Constatijn I de Grote en Flavia Maximiana Theodora.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fausta     


Flavius Numerius
Flavius Numerius1.

tr.
met

Claudia Claudia is een meisjesvoornaam die haar oorsprong heeft in de Romeinse naam Claudius. Beide namen zijn afkomstig van de gens Claudia, een van de oudste gentes van Rome.
De familienaam is afgeleid van het Latijnse woord claudus, hetgeen zoveel betekent als "lam" of "kreupel".
De naam Claudia behoort tot de tien populairste meisjesnamen in veel Spaanssprekende landen en regio's. In de Verenigde Staten behoort de naam vaak tot de 200 meest gebruikte meisjesnamen. In 2005 was Claudia de nummer negen in Spanjes top tien van meisjesnamen. Enkele varianten van de naam zijn Klaudia, Claudine, Claudette, Claudie, Clodia, Kladia en Gladys
2, dr. van Claudius Apellinus en Bassina, geb. circa 1902,2.

Uit dit huwelijk 3 zonen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Flavius*210     
Marcus Aurelius     
Marcus Aurelius Claudius     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Claudia
Claudia Claudia is een meisjesvoornaam die haar oorsprong heeft in de Romeinse naam Claudius. Beide namen zijn afkomstig van de gens Claudia, een van de oudste gentes van Rome.
De familienaam is afgeleid van het Latijnse woord claudus, hetgeen zoveel betekent als "lam" of "kreupel".
De naam Claudia behoort tot de tien populairste meisjesnamen in veel Spaanssprekende landen en regio's. In de Verenigde Staten behoort de naam vaak tot de 200 meest gebruikte meisjesnamen. In 2005 was Claudia de nummer negen in Spanjes top tien van meisjesnamen. Enkele varianten van de naam zijn Klaudia, Claudine, Claudette, Claudie, Clodia, Kladia en Gladys
1, geb. circa 1901,1.

tr.
met

Flavius Numerius2.

Uit dit huwelijk 3 zonen:2

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Flavius*210     
Marcus Aurelius     
Marcus Aurelius Claudius     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Claudius Apellinus
Claudius Apellinus, 1, gouverneur van Brittanië van 222 tot 235, ovl. na 2351,1.

tr.
met

Bassina 1,2, dr. van Lucius Septimus Severus en Brigit, geb. in 1701,1.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claudia*190     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Bassina
Bassina 1,2, geb. in 1701,1.

