Nieuw-Beerta in de Tweede Wereldoorlog, het drama Ebels in de Kroonpolder,
de reddingspogingen, de moord en de berusting
Tekst: Frits Ebbens, april-juni 2021.
De aanleiding voor het schrijven van dit verhaal zijn de beide boeken van Gerard Olinga, De doofpotbewakers uit 2020 en de daarop aansluitende Epiloog uit april 2021. Zijn insteek is geweest Leendert 't Mannetje die het lot van zijn in 1945 verloren familieleden probeert te achterhalen, mijn insteek is de plaatselijke geschiedenis en die van de familie Ebels in het bijzonder.
In de periode 1979-1985 bezoek ik veel bewoners en oud-bewoners van Nieuw-Beerta en omstreken om de geschiedenis van de voorafgaande 70 jaar zo goed mogelijk vast te leggen. Uiteraard is de dood van het gezin Ebels een van de speerpunten in mijn interviews geweest. Slechts één van hen, de heer Waterholter, heeft er gewag van gemaakt dat er bij de verwoesting van boerderij Ebels op 17 april 1945 mogelijk nog andere NSB'ers zijn omgekomen. Destijds heb ik die mededeling ongeloofwaardig gevonden, nu na het lezen van de boeken van de heer Olinga lijkt de dood van vier Lüneburgers zo goed als zeker.
Het navolgende verhaal bestaat voor een groot deel uit bewerkte gespreksverslagen van zo'n 40 jaar geleden. Op dat moment, 35 jaar na de bevrijding, ontstaat een brij aan notities waarin overeenkomst en tegenspraak elkaar afwisselen. Om daar een betrouwbaar verhaal van te maken is mij eerder niet gelukt. Nu, met de vele informatie die de heer Olinga aangedragen heeft uit bronnen die nooit onder mijn aandacht zijn gekomen, heb ik geprobeerd een reconstructie te maken. Op 1 januari 2025 worden de CABR dossiers openbaar. Wellicht behoeft dit verhaal op grond van de dan vrijkomende informatie een herziening.
In de gespreksverslagen is hier en daar een correctie of verduidelijking van mij tussen vierkante haakjes toegevoegd. Destijds heb ik alles genoteerd wat mij verteld is. Ook de bovengenoemde mededeling van Waterholter die ik toen ongeloofwaardig vond, maar die juist waar bleek te zijn. Dat roept de vraag op: Wat heb ik destijds als waarheid, als fantasie of als moedwillige leugens vastgelegd?
Gerard Olinga heeft op overtuigende wijze aangetoond dat er sprake is van een doofpotaffaire. De reden daarvoor zou de dood van de vier Lüneburgers zijn en hij heeft de Binnenlandse Strijdkrachten als hoofddaders aangewezen. Na ruim twee maanden de boeken van Olinga alsmede andere bronnen intensief bestudeerd te hebben, kom ik tot een andere hypothese.
Beperkte, onvolledige kroniek van de Tweede Wereldoorlog
17 april 1941
luchtgevecht boven Beersterhoogen en Nieuw-Beerta waarbij de geallieerde bommenwerpers hun bommen laten vallen om zich sneller uit de voeten te kunnen maken. Rond middernacht vallen er bij boerderij Geertsema in Beersterhoogen ca. 90 brandbommen. Ook vallen er brisantbommen, o.a. in het land van Hemmo Starke, en naast de boerderij Ebbens-Mensinga, waardoor aldaar het kippenhok sneuvelt en alle ruiten springen. In de buurt van het kerkhof van Nieuw-Beerta vallen ook een stuk of 90 brandbommen.
1 juli 1941
de Duitsers leggen beslag op ca. 5 ha bouwland ter weeszijden van en aan het einde van de Westlaan in de CCpolder (Noteboom 68); dit terrein wordt ingericht voor de batterij Dollard Süd.
1942
27 januari: schuur van boerderij Hemminga brandt af.
12 februari: Hemmo Starke opgepakt door Lehnhoff van de SD; hij zit tot 23 februari vast in het Huis van Bewaring in de stad Groningen.
1 t/m 30 juli:
kabelwacht waartoe de Oranjegezinde boeren en middenstanders in Nieuw-Beerta en de polders verplicht worden 's-nachts wacht te houden langs de spoorlijn wegens een doorgesneden telefoonkabel, gedaan als verzetsdaad door een groepje communisten in Beerta (Stek); de wachttijden zijn van 22 uur tot 1 uur en van 1 uur tot 4 uur (Ader-Appels ..., Ebbens, B. Joling), de wacht wordt iedere nacht gecontroleerd door een Duitse politieagent die met de fiets uit Nieuwe Statenzijl komt (....).
Ook de Oranjegezinde Finsterwolders moeten kabelwacht staan (O.C. Mellema).
Wacht moeten staan, in Nieuw-Beerta, volgens H.R. (Hein) Leemhuis 24 juni 1979 en 16 januari 1982, en Ebbens:
Menzo Starke,
Derk Ebbens,
Onno Struif,
Jan van Veen (enkel in het begin),
Fekko Ebbens,
B. Uffen,
later Le Roi, voluntair bij de stadsboerderijen.
Onno Huisman,
Tonko Tonkes,
S. Mellema,
Hein Leemhuis,
ds. Ader,
Luit Humbert,
Willem van der Holt,
Henk Leemhuis,
Doeko Leemhuis,
Ko Los,
Tjapko Tonkes.
In Drieborg en de polders, volgens B. Joling: Uintje Hector,
O.D. ten Have,
B.A. Crebas,
J.A. Crebas, toen voluntair bij de stadsboerderijen,
H.P.H. Waalkens,
J.E. Stijkel,
meester Warntjes, T.M. Tonkes,
B.L. Joling.
5 maart 1943
tijdens een luchtgevecht worden uit nood brandbommen afgeworpen boven Delfzijl.
1 mei: staking onder de landarbeiders. Enkel bij de NSB-boeren en bij de pro-Duitse boeren werken de arbeiders door. Dijkema, Van Veen en Hemminga hebben vrijdagavond 30 april geen bericht ontvangen; zij halen de arbeiders alsnog van het land; Ebel Dijkema laat ze doorwerken.
21 mei: Harmina Aaltje Speelman (13 jaar) en Jan Smidt (30 jaar, kapper) komen om wanneer het station Nieuweschans beschoten wordt door een geallieerd vliegtuig.
21, 22 of 23 mei: een Duitse Messerschmidt maakt een noodlanding op het land van Nannenga-Ebels en een Engels vliegend fort stort bij Drieborg neer.
28 mei: Bboerenleider Joling sleept de Messerschmidt met paard en wagen naar boerderij Nannenga.
11 december: eerste grote bombardement bij daglicht op Emden; 4.000 daklozen.
2? februari 1944: Ds. Ader gaat bij enkele Oranjegezinde boeren langs omdat hij zijn zes onderduikers kwijt wil omdat hij bang is voor een huiszoeking.
3 mei: huiszoeking in boerderij Ebbens-Mensinga door landwachters, waaronder Rotgert Joling; de boerderij wordt grondig doorzocht maar ze vinden niets; Durandus en Gerard Schuring zitten wel degelijk in hun hol in de stropakken verstopt.
12 mei: Ook de boeren in wijk A [= Nieuw-Beerta en de polders] zijn nu aangewezen om Zeeuwse arbeidersgezinnen te huisvesten (Ebbens).
23 mei: Fekko Ebbens opgepakt door S. Adam, ondervraagd in Groningen door Lehnhoff, nog dezelfde dag vrij gelaten (Ebbens, Walters2 ...).
30 mei: inval in de pastorie van Nieuw-Beerta door landwachters (Ader-Appels ..., Olinga1 157)
30 juni: omstreeks 15.45 uur treinbeschieting nabij Ulsda, waardoor de volgende personen overlijden:
- Lammert Bolder, 26 jaar, geboren Bussum, wonende te Groningen, leerling machinist.
- Steven Goldsmid, 17 jaar, geboren en wonende te Muntendam, boomkwekersknecht.
- Jakob Bruins, 43 jaar, geboren Onstwedde, wonende te Utrecht, machinist.
- Henricus Tjalling Sietsma, 15 jaar, geboren Amsterdam, wonende in de Kroonpolder, ambachtschoolleerling.
- Zwaantje Leeuwerke, 32 jaar, wonende te Oudezijl.
- Geert Smith, 16 jaar, overlijdt later alsnog aan de verwondingen in het ziekenhuis te Winschoten op 14 juli 1944, schildersknecht, wonende te Moushörn.
27 augustus: omstreeks 14.30 uur zwaar bombardement op Emden, waarbij uit Nieuw-Beerta omkomen:
- Eltjo Pieter Hillinga, 26 jaar, bankwerker bij de Duitse spoorwegen.
- Gerard Hillinga, 29 jaar, spoorwegarbeider, echtgenoot van Jantje Bruins
5 september: "Dolle Dinsdag", veel Duitsers en Nederlandse NSB-gezinnen op de vlucht naar Duitsland; de NSB'ers worden meest ondergebracht in dorpen op de Lüneburger Heide ten zuiden van Bremen; wegens terugkerende Duitsers van het westfront en de vele gevluchte Duitsers uit de Oost-Duitse gebieden ontstaat er woningtekort in de West-Duitse gebieden waardoor zij eind 1944 en begin 1945 teruggestuurd worden naar Nederland; zij komen onder meer per trein of te voet de grensovergang bij Nieuweschans over; hier worden zij Lüneburgers genoemd .
6 september: Zeer zwaar bombardement op Emden waarbij 181 bommenwerpers worden ingezet; 46 doden, 109 gewonden en 21.000 daklozen; 3400 gebouwen verwoest en 700 zwaar beschadigd.
6 oktober: verplichte aanmelding voor de OT; twee dagen eerder verschijnt in Trouw een artikel dat sterk gekant is tegen deelname (Hoe 214)
20 oktober: Besluit Vijandelijk Vermogen voor kaalplukken van NSB'ers vastgesteld (Olinga2 57); in werking getreden op ...
20 november: Ds. Bastiaan Jan Ader gefusilleerd in Veenendaal.
Januari 1945: De Rijksmolen, de watermolen die de Lintelopolder en oorspronkelijk ook de vestinggracht van Nieuweschans bemaalt, brandt af.
Januari-maart: Lüneburgers worden door de Duitsers met treinen vol naar de provincie Groningen gebracht om aldaar gehuisvest te worden (Lange 111, Strating1 23; Van Veen).
Zaterdag 7 april: Hitler geeft het bevel om Delfzijl en Emden tot vesting te verklaren (Lenselink 42). De reden voor dat bevel is om de nog in Nederland aanwezige Duitse soldaten en SS-ers de kans te geven naar Duitsland te ontsnappen voordat hun de weg afgesneden wordt door de oprukkende geallieerden richting de Dollard. Daarom moet Batterie Dollard Süd zo lang mogelijk stand houden.
Vrijdag 13 april: enorme stroom vluchtelingen vanuit Duitsland naar Nieuweschans (Bolt 258); de meesten van hen zullen zogenaamde Lüneburgers (terugkerende NSB'ers) geweest zijn.
Begin aanval op de stad Groningen; pas op 16 april is de stad veroverd (Hillinga 107).
Polen en Belgen in Blijham (Olinga1 34).
De molen in Blijham door de Polen in brand geschoten (Olinga1 35, Strating ....).
Uittocht van Duitsers uit Nieuweschans (Bolt 259).
Zaterdag 14 april: Duits spoorwegpersoneel uit Nieuweschans vertrekt (Bolt 260).
Duitsers proberen de brug bij het Wilhelminaplein in Beerta op te blazen (Olinga1 38).
Zondag 15 april: in Nieuweschans veel vertrekkende Duitsers (Bolt 260).
De laatste Duitsers uit Winschoten zijn verdreven (Olinga1 10); Winschoten definitief bevrijd (Bolt 260).
Beerta en Finsterwolde bevrijd, d.w.z. eerste geallieerde tanks aanwezig (Olinga1 182).
Nieuwolda onder Duits vuur omdat de Polen er binnen trekken (Olinga2 22).
's-middags wordt O.C. Mellema door Haan beëdigd tot commandant van de BS (O.C. Mellema).
Opgepakte NSB'ers in Beerta worden tijdelijk ondergebracht in hotel Buiskool (O.C. Mellema, Olinga1 20).
Duitsers proberen de Buiskooldiepbrug op te blazen (O.C. Mellema).
Polen schieten de schuren van D.U. Ebbens en E.H. Ebels in brand (O.C. Mellema).
De Poolse tanks trekken zich 's-avonds terug in Winschoten (O.C. Mellema).
Enkele huizen in Oudezijl moeten op last van de Duitsers ontruimd worden; de verdreven bewoners zoeken onderdak bij boerderijen in de polders (Keulen 68) .
Maandag 16 april: Gevechten in Oudeschans (Bolt 261).
O.C. Mellema begint als commandant van de BS (Olinga2 9).
O.C. Mellema naar Winschoten voor overleg (O.C. Mellema).
De BS uit het Oldambt zetelt tijdens de bevrijding in hotel Dommering in Winschoten (D.J. Mellema).
De laatste Duitsers uit Winschoten verdreven (Olinga1 10).
Duitsers hebben getracht de Buiskooldiepbrug op te blazen (Olinga2 8)
Duitse soldaten vernielen hun barakken (Olinga1 71).
Om ca. 14 uur eerste Poolse tanks in Nieuw-Beerta; in Drieborg ca. 15.30 uur (Olinga1 71); Nieuw-Beerta en Drieborg kortdurend bevrijd (Noteboom 79, Olinga1 112, 152, 163, 169; Olinga2 83, Strating1 145).
14.20 uur: Duitse, uit de richting Beerta komende, soldaten, steeds dekking zoekend, ... in Nieuweschans (Bolt 262).
Beschieting van Nieuweschans vanuit Nieuw-Beerta (Beishuizen 57, Bolt 262, Strating1 145-146).
Boerderij Ten Have in de Kroonpolder vanuit Nieuw-Beerta beschoten (Olinga2 36)
In de loop van de namiddag zijn de beide bruggen opgeblazen (Bolt 261); bedoeld zijn de verkeersbrug en de spoorbrug over de Aa bij Oudezijl.
Politieagent Prins in Nieuw-Beerta gearresteerd (Olinga1 163, 167-169; Olinga2 38, 84).
BS-leden van Drieborg komen bijeen bij café Bos; waaronder Oljo ten Have, meester Stijkel, smid A.G. Mulder en enkele anderen (Lüchtenborg).
Landwachters G. Mellema en Vlaskamp in Drieborg gearresteerd (Olinga2 83).
Om ca. 15 uur infanteristen van 8 B-squadron te Oudezijl (Strating1 145)
De Duitsers blazen het pakhuis van Watermann op (Keulen 69).
Polen beginnen met het maken van een Baillybrug over de Aa bij Oudezijl; ze worden door een salvo granaten van Dollard Süd beschoten, waarbij slachtoffers vallen; bij onderzoek blijkt dat de positie van de granaatinslagen is doorgegeven met een zender die zich op een aardappelboot te Oudezijl bevindt; de daders vluchten maar worden in Beerta gevangen genomen (Keulen 69).
In de Kroonpolder wordt een Poolse tank beschoten en belandt in de bermsloot (Waterholter).
Op de Langeweg nabij Oudezijl loopt er bij een tank van de Polen een rups af. De tank is ongeveer een half jaar aan de kant van de weg blijven staan (D. Leemhuis).
De kapschuur van C. Ebels en de schuur van boerderij Crebas in de Kroonpolder worden door een Poolse tank in brand geschoten (Crebas 65, Olinga1 74) vanaf de Langeweg (D. Leemhuis).
Omstreeks 16 uur overlijdt de 13-jarige Berend Kuiper in de gemeente Beerta (allegroningers.nl). In de school van Drieborg zitten vluchtelingen. Om het warm te krijgen, gaat een Gronings jongetje naar de boerderij van B. Tijdens om turf te halen. Vlakbij slaat een granaat in, wat hem fataal wordt (Waterholter); vermoedelijk dezelfde als: Beke Kuiper in Drieborg door een granaatscherf geraakt en overleden (Olinga1 168, 217).
Om ca. 18.30 uur de eerste Polen vertonen zich in de Hoofdstraat te Nieuweschans (Bolt 263, Olinga1 48, Strating ...); Nieuweschans tijdelijk bevrijd (Walters2 226).
Het eerste rapport van de BS in de gemeente Beerta (Olinga1 70, 75; Olinga2 42, 83-84)
Dinsdag 17 april, 6.30 uur: De genietroepen zijn reeds bezig bij de brokstukken van de draaibrug (Bolt 263)
De Poolse motorordonnans Jozef Ulczak sneuvelt in of bij Drieborg (Olinga1 33, 173, Strating1 149)
Om 13.15 uur strokartonfabriek in Nieuweschans in brand (Bolt 264).
Een boerderij te Hamdijk in brand (Bolt 264); dat is boerderij Tijdens (BBB 213).
NSB'ers in Drieborg opgepakt en verzameld bij café Bos (Scheltens).
Eanneer de eerste Poolse tank het erf van Ebels op rijdt, vluchtten de NSB-evacuees uit de bijschuur (Olinga2 40)
Het gezin Bos door de BS weggestuurd uit hun aanbouwwoning tegen de schuur van boerderij Everhard Ebels (Olinga2 35)
Het gezin Ebels-Dijkstra aanwezig bij café Bos in Drieborg (..., Olinga2 12, Siemons, Tijdens) om samen met andere NSB'ers afgevoerd te worden naar Winschoten (Tijdens); volgens het dagboek van Geertje Ebels is dat om 19 uur (Olinga2 410), maar dat is een onwaarschijnlijk laat tijdstip, gezien de vele getuigenverklaringen van mijn zegslieden.
Twee Rotterdammer politieagenten in Drieborg ingezet bij oppakken NSB'ers (Olinga2 82).
Twee Rotterdammers gehuisvest bij D. Leemhuis (D. Leemhuis).
Het gezin Ebels-Dijkstra doodgeschoten; de exacte plek en het exacte tijdstip zijn niet meer te achterhalen, volgens overlevering zijn zij voor het huis geëxecuteerd maar dat is onwaarschijnlijk; er zijn later stoffelijke resten gevonden in de kelder onder de bibliotheek; volgens de overlijdensakten zijn zij om 18 uur overleden maar dat tijdstip is onbetrouwbaar want de aangifte vindt pas op 16 mei plaats door iemand die op 17 april zeker niet aanwezig is geweest in de Kroonpolder (allegroningers.nl).
Om 17 uur Belgisch SAS bataljon vertrekt naar Duitsland (Strating1 148).
Aan het begin van de avond staat er in Drieborg een tank opgesteld op de driesprong Kroonpolderweg (Scheltens, Waterholter).
Alle bewoners van Drieborg en Oudedijk moeten aan het begin van de avond op bevel van de Polen evacueren (Olinga1 18, 111; volgens Waterholter althans eerst niet verplicht).
Om ca. 19.30 uur wordt meester Stijkel gesommeerd uit de Kroonpolderschool te vertrekken (Olinga2 41).
Geheel Drieborg is Dinsdag naar hier getrokken, aldus Van Essen (Olinga1 100).
Om ca. 20 uur Poolse tanks vertrekken opnieuw vanuit Oudezijl naar Drieborg (Olinga2 9, 41).
De boerderij van Ebels wordt door de Polen in brand geschoten (rapport Nijdam, Olinga2 49, Scheltens???, Waterholter???).
Om ca. 21 uur vooreind van boerderij Everhard Ebels in de Kroonpolder in brand (Olinga ....; Waalkens-Evers); tijdens de brand zijn harde knallen gehoord (Waalkens-Evers); Fekko Waalkens staat naar de explosies in het brandende vooreind te kijken (Waalkens).
De Polen trekken zich uit Drieborg terug tot aan boerderij Poppens (Scheltens).
Tweede BS rapport (Olinga2 84).
Woensdag 18 april:
's-Ochtends staat de schuur van boerderij Everhard Ebels in de Kroonpolder in brand, vermoedelijk aangestoken (Waalkens-Evers).
Op 17 of 18 april brandt molen Udema af (Waalkens).
Beschieting van de polders met granaten vanuit Pogum (Olinga1 113). [FE: Pogum is onjuist, vermoedelijk is de FLAK in de Kanalpolder bedoeld].
De boerderij van Lenus Ebels in de Stadspolder brandt af (Olinga1 113-114, 186, Olinga2 13).
Mogelijk is op 18 april ook de molen in de Kroonpolder afgebrand (Olinga1 184; Waalkens).
Doeko Leemhuis verneemt 's-ochtends dat het gezin Ebels is doodgeschoten. Hij vertrekt omstreeks 9 uur op de fiets vanuit Nieuw-Beerta naar Dijkstra in Midwolda om zijn oom en tante Dijkstra-Hermans het verschrikkelijke nieuws te vertellen dat hun dochter en hun kleinkinderen zijn omgekomen (D. Leemhuis).
Doeko Leemhuis fietst samen met zijn neef Doeko Dijkstra naar boerderij Nannenga-Ebels in Nieuw-Beerta waardoor ook daar het slechte nieuws bekend wordt (Olinga2 ..); Doeko Dijkstra gaat samen met Everhard Nannenga op pad naar de afgebrande boerderij in de Kroonpolder maar zij worden tegengehouden bij de controlepost [vermoedelijk bij boerderij Everhardus Leemhuis] (Olinga2 11).
Henk Prins wordt gearresteerd; verrader van de onderduikers in de pastorie, zoon van veldwachter Prins (Olinga1 156; Olinga2 12; Waalkens-Evers).
Gemeentesecretaris Gerard Schuth gearresteerd en dezelfde dag vrijgelaten (Olinga1 98, Olinga2 44, 50), maar mag zijn werk pas half mei hervatten (Olinga1 107).
Om ? uur: in Nieuweschans NSB'ers opgehaald door de verzetsgroep en de Polen (Bolt 265).
[datum onzeker] de Polen maken met een carrier en twee tanks een verkenningstocht door de polders waarbij Brul (Brul) hen de weg wijst; de tocht gaat vanuit Oudezijl langs boerderij BBB nr. 187, toen bewoond door Bruins, over de kleilaan naar Crebas, daar naar links, door de Kroonpolder, langs molen Udema de Stadspolder in, op de kruising naar links, langs vijf boerderijen in de Stadspolder, op de driesprong links richting Oudedijk, op de volgende driesprong weer links, de Oudedijk via Drieborg terug naar Oudezijl; er wordt tijdens die tocht niet op de Polen geschoten.
Familie Waalkens in de Kroonpolder is bevolen te evacueren (Waalkens-Evers).
Malversaties in BS rapporten (Olinga2 43), vermoedelijk door Jo Haan.
- telefoonverbinding verbroken (Olinga II 39).
21 uur: De pakhuizen van de strocartonfebriek ,,De Dollard" staan in lichter laaie (Bolt 265).
in de nacht van woensdag op donderdag worden vier Duitse verkenners in de buurt van boerderij Dallinga doodgeschoten; zij zijn tijdelijk begraven geweest in de driehoek bij villa Leemhuis, daar waar de Langeweg op de Verlengde Hoofdweg uitkomt (Scheltens); het betreft de vier 'onbekende Duitse militairen' die volgens Strating op 17 april zijn gesneuveld (Olinga1 47).
De Langeweg naar Nieuweschans; op de driehoek van de wegsplitsing, dus ongeveer op de plek waar de personen zitten, hebben Duitse militairen tijdelijk begraven gelegen. Foto: FE.
Do 19 april: brief van burgemeester Van Essen aan Edzo Ebels (Olinga1 99-100; Olinga2 16), waarin o.a. Vele boerderijen in de polders afgebrand. (FE, lees: op de voorgaande dagen afgebrand).
Duitsers zetten vanuit Bunde een tegenaanval in en heroveren Nieuweschans (Strating1 149).
dagboek van Everhardus Barlagen (Olinga2 42, 50, 85).
gesprek tussen Geertje Ebels, de moeder Ida Nannenga-Bremekamp, en de Poolse kapitein; de kapitein bevestigd dat er een zender in boerderij Ebels is aangetroffen (Olinga2 42).
Jantje Mulder, weduwe van Harm Holtkamp, wordt op de vlucht nabij boerderij Huisman door een granaatscherf geraakt en overlijdt daaraan (Leemhuis 21 februari 1982); overlijdensakte op 20 april (allegroningers.nl).
Luchtaanval van 36 bommenwerpers op Leer waarbij 200 à 300 slachtoffers vallen (Janßen 52).
21 uur: pakhuizen van strokartonfabriek De Dollard in brand (Bolt 265)
Vrijdag 20 april: Huizen in Nieuweschans geplunderd door Duitsers (Bolt 266).
Overal woeden nu weer grote branden, vooral in de polder ten noorden van Nieuweschans (Bolt 266).
Polen trekken weg uit Nieuw-Beerta en de polders (Olinga2 17, 40, Strating1 150); zie ook bij 23 april.
Canadezen nemen de posities van de Polen over (Olinga2 40).
Finsterwolde, Nieuw-Beerta en Nieuweschans afwisselend onder Duits vuur (Bolt 266).
Grote branden in de polder ten noorden van Nieuweschans (Bolt 266).
In Winschoten overlijden Elsina Edens, 31 jaar, wonende te Nieuw-Beerta, evenals Jantje Mulder op 19 april geraakt door een granaatscherf; overlijdensakte Winschoten 23 april 1945; art. 50 afschrift in overlijdensregister Beerta 28 april 1945 (allegroningers.nl).
Omstreeks 20 april branden de beide huizen te Oude Statenzijl af (Waalkens-Evers).
Zaterdag 21 april: Pieter Botjes in de Stadspolder aangehouden (Olinga 191); volgens Hein Leemhuis is Botjes door Geels opgepakt en naar Winschoten gebracht.
vermoedelijk op 21 april brand boerderij Waalkens in de Kroonpolder af (Olinga1 186).
de graansilo van Waterman brand af (Bolt 266).
Zondag 22 april: Aan het einde van de ochtend in Bellingwolde: Aldaar worden 9 stukken geschut in stelling gebracht om de Duitsers benoorden Nieuweschans te beschieten. (Bolt 266).
[FE: de stellingen in de CCpolder en de Kanalpolder zijn voorzien met 10,5 cm FLAK waarvan de granaten Bellingwolde vermoedelijk niet kunnen bereiken].
[burgemeester Van Essen?] detacheert Geels naar Winschoten (Olinga2 49).
15.05 uur Canadezen met gevechtswagens in Nieuweschans (Bolt 267).
De kanonnen, die daags tevoren in Bellingwolde werden opgesteld, openen in deze nacht hun vuur op de Duitsers. We horen de, over Nieuweschans gierende, granaten op grote afstand in het noorden ontploffen. (Bolt 267) .
Maandag 23 april: Polen vertrekken naar Duitsland (Olinga2 201); zie ook bij 20 april.
BS rapport waarin Willem Bolland als getuige is opgevoerd (Olinga2 55).
Canadezen bevrijden Nieuweschans definitief (Noteboom 82, Strating1 150).
's avonds brandt boerderij Waalkens in de Kroonpolder af, vermoedelijk nadat het huis eerst is leeggeroofd; de Duitsers komen en gaan via het bruggetje te Oude Statenzijl (Waalkens-Evers).
Bunde en Weener door de geallieerden ingenomen (Wiemann 236; Janßen 52).
Dinsdag 24 april: Langs de weg in Nieuw-Beerta tussen het Buiskooldiep en de kerk zijn 12 kanonnen opgesteld om de batterij in de CCpolder onder vuur te nemen (H.R. Leemhuis 21 februari 1982).
Duitse stoottroep vanuit de batterij Dollard-Süd vertrekt naar Hongerige Wolf (Krieg); dijkcoupure vernield (Noteboom 83).
Het 7th Canadian Infantry Brigade wordt 's-avonds ingezet om het 10,5 cm geschut van de batterij Dollard Süd uit te schakelen (Huizinga 1 249).
's-Avonds beschieting van Dollard Süd; aldaar een munitiebunker in brand geschoten en enkele kanonnen geraakt (Krieg); de 'vuurleiding' van de Canadezen bevindt zich in het voorhuis van boerderij Huisman te Nieuw-Beerta (Huisman).
'Batteriechef' Schulte geeft omstreeks 24 uur opdracht de batterij te ontruimen en onklaar te maken; de Duitse soldaten trekken zich met boten terug naar Ditzum (Krieg).
Woensdag 25 april: geallieerde jachtbommenwerpers bombarderen de verlaten en uitgeschakelde batterij in de CC-polder, Nieuwe-Statenzijl en mogelijk een of meer batterijen aan de oostzijde van de Dollard, te weten te Kanalpolder, Dyksterhusen, Pogum en/of Ditzum.
gedurende de gehele oorlog ligt in Nieuwe Statenzijl een Gestapo-schip met ca. tien man bezetting (Scheltens 26.3.1982).
FE: volgens Scheltens wordt Nieuwe Statenzijl op 24 april gebombardeerd maar dat is onwaarschijnlijk omdat het geschut in de CCpolder [en de Kanalpolder] dan nog intact is; vermoedelijk komen daarbij drie Gestapo-agenten om (Scheltens 26.3.1982).
De datum 25 is in overeenstemming met de overlijdensdatum van Hilken.
