Portretfoto van Mischa Hillesum achter de piano, 1942. Bron: Wikipedia. Licentie: Publieke Domein. Het origineel bevindt zich in het Joods museum.
Op 26 januari 2024 is de dag van de Nationale Holocaust Herdenking geweest. Een van de mensen die herdacht is, is de op 22 september 1920 in Winschoten geboren Mischa Hillesum. Misschien heb je nog nooit van hem gehoord, maar hij zou wereldberoemd geworden zijn als hij 80 jaar geleden niet zou zijn overleden. Mischa Hillesum heeft geen graf, hij overlijdt in een trein. Op dinsdag 17 april 1945 komt er een einde aan het leven van deze veelbelovende pianist en componist. Een leven dat begint in de Oranjestraat nummer 26 van Winschoten.
Een muzikaal wonderkind
'Het was bijna griezelig wat de jonge Mischa allemaal kon op de piano. Zijn kleine, bijna altijd vieze handjes raasden over de toetsen. Al op zijn zesde speelde hij Beethoven, Schubert en Mozart; Chopin was zijn lievelingscomponist. Soms ging hij op de grond zitten en speelde zo verder, met de handen boven zijn hoofd en zonder de toetsen te kunnen zien. Voor de kwaliteit van zijn spel maakte het geen verschil. Hij kon ook met de ogen dicht spelen, alsof hij één was met het instrument. Mischa was een wonderkind’. Zo omschrijft Judith Koelemeijer Mischa in haar boek ‘Etty Hillesum, het verhaal van haar leven'.
Foto links: De familie Hillesum. Fotocollectie Joods museum.
Vader maakt carrière in Winschoten
Mischa is het jongere broertje van Jaap en Etty Hillesum. Etty is bekend door de publicatie van haar dagboeken en brieven uit de oorlog. Etty (1914), Mischa (1920) en Jaap (1916) komen uit een muzikaal Joods gezin. Moeder Rivka Hillesum-Bernstein (1881) is een Russische vluchteling. Vader Levi Jacob (Louis) Hillesum (1880) is docent klassieke talen en is, zoals meer jonge Joodse mannen van zijn generatie, een zogeheten 'opstrever':
Hij is een man die zich door zijn opleiding en intelligentie ontworstelt aan zijn Joodse achtergrond. Louis Hillesum maakt carrière en solliciteert op iedere baan die hem weer een stukje omhoog brengt op de maatschappelijke ladder. Zo strijkt het gezin in 1918 neer in een ruime, net opgeleverde woning aan de Oranjestraat nummer 26 in Winschoten. Daar wordt twee jaar later hun zoon Mischa geboren.
Etty Hillesum
De zus van Mischa, Etty Hillesum (1914 –1943) krijgt in 1981 bekendheid door de publicatie van een bloemlezing uit haar dagboeken. Daarin verwoordt ze haar innerlijke ontwikkeling tijdens de Tweede Wereldoorlog en de absurditeiten van de Holocaust. Het boek is niet alleen een sterk persoonlijk document, maar geeft ook inzicht in de wijze waarop de anti-Joodse maatregelen en deportaties in die jaren op Joden zelf zijn overgekomen. Over Etty Hillesum is de laatste jaren veel geschreven en veel wat we weten over Mischa komt uit die boeken van Etty. In Winschoten staat sinds 2019 een monumentje voor het huis aan de Oranjestraat nummer 26 in Winschoten waar de familie heeft gewoond (zie de foto's verderop).
Muzikaal talent en psychische problemen
Mischa’s muzikaal talent is ongekend en op 11-jarige leeftijd wordt hij ondergebracht bij een pleeggezin in Amsterdam om daar verder te studeren aan het conservatorium. Hij krijgt les van de bekende pianist George van Renesse en die constateert dat Mischa na een jaar al het afstudeerniveau van het conservatorium heeft.
Zodra hij daar zit, lijkt alles vergeten en speelt hij als een engel.
Foto links: Micha en Etty in 1935.
Judith Koelemeijer over Mischa in het boek over zijn zus Etty
Maar er is ook een duistere zijde. ‘Al tijdens zijn opleiding aan het conservatorium kampte Mischa met psychosen’, schrijft Judith Koelemeijer in haar boek over zus Etty. ‘Tijdens een schoolopvoering betrad Mischa wankelend het podium. Schuifelend en met steun van de muur en een toneelknecht bereikte hij de piano. Zodra hij daar zat leek alles vergeten en speelde hij als een engel. Maar na afloop wist hij bij God niet hoe hij het podium af moest komen. Hij was letterlijk alles kwijt’.