  • Vader:
    Lucius Septimus Severus2, zn. van Publius Septimus Geta en Fulvia Pia, geb. te Leptis Magna [Lib]2 Leptis Magna, of, beter: Lepcis Magna,[1] was een belangrijke stad van de republiek van Carthago en later van het Romeinse Rijk. De ruïnes bevinden zich in de buurt van Tripoli in Libië. Leptis Magna moet niet worden verward met Leptis Parva of Leptis Minor in hedendaags Tunesië.
    De stad is in de Archaïsche tijd gesticht door Fenicische kolonisten. Pas toen Carthago een belangrijke macht in de Middellandse Zee werd, werd het een stad van belang. Tot het eind van de Derde Punische Oorlog in 146 v.Chr. viel Leptis Magna onder Carthago's bewind. Daarna was het tijdelijk deel van het koninkrijk van Massinissa. Na de oorlog tegen Jugurtha kwam de stad in handen van het Romeinse Rijk, dat Leptis de iure onafhankelijk liet maar de facto aan zich onderwierp door een jaarlijks tribuut van een miljoen liter olijfolie te eisen.
    Al tijdens de regering van Augustus was de onafhankelijkheid voorbij en begon een snelle romanisering, die goed is gedocumenteerd in de vorm van enkele honderden inscripties. Leptis Magna ontwikkelde zich snel tot een van de belangrijkste steden in Romeins Africa.
    Toen Septimius Severus in 193 keizer werd, bereikte Leptis haar grootste welvaart. Er woonden toen zo'n 100.000 mensen. Hij liet diverse monumentale gebouwen neerzetten zodat de stad zich kon meten met de twee belangrijkste steden in Africa: Alexandrië en Carthago. Toen hij de stad in 203 met zijn entourage bezocht werd hij met veel eerbetoon ontvangen.
    Ook toen de interregionale handel instortte tijdens de crisis van de derde eeuw, bleef de stad relatief belangrijk. Weliswaar werden delen van de stad in de vierde eeuw verlaten, maar het bleef een van de grootste steden van Africa. Diocletianus maakte de stad tot hoofdstad van de nieuwe provincie Tripolitana. Onder keizer Theodosius I vond een verdere opleving plaats.
    In 439 kwam Leptis Magna onder het bewind van de Vandalen, nadat hun koning Geiserik Carthago veroverde op de Romeinen. Om rebellie te voorkomen liet Geiserik de stadsmuren slopen. Dit gaf Berbers in 523 echter alle gelegenheid om Leptis te plunderen.
    Belisarius heroverde Leptis Magna tien jaar later en in 534 maakte hij een eind aan het Vandaalse koninkrijk. Leptis werd een provinciehoofdstad van het Byzantijnse Rijk maar slaagde er niet meer in om de plundering van de Berbers te boven te komen. Toen de Arabieren de regio veroverden in 643 was de stad op een Byzantijns garnizoen na verlaten.
    Hoewel de resten van de Limes Tripolitanus belangrijker zijn, is Leptis Magna een van de bekendste archeologische plaatsen uit Libië. De ruïnes zijn dan ook indrukwekkend op woensdag 11 apr 1462,2,2, keizer van Rome te Rome van 193 tot 211, ovl. (64 jaar oud) te Eboracum [Eng]2 op woensdag 4 feb 2112,2, tr. (2) met Lulia Domna1,2. Uit dit huwelijk 2 zonen1, tr. (1).
 

tr.
met

Claudius Apellinus, 1, gouverneur van Brittanië van 222 tot 235, ovl. na 2351,1.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Claudia*190     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Lucius Septimus Severus
 
Lucius Septimus Severus1, geb. te Leptis Magna [Lib]1 Leptis Magna, of, beter: Lepcis Magna,[1] was een belangrijke stad van de republiek van Carthago en later van het Romeinse Rijk. De ruïnes bevinden zich in de buurt van Tripoli in Libië. Leptis Magna moet niet worden verward met Leptis Parva of Leptis Minor in hedendaags Tunesië.
De stad is in de Archaïsche tijd gesticht door Fenicische kolonisten. Pas toen Carthago een belangrijke macht in de Middellandse Zee werd, werd het een stad van belang. Tot het eind van de Derde Punische Oorlog in 146 v.Chr. viel Leptis Magna onder Carthago's bewind. Daarna was het tijdelijk deel van het koninkrijk van Massinissa. Na de oorlog tegen Jugurtha kwam de stad in handen van het Romeinse Rijk, dat Leptis de iure onafhankelijk liet maar de facto aan zich onderwierp door een jaarlijks tribuut van een miljoen liter olijfolie te eisen.
Al tijdens de regering van Augustus was de onafhankelijkheid voorbij en begon een snelle romanisering, die goed is gedocumenteerd in de vorm van enkele honderden inscripties. Leptis Magna ontwikkelde zich snel tot een van de belangrijkste steden in Romeins Africa.
Toen Septimius Severus in 193 keizer werd, bereikte Leptis haar grootste welvaart. Er woonden toen zo'n 100.000 mensen. Hij liet diverse monumentale gebouwen neerzetten zodat de stad zich kon meten met de twee belangrijkste steden in Africa: Alexandrië en Carthago. Toen hij de stad in 203 met zijn entourage bezocht werd hij met veel eerbetoon ontvangen.
Ook toen de interregionale handel instortte tijdens de crisis van de derde eeuw, bleef de stad relatief belangrijk. Weliswaar werden delen van de stad in de vierde eeuw verlaten, maar het bleef een van de grootste steden van Africa. Diocletianus maakte de stad tot hoofdstad van de nieuwe provincie Tripolitana. Onder keizer Theodosius I vond een verdere opleving plaats.
In 439 kwam Leptis Magna onder het bewind van de Vandalen, nadat hun koning Geiserik Carthago veroverde op de Romeinen. Om rebellie te voorkomen liet Geiserik de stadsmuren slopen. Dit gaf Berbers in 523 echter alle gelegenheid om Leptis te plunderen.
Belisarius heroverde Leptis Magna tien jaar later en in 534 maakte hij een eind aan het Vandaalse koninkrijk. Leptis werd een provinciehoofdstad van het Byzantijnse Rijk maar slaagde er niet meer in om de plundering van de Berbers te boven te komen. Toen de Arabieren de regio veroverden in 643 was de stad op een Byzantijns garnizoen na verlaten.
Hoewel de resten van de Limes Tripolitanus belangrijker zijn, is Leptis Magna een van de bekendste archeologische plaatsen uit Libië. De ruïnes zijn dan ook indrukwekkend op woensdag 11 apr 1461,1,1, keizer van Rome te Rome van 193 tot 211, ovl. (64 jaar oud) te Eboracum [Eng]1 op woensdag 4 feb 2111,1.