De Canadezen hebben in de CCpolder 83 krijgsgevangenen gemaakt (Huizinga1 249, Noteboom 83: tachtig).
Laatste bombardement op Emden, het 94ste; het eerste bombardement is op 13 juli 1940 geweest.
Plaats 10 van de stadsbedrijven, gelegen aan de oostzijde van Nieuwe Statenzijl en bewoond door pachtboer Harm Hillinga, is zwaar beschadigd (Noteboom 83).
Na de bevrijding wordt er ongeveer een week lang dag en nacht gepatrouilleerd door leden van de BS, van het Buiskooldiep tot en met de polders (Crebas 66; D. Leemhuis, Olinga2 52).
Vermoedelijk op deze dag 'Batterie Dyksterhusen' door de Canadezen uitgeschakeld (Scholl 2).
Donderdag 26 april: Doeko Dijkstra uit Midwolda gaat samen met Everhard Nannenga uit Nieuw-Beerta naar de afgebrande Ebels boerderij; daar vinden ze de verkoolde overblijfselen (Olinga2 19).
Everhard Nannenga en diens vrouw Elly halen de verkoolde resten van het gezin Ebels uit de afgebrande boerderij, brengen ze op de fiets naar stelmaker Sipko de Jonge in Nieuw-Beerta waar ze worden gekist (Olinga2 19, 53 vrijdag: donderdag, blz. 86: 28: 26 april).
Hypothese
Uit alle feiten die Olinga aandraagt, heb ik (FE) het volgende beeld gevormd: Johannes Crebas hervat op 26 maart zijn werk op de boerderij van Geertje Nannenga-Ebels (Olinga2 53). Het is mogelijk dat Geertje onvolledig is in haar verslag, want is het denkbaar dat zij niet haar zoon en schoondochter wil belasten met het ruimen van de resten van de stoffelijke overschotten van hun familieleden, en daarom verzoekt zij haar bedrijfsleider Crebas om de verkoolde resten uit de boerderijkelder in de Kroonpolder te halen. Het is ook denkbaar dat Crebas dat zelf aanbiedt. Vervolgens gaan Johannes Crebas, Everhard Nannenga en Elly op pad. Indien mede BS-lid Hendrik Hector hierbij ook aanwezig is dan zullen zij hem òf onderweg òf bij de ruïne aangetroffen hebben; mogelijk zijn het Crebas (Olinga2 52) en Hector (Olinga2 51) die de stoffelijke resten uit de kelder halen, en dat gebeurt niet in opdracht van de BS maar op verzoek van Geertje, de tante van wijlen Everhard Ebels, waarbij het zelfs zeer onzeker is of dit onderdeel van de hypothese juist is want Crebas beweert niet dat hij meegeholpen heeft met het ruimen van de lijken, in zijn memoires legt hij enkel vast dat hij de lijken gezien heeft (Crebas 64) en dat hij [later] meehelpt met het opruimen van het puin van de boerderij]; dat de verkoolde lijken op een rij hebben gelegen (Crebas 64) is volkomen in tegenspraak met de chaos en de dikke laag as die in de kelder aanwezig is (Olinga2 19); dat zal een fantasiebeeld zijn dat Crebas zich in de loop van 65 jaar heeft gevormd. Op de terugweg komen Everhard Nannenga en diens vrouw Elly langs villa Ebels. Ongetwijfeld zullen ze daar halt hebben gehouden om met Fekko Ebels te overleggen wat nu het beste gedaan kan worden.
In het dagboek Nannega-Ebels is vermeld 'Broer' (Olinga2 19); daarbij denk ik niet aan Everhard Nannenga, maar aan diens neef Hajo Ebels, de oudere broer van wijlen Everhard; vanuit villa Ebels zal Hajo mee zijn gegaan naar stelmaker De Jonge voor het kisten van de stoffelijke overschotten.
'Batterie Pogum' door de Canadezen uitgeschakeld (Scholl 3).
Zaterdag 28 april: BS rapport waarin o.a. beheer NSB-landbouwbedrijven (Olinga2 57-58); genoemd zijn Boelema, Botjes, Burema, Dallinga en Van Wieringen (Olinga2 61), maar niet het bedrijf van wijlen Everhard Ebels.
Boerderij Ebels ingevolge openbare bekendmaking van het Militair Gezag onder beheer gesteld van de provinciale voedselcommissaris (Olinga2 59, 77).
Veel dwangarbeiders en vrijgelaten gevangenen keren uit Duitsland terug (Noteboom 82).
28-29 april: Leer wordt door de geallieerden veroverd.
Zondag 29 april: Volgens BS rapport is [door burgemeester Van Essen?] besloten de beide Rotterdammer politieagenten, die nog in Nieuw-Beerta zijn, voorlopig dienst te laten doen in Drieborg (Olinga2 49).
Maandag 30 april: de stoffelijke resten van het gezin Ebels in Nieuw-Beerta begraven, volgens het begraafregister is dat op 23 april maar dat zal onjuist zijn (Olinga1 104; Olinga2 32, 84).
Schade bij boerderij Ebels vastgesteld door Hiltjo Poppes Mellema en Booije Huizinga (Olinga2 64, 77).
Eind april/begin mei: verslagen Duitse troepen trekken terug naar Duitsland (Hillinga 125).
Woensdag 2 mei: Terugkeer van de bewoners van Nieuw-Beerta, Drieborg en Oudedijk (Olinga1 101).
Zaterdag 5 mei: Stad Emden bij monde van Oberleutnant Schulte geeft zich over aan de Canadezen (Kolbe 15).
Edzo Hommo Ebels aangesteld tot waarnemend Commissaris der Koningin in Groningen (parlement.com).
12 mei: Bevrijdingsoptocht in Winschoten (Beishuizen 64).
14 mei: 's-Nachts om 1 uur (tijdstip volgens overlijdensakte) zelfmoord van Boelo Luitjen Bontkes in een cel in de marechausseekazerne te Finsterwolde (Olinga2 222); overlijdensaangifte dezelfde dag door opperwachtmeester Jan Willem Oberink (allegroningers.nl).
Arbeidsovereenkomst tussen de nieuwe voedselcommissaris Minderhoud en O.C. Mellema waarbij Mellema als bedrijfsleider op de afgebrande boerderij Ebels wordt aangesteld (Olinga2 59-60).
16 mei: Overlijdensakten van het gezin Ebels opgemaakt (Olinga2 19; allegroningers.nl); akte nrs. 27-31; aangifte door Sipko de Jonge, wagenmaker te Nieuw-Beerta; opmerkelijk is dat in de akte van Tetje staat dat zij weduwe is, en dat bij Everhardus vermeld is "geboren en wonende te Beerta" terwijl bij Tetje en de kinderen staat "wonende te Kroonpolder"; zijn er doelbewust fouten in de akten opgenomen? De overlijdenstijdstippen zijn in tegenspraak met de verklaring van Geels: Omstreeks 21.15 uur van den 17 april 1945 in bedoelde boerderij door geallieerde tanks in brand geschoten waarbij, zoals vast staat, E.T. Ebels met zijn vrouw en kinderen is omgekomen.(Olinga I 150).
Toespraak van burgemeester Van Essen (Olinga1 99).
Circulaire van de Procureur Generaal van het Gerechtshof te Leeuwarden inzake clandestien begraven lijken (Olinga1 90).
19 mei: Feestje van oud-Rozeknopleden (dagboek Ebbens).
23 mei: Eerste vergadering van de rederijkersvereniging Rozeknop sinds juli 1942 (dagboek Ebbens).
25 mei: Brief van veldwachter Prins waarin hij schrijft dat hij op 17 april door Geels is aangehouden (Olinga1 168).
26 mei: Toelichting op de circulaire van de Procureur Generaal van het Gerechtshof te Leeuwarden inzake clandestien begraven lijken (Olinga1 90).
mei/juni: Direct na de bevrijding is er gedurende twee weken een landarbeidersstaking geweest (T.M. Tonkes).
6 juni: Ontevreden landarbeiders spreken met twee leden van het arbeidsbureau en met iemand van het Militair Gezag (dagboek Ebbens).
7 juni: Werkgeversvergadering in café Bos inzake de vaststelling van de loonregeling (dagboek Ebbens).
9 juni: Brief van burgemeester Van Essen aan de zuiveringscommissie inzake de aanhouding van wachtmeester Prins (Olinga1 169).
Brief van burgemeester Van Essen aan de Procureur Generaal dat er geen clandestien begraven lijken in de gemeente Beerta zijn (Olinga1 90-91).
Juli: De voormalige Duitse stelling Dollard Süd in de CCpolder wordt in gebruik genomen als NSB-kamp (Walters2 237).
24 juli: Brief van Nijdam aan ...; de brief bevindt zich in regionaal archief Brielle; een afschrift in het archief van de gemeente Oldambt (Olinga1 83-84).
30 juli: Brief van Geels aan ...; de brief bevindt zich in regionaal archief Brielle; een afschrift in het archief van de gemeente Oldambt (Olinga1 85-86).
2 augustus: Brief van burgemeester Van Essen aan P. 't Mannetje te Zuidland (Olinga1 89).
3 augustus: Brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van Beerta aan de officier van justitie te Groningen inzake het opmaken van overlijdensakten (Olinga1 89).
9 augustus: Antwoordbrief van officier van justitie te Groningen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Beerta (Olinga1 89).
25 september: Brief van ... aan het gemeentebestuur van Zuidland (Olinga1 90).
28 september: Brief van het NBI aan de provinciale voedselcommissaris Minderhoud dat het vermogen van wijlen E.T. Ebels te Kroonpolder ten onrechte onder beheer is gesteld (Olinga2 59).
29 oktober: brief van Minderhoud aan Fekko Ebels waarin vermeld is dat het Beheers instituut te Den Haag van oordeel is dat het bedrijf in de Kroonpolder moet worden vrijgegeven; het beheer wordt per 1 november 1945 beëindigd (Olinga2 59).
13? November: KB waarbij E.H. Ebels per 1 december 1945 is benoemd tot Commissaris der Koningin (Algemeen Handelsblad 13.11.1945, De Tijd 13.11.1945).
4 mei 1946: Bevrijdingsfeest, met een herdenkingsrede van burgemeester C.P. van Essen (dagboek Ebbens)
26 juli: aangifte oorlogsschade van de verwoeste boerderij Ebels bij het Bureau Wederopbouw Boerderijen ingediend door O.C. Mellema met malversaties; o.a. het omgekomen arbeidersgezin van 'B. Walland Doseborg' (Olinga2 63-65).
7 oktober: Door het Militair Gezag, I & B afdeling Hengelo, zijn 9 doodgeschoten Duitse soldaten opgegraven die direct na de bevrijding ter plekke begraven zijn; de stoffelijke overschotten zijn bijgezet in een massagraf op de begraafplaats in Nieuw-Beerta (Olinga1 48); op 15 mei 1957 zijn de stoffelijke resten opnieuw opgegraven en overgebracht naar de militaire begraafplaats te Ysselsteyn in Limburg (Olinga1 46, 48), waar zij op 29 juli 1957 in ontvangst zijn genomen (Olinga1 46).
Onzekerheden
Wat altijd onzeker zal blijven, zijn de exacte plaats, het exacte tijdstip van de moord en de volgorde van de gebeurtenissen. Er zijn vier mogelijkheden:
1. Terwijl het gezin Ebels in Drieborg staat te wachten op vervoer naar Winschoten doorzoeken de Polen en/of de BS boerderij Ebels waarbij zij op de zolder onverwacht stuiten op de beide Lüneburger-vrouwen en de twee kinderen; er ontstaat een conflict dat zo hoog oploopt dat ze doodgeschoten worden; omdat Ebels later van hun aanwezigheid zal kunnen getuigen, bevinden de daders zich in een buitengewoon beklemmende situatie; volgens twee zegslieden krijgt Tet Ebels-Dijkstra tijdens het wachten bij café Bos ruzie met de Poolse commandant, en misschien is dat de druppel die de emmer doet overlopen die tot de beslissing leidt de getuigen dan ook maar op te ruimen.
2. Het gezin Ebels is eerst doodgeschoten, de Polen en/of BS-leden doorzoeken de verdere woning en treffen de beide vrouwen met kinderen op de zolder aan; omdat zij getuigen zijn, moeten zij ook dood.
3. Het gezin Ebels is tegelijkertijd met de Lüneburgers doodgeschoten.
4. De beide vrouwen en kinderen hebben zich in de schuur verstopt en die is vermoedelijk pas op woensdagochtend 18 april afgebrand; daarbij zijn er weer twee opties: a. de brandstichter wil de schuur als wraak op het gezin Ebels afbranden zonder dat hij/zij weet dat er nog mensen in de schuur verstopt zijn, en b. de schuur is bewust in brand gestoken om mogelijke getuigen te doden; indien de schuur nog vol zit met stro, en de NSB'ers zich daarop bevinden, dan zullen zij volledig verband zijn; hoe het ook zij, iemand moet op 17 of 18 april de deuren van de paardenhokken geopend hebben want anders hebben de paarden niet kunnen ontsnappen (Olinga2 19).
De volgorde van de gebeurtenissen is eveneens onduidelijk. Volgens overlevering is op 17 april de Poolse tank beschoten en in de sloot gereden waarna het gezin Ebels opgepakt is, naar Drieborg vervoerd, teruggevoerd naar de boerderij en aldaar gefusilleerd. Volgens Waterholter echter heeft de beschieting van de tank een dag eerder plaatsgevonden. Stel dat het verongelukken van de tank en de moord op het gezin Ebels wel beide op 17 april plaats hebben gevonden, dan lijkt het aannemelijk dat de tank in de sloot gereden is op een tijdstip dat het gezin Ebels nog op hun boerderij verblijft, maar daar bestaat voor zo ver mij bekend geen enkel bewijs voor, dus moeten we ook de mogelijkheid open houden dat het gezin Ebels al in Drieborg bij café Bos staat te wachten wanneer de tank beschoten wordt. Indien zich een zender in de boerderij bevindt, dan is het dus de vraag: Wordt die zender uitgeschakeld nog tijdens het verblijf van het gezin Ebels op de boerderij of pas nadat zij al naar Drieborg gebracht is?
Langs welke route zijn de Polen naar boerderij Everhard Ebels gekomen?
Indien komende van Drieborg, dan is volgorde van de gebeurtenissen volgens overlevering onlogisch omdat boerderij Ebels dan het eerste bedrijf in de Kroonpolder is. Aangezien de BS weten dat zij het gezin Ebels gaan oppakken, is het volkomen logisch dat de tocht door de polders als eerste naar die boerderij zal gaan, mede omdat er geen andere NSB'ers in de Kroonpolder wonen. Nog voordat de tank in de Kroonpolder beschoten is, zal het echtpaar Ebels-Dijkstra bezoek hebben gekregen van de BS. Door iemand anders zal de positie van de rijdende tank doorgegeven zijn aan batterij Dollard Süd. Door wie? Door Duitse soldaten of door de NSB vrouwen? Volgens dagboek Nannenga-Ebels is het gezin rond 19.00 naar Drieborg gebracht. Dat is in tegenspraak met de overlijdensakten, maar dat zegt niet zo veel omdat de aangifte veel later door een onwetende is gedaan, maar het is ook in tegenspraak met de vele getuigen die het gezin Ebels in Drieborg bij café Bos gezien hebben. Bovendien, waarom arresteert de BS Ebels pas 's-avonds in plaats van in de ochtend? Maar het is wel in overeenstemming met het verhaal van Waterholter die immers verklaart dat eerst Bolland met gezin en huisraad door Drieborg komt en dat enige tijd later het gezin Ebels volgt.
Indien de verongelukte tank niet vanaf Drieborg is gekomen, maar vanuit Oudezijl over de dijk langs de Aa is gereden en op de driesprong bij boerderij Crebas in noordelijke richting zijn route heeft vervolgd, al schietend op de kelderramen van de boerderijen, dan zal die tank boerderij Ebels niet bereikt hebben want even voorbij Loerts is de tank beschoten door het afweergeschut Dollard Süd of Kanalpolder. In dat geval is het ooggetuigenverslag van Waterholter wederom het meest geloofwaardig. De bemanning van de tank is met een jeep opgehaald en naar Drieborg gebracht. Daarna komen de Polen terug met een stuk of tien tanks en/of carriers die enige tijd 'in een lijn' op de Kroonpolderweg staan tussen Drieborg en de driesprong in de Kroonpolderweg. Dan zal pas bij die tweede operatie het gezin Ebels opgepakt en naar Drieborg vervoerd zijn. Bovendien hebben evacuees dan ruim voldoende tijd gehad om te vluchten.
Wel of geen zender in boerderij Ebels?
Vele jaren heb ik er aan getwijfeld of het verhaal van de zender in de boerderij juist is. Daar komt verandering in wanneer ik notities van Stijkel lees (Olinga1 71) betreffende 16 april: Even tevoren waren de Duitsers, die hier lagen, in de barakken gevlucht, na alles te hebben vernield. Dat is voor een niet-ingewijde een cryptische zin. Ik leid daar uit af dat de laatste nog aanwezige Duitse soldaten het zoeklicht en mogelijk de bijbehorende barakken in de Binnenlanden op het laatste moment opgeblazen hebben. De kans bestaat dat ze een zender, die daar ongetwijfeld aanwezig zal zijn geweest, hebben meegenomen. Wellicht naar de boerderij van de NSB'er Everhard Ebels. Een zender zal in 1945 een vrij groot en zwaar buizenapparaat geweest zijn. De afstand van het zoeklicht tot boerderij Ebels bedraagt ongeveer 2 km, maar daarvoor moeten ze wel door Drieborg. Dat zal de bevolking niet ontgaan zijn en die informatie zal de BS bereikt hebben. In dat geval zijn de BS en de Polen al gewaarschuwd geweest voor tegenstand en gevaar wanneer zij de boerderij E.T. Ebels naderen. O.C. Mellema heeft verteld dat de BS van Winschoten belast is met de arrestatie van Ebels. Hoe onwaarschijnlijk die mededeling in eerste instantie ook lijkt, het zou wegens grote risico's waar kunnen zijn.
Omdat slechts weinig stoffelijke resten zijn teruggevonden, rijst de vraag: Van wie waren die?
Er is een vage mededeling uit de tweede of derde hand dat een stuk van een rok van Wieneke in de kelder gevonden is (Olinga1 102). Dat suggereert dat op zijn minst enkele resten afkomstig zijn van het gezin Ebels. Maar kleding brandt gemakkelijk. De overlevering is dermate onbetrouwbaar dat ik die links laat liggen. Een andere optie is dat het gezin Ebels en de NSB'ers samen doodgeschoten zijn en dat er enkel resten van de vier volwassenen gevonden zijn. Er zijn stoffelijke resten in de kelder gevonden. Hoe moeten wij ons die situatie voorstellen? Is de vloer van de woonkamer en de bibliotheek geheel opgebrand of is die nog intact gebleven? Kan je vanuit de tuin door een kapot raam naar binnen kijken en in de kelder de resten zien liggen? Gremmer: De mensen vinden ze later in de kelder, vermoedelijk naar beneden gevallen (Olinga2 25). Kennelijk heeft Gremmer of degene die zijn verhaal heeft doorverteld ook al door dat er iets in dit verhaal niet klopt. Indien de Lüneburgers niet tegelijk met het gezin Ebels zijn doodgeschoten, maar op zolder, waar hun lijken zijn blijven liggen, dan mag je aannemen dat zij nagenoeg geheel verbrand zijn. Daarvoor zit er voldoende hout in het vooreind van boerderij Ebels. Het gezin Waalkens hoort munitie ontploffen tijdens de brand. Zijn de patronen van een jachtgeweer van Everhard, is er door de Duitsers of door Ebels zelf munitie in de boerderij opgeslagen, of hebben de Polen zware munitie in de boerderij gelegd om bij de brand alle sporen van hun moordpartij zo goed mogelijk te wissen? Is door die explosies de begane grond vloer aan stukken gereten? Vrij zeker is dat het vooreind van de boerderij op 17 april 's-avonds tegen schemer in brand staat. Volgens overlevering is het vooreind in brand geschoten door een Poolse tank die in Drieborg staat opgesteld. Waarom niet gewoon brand stichten met een lucifer? Is dat te gevaarlijk? Zoals de heer Olinga heeft opgemerkt (Olinga1 172, 208, 211-212) ziet de ruïne er na de brand waar gehavend uit. Er lijkt geen gewone brand gewoed te hebben. Een alternatief scenario kan zijn: de boerderij is eerst in brand gestoken en wanneer de brand grotendeels is uitgewoed, schiet een Poolse tank de resterende muren vanuit Drieborg kapot.
Dat de lijken op een rij in de kelder liggen zoals J.A. Crebas 65 jaar na dato vermeld heeft (Crebas 64), lijkt mij onwaarschijnlijk. In het boek van Crebas staan meer slordigheden die bewijsbaar onjuist zijn. De daders hebben meteen op 17 april geprobeerd de sporen van hun misdaad zo goed mogelijk te wissen. Uit enkele gespreksverslagen als mede op de grond van het verslag van Bolt (Bolt ...., Olinga2 41) heb ik het beeld gevormd dat de Polen dinsdagmiddag 17 april met twee tanks uit Oudezijl naar Drieborg terugkomen enkel met het doel om de boerderij in brand te schieten. Wanneer de Polen geen deel hebben gehad aan de moord, dan zouden ze dat niet hebben gedaan.
Het gezin Ebels is teruggevoerd naar de boerderij en daar doodgeschoten. Volgens overlevering is het gezin voor de boerderij doodgeschoten waarna de lijken in de kelder zijn gegooid, maar dat is onwaarschijnlijk. Logischer zou zijn dat de fusillade in de woonkamer, de bibliotheek of in de kelder heeft plaatsgevonden. Indien de lijken in de voorkamer of bibliotheek liggen tijdens de brand, dan is de vraag hoe de resten in de kelder beland zijn. Indien de lijken in de kelder liggen dan moeten ze met benzine of diesel overgoten zijn voordat de boerderij in brand geschoten is. De lijken van de twee vrouwen [op zolder] zijn mogelijk eerst nog van explosieven voorzien om er voor te zorgen dat de lichamen uiteengereten zouden worden opdat alle menselijke resten volledig verbrand zouden worden. Moeder en zoon Waalkens horen en zien immers explosies tijdens de brand. Ook meester Stijkel maakt daar melding van (Olinga1 142).
De suggestie van de heer Olinga dat de lijken een tweede maal in brand zijn gestoken (Olinga2 51, 55) is zeer gewaagd. Maar oud rechercheur Olinga heeft wel degelijk een punt dat hier iets niet klopt. Indien het gezin Ebels in de kelder doodgeschoten is, de lijken daar zijn blijven liggen en de begane grond vloer intact is gebleven tijdens de brand, dan zullen de lijken niet of nauwelijks verbrand zijn. Ik ga er van uit dat de Polen met grof geweld alle sporen van hun moord meteen op 17 april zo goed mogelijk hebben proberen te wissen. Daarom lijkt mij de kans dat er een secundaire verbanding van de lijken heeft plaats gevonden, klein. Aangezien ik de BS meer als slachtoffer dan als dader zie, wijs ik betrokkenheid van de BS bij het wegmoffelen van resten van lijken van de hand. Daarbij speelt een andere overweging: het geweten. Ieder volwassen mens ter wereld, van bosjesman tot eskimo, beseft dat het vernietigen van een lijk met als doel bewijsmateriaal te laten verdwijnen een ernstige misdaad is. Degene die daartoe opdracht geeft en degene die het uitvoert zullen de rest van hun leven door wroeging geplaagd worden. In het interview met O.C. Mellema heb ik niets van wroeging gemerkt, integendeel, hij verschafte juist gedetailleerde en nuttige informatie. Een zelfde beeld heb ik bij J.A. Crebas. Indien hij ook maar iets met wegmoffelen van bewijsmateriaal te maken heeft gehad, zou hij in zijn memoires met geen woord gerept hebben over het drama Ebels. Na het lezen van de boeken Olinga heb ik wel de indruk dat Mellema informatie voor mij verborgen heeft gehouden over de falende rol van de BS, want de BS zou alle middelen hebben moeten inzetten om de moord op de drie kinderen te voorkomen.
De rol van politieagent Geels is wel discutabel. Zoals ik nu vrij zeker weet, liegt hij tegen mij, meteen al aan het begin van het korte telefoongesprek dat ik met hem heb gevoerd.
Wat doet een dader die 's-avonds de sporen van een moordpartij probeert uit te wissen? Die gaat de volgende ochtend in alle vroegte controleren of alle sporen verdwenen zijn. Nu zijn er twee mogelijkheden; het is voldoende gelukt of het is onvoldoende gelukt. In het laatste geval is een nadere verbranding nodig.
Boerderij Ebels is een kop-hals-romp boerderij geweest waarbij de brand van het vooreind wellicht niet op de schuur is overgesprongen. Opnieuw moeder en zoon Waalkens maken er melding van dat de schuur de volgende morgen in brand staat. Het is denkbaar dat de daders op de vroege morgen van woensdag 18 april onverbrande resten vinden, dat ze die in de schuur op het stro leggen en vervolgens de schuur in brand steken. In dat geval heeft er dus een secundaire verbranding plaatsgevonden, maar op een andere wijze dan Olinga gesuggereerd heeft.
O.C. Mellema heeft gemeld dat de BS uit Winschoten verantwoordelijk is voor de arrestatie van Everhard Ebels, een aandachtspunt dat ik niet klakkeloos aanneem en daarom nader onderzocht moet worden. Ook Doeko Leemhuis heeft mij van belangrijke informatie voorzien. In mijn verslag van 9 december 1984 staat letterlijk: Op 18-4-1945 is D. Leemhuis, na gewaarschuwd te zijn door iemand van Oudedijk, naar Midwolda gefietst om te vertellen [zin afgebroken]. Dat ik die zin op die wijze opgeschreven heb, kan er alleen maar op duiden dat ik Doeko specifiek gevraagd heb wie zijn zegsman over de dood van het gezin Ebels is geweest. 'Iemand van Oudedijk' is wel een heel vaag antwoord in vergelijking met de zwaarwichtigheid van het voorval. Met de kennis van nu heb ik sterk het vermoeden dat Doeko bepaalde informatie omtrent de betrokkenheid van de BS voor zich heeft gehouden. Dat roept de vraag op: Hebben andere geïnterviewden ook bewust informatie over de kwestie Ebels achtergehouden? Oljo ten Have vertelt bitter weinig over de bevrijding terwijl hij er als BS-man nauw bij betrokken is. Boelo Tijdens laat zich tijdens een gesprek ontvallen dat hij er spijt van heeft dat hij geen paard en wagen ter beschikking heeft gesteld om het gezin Ebels weg te brengen naar Winschoten wanneer Everhard en zijn gezin bij café Bos staan te wachten. Nu, na het lezen van de boeken van de heer Olinga en het herlezen van de gespreksverslagen, krijg ik de indruk dat een aantal boeren wel degelijk op de hoogte is van de toedracht en dat zij daar tot in hun graf over gezwegen hebben.
Er is een ander gegeven dat vragen oproept. In de brief van P. 't Mannetje van 13 juli 1945 aan burgemeester Van Essen waarin staat Het oudste zoontje is heden bij mij gearriveerd en Het adres waar mijn schoonzuster het laatst geweest is, is volgens zeggen van het zoontje van elf jaar die nu bij mij is: E.T. Ebels, Kroonpolder A 425 Drieborg. (Olinga1 87-88). Hoe kan een jongetje van 11 jaar dat kennelijk al in Duitsland van zijn moeder gescheiden is (Olinga1 85, 95, 119, 122, 130, 233), nu nauwkeurig het laatste adres van zijn moeder in de Kroonpolder weten? De heer Olinga heeft dit hiaat in kennis met een suggestie opgelost.
Vragen
Waarom heeft Fekko Ebels, nota bene Tweede Kamerlid, zich er kennelijk probleemloos in geschikt dat zijn zoon en zijn drie kleinkinderen vermoord zijn? (Olinga1 102) Waarom heeft hij geen onderzoek van het openbaar ministerie geëist?
Is de functie van voedselcommissaris tijdens WO II wel of geen collaboratie met de bezetter? Edzo Ebels heeft een paar maanden samengewerkt met zijn opvolger, de NSB'er Staargaard. Edzo Ebels heeft tijdens WOII in opdracht van de bezetter de paardenvordering afgekondigd (Olinga1 62).
Geertje Nannenga-Ebels is destijds actief betrokken bij de stichting Winterhulp (Crebas 39). Is dat vanaf 1942 een lichte vorm van collaboratie? (Ader-Appels 90, 133, wikipedia.org). Het is trouwens logisch dat zij er mee te maken krijgt want de organisatie ervan wordt in 1940 aan de burgemeesters opgedragen.
Op welke wijze en op welke dag is de benoeming van Edzo Ebels tot waarnemend commissaris tot stand gekomen? Volgens L. de Jong op 15 april (deel 10b, blz. 1156).
Wie was Dec? (Olinga1 39-40, 69) Is dat de schuilnaam van de vermaarde Poolse kolonel Maczek? Wie is de Poolse ritmeester in Drieborg, en staat hij onder het bevel van Maczek? Loopt de held van de bevrijding van Breda nu het risico verantwoordelijk gesteld te worden voor kindermoord?
