Westerwolde is een streek rondom de bekende Ruiten-Aa, de Mussel-Aa en de Westerwoldse Aa. Het gebied wordt in de 18e eeuw ook wel Woldingen of Westwoldingen genoemd, de inwoners Westwoldingers. Ten westen en ten zuiden van Westerwolde liggen de Groninger Veenkoloniën, ten noorden het Reiderland en ten oosten het Eemsland in Duitsland. De oude dorpen Ter Apel, Sellingen, Vlagtwedde, Onstwedde, Wedde en Vriescheloo en het later gestichte Alteveer (ten noorden van Stadskanaal) horen bij deze voormalige heerlijkheid[1].
Bellingwolde en Blijham hebben een afzonderlijke heerlijkheid gevormd, die vanouds sterke banden heeft gehad met het Oldambt. Het vestingdorp Bourtange, gesticht in 1593, heeft eerder onder het gezag van de Staten Generaal gevallen.
Staatkundige kaart van Groningen en Ommelanden voor 1795 (Franse inval van de Nederlanden), met daarop afgebeeld de interne grenzen van de kwartieren en onderkwartieren, indicatie van de grenzen van het voormalige Reiderland, de belangrijkste plaatsen en waterwegen in de 17e en 18e eeuw, de kustlijn van de Dollard in 1520 (grootste omvang), en geeft in tekst belangrijke historische staatkundige gebeurtenissen weer. Auteur: NLBerendsen, 19 october 2018. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International license.
Een Westerwoldse boerderij. Grote boerderij met voorhuis dat even breed is als de schuur en met bakhuis aan de Borgerweg 3 in Ter Borg bij Vlagtwedde. Foto: Hardscarf, juni 2011. Rijksmonument nr. 37460. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported licentie.
Kaart van de provincie Groningen waarop ingetekend het landschap naar de geschiedenis.
Plaat '036av-036br' uit de Atlas Ortelius van Abraham Ortelius (1527-1589). Oorspronkelijke druk is uit 1571, aanvullingen uit 1573, 1579 en 1584. Complete geschiedenis van dit werk. Op deze kaart wordt Noord-Oost Nederland getoond. De Atlas Ortelius is de eerste ‘moderne’ wereldatlas. Abraham Ortelius maakt zijn Theatrum orbis terrarum aan het eind van de zestiende eeuw in Antwerpen. Ortelius laat een aantal bestaande kaarten opnieuw tekenen in een standaardformaat en geeft ze uit als boek. Ook hier zien we de streek Westerwolde aangegeven, dit keer in de kleur roze. Licentie: Publiek Domein.
Kaart of landtafereel der provincie van Groningen en Ommelanden full.jpg, waarbij de witruimtes tussen de 4 kaartbladen zoveel mogelijk zijn weggehaald. Kaart: Theodus Beckeringh (1712-1790). Kaart: 1781. Originele naam: Beckeringhkaart of Borgenkaart. Eigenlijke naam: "Kaart of landtafereel der provincie van Groningen en Ommelanden verdeelt in deszelfs byzondere quartieren, districten en voornaamste iurisdictien : beneffens de Heerlykheid Westerwolde". Licentie: Publieke Domein.
De band met Corvey heeft ervoor gezorgd dat Westerwolde kerkelijk tot het bisdom Osnabrück heeft behoord, bestuurlijk echter onder het Prinsbisdom Münster. Dit geeft Westerwolde in de tweede helft van de Middeleeuwen weer in leen aan het geslacht Addinga dat zijn land is kwijtgeraakt door het oprukken van de Dollard. Deze heren bouwen het slot te Wedde en voeren een hardvochtig bewind. De bevolking van Westerwolde komt daar in de 15e eeuw tegen in opstand.
In 1530 komt het gebied in handen van de Hertog van Gelre, die het in leen geeft aan Berend van Hackfort[5], maar al in 1536 wordt het na een slag bij Heiligerlee veroverd door de troepen van Keizer Karel V's Friese stadhouder Schenk van Toutenburg[6]. Als beloning schenkt Karel V Westerwolde als persoonlijk leengoed aan de stadhouder, wiens nakomelingen het in 1561 doorverkopen aan stadhouder Jan van Ligne, graaf van Aremberg[7] .
De bevolking weigert Van Hove te huldigen. Als partijganger van Oldenbarnevelt moet hij ten slotte naar Friedrichstadt uitwijken. In 1619 verkrijgt de stad Groningen het landje in eigendom. Formeel is Westerwolde dan een Generaliteitsland[8], maar feitelijk wordt het door de stad beheerst.
Halverwege de zeventiende eeuw doet de bisschop van Munster, Bernard van Galen, tot tweemaal toe een poging om zijn rechten weer geldend te maken, maar na het mislukte Beleg van Groningen moet hij zich definitief bij het verlies neerleggen in 1671. De geïsoleerde positie verdwijnt als het Bourtangerveen wordt ontgonnen vanaf de 17e tot in de twintigste eeuw.
De Wedder Burcht uit de veertiende eeuw is weer omgeven door een heuse slotgracht met een ophaalburg zoals dat vroeger ook is geweest. De gracht en de brug hebben lange tijd de vijand tegen moeten houden, want ronde de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) is dat echt nodig. Later komt Bommen Berend langs en logeert hij in de burcht om daarna de stad Groningen te bombarderen.
In het zuidoosten van de provincie Groningen kun je heerlijk wandelen in een stille, rustige omgeving. Er liggen graspaden en oude houtwallen langs de meanderende beekjes zoals genoemd in de tekst: de Ruiten Aa en de Mussel A. In de beekdalen is het genieten van de prachtige vergezichten met geurende bloemen en zie je nog het boerenland zoals dat er in het verleden heeft uitgezien.
