Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Nofretete
Nofretete 1, geb. circa 1356 BC1,1, ovl. (minstens 29 jaar oud) te Achetaton [Egy] na 1327 BC1,1.

tr.
met

Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter.

 



Aantekeningen bij Amenhtotep IV Echnaton .
Amenhotep IV, Achnaton, Echnaton of Akhenaten was een bekende farao van de 18e Dynastie van het Oude Egypte. Hij is bekend geworden met de naam Amenhotep: "Amon is tevreden", en zijn tweede naam betekent: "Volmaakt zijn de manifestaties van Ra, enige van Ra". Hij liet zijn naam veranderen in Achnaton wat betekent: Hij die de zonneschijf welgevallig is. (oorspr. Aten).
*.
Biografie.
Achnaton was een zoon van Amenhotep III (ca. 1388 - 1351 v. Chr.) en koningin Teye. Hij trouwde met zijn nicht Nefertiti (dit is niet zeker), de dochter van zijn oom en latere koning Ay (een zoon van Yuya en Thuya), met Kiya en (een andere) Teye. De jonge farao is afgebeeld met een vreemd, om niet te zeggen grotesk uiterlijk. Daarin heeft hij een groot, kalebasvormig hoofd, een zeer lange dunne nek, spleetogen en uitpuilende lippen. Zijn buik is daarin als die van een zwangere vrouw, terwijl ook zijn dijbenen enorm dik, maar zijn onderbenen zeer dun tonen. Verder is hij afgebeeld met vreemde, vrouwelijke gelaatstrekken. Zolang zijn mummie echter niet is teruggevonden, is het slechts speculeren of dit ook werkelijk zijn uiterlijk was.
*.
Farao Echnaton, Nefertiti en hun dochtertjes staan in aanbidding voor de goddelijke zonneschijf van Aton in Amarna.Aanvankelijk, zoals in Khenet (Gebel el Silsila) liet hij zich afbeelden als een traditioneel Egyptisch vorst. Na vier jaar op de troon (ca.1348 v.Chr.) voerde Achnaton echter een aantal revolutionaire veranderingen door. Waar Egypte tot dan toe een veelgodendom had, met de zonnegod Amon als oppergod, voerde Achnaton mogelijk het monotheïsme in, hoewel het monotheïstisch aspect van zijn religie ter discussie staat. De enige god was Aton, de zonneschijf, tot dan toe een minder belangrijk aspect van de zonnegod Amon-Ra. Hij liet een nieuwe hoofdstad bouwen, Achetaton, het tegenwoordige Amarna. Als hogepriester van Aton gold de farao zelf.
*.
Veel tempels van de andere goden werden gesloten. Dat leidde tot ontwrichting van de samenleving omdat het gehele bestuur van het land tot dan toe via de tempels had gelopen. Het bestuur dat ervoor in de plaats kwam was corrupt en vol willekeur. Bij de tot dan toe machtige priesters van Amon was Achnaton begrijpelijkerwijze niet geliefd; de verering van de traditionele goden ging derhalve ondergronds -getuige vondsten in het huidige Amarna- voort en zo behield de traditionele religie haar aansluiting bij de gewone bevolking, op wie de godsdiensthervorming nauwelijks invloed had.
*.
De kunst onderging echter radicale veranderingen, omdat de kunstenaar zich niet meer aan de oude strakke regels van de canon hoefde te houden en bij zijn eigen scheppingskracht te rade kon gaan. Ook de schrijftaal veranderde en kwam veel dichter bij de gesproken taal te staan. De buitenlandse politiek had te lijden onder de interne spanningen die de Aten-hervorming opriep en vooral de Hettieten maakten daar gebruik van om hun invloed in de richting van Kanaän uit te breiden. Toch onderhield het hof van Amarna, getuige de zgn. Amarna-brieven (zie hieronder), uitgebreide diplomatieke betrekkingen, onder andere met Burnaburiash II van Kar-Duniash (Babylon).
*.
De meeste Egyptologen vermoeden dat hij is vermoord door aanhangers van de verdreven Amoncultus. Aanwijzingen daarvoor zijn de plotseling intredende dood van Achnaton en het feit dat het uitwissen en de ongedaanmaking van zijn daden vrijwel meteen na zijn dood begon. Dit alles wijst op een gecoördineerde actie.
*.
De koning had bij zijn eerste vrouw alleen dochters (zes in totaal) en na zijn dood volgden eerst Smenchkare en dan Toetankhaton hem op, welke trouwen met één van de dochters van Achnaton om zo aanspraak te kunnen maken op de troon. Toetankhaton zou al snel zijn naam veranderen in Toetanchamon, Akhetaten verlaten en de tempels van de traditionele weer open stellen. De poging om de groeiende macht van de priesters van Amon te breken bleek te zijn mislukt.
*.
Er bestaan theorieën dat de Aton-religie van Achnaton het ontstaan of de ontwikkeling van het jodendom -en daarmee indirect het Christendom- heeft beïnvloed. Eén van de aanwijzingen hier is een hymne voor Aton, gevonden in Amarna, die een opvallende gelijkenis vertoont met de bijbelse Psalm 104. Daar Achnatons regering in de meest geaccepteerde chronologie ergens in de tijd viel dat de Israëlieten hun ballingschap in Egypte hadden, is een dergelijke invloed zeer wel mogelijk. Nog interessant is de vermelding van een geheimzinnig volk. Dit volk, de Sa-Gaz of Chabiroe genoemd, drong vanuit het noord-oosten Palestina binnen en wordt door sommige geleerden geïdentifieerd met de bijbelse joden. De Chabiroe zwierven in grote benden met vrouwen en kinderen rond in onbegaanbaar gebied, ver van de militaire hoofdwegen. Soms mengden zij zich in de plaatselijke politiek door dienst te nemen als hulptroepen, wanneer ze niet zelf oorlog voerden.
*.
Amarna briefwisseling.
In 1887 werd de briefwisseling van het Egyptisch ministerie voor buitenlandse zaken op kleitabletten daterend uit de 14e eeuw v.Chr. in Amarna teruggevonden, die betrekking had op Palestina. Amarna was de hoofdstad van de 'ketterse' farao Achnaton (Amenhotep IV). Deze Amarna brieven, zo'n 150 in getal, zijn in het Akkadisch geschreven, destijds de lingua franca voor internationale diplomatie, en in spijkerschrift. Ze zijn vrij doorspekt met Kanaänitische grammatica en vocabulaire. Ze vertellen veel over Palestina en zuidelijk Syrië in deze tijden, en over de rol die Egypte daar speelde.
*.
Bouwwerken: de stad Amarna; Aton-tempel; Tempel van Aton (Karnak); Graf van Achnaton in Amarnal; Mogelijk ook Graf DK 55.
*.
De Aton-tempel was gebouwd door de eigenzinnig koning Echnaton. Deze wilde de macht van de Amon-priesters breken en verliet het vijandige Thebe voor de bouw van een nieuwe stad Achetaton in het huidige Tell el-Amarna. Hij wilde de geheimzinnigheid van de Amon-cultus (cfr Amon de verborgene) vervangen door de open Aton-cultus. Dat werd weergegeven in de grote tempel waar er geen donkere ruimten in waren. Het was een langgerekt complex = 210 m x 32 m. Het bestond uit twee delen waarin het allerheiligste zich achteraan bevond.
*.
De tempel had ook zijn nut als dodentempel, want hij lag in het verlengde van het graf van Echnaton. Vandaag zijn slechts funderingssporen overgebleven. De tempel en de stad werden na de dood van Echnaton verlaten en hetgeen overbleef werd door Ramses II gebruikt voor zijn tempel in het nabijgelegen Hermopolis.
*.
Literatuur en bronnen: Aldred C,Akhenaten, 1988l Hornung E,Echnaton. Die Religion des Lichtes, 1995.
*.
Tempel van Aton (Karnak).
Plan van de tempel van AtonDe tempel van Aton (= Gempaton : Amon is gevonden) dateert uit de beginperiode van de regering van Echnaton. In het zesde jaar van zijn regering was hij immers weggetrokken naar Amarna. Voordien verbleef hij echter in de hoofdstad Thebe en liet hij ten oosten van de tempel van Amon (Karnak) zijn tempel bouwen. De tempel was gericht naar het oosten en mat 130 x 200 m. De tempel bestond uit duizenden talatates. De tempel bestond uit een hal met 5 meter hoge steunpilaren die Echnaton uitbeelden. De koning werd uitgebeeld met hermafrodiete kenmerken. Daarnaast was er nog een centraal hof. Waarschijnlijk was de architectuur gelijk met de Aton-tempel in Amarna. De cultus van Aton die na de dood van de farao sterk afnam, zorgde ervoor dat de tempel snel van belang inboette. De tempel werd door Horemheb grotendeels afgebroken en de talatat-blokken dienden als opvulling van de negende pyloon van de tempel van Amon (Karnak). Er zijn bij archeologische werken daar zo'n 15000 stukken teruggevonden, die men probeert op elkaar te laten passen.
*.
Achetaton.
Achetaton ("de horizon van de god Aton") of Amarna is de naam van de nieuwe hoofdstad die de Egyptische farao Amenhotep IV of Echnaton liet bouwen op de westelijke oever van de rivier de Nijl op de plaats waar zich nu het dorp El Amarna bevindt.
*.
Geschiedenis van de stad.
Gedurende een korte periode ten tijde van het Nieuwe Rijk woonden hier naar schatting 50.000 mensen in de nabijheid van de farao en zijn gevolg. De keuze voor de nieuwe locatie van Egypte's hoofdstad hing samen met het feit dat zich hier een breuk bevindt in de bergrug die de vlakte langs de Nijl in het oosten van de achterliggende woestijn scheidt. Deze breuk doet bij zonsopkomst denken aan de samengestelde hiëroglief voor "horizon" (achet) en "zon" (aton). Hierdoor leek deze plek door de natuur zelf aangewezen voor de vestiging van een stad waarvan de bewoners de cultus van de zonnegod Aton aanhingen. De stad was gesticht in het vijfde jaar van de regering van farao Echnaton (ca. 1350 v.Chr.) en werd verlaten in het tweede jaar van de regering van Tutankhamon. Toch was de stad niet geheel verlaten, want er zijn nog graven ontdekt uit de 22e dynastie. In de moderne tijd moest de stad herontdekt werden en in 1824 voerde Wilkinson de eerste opgravingen uit. Daarna zijn er nog opgravingen verricht door onder andere Lepsius, Petrie en Ludwig Borchardt. Vanaf 1977 onderzoekt de Egypt Exploration Society de site.
*.
Archeologische vondsten.
Tot de belangrijkste archeologische vondsten afkomstig uit Amarna behoren de Amarna-brieven, geschreven op kleitabletten in spijkerschrift, die gegevens bevatten omtrent diplomatieke betrekkingen tussen het toenmalige Egypte en naburige rijken, en de portretbuste van Nefertiti, opgegraven in de werkplaats van de beeldhouwer Tutmoses. Dit beeld maakt tegenwoordig deel uit van de collectie van het Egyptologisch Museum in Berlijn.
*.
Bouwwerken.
Van de gebouwen zelf is slechts weinig terug te vinden omdat ze voor het overgrote deel uit leem werden opgebouwd en omdat de site lange tijd als steengroeve diende voor andere bouwwerken.
*.
Bewoning.
In het zuiden en noorden van de stad leefden de burgers van Achetaton. Hun huizen bestonden uit tichels en leem. Achteton vormde een ware stad met administratieve gebouwen, politiekantoren, bakkerijen, ateliers, etc. Niet ver van de stad zijn de restanten teruggevonden van het arbeidersdorp waar de arbeiders van het koninklijk graf woonden.
*.
Graven.
Noordelijke graven in AmarnaEr is een onderscheid tussen de graven van de koninklijke familie en deze van de ambtenaren en edelen. De koninklijke graven bevonden zich in de oostelijke wadi en hierin lag het graf van Echnaton, Teye, Meketaton en vermoedelijk ook Kiya. Deze graven zijn anders opgebouwd dan deze uit de Vallei der Koningen en werden versierd met de nieuwe Amarna-kunst. In de oostelijke bergwand bevinden zich 44 graven voor de ambtenaren van Echnaton, maar vele zijn onvoltooid gebleven omdat de stad plots werd verlaten.
*.
Paleizen.
De paleizen in de stad dienden als administratieve centra. Typerend waren de verschijningsvenster vanwaar de farao met zijn familie de bevolking begroette. Het belangrijkste paleis lag gelegen in het noorden van de stad bij de rivier en vermoedelijk was dit de vaste residentie van de farao.
*.
Tempels.
In de stad stond een kleine tempel voor Aton en een grote tempel voor Aton die beide verschilden van de overige tempels in Egypte door hun open karakter.
*.
Bronnen, noten en/of referenties: Aldred C,Akhenaten, 1988.
*.
Graf DK 55.
Graf DK 55 is een graf uit het Oude Egypte, waarvan we nog steeds niet goed weten aan wie het behoorde. Er zijn theorieën dat het gaat om het graf van Echnaton of diens moeder Teje.
*.
Het graf zelf ligt in de buurt van Graf DK 6 en werd in 1907 ontdekt door de Amerikaanse miljonair Theodore Davis. Het graf was helemaal door elkaar gehaald en al in de oudheid geplunderd. In de tombe lag een beschadigde sarcofaag en een mummie waarvan Davis dacht dat het ging om Teje.
*.
De reden hiervoor was dat een deel van de grafgiften voor haar waren bestemd, maar onderzoek op de mummie toont aan dat deze iets ouder dan 20 jaar was en verwant was met Toetanchamon. Het kon dus niet gaan om Teje, maar misschien was het voor Kiya, een bijvrouw van Echnaton: de canopen waren immers aan haar gericht.
*.
Er werd geopperd dat het misschien om Echnaton zelf ging; een theorie die al vanaf de ontdekking verkondigd werd door Arthur Weigall. Reden hiervoor is de Magische steen waarop de naam van Echnaton is vermeld. Het is ook zeker dat de persoon die hier begraven een man is, maar de leeftijd van rond de twintig maakt dat het onmogelijk Echnaton kan zijn. Er is echter grote twijfel rond die leeftijd en nieuwe onderzoeken schatten hem ouder dan 35 jaar.
*.
Een laatste mogelijkheid is dat Semenchare, de zoon van Echnaton hier begraven ligt.
*.
Bronnen en literatuur: Aldred C, Akhenaten, King of Egypt, 1988; Davis T, The tomb of queen Tiyi, 1910; Reeves N, Akhenaten: Egypt's False Prophet, 2001; Weigall, A, The mummy of Akhenaten, JEA, 8, 1922, p.193 e.v.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anchesenpaaton*-1334 Thebe [Egy] †-1308  26
Setpenre*-1329 Archetaton [Egy] †-1327  2
Neferneferure*-1330 Archetaton [Egy] †-1327  3
Neferneferuaton*-1333 Thebe [Egy] †-1327  6
Maketaton*-1335 Thebe [Egy] †-1326  9
Meritaton*-1336 Thebe [Egy] †-1319  17



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Nachtmin
Nachtmin 1, geb. circa 1358 BC1,1,1, generaal, ovl. (ongeveer 53 jaar oud) in 1305 BC1,1.



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

tr.
met

Nn , dr. van Thoetmosis IIII en Nn.


Nn
Nn .

tr.
met

Nn 1, zn. van Haremhab en Amenia, geb. circa 1330 BC1,1.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Isnetnefret I     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Bb
Bb .

  • Vader:
    Toetanchamom 1,2, zn. van Amenhtotep IV Echnaton en Maketaton, geb. 2 in 1326 BC1,2,1,2,1,2, farao te Egypte [Egy] van 1319 BC tot 1309 BC, ovl. (ongeveer 16 jaar oud) in aug 1309 BC1,2,1,2, tr.
 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Amenhtotep IV Echnaton
 
Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2.