Prins Bernhard, hoofd van de BS, is ook paardenliefhebber en beschermheer van de Provinciale Vereeniging ter bevordering der paardenfokkerij in Groningen (Teenstra, 63). Wegens deze paardenfokvereniging waarvan ook de fervente NSB'er Jakob Maarsingh lid is, en wellicht ook T.E. Bontkes, E.T. Ebels, J.J. Tijdens, O.D ten Have, D.J. Mellema en vele anderen, bestaat dus de mogelijkheid dat de heren elkaar in de jaren '30 wel eens ontmoet hebben. Dat roept bij mij de vraag op: Is er op 18 of 19 april 1945 in allerijl op aandringen van de regering een mondelinge overeenkomst gesloten tussen het Militair Gezag en de familie Ebels om prins Bernhard buiten schot te houden in deze netelige affaire?
Hoe kan het dat Edzo Ebels twee dagen na de moord op het gezin van zijn neef een voorlopige benoeming krijgt voor een lucratieve functie? Een functie waarbij hij er voor kan zorgen dat het vermogen (de boerderij) van zijn broer niet in beslag genomen wordt, maar dat in plaats daarvan Fekko zijn vermogen veilig kan stellen voor de zoon van zijn zuster Geertje.
Groninger Oranjebode nr. 2 van 19 april 1945:
Rectificatie
In ons blad van 17 dezer staat vermeld, dat de heer Linthorst Homan, voorloopig in overleg met de leden van het college van Gedeputeerde Staten zijn functie als Commissaris der Koningin heeft hervat.
Dit bericht behoeft in zooverre aanvulling, dat de heer E.H. Ebels ingevolge een door de Regeering genomen beschikking als voorloopig Commissaris der Koningin optreedt.
Het is voorts gebleken, dat de heer Linthorst Homan vooreerst afwezig zal zijn.
(Hebel 90).
Hoe moeten we de korte felicitatiebrief van burgemeester Van Essen aan Edzo Ebels van 19 april 1945 (Olinga1 99-100, Olinga2 16) interpreteren? Eerst een felicitatie en andere zaken, en aan het einde wordt nog vermeld dat twee dagen eerder het gezin van zijn neef is omgekomen, en dat zonder condoleances [althans niet vermeld door Olinga; aldaar is de tekst afgekapt]. Is dat een burgemeester-waardige brief?
Boerderij Ebels is op 28 april 1945 bij openbare bekendmaking van het Militair Gezag onder beheer gesteld van de provinciale voedselcommissaris (Olinga2 59, 77). Edzo Ebels en de nieuwe voedselcommissaris Minderhoud kennen elkaar door en door (Olinga2 58-59). Waarom bij openbare bekendmaking en waarom niet gewoon als een besluit per brief medegedeeld? Indien er werkelijk een openbare bekendmaking heeft plaatsgevonden, dan moet die gepubliceerd zijn, bv. in de Staatscourant en/of in een regionale krant. Waar is die te vinden? Diende de openbare bekendmaking enkel om een onderdeel van een geheime afspraak te formaliseren?
Hoe is het mogelijk dat juist voormalig BS leider Mellema na de oorlog de boerderij pacht van Fekko Ebels, het land waarop diens zoon en kleinkinderen vermoord zijn? Door Olinga uitgebreid aan de orde gesteld (Olinga2 58 en verder).
Het adres en telefoonnummer van Geels heb ik op 12 november 1983 gekregen van het echtpaar Leeuwma-Burema. Het is merkwaardig dat 38 jaar na de bevrijding een nazaat van een Duitsgezinde nog steeds in contact staat met Geels, degene die destijds op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de moord op het gezin Ebels.
Een gewaagde hypothese
De bevrijding nadert reeds in 1944 met rasse schreden. Wat voor de meeste Nederlanders inderdaad een bevrijding is, ervaren NSB’ers als dreiging. De betrekking tussen vader Fekko en zoon Everhard Ebels staat al vele jaren wegens de politieke voorkeur van Everhard op gespannen voet maar die verslechtert naarmate de bevrijding naderbij komt. Voor iedereen is duidelijk dat Everhard en zijn vrouw Tet opgepakt zouden worden. Wat moet er dan met de drie kinderen gebeuren die in de nationaal socialistische leer zijn opgevoed? Juist die opvoeding van de kinderen zal de grootste grief van Tweede Kamerlid Fekko Ebels geweest zijn. Niet alleen Fekko is Oranjegezind maar dat zijn ook zijn vrouw, zijn oudste zoon Hajo alsmede de broers van Tetje Dijkstra. Met het naderen van de Polen en Canadezen komt het NSB-gezin Ebels-Dijkstra steeds meer in het nauw. Het vermoeden bestaat dat Tet zich volledig achter haar man stelt en uiteindelijk feller in de leer wordt dan Everhard. Natuurlijk hebben zij zich ook afgevraagd wat er met hun kinderen moet gebeuren als zij opgepakt zullen worden. Zij beseften dat ze bij een der grootouderparen zullen worden ondergebracht maar dat willen Everhard en vooral Tet niet. Wat er op het spel staat, is voor de betrokkenen duidelijk. De drie kinderen zijn de enige kleinkinderen, zowel van het echtpaar Dijkstra als van het echtpaar Ebels. Fekko Ebels zal alles in het werk gesteld hebben om zijn kleinkinderen een goede toekomst te bieden. Praten met Everhard en Tetje is na Dolle Dinsdag niet meer aan de orde. Mogelijk heeft hij zijn zetboer Uintje Hector gevraagd om aan Everhard een voorstel te doen, maar dat is dan zonder resultaat gebleven. Of Fekko Ebels daarna Derk Dijkstra in Midwolda benaderd heeft of dat Dijkstra op eigen initiatief gehandeld heeft, is niet bekend, maar duidelijk is dat ook hij onheil voorziet want hij is kort voor of op 17 april in Drieborg geweest met de bedoeling de kinderen mee te nemen naar Midwolda. Dat wordt door zijn dochter Tetje geweigerd. In de voorafgaande weken zal Fekko signalen opgepikt hebben dat zoon Everhard wellicht van plan is zich tegen arrestatie te verzetten in zijn boerderij in de Kroonpolder. Fekko weet of zal op zijn minst het vermoeden hebben gehad dat er kort voor de bevrijding door Duitsers of NSB’ers risicovolle zaken naar de boerderij zijn gebracht. Het wordt dus buigen of barsten. Nu er met direct en indirect overleg met Everhard niets meer te bereiken valt, kan Fekko Ebels nog maar een ding doen en dat is het Militair Gezag inlichten wat de bevrijders en de BS te wachten staat bij boerderij Ebels in de Kroonpolder. Hij zal een beroep op de BS gedaan hebben om er voor te zorgen dat zijn kleinkinderen niet het slachtoffer zullen worden van de verbeten houding van hun ouders.
De stad Groningen wordt niet op één dag bevrijd, maar eerst het zuidelijk deel en wel op 15 april. In dat zuidelijk deel van de stad woont Fekko’s jongere broer Edzo Ebels in de prachtige villa Zonnevanck aan de Verlengde Hereweg. Nog diezelfde avond krijgt Edzo [onverwacht] bezoek van luitenant-kolonel Hein Holtkamp, de door de regering in London aangestelde militaire commissaris voor de provincie Groningen. Dat bezoek zal geen toeval geweest zijn. Middels een briefje van Edzo krijgt de teruggekeerde oud-commissaris der Koningin J. Linthorst Homan te horen dat hij aan de kant wordt gezet. Terwijl Linthorst Homan zich tijdens WO II verdienstelijk heeft gemaakt voor het verzet moet hij plaats maken voor Ebels die in enige mate gecollaboreerd heeft. Op die wijze krijgt Edzo Ebels invloed op de confiscatie van goederen van NSB'ers waaronder de boerderij die door zijn neef Everhard Ebels van diens vader Fekko gepacht wordt. Op die wijze kan Fekko Ebels zijn levenswerk wellicht veilig stellen voor zijn drie kleinkinderen.
Zowel de BS als de Polen weten op 16 en 17 april wnneer ze oprukken naar Nieuw-Beerta en de polders dat ze in de Kroonpolder mogelijkerwijs op tegenstand zullen stuiten. Kort voor de komst van de Polen hebben de laatst aanwezige Duitse soldaten het zoeklicht en de bijbehorende barakken in de Binnenlanden opgeblazen (Olinga 71). Met de zender, die daar ongetwijfeld aanwezig geweest is, zijn Bruno Markwardt en drie andere militairen naar boerderij Ebels getogen (Scheltens). Wie weet, misschien op uitnodiging van Ebels zelf. De afstand van het zoeklicht naar de boerderij in de Kroonpolder bedraagt slechts 2 km, maar de zender zal een groot en zwaar buizenapparaat geweest zijn. De tocht gaat door Drieborg en dat zal de bevolking niet ontgaan zijn. Uit de route die de Polen op 16 april gevolgd hebben, lijkt het er op dat de Polen in eerste instantie niet geïnteresseerd zijn in boerderij Ebels. De eerste drie tanks die door Nieuw-Beerta rollen, rijden door naar Oudezijl.
Bij het verplaatsen van de tanks in Oudezijl merken de Polen dat zij gericht met granaten beschoten worden vanaf een Duitse batterij. Het kan niet anders dan dat de inslagposities van de ontploffende granaten doorgeseind worden. Op de Langeweg nabij Oudezijl strandt een Poolse tank door een afgelopen rups waardoor die onbruikbaar in de sloot belandt. De tank is enkele maanden later opgeruimd, vermoedelijk door de militaire opruimingsdienst. Op 16 april zijn de autobrug en de spoorbrug in Nieuweschans opgeblazen. Aangezien de bevrijders dit voorzien hebben, komen ze nog diezelfde middag met de onderdelen van een Bailybrug die over de Westerwoldse Aa gelegd moet worden. De onderdelen moeten naast de Aa in elkaar gezet worden. Eén salvo van Duits geschut is behoorlijk accuraat waardoor een aantal Poolse militairen zwaargewond of misschien zelfs gedood is tijdens de constructie van de brug. Zwaar bloedende soldaten zijn via Nieuw-Beerta [met een jeep] afgevoerd richting Winschoten. De Polen gaan meteen aan de slag met het peilen van de locatie van de zender. Verdachte gebouwen worden zonder pardon in brand geschoten. Eerst wordt de korenmolen De Boer in Nieuweschans in brand geschoten, daarna in de Kroonpolder de schuur van boerderij Crebas en de kapschuur van boerderij Cornelis Ebels. De zender is gevonden op een aardappelboot die in het 'kanaal' te Oudezijl ligt.
Kennelijk heeft dit zich in de eerste helft van de middag afgespeeld, want er zijn niet drie maar twee Poolse tanks via de Schanskerdijk naar Drieborg gereden. Spoedig na aankomst van de Polen in Drieborg, om even over vier in de middag, komen Oljo ten Have, Hemmo Starke en Henk Noteboom en meester Stijkel als administrateur in de voorkamer van café Bos samen voor overleg over hun taak als BS. Opmerkelijk is dat politieagent Geels daar niet bij is. Waarom neemt hij geen deel aan dat overleg in café Bos? De riskante situatie op boerderij E.T. Ebels zal de BS bekend geweest zijn. Kennelijk is het op 16 april te gevaarlijk om boerderij E.T. Ebels te benaderen.
Na een korte stop rijden de tanks door over de Oudedijk tot aan de driesprong Merijke. Drieborg en Oudedijk zijn die dag ’s-middags gedurende korte tijd bevrijd. Volgens twee getuigen is op die dag ook de eerste tank de Kroonpolder ingereden. In het gangbare verhaal is de tank echter op 17 april beschoten en voor die optie heb ik in dit verhaal gekozen. Aan het einde van de middag trekken de tanks zich terug in Nieuw-Beerta. De Poolse commandant heeft zijn intrek genomen in het renteniershuis dat bewoond wordt door Van Veen (Brul, Leemhuis, Van Veen). Op een avond is H.P.H. Waalkens op de fiets door de polders gegaan om alle boeren iets mede te delen. Volgens F.J. Waalkens is dat op 17 april waarbij hij helaas niets vertelt over de aard van de mededeling die zijn vader heeft gedaan. Logisch zal zijn dat de fietstocht op de avond van 16 april plaatsvindt, en dat het een oproep voor alle boeren in de polders betreft om de Lüneburgers die nog in de Kroonpolder, Stadspolder en Reiderwolderpolder II gehuisvest zijn op de volgende dag naar boerderij E.T. Ebels te sturen om aldaar opgepakt te worden.
Op 17 april komen de Polen met twee tanks naar Drieborg. Een ervan rijdt door over Oudedijk naar Merijke terwijl de ander de Kroonpolder in rijdt. De eerste tank schiet vanaf Merijke boerderij Van Wieringen met drie schoten in brand. De tweede tank in de Kroonpolder slaat op de driesprong aldaar naar rechts af richting het nog aanwezige vooreind van boerderij Crebas en keert daar aan het einde bij Crebas om. De bemanning bemerkt dat de tank gericht beschoten wordt met granaten die afgevuurd worden door een Duitse stelling. Dat is enkel mogelijk als er evenals in Oudezijl een plaatselijke waarnemingspost aanwezig is die de positie van de tank doorseint. Teneinde de waarnemingspost te vinden, schiet de Poolse tank op de terugweg in de Kroonpolder achtereenvolgens in de schuren van Cornelis Ebels, Waalkens en Ebel Ebels (bewoond door Loerts) terwijl de kelderramen met mitrailleurs kapotgeschoten worden. Even voorbij Loerts wordt de tank door een granaat geraakt waardoor het voertuig in de sloot belandt. De tankbemanning wordt met een jeep opgehaald en mogelijk wordt die jeep nabij boerderij Ebels nog beschoten door de Duitse militairen die de zender bediend hebben. De tank is pas na een paar jaar opgeruimd.
Of de tank in de Kroonpolder op 16 of 17 april in de sloot beland is, is onzeker, wat wel zeker is, is dat op 17 april de Poolse bevrijders met versterking terugkomen. Volgens Waterholter staan op een gegeven moment een of stuk tien tanks [lees: militaire voertuigen] op de Kroonpolderweg ‘in een lijn’ opgesteld voor boerderij Ebels tot aan de driesprong van de Kroonpolderweg. In de boerderij treffen de Polen de zender, militaire wapens en munitie aan. J.A. Crebas noemt in zijn memoires dat er wel 150 Lüneburgers bij de boerderij zijn opgepakt. Dat aantal lijkt mij erg hoog. Zoveel mensen kunnen niet gedurende lange tijd in een enkele boerenschuur gehuisvest zijn geweest. Indien het aantal al voor de helft klopt, dan is duidelijk dat boerderij E.T. Ebels door de BS is aangewezen als verzamelpunt van alle op te pakken Lüneburgers in de polders. Als het arresteren van de NSB’ers op de juiste wijze is verlopen dan zijn de vier omgekomen Lüneburgers, de beide vrouwen en de twee kinderen, eveneens naar Drieborg gebracht of gelopen, maar daarvan is door geen enkele getuige ooit melding gedaan. Hebben zij zich verborgen weten te houden wanneer het gezin Ebels wordt opgepakt? Hebben ze weerstand geboden? Mogelijk moeten de Lüneburgers in kleine groepjes naar Drieborg lopen om vandaar met gemotoriseerd vervoer naar Winschoten gebracht te worden. Zo ja, dan zal dat voor Maartje Beijer met haar twee kleine kinderen wellicht een probleem geweest zijn. Mogelijk is er een conflict ontstaan tussen de nog op de boerderij aanwezige Lüneburgers en de Polen. Dat conflict is dan verschrikkelijk uit de hand gelopen. Arendje Blaak is na haar aankomst in Oost-Groningen op 24 februari 1945 gedetacheerd bij NSB'er Geert Mellema, maar kort voor aankomst van de bevrijders is zij naar het laatste NSB-steunpunt boerderij E.T. Ebels gevlucht. Terwijl landwachter Mellema zich als een verslagen man op 16 april laat arresteren, is Arendje kennelijk nog strijdbaar.
Het gezin Bolland moet op bevel van de Polen omstreeks 19.30 uur vertrekken (Olinga1 73, 144, Olinga2 35). Wanneer Bolland met paard en wagen met huisraad door Drieborg komt, zegt hij dat 'Meneer' ook spoedig zal volgen (Waterholter). Inderdaad arriveert het gezin Ebels daarna bij café Bos. Dat late tijdsstip correspondeert niet met de meldingen van verschillende zeglieden die op die dag bij vertrek uit Drieborg het gezin Ebels bij café Bos zien staan. Vanaf het moment van aankomst bij café Bos is de BS verantwoordelijk voor het gezin Ebels. Everhard en Tetje zullen bij café Bos stevig ondervraagd zijn. Terwijl mogelijk nog de laatste Lüneburgers bij café Bos aankomen om vervolgens met boderijder De Groot naar een kamp in Winschoten gebracht te worden, moet het gezin Ebels wachten. Wellicht is er koortsachtig overleg gevoerd tussen Fekko Ebels, de plaatselijke BS, mogelijk met de top van het Militair Gezag, mogelijk ook met Edzo Ebels en met de Poolse commandant.
Door het lange wachten ontstaat wrevel. De spanningen lopen op want de Polen zijn hier niet om een familieconflict te beslechten maar om de gehate Duitse vijand zo snel mogelijk te verslaan. Bovendien hebben zij in de afgelopen dagen twee tanks verloren en enkele van hun medestrijders zijn gedood of zwaar gewond geraakt in Oudezijl door een salvo granaten afgeschoten door een nabij gelegen batterij van de vijand. Tijdens die wachtperiode wil Tet iets in de winkel regelen wat haar verboden wordt. Dan snauwt zij tegen de Polen: Jullie zijn nog erger dan de Duitsers (Waterholter, van derden). Het gedrag van Tet Dijkstra tegenover de Poolse commandant is wellicht de aanleiding voor een radicale stap van de Polen. In plaats van gepraat gaan zij tot actie over. De BS en Fekko Ebels staan machteloos.
Uit het feit dat Hein Holtkamp twee dagen voor het drama naar Edzo Ebels komt, duidt er op dat bij de top van het Militair Gezag iets over Everhard Ebels bekend is waar de plaatselijke bevolking geen weet van heeft. Batterie Dollard Süd moet zo lang mogelijk stand houden om de laatste Duitse troepen en aanhangers de kans te geven om naar Duitsland te ontsnappen. Het lijkt er op dat Everhard zijn boerderij eveneens voor dat doel beschikbaar heeft gesteld.
Het bovenstaande is het beeld dat in de afgelopen weken bij mij is ontstaan. Er zijn aanwijzingen voor, maar geen harde bewijzen. De doofpot die Gerard Olinga met accuraat speurwerk heeft aangetoond, is ontstaan door het falen van de BS in het conflict tussen vader en zoon Ebels met als gevolg de moord van de Poolse bevrijders op het gezin Ebels. Voor de 'doofpotbewakers' is de dood van de vier omgekomen Lüneburgers slechts een onaangename bijkomstigheid.
Fekko Ebels en Eppien Nannenga slijten de rest van hun leven in groot verdriet in de mooie villa in Nieuw-Beerta. In ben er van overtuigd zij hun bestaan graag voor dat van landlopers hadden geruild indien zij daarmee het leven van hun drie enige kleinkinderen hadden kunnen redden.
Boerderij Ebels in de Kroonpolder omstreeks 1900. Foto: FE.
Interviews
Boer, S.W. de, te Nieuweschans 18 november 1984 en 26 januari 1985.
18 november 1984: Al vóór 1943 hebben de Duitsers een woonboot in Nieuwe Statenzijl gelegd. De boot wordt bemand door ongeveer tien leden van de kustwacht. De boot ligt eerst voor het huis van visser Kool, en later in de oude sluis naast het boerderijtje van Hillinga. Alle in- en uitgaande schepen worden gecontroleerd. De twee dochters van Kool gaan wel met de officieren om. Er zijn aardige en minder aardige leden bij. Ze hebben fietsen, motoren en auto's tot hun beschikking.
Jac. Smedes is commandant van de ondergrondse in Winschoten. Hendrik Heidema zorgt voor brandstofbonnen. Turfschipper Kleinhuis brengt turf naar Nieuwe Statenzijl. De inwoners van Nieuwe Statenzijl zijn destijds geen van allen verplicht tot deelname aan de kabelwacht. In de ondergrondse zitten Stoffer Weerts, Schuth op het gemeentehuis in Beerta en Dresselhuis te Nieuweschans. Weerts is werkzaam op het distributiekantoor te Beerta, maar woont destijds in Drieborg, en woont nu te Emmen.
Van 1943 tot na de bevrijding is er een onderduiker bij De Boer op Nieuwe Statenzijl die mogelijk de naam Boet heeft. Elders in Nieuwe Statenzijl zijn geen onderduikers.
26 januari 1985: De Duitsers hebben tijdens WOII een woonboot in Nieuwe Statenzijl gelegd. Er wonen ca. 11 à 12 Duitsers op. De boot ligt tegenover het huis van Kool. Kool kan het goed vinden met de Duitsers en gaat wel eens met ze op jacht. De dochters van Kool maken wel eens de woonboot schoon.
Schipper, op een boerderij in Reiderwolderpolder II is ook pro-Duits. Hij heeft na de oorlog nog een tijd in een kamp gezeten. Hij woont te Beerta; zijn zoon woont nu op de boerderij.
Voorafgaande aan de bevrijding wordt de hele bevolking van Nieuwe Statenzijl weggejaagd, over de sluis Duitsland in. Dat zijn de gezinnen van sluismeester Hindrik Heidema, Harm Hillinga, Jan Bolland, Remmers, Jansen, Kool en Bakker. Zij kunnen terecht in boerderij Martens bij het Friesche Gat. Ze slapen daar in de koestallen. Boven hen op de zolder zitten Russische vluchtelingen. Ze hebben daar pakweg twee weken doorgebracht. Direct na de bevrijding zijn S.W. de Boer en zijn vrouw lopend naar Oude Statenzijl gegaan, waar aan de Duitse zijde van de Aa Molenkamp woont. Het boerderijtje van Molenkamp is sterk beschadigd maar Molenkamp woont er dan nog. De Boer en vrouw zijn door Molenkamp met een bootje over de Aa gezet. Of het huis van Jansen er op dat moment nog staat, weet De Boer niet meer.
Tijdens de tweeweekse evacuatie is de woonboot van de Duitse kustwacht verlegd van de woning van Kool naar de oude sluis. Ergens tijdens de bevrijding is de boot door een geallieerd vliegtuig doorzeefd met kogels en daarna is er nog een bom op gegooid. Daarbij komen enkele Duitsers om.
Bolland, J., te Beerta, telefoongesprek 12 maart 1983
Zijn familie woont tijdens de bevrijding in een woning achter in de schuur van boerderij Everhard Ebels. Hij zit van 1943 tot mei 1945 voor de arbeidsinzet in Duitsland. Hij heeft de bevrijding van de Kroonpolder niet meegemaakt.
Bolland, K.J., te Beerta, telefoongesprek 12 maart 1983.
tegelijk met politieagent Geels is er ook een agent Keurs te Drieborg; adres: G. Keurs, Kempiusstraat 44, Sneek; 05150-2681.
Botjes, Jan Fekkes, te Warffum 19 februari 1984
Botjes woont van 1935 tot 1945 op de boerderij Louisenfeld in de Charlottenpolder. Het huis van houthandel Pots in de Charlottenpolder is kort voor of tijdens de bevrijding in eigendom bij de familie Dallinga, te weten van mevr. Pots-Dallinga en zijn broer. Na de bevrijding heeft Pots twee weken in een kamp gezeten omdat hij verdacht wordt van smokkel. Het oude vervallen huis is in 1945 door de Canadezen verwoest.
Tot de eersten die na de bevrijding bij Botjes in de Charlottenpolder langs komen, behoren Onno Huisman en diens zwager Johannes Crebas. De communisten uit Drieborg of de arbeiders van Huisman en Crebas hebben tegen hen gezegd dat Everhard Ebels een zender op de boerderij heeft.
Bruins, Albert Luppo, te Oudezijl 17 december 1983
Bruins is van 1937 tot 1952 arbeider bij Dallinga en bewoner van diens pachtboerderij [in de zuidpunt van de Kroonpolder, nabij Oudezijl].
Bij de bevrijding zit de schuur van de boerderij bij Oudezijl ruim een week vol met vluchtelingen, wel 70 stuks, Russen, Fransen, Belgen en ook een paar Rotterdammers. In de Aa nabij de helling ligt een schip met aardappels. Het schip is bestemd om uit te varen via Nieuwe Statenzijl naar Duitsland. De vluchtelingen halen daar aardappels vandaan om iets te eten te hebben. Bij de bevrijding zijn er tanks vanaf Oudezijl over de kade van de Aa gereden tot ongeveer boerderij Crebas en daarna zijn ze teruggereden. Bij een van de tanks is er een rupsband af gelopen. Vanaf de kade hebben de Polen bij zetboer Bruins enkel kersenbomen "omgeschoten" die op het erf van de boerderij staan. Tijdens een van de bevrijdingsdagen hebben Duitse soldaten in de namiddag een brandbom in de schuur gegooid; die wordt echter snel door de Rotterdammers geblust.
Brul, P., te Nieuweschans 13 november 1983
Zijn vader is voerman met paarden die stro vervoert naar de strokartonfabriek te Nieuweschans.
Opperwachtmeester Valk is vanaf 1939 of 1940 tot de bevrijding werkzaam in Nieuweschans.
Vanaf de CCpolder schieten de Duitsers op de brug tussen Oudezijl en Nieuweschans. Daardoor sneuvelen twee of drie Poolse soldaten en enkelen raken zwaargewond. Brul assisteert de Polen bij de verkenning van de omgeving. Als BS-lid? heeft hij Valk opgepakt. Bij de BS van Nieuweschans zitten o.a. Rentrop en Sijpkens.
16 of 17 april: er rijden 2 of 3 tanks door de Kroonpolder. Op de hoek van de Schanskerdijk en de Langeweg [bij Oudezijl dus] is veel door de tanks geschoten. Na afloop ligt er als het ware een kleine wegversperring van lege hulzen.
17 april: Tijdens een tocht van de Poolse tanks in de Kroonpolder wordt er doelgericht vanuit de CCpolder op de tanks geschoten. De Polen denken dat hun positie wordt doorgegeven vanuit molen De Boer in Nieuweschans, en die hebben ze toen in brand geschoten.
Op een onbekende datum wijst Brul de weg op een tocht door de polders. De tocht wordt uitgevoerd door vier of vijf tanks en voorop een carrier, een lichter voertuig op rupsbanden. Brul zit met een Poolse officier en twee soldaten in de carrier. Ze vertrekken ca. 15 uur. De tocht gaat van Nieuweschans over de Langeweg, door Drieborg, door de Kroonpolder, en daar ziet Brul op ca. 100 m van de driesprong een Poolse tank in de sloot liggen, aan het einde van de dwarsweg is het konvooi gekeerd en teruggereden, bij de driesprong in de Kroonpolder naar rechts, bij de kruising in de Stadspolder naar links, langs vier boerderijen in de Stadspolder, bij de driesprong links, over de Oudedijk en door Drieborg, richting Nieuw-Beerta en terug naar Nieuweschans. Er is tijdens die tocht niet door het afweergeschut in de CCpolder op hen geschoten.
De Poolse officier heeft zijn intrek genomen in het renteniershuis van Van Veen [oorspronkelijk Joling] te Nieuw-Beerta, en hij heeft van daaruit de operaties in de Kroonpolder geleid.
De Polen hebben in de boerderij Everhard Ebels gezocht naar een zender maar niet gevonden.
ca. 20 april raakt Brul door Duits mitrailleurvuur gewond in hotel Concordia te Oudezijl. De Duitsers zitten achter de paardenbakken van de reeds beschadigde boerderij Crebas in Nieuweschans. Die boerderij, die nabij het pakhuis van Watermann heeft gestaan, is gebouwd als een schuur met daarin een woning, waarin Daniel Erdman, eerste arbeider van Crebas woont. Crebas zelf woont in een villa die tijdens de oorlog bewoond wordt door een Duitse officier en die tijdens de bevrijding afgebrand is.
De brug over de Aa bij Oudezijl vóór 1940. In 1940 en op 15 april 1945 wordt de brug vernield. Bij het herstel op 16 april zijn door een salvo granaten van een Duitse batterij enkele Poolse pioniers gedood en/of zwaar gewond (Brul; Keulen 69, H.R. Leemhuis). Foto: FE.
Bulten, H., te Ganzedijk 12 september1981 en 26 november 1983
Tijdens de oorlog is Bulten werkzaam bij de stadsboerderijen. NSB'ers zijn de drie jongens Bruggers, Siebrant, Harbert en Jurjen, twee zoons van de landbouwer Nieuwbeerta te Finsterwolderhamrik, smid Nieuwbeerta bij de driesprong op Oudedijk, schilder Mellema te Drieborg, en Cornelis Onnes te Reiderwolderpolder, nu te Goldhoorn.