Meerdere malen wordt Mischa voor behandeling opgenomen in het Joods psychiatrisch ziekenhuis 'Het Apeldoornsche Bosch'.
Etty en haar dagboek
Zijn pianoleraar vanaf 1931, als Mischa net in Amsterdam woont, is George van Renesse, die ook docent aan het conservatorium is. Van Renesse is maar een jaar of tien ouder dan Mischa. Mischa is voor zijn leeftijd erg kinderlijk, hij woont ver van zijn ouders en zijn pleegouders zijn al oud. Hij gaat zich aan zijn pianoleraar hechten en beschouwt hem als een soort vader. Van Renesse merkt dat Mischa muzikaal gezien het niveau van een conservatoriumstudent al te boven is: hij is een natuurtalent.
Foto links: Jaap Hillesum en zijn zus Etty. Bron: Fotocollectie Joods museum.
Geestelijk labiel
Over zijn geestelijke toestand maakt Van Renesse zich echter ernstige zorgen. Ook Etty maakt zich veel zorgen om haar jongere broertje. Als Mischa in goeden doen is, is hij een leuke, grappige jongen. Als hij piano speelt, is hij in trance en lijkt hij een ander mens. Hij gaat zo op in zijn muziek dat hij zich afsluit van de alledaagse gebeurtenissen. Op zijn slechte momenten is hij nog weer een heel andere Mischa, hij is dan niet aanspreekbaar en drijft weg in waanzin. Al tijdens zijn schooltijd raakt Mischa af en toe in een psychose en blijft dan een paar dagen van school weg.
Als Mischa nog geen achttien is, geeft hij een concert in de Bachzaal. Hij gedraagt zich daar uiterst vreemd, als een robot. Het concert zelf gaat goed, maar zodra hij klaar is met pianospelen belandt hij in een psychose en moet worden opgenomen.
Met de Horowitzen verhuist hij naar de Ruysdaelstraat 32. Hij vertrekt dan bij dit pleeggezin en verhuist in de vijf jaar daarop nog vijf keer. Als hij nog geen zeventien is, heeft hij al op zeven Amsterdamse adressen gewoond, bij verschillende gastgezinnen of kamerverhuurders. Als hij in contact komt met de ruim twintig jaar oudere pianolerares Mien Kuyper-Canté, een knappe en opmerkelijke vrouw, wordt hij daar kind aan huis. Mien is niet zijn lerares, maar steunt hem en wil hem tot grote muzikale hoogte stuwen. Hij krijgt een relatie met Mien, die dan eind dertig is. Mischa is dan een jaar of zeventien.
In 1938, na het concert in de Bachzaal, wordt hij wegens schizofrenie opgenomen in de joodse psychiatrische inrichting het 'Apeldoornsche Bosch'. Hij blijft hier ruim een jaar, maar ook hierna blijft hij geestelijk erg labiel. Na zijn vertrek uit Apeldoorn keert hij niet naar Amsterdam terug, maar trekt hij weer in bij zijn ouders die dan in Deventer wonen.
Alle drie de kinderen Hillesum hebben bijzondere talenten, maar alle drie hebben ze ook psychische aandoeningen en ze vrezen dat ze erfelijk belast zijn. Zowel Jaap als Mischa moeten regelmatig worden opgenomen. Etty weet nog het best om te gaan met haar psychische conflicten, onder meer doordat zij haar gedachten en gevoelens op schrift weet te ordenen. Haar angst erfelijk belast te zijn, maakt dat ze absoluut geen kinderen wil krijgen. Als ze eind 1941 per ongeluk in verwachting raakt, terwijl Mischa kort daarvoor weer is afgevoerd naar een psychiatrische inrichting, ondergaat ze dan ook een abortus.
Dagboek van Etty Hillesum, november 1941
Toen Mischa laatst volkomen in de war met geweld werd weggevoerd naar een inrichting en ik het hele tumult als ooggetuige meemaakte, toen heb ik mezelf gezworen dat ik nooit zou toelaten dat er uit mijn schoot zo'n ongelukkig mens zou komen.
Mischa krijgt veel uitnodigingen om concerten te spelen en een vast onderdeel van zijn repertoire is de Marche Funèbre, sonate nr. 2 opus 35, van Chopin die ook zijn lievelingscomponist is. Mischa is zeer eigenzinnig en als hij een keer mag meedoen aan een competitie voor een rijksstudiebeurs, bevalt hem het opgedragen stuk niet en trekt hij letterlijk een lange neus naar de jury, waarna de jury voor een andere pianist kiest.