Aantekeningen bij Lucius Septimus Severus.
Lucius Septimius Severus (11 april 145 – 4 februari 211) (ook wel Septimus Severus) was keizer van Rome van 193 tot 211.
*.
Septimius Severus werd geboren in de Noord-Afrikaanse stad Leptis Magna (ook Lepcis Magna), de meest oostelijke stad van de drie waaraan de streek Tripolitania zijn naam aan te danken heeft.
In 187 trouwde hij met de rijke Syrische prinses Julia Domna (zijn tweede huwelijk). In 188 en 189 kregen zij twee zoons, de toekomstige keizer Caracalla en medekeizer Geta.
In 190 werd Severus tot consul gekozen. Toen Pertinax op 28 maart 193 werd vermoord was hij gouverneur van Boven-Pannonia. Dit betekende het begin van de Burgeroorlog van 193-197. Geschokt door de walgelijke manier waarop in Rome het keizerschap per opbod was verkocht aan de hoogste bieder, Didius Iulianus, riepen zijn troepen slechts 12 dagen later, op 9 april, Severus uit tot keizer van Rome.
*.
Tegelijkertijd hadden ook troepen in andere gedeelten van het keizerrijk om dezelfde reden ook hun commandanten tot keizer uitgeroepen: (Clodius Albinus (gouverneur van Britannia) en Pescennius Niger (gouverneur van Syrië). Maar meer legioenen steunden Severus en hij was ook het dichtst bij Rome. Binnen enkele maanden had Severus Rome bereikt en werd Julianus afgezet en op 2 juni geëxecuteerd. De moordenaars van Pertinax werden opgespoord en ook terecht gesteld.
*.
Severus moest nu orde op zaken stellen met de twee andere uitgeroepen keizers. Na vrede gesloten te hebben met Clodius Albinus door hem de titel Caesar aan te bieden, kon hij zich concentreren op Pescennius Niger in het oosten. Na een bloedige strijd in Cilicia was in 194 het gehele keizerrijk onder controle van Severus.
Na enige tijd, in 195, gaf Severus zijn oudste zoon Caracalla, de titel Caesar en verklaarde de senaat Albinus als staatsvijand. Severus versloeg Albinus in een van de grootste veldslagen uit de Romeinse geschiedenis bij Lugdunum op 19 februari 197. Albinus moest vluchten en pleegde zelfmoord.
*.
Vervolgens veroverde Severus, samen met zijn zoons, Parthia en de hoofdstad Ctesiphon in 198, waarbij de stad werd leeggeroofd, alle mannen gedood en de ongeveer honderdduizend overlevende vrouwen en kinderen als slaaf gevangen genomen. Zijn oudste zoon werd uitgeroepen tot Augustus en werd medekeizer en zijn jongste zoon kreeg de vrijgekomen titel Caesar. In 209 werd ook Geta tot medekeizer benoemd.
Naast Parthia, veroverde Severus ook gebieden in Noord-Afrika en richtte hij zijn aandacht vervolgens op Britannia, waar hij de tachtig jaar oude muur van Hadrianus waar nodig liet herstellen. Daar stierf hij op 65-jarige leeftijd een natuurlijke dood op 4 februari 211 in York.
Een Romeins historicus bericht dat Severus op zijn sterfbed zijn beide zoons de volgende uiterst cynische raad gaf: Vermijd tweespalt, maak de soldaten rijk en bekommer je niet om de anderen (Cassius Dio 77,15).
*.
Link: Michael L. Meckler, art. Septimius Severus (193-211 A.D.), in DIR (1998).