Crebas, Bernhardus Aeisso, te Kroonpolder 23 april 1983
Crebas heeft geen onderduikers gehad. De huizen van Jansen (sluismeester en winkelier) en Molenkamp (keuterboer) te Oude Statenzijl zijn op dezelfde dag afgebrand. In Oude Statenzijl ligt op dat moment geen schip. Ongeveer zes dagen nadat de schuur van boerderij Crebas is afgebrand, komt B.A. Crebas vanaf Koudehoek naar de boerderij in de Kroonpolder, samen met twee schippers die een boot in Nieuwe Statenzijl hebben liggen. Crebas fietst de Kroonpolder in, ziet dat boerderij Waalkens is afgebrand, en ziet de tank in de sloot liggen. Op dat moment worden er twee waarschuwingsschoten gelost vanaf boerderij Poppens. Hij heeft het vee uit de schuur van Loerts vrij gelaten en is toen gevlucht via de watering naar Oude Statenzijl. De twee schippers komen van Nieuwe Statenzijl terug; hun schip is gezonken. Ze overnachten samen met Crebas in het vooreind van de boerderij. Er wordt veel geschoten, die nacht is de CCpolder veroverd.
Baije Loerts wordt later politieagent te Heerenveen.
Boerderij Tonkes te Oudedijk is tijdelijk een Canadese commandopost.
De boerderijen van Crebas en Everhard Ebels zijn door de Polen in brand geschoten. De boerderijen van C. Ebels en Waalkens zijn door de Duitsers leeggeroofd en boerderij Waalkens is door hen in brand gestoken. De Duitse vernietigingstroepen zijn over het loopbruggetje te Oude Statenzijl gekomen.
Dijkema, Ebel Luiken, te Beerta 14 januari 1984
Op de eerste Bevrijdingsdag heeft Ebel geholpen bij het blussen van de schuur van Derk Ebbens. De eerste tank komt omstreeks 14 uur door Nieuw-Beerta. Met de mitrailleur op de tank worden bij alle boerderijen de kelderruiten kapot geschoten.
Tijdens de evacuatieperiode zijn gebleven: Dijkema, J. Hemminga, en mevrouw Nannenga-Ebels. De Polen zijn met een relatief kleine groep waar men niet veel van merkt. Maar de Canadezen zijn er in veel groter aantal. Wanneer de geëvacueerden terugkomen, blijken alle leegstaande huizen geplunderd te zijn.
Ebels. Het gezin Ebels-Dijkstra is eerst op Drieborg geweest, waar schoonvader Dijkstra diezelfde dag of een dag eerder aanwezig is om de kinderen mee te nemen. De schuur en het vooreind van boerderij Ebels zijn niet tegelijk opgebrand. Er zou geseind zijn naar de CCpolder, niet vanuit boerderij Ebels, maar vanuit het 'commiezenhuis' dat aan de Duitse kant van de Aa staat, ongeveer tussen Oudezijl en Oude Statenzijl [= Nieuwe Statenzijl].
Nadat de Polen bij Nieuweschans beschoten zijn tijdens het aanleggen van een brug over de Aa, hebben ze zich teruggetrokken in Beerta. De Hoofdweg in Nieuw-Beerta wordt vaak beschoten.
Drie Duitsers hebben met een pantservuist geprobeerd een Poolse tank te vernietigen, maar zijn doodgeschoten.
Derk Kolkman, wonende te Beerta, arbeider bij Dijkema, communist, is opgepakt geweest, maar vrijgekomen. Een zoon is nu schilder in Beerta.
In Nieuw-Beerta zijn gedurende misschien twee dagen drie stuks geschut opgesteld geweest, waarvan één tussen de boerderijen Struif en Dijkema. Het geschut begint 's-middags te schieten en gaat door tot in de nacht. Ze hebben een uitkijkpost in het schuurtje achter boerderij Struif.
Bij Derk Ebbens is het evacuee-gezin Van den Berg, afkomstig van Schouwen Duiveland. De man zelf werkt bij Derk Ebbens, de zoon bij Starke en de dochter is dienstmeisje bij Dijkema.
Geuze, gehuwd met Elly Starke, is met paard en wagen [uit ...] naar Nieuw-Beerta gekomen. Luppo Tonkes te Oudedijk heeft ook Zeeuwen in huis. Van Veen heeft NSB'ers in huis gehad. Eind april 1945 komen veel tewerkgestelden uit Duitsland terug. Ze worden ontluisd, ze krijgen wasgelegenheid en brood.
Ebbens, Fekko Jans, te Nieuw-Beerta 10 december 1982 [personen die in zijn dagboek voorkomen]
Koos Oterdoom is NSB burgemeester van Finsterwolde, geeft opdrachten en doet mee aan huiszoekingen.
Ontjo Smith, landbouwer te Beerta-West, landwachter en neemt deel aan huiszoekingen.
Derk Ebbens is opgepakt in 1944 of 1945, o.a. door Rotgert Joling.
Tjark Bontkes is NSB'er, vooraanstaand lid van Landbouw en Maatschappij, daarna plaatselijk voorzitter van het Boerenfront van de NSB en nog later van het Agrarisch Front. Zijn zoon is officier in het Nederlandse leger.
Olthof woont in Winschoten bij de gasfabriek, die op de plek heeft gestaan waar nu de zusterflat staat. De Duitsers willen hem oppakken.
Eduard Hijers onbekend.
Jan de Maar onbekend.
Stoffer Rijks, woont te Beerta, is arbeider bij ons, heeft geen deugdelijke Ausweis.
Ko Folgerts, uit Sebaldeburen, NSB'er, heeft binnen de NSB een rang, ouders hebben een betonfabriek, is de broer van Linie, en hij is bevriend met Kea.
Gerard Schuring, notariszoon uit Winschoten in de Oranjestraat (vader is notaris te Wedde), is ondergedoken in onze boerderij, tegelijk met ... Meijer en met Durandus Ebbens, met hun drieën zijn ze direct na de huiszoeking naar Volders te Ter Wupping in Westerwolde gebracht, met de auto van en/of door A. van Rozen, hoofd van de Heidemaatschappij in Winschoten, wonende in de Oranjestraat. Meijer komt uit Groningen en is later belastinginspecteur in Rotterdam geworden, en Schuring is nu tandarts te Groningen.
De Klerck onbekend.
W. is Anton Wouda, woonde aan de Engelse Laan in Winschoten, zit in de ondergrondse, is opgepakt en waarschijnlijk gefusilleerd.
Zijn vrouw, "juffrouw Wouda", heeft een broer te Nieuweschans.
S. en Sm. is Jack Smedes te Winschoten, zit in de ondergrondse.
Dr. Hommes, chirurg, zit in de illegaliteit te Winschoten.
Adjudant De Lange te Winschoten, fel anti-Duits, heeft een hoge rang bij de politie.
V. onbekend.
Jansen, O.G., stationschef te Winschoten, anti-Duits, opgepakt.
Feenstra, leider van het distributiekantoor te Winschoten, opgepakt.
Jaap Siccema, woont te Winschoten, anti-Duits, heeft in een kamp gezeten.
Kwant zit in het verzet.
De Bruin, zit vermoedelijk in het verzet te Winschoten.
Bas Krone onbekend.
Derk Jans Mellema, in de Reiderwolderpolder, Onno Huisman en Onno Mellema, en vermoedelijk ook Wiegers, zitten bij de OD (Ordedienst), een ondergrondse organisatie.
Huizinga, kastelein te Finsterwolde, is erg Duitsgezind, heeft vermoedelijk meegedaan aan huiszoekingen
B. Huizinga, kastelein te Beerta, is anti-Duits, is bureauhouder van de voedseldistributie, woont nu nog te Beerta; weet ook veel van de kerk.
Schoenmaker, woont te Beerta, is slachter.
Wester en Ketelaar, hebben een kledingzaak in Winschoten, fel anti-Duits.
Willie Nieboer, garagehouder te Winschoten, anti Duits [zie Walters2 32].
Ko Westland, heeft samen met twee broers een stalhouderij te Wageningen, zitten in het verzet [zie Walters2 34-35].
Willem Groeneveld van hotel Vrijheid in Winschoten, is opgepakt geweest; zijn vader heeft eigendommen van Joden verborgen.
Zweep, politieman te Groningen, gehuwd met Anna Jager, dochter van caféhouder Jager te Nieuw-Beerta.
Wiebe Brouwer, voluntair bij Sieto Mellema, anti-Duits.
Tjark Torringa ♀? is anti-Duits, zit ondergedoken bij Ko Los.
Ebel Dijkema is Duitsgezind, maar geen NSB'er.
Invallen bij boerderij Ebbens-Mensinga:
1. Huiszoeking door landwachters
2. SD met Lehnhoff, Fekko is één dag opgepakt geweest
3. Fekko opgepakt door NSB-politiekapitein Van den Hof uit Winschoten, waarschijnlijk op 15 juni 1944, vermoedelijk verraden. Fekko wordt beschuldigd van verspreiding van bonkaarten en het onderbrengen van onderduikers. De volgende dag van Winschoten naar een strafcel in het Huis van Bewaring te Helpman, daar ongeveer één maand, daarna naar Oud Leusden bij Amersfoort, ca. twee maanden, daarna OT werkzaamheden te Zwolle. Jan Tijdens heeft er voor gezorgd dat Fekko vrij gekomen is, vermoedelijk begin oktober.
Edens, B., te Oudedijk 23 april 1983
Molen Udema is op 17 april door de Polen in brand gestoken.
Wanneer Edens uit Oudedijk vlucht, staat het echtpaar Ebels met hun drie kinderen bij café Bos in Drieborg. Edens heeft 14 dagen bij arbeider Twiest te Winschoter Oostereinde gelogeerd. Andere families uit Drieborg die daar ook tijdelijk onderdak krijgen, zijn Bruins, Kleinhuis en Melenga. Wanneer Edens terugkomt in Oudedijk blijkt dat zijn huis bewoond is geweest door Canadese soldaten en dat er kleinigheden gestolen zijn. Na de verovering van de CCpolder zijn de Canadezen nog enige tijd in boerderij Tonkes ingekwartierd geweest.
Geels, J.J., te Spaarndam, kort telefoongesprek 12 november 1983
De opsporing van NSB'ers is niet door Geels gedaan. Geels woont in Drieborg eerst tegenover wagenmakerij Diedel, en later tegenover café Bos. Hij is eerst bij de marechaussee te Nieuweschans 1940-1941 en daarna bij de Staatspolitie te Drieborg tot ca. 1950. G. Keurs is pas na 1945 in Drieborg gekomen. Prins is eerst veldwachter te Nieuw-Beerta maar na de samenvoeging van de politiekorpsen op 1 mei 1943 is hij ook bij de Staatspolitie. Tijdens WOII is een Amerikaanse bommenwerper op of naast de Schanskerdijk neergekomen. Twee vliegeniers hebben zich met parachutes kunnen redden, de een heeft verstopt gezeten bij Van Wieringen en de ander bij smid Nieuwbeerta.
[FE 7 juni 2021: ik heb grote twijfel aan de juistheid van enkele mededelingen van Geels].
Have, E.G. ten, te Groningen 28 november 1984 en 16 december 1984.
Luit Humbert heeft in het verzet gezeten en heeft ook kabelwacht moeten staan.
Have, Oljo Derks ten, te Paterswolde 11 maart 1981
Mevr. Nannenga-Ebels heeft tijdens WOII Winterhulp en het Babyfonds opgezet, maar ze is niet pro-Duits.
Kort voor de bevrijding staan er barakken naast boerderij Ten Have in de Kroonpolder. In de Schanskerdijk zijn schuttersputten van beton gemaakt.
In 1946 is er een landarbeidersstaking, vooral gericht tegen de regering, want die verbiedt loonsverhoging. NSB'ers uit de kampen moeten invallen.
Hillinga, Eggo, oud kruidenier aan de Molenlaan te Nieuw-Beerta 12 mei 1984.
Bevrijding: Er is een slag geleverd bij Winschoterhoogebrug.
Nieuw-Beerta: Een groep van 200 gewonde Duitsers zit in boerderij Tonkes. Een voorman van de Duitsers komt op een zondagochtend naar de winkel van Hillinga aan de Molenlaan om melk te halen. Eggo heeft Henkie Prins erbij gehaald om als tolk te fungeren. Hillinga is met een bakfiets bij de boeren langs geweest om zo veel mogelijk melk te verkrijgen. De volgende dag willen ze weer voor melk komen, maar op de maandagochtend is de groep vertrokken.
Maandagmiddag omstreeks 13 uur komen schietende Poolse soldaten door Nieuw-Beerta. In de schuur van boerderij Edzo Ebels zijn nog drie bewapende Duitse soldaten aanwezig. Mogelijk hebben die nog op de Polen geschoten. De bewoners van de Molenlaan hebben een schuilhut gemaakt in de sloot naast de Groenlaan. De Duitse soldaten zijn daarlangs en over de laan van Leemhuis richting boerderij Joling gelopen. Daarna zijn ze in de duiker onder de weg gekropen en daar hebben ze zich later overgegeven. De Polen denken dat er mogelijk nog meer Duitsers in de bijschuur van Ebels zitten en hebben met een vlammenwerper de schuur in brand gezet. Hillinga zit in een schuilhut achter op de Molenlaan. Van daaruit ziet hij de vuurstraal van de vlammenwerper.
Bij de boerderij van Rotgert Joling ligt een band over de weg om de grens van de gevechtszone aan te geven. Hillinga is geëvacueerd naar Winschoten, St. Vitusholt. Vandaar probeert hij gedurende een week iedere dag met de fiets vanaf Winschoten zijn huisdieren te bereiken die in een weide tussen de boerderijen van Groeneveld en Burema lopen, maar steeds wordt hij bij de boerderij van Everhardus Leemhuis tegengehouden. In die boerderij zitten de geallieerden. Op de laan van boerderij Dallinga staat een mitrailleur opgesteld. Op 22 april krijgt Hillinga in Winschoten een vergunning om op 22 of 23 april zijn dieren op te halen. Vermoedelijk dezelfde dag zijn Hillinga en zijn zwager Klaas de Groot naar Drieborg geweest om de dieren op te halen. Zij zien dan drie gesneuvelde Duitse soldaten voor boerderij Dallinga liggen. Men vermoedt dat de soldaten door het koolzaadveld naar boerderij Poppens zijn gekomen om de mitrailleurpost te beschieten. Daarna spannen de geallieerden lijnen met bellen door het veld.
Het gezin Ebels-Dijkstra wordt eerst door de Polen naar Drieborg gebracht. Waarna de Polen de boerderij doorzoeken en vermoedelijk een zender vinden. Daarna is het gezin teruggebracht en doodgeschoten.
Terwijl Hillinga geëvacueerd is, hebben de Canadezen met een vrachtwagen voor de deur de winkel en zolder van Hillinga geplunderd. Dat is gezien door Jan Takens die aan de Molenlaan woont. Misschien heeft Geertje Luppes, die destijds bij Joling dient, het ook gezien.
Huisman-Crebas, Anje Hilda, te Nieuw-Beerta 17 december 1983
Bij haar broer Johannes op de Ebelsheerd hebben drie Joodse onderduikers gezeten, vrij spoedig na zijn huwelijk in 1944. Met Pinkster 1944 hebben ze nog in een veld in de Binnenlanden gezeten. Twee ervan zijn [later] omgekomen, de derde heeft later zelfmoord gepleegd.
Bij Onno Huisman heeft enige tijd een spoorwegman ondergedoken gezeten. Bakker Bruins in Nieuweschans heeft onderduikers gehad. Een zekere Driegen heeft in het verzet gezeten. Onno Huisman heeft enige tijd bij de Ordedienst gezeten maar heeft er voor bedankt wanneer blijkt dat er leden bij zijn die niet integer genoeg zijn. Bij Huisman verblijven als evacuees: Piet Kort met vrouw en zoontje Nico, afkomstig van Schouwen Duiveland, bij Zierikzee, wellicht gevlucht voor oorlogshandelingen. Ze hebben ruim een jaar bij Huisman gewoond.
Bevrijding: Het gezin Huisman vertrekt met paard en wagen naar Westerlee. Mee gaan: Jo de Jong, een tijdelijke inwoner bij Huisman, de oude R. Joling en diens vrouw, die niet pro-Duits zijn, en vanaf boerderij Starke ook de oude Starke [= Menso] en diens huishoudster, vanaf de Nieuweweg tot Winschoten tevens dokter Burema met vrouw en kinderen, en Hein Leemhuis met gezin. Onno Huisman is doorgereden naar Kloosterboer in Westerlee [waar hij zijn gezin heeft achtergelaten]. Onno is teruggekeerd en hij is de gehele duur van de bevrijding op de boerderij gebleven.
Derk Huisman, volgens overlevering: In de kelder van Huisman zit de vuurleiding van het geschut dat in Nieuw-Beerta opgesteld is in groepen van drie. De geallieerde waarnemers zitten op het dak van het vooreind van boerderij Huisman; zij moeten de posities van de granaatinslagen doorgeven. Met telefoonkabels houdt de leiding contact met het geschut. Na WOII is Onno nog bij de instantie Steun Wettig Gezag geweest. Dat is een inofficieel orgaan dat in moet grijpen indien er een communistische machtsovername dreigt.
Jansen, Hinderikus en diens echtenote Lamfers, te Winschoten 17 september 1983
J. Jansen, van Oude Statenzijl, vlucht samen met Zeeuwse vluchtelingenfamilie Serrier naar hun zoon H. Jansen te Vriescheloo. Hinderikus bezoekt een week na de bevrijding Oude Statenzijl. Zijn vaders huis is uitgebrand. Het voetbruggetje over de Aa is vernield. Van Molenkamp, die tijdens de bevrijding gebleven is, verneemt hij wat er gebeurd is. De Duitsers hebben het huis eerst leeggeroofd en hebben er daarna Panzerfausten in gegooid. De roofgoederen hebben ze naar het 'commiezenhuis' nabij Nieuwe Statenzijl gebracht, een huis op Duitse bodem dat naast dat van Tony Smit staat. Voor het huis van Molenkamp hebben de Duitsers een stapel turf opgebouwd. De turf is afkomstig van het turfschip van Hindrik Jansen, broer van Hinderikus, dat te Oude Statenzijl ligt. Dat schip verslepen de Duitsers naar het "Pruissengat" om het daar [deels] tot zinken te brengen. Onder de turf zitten schenken verstopt. Die heeft Jansen er onder vandaan gehaald en hij is met een bootje teruggevaren over de Aa. Jansen is nauwelijks aan de overzijde of er komen twee Duitsers achter de turfstapel vandaan en die beginnen op hem te schieten. Jansen springt in de sloot en verschuilt zich achter het stookhuisje. Bij Molenkamp ligt nog een bootje waarmee de Duitsers ook de Aa willen oversteken. Omdat Jansen in Vriescheloo in het verzet heeft gezeten, heeft hij een revolver bij zich. Daarmee schiet hij terug, waarna de Duitsers aan de oostzijde van de Aa blijven. Wanneer hij uit Oude Statenzijl wegvlucht, zijn er al wel acht Duitse soldaten die van achter de turfstapel op hem schieten. Dat blijven ze doen totdat hij bij boerderij Crebas is.
De Duitsers nemen het echtpaar Molenkamp en hun zoon Hendrik mee naar Ditzumerverlaat omdat vader Molenkamp Jansen heeft gewaarschuwd dat de Duitsers er aan kwamen. Nadat Jansen het verhaal heeft verteld in Nieuweschans gaan de Polen er achter aan om het gezin Molenkamp terug te halen [FE: lijkt mij onwaarschijnlijk]. Het gezin Molenkamp is enkele dagen vastgehouden te Ditzumerverlaat.
Bij het molenaarsgezin Udema woont tijdens de bevrijding ook de zuster van mw. Udema, namens Fem Labrie.
Joling, Boelo, te Winschoten 11 december 1982
Boerderij Ebels is 's-avonds om pakweg 22 uur in brand geschoten. Het gezin Ebels is dan al doodgeschoten.
In een leeg huis te Nieuwe Statenzijl wonen enkele Duitse militairen. Tijdens de kabelwacht gaan van daar uit een militair op de motor of op de fiets de kabelwachters langs de spoorlijn controleren.
Leemhuis, Doeko en H.T. Oosterhuis, te Nieuw-Beerta 7 april 1984 en 9 december 1984
7 april 1984: Leemhuis organiseert samen met B. Huizinga een voedseltransport naar Rotterdam. Met paard en wagen naar Groningen en vandaar met het schip naar Holland. Huizinga is PBH (plaatselijk bureau houder) en kan zodoende de lading dekken met bonnen.
Het komt zo af en toe voor dat arbeiders uit Drieborg koolzaadolie persen in de schuur van Doeko Leemhuis. Kistemaker krijgt daar lucht van en daarom heeft hij eens om 6 uur 's-ochtends een controle uitgevoerd in de schuur van Leemhuis. De arbeiders hebben echter alles weer netjes achtergelaten en zodoende kan Kistemaker niets bewijzen.
Bij de gebroeders Jager zitten 2 à 3 jaar lang enkele onderduikers, waaronder 1 of 2 Rolies uit Beerta, Jacob Levie, en Watermann en diens vrouw, uit Nieuweschans. Vanwege die Joodse onderduikers kunnen daar geen naar Nederland teruggestuurde NSB-onderduikers geplaatst worden. Burgemeester Oterdoom wil dat toch en gaat op een avond naar de gebroeders Jager. Zij zijn echter gewaarschuwd door Doeko. Terwijl Oterdoom al een kwartier binnen is, komt Mannus Jager er aan .... [FE: zin afgebroken; Mannus is zwakbegaafd waardoor hij dus gemakkelijk de onderduikers kan verraden; maar het loopt goed af].
Kistemaker is de chef van de NSB in Nieuw-Beerta en polders. Alle nachtelijke patrouilles regelt hij. Het is aan het eind van de middag vaak een komen en gaan van NSB'ers. Er komen ook landwachters uit Bellingwolde. Ze doen huiszoekingen en patrouilleren met jachtgeweren en in zwarte uniformen. De enige niet-landbouwer uit Nieuw-Beerta en de polders die bij dit gezelschap hoort, is schilder Mellema van Oudedijk.
In september 1944 moeten Ko Los en Doeko Leemhuis bij burgemeester Oterdoom op het gemeentehuis komen, want zij worden belast met de plaatsing van uit Duitsland teruggestuurde NSB-gezinnen binnen wijk A, d.w.z. het gebied vanaf café Jager tot de Dollard. Dat hebben de NSB-boeren geweten want Los en Leemhuis plaatsen ze vooral bij die bedrijven, te weten Dallinga, Kistemaker, Burema, Boelema en Van Wieringen. Er zijn tien NSB gezinnen uit Limburg die geplaatst moeten worden. Ze komen aan in café Jager en zitten daar te wachten in de 'jachtwaide'. Ze zijn eerst met twee boerenwagens naar Winschoten vervoerd om daar ontluisd te worden en daarna teruggebracht want ze moeten in wijk A ondergebracht worden. Twee dagen later vindt er op last van burgemeester Oterdoom een herverdeling plaats. Er zijn ook Zeeuwse evacuées, maar dat gaat op vrijwillige basis.
Doeko Leemhuis zit vanaf begin april 1945 tot 15 april ondergedoken bij Wientje Loerts in de Kroonpolder. Op dezelfde dag – tien dagen voor de bevrijding – gaat zijn vrouw met zoon Rob en vier Hollandse kinderen naar Midwolda. De andere bewoners op boerderij Loerts zijn het echtpaar Loerts-Kramer en hun twee oudste zonen, een zwager Kramer en een onbekende. In de stropakken heeft het gezin Loerts twee motorfietsen verstopt. Zondagavond 15 april is Leemhuis teruggegaan naar zijn villa. De volgende ochtend om 5 of 6 uur staat de hele familie Loerts met paard en wagen voor de deur omdat ze in hun boerderij ...[zin niet af].
Op de Bevrijdingsdag van Nieuw-Beerta komt mevr. Leemhuis-Oosterhuis met de fiets door de Binnenlanden naar Nieuw-Beerta; aankomst ca. 10 à 11 uur. Er zijn twee Rotterdammers in huis. Omstreeks 13 uur komt de eerste Sherman tank door Nieuw-Beerta. Er rijden die dag vermoedelijk vijf tanks door Nieuw-Beerta. Daarvan rijden er drie over de Langeweg richting Nieuweschans. Bij één tank loopt er een rups af, de andere twee komen terug van Oudezijl. Om ca. 14 à 15 uur schiet een van de tanks vanaf de Langeweg [bedoeld zal zijn de Schanskerdijk] de [schuur van] boerderij Crebas en de kapschuur van boerderij C. Ebels in brand.
De andere twee tanks rijden door richting Drieborg en de polders. Mevr. Leemhuis vertrekt omstreeks 16 uur op de fiets naar Midwolda. Rond 17uur trekken de vier functionerende tanks zich terug tot Nieuw-Beerta. 's-Avonds staan de tanks voor het renteniershuis van Van Veen in Nieuw-Beerta. Doeko gaat er naar toe om hen aan te bieden de weg te wijzen richting de Duitsers in de CCpolder. Daarop nemen de Polen contact op met hun commandant, maar ze mogen in de schemer geen acties ondernemen.
Een of twee dagen voordat het gezin Ebels is doodgeschoten, is vader Derk Dijkstra uit Midwolda nog in de Kroonpolder geweest om de kinderen mee te nemen, maar dat willen Everhard en Tet niet.
Woensdagochtend verneemt Leemhuis dat het gezin Ebels-Dijkstra in de Kroonpolder is doodgeschoten. Doeko is omstreeks 9 uur van huis gegaan op de fiets naar zijn oom en tante Dijkstra in Midwolda om hen dat droevige bericht mede te delen.
De volgende dag gaan Doeko Leemhuis en diens neef Doeko Dijkstra op de fiets door Nieuw-Beerta naar de Kroonpolder. Ze zien daar de stoffelijke overschotten (botten en dergelijke) van hun vijf familieleden in de kelder. De boerderij is helemaal afgebrand. De twee Rotterdamse onderduikers Wim Kamperman (van meelfabriek) en ? (woont nu aan de Bourgondse Vliet) zijn nog een aantal dagen gebleven en toen door de Canadezen weggestuurd.
Er zijn in die periode drie Duitse soldaten doodgeschoten. Twee daarvan liggen op de Langeweg en één op de driesprong voor boerderij Dallinga. Dat drietal is begraven in een OT schuttersput naast de Langeweg, op ca. 300 meter vanaf Oudezijl. Ongeveer daar staat ook een half jaar de tank waarvan de rups is afgelopen.
Vanaf 1 juli 1946 is er een vier à vijf weken durende landarbeidersstaking in de gemeenten Beerta, Finsterwolde en Nieuweschans. Er zijn toen NSB'ers en soldaten ter vervanging ingezet.
16 april 1945: (info 9 december 1984) op de eerste Bevrijdingsdag komen twee of drie tanks langs. Doeko gaat samen met Ko Los naar de rentenierswoning Van Veen, waar de tanks staan, om hulp aan te bieden bij de verovering van de stelling in de CCpolder. Vermoedelijk rijden er op die dag ook twee tanks richting Oudezijl. Bij een van die tanks loopt er een rups af; deze tank komt in de sloot van de Langeweg terecht en wordt door de Polen verlaten. De andere tank schiet omstreeks 16 uur vanaf de Langeweg bij Oudezijl [de schuur van] boerderij Crebas in de Kroonpolder in brand. Wellicht schiet de tank dan nog meer boerderijen in brand. Later op de dag trekken de tanks zich uit Nieuw-Beerta terug in westelijke richting. Deze dag fietst mevr. Leemhuis laat in de middag terug naar Midwolda.
17 april: De volgende morgen wordt Doeko Leemhuis 's-ochtends vroeg gewekt door Loerts omdat er veel geschoten wordt in de Kroonpolder. Later op die dag rijdt er een tank in de sloot en is het gezin Ebels doodgeschoten. In de OD [= BS] zitten O.C. Mellema, H. de Boer uit Beerta en H.R. Starke. Veel andere boeren worden ook aangewezen, o.a. Feiko Smit en Doeko Leemhuis.
18 april: Na gewaarschuwd te zijn door iemand van Oudedijk, is Doeko naar Midwolda gefietst om ............ [zin niet af].
Na de val van de CCpolder loopt Leemhuis 's-nachts wacht vanaf het Buiskooldiep tot de Dollard. De taak is om eventueel achtergebleven Duitsers op te sporen en om de bevolking een veilig gevoel te geven. Er zijn niet enkel boeren, maar ook middenstanders en arbeiders bij. Het patrouilleren is de ene dag overdag en de andere dag 's-nachts en duurt ongeveer een week.
Vlak bij Oudezijl naast de Langeweg liggen gedurende ongeveer een maand drie Duitse soldaten begraven.
In mei-juni 1945 is er de repatriëring van krijgsgevangen Duitse troepen. Bij de grens in Nieuweschans moeten ze alle tassen en koffers uitpakken en alle Nederlandse artikelen worden in beslag genomen.
Leemhuis, Hendrik Robert ('Hein Dorp'), te Nieuw-Beerta 24 juni 1979; 11 januari 1981; 16 januari 1982; 21 februari 1982; 7 maart 1982; 18 december 1983.
11 januari 1981: Simon Dallinga, Koos Oterdoom en Willie de Wiljes hebben de inval in 1940 voorbereid. De anti-Duitse politieagent Wiegers uit Finsterwolde is doodgeschoten.