Aantekeningen bij Amenhtotep IV Echnaton .
Amenhotep IV, Achnaton, Echnaton of Akhenaten was een bekende farao van de 18e Dynastie van het Oude Egypte. Hij is bekend geworden met de naam Amenhotep: "Amon is tevreden", en zijn tweede naam betekent: "Volmaakt zijn de manifestaties van Ra, enige van Ra". Hij liet zijn naam veranderen in Achnaton wat betekent: Hij die de zonneschijf welgevallig is. (oorspr. Aten).
*.
Biografie.
Achnaton was een zoon van Amenhotep III (ca. 1388 - 1351 v. Chr.) en koningin Teye. Hij trouwde met zijn nicht Nefertiti (dit is niet zeker), de dochter van zijn oom en latere koning Ay (een zoon van Yuya en Thuya), met Kiya en (een andere) Teye. De jonge farao is afgebeeld met een vreemd, om niet te zeggen grotesk uiterlijk. Daarin heeft hij een groot, kalebasvormig hoofd, een zeer lange dunne nek, spleetogen en uitpuilende lippen. Zijn buik is daarin als die van een zwangere vrouw, terwijl ook zijn dijbenen enorm dik, maar zijn onderbenen zeer dun tonen. Verder is hij afgebeeld met vreemde, vrouwelijke gelaatstrekken. Zolang zijn mummie echter niet is teruggevonden, is het slechts speculeren of dit ook werkelijk zijn uiterlijk was.
*.
Farao Echnaton, Nefertiti en hun dochtertjes staan in aanbidding voor de goddelijke zonneschijf van Aton in Amarna.Aanvankelijk, zoals in Khenet (Gebel el Silsila) liet hij zich afbeelden als een traditioneel Egyptisch vorst. Na vier jaar op de troon (ca.1348 v.Chr.) voerde Achnaton echter een aantal revolutionaire veranderingen door. Waar Egypte tot dan toe een veelgodendom had, met de zonnegod Amon als oppergod, voerde Achnaton mogelijk het monotheïsme in, hoewel het monotheïstisch aspect van zijn religie ter discussie staat. De enige god was Aton, de zonneschijf, tot dan toe een minder belangrijk aspect van de zonnegod Amon-Ra. Hij liet een nieuwe hoofdstad bouwen, Achetaton, het tegenwoordige Amarna. Als hogepriester van Aton gold de farao zelf.
*.
Veel tempels van de andere goden werden gesloten. Dat leidde tot ontwrichting van de samenleving omdat het gehele bestuur van het land tot dan toe via de tempels had gelopen. Het bestuur dat ervoor in de plaats kwam was corrupt en vol willekeur. Bij de tot dan toe machtige priesters van Amon was Achnaton begrijpelijkerwijze niet geliefd; de verering van de traditionele goden ging derhalve ondergronds -getuige vondsten in het huidige Amarna- voort en zo behield de traditionele religie haar aansluiting bij de gewone bevolking, op wie de godsdiensthervorming nauwelijks invloed had.
*.
De kunst onderging echter radicale veranderingen, omdat de kunstenaar zich niet meer aan de oude strakke regels van de canon hoefde te houden en bij zijn eigen scheppingskracht te rade kon gaan. Ook de schrijftaal veranderde en kwam veel dichter bij de gesproken taal te staan. De buitenlandse politiek had te lijden onder de interne spanningen die de Aten-hervorming opriep en vooral de Hettieten maakten daar gebruik van om hun invloed in de richting van Kanaän uit te breiden. Toch onderhield het hof van Amarna, getuige de zgn. Amarna-brieven (zie hieronder), uitgebreide diplomatieke betrekkingen, onder andere met Burnaburiash II van Kar-Duniash (Babylon).
*.
De meeste Egyptologen vermoeden dat hij is vermoord door aanhangers van de verdreven Amoncultus. Aanwijzingen daarvoor zijn de plotseling intredende dood van Achnaton en het feit dat het uitwissen en de ongedaanmaking van zijn daden vrijwel meteen na zijn dood begon. Dit alles wijst op een gecoördineerde actie.
*.
De koning had bij zijn eerste vrouw alleen dochters (zes in totaal) en na zijn dood volgden eerst Smenchkare en dan Toetankhaton hem op, welke trouwen met één van de dochters van Achnaton om zo aanspraak te kunnen maken op de troon. Toetankhaton zou al snel zijn naam veranderen in Toetanchamon, Akhetaten verlaten en de tempels van de traditionele weer open stellen. De poging om de groeiende macht van de priesters van Amon te breken bleek te zijn mislukt.
*.
Er bestaan theorieën dat de Aton-religie van Achnaton het ontstaan of de ontwikkeling van het jodendom -en daarmee indirect het Christendom- heeft beïnvloed. Eén van de aanwijzingen hier is een hymne voor Aton, gevonden in Amarna, die een opvallende gelijkenis vertoont met de bijbelse Psalm 104. Daar Achnatons regering in de meest geaccepteerde chronologie ergens in de tijd viel dat de Israëlieten hun ballingschap in Egypte hadden, is een dergelijke invloed zeer wel mogelijk. Nog interessant is de vermelding van een geheimzinnig volk. Dit volk, de Sa-Gaz of Chabiroe genoemd, drong vanuit het noord-oosten Palestina binnen en wordt door sommige geleerden geïdentifieerd met de bijbelse joden. De Chabiroe zwierven in grote benden met vrouwen en kinderen rond in onbegaanbaar gebied, ver van de militaire hoofdwegen. Soms mengden zij zich in de plaatselijke politiek door dienst te nemen als hulptroepen, wanneer ze niet zelf oorlog voerden.
*.
Amarna briefwisseling.
In 1887 werd de briefwisseling van het Egyptisch ministerie voor buitenlandse zaken op kleitabletten daterend uit de 14e eeuw v.Chr. in Amarna teruggevonden, die betrekking had op Palestina. Amarna was de hoofdstad van de 'ketterse' farao Achnaton (Amenhotep IV). Deze Amarna brieven, zo'n 150 in getal, zijn in het Akkadisch geschreven, destijds de lingua franca voor internationale diplomatie, en in spijkerschrift. Ze zijn vrij doorspekt met Kanaänitische grammatica en vocabulaire. Ze vertellen veel over Palestina en zuidelijk Syrië in deze tijden, en over de rol die Egypte daar speelde.
*.
Bouwwerken: de stad Amarna; Aton-tempel; Tempel van Aton (Karnak); Graf van Achnaton in Amarnal; Mogelijk ook Graf DK 55.
*.
De Aton-tempel was gebouwd door de eigenzinnig koning Echnaton. Deze wilde de macht van de Amon-priesters breken en verliet het vijandige Thebe voor de bouw van een nieuwe stad Achetaton in het huidige Tell el-Amarna. Hij wilde de geheimzinnigheid van de Amon-cultus (cfr Amon de verborgene) vervangen door de open Aton-cultus. Dat werd weergegeven in de grote tempel waar er geen donkere ruimten in waren. Het was een langgerekt complex = 210 m x 32 m. Het bestond uit twee delen waarin het allerheiligste zich achteraan bevond.
*.
De tempel had ook zijn nut als dodentempel, want hij lag in het verlengde van het graf van Echnaton. Vandaag zijn slechts funderingssporen overgebleven. De tempel en de stad werden na de dood van Echnaton verlaten en hetgeen overbleef werd door Ramses II gebruikt voor zijn tempel in het nabijgelegen Hermopolis.
*.
Literatuur en bronnen: Aldred C,Akhenaten, 1988l Hornung E,Echnaton. Die Religion des Lichtes, 1995.
*.
Tempel van Aton (Karnak).
Plan van de tempel van AtonDe tempel van Aton (= Gempaton : Amon is gevonden) dateert uit de beginperiode van de regering van Echnaton. In het zesde jaar van zijn regering was hij immers weggetrokken naar Amarna. Voordien verbleef hij echter in de hoofdstad Thebe en liet hij ten oosten van de tempel van Amon (Karnak) zijn tempel bouwen. De tempel was gericht naar het oosten en mat 130 x 200 m. De tempel bestond uit duizenden talatates. De tempel bestond uit een hal met 5 meter hoge steunpilaren die Echnaton uitbeelden. De koning werd uitgebeeld met hermafrodiete kenmerken. Daarnaast was er nog een centraal hof. Waarschijnlijk was de architectuur gelijk met de Aton-tempel in Amarna. De cultus van Aton die na de dood van de farao sterk afnam, zorgde ervoor dat de tempel snel van belang inboette. De tempel werd door Horemheb grotendeels afgebroken en de talatat-blokken dienden als opvulling van de negende pyloon van de tempel van Amon (Karnak). Er zijn bij archeologische werken daar zo'n 15000 stukken teruggevonden, die men probeert op elkaar te laten passen.
*.
Achetaton.
Achetaton ("de horizon van de god Aton") of Amarna is de naam van de nieuwe hoofdstad die de Egyptische farao Amenhotep IV of Echnaton liet bouwen op de westelijke oever van de rivier de Nijl op de plaats waar zich nu het dorp El Amarna bevindt.
*.
Geschiedenis van de stad.
Gedurende een korte periode ten tijde van het Nieuwe Rijk woonden hier naar schatting 50.000 mensen in de nabijheid van de farao en zijn gevolg. De keuze voor de nieuwe locatie van Egypte's hoofdstad hing samen met het feit dat zich hier een breuk bevindt in de bergrug die de vlakte langs de Nijl in het oosten van de achterliggende woestijn scheidt. Deze breuk doet bij zonsopkomst denken aan de samengestelde hiëroglief voor "horizon" (achet) en "zon" (aton). Hierdoor leek deze plek door de natuur zelf aangewezen voor de vestiging van een stad waarvan de bewoners de cultus van de zonnegod Aton aanhingen. De stad was gesticht in het vijfde jaar van de regering van farao Echnaton (ca. 1350 v.Chr.) en werd verlaten in het tweede jaar van de regering van Tutankhamon. Toch was de stad niet geheel verlaten, want er zijn nog graven ontdekt uit de 22e dynastie. In de moderne tijd moest de stad herontdekt werden en in 1824 voerde Wilkinson de eerste opgravingen uit. Daarna zijn er nog opgravingen verricht door onder andere Lepsius, Petrie en Ludwig Borchardt. Vanaf 1977 onderzoekt de Egypt Exploration Society de site.
*.
Archeologische vondsten.
Tot de belangrijkste archeologische vondsten afkomstig uit Amarna behoren de Amarna-brieven, geschreven op kleitabletten in spijkerschrift, die gegevens bevatten omtrent diplomatieke betrekkingen tussen het toenmalige Egypte en naburige rijken, en de portretbuste van Nefertiti, opgegraven in de werkplaats van de beeldhouwer Tutmoses. Dit beeld maakt tegenwoordig deel uit van de collectie van het Egyptologisch Museum in Berlijn.
*.
Bouwwerken.
Van de gebouwen zelf is slechts weinig terug te vinden omdat ze voor het overgrote deel uit leem werden opgebouwd en omdat de site lange tijd als steengroeve diende voor andere bouwwerken.
*.
Bewoning.
In het zuiden en noorden van de stad leefden de burgers van Achetaton. Hun huizen bestonden uit tichels en leem. Achteton vormde een ware stad met administratieve gebouwen, politiekantoren, bakkerijen, ateliers, etc. Niet ver van de stad zijn de restanten teruggevonden van het arbeidersdorp waar de arbeiders van het koninklijk graf woonden.
*.
Graven.
Noordelijke graven in AmarnaEr is een onderscheid tussen de graven van de koninklijke familie en deze van de ambtenaren en edelen. De koninklijke graven bevonden zich in de oostelijke wadi en hierin lag het graf van Echnaton, Teye, Meketaton en vermoedelijk ook Kiya. Deze graven zijn anders opgebouwd dan deze uit de Vallei der Koningen en werden versierd met de nieuwe Amarna-kunst. In de oostelijke bergwand bevinden zich 44 graven voor de ambtenaren van Echnaton, maar vele zijn onvoltooid gebleven omdat de stad plots werd verlaten.
*.
Paleizen.
De paleizen in de stad dienden als administratieve centra. Typerend waren de verschijningsvenster vanwaar de farao met zijn familie de bevolking begroette. Het belangrijkste paleis lag gelegen in het noorden van de stad bij de rivier en vermoedelijk was dit de vaste residentie van de farao.
*.
Tempels.
In de stad stond een kleine tempel voor Aton en een grote tempel voor Aton die beide verschilden van de overige tempels in Egypte door hun open karakter.
*.
Bronnen, noten en/of referenties: Aldred C,Akhenaten, 1988.
*.
Graf DK 55.
Graf DK 55 is een graf uit het Oude Egypte, waarvan we nog steeds niet goed weten aan wie het behoorde. Er zijn theorieën dat het gaat om het graf van Echnaton of diens moeder Teje.
*.
Het graf zelf ligt in de buurt van Graf DK 6 en werd in 1907 ontdekt door de Amerikaanse miljonair Theodore Davis. Het graf was helemaal door elkaar gehaald en al in de oudheid geplunderd. In de tombe lag een beschadigde sarcofaag en een mummie waarvan Davis dacht dat het ging om Teje.
*.
De reden hiervoor was dat een deel van de grafgiften voor haar waren bestemd, maar onderzoek op de mummie toont aan dat deze iets ouder dan 20 jaar was en verwant was met Toetanchamon. Het kon dus niet gaan om Teje, maar misschien was het voor Kiya, een bijvrouw van Echnaton: de canopen waren immers aan haar gericht.
*.
Er werd geopperd dat het misschien om Echnaton zelf ging; een theorie die al vanaf de ontdekking verkondigd werd door Arthur Weigall. Reden hiervoor is de Magische steen waarop de naam van Echnaton is vermeld. Het is ook zeker dat de persoon die hier begraven een man is, maar de leeftijd van rond de twintig maakt dat het onmogelijk Echnaton kan zijn. Er is echter grote twijfel rond die leeftijd en nieuwe onderzoeken schatten hem ouder dan 35 jaar.
*.
Een laatste mogelijkheid is dat Semenchare, de zoon van Echnaton hier begraven ligt.
*.
Bronnen en literatuur: Aldred C, Akhenaten, King of Egypt, 1988; Davis T, The tomb of queen Tiyi, 1910; Reeves N, Akhenaten: Egypt's False Prophet, 2001; Weigall, A, The mummy of Akhenaten, JEA, 8, 1922, p.193 e.v.

tr. (1)
met

Meritaton .

tr. (2)
met

Nn van Babylon.

tr. (3)
met

Maketaton 1,2, zn. van Amenhtotep IV Echnaton en Nofretete, geb. te Thebe [Egy] in 1335 BC1,2,1,2,1, ovl. (ongeveer 9 jaar oud) in 1326 BC1,1.


Aantekeningen bij Maketaton .
Meketaten was een Egyptische prinses.
Ze was de tweede dochter van Achnaton (of Amenophis IV). Ze werd hoogstwaarschijnlijk niet ouder dan 12 jaar want ze stierf in het twaalfde regeringsjaar van haar vader tijdens een bevalling. Over haar kind is verder niet veel bekend behalve dat het wel van Achnaton is geweest en mogelijkerwijs kan het Toetanchamon zijn geweest. Achnaton regeerde namelijk zeventien jaar en 17 - 12 = 5. Toen zijn (eventuele) vader stierf was Toetanchamon vijf. Tel daar nog eens maximaal drie jaar bij op voor de maximale regeringstijd van Smenkhkare; 5 + 3 = 8. Volgens historici was Toetanchamon tussen de 7 en 9 toen hij de troon besteeg.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Toetanchamom*-1326  †-1309  16

tr. (4)
met

Nofretete 1, dr. van Aja II (Eje) en Yuy, geb. circa 1356 BC1,1, ovl. (minstens 29 jaar oud) te Achetaton [Egy] na 1327 BC1,1.