Later speelt hij ook op avondjes bij therapeut Julius Spier thuis. Ook Spier bekommert zich om Mischa's geestesgesteldheid en Etty stelt Mischa voor dat hij zich onder behandeling van Spier stelt, wat hij uiteindelijk ook doet. Zo wordt Spier ook Mischa's therapeut. Etty is daar blij mee:
Dagboekfragment, 24 oktober 1941
Nu de analyse van Mischa uitwerken. Het is veel te belangrijk dat hij zo goed reageerde door de telefoon. Men moet niet te optimistisch zijn, maar hij verdient geholpen te worden. Zolang men door het kleinste gaatje toegang tot hem kan krijgen, moet men daarvan profiteren. Misschien kan het hem later in het leven iets helpen.
Mischa's naam dringt door in gevestigde muziekkringen en hij komt in contact met belangrijke musici en met allerlei kunstenaars, voor een deel Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland die zich in Amsterdam vestigen. Tijdens de bezetting speelt Mischa in Amsterdam vaak op de zogenaamde 'zwarte avonden': Joodse kunstenaars mogen vanaf september 1941 niet meer in het openbaar optreden en zijn dus aangewezen op huisconcerten. Tijdens die muziekavonden kan Etty vaak niet genieten van Mischa's pianospel, omdat ze zich alsmaar afvraagt wat er zich achter de vleugel afspeelt. Als dan ook nog haar ouders aanwezig zijn, haar moeder die zoveel aandacht opeist, kan zij zich helemaal niet meer concentreren.
Dagboekfragment, 30 november 1941
's Avonds Mischa. Ik had er eerst tegenop gezien. Weet z.g. te veel wat erachter zit, achter dat masker als hij achter de piano zit en kan dan niet meer genieten van z'n muziek. Was nu anders. Werkelijk diep ontroerd door z'n spel en heb me ook afgevraagd of ik wel het juiste begrip van z'n persoonlijkheid heb, of ik hem ook niet te eenzijdig uit een krampachtig familiecomplex zie en hem daardoor onrecht aandoe in mijn beoordeling.
Mischa gaat zich steeds meer verschuilen achter zijn virtuositeit; afgestompt door de medicatie verliest hij zijn gevoel, dat juist de bron is van zijn bijzondere spel. Naarmate de oorlog vordert, wordt hij steeds meer op zichzelf teruggeworpen en zijn psychische instortingen en de opnames in inrichtingen maken het er niet beter op. Hij trekt zich meer en meer terug in zijn pianospel.
Foto links: Etty Hillesum. Bron: Fotocollectie Joods museum.
Verschillende mensen proberen Mischa van deportatie te vrijwaren, zoals de violiste Lola Mees en vriendin Milli Ortmann in samenwerking met Mien Kuyper, conservatoriumdirecteur Willem Andriessen en dirigent Willem Mengelberg. Ook voor de rest van het gezin Hillesum doen vrienden en bekenden hun best.
Hoewel er voor de Hillesums mogelijkheden zijn om onder te duiken, wellicht ook bij Mien Kuyper die in haar grote huis al zeven volwassen Joodse onderduikers heeft, doen ze dit niet om verschillende redenen, onder meer omdat ze denken dat Etty door haar werk bij de Joodse Raad haar familie kan beschermen. Etty en haar vader vinden dat ze hun relaties niet kunnen aanwenden om deportatie naar Westerbork te voorkomen en ook vinden ze dat ze hun lot moeten ondergaan. En Mischa heeft goede papieren om naar Barneveld te kunnen gaan, maar hij wil alleen maar bij zijn ouders blijven. Alleen moeder Riva doet verschillende pogingen om haar gezin te redden.
Verhuizing naar Amsterdam
Nadat Mischa begin 1943 met zijn ouders naar Amsterdam verhuist, worden ze samen bij de grote razzia in juni '43 opgepakt en naar Westerbork getransporteerd, waar Etty dan al is. In Westerbork heeft Mischa het op zichzelf niet slecht. Vanwege zijn muzikale talent wordt voor hem een uitzonderingspositie gecreëerd. Hij krijgt bescherming door Willem Mengelberg en mag in Westerbork blijven en krijgt enkele privileges. Zo heeft hij een niet zo zwaar baantje bij het badhuis, waar hij een groot deel van zijn tijd bladmuziek kan bestuderen. Daarnaast mag hij een uur per dag pianospelen; hij heeft een eigen piano in een aparte barak. Muziek is voor Mischa levensnoodzaak.
Het monumentje aan de Oranjestraat 26 in Winschoten. Foto: René van Rijn, november 2024.