16 januari 1982: Vier joden, het echtpaar Liemus, afkomstig van Crebas, en het echtpaar Rozen, afkomstig van dokter Burema, hebben zich drie dagen schuil gehouden in het koolzaadveld achter boerderij Nannenga-Ebels, en zijn daarna 's-nachts door garagehouder Uffen naar Scheemda gebracht; bij Hein Leemhuis heeft een huiszoeking plaatsgevonden door caféhouder Jager, Rotgert Joling, een restauranthouder te Nieuweschans en landbouwer Bruggers te Finsterwolderhamrik; Hommo te Have te Scheemda zit bij de SS, en pleegt zelfmoord.
21 februari 1982: Op een middag zijn vier Canadese geschutstukken in Nieuw-Beerta in stelling gebracht; Sinie Koolhof-Edens en Jantje Holtkamp zijn bij boerderij Huisman dodelijk gewond geraakt door granaatscherven; later worden in Nieuw-Beerta 30 kanonnen in stelling gebracht, van het Buiskooldiep af tot aan de boerderij van Luit Humbert, ze staan aan de zuidzijde van de doorgaande weg op enige honderden meters afstand van die weg.
18 december 1983: Koos Oterdoom, Willy de Wiljes in de Stadspolder, en Simon Dallinga hebben de inval van de Duitsers voorbereid door de weg aan te geven met tulpen.
Bevrijding: op 16 april komen 9 Sherman tanks door Nieuw-Beerta. Bij Hein Leemhuis hebben de Duitsers een mitrailleur opgesteld, maar daar is niet mee geschoten.
De NSB'ers worden opgehaald door Noteboom en O.C. Mellema. Geels heeft Pieter Botjes naar Winschoten gebracht.
Op een ochtend komt een stel Poolse pioniers naar Nieuweschans om de brug over de Aa te herstellen. Wanneer ze aan de arbeid zijn, komt er een salvo granaten. Ze komen terug door Nieuw-Beerta met bloedende lijken [FE
30 juni 2021: bloedende gewonden?].
Tussen het 2e en 3e deel van de begraafplaats hebben vier Canadezen begraven gelegen. Deze zijn na ca. een jaar opgegraven. Een van hen is opgevist in de Dollard, en de drie anderen komen om in de neergestorte bommenwerper bij Drieborg.
Lüchtenborg, G., te Nieuw-Beerta 29 september 1984 en 18 februari 1985
In Nieuw-Beerta zitten drie onderduikers uit Nijmegen, één bij Los, één bij Ten Have en D. Cates bij Lüchtenborg. Bij Oljo ten Have is minstens één maal een huiszoeking gedaan door NSB'ers en Duitsers.
Op de dag van de bevrijding zitten Oljo ten Have, meester Stijkel, smid A.G. Mulder en enkele anderen bij café Bos te bespreken hoe het gezag te handhaven.
Meints, H., op t Hellinkje te Oudezijl 12 oktober 1983; 14 januari 1984 en 10 december 1984
12 oktober 1983: Everhard Ebels heeft een geheime zender. Eén Poolse tank rijdt vanuit Nieuweschans naar Drieborg. Ebels wordt gewaarschuwd door de NSB politieagent Valk die in de marechausseekazerne woont en daar ook de beschikking over een zender heeft. Ebels geeft de informatie via de zender door aan de CCpolder. Klaas Loden, die aan de Bunderstraat woont, rijdt mee op de tank in de Kroonpolder. Waarschijnlijk zit hij op de tank die beschoten wordt. In Oudezijl, op ca. 200 à 300 meter van het huis van Meints [in 1983], ligt het schip De Twee Gebroeders, dat met aardappels geladen is, maar waar ook een zender in zit.
Enige tijd nadat boerderij Ebels afgebrand is, zijn de namen van het gezin Ebels op de muren van de gang geschreven.
14 januari 1984: Bevrijding. Op het aardappelschip van Kuiper is ook een zender aanwezig. Politieagent Valk beschikt in de marechausseekazerne eveneens over een zender.
De molen van Rijkswaterstaat, de "rijksmolen" [in de Lintelopolder] is door Tommies in brand geschoten.
10 december 1984: Tijdens WO II is een bom gevallen naast het huisje van Nap in de Kroonpolder. Een Anjo Nap woont nog in Nieuweschans.
[FE: bij enkele beweringen twijfel ik aan de juistheid].
Mellema, Derk Jans en IJktje Geziena Engels, te Reiderwolderpolder 15 januari 1984.
Mellema is BS ondercommandant voor het noordelijk deel van het Oldambt. Een van de eerste bijeenkomsten is bij Mellema in de Reiderwolderpolder. Andere BS-ers zijn Onno Huisman uit Nieuw-Beerta, O.C. Mellema uit Beerta, Lex van Dockum uit Nieuwolda, dierenarts Eisinga uit Noordbroek, de dominee van Midwolda, Dresselhuis uit Nieuweschans, opperwachtmeester Henk Kloppenburg, de kandidaat-notaris te Finsterwolde, Jacob Wiersema uit Oostwold, Bosma, Azing Buiskool uit de Kerkhovenpolder bij Woldendorp en nog drie anderen, mogelijk is een van hen een Gorter. Bellingwolde, Blijham en Zuidbroek zitten niet in deze groep. Winschoten is een zelfstandige groep onder leiding van dokter Hommes. Daarin zit ook De Bruin.
Tijdens de bevrijding zit Jacob Wiersema ondergedoken in Veendam. De BS uit het Oldambt zetelt tijdens de bevrijding in hotel Dommering in Winschoten, terwijl BS Winschoten in het gemeentehuis haar zetel heeft.
D. Mellema gaat op zondag 15 april op de fiets naar Winschoten. Enkele dagen later krijgt hij van de Canadezen en Polen de opdracht om Finsterwolde te evacueren. Er is Canadees geschut opgesteld bij de toren van Finsterwolde en in Modderland. Buurman Vieregge is omstreeks 20 april ook vertrokken. In de 10 dagen van de evacuatieperiode zijn er een stuk of 20 koetsen door de Reiderwolderpolder gereden, mogelijk zijn dat vluchtende Duitsers geweest uit de stad Groningen. Daarna gaan de SS-ers de huizen in de Reiderwolderpolder doorzoeken. Zij komen uit Delfzijl en zij overnachten in de open lucht [?] bij de binnendijk tussen de Reiderwolderpolder en de Carel Coenraadpolder. Mevr. Mellema-Engels vindt dat onveilig en gaat bij Tonko Barlagen logeren.
Op een onbekende dag komen 36 koeien uit Woldendorp door de polder lopen.
Bij de bevrijding van Finsterwolde en Woldendorp zijn de meeste bewoners gevlucht. Gebleven zijn echtpaar Mellema-Engels, T. Barlagen, Pothuis en arbeider Bakker. Er trekken honderden SS-ers door de Reiderwolderpolder. De Duitse soldaten van Dollard Süd willen niets met die SS-ers te maken hebben. Iedere dag komen soldaten van Dollard Süd om melk te halen. Enkele soldaten luisteren naar de Engelse radio. Een militair uit Dollard Süd vertelt aan mevr. Mellema-Engels dat hun stelling op 24 april om 12 uur 's-nachts onder vuur genomen zal worden. Om klokslag 0 uur komt plotseling een oorverdovend lawaai opzetten. De Canadezen beschieten ca. 5 minuten de batterij. Even plotseling is het afgelopen. Aan de landzijde van de Dollarddijk staan 7 of 8 barakken. De militairen van Dollard Süd zijn op 24 april al weggevlucht naar boerderijen in de Reiderwolderpolder.
De volgende ochtend gaan Tonko Barlagen en Reint Roelofs kijken. Het is een verschrikkelijk gezicht. Van de bebouwing staat alleen de keuken er nog. De resterende soldaten en SS-ers zijn via de dijk naar Nieuw-Statenzijl gelopen.
Vrij spoedig na de oorlog wordt het kamp gedurende ca. twee jaar een NSB'ers kamp waar op het hoogtepunt ruim 500 geïnterneerden zitten. Er zijn nog barakken bijgebouwd. Daarna is het ongeveer vijf jaar lang een Ambonezenkamp geweest.
Mellema, Onno Christiaan, te Winschoten 19 maart 1983
Na de oprichting van de Landstand moeten boerenorganisaties zich daar verplicht bij aansluiten. In ieder dorp wordt een boerenleider aangezocht. In Beerta is eerst geen gegadigde te vinden, later wordt dat J. Bouman. In Finsterwolde is dat vermoedelijk Bontkes.
Mellema heeft enkele onderduikers gehad, waaronder politieman Nijdam, die na de Mellema-periode ondergedoken zit in Friesland. Bij de bevrijding keert hij terug en wordt commandant van de BS in de gemeente Beerta.
Ook tot de BS behoren landbouwer Bosma te Nieuwolda en politieagent Wiegers te Finsterwolde. Zij zijn doodgeschoten. Wiegers wordt opgevolgd door D.J. Mellema in de Reiderwolderpolder (BBB 463). In de gemeente Beerta is eerst Nijdam commandant, dan O. Huisman, en daarna O.C. Mellema.
Een commandant heeft thuis:
1. een lijst met voorschriften van direct na de bevrijding te verrichten werkzaamheden.
2. een lijst van NSB'ers die opgepakt moeten worden.
3. oranje armbanden [voor aan te stellen BS leden].
De BS organisatie is uiteraard geheim, enkel de politie weet dat Mellema de nieuwe commandant is.
Op zaterdag 14 april 1945 proberen de Duitsers om met granaten van het afweergeschut in de CCpolder de Buiskooldiepbrug kapot te schieten. Alle gezinnen in de buurt van de brug vertrekken, maar het gezin Mellema met drie gasten blijft. De Duitsers zijn in boerderij Starke te Nieuw-Beerta (BBB 114-117) getrokken en hebben landbouwwerktuigen uit de schuur gehaald en als versperring op de Buiskooldiepbrug geplaatst. Daarop hebben ze hoeden en petten geplaatst, een heel raar gezicht. In een van de kamers van boerderij Starke is stro en benzine geplaatst, kennelijk met de bedoeling de boerderij bij vertrek in brand te steken.
Op zondag 15 april 1945 aan het begin van de middag komen de Polen met tanks. Ze schieten de [neven]boerderij Starke te Beersterhoogen (BBB 105-106) in brand om eventueel aanwezige Duitsers tot overgave te dwingen. Ook doen de Polen een schot in de kelder van boerderij Mellema (BBB 109-112). Daar schuilen op dat moment het gezin Mellema, schipper Kleinhuis en twee Belgische jongens. Onno Mellema komt uit de kelder en praat met de Polen. Er staan dan vier Poolse tanks op de weg. Mellema, Kleinhuis en de twee Belgen moeten de versperringen opruimen terwijl de Polen er met geweer in aanslag bij staan te kijken.
Even daarvoor zijn de Polen bij boerderij Toxopeus te Beersterhoogen (BBB 92-94) geweest. Politieagent Slot uit Beerta beweert dat er geen Duitsers in de boerderij zitten. Slot moet mee, boven op een tank gezeten, van Beerta naar Beersterhoogen, dienende als schietschijf voor het geval er wel Duitse soldaten aanwezig zijn. Gelukkig is dat niet het geval.
Wanneer de versperringen op de Buiskooldiep opgeruimd zijn, blijkt de boerderij naast die van Mellema (BBB 107-108) in brand te staan. Mellema kan nog twee tractoren redden uit een schuurtje naast de boerderij. Dan komt politieagent Slot om Mellema mee te nemen om in het gemeentehuis door gemeenteambtenaar H. Haan (woont nu aan de Zuiderlaan in Hoogezand) beëdigd te worden tot commandant van de BS. Nog dezelfde middag heeft Mellema de eerste Oranjegezinden als BS-ers beëdigd. Meteen worden de NSB'ers in Beerta opgepakt en in de zaal van hotel Buiskool gehuisvest.
De Polen trekken verder waarbij zij de schuren van Derk Ebbens (BBB 117-119) en Edzo Ebels (BBB 145-149) in brand schieten, en rijden door naar Nieuweschans, maar trekken zich 's-avonds weer terug in Winschoten. Mellema keert rond 23 uur terug naar zijn boerderij. Op zijn verzoek stuurt burgemeester Van Essen een paar bewakers omdat de boerderij ernaast nog in brand staat.
Maandag 16 april gaat Mellema naar Winschoten voor overleg met Hommes die chef is van de BS in het Oldambt. De Poolse tanks zijn die dag Duitsland ingetrokken en misschien ook die dag weer teruggekeerd [FE 30 juni 2021: de mededeling in de laatste zin zal onjuist zijn].
Dinsdag 17 april: Oranjemannen uit Winschoten halen NSB'ers op uit Drieborg, zonder overleg met Mellema. [nakomende kanttekening:] Ze komen enkel om het gezin Ebels op te halen, geen andere NSB'ers. De NSB'ers uit Drieborg zijn verzameld bij café Bos. Het gezin Ebels is er ook bij en wacht op een wagen. Men vermoedt dat er een zender in de boerderij zit. Achterin boerderij Ebels is het arbeidershuis van W. Bolland. Bolland wordt gemaand met zijn gezin te vertrekken. Wanneer zij vertrekken, staat het gezin Ebels, dat door de Polen uit Drieborg teruggehaald is, samen met Poolse soldaten in de tuin voor de boerderij. J. Bolland, de zoon van Bolland, woont in Beerta.
Na 16 of 17 april: De Canadezen nemen de leiding over en vestigen zich in de boerderij van Pieter Toxopeus te Beersterhoogen. Op last van de Canadese commandant mag Mellema op één van de nachten van 16 op 17 of van 17 op 18 niet op zijn boerderij overnachten omdat hij te gemakkelijk vindbaar is voor de Duitsers die maar langs het Buiskooldiep hoefen te lopen om hem te vinden, waardoor hij mogelijk gedwongen zal worden om belangrijke informatie aan de Duitsers in Dollard Süd prijs te geven.
Voor de na de bevrijding nu onbemande NSB-landbouwbedrijven moeten bedrijfsleiders worden gezocht. In de gemeente Beerta geschiedt dit door de voedselcommissaris, de bureauhouder van de voedseldistributie en de plaatselijke commandant van de BS. Het distributiekantoor in Beerta zit in de school. Werkzaam aldaar zijn Maartens en Weerts.
In de gemeente Beerta is geen ordedienst geweest.
Poppens, T.P., te Scheveklap 7 april 1981 en 5 maart 1984
5 maart 1984: Johan Pots, zoon van Simon Pots en Harmke Dallinga, en eigenaar van de holtstek in de Lintelopolder bij Nieuweschans, gelegen aan de Aa, is NSB'er; na de oorlog wordt Dallebout bedrijfsleider op de holtstek.
Poppens, Tjapko Poppes (Koos), te Nieuw-Beerta 18 september 1983
Bij de bevrijding van Nieuweschans: op een boot bij de brug bevindt zich een zender.
Op zondag 15 april 1945 aan het begin van de middag is een granaat afgevuurd, mogelijk vanaf de Groenlaan bij Nieuw-Beerta, die in de paardenschuur van Poppens terecht komt. De granaat ontploft maar gelukkig raken de paarden slechts licht gewond. Er komen een stuk of acht tanks over de Hoofdweg die doorrijden naar Nieuweschans. 'De Polen hingen aardig de beest uit'. Op een van de eerste dagen van de bevrijding is Simon Dallinga door de BS opgepakt; de Polen willen hem doodschieten. De Polen gaan in boerderij Dallinga wonen en doen zich tegoed aan de wijn, en op een dag zijn ze behoorlijk dronken.
Gedurende ca. 3 dagen, misschien van 17 t/m 19 april, staan er enkele (misschien 4 stuks) mortieren op de laan van Poppens. Mogelijk zijn daar ook enkele kleine stukken geschut bij, Canadees materieel. Daarmee wordt naar Nieuweschans geschoten. Hoelang het geschut er nog heeft gestaan is Poppens niet bekend. Het gezin Poppens wordt door de Polen weggestuurd, mogelijk op een donderdag. Poppens krijgt een half uur de tijd om te vertrekken. Arie Aaldijk (woont nu te Hilversum) is dan als vluchteling op de boerderij. Ze vertrekken naar Meeden. Voor boerderij Poppens bij de weg is een Deckungsloch, een schuttersput. Na de bevrijding hebben Onno Struif en Tonko Tonkes ook voor boerderij Poppens gepost. Bij de weg voor boerderij Dallinga hebben twee Duitse soldaten begraven gelegen en achter boerderij Poppens ook een. De soldaten zijn in de nacht van omstreeks 17 of 18 april doodgeschoten. Een half jaar later zijn ze door een Nederlandse organisatie opgegraven. Na de oorlog is de adjudant Oosterlaan ingezet om gestolen goederen op te sporen. Koos Poppens kan zich geen rij geschut langs de weg in Nieuw-Beerta herinneren. Op een dag, mogelijk een donderdag, zijn Koos en Arie Aaldijk vanuit Meeden teruggekomen om iets op te halen uit de boerderij. Ze kunnen niet meer terug keren naar Meeden en blijven daarom op de boerderij slapen. In die nacht ontploft er nog een granaat in de logeerkamer. De volgende dag is alles rustig en bevrijd.
Roze-Havinga, te Nieuw-Beerta 26 januari 1985
Tijdens de bevrijding zijn gebleven: timmerman Otto Blauw en het echtpaar Koolhof-Edens aan de Molenlaan. Wanneer mevrouw Roze terugkomt van de evacuatie zijn er veel kleine zaken van waarde gestolen. In het schoolmeesters huis hebben mogelijk officieren 'gezeten'. Na de bevrijding komen groepen Russische vluchtelingen de grens over. Zij worden in de school van Nieuw-Beerta ondergebracht.
Scheltens, Harm, te Drieborg 26 maart 1982; 5 oktober 1982 en 28 september 1984
26 maart 1982: Tijdens WOII vindt te Nieuwe Statenzijl grenscontrole plaats door de Gestapo, onder leiding van Hans Scherzer. Scherzer weet precies waar er onderduikers zitten, maar verraadt niemand. Hij is goed bevriend met Harm Scheltens en zijn vrouw. Scherzer en pakweg 10 man onder hem bewonen een woonboot die gedurende de gehele oorlog in Nieuwe Statenzijl ligt. Bij de bevrijding is Nieuwe Statenzijl gebombardeerd waarbij drie Gestapo-agenten omkomen.
In Nieuw-Beerta en de polders zitten ongeveer 50 onderduikers.
Bevrijding Kroonpolder: terwijl Drieborg door de Polen bevrijd is, werkt het afweergeschut in de CCpolder nog. Het gezin Ebels verblijft eerst in Drieborg, maar gaat weer terug naar de boerderij in de Kroonpolder. De Polen krijgen in de gaten dat de positie van de rijdende tanks vanaf boerderij Ebels naar de CCpolder wordt doorgeseind. Een tank in de Kroonpolder krijgt een treffer en rijdt in de sloot. De Polen die er uit kruipen, worden beschoten door Duitse militairen vanuit een koolzaadveld. De Duitsers vluchten daarna naar Nieuwe Statenzijl. Na een woordenwisseling wordt het gezin Ebels doodgeschoten en worden de lijken in de kelder geworpen. De boerderij wordt door een Poolse tank in brand geschoten.
5 oktober 1982: Hans Schertzer is een 'goede' Duitser. Eens waarschuwt hij Scheltens dat er huiszoekingen plaats zullen vinden.
Bevrijding. Op een dag vlucht 's-ochtends een groot deel van de bevolking van Drieborg, en 's-middags komen de Poolse tanks. De NSB'ers worden meteen aangehouden en worden verzameld bij café Delger [= Bos] in Drieborg. De evacuatie van die families vindt plaats met de bodewagen van De Groot. Echter voor het gezin Ebels is er geen plaats meer. Aan het eind van de middag (misschien 17 uur) is het gezin door de Polen teruggebracht naar hun boerderij. Eerder op de middag rijdt een Poolse tank door de Kroonpolder en wordt geraakt door een granaat van het afweergeschut in de CCpolder. De tank rijdt in de sloot en de Poolse soldaten kruipen eruit om naar Drieborg terug te lopen. Dan worden ze beschoten, waarschijnlijk door Duitse soldaten die zich in het koolzaadveld naast de Kroonpolderweg verstopt houden. Twee Polen raken gewond en komen bloedend in Drieborg aan. Waarschijnlijk is er in boerderij Ebels een zender en hebben de Duitse soldaten de positie van de tank aan de CCpolder doorgegeven. Mogelijk op diezelfde dag zijn ook molen Udema, boerderij Cornelis Ebels en de beide huizen te Oude Statenzijl door beschietingen van dat geschut afgebrand. Waarschijnlijk tussen 17 en 18 uur is het hele gezin van E.T. Ebels voor de voorgevel van hun boerderij geëxecuteerd als represaille. De lijken zijn toen vermoedelijk in de kelder gegooid. Vervolgens is de boerderij door een Poolse tank in brand geschoten.
Om ca. 18 uur is Scheltens op de fiets vertrokken naar Oude Pekela. Op dat moment wordt juist de tank in stelling gebracht op het kruispunt Drieborg-Kroonpolderweg, die vermoedelijk later vanaf die positie boerderij Ebels in brand zal schieten.
Diezelfde avond hebben de Polen zich uit Drieborg teruggetrokken tot aan boerderij Poppens in Nieuw-Beerta. 's-Nachts gaan vier Duitse soldaten op verkenning. In de buurt van boerderij Dallinga lopen ze tegen een over de weg gespannen draad waardoor de Polen gealarmeerd worden. De Duitse soldaten worden in een vuurgevecht doodgeschoten en tijdelijk begraven in het driehoekje waar de Langeweg op de Verlengde Hoofdweg uitkomt. Vermoedelijk de volgende dag komen de Canadezen.
28 september 1984: In Nieuwe Statenzijl ligt vanaf ca. 1942 een woonboot die bestemd is voor acht à negen leden van de Gestapo. De plaatsvervangend commandant is: Hans Scherzer, Erlangen-Bruck (13a), Widerlichtstraße 11, Bayern. Een van de Gestapo leden is: Alfred Schrenk, Kirchstraße 18, Berlin NW 40. De bewoners zijn tot vlak voor de bevrijding op de boot blijven wonen. Bij de bevrijding is de boot vernield waarbij drie of vier van hen sneuvelen. De Gestapo moet aanwezig zijn bij huiszoekingen, maar ze werken niet samen met de landwachters.
Een van de wachtcommandanten bij het zoeklicht achter boerderij Poppens is: Bruno Markwardt, Derfflingerstraße 7, Breemen 8 [Berlin?]. Een andere militair is een Meijer, bakkerszoon uit Bremen.
16 april: De eerste dag dat er tanks in Drieborg zijn, is er niet geschoten. Er zijn vermoedelijk twee tanks die van Winschoten zijn gekomen en in Drieborg gekeerd zijn. Die eerste dag komt er een jongen om door rondvliegende granaatscherven. Hij woont bij Wolbert Vrieze. Die dag vertrekt mevrouw Scheltens.
De molen van Udema is bij de bevrijding in brand geschoten door het afweergeschut in de CCpolder, wellicht op dezelfde dag of een dag later als boerderij van Ebels.
17 april: De tweede dag komen de tanks terug. Bruno Markwardt en drie andere soldaten komen met zenders uit het Binnenland naar de Kroonpolder. Ze hebben in de namiddag de positie van een Poolse tank in de Kroonpolder doorgeseind naar de CCpolder. De tank wordt vanaf de CCpolder beschoten en komt in de sloot terecht. De Duitse soldaten zijn vermoedelijk Nederland ontvlucht via Nieuwe Statenzijl.
Aanvulling betreffende 17 april: In de Kroonpolder zijn op dat moment twee tanks, de ene staat in Drieborg op de dijk, op de driesprong met de Kroonpolderweg. De ander rijdt door de Kroonpolder. Daarnaast rijdt er ook een jeep (die uit Nieuw-Beerta komt) met twee man er in op en neer in de Kroonpolder, maar niet in de Stadspolder. De tank is bij een beschieting geraakt en komt in de sloot terecht. De jeep haalt dan de bemanning op. Er wordt op de tank geschoten door Duitse soldaten die zich in het koolzaadveld bij boerderij Ebels verstopt hebben. Die Duitsers vluchten daarna vermoedelijk de Stadspolder in. De tank te Drieborg schiet later boerderij Ebels in brand.
Schuur, Schanskerdijk te Drieborg 27 maart 1982
De Polen komen op een middag met tanks in Drieborg aan en trekken zich daarna weer terug. Tijdens de daaropvolgende nacht is de stelling Dollard Süd met behulp van boten over de Dollard bevoorraad. Vrijwel de gehele bevolking van Drieborg is toen gevlucht. De Polen schieten daarna vanuit verschillende posities op Dollard Süd, en vandaar is teruggeschoten waardoor de boerderijen Crebas en Waalkens, molen Udema en boerderij Ebels in de Stadspolder afgebrand zijn.
Siemons, Geert, oud fietsenmaker te Nieuw-Beerta 3 november 1984 en 9 december 1984
3 november 1984: Siemons vertrekt enkele dagen voor de bevrijding naar zijn broer Tobias op Oudedijk. Geert gaat op de eerste Bevrijdingsdag, vermoedelijk aan het eind van de ochtend, naar zijn huis te Oksternust om poolshoogte te nemen. Dan ziet hij drie tanks richting Nieuweschans rijden.
De volgende dag zijn de tanks vermoedelijk van Oudezijl over de laan bij Crebas de Kroonpolder ingereden. Vanaf Oudezijl hebben de tanks vermoedelijk in de Kroonpolder geschoten.
De Polen zitten in de school van Drieborg. Dan komt ineens het bericht dat iedereen moet evacueren. Siemons vertrekt dan in de namiddag. Hij hoort van anderen dat er een tank in de sloot ligt. De tank is niet beschadigd en ligt met de loop richting boerderij Everhard Ebels op zijn zij in de rechtersloot. Wanneer Siemons bij zijn vertrek door Drieborg komt, ziet hij het gezin Ebels tegen de muur van café Bos staan. Later hoort hij van anderen dat Duitse soldaten vanuit boerderij Ebels op de tank geschoten hebben en daarbij de tankbestuurder doodgeschoten hebben, en wel door het kijkgat in de tank. Siemons weet zeker dat de bestuurder is doodgeschoten. De Duitse soldaten zullen zich vervolgens teruggetrokken hebben in de stelling in de CCpolder.
Wanneer de stelling in de CCpolder valt, is het gezin Siemons in Beerta. Siemons wordt door een Canadese soldaat ingelicht dat de beschieting zal plaatsvinden omdat er achter het evacuatiehuis van Siemons in Beerta een geallieerde hulppost zit. Hij ziet 's-nachts lichtflitsen. De volgende ochtend is de Duitse stelling gevallen.
9 december 1984: Achter op Oksternust staat een arbeiderswoning die bij boerderij Poppens hoort. Daar is een 18-jarige Duitse soldaat bij de bevrijding doodgeschoten. Wanneer Siemons na de evacuatie thuis komt, vindt hij een mitrailleur opgesteld achter zijn kippenhok. Deze is gericht op de achterzijde van de schuur van boerderij Poppens. Mogelijk is de soldaat dus met behulp van die mitrailleur doodgeschoten. De soldaat heeft enkele weken begraven gelegen bij de kapschuur van Poppens. Enige tijd na de bevrijding komt de opruimingsdienst alle oorlogstuig ophalen, zoals vliegtuigbommen en munitie bij boerderij Poppens en ook de mitrailleur bij Siemons. Tijdens de Bevrijdingsdagen is Siemons eerst drie dagen bij zijn broer in Drieborg geweest, en daarna ca. 10 dagen in Beerta. Aldaar komt de melding van de Ordedienst [= BS] dat het westelijk deel van Nieuw-Beerta tot de pastorie is vrijgegeven. Siemons en zijn broer zijn op de fiets naar Drieborg gegaan. In boerderij Takens (BBB 193) zit nog een Zeeuws? gezin dat gedurende de bevrijding gebleven is.
Smit, Tonnis, oud bakker in de Zijlkerstraat in Nieuw-Beerta 5 september 1984 en 10 december 1984
Op een middag komen de bevrijders, daarna begint het geschut in de CCpolder te schieten. Smit vertrekt op een donderdagavond (zal dus 19 april geweest zijn) naar Ekamp. Het huis van Koolhof aan de Molenlaan krijgt een voltreffer; Sienie Koolhof-Edens komt daarbij om. Kort voor de bevrijding komen veel terugtrekkende Duitsers door Nieuw-Beerta.
Starke, Menzo Jan Berend, te Nieuw-Beerta 11 december 1982
11 december 1982: Zijn vader H.R. Starke is in februari 1941 of 1942 opgepakt geweest en aangeklaagd door o.a. Bruggers te Finsterwolderhamrik, beschuldigd wegens een anti-Duitse uitlating tijdens een landbouwvergadering en zit in een cel in het Scholtenhuis.
Stek, F., te Nieuweschans 18 november 1985
De kabel langs het spoor is vermoedelijk doorgesneden door een groep uit Beerta, waartoe o.a. de communist Edzko Nap behoort. Tijdens de kabelwacht periode zijn door de Duitsers daarvoor opgepakt geweest Harm Nanno Nanninga, Kampe Heeren en Bouko Sweertman.