Uit dit huwelijk 6 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anchesenpaaton*-1334 Thebe [Egy] †-1308  26
Setpenre*-1329 Archetaton [Egy] †-1327  2
Neferneferure*-1330 Archetaton [Egy] †-1327  3
Neferneferuaton*-1333 Thebe [Egy] †-1327  6
Maketaton*-1335 Thebe [Egy] †-1326  9
Meritaton*-1336 Thebe [Egy] †-1319  17

tr. (5)
met

Tadu-Chepa (Kija) 1, dr. van Tuschratta en Nn, geb. circa 1355 BC1,1, ovl. (minstens 26 jaar oud) na 1329 BC1,1, tr. (1) met haar achterneef Amenhteop III (Amenhotep III) 1,2. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Smenechkare*-1339  †-1319  20

tr. (6)
met

Anchesenpaaton 1, dr. van Amenhtotep IV Echnaton en Nofretete, geb. te Thebe [Egy]1 in 1334 BC1,1, ovl. (ongeveer 26 jaar oud) in 1308 BC1,1, tr. (1) met haar grootvader Aja II (Eje) 1. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met zoon van haar man Toetanchamom 1,2. Uit dit huwelijk 2 kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anchesenpaaton*-1324  †-1300  24



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Dossier:


Setpenre
Setpenre 1, geb. te Archetaton [Egy]1 in 1329 BC1,1, ovl. (ongeveer 2 jaar oud) circa 1327 BC1,1.

  • Vader:
    Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter., tr. (4).
 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Neferneferure
Neferneferure 1, geb. te Archetaton [Egy]1 in 1330 BC1,1, ovl. (ongeveer 3 jaar oud) circa 1327 BC1,1.

  • Vader:
    Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter., tr. (4).
 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Neferneferuaton
Neferneferuaton 1, geb. te Thebe [Egy]1 circa 1333 BC1,1, ovl. (minstens 6 jaar oud) na 1327 BC1,1.

  • Vader:
    Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon., tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter., tr. (4).
 



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Maketaton
Maketaton 1,2, geb. te Thebe [Egy] in 1335 BC1,2,1,2,1, ovl. (ongeveer 9 jaar oud) in 1326 BC1,1.


Aantekeningen bij Maketaton .
Meketaten was een Egyptische prinses.
Ze was de tweede dochter van Achnaton (of Amenophis IV). Ze werd hoogstwaarschijnlijk niet ouder dan 12 jaar want ze stierf in het twaalfde regeringsjaar van haar vader tijdens een bevalling. Over haar kind is verder niet veel bekend behalve dat het wel van Achnaton is geweest en mogelijkerwijs kan het Toetanchamon zijn geweest. Achnaton regeerde namelijk zeventien jaar en 17 - 12 = 5. Toen zijn (eventuele) vader stierf was Toetanchamon vijf. Tel daar nog eens maximaal drie jaar bij op voor de maximale regeringstijd van Smenkhkare; 5 + 3 = 8. Volgens historici was Toetanchamon tussen de 7 en 9 toen hij de troon besteeg.

  • Vader:
    Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2, zn. van Amenhtotep IV Echnaton en Nofretete. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (4).
 

tr.
met

Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (4) met zijn nicht Nofretete 1. Uit dit huwelijk 6 kinderen, tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter.

 



Aantekeningen bij Amenhtotep IV Echnaton .
Amenhotep IV, Achnaton, Echnaton of Akhenaten was een bekende farao van de 18e Dynastie van het Oude Egypte. Hij is bekend geworden met de naam Amenhotep: "Amon is tevreden", en zijn tweede naam betekent: "Volmaakt zijn de manifestaties van Ra, enige van Ra". Hij liet zijn naam veranderen in Achnaton wat betekent: Hij die de zonneschijf welgevallig is. (oorspr. Aten).
*.
Biografie.
Achnaton was een zoon van Amenhotep III (ca. 1388 - 1351 v. Chr.) en koningin Teye. Hij trouwde met zijn nicht Nefertiti (dit is niet zeker), de dochter van zijn oom en latere koning Ay (een zoon van Yuya en Thuya), met Kiya en (een andere) Teye. De jonge farao is afgebeeld met een vreemd, om niet te zeggen grotesk uiterlijk. Daarin heeft hij een groot, kalebasvormig hoofd, een zeer lange dunne nek, spleetogen en uitpuilende lippen. Zijn buik is daarin als die van een zwangere vrouw, terwijl ook zijn dijbenen enorm dik, maar zijn onderbenen zeer dun tonen. Verder is hij afgebeeld met vreemde, vrouwelijke gelaatstrekken. Zolang zijn mummie echter niet is teruggevonden, is het slechts speculeren of dit ook werkelijk zijn uiterlijk was.
*.
Farao Echnaton, Nefertiti en hun dochtertjes staan in aanbidding voor de goddelijke zonneschijf van Aton in Amarna.Aanvankelijk, zoals in Khenet (Gebel el Silsila) liet hij zich afbeelden als een traditioneel Egyptisch vorst. Na vier jaar op de troon (ca.1348 v.Chr.) voerde Achnaton echter een aantal revolutionaire veranderingen door. Waar Egypte tot dan toe een veelgodendom had, met de zonnegod Amon als oppergod, voerde Achnaton mogelijk het monotheïsme in, hoewel het monotheïstisch aspect van zijn religie ter discussie staat. De enige god was Aton, de zonneschijf, tot dan toe een minder belangrijk aspect van de zonnegod Amon-Ra. Hij liet een nieuwe hoofdstad bouwen, Achetaton, het tegenwoordige Amarna. Als hogepriester van Aton gold de farao zelf.
*.
Veel tempels van de andere goden werden gesloten. Dat leidde tot ontwrichting van de samenleving omdat het gehele bestuur van het land tot dan toe via de tempels had gelopen. Het bestuur dat ervoor in de plaats kwam was corrupt en vol willekeur. Bij de tot dan toe machtige priesters van Amon was Achnaton begrijpelijkerwijze niet geliefd; de verering van de traditionele goden ging derhalve ondergronds -getuige vondsten in het huidige Amarna- voort en zo behield de traditionele religie haar aansluiting bij de gewone bevolking, op wie de godsdiensthervorming nauwelijks invloed had.
*.
De kunst onderging echter radicale veranderingen, omdat de kunstenaar zich niet meer aan de oude strakke regels van de canon hoefde te houden en bij zijn eigen scheppingskracht te rade kon gaan. Ook de schrijftaal veranderde en kwam veel dichter bij de gesproken taal te staan. De buitenlandse politiek had te lijden onder de interne spanningen die de Aten-hervorming opriep en vooral de Hettieten maakten daar gebruik van om hun invloed in de richting van Kanaän uit te breiden. Toch onderhield het hof van Amarna, getuige de zgn. Amarna-brieven (zie hieronder), uitgebreide diplomatieke betrekkingen, onder andere met Burnaburiash II van Kar-Duniash (Babylon).
*.
De meeste Egyptologen vermoeden dat hij is vermoord door aanhangers van de verdreven Amoncultus. Aanwijzingen daarvoor zijn de plotseling intredende dood van Achnaton en het feit dat het uitwissen en de ongedaanmaking van zijn daden vrijwel meteen na zijn dood begon. Dit alles wijst op een gecoördineerde actie.
*.
De koning had bij zijn eerste vrouw alleen dochters (zes in totaal) en na zijn dood volgden eerst Smenchkare en dan Toetankhaton hem op, welke trouwen met één van de dochters van Achnaton om zo aanspraak te kunnen maken op de troon. Toetankhaton zou al snel zijn naam veranderen in Toetanchamon, Akhetaten verlaten en de tempels van de traditionele weer open stellen. De poging om de groeiende macht van de priesters van Amon te breken bleek te zijn mislukt.
*.
Er bestaan theorieën dat de Aton-religie van Achnaton het ontstaan of de ontwikkeling van het jodendom -en daarmee indirect het Christendom- heeft beïnvloed. Eén van de aanwijzingen hier is een hymne voor Aton, gevonden in Amarna, die een opvallende gelijkenis vertoont met de bijbelse Psalm 104. Daar Achnatons regering in de meest geaccepteerde chronologie ergens in de tijd viel dat de Israëlieten hun ballingschap in Egypte hadden, is een dergelijke invloed zeer wel mogelijk. Nog interessant is de vermelding van een geheimzinnig volk. Dit volk, de Sa-Gaz of Chabiroe genoemd, drong vanuit het noord-oosten Palestina binnen en wordt door sommige geleerden geïdentifieerd met de bijbelse joden. De Chabiroe zwierven in grote benden met vrouwen en kinderen rond in onbegaanbaar gebied, ver van de militaire hoofdwegen. Soms mengden zij zich in de plaatselijke politiek door dienst te nemen als hulptroepen, wanneer ze niet zelf oorlog voerden.
*.
Amarna briefwisseling.
In 1887 werd de briefwisseling van het Egyptisch ministerie voor buitenlandse zaken op kleitabletten daterend uit de 14e eeuw v.Chr. in Amarna teruggevonden, die betrekking had op Palestina. Amarna was de hoofdstad van de 'ketterse' farao Achnaton (Amenhotep IV). Deze Amarna brieven, zo'n 150 in getal, zijn in het Akkadisch geschreven, destijds de lingua franca voor internationale diplomatie, en in spijkerschrift. Ze zijn vrij doorspekt met Kanaänitische grammatica en vocabulaire. Ze vertellen veel over Palestina en zuidelijk Syrië in deze tijden, en over de rol die Egypte daar speelde.
*.
Bouwwerken: de stad Amarna; Aton-tempel; Tempel van Aton (Karnak); Graf van Achnaton in Amarnal; Mogelijk ook Graf DK 55.
*.
De Aton-tempel was gebouwd door de eigenzinnig koning Echnaton. Deze wilde de macht van de Amon-priesters breken en verliet het vijandige Thebe voor de bouw van een nieuwe stad Achetaton in het huidige Tell el-Amarna. Hij wilde de geheimzinnigheid van de Amon-cultus (cfr Amon de verborgene) vervangen door de open Aton-cultus. Dat werd weergegeven in de grote tempel waar er geen donkere ruimten in waren. Het was een langgerekt complex = 210 m x 32 m. Het bestond uit twee delen waarin het allerheiligste zich achteraan bevond.
*.
De tempel had ook zijn nut als dodentempel, want hij lag in het verlengde van het graf van Echnaton. Vandaag zijn slechts funderingssporen overgebleven. De tempel en de stad werden na de dood van Echnaton verlaten en hetgeen overbleef werd door Ramses II gebruikt voor zijn tempel in het nabijgelegen Hermopolis.
*.
Literatuur en bronnen: Aldred C,Akhenaten, 1988l Hornung E,Echnaton. Die Religion des Lichtes, 1995.
*.
Tempel van Aton (Karnak).
Plan van de tempel van AtonDe tempel van Aton (= Gempaton : Amon is gevonden) dateert uit de beginperiode van de regering van Echnaton. In het zesde jaar van zijn regering was hij immers weggetrokken naar Amarna. Voordien verbleef hij echter in de hoofdstad Thebe en liet hij ten oosten van de tempel van Amon (Karnak) zijn tempel bouwen. De tempel was gericht naar het oosten en mat 130 x 200 m. De tempel bestond uit duizenden talatates. De tempel bestond uit een hal met 5 meter hoge steunpilaren die Echnaton uitbeelden. De koning werd uitgebeeld met hermafrodiete kenmerken. Daarnaast was er nog een centraal hof. Waarschijnlijk was de architectuur gelijk met de Aton-tempel in Amarna. De cultus van Aton die na de dood van de farao sterk afnam, zorgde ervoor dat de tempel snel van belang inboette. De tempel werd door Horemheb grotendeels afgebroken en de talatat-blokken dienden als opvulling van de negende pyloon van de tempel van Amon (Karnak). Er zijn bij archeologische werken daar zo'n 15000 stukken teruggevonden, die men probeert op elkaar te laten passen.
*.
Achetaton.
Achetaton ("de horizon van de god Aton") of Amarna is de naam van de nieuwe hoofdstad die de Egyptische farao Amenhotep IV of Echnaton liet bouwen op de westelijke oever van de rivier de Nijl op de plaats waar zich nu het dorp El Amarna bevindt.
*.
Geschiedenis van de stad.
Gedurende een korte periode ten tijde van het Nieuwe Rijk woonden hier naar schatting 50.000 mensen in de nabijheid van de farao en zijn gevolg. De keuze voor de nieuwe locatie van Egypte's hoofdstad hing samen met het feit dat zich hier een breuk bevindt in de bergrug die de vlakte langs de Nijl in het oosten van de achterliggende woestijn scheidt. Deze breuk doet bij zonsopkomst denken aan de samengestelde hiëroglief voor "horizon" (achet) en "zon" (aton). Hierdoor leek deze plek door de natuur zelf aangewezen voor de vestiging van een stad waarvan de bewoners de cultus van de zonnegod Aton aanhingen. De stad was gesticht in het vijfde jaar van de regering van farao Echnaton (ca. 1350 v.Chr.) en werd verlaten in het tweede jaar van de regering van Tutankhamon. Toch was de stad niet geheel verlaten, want er zijn nog graven ontdekt uit de 22e dynastie. In de moderne tijd moest de stad herontdekt werden en in 1824 voerde Wilkinson de eerste opgravingen uit. Daarna zijn er nog opgravingen verricht door onder andere Lepsius, Petrie en Ludwig Borchardt. Vanaf 1977 onderzoekt de Egypt Exploration Society de site.
*.
Archeologische vondsten.
Tot de belangrijkste archeologische vondsten afkomstig uit Amarna behoren de Amarna-brieven, geschreven op kleitabletten in spijkerschrift, die gegevens bevatten omtrent diplomatieke betrekkingen tussen het toenmalige Egypte en naburige rijken, en de portretbuste van Nefertiti, opgegraven in de werkplaats van de beeldhouwer Tutmoses. Dit beeld maakt tegenwoordig deel uit van de collectie van het Egyptologisch Museum in Berlijn.
*.
Bouwwerken.
Van de gebouwen zelf is slechts weinig terug te vinden omdat ze voor het overgrote deel uit leem werden opgebouwd en omdat de site lange tijd als steengroeve diende voor andere bouwwerken.
*.
Bewoning.
In het zuiden en noorden van de stad leefden de burgers van Achetaton. Hun huizen bestonden uit tichels en leem. Achteton vormde een ware stad met administratieve gebouwen, politiekantoren, bakkerijen, ateliers, etc. Niet ver van de stad zijn de restanten teruggevonden van het arbeidersdorp waar de arbeiders van het koninklijk graf woonden.
*.
Graven.
Noordelijke graven in AmarnaEr is een onderscheid tussen de graven van de koninklijke familie en deze van de ambtenaren en edelen. De koninklijke graven bevonden zich in de oostelijke wadi en hierin lag het graf van Echnaton, Teye, Meketaton en vermoedelijk ook Kiya. Deze graven zijn anders opgebouwd dan deze uit de Vallei der Koningen en werden versierd met de nieuwe Amarna-kunst. In de oostelijke bergwand bevinden zich 44 graven voor de ambtenaren van Echnaton, maar vele zijn onvoltooid gebleven omdat de stad plots werd verlaten.
*.
Paleizen.
De paleizen in de stad dienden als administratieve centra. Typerend waren de verschijningsvenster vanwaar de farao met zijn familie de bevolking begroette. Het belangrijkste paleis lag gelegen in het noorden van de stad bij de rivier en vermoedelijk was dit de vaste residentie van de farao.
*.
Tempels.
In de stad stond een kleine tempel voor Aton en een grote tempel voor Aton die beide verschilden van de overige tempels in Egypte door hun open karakter.
*.
Bronnen, noten en/of referenties: Aldred C,Akhenaten, 1988.
*.
Graf DK 55.
Graf DK 55 is een graf uit het Oude Egypte, waarvan we nog steeds niet goed weten aan wie het behoorde. Er zijn theorieën dat het gaat om het graf van Echnaton of diens moeder Teje.
*.
Het graf zelf ligt in de buurt van Graf DK 6 en werd in 1907 ontdekt door de Amerikaanse miljonair Theodore Davis. Het graf was helemaal door elkaar gehaald en al in de oudheid geplunderd. In de tombe lag een beschadigde sarcofaag en een mummie waarvan Davis dacht dat het ging om Teje.
*.
De reden hiervoor was dat een deel van de grafgiften voor haar waren bestemd, maar onderzoek op de mummie toont aan dat deze iets ouder dan 20 jaar was en verwant was met Toetanchamon. Het kon dus niet gaan om Teje, maar misschien was het voor Kiya, een bijvrouw van Echnaton: de canopen waren immers aan haar gericht.
*.
Er werd geopperd dat het misschien om Echnaton zelf ging; een theorie die al vanaf de ontdekking verkondigd werd door Arthur Weigall. Reden hiervoor is de Magische steen waarop de naam van Echnaton is vermeld. Het is ook zeker dat de persoon die hier begraven een man is, maar de leeftijd van rond de twintig maakt dat het onmogelijk Echnaton kan zijn. Er is echter grote twijfel rond die leeftijd en nieuwe onderzoeken schatten hem ouder dan 35 jaar.
*.
Een laatste mogelijkheid is dat Semenchare, de zoon van Echnaton hier begraven ligt.
*.
Bronnen en literatuur: Aldred C, Akhenaten, King of Egypt, 1988; Davis T, The tomb of queen Tiyi, 1910; Reeves N, Akhenaten: Egypt's False Prophet, 2001; Weigall, A, The mummy of Akhenaten, JEA, 8, 1922, p.193 e.v.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Toetanchamom*-1326  †-1309  16



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Meritaton
Meritaton 1, geb. te Thebe [Egy]1 circa 1336 BC1,1,1, farao in 1324 BC, ovl. (hoogstens 17 jaar oud) voor 1319 BC1,1.