Brief van Mischa aan zijn ouders 1942
Als Rauter aan Mischa een plaats aanbiedt in het relatief veilige Barneveld, wijst Mischa dit aanbod af, omdat hij bij zijn ouders wil blijven. Rauter is hierdoor ernstig beledigd. Als dan ook nog eens verschillende verzoekschriften door vrienden van de familie aan Rauter in Den Haag gericht worden, werken deze vervolgens averechts. De maat is vol wanneer ook moeder Hillesum vanuit Westerbork nog een brief aan Rauter schrijft, waarin ze vraagt om dezelfde privileges als haar zoon Mischa. Dit is vermoedelijk de reden dat na tweeënhalve maand in Westerbork, op 6 september 1943 de voorkeursbehandeling van Mischa wordt opgeheven en hij de volgende dag met zijn ouders en Etty op transport gesteld wordt. Het kost Mischa veel moeite te accepteren dat zijn uitzonderingspositie is opgeheven. Zoals Etty in haar bagage haar boeken heeft zitten, neemt Mischa in zijn rugzak vier muziekstukken mee.
De rest van alle bladmuziek, die vrienden voor hem naar Westerbork hebben gestuurd, moet hij in Westerbork achterlaten.
Foto links: Vader Levie Hillesum (1880-1943). Bron: Fotocollectie Joods museum.
Naar Westerbork
Op 7 september 1943 wordt de familie, inclusief Etty maar zonder Jaap, vanuit Westerbork op transport gezet naar Auschwitz. Op 10 september 1943 komen beide ouders ofwel tijdens dit transport om het leven, ofwel ze zijn meteen na aankomst in Auschwitz-Birkenau vergast. Mischa blijft dan nog in Kamp Birkenau. Van hieruit wordt hij met een grote groep mannen tewerkgesteld in concentratiekamp Warschau, waar hij waarschijnlijk ergens tussen 8 oktober 1943 en 31 maart 1944 sterft.
Mogelijk vermoedt Mischa in 1943 al dat ze opgehaald zullen worden en wil hij zijn eigen talent, of ook een eerbetoon aan Chopin, nog vastleggen. In elk geval laat hij kort voor zijn vertrek naar Westerbork in eigen beheer in Amsterdam nog een 78-toerenplaat opnemen waarop hij een polonaise van Chopin speelt. Hiervan is maar één kopie bekend. Er zijn ook twee eigen composities van Mischa bekend: 2 preludes voor piano, geschreven in 1939 en 1940. Deze zijn door Mien Kuyper bewaard en later in haar nalatenschap teruggevonden.
Biografie “Mischa’s spel”
In januari 2012 wordt in de Nieuwe Kerk de biografie “Mischa’s spel” door Jan Willem Regenhardt gepresenteerd. Bij het boek verschijnt een cd met de opnames die pianiste Marianne Boer van Mischa's composities heeft gemaakt.
In 2014 krijgt het Joods Museum uit een schenking enkele 78-toeren-platen (schellak glasplaat) met opnamen van pianospel van Mischa Hillesum. Deze privé-opnamen heeft Mischa Hillesum in de periode 1937-1940 laten maken door de Amsterdamse opnamestudio Sondisko (Keizersgracht 179) en Klankopname Studio van Wouw (Molenpad 15)[1].
Slachtoffer van de Jodenvervolging
Na de Duitse inval wordt het leven voor Joden steeds moeilijker en al snel is het voor Joodse kunstenaars onmogelijk om op te treden. Daarna beginnen de Jodenvervolgingen. Willem Andriessen, directeur van het Amsterdams Conservatorium en Willem Mengelberg, chef-dirigent van het Concertgebouworkest schrijven een brief aan de Duitse bezetters met het verzoek Mischa te behouden voor de Nederlandse muziekcultuur en vrij te stellen van deportatie. Dit verzoek wordt ingewilligd, maar Mischa kiest ervoor om bij zijn ouders te blijven. Mogelijk speelt zijn kwetsbare geestelijke gesteldheid een rol bij deze overweging.
Jodenvervolging in Groningen
In Groningen zijn voor de oorlog twee grote Joodse gemeenschappen. In de stad wonen dan zo'n 2.800 Joden en in Winschoten rond de 500. In totaal leven in 1940 in onze provincie zo'n 4.700 Joden. Er vallen in Groningen naar verhouding heel veel Holocaustslachtoffers. Slechts tien procent van de Groninger Joden overleeft de oorlog. In de rest van Nederland is dat zo'n 28 procent. Strikt genomen valt de familie Hillesum niet onder de Groninger slachtoffers. Aan het begin van de oorlog wonen de ouders Louis en Rivka in Deventer en Etty, Mischa en Jaap in Amsterdam.