Elzo Noor uit Nieuweschans is landwachter. Hij verkoopt o.a. Duitse boeken.
Stikker-Zijlker, E.T.M., te Groningen 25 november 1982 en 22 februari 1983
22 februari 1983: Tjark Stikker, van Scheemda, zit tijdens WOII in de ondergrondse, is opgepakt en heeft in een Duits kamp gezeten. Zijn vader Berend Stikker is ook opgepakt geweest.
Addo Hovinga is NSB burgemeester van Midwolda.
Kees Robertus, werkzaam bij een vervoerbedrijf, wonende te Groningen en gehuwd met Ida Boelema, is opgepakt en doodgeschoten.
Martinus Zijlker te Noordbroek is per ongeluk op zijn land neergeschoten en in het ziekenhuis in Groningen overleden.
Stuttje, Pieter, te Beerta, zonder datum (1985 of later)
Tijdens de bevrijding valt een granaat, die afgeschoten is door het geschut in de CCpolder, precies in de schoorsteen van het huis van Jurjen Klaassen,. Zijn vrouw Albertje Klooster overlijdt aan de gevolgen van haar verwondingen. Daarna moet iedereen evacueren. Stuttje en zijn vrouw zijn twee weken in Scheemda geweest. Naast het huis van Stuttje heeft een zwaar stuk geschut gestaan, maar het is daar niet in actie gekomen.
Tonkes, Jan Poppes, te Winschoten, telefoongesprek 12 november 1983; bezoek 6 maart 1984
12 november 1983: Tonkes weet zich de bevrijding nog goed te herinneren.
maandag 16 april is er één Poolse tank de Kroonpolder in gereden en heeft daar de kapschuur van C. Ebels en [de schuur van] boerderij Crebas in brand geschoten. Wanneer de tank terug rijdt, wordt hij geraakt door een granaat; hierbij gaat een rupsband kapot, de tank gaat scheef rijden en komt in de sloot terecht. 's-Middags omstreeks 14 uur rijdt een andere tank door Drieborg en Oudedijk tot aan de driesprong. Vandaar schiet de tank op de stelling in de CCpolder. Boerderij Van Wieringen is daarbij geraakt en vliegt in brand. De tank rijdt terug maar blijft voor boerderij Tonkes staan. De loop wordt op de boerderij gericht en zijn vader J.K. Tonkes die met zijn gezin voor de boerderij staat, denkt dat nu ook zijn boerderij in brand zal worden geschoten zou. Uit de schuur van de boerderij komen ca. 45 Duitse krijsgevangenen van Poolse, Russische en Franse nationaliteit die zich twee à drie dagen in de stropakken in de schuur schuil hebben gehouden. Ze vluchten de Binnenlanden in richting Beerta. De Poolse tank lost nog een paar schoten, maar raakt niemand, en rijdt daarna door richting Drieborg.
Op dinsdag 17 april omstreeks 17 uur komen de tanks opnieuw naar Drieborg. Zijn broer ziet dat het gezin Ebels tegen de muur van café Bos staat. Om ca. 19 uur is boerderij Ebels in brand geschoten door Poolse tanks die in Drieborg staan opgesteld.
6 maart 1984: Bevrijding.
Vanaf Nieuweschans komen twee tanks over de Schanskerdijk naar Drieborg. Een van de tanks rijdt door naar de driesprong te Oudedijk (Merijke), draait daar de geschutskoepel en schiet de boerderij van Cees van Wieringen in brand; er zijn 3 schoten gelost, alle drie op die boerderij gericht. Daarna rijdt de tank direct terug richting Drieborg. Beide tanks rijden langs boerderij Tonkes. Aan weerszijden van ieder van de beide tanks lopen twee of drie soldaten. Ongeveer twee dagen later komen de tanks terug vanuit Winschoten, en zij schiten direct in de middag [de schuur van] boerderij Crebas in brand. Daarna schieten ze een stuk of tien maal op boerderij Renken in de Stadspolder, maar het lukt niet die boerderij in brand te schieten. Dan begint het afweergeschut in de CCpolder op de tanks te schieten. Een van de tanks belandt in de sloot, de ander rijdt terug naar Drieborg, en slaat daar af richting Oudedijk. De tank blijft staan voor boerderij Tonkes en de loop wordt op die boerderij gericht, maar er wordt niet geschoten. In de schuur bevinden zich (46?) Franse soldaten die zich daar 3 à 4 dagen in de stropakken schuil gehouden hebben. Zij zijn lopend de grens over gekomen. Pakweg een kwartier voordat de tank arriveert, vluchten ze uit de schuur de Binnenlanden in, in westelijke richting dus. De tank schiet nog twee maal met het kanon op de vluchtelingen in het veld en rijdt daarna terug naar Winschoten.
De dood van het gezin Ebels vindt vermoedelijk één dag later plaats. Weer vier dagen later is het gezin Tonkes met evacuees om vier uur 's-nachts weggetrokken omdat er hevig geschoten wordt. De Zeeuwse familie Schiettekerke, vader en moeder Schiettekerke met hun vijf kinderen, verblijven tot de vlucht ook op de boerderij. De Canadezen nemen spoedig nadien hun intrek in de boerderij. Weer enkele dagen later gaat J. Tonkes via Finsterwolderhamrik naar zijn boerderij te Oudedijk. Een Canadese kapitein verbiedt Tonkes de boerderij te bewonen omdat de CCpolder nog niet gevallen is. Bij de boerderij staan dan een stuk of acht tanks met tientallen bemanningsleden.
Boerderij Tonkes omstreeks 1950 aan de Oudedijk te Drieborg. De Canadese commandant heeft van ongeveer 20 tot 30 april 1945 zijn hoofdkwartier in deze boerderij. Foto: Frits Ebens.
Tonkes, Tonko Menso, te Nieuw-Beerta 10 januari 1981
Spoedig na de bevrijding is er nog ca. 14 dagen een staking geweest
Veen, Jan van, te Nieuw-Beerta 25 januari 1981; 16 januari 1983; 19 februari 1983; 5 juni 1983 en 27 november 1983
5 juni 1983: Bij de bevrijding zijn mevr. Holtkamp en mevr. Koolhof omgekomen. Mevr. Holtkamp rijdt op eigen risico mee op de boerenwagen van H. van Veen, die met paard en wagen bij de boven schuurdeur van boerderij Tonkes enige dekking zoekt wegens het Duitse artillerievuur.
27 november 1983: Vanaf ongeveer november 1944 worden veel NSB'ers uit Limburg, die op dolle dinsdag naar Duitsland gevlucht zijn, teruggestuurd naar Nederland. Ze komen aan in Nieuweschans en ze worden door burgemeester ... (opvolger van Oterdoom) bij de bewoners in de gemeente verplicht ingekwartierd. Voorafgaande aan de plaatsing worden ze ontluisd door dokter Burema in de school van Nieuw-Beerta. Drie gezinnen worden geplaatst op de boerderijen van Starke, Van Veen en Ebbens (BBB nrs. 44, 49 en 53). De gezinnen bij Van Veen en Ebbens hebben veel contact met elkaar. Bij de bevrijding zijn ze direct opgepakt door Hemmo Starke en Henk Noteboom en met paard en wagen van boderijder De Groot afgevoerd, vermoedelijk naar Winschoten. Mogelijk is daar ook politieman Nijdam bij betrokken. De teruggestuurde mannen hebben in Duitsland nog bij de Wehrmacht gewerkt.
In april 1945 worden bij de Zijlkertil in Winschoter Oostereinde burgers tegengehouden door Hollanders, mogelijk zijn het leden van de BS.
Van Veen ziet 's-ochtends op de Bevrijdingsdag een aantal Duitse militairen door het land richting Nieuweschans lopen. Rond 13 – 13.30 uur rollen de eerste tanks door Nieuw-Beerta. De meeste bewoners zijn tijdens de Bevrijdingsdagen vertrokken naar elders, maar de familie Dijkema is gebleven. De brandkast in boerderij Van Veen is versleept naar de stoep maar de diefstal is verijdeld doordat toevallig net op tijd H. en J. van Veen thuis komen.
Zijn vader H. van Veen en zijn vrouw slapen na de eerste Bevrijdingsdag enkele dagen op de boerderij, waarna hij een mak stel paarden voor een wagen spant en met paard en wagen naar zijn ouders renteniershuis rijdt, de inboedel oplaadt, en samen met Jurjen Houwen en diens moeder, en mevr. Holtkamp naar Winschoten vertrekt. Bij een beschieting komt mevr. Holtkamp om bij boerderij Tonkes. De volgende dag vertrekt het echtpaar Van Veen-Van Wieringen naar Winschoten. Het renteniershuis is tijdelijk in gebruik geweest door de Polen.
Renteniershuis Joling omstreeks 1920, in 1945 bewoond door H. van Veen en diens vrouw. De Poolse commandant neemt hier zijn intrek van 16 tot 20 april 1945. De operaties in de Kroonpolder zijn van hier uit geleid. Foto: FE.
Waalkens, Fekko Jans, te Kroonpolder 18 september 1983
16 april: Er zijn wel tanks over de Schanskerdijk gereden, maar ze zijn niet in de Kroonpolder geweest.
17 april: Om ca. 15 of 16 uur rijden twee of drie tanks door de Kroonpolder richting de boerderij van Everhard Ebels. Bij boerderij Waalkens hebben de Polen achter in de zijmuur van de schuur geschoten; later zijn enkel granaatscherven teruggevonden. Ook bij boerderij Loerts hebben ze in de zijmuur van de schuur geschoten. Bij beide boerderijen worden de ruiten kapot geschoten met mitrailleurs. In de kelder van boerderij Waalkens zitten dan de ouders met hun twee kinderen, de Zeeuwse familie Zwager, en ca. 20 evacuées en vluchtelingen, waaronder de families Abels en Rijks. De bijschuur van boerderij C. Ebels is door de Polen in brand geschoten en ook de schuur van Crebas. Dinsdagmiddag wordt er door het geschut in de CCpolder op de tanks geschoten. 's-Avonds rond 20 uur schieten de Polen de boerderij van Everhard Ebels in brand. Fekko Waalkens staat om de hoek van hun boerderij in de Kroonpolder te kijken naar de ontploffende munitie die zich in het woongedeelte bevindt. Vader H.P.H. Waalkens die bij de BS zit, is 's-avonds nog op de fiets door de polders gereden om een mededeling te verspreiden.
18 april: De bewoners van boerderij Waalkens vertrekken omstreeks 9 uur na een aanzegging van de BS om te evacueren. Fekko Waalkens ziet dan dat er een tank in de sloot ligt. En even verder richting Drieborg staat de schuur van boerderij E. Ebels in brand. De woensdagochtend wordt er niet meer geschoten dus de schuur zal afzonderlijk in brand gestoken zijn. Het gezin Waalkens rijdt met paard en wagen door Drieborg richting Nieuw-Beerta. Nabij de boerderij van Doeko Leemhuis horen ze dat het gezin Ebels-Dijkstra is doodgeschoten. Ze rijden door naar boerderij Ebbens-Mensinga en blijven daar 5 à 6 dagen. Ook Marien Geuze en misschien ook Elly Starke zijn daar aanwezig, evenals Fekko en Kea Ebbens. Daarna vertrekken ze naar Winschoten, Liefkensstraat 4, naar oma Evers.
Nadat de familie ca. 4 dagen in Winschoten is, is de boerderij opgebrand, waarschijnlijk eerst geplunderd en daarna in brand gestoken door de Duitsers. De boerderij van Cornelis Ebels is dezelfde dag opgebrand. Fekko Waalkens ziet nog dat molen Udema in brand staat. Het gezin Udema woont daarna tijdelijk in een huis tussen de boerderijen Groeneveld en Burema.
Waalkens-Evers, Asselina Woldina, Helperbrink te Groningen 13 april 1983
Naast Waalkens woont Loerts. Deze Loerts hoort de kinderen nog gillen wanneer het gezin Ebels doodgeschoten wordt. Hun zoon Baije Loerts is in die tijd bij de politie en woont nu ergens in Friesland.
Gedurende de tijd dat het gezin Ebels in Drieborg is, hebben de Polen iets in de boerderij gevonden, misschien een zender of munitie. Wanneer ze terugkomen van Drieborg schieten de Polen het gezin voor of in de boerderij dood. Omstreeks 17 uur is het vooreind afgebrand. Tijdens de brand ontploft er munitie.
De volgende dag, vermoedelijk 's-ochtends, is de schuur afgebrand. Afzonderlijk in brand gestoken want het is een kop-hals-romp boerderij.
Op 18 of 19 april brandt de boerderij van H.J. Ebels in de Stadspolder af, waarbij ca. 20 paarden omkomen. De boerderij is vermoedelijk in brand geschoten. Dat geldt ook voor de kapschuur van de boerderij van Cornelis Ebels in de Kroonpolder.
Op 23 april 's-avonds laat brandt boerderij Waalkens in de Kroonpolder af. De boerderij is vermoedelijk eerst leeggeroofd door de Duitsers die over het bruggetje bij Oude Statenzijl de Kroonpolder in kunnen. Mensen uit Drieborg hebben dat nog gezien.
Te Oude Statenzijl zijn enkele dagen eerder twee huizen afgebrand; vermoedelijk ook in brand gestoken.
De molen is tussen 18 en 23 april afgebrand, maar het molenaarshuis is dan enkel beschadigd. Enkele weken na de bevrijding is het nog bewoond geweest door moeder, zoon Willem en dochter Annie Udema en een nichtje van hen.
De familie Waalkens in de Kroonpolder krijgt woensdag 18 april het bevel te vertrekken. Ze vertrekken op de fiets en met paard en wagen maar komen niet verder dan boerderij Ebbens-Mensinga. Daar overnachten ze en de volgende dag 19 april trekken ze verder naar Winschoten, naar moeder Evers.
Een arbeider van Simon Dallinga, ene Sietsma, die in de Kroonpolder in een woning in de schuur aan de westzijde van de dwarsweg woont, is met zijn gezin gebleven. In zijn huis is niets gestolen. Het gezin Sietsma vertrekt later naar Friesland.
De rijksmolen in de Lintelopolder is al enkele weken voor de bevrijding afgebrand.
Waterholter, H., te Drieborg 15 januari 1983 en 19 maart 1983
19 maart 1983: De bevrijding
Maandag 16 april: de Polen komen omstreeks 15 uur met tanks vanaf Oudezijl over de Schanskerdijk naar Drieborg. Zonder stoppen rijden ze door naar de Kroonpolder, op de afslag naar rechts de polder in en op de driesprong richting boerderij Crebas. Er staan ca. 10 tanks op die weg. In Oude Statenzijl ligt een boot waar een zender aan boord is. Men vermoedt dat er ook een zender in boerderij Ebels aanwezig is. Bij één tank is een rupsband kapot geschoten tussen boerderij Loerts en de driesprong. De tank komt in de sloot terecht. De tanks rijden enkele malen heen en terug omdat ze in beide richtingen steeds 'voor de boeg' beschoten worden. Toch lukt het ze om via dezelfde route weer te ontsnappen. Ze vertrekken rond 16.30 à 17 uur. Dat er sprake is van gewonde en bebloede Polen afkomstig van de tank die in de sloot is beland, is onjuist (zie verhaal Scheltens).
In de nacht van 16 op 17 april zijn er Duitse verkenners in Drieborg geweest.
Dinsdag 17 april: 's-Ochtends tijdens Duitse beschietingen valt er een slachtoffer. In de school zitten vluchtelingen. Om het warm te krijgen, loopt er een Gronings jongetje naar de boerderij van B. Tijdens om turf te halen. Vlakbij slaat een granaat in waardoor de jongen gedood wordt door granaatscherven.
De Polen komen omstreeks 14 uur terug, ook weer over de Schanskerdijk, nu met een jeep voorop en met ca. 10 tanks. Ook weer zonder stoppen rijden ze door Drieborg naar de Kroonpolder. De jeep met vermoedelijk Poolse officieren rijdt regelrecht naar boerderij Ebels. De tanks blijven op de Kroonpolderweg tot aan de driesprong staan. Ze staan in één lijn op de weg. Vanuit de CCpolder wordt niet of maar weinig op ze geschoten, terwijl 's-ochtends de Kroonpolder wel veel beschoten is. Kennelijk is de zender op de boot te Oude Statenzijl dan al uitgeschakeld. Nadat het gezin Ebels opgepakt is, rijden de tanks terug naar Drieborg en verspreiden zich daar, onder andere naar Oudedijk. Vandaar gaan ze langs de Koedijk de Reiderwolderpolder in waar ze beschoten worden vanuit de stelling Dollard Süd in de CCpolder. De Duitsers hijsen daar naar het schijnt de witte vlag maar dat is door de Polen vermoedelijk niet waargenomen. Laat in de middag schieten de Polen de boerderij van Cees van Wieringen in brand.
W. Bolland woont in een woning achter in de schuur van boerderij Everhard Ebels. Bolland heeft opdracht gekregen met zijn gezin, paard en wagen te vertrekken. Wanneer Bolland in Drieborg komt, zegt hij tegen Waterholter dat "meneer" [= Everhard Ebels] er ook aan komt. Bolland weet dan al dat de boerderij kapot geschoten zal worden. Even later wordt het gezin Ebels met de jeep door de Poolse officieren naar Drieborg gebracht. Wanneer Waterholter omstreeks 17 uur uit Drieborg vertrekt, ziet hij het gezin Ebels voor café Bos staan wachten. Het gezin Waterholter wordt samen met veel andere Drieborgers ondergebracht in de Schortinghuisschool in Winschoten. De bevolking van Drieborg vlucht op eigen initiatief weg, er is geen verplichting tot evacuatie. Wanneer Waterholter door Nieuw-Beerta komt, staat een hele rij geschut opgesteld op ca. 10 meter vanaf de weg, aan de zuidzijde van de weg tussen villa Noteboom en garage Uffen. Waarschijnlijk is het minstens 10 cm geschut. Waterholter is een van de laatsten die vlucht, want in Drieborg en Nieuw-Beerta is niemand meer op straat.
De boot te Oude Statenzijl is een onopvallende tjalk of een ander type binnenschip. Rond de bevrijdingstijd ligt het misschien al dagen of weken aan de laadwal. Bemanning onbekend. Op Oude Statenzijl wonen dan de gezinnen Jansen en Molenkamp.
Van anderen heeft Waterholter later gehoord:
Mevrouw Ebels wil naar de winkel van Bos om iets te regelen. Dat wordt haar verboden waarop ze zegt dat de Polen nog minder zijn dan de Duitsers. Daarop wordt de Poolse commandant zo kwaad dat hij het gezin met de jeep terug brengt naar boerderij Ebels. Haar vader Dijkstra is ook op Drieborg aanwezig en wil de kinderen meenemen, maar zijn dochter wil de kinderen bij zich houden. Het gezin wordt in of voor de boerderij gefusilleerd. De boerderij is later door twee tanks, die in Drieborg aan weerszijden van de Kroonpolderweg opgesteld staan, in brand geschoten. Later wordt beweerd dat er zich in de kelder van de boerderij nog Duitsers of NSB'ers hebben bevonden.
Waterholter verblijft ca. 10 dagen in Winschoten. Naar zeggen is in de nacht van 17 op 18 de bemanning in de stelling Dollard Süd versterkt waarbij de aanvoer plaatsvindt met boten over de Dollard. De stelling wordt omstreeks 21 april met veel schieten veroverd. Gedurende de periode dat de bevolking geëvacueerd is, is er bij veel inwoners gestolen. De boerderijen Crebas, Everhard Ebels, Helenius Ebels, Waalkens en de molen en het molenaarshuis zijn afgebrand.
Het begin van de Kroonpolderweg in Drieborg omstreeks 1900, hier nog met tolhek. Hier heeft de Poolse tank gestaan die het woongedeelte van boerderij Ebels op 17 april 1945 in brand of kapot heeft geschoten. Het huis links op de foto wordt op dat moment bewoond door Waterholter. Foto: FE.
Westerhuis, H., te Oudedijk 22 april 1983
Vlak voor de bevrijding komen Russen uit Duitse kampen lopend naar Drieborg. Voor boerderij Loerts is een tank in de sloot geraakt na te zijn beschoten vanuit de CCpolder.
Mevr. Ebels-Dijkstra heeft een grote mond tegen de Polen.
Westerhuis vertrekt op 18 april vrijwillig uit angst voor het oorlogsgeweld. Hij overnacht ca. 1 week in Beerta. In bijna alle huizen is tijdens de evacuatie ingebroken en gestolen. Jacob Oldenburger blijft! Wanneer Westerhuis terug wil keren, staat bij boerderij Poppens een Canadese of Poolse wacht die hem de doorgang weigert. Hij keert dan met zijn wagen en twee paarden er voor (van Tonkes) via Finsterwolderhamrik terug naar Oudedijk. Daar blijkt dat er is ingebroken en dat het huis bewoond is geweest, vermoedelijk door Canadezen. Ook de andere bewoners keren druppelsgewijs terug. Enkele dagen daarna komen enkele tientallen Russische krijgsgevangenen vanuit Duitsland naar Drieborg. Ze krijgen voor één of twee dagen onderdak bij verschillende families in Nieuw-Beerta en Drieborg. Bij Westerhuis hebben twee Russen overnacht. Een Duitse patrouille van pakweg drie man komt lopend vanuit de CCpolder naar Oudedijk, terwijl Westerhuis, zijn moeder en vier Russen buiten staan te praten. De Duitsers pakken de vier Russen op en laten ze in de Stadspolder vrij. De Russen lopen dan door de Binnenlanden richting Beerta. Dit is de laatste Duitse patrouille geweest, want enkele dagen later valt de stelling in de CCpolder.
Mevrouw Koolhof van de Molenlaan komt op de vlucht uit Nieuw-Beerta om.
Wie was wie in 1945.
Naast de hoofdrolspelers zijn veel andere personen beschreven, waaronder alle landbouwers in Nieuw-Beerta en de polders, ongeacht of ze neutraal zijn geweest of een duidelijk politiek standpunt hebben gehad.
S. Adam, te Oostwold, NBI dossiers 4044 en 26462.
òf:
Siemen Adam, zoon van Geert Adam en Antje Meijer, geboren Ekamp 8 oktober 1873, overleden Finsterwolde 23 april 1948, arbeider, wonende te Oostwold, I gehuwd Midwolda 11 september 1896 met Harmke Smit, geboren Midwolda; II gehuwd Midwolda 14 september 1921 met Elsien Kiewiet, geboren Oostwold; uit het eerste huwelijk zijn 9 kinderen geboren te Oostwold.
òf:
Siemen Adam, zoon van Filippus Adam en Everthe Bodde, geboren Midwolda 1922, overleden ..., landarbeider, gehuwd Finsterwolde 2 februari 1945 met Jantina Bolland, geboren Finsterwolde
en/of: [tweede huwelijk?] Siemen Adam, overleden Medemblik 21 maart 2001, oud 79 jaar, echtgenoot van E. Ham
Bastiaan Jan Ader, zoon van Bastiaan Ader en Antje van der Schaaf, geboren 's-Gravenzande 30 december 1909, gefusilleerd Veenendaal 20 november 1944, sinds oktober 1938 predikant te Nieuw-Beerta, biedt hulp aan joden, op Goede Vrijdag 1944 in Amsterdam ondergedoken, op 22 juli 1944 te Haarlem door de Sicherheitspolizei gearresteerd, postuum wordt aan hem de Joodse Yad Vashem onderscheiding toegekend, gehuwd ...9.1935 met Johanna Adriana Appels, geboren Driebergen 9 mei 1906, overleden Winschoten 31 juli 1994, begraven Nieuw-Beerta, huiszoeking 30 mei 1944 (Walters2 45), beschrijft de woelige jaren van de Tweede Wereldoorlog in het boek Een Groninger pastorie in de storm, waarvan de eerste uitgave in 1947 verschijnt, draagster van het verzetsherdenkingskruis en ridder in de Orde van Oranje-Nassau (Brinks5 131-132).
Kinderen:
1. Bastiaan Johan Christiaan Ader, roepnaam Basjan, geboren 19 april 1942, in 1975 op zee vermist.
2. Diederik Antonius Viktor Emanuël Ader, roepnaam Erik, geboren 4 november 1944, inspecteur bij de Inspectie en Evaluatie bedrijfsvoering van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, in 2001 benoemd tot ambassadeur in Noorwegen, neemt in 2006 afscheid, koopt de villa aan de Wadwerderweg in Usquert van oud-commissaris der koningin Alders, gehuwd met Diana ....
Gerhardus Aldershof, zoon van Gerriet Derks Aldershof (dagloner) en Hindertje Tebbenhof, geboren Bellingwolde 17 december 1904, overleden Naaldwijk 26 augustus 1982, brigadier van politie (Walters2 223), gehuwd Emmen 31 mei 1930 met Johanna Geertruida Mellema, geboren Wedde.
Kinderen:
1. Johanna Henderika Aldershof, geboren Winschoten 1 februari 1931, gehuwd Naaldwijk 20 mei 1954 met Abraham van de Beukel.
2. Hindertje Aldershof, geboren Winschoten 27 maart 1934, gehuwd Naaldwijk 28 juli 1959 met Wilhelm Adriaan Camfferman
3. Gerriet Derk Aldershof, geboren Winschoten 8 mei 1945.
Bouwo Marcus Barlagen, zoon van Nanno Jan Barlagen en Elke Evers, geboren Beerta 5 februari 1901, overleden aldaar 19 december 1961, landbouwer te Beersterhoogen, lid BS, gehuwd Amsterdam 23 mei 1939 met Ynske de Vries, geboren Finsterwolde .
Kinderen:
1. Elke Cornelia Barlagen, geboren Beersterhoogen 17 februari 1940, gehuwd Beerta 12 december 1963 met Johannes Hubertus Wilhelmus Fietelaars, referendaris bij het ministerie van buitenlandse zaken te Den Haag.
2. Cornelia Elke Barlagen, geboren Beersterhoogen 5 februari 1941, secretaresse, gehuwd Winschoten 29 juni 1972 met Derk Feijo Aapkes, magazijnmeester .
Everhardus Nanno Barlagen, zoon van Nanno Jan Barlagen en Elke Evers, geboren Beerta 16 oktober 1902, overleden Winschoten, St. Lucasziekenhuis 4 juli 1971, landbouwer te Beerta, dagboek van de bevrijding (Olinga2 50), gehuwd Beerta 19 juni 1941 met Suzanna Margaretha Elisabeth Oldenburger, geboren Beerta 5 juli 1909, overleden Winschoten ...1994, dochter van Hendrik Oldenburger en Fokje Pothuis; 3 kinderen
Tonko Harm Barlagen, zoon van Derk Tonko Barlagen en Thalia Ida Onnes, geboren Reiderwolderpolder, gemeente Finsterwolde 1 januari 1894, overleden Finsterwolde 27 juli 1972, landbouwer in de Reiderwolderpolder, in 1968 rentenier, wonende in huize Sonnevanck te Finsterwolde, gehuwd Midwolda 8 mei 1918 met Jantje Lamberta Tiddens, geboren Midwolda .
Kinderen:
1. Anje Trienje Barlagen, geboren Onnesheerd in de Reiderwolderpolder 5 mei 1919, overleden Goldhoorn 23 maart 2012, gehuwd Finsterwolde 24 oktober 1941 met Sebe Reinders Roelofs, landbouwer te Finsterwolde.
2. Derk Tonko Barlagen, geboren Reiderwolderpolder (F) 20 mei 1921, overleden Hoogezand 28 januari 2012, landbouwer op de "Onnesheerd" in de Reiderwolderpolder, gehuwd Uithuizen 3 juni 1946 met Emke Aaltje Bennema, roepnaam Emmy, geboren Kantens.
3. Thalia Ida Cornelia Barlagen, roepnaam Tally, geboren Reiderwolderpolder, gemeente Finsterwolde 25 februari 1923, overleden Winschoten 27 november 2019, anno 2016 wonende in De Renselheerdt te Winschoten, gehuwd Finsterwolde 26 mei 1944 met Onno Struif Bontkes, landbouwer te Finsterwolde.
4. Hendrik Barlagen, geboren Winschoten (z) 21 maart 1933, ...
Cor[nelis] Beijer, roepnaam Cor, zoon van Cornelis Leendert Beijer en Lijntje Mooldijk, kleinzoon van een broer van Maartje Maria Beijer, geboren ca. 1942, is in april 1945 met zijn moeder in een andere boerderij dan Ebels ondergebracht (Olinga1 96, 217)
Foto links: Maartje Maria 't Mannetje-Beijer. Foto: HH.
Maartje Maria Beijer, dochter van Evert Beijer en Leentje Neeleman, geboren Rockanje 18 november 1904, vermoedelijk overleden Kroonpolder 17 april 1945, NSB'er, gehuwd Rockanje 14 april 1927 met Adrianus 't Mannetje.