  • Vader:
    Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (4).
 

tr.
met

Smenechkare 1, zn. van Amenhtotep IV Echnaton en Tadu-Chepa (Kija), geb. circa 1339 BC1,1,1, farao te Egypte [Egy] van 1324 BC tot 1319 BC, ovl. (ongeveer 20 jaar oud) in 1319 BC1,1.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Meritaton
Meritaton .

tr.
met

Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (4) met zijn nicht Nofretete 1. Uit dit huwelijk 6 kinderen, tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter.

 



Aantekeningen bij Amenhtotep IV Echnaton .
Amenhotep IV, Achnaton, Echnaton of Akhenaten was een bekende farao van de 18e Dynastie van het Oude Egypte. Hij is bekend geworden met de naam Amenhotep: "Amon is tevreden", en zijn tweede naam betekent: "Volmaakt zijn de manifestaties van Ra, enige van Ra". Hij liet zijn naam veranderen in Achnaton wat betekent: Hij die de zonneschijf welgevallig is. (oorspr. Aten).
*.
Biografie.
Achnaton was een zoon van Amenhotep III (ca. 1388 - 1351 v. Chr.) en koningin Teye. Hij trouwde met zijn nicht Nefertiti (dit is niet zeker), de dochter van zijn oom en latere koning Ay (een zoon van Yuya en Thuya), met Kiya en (een andere) Teye. De jonge farao is afgebeeld met een vreemd, om niet te zeggen grotesk uiterlijk. Daarin heeft hij een groot, kalebasvormig hoofd, een zeer lange dunne nek, spleetogen en uitpuilende lippen. Zijn buik is daarin als die van een zwangere vrouw, terwijl ook zijn dijbenen enorm dik, maar zijn onderbenen zeer dun tonen. Verder is hij afgebeeld met vreemde, vrouwelijke gelaatstrekken. Zolang zijn mummie echter niet is teruggevonden, is het slechts speculeren of dit ook werkelijk zijn uiterlijk was.
*.
Farao Echnaton, Nefertiti en hun dochtertjes staan in aanbidding voor de goddelijke zonneschijf van Aton in Amarna.Aanvankelijk, zoals in Khenet (Gebel el Silsila) liet hij zich afbeelden als een traditioneel Egyptisch vorst. Na vier jaar op de troon (ca.1348 v.Chr.) voerde Achnaton echter een aantal revolutionaire veranderingen door. Waar Egypte tot dan toe een veelgodendom had, met de zonnegod Amon als oppergod, voerde Achnaton mogelijk het monotheïsme in, hoewel het monotheïstisch aspect van zijn religie ter discussie staat. De enige god was Aton, de zonneschijf, tot dan toe een minder belangrijk aspect van de zonnegod Amon-Ra. Hij liet een nieuwe hoofdstad bouwen, Achetaton, het tegenwoordige Amarna. Als hogepriester van Aton gold de farao zelf.
*.
Veel tempels van de andere goden werden gesloten. Dat leidde tot ontwrichting van de samenleving omdat het gehele bestuur van het land tot dan toe via de tempels had gelopen. Het bestuur dat ervoor in de plaats kwam was corrupt en vol willekeur. Bij de tot dan toe machtige priesters van Amon was Achnaton begrijpelijkerwijze niet geliefd; de verering van de traditionele goden ging derhalve ondergronds -getuige vondsten in het huidige Amarna- voort en zo behield de traditionele religie haar aansluiting bij de gewone bevolking, op wie de godsdiensthervorming nauwelijks invloed had.
*.
De kunst onderging echter radicale veranderingen, omdat de kunstenaar zich niet meer aan de oude strakke regels van de canon hoefde te houden en bij zijn eigen scheppingskracht te rade kon gaan. Ook de schrijftaal veranderde en kwam veel dichter bij de gesproken taal te staan. De buitenlandse politiek had te lijden onder de interne spanningen die de Aten-hervorming opriep en vooral de Hettieten maakten daar gebruik van om hun invloed in de richting van Kanaän uit te breiden. Toch onderhield het hof van Amarna, getuige de zgn. Amarna-brieven (zie hieronder), uitgebreide diplomatieke betrekkingen, onder andere met Burnaburiash II van Kar-Duniash (Babylon).
*.
De meeste Egyptologen vermoeden dat hij is vermoord door aanhangers van de verdreven Amoncultus. Aanwijzingen daarvoor zijn de plotseling intredende dood van Achnaton en het feit dat het uitwissen en de ongedaanmaking van zijn daden vrijwel meteen na zijn dood begon. Dit alles wijst op een gecoördineerde actie.
*.
De koning had bij zijn eerste vrouw alleen dochters (zes in totaal) en na zijn dood volgden eerst Smenchkare en dan Toetankhaton hem op, welke trouwen met één van de dochters van Achnaton om zo aanspraak te kunnen maken op de troon. Toetankhaton zou al snel zijn naam veranderen in Toetanchamon, Akhetaten verlaten en de tempels van de traditionele weer open stellen. De poging om de groeiende macht van de priesters van Amon te breken bleek te zijn mislukt.
*.
Er bestaan theorieën dat de Aton-religie van Achnaton het ontstaan of de ontwikkeling van het jodendom -en daarmee indirect het Christendom- heeft beïnvloed. Eén van de aanwijzingen hier is een hymne voor Aton, gevonden in Amarna, die een opvallende gelijkenis vertoont met de bijbelse Psalm 104. Daar Achnatons regering in de meest geaccepteerde chronologie ergens in de tijd viel dat de Israëlieten hun ballingschap in Egypte hadden, is een dergelijke invloed zeer wel mogelijk. Nog interessant is de vermelding van een geheimzinnig volk. Dit volk, de Sa-Gaz of Chabiroe genoemd, drong vanuit het noord-oosten Palestina binnen en wordt door sommige geleerden geïdentifieerd met de bijbelse joden. De Chabiroe zwierven in grote benden met vrouwen en kinderen rond in onbegaanbaar gebied, ver van de militaire hoofdwegen. Soms mengden zij zich in de plaatselijke politiek door dienst te nemen als hulptroepen, wanneer ze niet zelf oorlog voerden.
*.
Amarna briefwisseling.
In 1887 werd de briefwisseling van het Egyptisch ministerie voor buitenlandse zaken op kleitabletten daterend uit de 14e eeuw v.Chr. in Amarna teruggevonden, die betrekking had op Palestina. Amarna was de hoofdstad van de 'ketterse' farao Achnaton (Amenhotep IV). Deze Amarna brieven, zo'n 150 in getal, zijn in het Akkadisch geschreven, destijds de lingua franca voor internationale diplomatie, en in spijkerschrift. Ze zijn vrij doorspekt met Kanaänitische grammatica en vocabulaire. Ze vertellen veel over Palestina en zuidelijk Syrië in deze tijden, en over de rol die Egypte daar speelde.
*.
Bouwwerken: de stad Amarna; Aton-tempel; Tempel van Aton (Karnak); Graf van Achnaton in Amarnal; Mogelijk ook Graf DK 55.
*.
De Aton-tempel was gebouwd door de eigenzinnig koning Echnaton. Deze wilde de macht van de Amon-priesters breken en verliet het vijandige Thebe voor de bouw van een nieuwe stad Achetaton in het huidige Tell el-Amarna. Hij wilde de geheimzinnigheid van de Amon-cultus (cfr Amon de verborgene) vervangen door de open Aton-cultus. Dat werd weergegeven in de grote tempel waar er geen donkere ruimten in waren. Het was een langgerekt complex = 210 m x 32 m. Het bestond uit twee delen waarin het allerheiligste zich achteraan bevond.
*.
De tempel had ook zijn nut als dodentempel, want hij lag in het verlengde van het graf van Echnaton. Vandaag zijn slechts funderingssporen overgebleven. De tempel en de stad werden na de dood van Echnaton verlaten en hetgeen overbleef werd door Ramses II gebruikt voor zijn tempel in het nabijgelegen Hermopolis.
*.
Literatuur en bronnen: Aldred C,Akhenaten, 1988l Hornung E,Echnaton. Die Religion des Lichtes, 1995.
*.
Tempel van Aton (Karnak).
Plan van de tempel van AtonDe tempel van Aton (= Gempaton : Amon is gevonden) dateert uit de beginperiode van de regering van Echnaton. In het zesde jaar van zijn regering was hij immers weggetrokken naar Amarna. Voordien verbleef hij echter in de hoofdstad Thebe en liet hij ten oosten van de tempel van Amon (Karnak) zijn tempel bouwen. De tempel was gericht naar het oosten en mat 130 x 200 m. De tempel bestond uit duizenden talatates. De tempel bestond uit een hal met 5 meter hoge steunpilaren die Echnaton uitbeelden. De koning werd uitgebeeld met hermafrodiete kenmerken. Daarnaast was er nog een centraal hof. Waarschijnlijk was de architectuur gelijk met de Aton-tempel in Amarna. De cultus van Aton die na de dood van de farao sterk afnam, zorgde ervoor dat de tempel snel van belang inboette. De tempel werd door Horemheb grotendeels afgebroken en de talatat-blokken dienden als opvulling van de negende pyloon van de tempel van Amon (Karnak). Er zijn bij archeologische werken daar zo'n 15000 stukken teruggevonden, die men probeert op elkaar te laten passen.
*.
Achetaton.
Achetaton ("de horizon van de god Aton") of Amarna is de naam van de nieuwe hoofdstad die de Egyptische farao Amenhotep IV of Echnaton liet bouwen op de westelijke oever van de rivier de Nijl op de plaats waar zich nu het dorp El Amarna bevindt.
*.
Geschiedenis van de stad.
Gedurende een korte periode ten tijde van het Nieuwe Rijk woonden hier naar schatting 50.000 mensen in de nabijheid van de farao en zijn gevolg. De keuze voor de nieuwe locatie van Egypte's hoofdstad hing samen met het feit dat zich hier een breuk bevindt in de bergrug die de vlakte langs de Nijl in het oosten van de achterliggende woestijn scheidt. Deze breuk doet bij zonsopkomst denken aan de samengestelde hiëroglief voor "horizon" (achet) en "zon" (aton). Hierdoor leek deze plek door de natuur zelf aangewezen voor de vestiging van een stad waarvan de bewoners de cultus van de zonnegod Aton aanhingen. De stad was gesticht in het vijfde jaar van de regering van farao Echnaton (ca. 1350 v.Chr.) en werd verlaten in het tweede jaar van de regering van Tutankhamon. Toch was de stad niet geheel verlaten, want er zijn nog graven ontdekt uit de 22e dynastie. In de moderne tijd moest de stad herontdekt werden en in 1824 voerde Wilkinson de eerste opgravingen uit. Daarna zijn er nog opgravingen verricht door onder andere Lepsius, Petrie en Ludwig Borchardt. Vanaf 1977 onderzoekt de Egypt Exploration Society de site.
*.
Archeologische vondsten.
Tot de belangrijkste archeologische vondsten afkomstig uit Amarna behoren de Amarna-brieven, geschreven op kleitabletten in spijkerschrift, die gegevens bevatten omtrent diplomatieke betrekkingen tussen het toenmalige Egypte en naburige rijken, en de portretbuste van Nefertiti, opgegraven in de werkplaats van de beeldhouwer Tutmoses. Dit beeld maakt tegenwoordig deel uit van de collectie van het Egyptologisch Museum in Berlijn.
*.
Bouwwerken.
Van de gebouwen zelf is slechts weinig terug te vinden omdat ze voor het overgrote deel uit leem werden opgebouwd en omdat de site lange tijd als steengroeve diende voor andere bouwwerken.
*.
Bewoning.
In het zuiden en noorden van de stad leefden de burgers van Achetaton. Hun huizen bestonden uit tichels en leem. Achteton vormde een ware stad met administratieve gebouwen, politiekantoren, bakkerijen, ateliers, etc. Niet ver van de stad zijn de restanten teruggevonden van het arbeidersdorp waar de arbeiders van het koninklijk graf woonden.
*.
Graven.
Noordelijke graven in AmarnaEr is een onderscheid tussen de graven van de koninklijke familie en deze van de ambtenaren en edelen. De koninklijke graven bevonden zich in de oostelijke wadi en hierin lag het graf van Echnaton, Teye, Meketaton en vermoedelijk ook Kiya. Deze graven zijn anders opgebouwd dan deze uit de Vallei der Koningen en werden versierd met de nieuwe Amarna-kunst. In de oostelijke bergwand bevinden zich 44 graven voor de ambtenaren van Echnaton, maar vele zijn onvoltooid gebleven omdat de stad plots werd verlaten.
*.
Paleizen.
De paleizen in de stad dienden als administratieve centra. Typerend waren de verschijningsvenster vanwaar de farao met zijn familie de bevolking begroette. Het belangrijkste paleis lag gelegen in het noorden van de stad bij de rivier en vermoedelijk was dit de vaste residentie van de farao.
*.
Tempels.
In de stad stond een kleine tempel voor Aton en een grote tempel voor Aton die beide verschilden van de overige tempels in Egypte door hun open karakter.
*.
Bronnen, noten en/of referenties: Aldred C,Akhenaten, 1988.
*.
Graf DK 55.
Graf DK 55 is een graf uit het Oude Egypte, waarvan we nog steeds niet goed weten aan wie het behoorde. Er zijn theorieën dat het gaat om het graf van Echnaton of diens moeder Teje.
*.
Het graf zelf ligt in de buurt van Graf DK 6 en werd in 1907 ontdekt door de Amerikaanse miljonair Theodore Davis. Het graf was helemaal door elkaar gehaald en al in de oudheid geplunderd. In de tombe lag een beschadigde sarcofaag en een mummie waarvan Davis dacht dat het ging om Teje.
*.
De reden hiervoor was dat een deel van de grafgiften voor haar waren bestemd, maar onderzoek op de mummie toont aan dat deze iets ouder dan 20 jaar was en verwant was met Toetanchamon. Het kon dus niet gaan om Teje, maar misschien was het voor Kiya, een bijvrouw van Echnaton: de canopen waren immers aan haar gericht.
*.
Er werd geopperd dat het misschien om Echnaton zelf ging; een theorie die al vanaf de ontdekking verkondigd werd door Arthur Weigall. Reden hiervoor is de Magische steen waarop de naam van Echnaton is vermeld. Het is ook zeker dat de persoon die hier begraven een man is, maar de leeftijd van rond de twintig maakt dat het onmogelijk Echnaton kan zijn. Er is echter grote twijfel rond die leeftijd en nieuwe onderzoeken schatten hem ouder dan 35 jaar.
*.
Een laatste mogelijkheid is dat Semenchare, de zoon van Echnaton hier begraven ligt.
*.
Bronnen en literatuur: Aldred C, Akhenaten, King of Egypt, 1988; Davis T, The tomb of queen Tiyi, 1910; Reeves N, Akhenaten: Egypt's False Prophet, 2001; Weigall, A, The mummy of Akhenaten, JEA, 8, 1922, p.193 e.v.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Nn van Babylon
Nn van Babylon.

tr.
met

Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (4) met zijn nicht Nofretete 1. Uit dit huwelijk 6 kinderen, tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter.