tr. (1)
met

Brigit 2.

Uit dit huwelijk een dochter:2

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bassina*170     

tr. (resp. ongeveer 40 en ongeveer 17 jaar oud) (2) in 187
met

Lulia Domna2,1, dr. van Lulius Bassianus, geb. te Emesa [Syr]1 in 1701,1,1, Romeins keizerin te Rome tussen 193 en 217, ovl. (ongeveer 47 jaar oud) te Rome in 2171,1.

 



Aantekeningen bij Lulia Domna.
Iulia Domna (170-217) was Romeins keizerin van 193 tot haar dood. Zij was een van de machtigste personen binnen het Severische huis en de machtigste vrouw die het Romeinse keizerrijk gekend heeft. Het is aan haar te danken dat het Romeinse rijk niet reeds aan het begin van het gezamenlijke keizerschap van haar twee zoons Caracalla en Geta werd gesplitst in een oostelijk en westelijk deel.
*.
Tijdens haar leven beoefende ze zelf filosofie en trad op als patrones van een aantal filosofen uit haar tijd. Ze is gevierd als de vrouw die de filosofie in het Romeinse Rijk terug een vooraanstaande positie verleende en werd geroemd om haar politieke scherpzinnigheid.[1] Zij verzamelde rond zich een groep filosofen en andere intellectuelen, van wie de activiteiten ons door de geschriften van de sofist en redenaar Lucius Flavius Philostratus (ca.170-ca.247) bekend zijn.[2].
Iulia Domna werd geboren in de Romeinse provincie Syrië als dochter van Iulius Bassianus, hogepriester van de El Gebal zonnegod cultus van Emesa. Als jonge vrouw reisde zij naar het westen en trouwde in 187 met de Noord-Afrikaanse Lucius Septimius Severus die later keizer van Rome zou worden. In 188 en 189 kregen zij twee zonen, Caracalla en Geta.
Toen Septimius Severus in 193 door de senaat tot keizer werd uitgeroepen, kreeg zij de titel Augusta (keizerin). Zij reisde met haar man mee op zijn veldtochten en kreeg daarom in 195 de titel Mater Castrorum (moeder van de forten of legerkampen).[3] Na de dood van Septimius Severus in 211, kende de senaat haar de tot dan toe ongekende en grandiose titels Mater Senatus en Mater Patriae toe (Moeder van de Senaat en Moeder des Vaderlands).
Toen haar zoons beiden keizer waren geworden, was hun walging voor elkaar zo groot geworden dat ze besloten het rijk te verdelen in een oostelijk, met Geta als keizer, en westelijk deel, met Caracalla als keizer. Iulia Domna kwam echter tussenbeide en verhinderde de splitsing ("Jullie kunnen misschien het rijk wel tussen jullie verdelen, maar niet jullie moeder!").[4].
*.
In december 211 werd zij door Caracalla verraden nadat zij op zijn voorstel een ontmoeting tussen haar twee zoons had geregeld zogenaamd om de geschillen bij te leggen. Maar na Geta's aankomst werd hij voor haar ogen, waarschijnlijk zelfs in haar armen door Caracalla's soldaten vermoord.
Toen uiteindelijk ook haar oudste zoon werd vermoord (zij verbleef toen in Syrië), was zij wanhopig en overwoog zelfmoord maar zag er van af toen Macrinus haar te kennen gaf dat zij haar titels kon behouden. Zij begon echter een campagne tegen Macrinus die haar daarop naar Rome verbande. Daar aangekomen met de as van haar zoon, pleegde zij zelfmoord door hongerstaking.
*.
Noten:.
1. K. Lindemann, art. Julia Domna, Women-Philosophers.com (2008).
2. art. Julia Domna, in Encyclopaedia Britannica 6 (1993), p. 645. Cf. Philostratus, Vita Apollonii I 1.3.
3. CIL XII 4345, XIV 120.
4. Herodianus, Ab excessu divi Marci IV 3.8.
*.
Referenties:.
H.W. Benario, art. Severan Julias (A.D. 193-235): Julia Domna, in DIR (2001).
S. Cross, Julia Domna, 170- 217 AD, in Feminae Romanae: The Women of Ancient Rome (2001-2006).
M.R. Lefkowitz - M.B. Fant, Women's Life in Greece and Rome. A Source Book in Translation, Baltimore, 19922, pp. 153-154.
K. Lindemann, art. Julia Domna, Women-Philosophers.com (2008).
H. Stegmann, art. Iulia (12), in NP 6 (1999), coll. 3-4.