Kinderen:
1. Leentje, geboren en overleden 1931.
2. Leendert 't Mannetje, onder vermeld.
3. Evert 't Mannetje, geboren Zuidland 26 februari 1936, vermoedelijk overleden Kroonpolder 17 april 1945.
4. Lena 't Mannetje, geboren Zuidland 28 februari 1940, vermoedelijk overleden Kroonpolder 17 april 1945
Arendje Blaak, dochter van Jacob Blaak en Nelia Keijzerwaard, geboren Oudenhoorn 25 oktober 1894, vermoedelijk overleden Kroonpolder 17 april 1945, NSB'er (Olinga1 78, is op 24 of 25 februari 1945 ingekwartierd bij Simon Mellema (Olinga1 79), vertrekt vandaar op 16 april naar boerderij Everhard Ebels (Olinga2 48), gehuwd Oudenhoorn 18 december 1917 met Antonius Hermanus Zoeteman (Olinga 78).
Edouard Blondeel, geboren Gent 25 januari 1906, overleden Brussel 23 mei 2000, tijdens de bevrijding in april 1945 majoor en commandant van het 5e SAS regiment (Olinga1 40, internet).
Albert Boekhoven, zoon van Geuko Boekhoven (schilder) en Martje Prins, geboren Nieuw-Beerta 7 maart 1872, overleden aldaar 26 maart 1957, huisschilder te Nieuw-Beerta, Duitsgezind, geen NBI dossier, gehuwd Beerta 9 mei 1914 met Jakoba Elsiena Moesker, geboren Noordbroek.
Kind uit dit huwelijk:
1. Jakoba Martha Boekhoven, geboren Nieuw-Beerta 28 januari 1915.
Frederikus Tjapko Boelema, zoon van Boelo Luitjen Boelema en Wubbina Lucretia Joling, geboren Stadspolder 8 mei 1912, overleden Winschoten ..., landbouwer in de Stadspolder, NSB'er (Olinga2 61), maar zegt het lidmaatschap tijdens WO II op, NBI dossier 37887, gehuwd Bellingwolde 24 april 1936 met Lea Hillechiena Schrage, geboren Noordbroek.
Kinderen:
1. Janny Bineke Liny Boelema, geboren Winschoten 12 april 1940, gehuwd met Fopke Daniël Tilma, in 1968 bedrijfsleider van de Jacob Sijpkens Heerd.
2. Boelo Luitjen Boelema, geboren Winschoten 18 mei 1942.
Etsko Harm de Boer, zoon van Harm de Boer en Trientje Geerdina Engels, geboren Beerta 8 maart 1920, woont in 1945 aldaar, lid BS, levensloop onbekend, vermoedelijk geëmigreerd, want een Harm Etsko de Boer, geboren ca. 1946, overleden 2012, is begraven in Hillsboro, Washington County, Oregon, USA (findagrave.com).
Bonder, te Nieuweschans, neemt onderduikster Hannah Dobschiner over uit pastorie Ader in Nieuw-Beerta; Hannah is [enkele dagen of weken?] later door ds. Ader ergens in Limburg ondergebracht (Crebas 66).
Tjark Eltjo Bontkes, zoon van Jan Bontkes en Sietske Addens, geboren Finsterwolde 22 mei 1885, overleden Weener (z) 22 juli 1972, begraven Finsterwolde, bezoekt de landbouwschool (nu Michelsenschule) te Hildesheim, daarna de rijschool te Elmshorn, bewoont eerst de boerderij te Finsterwolde, laat in Bellingwolde de villa Benvenuto (= weest welkom) bouwen en gaat die van 1913 (1911?) tot 1919 bewonen, woont daarna twee jaar in Assen, Van der Feltzpark 5, bezit boerderijen te Finsterwolde en Veelerveen, en is vanaf 1955 landbouwer op de nieuw gebouwde boerderij Zwanenborg te Kloster Dünebroek bij Wymeer, fervent NSB'er, vooraanstaand lid van Landbouw en Maatschappij (Ebbens), later plaatselijk voorzitter van het Boerenfront van de NSB, vervolgens van het Agrarisch Front, vlucht kort voor de bevrijding naar Duitsland, op 11 mei 1945 in Bellingwolde gearresteerd (Olinga1 222), NBI dossiers 39820 en 39821, gehuwd Winschoten 2 september 1910 met Lucretia Tijdens, geboren Nieuw-Beerta 25 augustus 1886, overleden Weener (z) 27 mei 1975.
Kinderen:
1. Boelo Luitjen Bontkes, geboren Finsterwolde 22 juni 1911, overleden aldaar 14 mei 1945, officier in het Nederlandse leger, hoofd van de Luchtbescherming en moet daarom in april 1945 in Finsterwolde achterblijven in plaats van met zijn familie naar Duitsland te vluchten, door de plaatselijke bevolking bespot, opgepakt en vastgezet in de marechausseekazerne in Finsterwolde, heeft zich aldaar in een cel opgehangen (Olinga 218, 222), NBI dossier 39819.
2. Sietske Bontkes, geboren Bellingwolde 22 november 1914, overleden Wymeer 1 of 2 november1988, bewoont de boerderij Schwanenhof te Kloster Dünebroek bij Wymeer, tot aan haar dood overtuigd NSB aanhangster, NBI dossier 39807.
3. Jantje Geessiena Bontkes, geboren Bellingwolde 14 maart 1919, overleden Winschoten (z) 31 mei 1958, wonende te Kloster Dünebroek, NBI dossier 39808.
Johan Gabriel Boogerd, zoon van Jan Boogerd en Engelina van der Vlies, geboren Koudekerke in Zeeland ...1898, in 1940 werkzaam in London voor de Rotterdamse firma Müller & Co, district militair commissaris voor het district Winschoten (Strating1 159, Walters2 221), gehuwd Utrecht 28 december 1933 met Jeanette Augusta Lodeizen, geboren Rotterdam.
A. Botjes, te Midwolda, NBI dossier 45500.
A. H. Botjes, te Midwolda, NBI dossier 45499.
D. Botjes, te Beerta [PD27 2031], vermeld in NBI dossier van M Bodewitz, nr. 4999.
Edzo Albert Botjes, zoon van Jan Botjes en Gezine Hemminga, geboren Beerta 17 maart 1908, vertrekt in juni 1967 naar Ulsda, NBI dossier 45498.
Nanno Hindrik Botjes, zoon van Jan Emmes Botjes en Eltje Riemina Addens, geboren Bellingwolde 25 maart 1894, overleden ....., te Oudeschans, NBI dossier 45497.
Pieter Botjes, zoon van Edzo Elzes Botjes en Aaltje Pieters Engelkes, geboren Midwolda 17 november 1872, overleden Bellingwolde 18 januari 1956, landbouwer in de Stadspolder, NSB'er (Olinga2 61), NBI dossier 45496, opzicht (Crebas 67), in 1952 verhuisd naar Bellingwolde, I gehuwd Beerta 5 mei 1899 met Essiena Asselliena Meijer, geboren Stadspolder; II gehuwd Beerta 19 november 1924 met Antonie Ette Hermanna Betke, geboren Dötlingen in Duitsland.
Reinder Herman Bouman, zoon van Hermannus Benno Bouman en Eja Tonko Hemminga, geboren Nieuweschans 23 november 1887, overleden Finsterwolde 18 juni 1967, landbouwer achtereenvolgens te Nieuw-Scheemda, Winschoter Oostereinde en mogelijk nog te Finsterwolde, NSB'er, geen NBI dossier, gehuwd te Finsterwolde 14 mei 1913 met Heike Onnes, geboren Reiderwolderpolder, NSB'er, geen NBI dossier.
Reinder Kornelis Bouman, zoon van Reinder Bouman en Grietje Hendrika Muller, geboren Beerta 8 mei 1900, overleden, [PE 59 295], NSB'er, NBI dossiers 4047 en 45787, ongehuwd, landbouwer te Beerta, verkoopt in 1961 samen met zijn zuster de boerderij in Beerta-West en verhuist naar Haren.
Elzo Bruggers, zoon van Harbert Elzo Bruggers en Aaltje Lula, geboren Reiderwolderpolder 14 maart 1876, overleden Finsterwolde 11 januari 1948, landbouwer te Finsterwolderhamrik, NBI dossier 49747, gehuwd Termunten 15 mei 1908 met Pieterke Keizer, geboren Termunten .
Kinderen; alle drie zijn vermoedelijk lid van de NSB geweest:
1. Siebrand Bruggers, geboren Finsterwolderhamrik 26 augustus 1912, overleden, NBI dossier 49731, gehuwd Finsterwolde 15 november 1947 met Jantje Roelfsema, van Midwolda.
2. Harbert Elzo Bruggers, geboren Finsterwolderhamrik 6 januari 1914, overleden, landwachter, betrokken bij huiszoekingen, NBI dossiers 4044 en 49729, gehuwd Groningen 18 februari 1955 met Stientje Weender, geboren te Borger.
3. Jurjen Bruggers, geboren Finsterwolde 24 mei 1916, overleden, NBI dossier 4049.
Pieter Brul, zoon van Pieter Brul (voerman) en Hillechina Elizabeth Raske, geboren [Nieuweschans] 5 oktober 1922, overleden [....] 29 december 2001, blijkens de verzetskaart van de Groninger Archieven destijds wonende Singelstraat 9 in Nieuweschans, in september 1943 gearresteerd door marechaussee J. Valk, acht maanden vast gezeten in Ommen, biedt tijdens de bevrijding hulp aan de Polen, ernstig gewond geraakt, gehuwd met B. Inderwisch.
Engelhardus Hermannus Burema, zoon van Jan Burema en Geessien Heddema, geboren Nieuw-Beerta 11 mei 1904, overleden, landbouwer te Nieuw-Beerta, NSB'er? (Olinga 2 61), geen NBI dossier, gehuwd Winschoten 21 mei 1930 met Jantje Hagenus, geboren Beerta .
Kinderen:
1. Keetie Geesje Burema, geboren Hoogkerk 3.2.1925, overleden Hoogeveen 28 september 2017, gehuwd met Siemon J.J. Gort.
2. Geessien Jantina Burema, geboren Nieuw-Beerta 8 september 1935, gehuwd Beerta 26 september 1958 met Jans Derk Leeuwma, landbouwer aan de Verlengde Hoofdweg te Nieuw-Beerta.
Lambertus Burema, zoon van Jakob Tonnis Burema en Bouwina Jager, geboren Loppersum 26 oktober 1912, overleden [Rotterdam] 29 mei 2007, vanaf ca. 1940 huisarts te Nieuw-Beerta, later ook in Nieuweschans, Oranjegezind, onderduikers (Crebas 57, Olinga1 157-158, Olinga2 42), gepromoveerd 1953 op De voeding in Nederland van de Middeleeuwen tot de twintigste eeuw, in 1958 benoemd tot adjunct-directeur van de GGD in Rotterdam, van 1960 tot 1977 directeur, ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, gehuwd Groningen 17 december 1938 met Christina Jantina Meijering, geboren Slochteren.
Hinderk Elzen Büsscher, zoon van Willem Heeres Büsscher (landbouwer) en Aaltje Swalve, geboren Bunderneuland 12 maart 1859, overleden Nieuw-Beerta 10 oktober 1930, eerst landbouwer in de Stadspolder, later postkantoorhouder in Nieuw-Beerta, gehuwd Finsterwolde 2 mei 1891 met Eppien Hinderika Buzeman, geboren Finsterwolderhamrik 15 november 1867, overleden Arnhem 27 oktober 1943.
Kinderen:
1. Alida Wilmine Busscher, geboren Stadspolder 14 februari 1892, overleden [-], gehuwd Hoorn 28 maart 1918 met Pieter Jaarsma, geboren Elburg, onderwijzer.
2. Hinderike Jantine Büsscher, geboren Stadspolder 14 april 1893, postkantoorhoudster te Nieuw-Beerta, Duitsgezind, naar eigen zeggen geen lid van de NSB, vermoedelijk NBI dossier 53033.
3. Willem Busscher, geboren Stadspolder 26 oktober 1894, volgens zijn zuster Hinderike lid van de NSB, maar geen NBI dossier, koopman, gehuwd Arnhem 13 juli 1920 met Hendrika Tielee, geboren Arnhem.
Hermann Johannes Conring, zoon van Hermann Hajo Conring en Marie Tjaberdine Johanne Wilhelmine Hesse, geboren Aurich 4 november 1894, overleden Weener 9 februari 1989, geboren zonder linkerhand, 1913-1916 student rechten te Göttingen, gepromoveerd aldaar in 1917 op Grundbegriffe des Fundrechts, 1927 Landrat in de Landkreis Northeim, 1930 in de Landkreis Leer, 1933 lid van de Reichsbund der Deutschen Beamten, van 1934 tot 1945 lid van de Nationalsozialistische Volkswohlfahrt, oktober 1940 lid van Frieske Akademy te Leeuwarden, op 1 juni 1940 aangesteld als Beauftragter des Reichskommisaris für die bezetzten niederländischen Gebiete für die Provinz Groningen om toezicht te houden op het bestuur van de provincie en de gemeenten, welke functie formeel op 17 april 1945 wordt opgeheven, 1942-1945 president van de Ostfriesische Landschaft, later CDU politicus (Buist 33), van 6 oktober 1953 tot 19 oktober1969 lid van de Bundestag, gehuwd met Elisabeth Heraeus, geboren Hanau
Walter Deeters, Conring, Hermann Johannes, in: Martin Tielke, Biographisches Lexikon fúr Ostfriesland, Band I, 1993, blz. 85-89, waarin: Darum konnte ihm schon 1947 sein ''Nachfolger", der Kommissar der Königin in Groningen, der unter ihm gedient hatte, bestätigen: ''gaarne wil ik verklaren, dat deze verhouding steeds correct en hoffelijk is geweest".
Bernhardus Aeisso Crebas, zoon van Johannes Idskeüs Crebas en Jantje Anna Boelman, geboren Kroonpolder 24 oktober 1920, overleden Scheemda 5 maart 2017, Oranjegezind, landbouwer in de Kroonpolder, schuur bij de bevrijding in brand geschoten, wederopbouwdossier BWBA0633, lid van de Orde van Oranje-Nassau, gehuwd Meeden 22 juni 1945 met Ettje Takens, van Meeden; 4 kinderen.
Johannes Adamus Crebas, zoon van Johannes Idskeüs Crebas en Jantje Anna Boelman, geboren Kroonpolder 4 september 1919, overleden Marknesse 15 november 2010, Oranjegezind, kabelwacht, heeft kort na zijn huwelijk een of twee maanden drie Joodse onderduikers in huis (Crebas 52, Huisman), lid BS, vanaf half 1945 bedrijfsleider op de Jacob Sijpkens Heerd te Nieuw-Beerta, vanaf 1951 landbouwer te Bant in de Noordoostpolder, memoires verschijnen in 2010, gehuwd Beerta 20 april 1944 met Christina van Laar, geboren Bloemendaal; 9 kinderen
André de Croix, geboren 31 oktober 1910, overleden Bergen-Belsen 10 maart 1945, doopsgezind predikant vanaf 1 november 1936 te IJlst, vanaf 7 mei te Midwolda, plaatselijk leider van de Nederlandsche Unie, lid OD, erg onvoorzichtig (Potjewijd 37-38, 40), in januari 1944 opgepakt, maar spoedig weer vrij gelaten, op 14 mei 1944 opnieuw opgepakt, in een kamp overleden aan vlektyfus.
Simon Hemmo Dallinga, zoon van Siemon Hemmo Dallinga en Anneke Barlagen, geboren Nieuwolda 23 september 1896, overleden Nieuw-Beerta 15 juli 1960, landbouwer te Nieuw-Beerta, pro-Duits, NSB'er (Olinga2 61), in april 1945 aangehouden (Olinga1 108) omdat hij bij de inval in 1940 de Duitsers de weg door de Binnenlanden naar de intacte Buiskooldiepbrug heeft aangewezen (volgens overlevering), kort voor de bevrijding zitten er Lüneburgers in zijn schuur, NBI dossier 43696, gehuwd Beerta 23 oktober 1918 met Anna Trienje Poppens, geboren Nieuw-Beerta 25 november 1897, overleden gemeente Wedde 21 maart 1966, dochter van Jan Poppes Poppens en Wigcherdiena Geertruid Joling, en op die wijze verzwagerd met burgemeester Oterdoom.
Kinderen:
1. Wigcherdiena Geertruida Dallinga, geboren Nieuw-Beerta 24 februart 1919, overleden, gehuwd Beerta 20 mei. 1941 met Jan Okko Bosker, landbouwer te Binnen Ae onder Woldendorp.
2. Anneke Sietskéa Affiena Dallinga, geboren Nieuw-Beerta 13 april 1921, overleden aldaar 21 juli 1922.
3. Anneke Etiene Trijntje Dallinga, geboren Nieuw-Beerta 7 mei 1924, overleden, gehuwd Beerta 6 juni 1946 met Jakob Albert Noordhoff, landbouwer, eerst te Nieuw-Beerta, vanaf 19.. te Blijham.
Dec (Olinga1 39-40, 44), vermoedelijk de schuilnaam voor: Stanislaw Maczek, zie aldaar
Denis Devignez, zoon van Charles Jean Devignez en Marie Hortense Josephine Bultot, geboren Luik 28 februari 1920, door granaatscherven geraakt te Beerta 15 april 1945, of is dat in Nieuw-Beerta geweest, bij de driesprong Langeweg? (Olinga1 50-51), overleden in het Canadees Militair Hospitaal te Ootmarsum 16 april 1945, begraven op de algemene begraafplaats Jonkerbos bij Nijmegen, onderluitenant bij het legeronderdeel II Belgian SAS
Jan Berend Dommering, zoon van Berend Dommering en Roelina Martha de Boer, geboren Winschoten 23 november 1882, overleden Arnhem 4 oktober 1958, hotelier, gevierd biljarter, verzetsstrijder, gehuwd Winschoten 5 april 1909 met Ettje Egbertje Groeneveld, geboren Winschoten.
Aalderikus Jacob Drenth, zoon van Berend Wilko Drenth (kandidaat-notaris) en Anna Dorothea Noordhoff, geboren Groningen 9 juni 1905, overleden Emmen 21 oktober 1973, meester in de rechten, in 1934 advocaat en procureur, burgemeester, 1941 van Nieuweschans, 1942-1945 van Winschoten (Potjewijd 12-13, 15-16, enz.), NBI dossier 59293, gehuwd Groningen 28 december 1934 met Lammechiena Jantiena Jakoba Doornbosch, geboren Wildervank; 3 kinderen.
Hendrik Frans Dresselhuis, zoon van Jan Dresselhuis en Harmke van der Molen, geboren Nieuweschans 3 maart 1902, gefusilleerd in de gemeente Norg 8 april 1945, smid te Nieuweschans, carteerder van de omgeving ten behoeve van actuele topografische kaarten voor de geallieerden (Schuurman 22), contactpersoon (Schuurman 39), LO, plaatselijk hoofd NSF te Nieuweschans, gevangen gezet in het huis van bewaring in de stad Groningen, gehuwd Nieuweschans 6 april 1936 met Gesiena Boekhold, geboren Beerta (Brinks5 171, Frye 294).
Kinderen?
Willem Dresselhuis, zoon van Edde Dresselhuis (grofsmid) en Etje Havinga, geboren Drieborg 13 juli 1899, overleden Neuengamme bij Hamburg 30 december 1944, in 1927 reiziger, later fietshandelaar te Winschoten, met familiebedrijf Dresco-rijwielen (Potjewijd 38), Oranjegezind, wonende Boschstraat 1, gearresteerd (Walters2 18-20), ... (Walters2 223), gehuwd Winschoten 11 januari 1927 met Sjoukje Walma, geboren Joure.
Kinderen:
1. Etty Dresselhuis, geboren ca. 1928.
2. Stef Dresselhuis, geboren ca. 1930.
3. Eddo Dresselhuis, geboren ca. 1937.
Jan Driegen, zoon van Frederik Driegen en Hendrikje Westerink, geboren Ambt-Vollenhove 18 september 1898, als represaille gefusilleerd Anloo 8 april 1945, hoofdcommies invoerrechten en accijnzen te Nieuweschans (Walters2 117), verzetsman, gehuwd Assen 11 december 1924 met Wilhelmine Katharina Dorothea Wiering, geboren Hechthausen in Duitsland (Brinks5 171); het resterende gezin – zonder Jan want die is dan al gefusilleerd – is op 17 april 1945 wegens het oorlogsgeweld van de terugkerende Duitsers Nieuweschans ontvlucht, heeft samen met andere vluchtelingen onderdak gevonden in de boerderij van Jan Kolder op De Bult, en het gezin is 29.4 huiswaarts gekeerd (Frye 296).
De vluchtdatum 17 april is in overeenstemming met de vraag naar doorlaatvergunningen (Olinga2 9) maar uit andere gegevens blijkt dat Nieuweschans op 19 april door de Duitsers heroverd is (Strating 1 149).
Kinderen:
1. Katharina Adelheid Driegen, roepnaam Käthy, gehuwd met Kok (Frye).
2. ?
Ebel Luiken Dijkema, zoon van Lambertus Luiken Dijkema en Maria Ebbens, geboren Nieuw-Beerta 27 maart 1913, overleden Winschoten, huize Old Wolde 31 oktober 2007, landbouwer te Nieuw-Beerta, tijdens WO II Duitsgezind, later rentenier te Beerta.
Foto links: Opa Dijkstra uit Midwolda. Foto: HH.
Derk Doeko Dijkstra, zoon van Doeko Dijkstra en Tjadduwe Evers, geboren Nieuwolda 14 maart 1882, overleden Midwolda 22 september 1962, landbouwer te Midwolda, mogelijk pro-Duits, maar geen NSB'er, gehuwd Midwolda 28 april 1905 met Auwina Hermans, geboren Midwolda.
Kinderen:
1. Doeko Derk Dijkstra, geboren Midwolda 22 januari 1906, overleden Groningen (z) 30 maart 1983, landbouwer te Midwolda, Oranjegezind, twee maal door de Duitsers opgepakt, gehuwd Beerta 26 februari 1930 met Ida Joling, geboren Nieuw-Beerta 17 mei 1908, overleden 8 september 1998, dochter van Rotgert Reint Joling en Geertruida Wubbina Holtkamp, zuster van landwachter R.R. Joling; op grond van de familiebetrekkingen Ebels en Joling kan je verwachten dat Doeko ook Duitsgezind is, maar het tegendeel is waar; geen kinderen.
2. Tetje Tjadduwe Henderika Dijkstra, geboren Midwolda 17 juni 1908, overleden Kroonpolder 17 april 1945, gehuwd Midwolda 5 mei 1930 met Everhard Tonko Ebels, landbouwer in de Kroonpolder.
3. Pieter Reint Hermans Dijkstra, geboren Midwolda 26 oktober 1910, overleden aldaar? … 1994, landbouwer te Midwolda; zijn boerderij is sinds ca. 2002 de museumboerderij Hermans-Dijkstra.
Derk Uipko Ebbens, zoon van Onno Sebes Ebbens en Anna Elizaberth Stikker, geboren Nieuw-Beerta 5 januari 1884, overleden Zuidlaren 18 oktober 1978, vanaf zijn eerste huwelijk tot 1947 landbouwer op zijn ouderlijke boerderij te Nieuw-Beerta, kerkvoogd, kabelwacht, heeft mogelijk in WO II onderduikers van mevr. Ader ondergebracht, in 1944 of '45 opgepakt door o.a. Rotgert Joling, bij de bevrijding is de schuur van zijn kop-hals-romp boerderij door de Polen in brand geschoten (O.C. Mellema), wederopbouwdossier BWBA0628, in 1963 verhuisd naar Zuidlaren, I gehuwd Beerta 9 mei 1913 met Elizabeth Evers, roepnaam Beddy, geboren Beersterhoogen; II gehuwd Zuidlaren 3 december 1963 met zijn huishoudster Luchiena Christina Hazeborg, roepnaam Lucie, geboren Veelerveen; geen kinderen
Edzo Hommo Ebels, geboren Kroonpolder 20 juni 1889, overleden Groningen 4 februari 1970, landbouwer te Nieuw-Beerta, secretaris van de Groninger Maatschappij van Landbouw, van 1916 tot 1923 burgemeester van de gemeente Beerta, op 1 januari 1940 benoemd tot voedselcommissaris i.p.v. K.L. Gaaikema Schuiringa, van 11 augustus 1941 tot 1 maart 1942 waarnemend commissaris der Koningin in de provincie Groningen, als opvolger van Linthorst Homan; Ebels wordt opgevolgd door de NSB'er Staargaard, met wie hij enige maanden in de functie van voedselcommissaris samengewerkt heeft (Olinga1 62), van 24 februari 1941 tot 31 augustus 1942 en van 26 april 1945 tot 1 juli 1954? voorzitter van het Fonds ten behoeve van den Landbouw in de provincie Groningen, van 1945 tot 1 juli 1954 commissaris der Koningin in de provincie Groningen, van 19.. tot 19 september 1955 voorzitter van het college van curatoren der Rijksuniversiteit te Groningen, bij KB van 2 februari 1949 (Trouw 3 februari 1949, Volkskrant 3 maart 1949) benoemd tot voorzitter van de hernieuwde Zuiderzeeraad, volgens andere bron bij KB van 23 december 1954 no. 19 met ingang van 1 januari 1955 benoemd tot lid van de Zuiderzeeraad, tevens voorzitter van die raad, op 20 mei 1953 erepromotie tot doctor in de rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, sinds 19.. erelid van het Groninger Studentencorps Vindicat Atque Polit, NBI dossier 70566, gehuwd Finsterwolde 20 juni 1889 met Remkéa Huisman, geboren Goldhoorn onder Finsterwolde; geen echtelijke kinderen.
Volgens overlevering is Edzo Ebels de biologische vader van Jan Klooster, geboren Nieuw-Beerta 3 december 1910, buitenechtelijke zoon van Grietje Boelsem, van 1947 tot ca. 1980 bedrijfsleider op de Ebelsheerd te Nieuw-Beerta, tevens lid van de beheercommissie van de Jacob Sijpkensheerd (BBB 145, 171); het wederopbouwdossier van de schuur van de Ebelsheerd BWBA0630 staat op naam van J. Klooster.
Everhard Tonko Ebels, zoon van Fekko Ebel Hajo Ebels en Eppien Jantina Nannenga, geboren Kroonpolder 3 mei 1906, overleden aldaar 17 april 1945, landbouwer te Kroonpolder, NSB'er, NBI 70565, boerderij vernield 17 april 1945, de schuur vermoedelijk afgebrand op 18 april 1945, wederopbouwdossier BWBA0631 t.n.v. O.C. Mellema, gehuwd Midwolda 5 mei 1930 met Tetje Tjadduwe Henderika Dijkstra, geboren Midwolda 17 juni 1908, overleden Kroonpolder 17 april 1945, dochter van Derk Doeko Dijkstra en Auwina Hermans.
Kinderen:
1. Auwina Eppien Ebels, geboren Kroonpolder 14 april 1931, overleden aldaar 17 april 1945.
2. Fekko Ebel Hajo Ebels, geboren Kroonpolder 4 juni 1933, overleden aldaar 17 april 1945.
3. Derk Doeko Ebels, geboren Kroonpolder 7 juni 1938, overleden aldaar 17 april 1945.
Everhard Ebels en zijn vrouw zijn aanhangers van het nationaal socialisme. Tijdens de bevrijding wordt een Poolse tank in de Kroonpolder door het Duitse afweergeschut in de Carel Coenraadpolder beschoten. Dat kan alleen als de positie van de tank nauwkeurig radiografisch is doorgegeven. Het gezin Ebels wordt in de middag naar Drieborg gebracht alwaar zij wachten op vervoer naar Winschoten om daar met andere NSB'ers geïnterneerd te worden. Tijdens die wachtperiode schijnt een woordenwisseling ontstaan te zijn tussen mevrouw Ebels-Dijkstra en de Poolse commandant. De ruzie loopt zo hoog op dat het gehele gezin Ebels teruggebracht wordt naar hun boerderij en aldaar wordt gefusilleerd. Nog dezelfde avond wordt vanaf de Kroonpolderweg in Drieborg met een Poolse tank de boerderij in brand geschoten, vermoedelijk om de sporen van de moord zo goed mogelijk uit te wissen. Het echtpaar Ebels is weliswaar overtuigd NSB'er maar zij heeft nimmer onderduikers verraden of andere landgenoten benadeeld. Op de begraafplaats in Nieuw-Beerta staat een grafmonument met een afgebroken zuil. De naaste familie heeft daarmee uiting gegeven aan de grove wijze waarop het leven van de ouders en vooral van de drie jonge en volstrekt onschuldige kinderen is afgebroken.
Het voorhuis van de monumentale boerderij van Ebels in de Kroonpolder. Foto: FE.
Fekko Ebel Hajo Ebels, zoon van Hajo Fekko Ebels en Esse Ebbens, geboren Kroonpolder 12 augustus 1878, overleden Winschoten (z) 14 januari 1951, begraven Nieuw-Beerta 18 januari 1951, landbouwer in de Kroonpolder, maar wonende in de witte villa te Nieuw-Beerta, van 19.. tot 1923 lid van het college van Gedeputeerde Staten van Groningen, van 1922 tot 1946 lid van de Tweede Kamer, van 12 december 1929 tot 31 december 1948 lid van de commissie van administratie van het Fonds ten behoeve van den Landbouw in de provincie Groningen, ridder in de orde van de Nederlandsche Leeuw, tijdens de Tweede Wereldoorlog neutraal of Oranjegezind, gehuwd Scheemda 26 april 1901 met Eppien Jantina Nannenga, geboren Midwolda 23 maart 1879, overleden gemeente Beerta 22 september 1968, begraven Nieuw-Beerta 26 september1968, dochter van Everhard Nannenga en Geessina Meijer.