Foto boven: Het monumentje aan de Oranjestraat 26 in Winschoten. Foto: René van Rijn, november 2024.
Van Westerbork naar Auschwitz
Op 21 juni 1943 komt het gezin Hiillesum iin kamp Westerbork aan. Alleen Jaap blijft achter in Amsterdam, waar hij voor het Nederland-Israëlisch ziekenhuis werkt. Hij ontkwam aan een eerdere razzia in 1942. Tijdens de razzia in de zomer van 1943 wordt Jaap opgepakt en naar de Joodsche Schouwburg gebracht. Jaap weet met hulp van vrienden te ontsnappen, maar wordt uiteindelijk tijdens de laatste razzia in Amsterdam alsnog opgepakt. Op 29 september 1943 wordt ook hij op transport gesteld naar Westerbork. Op 15 februari vertrekt Jaap met het 82e transport dat uit 773 personen bestaat aar het krijgsgevangenen- en concentratiekamp Bergen-Belsen. Jaap heeft op grond van zijn functie bij het N.I.Z een vrijstelling en hoeft daarom niet naar Auschwitz-Birkenau. Kort voor de geallieerden Bergen-Belsen naderen wordt besloten het kamp te ontruimen. De laatste gevangenen waaronder Jaap Hillesum worden naar evacuatietreinen vervoerd. Op maandag 9 april verlaat Jaap Hillesum in erbarmelijke conditie het kamp. Op dinsdag 17 april 1945 overlijdt Jaap in de trein nabij de Duitse plaats Tröbitz.
Drie weken voordat Jaap aankomt in Westerbork is de trein met zijn ouders, broer en zus naar Auschwitz vertrokken. De Hillesums verblijven na aankomst nog zo’n tweeënhalve maand in het doorgangskamp tot aan het bevel tot deportatie waarover Etty in haar laatste bericht schrijft.
Mischa krijgt in Westerbork een bevoorrechte positie, hij mag licht werk doen in het badhuis en kan vaak een uur per dag piano spelen. Het onbevestigde verhaal gaat dat zijn moeder een brief stuurt naar de hoogste SS’er in Nederland, Hanns Albin Rauter met het verzoek om Mischa te ontzien.
Zo’n verzoek is ongehoord en Rauter reageert woedend en geeft opdracht de familie Hillesum de volgende dag op transport naar Auschwitz te zetten. Daar aangekomen worden vader en moeder meteen vermoord in de gaskamer. Etty volgt een paar maanden later. De jongste broer Jaap wordt pas in 1944 gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Hij zit in de trein met de oud-Winschoter Jaap Meijer en zijn vrouw en baby Ischa, de latere journalist. De familie Meijer overleeft Bergen-Belsen, Jaap Hillesum overlijdt op 17 april, een week voor de bevrijding (Bron bovenstaand: RTV Noord).
Het einde in het getto van Warschau
Het lot van Mischa blijft na de oorlog lang ongewis. Pas in 1951 wordt er op verzoek van zijn voormalige pianodocente door het Rode Kruis een onderzoek ingesteld. Daaruit komt naar voren dat hij enkele weken na aankomst in Auschwitz, op 8 oktober, vanuit het kamp naar het Warschau is getransporteerd om daar als dwangarbeider puin te ruimen in het voormalige getto. Van de 1200 Nederlandse mannen die daarnaartoe worden gezonden, overleven slechts 25. De sterfdatum van Mischa Hillesum is niet bekend. Maar op 31 maart 1944 leeft hij in ieder geval niet meer.
Muzikale erfenis
Na de oorlog worden er tussen de papieren van de familie Hillesums schetsen en uitgewerkte composities gevonden die door Mischa geschreven zijn. Hieronder zijn twee preludes. Kenners omschrijven de muziek als ‘van uitzonderlijke kwaliteit voor een jonge componist’. De composities doen denken aan Chopin en Rachmaninov. Een uitvoering van deze werken is te vinden op Youtube. Daar is ook de enige opname van Mischa Hillesum zelf te beluisteren. Hij speelt daarop een Engelse Suite van Bach.
Op YOUTUBE.COM vindt je meerdere video's over Mischa Hillesum, zijn zus Etty en de familie Hillesum.
Het monumentje aan de Oranjestraat 26 in Winschoten. Foto: René van Rijn, november 2024.
--> Klik op de foto voor een vergoting.
|