Uit dit huwelijk 2 zonen:2

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Aurelius (Carcalla)*188 Lyon [63, Fra] †217 Mesopotamië [Mes] 29
Publius Septimus*189 Rome †211 Rome 22



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen

Dossier:


Brigit
Brigit 1.

tr.
met

Lucius Septimus Severus2, zn. van Publius Septimus Geta en Fulvia Pia, geb. te Leptis Magna [Lib]2 Leptis Magna, of, beter: Lepcis Magna,[1] was een belangrijke stad van de republiek van Carthago en later van het Romeinse Rijk. De ruïnes bevinden zich in de buurt van Tripoli in Libië. Leptis Magna moet niet worden verward met Leptis Parva of Leptis Minor in hedendaags Tunesië.
De stad is in de Archaïsche tijd gesticht door Fenicische kolonisten. Pas toen Carthago een belangrijke macht in de Middellandse Zee werd, werd het een stad van belang. Tot het eind van de Derde Punische Oorlog in 146 v.Chr. viel Leptis Magna onder Carthago's bewind. Daarna was het tijdelijk deel van het koninkrijk van Massinissa. Na de oorlog tegen Jugurtha kwam de stad in handen van het Romeinse Rijk, dat Leptis de iure onafhankelijk liet maar de facto aan zich onderwierp door een jaarlijks tribuut van een miljoen liter olijfolie te eisen.
Al tijdens de regering van Augustus was de onafhankelijkheid voorbij en begon een snelle romanisering, die goed is gedocumenteerd in de vorm van enkele honderden inscripties. Leptis Magna ontwikkelde zich snel tot een van de belangrijkste steden in Romeins Africa.
Toen Septimius Severus in 193 keizer werd, bereikte Leptis haar grootste welvaart. Er woonden toen zo'n 100.000 mensen. Hij liet diverse monumentale gebouwen neerzetten zodat de stad zich kon meten met de twee belangrijkste steden in Africa: Alexandrië en Carthago. Toen hij de stad in 203 met zijn entourage bezocht werd hij met veel eerbetoon ontvangen.
Ook toen de interregionale handel instortte tijdens de crisis van de derde eeuw, bleef de stad relatief belangrijk. Weliswaar werden delen van de stad in de vierde eeuw verlaten, maar het bleef een van de grootste steden van Africa. Diocletianus maakte de stad tot hoofdstad van de nieuwe provincie Tripolitana. Onder keizer Theodosius I vond een verdere opleving plaats.
In 439 kwam Leptis Magna onder het bewind van de Vandalen, nadat hun koning Geiserik Carthago veroverde op de Romeinen. Om rebellie te voorkomen liet Geiserik de stadsmuren slopen. Dit gaf Berbers in 523 echter alle gelegenheid om Leptis te plunderen.
Belisarius heroverde Leptis Magna tien jaar later en in 534 maakte hij een eind aan het Vandaalse koninkrijk. Leptis werd een provinciehoofdstad van het Byzantijnse Rijk maar slaagde er niet meer in om de plundering van de Berbers te boven te komen. Toen de Arabieren de regio veroverden in 643 was de stad op een Byzantijns garnizoen na verlaten.
Hoewel de resten van de Limes Tripolitanus belangrijker zijn, is Leptis Magna een van de bekendste archeologische plaatsen uit Libië. De ruïnes zijn dan ook indrukwekkend op woensdag 11 apr 1462,2,2, keizer van Rome te Rome van 193 tot 211, ovl. (64 jaar oud) te Eboracum [Eng]2 op woensdag 4 feb 2112,2, tr. (2) met Lulia Domna1,2. Uit dit huwelijk 2 zonen1.