 



Aantekeningen bij Amenhtotep IV Echnaton .
Amenhotep IV, Achnaton, Echnaton of Akhenaten was een bekende farao van de 18e Dynastie van het Oude Egypte. Hij is bekend geworden met de naam Amenhotep: "Amon is tevreden", en zijn tweede naam betekent: "Volmaakt zijn de manifestaties van Ra, enige van Ra". Hij liet zijn naam veranderen in Achnaton wat betekent: Hij die de zonneschijf welgevallig is. (oorspr. Aten).
*.
Biografie.
Achnaton was een zoon van Amenhotep III (ca. 1388 - 1351 v. Chr.) en koningin Teye. Hij trouwde met zijn nicht Nefertiti (dit is niet zeker), de dochter van zijn oom en latere koning Ay (een zoon van Yuya en Thuya), met Kiya en (een andere) Teye. De jonge farao is afgebeeld met een vreemd, om niet te zeggen grotesk uiterlijk. Daarin heeft hij een groot, kalebasvormig hoofd, een zeer lange dunne nek, spleetogen en uitpuilende lippen. Zijn buik is daarin als die van een zwangere vrouw, terwijl ook zijn dijbenen enorm dik, maar zijn onderbenen zeer dun tonen. Verder is hij afgebeeld met vreemde, vrouwelijke gelaatstrekken. Zolang zijn mummie echter niet is teruggevonden, is het slechts speculeren of dit ook werkelijk zijn uiterlijk was.
*.
Farao Echnaton, Nefertiti en hun dochtertjes staan in aanbidding voor de goddelijke zonneschijf van Aton in Amarna.Aanvankelijk, zoals in Khenet (Gebel el Silsila) liet hij zich afbeelden als een traditioneel Egyptisch vorst. Na vier jaar op de troon (ca.1348 v.Chr.) voerde Achnaton echter een aantal revolutionaire veranderingen door. Waar Egypte tot dan toe een veelgodendom had, met de zonnegod Amon als oppergod, voerde Achnaton mogelijk het monotheïsme in, hoewel het monotheïstisch aspect van zijn religie ter discussie staat. De enige god was Aton, de zonneschijf, tot dan toe een minder belangrijk aspect van de zonnegod Amon-Ra. Hij liet een nieuwe hoofdstad bouwen, Achetaton, het tegenwoordige Amarna. Als hogepriester van Aton gold de farao zelf.
*.
Veel tempels van de andere goden werden gesloten. Dat leidde tot ontwrichting van de samenleving omdat het gehele bestuur van het land tot dan toe via de tempels had gelopen. Het bestuur dat ervoor in de plaats kwam was corrupt en vol willekeur. Bij de tot dan toe machtige priesters van Amon was Achnaton begrijpelijkerwijze niet geliefd; de verering van de traditionele goden ging derhalve ondergronds -getuige vondsten in het huidige Amarna- voort en zo behield de traditionele religie haar aansluiting bij de gewone bevolking, op wie de godsdiensthervorming nauwelijks invloed had.
*.
De kunst onderging echter radicale veranderingen, omdat de kunstenaar zich niet meer aan de oude strakke regels van de canon hoefde te houden en bij zijn eigen scheppingskracht te rade kon gaan. Ook de schrijftaal veranderde en kwam veel dichter bij de gesproken taal te staan. De buitenlandse politiek had te lijden onder de interne spanningen die de Aten-hervorming opriep en vooral de Hettieten maakten daar gebruik van om hun invloed in de richting van Kanaän uit te breiden. Toch onderhield het hof van Amarna, getuige de zgn. Amarna-brieven (zie hieronder), uitgebreide diplomatieke betrekkingen, onder andere met Burnaburiash II van Kar-Duniash (Babylon).
*.
De meeste Egyptologen vermoeden dat hij is vermoord door aanhangers van de verdreven Amoncultus. Aanwijzingen daarvoor zijn de plotseling intredende dood van Achnaton en het feit dat het uitwissen en de ongedaanmaking van zijn daden vrijwel meteen na zijn dood begon. Dit alles wijst op een gecoördineerde actie.
*.
De koning had bij zijn eerste vrouw alleen dochters (zes in totaal) en na zijn dood volgden eerst Smenchkare en dan Toetankhaton hem op, welke trouwen met één van de dochters van Achnaton om zo aanspraak te kunnen maken op de troon. Toetankhaton zou al snel zijn naam veranderen in Toetanchamon, Akhetaten verlaten en de tempels van de traditionele weer open stellen. De poging om de groeiende macht van de priesters van Amon te breken bleek te zijn mislukt.
*.
Er bestaan theorieën dat de Aton-religie van Achnaton het ontstaan of de ontwikkeling van het jodendom -en daarmee indirect het Christendom- heeft beïnvloed. Eén van de aanwijzingen hier is een hymne voor Aton, gevonden in Amarna, die een opvallende gelijkenis vertoont met de bijbelse Psalm 104. Daar Achnatons regering in de meest geaccepteerde chronologie ergens in de tijd viel dat de Israëlieten hun ballingschap in Egypte hadden, is een dergelijke invloed zeer wel mogelijk. Nog interessant is de vermelding van een geheimzinnig volk. Dit volk, de Sa-Gaz of Chabiroe genoemd, drong vanuit het noord-oosten Palestina binnen en wordt door sommige geleerden geïdentifieerd met de bijbelse joden. De Chabiroe zwierven in grote benden met vrouwen en kinderen rond in onbegaanbaar gebied, ver van de militaire hoofdwegen. Soms mengden zij zich in de plaatselijke politiek door dienst te nemen als hulptroepen, wanneer ze niet zelf oorlog voerden.
*.
Amarna briefwisseling.
In 1887 werd de briefwisseling van het Egyptisch ministerie voor buitenlandse zaken op kleitabletten daterend uit de 14e eeuw v.Chr. in Amarna teruggevonden, die betrekking had op Palestina. Amarna was de hoofdstad van de 'ketterse' farao Achnaton (Amenhotep IV). Deze Amarna brieven, zo'n 150 in getal, zijn in het Akkadisch geschreven, destijds de lingua franca voor internationale diplomatie, en in spijkerschrift. Ze zijn vrij doorspekt met Kanaänitische grammatica en vocabulaire. Ze vertellen veel over Palestina en zuidelijk Syrië in deze tijden, en over de rol die Egypte daar speelde.
*.
Bouwwerken: de stad Amarna; Aton-tempel; Tempel van Aton (Karnak); Graf van Achnaton in Amarnal; Mogelijk ook Graf DK 55.
*.
De Aton-tempel was gebouwd door de eigenzinnig koning Echnaton. Deze wilde de macht van de Amon-priesters breken en verliet het vijandige Thebe voor de bouw van een nieuwe stad Achetaton in het huidige Tell el-Amarna. Hij wilde de geheimzinnigheid van de Amon-cultus (cfr Amon de verborgene) vervangen door de open Aton-cultus. Dat werd weergegeven in de grote tempel waar er geen donkere ruimten in waren. Het was een langgerekt complex = 210 m x 32 m. Het bestond uit twee delen waarin het allerheiligste zich achteraan bevond.
*.
De tempel had ook zijn nut als dodentempel, want hij lag in het verlengde van het graf van Echnaton. Vandaag zijn slechts funderingssporen overgebleven. De tempel en de stad werden na de dood van Echnaton verlaten en hetgeen overbleef werd door Ramses II gebruikt voor zijn tempel in het nabijgelegen Hermopolis.
*.
Literatuur en bronnen: Aldred C,Akhenaten, 1988l Hornung E,Echnaton. Die Religion des Lichtes, 1995.
*.
Tempel van Aton (Karnak).
Plan van de tempel van AtonDe tempel van Aton (= Gempaton : Amon is gevonden) dateert uit de beginperiode van de regering van Echnaton. In het zesde jaar van zijn regering was hij immers weggetrokken naar Amarna. Voordien verbleef hij echter in de hoofdstad Thebe en liet hij ten oosten van de tempel van Amon (Karnak) zijn tempel bouwen. De tempel was gericht naar het oosten en mat 130 x 200 m. De tempel bestond uit duizenden talatates. De tempel bestond uit een hal met 5 meter hoge steunpilaren die Echnaton uitbeelden. De koning werd uitgebeeld met hermafrodiete kenmerken. Daarnaast was er nog een centraal hof. Waarschijnlijk was de architectuur gelijk met de Aton-tempel in Amarna. De cultus van Aton die na de dood van de farao sterk afnam, zorgde ervoor dat de tempel snel van belang inboette. De tempel werd door Horemheb grotendeels afgebroken en de talatat-blokken dienden als opvulling van de negende pyloon van de tempel van Amon (Karnak). Er zijn bij archeologische werken daar zo'n 15000 stukken teruggevonden, die men probeert op elkaar te laten passen.
*.
Achetaton.
Achetaton ("de horizon van de god Aton") of Amarna is de naam van de nieuwe hoofdstad die de Egyptische farao Amenhotep IV of Echnaton liet bouwen op de westelijke oever van de rivier de Nijl op de plaats waar zich nu het dorp El Amarna bevindt.
*.
Geschiedenis van de stad.
Gedurende een korte periode ten tijde van het Nieuwe Rijk woonden hier naar schatting 50.000 mensen in de nabijheid van de farao en zijn gevolg. De keuze voor de nieuwe locatie van Egypte's hoofdstad hing samen met het feit dat zich hier een breuk bevindt in de bergrug die de vlakte langs de Nijl in het oosten van de achterliggende woestijn scheidt. Deze breuk doet bij zonsopkomst denken aan de samengestelde hiëroglief voor "horizon" (achet) en "zon" (aton). Hierdoor leek deze plek door de natuur zelf aangewezen voor de vestiging van een stad waarvan de bewoners de cultus van de zonnegod Aton aanhingen. De stad was gesticht in het vijfde jaar van de regering van farao Echnaton (ca. 1350 v.Chr.) en werd verlaten in het tweede jaar van de regering van Tutankhamon. Toch was de stad niet geheel verlaten, want er zijn nog graven ontdekt uit de 22e dynastie. In de moderne tijd moest de stad herontdekt werden en in 1824 voerde Wilkinson de eerste opgravingen uit. Daarna zijn er nog opgravingen verricht door onder andere Lepsius, Petrie en Ludwig Borchardt. Vanaf 1977 onderzoekt de Egypt Exploration Society de site.
*.
Archeologische vondsten.
Tot de belangrijkste archeologische vondsten afkomstig uit Amarna behoren de Amarna-brieven, geschreven op kleitabletten in spijkerschrift, die gegevens bevatten omtrent diplomatieke betrekkingen tussen het toenmalige Egypte en naburige rijken, en de portretbuste van Nefertiti, opgegraven in de werkplaats van de beeldhouwer Tutmoses. Dit beeld maakt tegenwoordig deel uit van de collectie van het Egyptologisch Museum in Berlijn.
*.
Bouwwerken.
Van de gebouwen zelf is slechts weinig terug te vinden omdat ze voor het overgrote deel uit leem werden opgebouwd en omdat de site lange tijd als steengroeve diende voor andere bouwwerken.
*.
Bewoning.
In het zuiden en noorden van de stad leefden de burgers van Achetaton. Hun huizen bestonden uit tichels en leem. Achteton vormde een ware stad met administratieve gebouwen, politiekantoren, bakkerijen, ateliers, etc. Niet ver van de stad zijn de restanten teruggevonden van het arbeidersdorp waar de arbeiders van het koninklijk graf woonden.
*.
Graven.
Noordelijke graven in AmarnaEr is een onderscheid tussen de graven van de koninklijke familie en deze van de ambtenaren en edelen. De koninklijke graven bevonden zich in de oostelijke wadi en hierin lag het graf van Echnaton, Teye, Meketaton en vermoedelijk ook Kiya. Deze graven zijn anders opgebouwd dan deze uit de Vallei der Koningen en werden versierd met de nieuwe Amarna-kunst. In de oostelijke bergwand bevinden zich 44 graven voor de ambtenaren van Echnaton, maar vele zijn onvoltooid gebleven omdat de stad plots werd verlaten.
*.
Paleizen.
De paleizen in de stad dienden als administratieve centra. Typerend waren de verschijningsvenster vanwaar de farao met zijn familie de bevolking begroette. Het belangrijkste paleis lag gelegen in het noorden van de stad bij de rivier en vermoedelijk was dit de vaste residentie van de farao.
*.
Tempels.
In de stad stond een kleine tempel voor Aton en een grote tempel voor Aton die beide verschilden van de overige tempels in Egypte door hun open karakter.
*.
Bronnen, noten en/of referenties: Aldred C,Akhenaten, 1988.
*.
Graf DK 55.
Graf DK 55 is een graf uit het Oude Egypte, waarvan we nog steeds niet goed weten aan wie het behoorde. Er zijn theorieën dat het gaat om het graf van Echnaton of diens moeder Teje.
*.
Het graf zelf ligt in de buurt van Graf DK 6 en werd in 1907 ontdekt door de Amerikaanse miljonair Theodore Davis. Het graf was helemaal door elkaar gehaald en al in de oudheid geplunderd. In de tombe lag een beschadigde sarcofaag en een mummie waarvan Davis dacht dat het ging om Teje.
*.
De reden hiervoor was dat een deel van de grafgiften voor haar waren bestemd, maar onderzoek op de mummie toont aan dat deze iets ouder dan 20 jaar was en verwant was met Toetanchamon. Het kon dus niet gaan om Teje, maar misschien was het voor Kiya, een bijvrouw van Echnaton: de canopen waren immers aan haar gericht.
*.
Er werd geopperd dat het misschien om Echnaton zelf ging; een theorie die al vanaf de ontdekking verkondigd werd door Arthur Weigall. Reden hiervoor is de Magische steen waarop de naam van Echnaton is vermeld. Het is ook zeker dat de persoon die hier begraven een man is, maar de leeftijd van rond de twintig maakt dat het onmogelijk Echnaton kan zijn. Er is echter grote twijfel rond die leeftijd en nieuwe onderzoeken schatten hem ouder dan 35 jaar.
*.
Een laatste mogelijkheid is dat Semenchare, de zoon van Echnaton hier begraven ligt.
*.
Bronnen en literatuur: Aldred C, Akhenaten, King of Egypt, 1988; Davis T, The tomb of queen Tiyi, 1910; Reeves N, Akhenaten: Egypt's False Prophet, 2001; Weigall, A, The mummy of Akhenaten, JEA, 8, 1922, p.193 e.v.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Anchesenpaaton
Anchesenpaaton 1, geb. circa 1324 BC1, ovl. (minstens 24 jaar oud) na 1300 BC1,1.