Landschap
Langs de riviertjes en beekjes hebben de hooi- en weilanden gelegen. Bij Onstwedde, de Onstwedder Holte[9], en bij Sellingen, de Hasseberg[10], liggen morenes uit het Drenthestadium van de op een na laatste ijstijd, het Saalien. Bij Sellingen bevindt zich een boscomplex waarin zich nog een paar restanten bevinden van het vroegere heidelandschap. Tevens is daar een zandafgraving en ook zijn er langs de Ruiten-Aa enkele rivierduintjes zoals bij Ter Wupping.
Bij Smeerling ligt het Metbroekbos, een voor Nederlandse begrippen erg oud bos. De riviertjes en beekjes hebben hun water afvoerende functie verloren door de aanleg van kanalen als het Mussel-Aa-kanaal en het Ruiten-Aa-kanaal. Grootschalige ruilverkavelingen hebben veel kenmerken van het esdorpenlandschap doen verdwijnen. Het landschap is daardoor opener geworden.
Sinds de jaren negentig maakt het gebied waardoor de Ruiten-Aa stroomt deel uit van de ecologische hoofdstructuur van Nederland, waardoor veel gronden verworven zijn door natuurbeschermingsorganisaties als Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Ook is er op bepaalde terreinen aan natuurbouw gedaan.
Wandelen in het dal van de Ruiten Aa loop je zo een natuurgebied binnen. Een stukje over het fietspad en daarna over een graspad. Het is wel verstandig om je laarzen mee te nemen, want het gras kan hier heerlijk zompig zijn. Je loopt vervolgens langs graslanden, beekdalen en bossingels. De beek, de Ruiten Ae, zie je hier al sinds 1327 door het beekdal stromen. Denk niet dat je alleen bent, het is schrikken als sommige vogels, zoals fazanten en reigers, plotselijk uit het rietgras omhoog schieten de lucht in.
De vruchtbare kleigronden zorgen voor veel meer welvaart onder de boeren dan op de zandgronden. Dit gebied vormt dan ook de overgangszone naar het Oldambt waar in de negentiende eeuw ook een standsverschil heeft bestaan tussen rijke boeren met veel grondbezit en de arme knechten. De landbouw van dit gebied neemt in de negentiende eeuw een vooraanstaande plaats in wat betreft de teelt van Engels en Italiaans raaigras[11]. Hier, op de grens van Oldambt en Westerwolde, wordt het Westerwolds raaigras (Lolium multiflorum ssp. alternativum), een voor groenbemesting veel toegepaste eenjarige grassoort, geteeld.
Een van de kapitale boerenwoningen aan de Hoofdweg in Bellingwolde. Villaboerderij, gebouwd in 1906 in een Eclectische stijl met Neo-Classicistische en Art Nouveau elementen. In de top een driehoekig venster waaronder twee beelden van de godin Ceres (godin van de landbouw). Foto: Parsifal, 2000. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Nederland licentie. Rijksmonument nr. 520891.
Blijhamster boeren hebben vermoedelijk zaad van Italiaans raaigras van de toenmalige burgemeester Borgesius van Oude Pekela (1860-1880) gekregen. Hiervan wordt al in het jaar van uitzaai zaad gewonnen en zo wordt geselecteerd naar het éénjarige type. De Winschoter tuinders kopen het zaad van de boeren en verhandelen dat onder de naam Westerwolds raaigras.
De Ruiten-Aa bij het Metbroekbos en het Eemboerveld bij Smeerling. Foto: Roepers, 22 april 2004. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported licentie.
Ontginningslandschap
Vele werklozen hebben van de jaren twintig tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw met de hand vele gronden ontgonnen. Hierop ontstaat het ontginningsland dat gekenmerkt wordt door rationele verkaveling en openheid. Hierin liggen dorpen als Hebrecht en Harpel. Met name bij Sellingen zijn in de jaren dertig tot en met de jaren vijftig van de twintigste eeuw bossen geplant op de heidevelden. Hier liggen de bossen met de grootste omvang van Westerwolde, de 600 ha grote Sellinger bossen.
Direct ten zuiden ervan liggen de bossen van Ter Borg waar een 35 ha groot restant van de voormalig uitgestrekte heidevelden bewaard is gebleven. Het is meteen wel het grootste heidegebied van de provincie Groningen.
De beek krijgt ook telkens een andere naam. Het ene moment heet hij Ruiten Ae en een paar stappen verder wordt hij de Mussel Ae genoemd. Op de foto zie je een houten bruggetje, is deze nog wel betrouwbaar om er overheen te lopen? We wagen het en zien dat dit best meevalt. Aan de andere kant van het bruggetje heet het water ineens Westerwoldse Ae. Kijk je verder dan heb je ook nog piepkleinde zijstroompjes, het Oosterholtsdiep, de Oude Loop en het Veeldiep. Ze hebben allemaal een prachtige gemeenschappelijke noemer met oevers overwoekerd door riet, prachtige wilde bloemen en kruiden.
Dialect
De streek Westerwolde ligt binnen de groene lijnen. Het roze gebied (huidige gemeentes Stadskanaal, Vlagtwedde en Bellingwedde) klopt niet meer. Alle andere lijnen/gebieden wel. Kaart/tekening dateert van 12 augustus 2013. De auteur is 'Grönneger 1 Zoekertjes', een Groninger die bepaalde onderwerpen publiceert op Wikimedia. Licentie Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported licentie.
Het klooster te Ter Apel, mag je niet missen.
Een kanon in de vesting Boertange.
|
|||||||||||||
|