 



Aantekeningen bij Lucius Septimus Severus.
Lucius Septimius Severus (11 april 145 – 4 februari 211) (ook wel Septimus Severus) was keizer van Rome van 193 tot 211.
*.
Septimius Severus werd geboren in de Noord-Afrikaanse stad Leptis Magna (ook Lepcis Magna), de meest oostelijke stad van de drie waaraan de streek Tripolitania zijn naam aan te danken heeft.
In 187 trouwde hij met de rijke Syrische prinses Julia Domna (zijn tweede huwelijk). In 188 en 189 kregen zij twee zoons, de toekomstige keizer Caracalla en medekeizer Geta.
In 190 werd Severus tot consul gekozen. Toen Pertinax op 28 maart 193 werd vermoord was hij gouverneur van Boven-Pannonia. Dit betekende het begin van de Burgeroorlog van 193-197. Geschokt door de walgelijke manier waarop in Rome het keizerschap per opbod was verkocht aan de hoogste bieder, Didius Iulianus, riepen zijn troepen slechts 12 dagen later, op 9 april, Severus uit tot keizer van Rome.
*.
Tegelijkertijd hadden ook troepen in andere gedeelten van het keizerrijk om dezelfde reden ook hun commandanten tot keizer uitgeroepen: (Clodius Albinus (gouverneur van Britannia) en Pescennius Niger (gouverneur van Syrië). Maar meer legioenen steunden Severus en hij was ook het dichtst bij Rome. Binnen enkele maanden had Severus Rome bereikt en werd Julianus afgezet en op 2 juni geëxecuteerd. De moordenaars van Pertinax werden opgespoord en ook terecht gesteld.
*.
Severus moest nu orde op zaken stellen met de twee andere uitgeroepen keizers. Na vrede gesloten te hebben met Clodius Albinus door hem de titel Caesar aan te bieden, kon hij zich concentreren op Pescennius Niger in het oosten. Na een bloedige strijd in Cilicia was in 194 het gehele keizerrijk onder controle van Severus.
Na enige tijd, in 195, gaf Severus zijn oudste zoon Caracalla, de titel Caesar en verklaarde de senaat Albinus als staatsvijand. Severus versloeg Albinus in een van de grootste veldslagen uit de Romeinse geschiedenis bij Lugdunum op 19 februari 197. Albinus moest vluchten en pleegde zelfmoord.
*.
Vervolgens veroverde Severus, samen met zijn zoons, Parthia en de hoofdstad Ctesiphon in 198, waarbij de stad werd leeggeroofd, alle mannen gedood en de ongeveer honderdduizend overlevende vrouwen en kinderen als slaaf gevangen genomen. Zijn oudste zoon werd uitgeroepen tot Augustus en werd medekeizer en zijn jongste zoon kreeg de vrijgekomen titel Caesar. In 209 werd ook Geta tot medekeizer benoemd.
Naast Parthia, veroverde Severus ook gebieden in Noord-Afrika en richtte hij zijn aandacht vervolgens op Britannia, waar hij de tachtig jaar oude muur van Hadrianus waar nodig liet herstellen. Daar stierf hij op 65-jarige leeftijd een natuurlijke dood op 4 februari 211 in York.
Een Romeins historicus bericht dat Severus op zijn sterfbed zijn beide zoons de volgende uiterst cynische raad gaf: Vermijd tweespalt, maak de soldaten rijk en bekommer je niet om de anderen (Cassius Dio 77,15).
*.
Link: Michael L. Meckler, art. Septimius Severus (193-211 A.D.), in DIR (1998).