  • Vader:
    Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met zijn zoon Maketaton 1,2. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (4) met zijn nicht Nofretete 1. Uit dit huwelijk 6 kinderen, tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (6).
 

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nefertari Meritamum*-1300     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Toetanchamom
 
Toetanchamom 1,2, geb. 2 in 1326 BC1,2,1,2,1,2, farao te Egypte [Egy] van 1319 BC tot 1309 BC, ovl. (ongeveer 16 jaar oud) in aug 1309 BC1,2,1,2.



Aantekeningen bij Toetanchamom .
Toetanchamon was een farao van de 18e Dynastie van het Oude Egypte. Hij heette oorspronkelijk Toetanchaton, later werd om politiek-religieuze redenen zijn naam veranderd in Toetanchamon, wat zoveel betekent als: "Levend evenbeeld van Amon". Zijn troonnaam Nebcheperoere betekent: "Heer van de manifestaties van Ra".
*.
Biografie.
Lange tijd werd gedacht dat Nefertiti zijn moeder was, maar men is er tegenwoordig van overtuigd dat Toetanchamon een zoon was van Achnaton bij één van zijn bijvrouwen (vermoedelijk Kiya). Toetanchamon was geen opvallende farao. Zijn beroemdheid is vooral te danken aan het zeldzame feit dat zijn graf, toen het in 1922 door Howard Carter werd gevonden, vrijwel ongeschonden bleek te zijn. Het voor een farao kleine graf bevatte meer dan 3500 kunstvoorwerpen.
*.
Toetanchamon was gehuwd met Anchesenamon en was de opvolger van Achnaton, hoewel er tussen hen beiden waarschijnlijk nog een farao Smenchkare geregeerd heeft. Hij was slechts negen jaar oud toen hij farao werd en ook nog erg jong toen hij stierf (19 jaar oud). Hij groeide op in de stad Amarna. Aanvankelijk was zijn naam niet Toetanchamon maar Toetanchaton, naar de Egyptische god Aton, een zonnegod die werd aanbeden nadat Achnaton een drastische wijziging in de godsdienst van het Egyptische rijk had doorgevoerd door een vorm van monotheïsme/monolatrie in te voeren.
*.
Onder de regering van Toetanchamon keerde Egypte terug naar de traditionele religie van Egypte; de verering van alle oude goden, vooral die van de oppergod Amon, werd in ere hersteld en Toetanchaton nam de naam Toetanchamon aan.
*.
Veel rond zijn korte regeringsperiode is nog steeds een raadsel. Het is niet helemaal duidelijk waarom hij zo jong gestorven is. Op basis van tweedimensionale röntgenopnamen suggereerde een Brits team in de jaren zestig een schedelbreuk, wat de hypothese zou staven dat Toetanchamon was vermoord door een klap op het achterhoofd. Latere onderzoeken spreken dit weer tegen. Het is wel duidelijk dat er in zijn tijd grote spanningen waren in Egypte, nadat het religieuze beleid van zijn voorganger Achnaton tot een grote chaos geleid had. Bovendien waren er oorlogen, onder andere met de Nubiërs en de Hittieten. Een paleisrevolutie viel ook niet uit te sluiten.
*.
Een schouwing van Toetanchamons skelet heeft uitgewezen dat hij 19 was toen hij stierf en ongeveer 1,68 m lang. Er zat 1 cm verschil tussen de lengte van zijn benen en hij had een iets scheve ruggengraat. Hij stierf aan een ontsteking in zijn knie, veroorzaakt door een breuk. De breuk zelf was veroorzaakt door een val van een strijdwagen, waarschijnlijk gedurende een jachtpartij, een geliefde bezigheid van de jonge farao.
*.
De opvolgers.
Toetanchamon werd opgevolgd door de veel oudere hogepriester Ay, een aangetrouwd lid van de koninklijke familie. Volgens de onderzoekers die de moordhypothese ondersteunden was hij mogelijk ook zijn moordenaar toen de jonge prins meer zijn eigen wil begon door te drijven. Ays regering duurde ook maar vier jaar en de farao na hem (generaal Horemheb) verwijderde de namen van Achnaton, Smenchkare, Toetanchamon en Ay uit de annalen en koningslijsten van het land om ze zo aan de vergetelheid prijs te geven. Toch verstoorde Horemheb Toetanchamons graf niet, wat er mogelijk op wijst dat hij toch wel respect voor de jonge koning had.
*.
Een ongeschonden Koningsgraf.
Het graf van Toetanchamon is Graf DK 62 in het Dal der koningen. De ironie wil dat dit het enige koningsgraf is dat vrijwel ongeschonden is gevonden. Dit komt doordat het tijdens de bouw van het graf voor Ramses VI uitgegraven zand op de ingang van het graf van Toetanchamon werd gegooid. Zo bleef deze toegang ongeschonden, tot het graf in 1922 door Howard Carter en zijn mensen, gesponsord door Lord Carnarvon, werd ontdekt. Het graf maakt ondanks de pracht en praal een tamelijk haastig bijeengeraapte, en voor een farao bijna armoedige indruk. Het was waarschijnlijk voor iemand anders bedoeld; voor een hogere officier, of een vrouwelijk lid van de faraofamilie.
*.
Naar de wens van Howard Carter werd de mummie na grondig onderzoek weer teruggelegd in de sarcofaag van zijn eigen graf. De schat die in Toetanchamons graf gevonden werd is inmiddels wereldberoemd en grotendeels te bezichtigen in het Egyptisch Museum in Caïro.
*.
De trompetten van Toetanchamon zijn twee militaire muziekinstrumenten die zijn gevonden in graf DK 62, de graftombe van farao Toetanchamon. Het bestaan van de instrumenten is bekend sinds 1922, toen Howard Carter het graf van Toetanchamon ontdekte. Het zijn tot op heden de oudst bekende trompetten.
*.
De trompetten zijn wat betreft formaat vrijwel hetzelfde en werden dan ook samen gevonden, verpakt in riet. Eén van de trompetten (de zogenaamde Sheneb) is zilver, de ander is gemaakt van brons. De trompetten zijn 58 centimeter lang, hebben een paviljoen van 8,8 centimeter (in het uiteinde), en de buis heeft een diameter variërend van 1,7 (bij het mondstuk) tot 2,6 (bij de beker) centimeter. De trompetten hebben geen ventielen, maar met behulp van wisseling van de mondposities kunnen de noten C, E, G en C gespeeld worden. In de zilveren trompet is een houten blok gevonden, in dezelfde vorm als het paviljoen, dat mogelijk als demper diende. Het paviljoen van de zilveren trompet is versierd met afbeeldingen van Ptah, Amon en Horus.
*.
Sinds de ontdekking hebben de trompetten van Toetanchamon meerdere avonturen doorstaan. De zilveren trompet is een aantal keer bespeeld, waarvan één keer voor de BBC, in 1939 (waarbij er een modern mondstuk op de trompet was gezet). Tijdens deze uitzending viel de trompet uit elkaar, maar met veel moeite kon hij uiteindelijk weer worden gerestaureerd. Nadien is de trompet niet of nauwelijks meer gebruikt. Tegenwoordig liggen beide muziekinstrumenten in het Egyptisch Museum te Caïro. De trompetten zijn niet de enige trompetten uit de Egyptische oudheid die zijn gevonden; in het Louvre te Parijs ligt nog een trompet uit de Ptolemaeïsche periode.
*.
Graf DK 62.
Graf DK 62 is het graf van Toetanchamon dat in 1922 werd ontdekt in de Vallei der Koningen.
*.
Ontdekking.
Het graf van Toetanchamon was ongeveer 3000 jaar ongemoeid gelaten, maar Howard Carter was het op het spoor gekomen. Tijdens eerdere opgravingen waren er reeds verschillende voorwerpen gevonden met de naam van Toetanchamon, maar nog niet het graf van de jonge farao. Velen dachten dat de Vallei der Koningen helemaal was leeggehaald, maar Carter deed er toch opgravingen. Gedurende zes jaar had hij van Lord Carnarvon subsidie gekregen om er te graven, maar goede resultaten bleven uit en Carter kreeg nog voor enkele maanden licentie om verder te graven.
*.
Op 4 november 1922 stootten enkele werkers op een trede. Het was een trap die naar een gang leidde. Er werd gewacht op Lord Carnarvon. Op 26 november slaagden Carnarvon en Carter erin om een gat te maken in de tweede deur en zagen voor het eerst het ongeschonden graf.
*.
Leeghalen van het graf.
Als snel werd duidelijk dat het een groot en langdurig werk zou zijn om alle voorwerpen uit het graf te halen. Omwille van het historisch belang moest men alles goed catalogiseren. Er werd gekozen voor een nummering tot 620 en een onderverdeling van aa tot zz. Er werden schetsen en foto's van het graf gemaakt. De foto's werden gemaakt door Harry Burton. De gecatalogiseerde voorwerpen werden vervolgens uit het graf gehaald en per stoomboot naar Caïro gebracht.
*.
Plundering in de Oudheid.
Carter had al opgemerkt dat het graf al in de oudheid zelf was geschonden. Waarschijnlijk werd het graf twee keer bezocht. Een eerste keer was de gang nog niet afgesloten en konden de dieven kleine voorwerpen meenemen. Daarna gooiden de ambtenaren de gang dicht met puin, maar enkele plunderaars maakten een kleine gang en raakten zo toch het graf binnen. Daar hebben ze snel te werk moeten gaan en kleine en dure objecten gestolen. Dit werd opgemerkt en de gang werd opnieuw afgesloten. Bovendien werd een deel van de spullen die waren gebruikt bij de balseming en begrafenis van Toetanchamon, verplaatst naar graf DK 54. De tombe werd bij de bouw van het graf van Ramses VI bedekt met zand en zo bewaard voor de grote plunderingen in de late tijden.
*.
Indeling van graf.
Het graf werd door Carter ingedeeld in verschillende kamers:.
- De Voorkamer: Deze kamer van 7,85 m op 3,55 m stond volgestapeld met kisten, dozen, wagens, stoelen en bedden. Er waren ongeveer 600 objecten waarvan de opvallendste de vergulde troon van Toetanchamon. Deze troon had op de achtergrond nog de zonneschijf van Aton. Aan weerszijden van de ingang naar de grafkamer stonden twee ka-beelden die de kamer bewaakten.
- De Grafkamer: Vanuit de voorkamer kwam men in de grafkamer waar de mummie van de farao zich bevond. De mummie was geplaatst in verschillende schrijnen en doodskisten. Toen de laatste kist werd opengemaakt, zag men de mummie met het bekende dodenmasker. Er waren ongeveer 300 voorwerpen in deze kamer, maar de aandacht wordt vooral getrokken door de schitterende decoratie. Bekend is de mondopeningsceremonie dat door de opvolger Eje werd verricht.
- De Schatkamer: Naast de grafkamer was er een opening naar de schatkamer. Hier lag het schrijn met de canopen. Er lagen in deze kamer ongeveer 500 voorwerpen waarvan enkele schitterende juwelen, scepters en beelden.
- De zijkamer: De voorkamer gaf ook nog toegang tot een andere kamer. Hier stonden ongeveer 2000 objecten gestapeld. Het betrof niet echt dure voorwerpen, maar eerder dagelijkse objecten.
Al deze objecten dienden voor de farao, die hij zou kunnen gebruiken in zijn volgende leven. Tot de objecten behoorden ook 413 Oesjabti's. De meeste voorwerpen zijn tentoongesteld in het Egyptisch Museum (Caïro). De mummie is echter op verzoek van Carter teruggeplaatst in zijn graf, waar hij nog steeds ligt.
*.
De ontdekking van het graf wordt beschouwd als één van de grootste archeologische vondsten. We moeten echter bedenken dat Toetanchamon maar een onbeduidend heerser was in het Oude Egypte.
*.
Bronnen en literatuur: Carter H. en Mace A, The Tomb of Tut-ankh-amen, 1923; Gros de Beler A, Toetanchamon, 2000; Reeves N, The complete Tutanckamun, 1990; Siliotto A, Dal der Koningen, 1996.

  • Vader:
    Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2, zn. van Amenhteop III en Teje, geb. 2 circa 1353 BC1,2,1,2,1,2, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) 2 in 1324 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Meritaton . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) met Nn van Babylon. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (4) met zijn nicht Nofretete 1. Uit dit huwelijk 6 kinderen, tr. (5) met zijn vaders andere vrouw Tadu-Chepa (Kija) 1. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (6) met zijn dochter Anchesenpaaton 1. Uit dit huwelijk een dochter, tr. (3).
 

tr.
met

Anchesenpaaton 1, dr. van Amenhtotep IV Echnaton en Nofretete, geb. te Thebe [Egy]1 in 1334 BC1,1, ovl. (ongeveer 26 jaar oud) in 1308 BC1,1, tr. (1) met haar grootvader Aja II (Eje) 1. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met haar vader Amenhtotep IV Echnaton (Amenhotep IV) 1,2. Uit dit huwelijk een dochter.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn     
Bb     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia

Dossier:


Nn
Nn .


Nn
Nn .


Nn
Nn .

tr.
met

Anchesenpaaton 1, dr. van Amenhtotep IV Echnaton en Anchesenpaaton, geb. circa 1324 BC1, ovl. (minstens 24 jaar oud) na 1300 BC1,1.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nefertari Meritamum*-1300     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nefertari Meritamum
Nefertari Meritamum 1, geb. in 1300 BC1,1.

tr.
met

Ramses II 1,2, zn. van Sethos I en Tuja, geb. 1,2 in 1303 BC1,2,1,2,1,2, farao van 1279 BC tot 1213 BC, ovl. (ongeveer 89 jaar oud) 2 op woensdag 12 jun 1213 BC1,2,1,2, begr. 2, tr. (1) met Nn 1. Uit dit huwelijk geen kinderen1, tr. (2) met Henutmire . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Maathornefrure (Maathorenefrure) 1,3. Uit dit huwelijk 2 zonen1,3, tr. (4) met Meritamun . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (5) met Nebettauy . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (6) met Bint Anat . Uit dit huwelijk een dochter, tr. (7) met Suteriroy . Uit dit huwelijk een zoon, tr. (8) met Isnetnefret I (Isetnefret I) . Uit dit huwelijk 8 zonen, tr. (9) met zijn zus Henutmire 1, dr. van Sethos I en Tuja. Uit dit huwelijk geen kinderen1, tr. (10) met Nn . Uit dit huwelijk 37 kinderen, waaronder.

 



Aantekeningen bij Ramses II .
Ramses II.
Farao van verenigd Egypte, Periode ca. 1290 - 1224 v.Chr, Voorganger Seti I,.
Opvolger Merenptah. Rames II heeft zeer veel vrouwen gehad, waarmee hij 111 zonen en 51 dochters het levenlicht doet aanschouwen en hij is 67 jaar aan de macht geweest. Zij vader is Hattulili (Seti I) en zijn moeder Tuya.
*.
De tempel van Ramses II Aboe Simbel) is uitgehakt in de rotsenRamses II of Ramses de Grote was de derde farao uit van de 19e dynastie uit de Egyptische Oudheid.
*.
Biografie.
Ramses II wordt wel beschouwd als de grootste farao aller tijden. Hij was een groot veldheer en bouwer. Hij liet onder andere Aboe Simbel en het Ramesseum bouwen en breidde ook verschillende andere tempels uit. Daar is de tempel van Abydos wellicht het beste voorbeeld van. Bovendien liet hij een nieuwe hoofdstad in de Nijldelta bouwen om zo eerder te kunnen reageren op een Hettitische aanval. Hij had vele vrouwen, waaronder Nefertari, die een van de mooiste graven in de vallei der koninginnen heeft. Zelf is Ramses begraven in de vallei der koningen (graf DK 7). Zijn mummie bevindt zich hedentendage in Caïro.
*.
Op de leeftijd van veertien jaar werd hij tot co-regent benoemd. Hij bereikte een zeer hoge leeftijd (waarschijnlijk negentig jaar) en vierde daardoor vele Sed-festivals. Mogelijk was hij ook farao ten tijde van de Exodus. Hij overleed na een regering van maar liefst 66 jaar en 2 maanden en werd opgevolgd door zijn dertiende zoon Merenptah.
*.
Kadesh.
In het begin van zijn regering vocht hij een grote veldslag uit, met de Hettieten, bij Kadesh. Hij riep zichzelf uit als grote overwinnaar van deze slag terwijl hij dat in feite niet was. Door een valstrik van de Hettieten, leed zijn leger al snel heel erg zware verliezen. Al bij de eerste aanval verloor Ramses twee van de vier divisies van vijfduizend man die hij bij zich had. Ramses kon ontsnappen, geholpen door de laatste divisie en de elite-krijgers van zijn leger die hem te hulp schoten. In de jaren hierna onderhandelde hij met de Hettieten over een verdrag om zich zo gezamenlijk te weren tegen de dreiging uit Assyrië. De originele tekst van het verdrag is bewaard gebleven:.
*.
Mogen duizenden godheden, waaronder de goden en godinnen van Hatti en Egypte, getuige zijn van dit verdrag tussen de keizer van Hatti en de farao van Egypte.
Ook zijn getuigen de zon, de maan de goden in godinnen van hemel en aarde, de bergen en de rivieren, de zee, de winden en de wolken.
De duizenden godheden zullen het huis, het land en de onderdanen vernietigen van degene die zich niet aan het verdrag houdt.
De duizenden godheden zullen ervoor zorgen dat degene die zich er wel aan houdt een rijk en gelukkig leven zal leiden met zijn huisgenoten, zijn kinderen en zijn onderdanen.
*.
Ramses is de bekendste farao en heeft een moeilijk leven gehad. Uiteindelijk overleed hij aan reumatiek. Ook had hij een ziekte aan zijn tanden.
*.
Aboe Simbel.
Aboe Simbel: de grote tempel van Ramses II.
Hathor en Nefertari Tempel.
Egypte met locatie Aboe SimbelHet archeologische complex Aboe Simbel bestaat uit twee enorme stenen Egyptische tempels in het zuiden van Egypte op de westelijke oever van het Nassermeer.
*.
De vallei, die bekend staat als de Nubische Monumenten, loopt van Aboe Simbel tot Philae en staat op de lijst van Werelderfgoed van de UNESCO.
*.
Geschiedenis.
De twee tempels werden uit de bergwand gehakt door Ramses II in de 13e eeuw v.Chr. om zijn Nubische buren onder de indruk te brengen en om zichzelf en zijn koningin Nefertari te eren. In de rotstempel bevonden zich in de grote zuilenhal acht zuilen in de gedaante van Ramses II, elk bijna 10 meter hoog. De afstand van de indrukwekkende voorhof tot aan het allerheiligste bedroeg 55 meter. Behalve de beelden in het inwendige van de tempel, liet Ramses voor de façade vier kolossale beelden van zichzelf maken. Tussen de benen van deze aan weerszijden van de hoofdingang geplaatste beelden staat een aantal kleinere beelden die de moeder van Ramses, diens echtgenote - koningin Nefertari - en verscheidene van de 100 kinderen van de farao voorstellen. De tempel was zo gebouwd dat het zonlicht op twee dagen van het jaar via de ingang precies op twee van de vier in het heiligdom staande beelden viel; deze beelden stellen Ramses en de Egyptische oppergod Amon voor. Op deze dagen - respectievelijk in februari en oktober - werden wellicht de militaire overwinningen van Ramses II gevierd.
In maart 1813 werden de tempels ontdekt door de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt. In 1815 lukte het de Engelsman William John Bankes en de Italiaan Giovanni Finati de tempel van Hathor en Nefertari binnen te komen maar door de enorme hoeveelheid zand was het onmogelijk de grotere tempel van Ramses II uit te graven. Uiteindelijk was het Giovanni Battista Belzoni die op 1 augustus 1817, na meer dan een maand bezig te zijn geweest het zand te verwijderen, de tempel na eeuwen als eerste kon betreden.
*.
Verhuizing.
Tussen 1964 en 1968 werden beide tempels in grote blokken gezaagd en opnieuw opgebouwd op een locatie die 65 meter hoger lag, en 200 meter verder van de rivier. Hiertoe werd op deze plek een tweetal grote betonnen koepels gebouwd, aan de buitenkant bekleed met natuurlijke steen, waar de tempels in feite in werden geschoven. Ze zien er nu dus nog steeds uit alsof ze uit de rotsen zijn gehouwen. De tempels werden verhuisd om ze te redden van het rijzende water van het Nassermeer, het grote stuwmeer dat ontstond na de voltooiing van de Aswandam.
*.
Slag bij Kadesh.
De Slag bij Kadesh (soms ook als Kadesj, Qadesh of Quadesh gespeld) ook wel Kinza genoemd - te identificeren met het huidige Tell Nebi Mend aan de rivier Orontes in Syrië - vond plaats bij Kadesh tussen de legers van Egypte onderleiding van Ramses II (1290 – 1224 v. Chr.) en de Hettitische strijdmachten onder leiding van Muwatalli II en werd nabij die rivier uitgevochten in het jaar 1274 v.Chr.
*.
Aan de slag bij de rivier de Orontes tussen het Koninkrijk Egypte en het Hettische Rijk, waarbij de commandanten aan weerszijden, resp. Ramses II en Muwatali II mee strijden, hebben aan de zijde van de Hettieten strijden circa 2000 strijdwagens, elk met een bemanning van 3 personen en circa 16.000 infanteristen. Ramses komt ten tonele van circa 3000 strijdwagen met elk 2 bemanningsleden en een troepenmacht van circa 20.0000 infanteristen.
*.
De slag bij Kadesh was de militaire climax in de spanning tussen het Egyptische en het Hettitische rijk, in een conflict dat al jaren sleepte. Beide machten troffen elkaar in de grensgebieden van hun rijken, het huidige Syrië. De Hettieten waren naar Syrië afgezakt om Amurru, een voormalige vazal die naar de Egyptische kant was overgelopen, terug onder Hettitisch gezag te plaatsen. De Hettieten kampeerden in Carchemish en waren woest op de Egyptenaren vanwege dat verraad. De Egyptenaren zelf deden er alles aan om de controle over hun nieuwe vazal te behouden en rukten massaal uit om het land te beschermen. Het was waarschijnlijk de grootste strijdwagenslag ooit, er werden ongeveer 5000 voertuigen ingezet.
*.
De Hettitische koning Muwatalli II plaatste zijn troepen achter de grote heuvel bij Kadesh. Hij kon beroep doen op vele van zijn bondgenoten, waaronder Rimisharrinaa, de koning van Aleppo. Ramses II voelde zich veilig nabij Kadesh want hij dacht dat het Hettietische leger nog in Aleppo zat, maar kwam de waarheid pas te weten toen zijn verkenners twee Hettietische soldaten gevangennamen. Ramses zond onmiddellijk koeriers naar de Ptah en Setekh divisies (in het Egyptische leger kregen de divisies namen van goden), die zich nog steeds aan de verkeerde kant van de rivier Orontes bevonden en maande hen hem snel te hulp te komen. Echter voordat Ramses zijn divisies bijeen kon krijgen, reden ongeveer 2000 strijdwagens van Muwatilli's strijdmacht in op het centrum van de Ra en Amon divisies en sloegen aan het plunderden in de Egyptische kolonne. De Hettiten, in (voorbarige) overwinningsroes en afgeleid door alle buit die er te halen viel, werden op hun beurt echter overvallen door de haastig ontboden Ptah en Setekh divisies, die zodoende Ramses van de ondergang wisten te redden.
*.
De Egyptenaren moesten nu terugtrekken. Ramses zelf kon ternauwernood ontsnappen aan gevangenschap, mede door versterkingen die door Amurru gestuurd waren om de farao te assisteren en die de Hettieten konden terugdringen. Door de gewonnen tijd konden de Egyptenaren zich hergroeperen en de strijdwagens van de Hettieten bijna omsingelen, maar die slaagden erin om zich over de Orontes terug te trekken en zich terug bij de rest van hun leger te voegen.
*.
Beide kampen noemden deze slag een overwinning, maar Ramses' troepen hadden veruit de meeste slachtoffers en waren er niet in geslaagd om meer grondgebied in te nemen. Kadesh en Amurru werden door de Hettieten hernomen. Dit verlies van prestige zorgde voor een reeks van opstanden in het Egyptische Rijk, waardoor Ramses zich niet meer op het grensconflict kon concentreren. En in 1259, in het 21ste jaar van de heerschappij van Ramses II, 15 jaar na de slag, werd het eerste paritaire vredesverdrag ter wereld (voor zover bekend althans) gesloten tussen Ramses II en Hattusili III (broer (?) en indirecte opvolger van Muwatalli II). Van dat verdrag bestaan drie versies: een Oud-/Middel Egyptische, een Akkadische en een Hettitische variant. Overigens is een reproductie van het vredesverdrag heden ten dage te vinden in het Verenigde Naties gebouw in New York.
*.
Nog eens 13 jaar later, in 1246 v.Chr. stuurden Hattusili III en zijn vrouw Puduheba een hunner dochters naar Egypte om in het huwelijk te treden met Ramses II, opdat de goede relaties tussen de beide dynastieen daarmee verzekerd zouden zijn.
*.
Ramesseum.
Het Ramesseum was de tempel die door Ramses II was opgetrokken op de westoever van de Nijl vlak bij de stad Luxor. De tempel was één van de 'kastelen van miljoenen jaren' en diende voor de cultus van de farao en Amon. Het is in deze tempel dat het Sed-festival werd gehouden. De tempel werd door Champollion Ramesseum genoemd, hoewel het ook onder andere namen bekend stond. Eén van de betitelingen van de tempel was 'het graf van Ozymandias' (afgeleid van Oesermaatre, de Horus-naam van Ramses II) en door Strabo werd het Memnonium genoemd, verwijzend naar de Griekse held Memnon.
*.
Geschiedenis van het Ramesseum.
De aanvang van de bouw begon reeds in het eerste regeringsjaar van Ramses II en er werd gedurende de tijd heel wat aan bijgebouwd. De tempel diende oorspronkelijk voor de cultus van Ramses II, maar werd door een vroege aardbeving al snel vernietigd. Veel delen werden toen gebruikt voor de tempel van Medinet Haboe. Later diende de tempel onder meer als graf voor de Thebaanse priesters in de Derde tussentijd. Daarna werd ze opnieuw als steengroeve gebruikt in de XIXde dynastie. Koptische christenen benutten de tempel vervolgens als kerk. Er werden talrijke ostraca en papyri gevonden wat doet vermoeden dat ze eveneens als school fungeerde.
*.
Architectuur.
De tempel heeft een oppervlakte van 58 bij 183 meter en is omgeven door een muur. Bij het 'kasteel van miljoenen jaren' werd voor het eerst een pyloon gebruikt bij dit type van gebouw. De achterzijde van de pyloon werd later versierd met taferelen van de Slag bij Kadesh. Daarna komen we uit op het eerste hof. Hier ligt een reusachtige granieten kolos die echter omgevallen is. Deze is 19 meter groot en weegt 1000 ton. Ze stelt de farao Ramses voor en was een inspiratiebron voor het werk Ozymandias van de poëet Shelley. Dan komen we bij de tweede pyloon die toegang heeft tot het tweede hof, waar er aan de zijkanten zuilenhallen waren. De zuilenhallen bestonden uit Osiris-pijlers die de farao-god voorstelden. Er waren ook twee kolossen van Ramses II op het tweede hof. Eén staat er nog, maar de tweede werd door Belzoni in 1816 weggesleept en per schip dan naar het British Museum gebracht; waar het nog steeds staat. Deze kolos werd ook wel de jonge Memnon genoemd.
*.
Daarna komen we terecht in de hypostyle-zaal. Deze bestond uit 2 rijen van 6 grote papyruszuilen en 6 rijen met telkens 6 kleinere open papyruszuilen. Dit wordt mede door haar mooie kleuren als een van de mooiste hypostyle zalen van Egypte beschouwd. Dan komen we in drie hallen die elk 8 zuilen hebben. De eerste hal geeft de processie van de barken weer en wordt de 'Hal der boten' genoemd. Alle drie de hallen zijn zeer slecht bewaard. De laatste wordt de Hal der litanieën genoemd. Daarna komen we in het allerheilige.
*.
Bijgebouwen.
Aan de zijkant van de tempel zijn er verschillende gebouwen bijgebouwd, die ook door Ramses II zijn opgetrokken. Naast het eerste hof ligt het tempelpaleis; een gebouw dat tijdens de ceremonieën werd gebruikt door de farao. Een aangrenzende kapel voor Toeja, de moeder van Ramses II, en zijn meest geliefde vrouw Nefertari.
*.
Bronnen en literatuur: Strabo, Geographica, 17, 46, 810; Goyon J. & el-Ashiri H, Le Ramesseum, 12 v, 1979; Siliotto A,Egypte: tempels, mensen en goden, 1994;.
Stadelmann R, Ramesseum in: Helck, Lexicon für Ägyptologie, V, 91-98.
Links: Association pour la sauvegarde du Ramesséum (particularly the "virtual restoration"); Plan of the Ramesseum site (University College London); The Younger Memnon (British Museum); Ozymandias (Shelley).

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Tachat*-1270     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Website Gemeinde Wietmarschen, Gem. Wietmarsch
3.Afgeschermd, Wikipedia

Ramses II
 
Ramses II 1,2, geb. 1,2 in 1303 BC1,2,1,2,1,2, farao van 1279 BC tot 1213 BC, ovl. (ongeveer 89 jaar oud) 2 op woensdag 12 jun 1213 BC1,2,1,2, begr. 2.