Uit dit huwelijk een dochter:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Bassina*170     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Publius Septimus Geta
Publius Septimus Geta1, geb. circa 1101,1,1, ovl. (minstens 88 jaar oud) na 1981,1.

tr.
met

Fulvia Pia1, dr. van Fulvius Pius en Laelia Maior, geb. circa 1251,1, ovl. (hoogstens 73 jaar oud) voor 1981,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Septimus*146 Leptis Magna [Lib] †211 Eboracum [Eng] 64



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Fulvia Pia
Fulvia Pia1, geb. circa 1251,1, ovl. (hoogstens 73 jaar oud) voor 1981,1.

tr.
met

Publius Septimus Geta1, zn. van Lucius Septimus Severus en Vitoria, geb. circa 1101,1,1, ovl. (minstens 88 jaar oud) na 1981,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Septimus*146 Leptis Magna [Lib] †211 Eboracum [Eng] 64



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lucius Septimus Severus
Lucius Septimus Severus1, geb. circa 701,1,1, romeinse ridder, ovl. (minstens 40 jaar oud) na 1101,1.

tr.
met

Vitoria 1, dr. van Marcus Vitorius Marcellus en Nn, geb. circa 851,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Publius Septimus*110  †198  88



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Vitoria
Vitoria 1, geb. circa 851,1.

tr.
met

Lucius Septimus Severus1, zn. van Marcus Septimus Aper en Nn, geb. circa 701,1,1, romeinse ridder, ovl. (minstens 40 jaar oud) na 1101,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Publius Septimus*110  †198  88



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Marcus Vitorius Marcellus
Marcus Vitorius Marcellus1, geb. circa 601,1,1, consul voor 105, ovl. (minstens 45 jaar oud) na 1051,1.

tr.
met

Nn 1, dr. van Gaius Hosidius Geta en Nn.

Uit dit huwelijk een dochter:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Vitoria*85     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Marcus Vitorius Marcellus1, geb. circa 601,1,1, consul voor 105, ovl. (minstens 45 jaar oud) na 1051,1.

Uit dit huwelijk een dochter:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Vitoria*85     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Marcus Septimus Aper
Marcus Septimus Aper1, geb. circa 351,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Septimus*70  †110  40



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Marcus Septimus Aper1, geb. circa 351,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Lucius Septimus*70  †110  40



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Gaius Hosidius Geta
Gaius Hosidius Geta1, geb. circa 201,1,1, leg. Brit. circa 45, ovl. (minstens 75 jaar oud) na 951,1.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een dochter:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

tr.
met

Gaius Hosidius Geta1, geb. circa 201,1,1, leg. Brit. circa 45, ovl. (minstens 75 jaar oud) na 951,1.

Uit dit huwelijk een dochter:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Fulvius Pius
Fulvius Pius1.

tr.
met

Laelia Maior1, dr. van Quintus Laelius en Vibia Matidia (Matida), geb. circa 1001,1.

Uit dit huwelijk een dochter:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fulvia*125  †198  73



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Laelia Maior
Laelia Maior1, geb. circa 1001,1.

tr.
met

Fulvius Pius1.

Uit dit huwelijk een dochter:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Fulvia*125  †198  73



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Quintus Laelius
Quintus Laelius1.

tr.
met

Vibia Matidia1 (Matida), dr. van Lucius Vibius Sabinus en Salonia Matidia (Matida), geb. circa 751,1, ovl. (minstens 61 jaar oud) na 1361,1, tr. (2) met Lucius Calpurnius Piso (Lucius Scribonius Libo Rupilius) Frugi1,, . Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Laelia*100     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
')}