Aantekeningen bij Ramses II .
Ramses II.
Farao van verenigd Egypte, Periode ca. 1290 - 1224 v.Chr, Voorganger Seti I,.
Opvolger Merenptah. Rames II heeft zeer veel vrouwen gehad, waarmee hij 111 zonen en 51 dochters het levenlicht doet aanschouwen en hij is 67 jaar aan de macht geweest. Zij vader is Hattulili (Seti I) en zijn moeder Tuya.
*.
De tempel van Ramses II Aboe Simbel) is uitgehakt in de rotsenRamses II of Ramses de Grote was de derde farao uit van de 19e dynastie uit de Egyptische Oudheid.
*.
Biografie.
Ramses II wordt wel beschouwd als de grootste farao aller tijden. Hij was een groot veldheer en bouwer. Hij liet onder andere Aboe Simbel en het Ramesseum bouwen en breidde ook verschillende andere tempels uit. Daar is de tempel van Abydos wellicht het beste voorbeeld van. Bovendien liet hij een nieuwe hoofdstad in de Nijldelta bouwen om zo eerder te kunnen reageren op een Hettitische aanval. Hij had vele vrouwen, waaronder Nefertari, die een van de mooiste graven in de vallei der koninginnen heeft. Zelf is Ramses begraven in de vallei der koningen (graf DK 7). Zijn mummie bevindt zich hedentendage in Caïro.
*.
Op de leeftijd van veertien jaar werd hij tot co-regent benoemd. Hij bereikte een zeer hoge leeftijd (waarschijnlijk negentig jaar) en vierde daardoor vele Sed-festivals. Mogelijk was hij ook farao ten tijde van de Exodus. Hij overleed na een regering van maar liefst 66 jaar en 2 maanden en werd opgevolgd door zijn dertiende zoon Merenptah.
*.
Kadesh.
In het begin van zijn regering vocht hij een grote veldslag uit, met de Hettieten, bij Kadesh. Hij riep zichzelf uit als grote overwinnaar van deze slag terwijl hij dat in feite niet was. Door een valstrik van de Hettieten, leed zijn leger al snel heel erg zware verliezen. Al bij de eerste aanval verloor Ramses twee van de vier divisies van vijfduizend man die hij bij zich had. Ramses kon ontsnappen, geholpen door de laatste divisie en de elite-krijgers van zijn leger die hem te hulp schoten. In de jaren hierna onderhandelde hij met de Hettieten over een verdrag om zich zo gezamenlijk te weren tegen de dreiging uit Assyrië. De originele tekst van het verdrag is bewaard gebleven:.
*.
Mogen duizenden godheden, waaronder de goden en godinnen van Hatti en Egypte, getuige zijn van dit verdrag tussen de keizer van Hatti en de farao van Egypte.
Ook zijn getuigen de zon, de maan de goden in godinnen van hemel en aarde, de bergen en de rivieren, de zee, de winden en de wolken.
De duizenden godheden zullen het huis, het land en de onderdanen vernietigen van degene die zich niet aan het verdrag houdt.
De duizenden godheden zullen ervoor zorgen dat degene die zich er wel aan houdt een rijk en gelukkig leven zal leiden met zijn huisgenoten, zijn kinderen en zijn onderdanen.
*.
Ramses is de bekendste farao en heeft een moeilijk leven gehad. Uiteindelijk overleed hij aan reumatiek. Ook had hij een ziekte aan zijn tanden.
*.
Aboe Simbel.
Aboe Simbel: de grote tempel van Ramses II.
Hathor en Nefertari Tempel.
Egypte met locatie Aboe SimbelHet archeologische complex Aboe Simbel bestaat uit twee enorme stenen Egyptische tempels in het zuiden van Egypte op de westelijke oever van het Nassermeer.
*.
De vallei, die bekend staat als de Nubische Monumenten, loopt van Aboe Simbel tot Philae en staat op de lijst van Werelderfgoed van de UNESCO.
*.
Geschiedenis.
De twee tempels werden uit de bergwand gehakt door Ramses II in de 13e eeuw v.Chr. om zijn Nubische buren onder de indruk te brengen en om zichzelf en zijn koningin Nefertari te eren. In de rotstempel bevonden zich in de grote zuilenhal acht zuilen in de gedaante van Ramses II, elk bijna 10 meter hoog. De afstand van de indrukwekkende voorhof tot aan het allerheiligste bedroeg 55 meter. Behalve de beelden in het inwendige van de tempel, liet Ramses voor de façade vier kolossale beelden van zichzelf maken. Tussen de benen van deze aan weerszijden van de hoofdingang geplaatste beelden staat een aantal kleinere beelden die de moeder van Ramses, diens echtgenote - koningin Nefertari - en verscheidene van de 100 kinderen van de farao voorstellen. De tempel was zo gebouwd dat het zonlicht op twee dagen van het jaar via de ingang precies op twee van de vier in het heiligdom staande beelden viel; deze beelden stellen Ramses en de Egyptische oppergod Amon voor. Op deze dagen - respectievelijk in februari en oktober - werden wellicht de militaire overwinningen van Ramses II gevierd.
In maart 1813 werden de tempels ontdekt door de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt. In 1815 lukte het de Engelsman William John Bankes en de Italiaan Giovanni Finati de tempel van Hathor en Nefertari binnen te komen maar door de enorme hoeveelheid zand was het onmogelijk de grotere tempel van Ramses II uit te graven. Uiteindelijk was het Giovanni Battista Belzoni die op 1 augustus 1817, na meer dan een maand bezig te zijn geweest het zand te verwijderen, de tempel na eeuwen als eerste kon betreden.
*.
Verhuizing.
Tussen 1964 en 1968 werden beide tempels in grote blokken gezaagd en opnieuw opgebouwd op een locatie die 65 meter hoger lag, en 200 meter verder van de rivier. Hiertoe werd op deze plek een tweetal grote betonnen koepels gebouwd, aan de buitenkant bekleed met natuurlijke steen, waar de tempels in feite in werden geschoven. Ze zien er nu dus nog steeds uit alsof ze uit de rotsen zijn gehouwen. De tempels werden verhuisd om ze te redden van het rijzende water van het Nassermeer, het grote stuwmeer dat ontstond na de voltooiing van de Aswandam.
*.
Slag bij Kadesh.
De Slag bij Kadesh (soms ook als Kadesj, Qadesh of Quadesh gespeld) ook wel Kinza genoemd - te identificeren met het huidige Tell Nebi Mend aan de rivier Orontes in Syrië - vond plaats bij Kadesh tussen de legers van Egypte onderleiding van Ramses II (1290 – 1224 v. Chr.) en de Hettitische strijdmachten onder leiding van Muwatalli II en werd nabij die rivier uitgevochten in het jaar 1274 v.Chr.
*.
Aan de slag bij de rivier de Orontes tussen het Koninkrijk Egypte en het Hettische Rijk, waarbij de commandanten aan weerszijden, resp. Ramses II en Muwatali II mee strijden, hebben aan de zijde van de Hettieten strijden circa 2000 strijdwagens, elk met een bemanning van 3 personen en circa 16.000 infanteristen. Ramses komt ten tonele van circa 3000 strijdwagen met elk 2 bemanningsleden en een troepenmacht van circa 20.0000 infanteristen.
*.
De slag bij Kadesh was de militaire climax in de spanning tussen het Egyptische en het Hettitische rijk, in een conflict dat al jaren sleepte. Beide machten troffen elkaar in de grensgebieden van hun rijken, het huidige Syrië. De Hettieten waren naar Syrië afgezakt om Amurru, een voormalige vazal die naar de Egyptische kant was overgelopen, terug onder Hettitisch gezag te plaatsen. De Hettieten kampeerden in Carchemish en waren woest op de Egyptenaren vanwege dat verraad. De Egyptenaren zelf deden er alles aan om de controle over hun nieuwe vazal te behouden en rukten massaal uit om het land te beschermen. Het was waarschijnlijk de grootste strijdwagenslag ooit, er werden ongeveer 5000 voertuigen ingezet.
*.
De Hettitische koning Muwatalli II plaatste zijn troepen achter de grote heuvel bij Kadesh. Hij kon beroep doen op vele van zijn bondgenoten, waaronder Rimisharrinaa, de koning van Aleppo. Ramses II voelde zich veilig nabij Kadesh want hij dacht dat het Hettietische leger nog in Aleppo zat, maar kwam de waarheid pas te weten toen zijn verkenners twee Hettietische soldaten gevangennamen. Ramses zond onmiddellijk koeriers naar de Ptah en Setekh divisies (in het Egyptische leger kregen de divisies namen van goden), die zich nog steeds aan de verkeerde kant van de rivier Orontes bevonden en maande hen hem snel te hulp te komen. Echter voordat Ramses zijn divisies bijeen kon krijgen, reden ongeveer 2000 strijdwagens van Muwatilli's strijdmacht in op het centrum van de Ra en Amon divisies en sloegen aan het plunderden in de Egyptische kolonne. De Hettiten, in (voorbarige) overwinningsroes en afgeleid door alle buit die er te halen viel, werden op hun beurt echter overvallen door de haastig ontboden Ptah en Setekh divisies, die zodoende Ramses van de ondergang wisten te redden.
*.
De Egyptenaren moesten nu terugtrekken. Ramses zelf kon ternauwernood ontsnappen aan gevangenschap, mede door versterkingen die door Amurru gestuurd waren om de farao te assisteren en die de Hettieten konden terugdringen. Door de gewonnen tijd konden de Egyptenaren zich hergroeperen en de strijdwagens van de Hettieten bijna omsingelen, maar die slaagden erin om zich over de Orontes terug te trekken en zich terug bij de rest van hun leger te voegen.
*.
Beide kampen noemden deze slag een overwinning, maar Ramses' troepen hadden veruit de meeste slachtoffers en waren er niet in geslaagd om meer grondgebied in te nemen. Kadesh en Amurru werden door de Hettieten hernomen. Dit verlies van prestige zorgde voor een reeks van opstanden in het Egyptische Rijk, waardoor Ramses zich niet meer op het grensconflict kon concentreren. En in 1259, in het 21ste jaar van de heerschappij van Ramses II, 15 jaar na de slag, werd het eerste paritaire vredesverdrag ter wereld (voor zover bekend althans) gesloten tussen Ramses II en Hattusili III (broer (?) en indirecte opvolger van Muwatalli II). Van dat verdrag bestaan drie versies: een Oud-/Middel Egyptische, een Akkadische en een Hettitische variant. Overigens is een reproductie van het vredesverdrag heden ten dage te vinden in het Verenigde Naties gebouw in New York.
*.
Nog eens 13 jaar later, in 1246 v.Chr. stuurden Hattusili III en zijn vrouw Puduheba een hunner dochters naar Egypte om in het huwelijk te treden met Ramses II, opdat de goede relaties tussen de beide dynastieen daarmee verzekerd zouden zijn.
*.
Ramesseum.
Het Ramesseum was de tempel die door Ramses II was opgetrokken op de westoever van de Nijl vlak bij de stad Luxor. De tempel was één van de 'kastelen van miljoenen jaren' en diende voor de cultus van de farao en Amon. Het is in deze tempel dat het Sed-festival werd gehouden. De tempel werd door Champollion Ramesseum genoemd, hoewel het ook onder andere namen bekend stond. Eén van de betitelingen van de tempel was 'het graf van Ozymandias' (afgeleid van Oesermaatre, de Horus-naam van Ramses II) en door Strabo werd het Memnonium genoemd, verwijzend naar de Griekse held Memnon.
*.
Geschiedenis van het Ramesseum.
De aanvang van de bouw begon reeds in het eerste regeringsjaar van Ramses II en er werd gedurende de tijd heel wat aan bijgebouwd. De tempel diende oorspronkelijk voor de cultus van Ramses II, maar werd door een vroege aardbeving al snel vernietigd. Veel delen werden toen gebruikt voor de tempel van Medinet Haboe. Later diende de tempel onder meer als graf voor de Thebaanse priesters in de Derde tussentijd. Daarna werd ze opnieuw als steengroeve gebruikt in de XIXde dynastie. Koptische christenen benutten de tempel vervolgens als kerk. Er werden talrijke ostraca en papyri gevonden wat doet vermoeden dat ze eveneens als school fungeerde.
*.
Architectuur.
De tempel heeft een oppervlakte van 58 bij 183 meter en is omgeven door een muur. Bij het 'kasteel van miljoenen jaren' werd voor het eerst een pyloon gebruikt bij dit type van gebouw. De achterzijde van de pyloon werd later versierd met taferelen van de Slag bij Kadesh. Daarna komen we uit op het eerste hof. Hier ligt een reusachtige granieten kolos die echter omgevallen is. Deze is 19 meter groot en weegt 1000 ton. Ze stelt de farao Ramses voor en was een inspiratiebron voor het werk Ozymandias van de poëet Shelley. Dan komen we bij de tweede pyloon die toegang heeft tot het tweede hof, waar er aan de zijkanten zuilenhallen waren. De zuilenhallen bestonden uit Osiris-pijlers die de farao-god voorstelden. Er waren ook twee kolossen van Ramses II op het tweede hof. Eén staat er nog, maar de tweede werd door Belzoni in 1816 weggesleept en per schip dan naar het British Museum gebracht; waar het nog steeds staat. Deze kolos werd ook wel de jonge Memnon genoemd.
*.
Daarna komen we terecht in de hypostyle-zaal. Deze bestond uit 2 rijen van 6 grote papyruszuilen en 6 rijen met telkens 6 kleinere open papyruszuilen. Dit wordt mede door haar mooie kleuren als een van de mooiste hypostyle zalen van Egypte beschouwd. Dan komen we in drie hallen die elk 8 zuilen hebben. De eerste hal geeft de processie van de barken weer en wordt de 'Hal der boten' genoemd. Alle drie de hallen zijn zeer slecht bewaard. De laatste wordt de Hal der litanieën genoemd. Daarna komen we in het allerheilige.
*.
Bijgebouwen.
Aan de zijkant van de tempel zijn er verschillende gebouwen bijgebouwd, die ook door Ramses II zijn opgetrokken. Naast het eerste hof ligt het tempelpaleis; een gebouw dat tijdens de ceremonieën werd gebruikt door de farao. Een aangrenzende kapel voor Toeja, de moeder van Ramses II, en zijn meest geliefde vrouw Nefertari.
*.
Bronnen en literatuur: Strabo, Geographica, 17, 46, 810; Goyon J. & el-Ashiri H, Le Ramesseum, 12 v, 1979; Siliotto A,Egypte: tempels, mensen en goden, 1994;.
Stadelmann R, Ramesseum in: Helck, Lexicon für Ägyptologie, V, 91-98.
Links: Association pour la sauvegarde du Ramesséum (particularly the "virtual restoration"); Plan of the Ramesseum site (University College London); The Younger Memnon (British Museum); Ozymandias (Shelley).

tr. (1)
met

Nn 1, dr. van Hattusili III en Padu-Chepa, geb. circa 1260 BC, Hettische prinses.

tr. (2)
met

Henutmire , tr. (2) met Nn . Uit dit huwelijk geen kinderen.

sam. (3) 1,1,3
met

Maathornefrure (Maathorenefrure) 1,3, dr. van Hattusili III en Padu-Chepa, geb. circa 1275 BC1,3,1,3,3, ovl. (minstens 57 jaar oud) na 1218 BC1,3,1,3.

Uit dit huwelijk 2 zonen:1,3

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Setnacht*-1144  †-1087  57
Neferure     

tr. (4)
met

Meritamun .

tr. (5)
met

Nebettauy .

tr. (6)
met

Bint Anat , tr. (2) met haar neef Menenptha Ook: Merenptah 1,3, zn. van Ramses II en Isnetnefret I, geb. te Heliopolis [Egy]1 circa 1271 BC1,3,1,3,1,3, farao van 1213 BC tot 1204 BC, ovl. (ongeveer 67 jaar oud) in 1204 BC1,3,1,3, begr. 3. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn     

tr. (7)
met

Suteriroy .

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ramses Siptha     

tr. (8)
met

Isnetnefret I (Isetnefret I) , dr. van Nn en Nn.

Uit dit huwelijk 8 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Menenptha*-1271 Heliopolis [Egy] †-1204  67
Setepenre     
Meriamun     
Isetnofret II     
Montuherchepeschef     
Chaemwese     
Ramses     
Bint Anat     

tr. (9)
met

Henutmire 1, dr. van Sethos I en Tuja, geb. circa 1295 BC1,1, ovl. (minstens 56 jaar oud) na 1239 BC1,1.

tr. (10)
met

Nn .

Uit dit huwelijk 37 kinderen, waaronder:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Wermaa?     
Shepsemiunu     
Sethemnachte     
Setem[hir..]     
Seshenesuen     
Samses Userpethy     
Ramses Payotnetjer     
Samses-Meriamun-Nebseben     
Ramses Maatptah     
10 Merymentu     
11 Mahiranat     
12 Geregtawi     
13 Astartehirwenemef     
14 Rameses-Merymaat     
15 Rameses-Meryastarte     
16 Ramses-Sichepri     
17 Rames-Meyset     
18 Ramses-Userchepesch     
19 Rames-[...]pre     
20 Ramses Siatum     
21 Rames Meretmire     
22 Mentuenhequa     
23 Nubemweskhet     
24 Tuia-Nebettawy     
25 Tia-Sitre     
26 Satimum     
27 Nebetananash     
28 Henuttatemu     
29 Nebt-Lam-Nedjem     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Website Gemeinde Wietmarschen, Gem. Wietmarsch
3.Afgeschermd, Wikipedia

Dossier:
')}