Kinderen:
1. Hajo Fekko Ebels, geboren Kroonpolder 6 maart 1902, overleden Groningen, in het Diaconessenziekenhuis 3 januari 1961, begraven Nieuw-Beerta 7 januari 1961, in 1933 komende van Amsterdam, wordt hij op 19 juli 1933 bijgeschreven op de gezinskaart van zijn ouders wonende te Nieuw-Beerta en op 20 september daaraanvolgend vertrekt hij naar Amersfoort, Prinses Marielaan; vermoedelijk verblijft hij tijdens de bevrijding in Nieuw-Beerta.
2. Everhard Ebels, geboren Kroonpolder 2 juni 1904, overleden aldaar 10 juni 1904.
3. Everhard, bovenvermeld.
Helenius Jan Ebels, zoon van Jan Ebels en Martha Onnes, geboren Stadspolder 14.3.1878, overleden Finsterwolde 16.4.1946, landbouwer op de meest oostelijk boerderij in de Stadspolder, vermoedelijk Duitsgezind, geen NSB'er en geen NBI dossier, gehuwd Veendam 2.5.1918 met Grietje Jantina Mulder, geboren Veendam.
Kinderen:
1. Martha Frederika Jantina Ebels, geboren Nieuweschans 20 februari 1919, overleden Haren 11 augustus 2003, gehuwd Beerta 18 april 1941 met Jan Hendrik Kloosterboer, landbouwer te Eexta.
2. Frederika Martha Jantina Ebels, geboren Nieuweschans 1 januari 1922, overleden Winschoten (z) 29 oktober 1973, gehuwd Winschoten 4 oktober 1948 met Jan Koets, geboren Vriescheloo 19 januari 1919, landbouwer eerst te Vriescheloo, vanaf 1956 in de Stadspolder.
Otto Franke van Espelo, adjudant en plaatsvervangend commandant van de BS (Olinga1 222).
Cristiaan Paulus van Essen, geboren Garijp 19 augustus 1901, overleden Goor 16 september 1991, van april 1940 tot .... 1945 burgemeester van Beerta, in september 1944 met ziekteverlof gegaan (Olinga1 60), de laatste drie maanden voor de bevrijding ondergedoken, op 16 april 1945 teruggekeerd naar Beerta (Olinga1 60), pas in het najaar van 1946 herbenoemd, van 1955 tot 1966 burgemeester van Goor; gehuwd met Tietje Brandsma.
Jan Feenstra, geboren 1895/96, leider van het distributiekantoor te Winschoten, opgepakt (Ebbens), wonende aan de Burgemeester Engelkenslaan te Winschoten, chef van het distributiekantoor aldaar (Walters2 30-31), opgepakt en op … vrijgelaten.
Jan Frieling, heeft NSB'ers in Finsterwolde opgehaald (D.J. Mellema).
Jan Jacob Geels, geboren Hagen (Duitsland) 1 maart 1917 (Olinga1 164), overleden ..., marechaussee, postcommandant te Drieborg van 19.. tot 19.. (Olinga 72), op 22 april 1945 gedetacheerd naar Winschoten (Olinga2 49), later weer werkzaam te Drieborg.
Mogelijk familie van: Jacobus Johannes Geels, zoon van Jacobus Geels en Anna Peternella de Swart, geboren Haarlem 3 december 1890, overleden aldaar 9 oktober 1960, gehuwd met Margaretha Treuren.
Bontko Everhardus Bontkes Gosselaar, zoon van Frederik Bontkes Gosselaar en Hidda van Zalen, geboren Groningen 5 juni 1905, overleden Winschoten 18 juli 1990, landbouwer te Finsterwolde, in 1940 commandant van een sectie bij de infanterie (Potjewijd 8), later rentenier te Winschoten, Oranjegezind, gehuwd Noorddijk 28 juli 1932 met Geziena Petrina Wilphorst, geboren Euvelgunne.
Kinderen:
1. Fenna Annette Gosselaar, geboren Groningen 29 november 1934,
2. Hidda Gosselaar, geboren Groningen 9 maart 1938, gehuwd 25 september 1963 met Johan Herman Kremer Hovinga, in 1968 wonende in Zwitserland.
3. Frederik Gosselaar, geboren Groningen 13 augustus 1947.
Gerhard Bernhard Groeneveld, geboren Drieborg 9 mei 1896, overleden Winschoten 10 januari 1957, landbouwer te Drieborg, politieke voorkeur niet bekend, gehuwd Wedde 4 april 1922 met Annechien Lucretia Rentema, geboren Nieuwolda.
Kinderen:
1. Albert Wiard Groeneveld, geboren Drieborg 12 augustus 1922, overleden ..., landbouwer te Drieborg, gehuwd Leens 28 november 1952 met Aaltje Tecla Mensinga, geboren Mensingeweer.
2. Trijntje Groeneveld, geboren Drieborg 18 juli 1925, gehuwd met Andreas Jakobus Cesar, landbouwer.
3. Udine Annette Groeneveld, geboren Drieborg 21 juli 1928, gehuwd Beerta 21 december 1949 met Gerrard Arien Jan Meijer, landbouwer te Kloosterburen.
4. Hildachien Groeneveld, geboren Drieborg 20 juni 1932, gehuwd? met Roelof Jan Bakker.
Henderikus Groeneveld, roepnaam Rijks, zoon van Willem Groeneveld (broodbakker) en Wilhelmina van Zijl, geboren Bedum 7 november 1876, overleden Winschoten 30 mei 1956, in 1920 logementhouder, heeft eigendommen van en voor joden opgeslagen, gehuwd Appingedam 3 maart 1920 met Harmke Perdok, geboren Wagenborgen.
Kinderen:
?. Willem Groeneveld, hotelier te Winschoten, van hotel Vrijheid, verzetsstrijder?, opgepakt en vrij gekomen.
H... Haan, roepnaam Jo, (Olinga 88), woont in 1983 aan de Zuiderlaan te Hoogezand (Mellema), is van half april tot half mei 1945 de vervanger van de op non-actief gestelde gemeentesecretaris Schuth, lid BS en administrateur van de BS (Olinga1 107, Olinga2 42-44).
Hiltjo Poppo ten Have, zoon van Poppo Helenius ten Have en Zwaantje Catharina Gastman, geboren Beerta 9 februari 1900, overleden Wagenborgen 12 juni 1974, landbouwer te Beerta, mogelijk NSB'er, geen NBI dossier, gehuwd Wedde 21 mei 1926 met Elizabeth Trijntje ten Have, geboren Blijham, dochter van Scholto ten Have (NSB'er) en Frouwiena Grietiena van Calker.
Kinderen:
1. Poppo Helenius ten Have, geboren Beerta 30 november 1928, overleden ..., veehouder te Woldendorp, gehuwd Termunten 22 april 1954 met Tjaardina Dieuwke Dijkstra, geboren Woldendorp.
2. Scholto Hiltjo ten Have, geboren Beerta 30 september 1931, eerst landbouwer te Beerta, in mei 1970 vertrekt hij naar Dronten, en is daar werkzaam als ... bij de directie IJsselmeerpolders, gehuwd Delfzijl 31 oktober 1958 met en gescheiden aldaar van Aukelina Grietje ten Have, geboren Oterdum 6 januari 1936, dochter van Helenius Eltjo ten Have en Aafien Slagter.
3. Detmer Helenius ten Have, geboren Beerta 7 februari 1946, timmerman te Midwolda, gehuwd Midwolda 11 december 1970 met Derkina Martina Oosterhuis, geboren Oostwold 16 mei 1950, dochter van Wilbrand Oosterhuis (landarbeider) en Nieske Kruize.
Hommo Helenius ten Have, zoon van Helenius ten Have en Meintje Veninga, geboren Westerlee 28 augustus 1876, overleden Finsterwolde 23 februari 1946, zaadhandelaar en fabrikant te Westerlee, NSB'er, NBI dossier 87280, gehuwd Nieuwolda 18 mei 1909 met Tekeliena Jeltsema, geboren Nieuwolda.
Kinderen:
1. Meintje ten Have, geboren Scheemda 9 april 1910, overleden ..., gehuwd Scheemda 5 januari 1940 met Gerhardus Reinard Andreas Visscher, zenuwarts te Groningen.
2. Trientje ten Have, geboren Scheemda 5 november 1913, overleden aldaar 6 februari 1920.
3. Helenius Hommo ten Have, geboren Scheemda 18 september 1916, overleden aldaar 21 februari 1927.
4. Alberdina Jacobiena Antje ten Have, geboren Scheemda 21 mei 1919, overleden ..., gehuwd Leiden 17 december 1941 met Arend Benjamin Penseel.
5. Trienus Kassieno ten Have, geboren Scheemda 22 december 1924, overleden ..., gehuwd 14 juni 1960 met Harmina de Jong, geboren ...12 mei 1941, dochter van Hendrik de Jong en Klasiena Kluiter.
Karsien ten Have, landbouwer aan de Winschoterweg te Blijham, NSB'er, NBI dossiers 87287 en 87288, in zijn schuur worden bij de bevrijding de aangehouden Lüneburgers en plaatselijke NSB'ers ondergebracht (Strating1, 142-143).
Oljo Dirk ten Have, zoon van Boelo Luitjen ten Have en Gartje Elizabeth Land, geboren Kroonpolder 4juli 1906, overleden Paterswolde 11 augustus 1978?, landbouwer in de Kroonpolder, Oranjegezind, kabelwacht, onderduikers eerst Lute de Haan (in de ondergrondse doodgeschoten te Amsterdam 16 mei 1944) en ... van der Velde, daarna Bert Clevering en Hans van der Reiden van de zeevaartschool te Amsterdam, en later nog Bob Kroon, heeft één of meerdere huiszoekingen door NSB'ers en Duitsers (O.D. te Have, Lüchtenborg), lid BS, gedelegeerd bestuurslid van de strokartonfabriek "De Dollard" te Nieuweschans, later rentenier te Paterswolde, gehuwd Midwolda 3 december 1929 met Steviene Jacoba Meihuizen, geboren Midwolda.
Kinderen:
1. Bineke E. ten Have, geboren Beerta 21 juni 1931, overleden Haarlem 29 november 2018, meester in de rechten, anno 2018 wonende te Rotterdam, gehuwd met Johannes? Simon Thomas.
2. Boelo, jong overleden.
3. Boelo Luitjen Siebold ten Have, landbouwer in De Schermer, gehuwd Alkmaar 22 april 1961 met Annie Bürmann, geboren ....
4. Jacob Steven ten Have, geboren Kroonpolder 24 september 1938, overleden Winschoten – juni 2010, landbouwer in de Kroonpolder, gehuwd Hoogezand 31 juli 1964 met Helena Geesien Aeilkema, geboren Sappemeer.
Uintje Hector, zoon van Tobias Hector en Zwaantje Buring, geboren Kroonpolder 18 oktober 1872, overleden Drieborg 17 oktober 1947, bedrijfsleider van Fekko Ebels op de boerderij aan de Verlengde Hoofdweg te Nieuw-Beerta, Oranjegezind, vermoedelijk kabelwacht, gehuwd Beerta 12 mei 1900 met Wilhelmina Mulder, geboren Ganzedijk.
Kinderen:
1. Anna Hector, geboren Oudedijk 13 april 1901, gehuwd Beerta 24 oktober 1923 met Martinus Rijks, voerman.
2. Zwaantje Hector, geboren Oudedijk 9 oktober 1902, gehuwd Beerta 7 februari 1923 met Tobias Siemons, arbeider.
3. Tobias Hector, geboren Oudedijk 30 mei 1905, landarbeider, gehuwd Beerta 1 december 1928 met Klaassina Prijt.
4. Hendrik Hector, geboren Oudedijk 9 mei 1908, overleden aldaar 14 augustus 1908.
5. Hendrik Hector, geboren Oudedijk 12 juli 1909, in 1940 landarbeider, lid BS, van 1955 tot 19.. zetboer op de heropbouwde boerderij Ebels in de Kroonpolder in dienst van O.C. Mellema, woont in 1997 te Winschoten, heeft volgens de memoires van Leendert 't Mannetje de stoffelijke resten van het gezin Ebels uit de kelder gehaald (Olinga2 52), gehuwd Beerta 6 juli 1940 met Jantje Rijks, geboren Beerta.
6. Wilhelmina Hector, geboren Oudedijk 18 maart 1911, overleden Kroonpolder 30 april 1918.
Jan Hemminga, zoon van Abel Klaas Hemminga en Heike Eltjes, geboren Nieuw-Beerta 12 augustus 1878, overleden aldaar 8 september1966, landbouwer eerst te Termunten, vanaf 1917 te Nieuw-Beerta, politieke gezindheid onbekend, gehuwd Winschoten 26 oktober 1909 met Tekla Johanna Edens, geboren Winschoten 19 april 1881, overleden Nieuw-Beerta 17 april 1967, dochter van Zwier Edens en Harmanna Johanna Buiskool.
Kind uit dit huwelijk:
1. Abel Klaas Hemminga, geboren Termunten 11 maart 1911, overleden ..., landbouwer te Nieuw-Beerta, gehuwd Beerta 2 mei 1946 met Marie Jantiene Kalverkamp, geboren Eenrum.
Christian Hilken, geboren ...18 augustus 1896, overleden ...25 april 1945, begraven Tholenswehr, commandant van ... te Nieuwe Statenzijl, vermoedelijk omgekomen bij het bombardement op Nieuwe Statenzijl.
Harm Hillinga, zoon van Eggo Hillinga en Harmanna Reit, geboren Beerta 2 oktober 1894, overleden Winschoten 2 augustus 1958, in 1919 arbeider, vanaf 1942 pachtboer van een kleine stadsboerderij te Nieuwe Statenzijl aan de oostzijde van de Westerwoldse Aa, welk gebouw bij de bevrijding op 25 april 1945 een bominslag pal naast het huis onbewoonbaar wordt, gehuwd Beerta 22 maart 1919 met Hebelbiena Hulsing, geboren Nieuw-Beerta.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Harmanna Gesina Hillinga, geboren Finsterwolderhamrik 14 september 1919, anno 2010 wonende in het verzorgingstehuis De Tjamme te Beerta, overleden 6 aug. 2014.
2. Eggo Hillinga, geboren Finsterwolde 1 november 1920, overleden 5 januari 1977, werd in 1942 lid van de LBD, van 1957 tot 1965 pachtboer van het boerderijtje te Nieuwe Statenzijl, gehuwd Finsterwolde 21 december 1946 met Geertje de Vries, geboren 20 febr. 1924 te Reiderwolderpolder, overl. 14 febr. 2018 te Beerta in De Tjamme.
Klaas Coenraad van den Hof, zoon van Jan van den Hof (landbouwer) en Elisabeth van de Belt, geboren Zuidwolde (Dr) 30 augustus 1899, overleden kamp Westerbork 12 april 1947, volgens huwelijksakte in 1924 wachtmeester bij de marechaussee, in 1929 werkzaam te Emmen, 1937 te Nieuwe Pekela, 1940 te Appingedam, 1940 te Nieuwolda, en vanaf eind 1942 te Winschoten (Potjewijd 14), politiecommissaris aldaar, SD-er, twee dagen voor de bevrijding van Winschoten naar Duitsland gevlucht, naar Nederland teruggekomen en door de BS van Winschoten op ... te Kerkenveld in het zuiden van Drenthe gearresteerd (Walters2 230), gehuwd Zuidwolde 9 mei 1924 met Johanna Jongman, geboren De Wijk (Walters2 232, 247).
Kind uit dit huwelijk:
1. [dochter]
Hein Holtkamp, zoon van Jan Holtkamp (boekdrukker) en Elisabeth van Duinen, geboren Groningen 6 februari 1901, overleden ..., agent van de Nederlandsche Handelmaatschappij, in Londen door het MG gevraagd voor de functie van provinciaal militair commissaris voor de provincie Groningen (Strating1 158), op 15 april bij Edzo Ebels in diens villa Sonnevanck aan de Verlegde Hereweg gearriveerd, gehuwd Groningen 1 oktober 1945 met Reimke van den Berg, geboren Rotterdam.
Johannes Hero Hommes, zoon van Harbert Poppo Hommes (veldwachter) en Trijntje Heres, geboren Stedum 18 maart 1895, overleden Winschoten 5 januari 1963, chirurg en vrouwenarts in het RK ziekenhuis te Winschoten, wonende Stationsweg 11, lid Medisch Front, lid artsenkamer, vertrekt in september 1944 op het nippertje voor zijn aanstaande arrestatie uit Winschoten en duikt onder in Schoonoord (Walters2 33), op 21 september 1944 wordt zijn huis door de SD leeggehaald, hoofd verzet in Winschoten, verzetsbetrokkene, op 17 april 1945 aangesteld als adviseur van Boogerd (Walters2 221), Medisch Contact zegt dat hij fout is geweest (volgens Dr. van Andel te Franeker en Dr. Oosterhuis te Delfzijl), geen NBI dossier, op 15 juni 1945 heeft hij een brief inzake de inzet van 9 Rotterdammer politieagenten ondertekend met Dr. J.H. Hommes, Inspecteur Interneeringskampen, Alg. adviseur v.h. Mil. Commisariaat, gehuwd Voorst 8 september 1920 met Christine Jordens, geboren Zwolle.
Kinderen:1. ?
Addo Paul Hovinga, zoon van Ties Sibolt Hovinga en Anje Bastiaans, geboren Oostwold 9 februari 1892, overleden Groningen 4 februari 1972, landbouwer, werd in 1935 lid van de NSB, blokleider en agrarisch raadsman, op 6 juni 1942 geïnstalleerd als burgemeester van de gemeente Scheemda, in 1947 door de Groninger Kamer van het Bijzonder Gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf, in cassatie in 1948 veroordeeld tot 15 jaar, NBI dossier 94160, gehuwd Oude Pekela 17.4.1917 met Anje Kiers, geboren Oude Pekela.
Kinderen:
1. Anje Hovinga, geboren Oostwold 4 maart 1918, overleden ..., gehuwd Scheemda 16 juni 1943 met en aldaar gescheiden 28 december 1955 van Victor Gerrit Lepoutre, geboren Tiel, onderhopman van de arbeidsdienst.
2. Hero Willem Hovinga, geboren Oostwold 6 januari 1921, overleden Rotterdam 15 januari 1971, vertrekt in 1948 naar Leeuwarden.
Onno Eltjo Huisman, zoon van Derk Evert Huisman en Elizabeth Margaretha Ebbens, geboren Nieuw-Beerta 11 april 1910, overleden Winschoten, ziekenhuis 24.9.1963 aan de gevolgen van een landbouwongeluk, landbouwer te Nieuw-Beerta, in 1940 sergeant (Potjewijd 9), Oranjegezind, kabelwacht, kort voor de bevrijding zitten er Lüneburgers in de schuur (Olinga2 12), merkwaardig want die vinden meestal onderdak in de schuren van Duitsgezinde boeren (Crebas 64, D. Leemhuis), tijdens de evacuatie in april 1945 is het vooreind van boerderij Huisman vermoedelijk gebruikt als 'vuurleiding' voor de beschieting op 24 april van de Duitse stelling Dollard Süd in de CCpolder, gehuwd Beerta 4 oktober 1940 met Anje Hilda Crebas, geboren Kroonpolder, zuster van B.A. en J.I. Crebas.
Kinderen:
1. Derk Evert Huisman, geboren Nieuw-Beerta 29 november 1941, overleden aldaar 30 maart 2019 ten gevolge van een hartstilstand, van 19.. tot 2... technicus bij Siemens te 's-Gravenhage.
2. Johannes Idskeüs Huisman, geboren Nieuw-Beerta 19 december 1942, overleden aldaar 29 juni 2019 ten gevolge van prostaatkanker, landbouwer te Nieuw-Beerta.
3. Fekko Bernhardus Huisman, geboren Nieuw-Beerta 11 april 1946, eerst bedrijfsjurist bij Coveco te Didam, van 1990 tot 2006 hoofd juridische zaken en secretaris van de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht, anno 2019 wonende te Didam, gehuwd Bellingwolde 12 april 1973 met Talchien Hinderika Kwak, geboren Vlagtwedde.
4. Anneke Jantje Huisman, geboren Nieuw-Beerta 8 maart1949, van 19.. tot 20.. verpleegster in het St. Lucasziekenhuis te Winschoten, anno 2020 landbouwster te Nieuw-Beerta.
Booije Huizinga, zoon van Harm Huizinga en Antje Willemina Ritsema, geboren Ten Post 11 mei 1916, overleden 15 oktober 1995, begraven Rusthof bij Appingedam, kastelein te Beerta, anti-Duits, bureauhouder van de voedseldistributie in de gemeente Beerta, lid BS, woont in 1982 te Beerta, gehuwd Finsterwolde 22 december 1941 met Grietje Hulsebos, geboren Stadspolder (BBB 512).
Kinderen?
Luitje Huizinga, kastelein te Finsterwolde, heeft tijdens de staking in 1929 veel onderkruipers voor de boeren opgehaald (van Veen), pro-Duits, deed mee aan huiszoekingen (Ebbens), later 'speurder', wonende te Winschoten, daarna te Assen, en kort vóór 19 mei 1944 in Haarlem doodgeschoten.
Luitjen Boelo Humbert, roepnaam Luit, zoon van Hugo Humbert en Wubbina Lucretia ten Have, geboren Nieuw-Beerta 29 april 1900, overleden ..., landbouwer te Nieuw-Beerta, heeft af en toe onderduikers in huis (Crebas 54, 59, D. Leemhuis), kabelwacht, huiszoeking door Duitsers (T. Smit), diaken (Ader-Appels 122, De Lange: Luit Humbert) gehuwd Groningen 17 december 1928 met Dievertine Wubbine Botjes, geboren Hamdijk.
Kinderen:
1. Hugo Humbert, geboren Nieuw-Beerta 19 maart 1931, gehuwd Bellingwolde 15 september 1959 met Wia Jantje Gastman, geboren Bellingwolde.
2. Fekko Lucas Humbert, geboren Beerta 30 mei 1934, gehuwd 26 september1959 met Annemarie M. Wesseling, geboren Vlagtwedde.
Eltjo van Iddekinge, zoon van Heiko Jan van Iddekinge (winkelier) en Emka Pot, geboren Nieuwolda 21 oktober 1885, overleden Groningen 7 februari 1964, schoolmeester te Nieuw-Beerta, van 1911 tot 1919 hoofd der Kroonpolderschool te Drieborg en daarna te Beerta-West, gehuwd Beerta 30 april 1912 met Grietje Pothuis, geboren Beerta.
Kinderen:
1. Geziena Emka van Iddekinge, geboren Drieborg 19 september 1913, overleden aldaar ?
2. Geziena Emka van Iddekinge, geboren Drieborg 8 juli 1915.
3. Geziena Emka van Iddekinge, geboren Drieborg 30 mei 1917, overleden Dalfsen 23 maart 1997, gehuwd met Johan Engelbert van der Pot.
[F.J. Zwaving 8 november 1982: 2 dochters wonen nog in Dalfsen; een is gehuwd met een Stekete].
[juffr. E.G. ten Have 28.11.1984: twee dochters wonen te Delden, de een is gehuwd met Stekethee, de ander mat Van der Pot].
Hendrik Emmo Jager, roepnaam Bles, zoon van Engbert Jager en Engellina Westinga, geboren Harkstede 13 augustus 1892, overleden Assen 23 juni 1985, begraven Nieuw-Beerta, woont later te Tynaarlo, van 1933 tot 1963 samen met zijn moeder en twee jongere broers Emmo en Harmannus pachters van de Ebels boerderij Moria-heerd te Nieuw-Beerta; gedurende de tweede wereldoorlog brengen de broers vier, zes of tien? Joodse onderduikers ondergebracht (Ader-Appels 122, 151; Wissing: Jager) in het aangebouwde huis tegen de schuur van hun boerderij en op de boven zolder, waarvan zes tot de familie Watermann uit Nieuweschans behoren (BBB 500) en vier uit Rotterdam komen; later heeft Hendrik daarvoor een Joodse en een Amerikaanse onderscheiding ontvangen (mededeling van een familielid), in 1945 lid BS.
Sibrandus Jager, roepnaam Sieb, zoon van Lambertus Jager (winkelier) en Aagtje Diephuis, geboren Leermens 16 april 1891, overleden Winschoten 9 januari, gecremeerd aldaar 13 januari 1986, caféhouder te Nieuw-Beerta, haalt tijdens de landarbeidersstaking in 1929 onderkruipers uit Duitsland op, in 1940 vermeld als bureauhouder crisisorganisatie, in 1943 vermeld als distributieambtenaar, is volgens Hein Leemhuis een van de deelnemers aan de huiszoeking van zijn boerderij, mogelijk vermeld in NBI dossier 4047 van R.K. Bouman, I gehuwd met en gescheiden van Everdina Jansen, geboren Arnhem, in 1943 caféhoudster, overleden Winschoten 24 februari 1944, maar wonende te Nieuw-Beerta; II gehuwd Beerta 30 april 1941 met Christine Jannette Pront, geboren Bunderhee.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
- Anna Maria Antonia Jager, geboren Renkum 1913, gehuwd Beerta 12 januari 1938 met Levert Zweep, politieagent.
- Everdina Jager, geboren Renkum 1915/16, gehuwd Beerta 19 mei 1943 met Gerrit de Jong, ambtenaar bij het rijkskolenbureau.
- Aagtje Jager, geboren Renkum 1917, gehuwd Beerta 11 december 1940 met Johan Roelof Boonstra, constructiewerker.
-. Sibrandus Jager, geboren Renkum 1923, overleden Beerta 6 december 1951, toen hoofdonderwijzer, gehuwd met Jantje Harms.
- vermoedelijk is er ook een zoon Lambertus geweest, roepnaam Bertus, en mogelijk is dit degene die tijdens WO II Duitsgezind is, en meedoet aan de huiszoeking bij Hein Leemhuis, geen NBI dossier, gehuwd ?
Albert Jansen, zoon van Albert Jansen (dagloner) en Diepke de Boer, geboren Heveskes 31 maart 1893, overleden Bergen Belsen 9 februari 1945, OG-stationschef te Winschoten, anti-Duits, opgepakt (Ebbens, Potjewijd 40, Strating2 184, Walters2 32), gehuwd Termunten 20 oktober 1922 met Aagtje Schoonbeek, geboren Termunterzijl.
Kind/Kinderen:
1. Albertus Jansen.
?
Jan Jansz, districts-propagandaleider van de NSB te Winschoten (Potjewijd 62).
Boelo Luitjen Joling, zoon van Frederikus Joling en Beke Poppens, geboren Stadspolder 1 juli 1914, overleden Winschoten 20 april 1988, landbouwer op de meest westelijke boerderij in de Stadspolder, tijdens WO II Oranjegezind, kabelwacht, gehuwd Noordbroek 3 mei 1940 met Anje Hamster, geboren Noordbroek
Rotgert Rotgert Joling, zoon van Rotgert Reint Joling en Geertruida Wubbina Holtkamp, geboren Nieuw-Beerta 30 juli 1906, overleden Groningen 2 oktober 1990, landbouwer te Nieuw-Beerta, NSB-lid, landwacht, 'buurtboerenleider' van Nieuw-Beerta (Ebbens), actieve deelname aan huiszoekingen, in1944 of 1945 naar Duitsland gevlucht, bij terugkomst op 15 mei 1945 in Nieuweschans gearresteerd (Olinga1 107), NBI dossier 97484, gehuwd Midwolda 28 april 1931 met Aaltje Botjes, geboren Midwolda.
Kinderen:
1. Pieternella Geertruida Joling, geboren Nieuw-Beerta 27 januari 1932, in 2006 woonachtig in Rolde, gehuwd met Hendrik Jan Slim, landbouwer te Meeden, later makelaar.
2. Geertruida Essiene Ida Joling, geboren Nieuw-Beerta 11 februari 1934, gehuwd met Steffen Gerhardus van der Helm, eerst handelsvertegenwoordiger, later landbouwer te Hellum, anno 2006 woonachtig te Assen.
3. Alida Joling, geboren Nieuw-Beerta 14 september 1935, gehuwd Beerta 29 juni 1962 met Klaas Tonnis Kremer, landbouwer te Ganzedijk.
Wim Kamperman, een van de beide Rotterdammers die tijdelijk onderdak vinden bij Doeko Leemhuis (D. Leemhuis), mogelijk is hij afkomstig uit de school in Drieborg (Olinga1 73, Olinga2 49), en mogelijk behoort hij bij een groep uit Rotterdam, waarvan ook enkelen in boerderij Dallinga bij Oudezijl hebben gezeten (Bruins)
Pieter Jacob Kistemaker, roepnaam Piet (Crebas 68), zoon van Klaas Kistemaker en Geertje Kooyman, geboren Winkel (Noord-Holland) 26 juni 1918, overleden -, van 19.. tot 1945 bedrijfsleider op de Jacob Sijpkens heerd, felle NSB'er, chef van de NSB in Nieuw-Beerta en de polders, planner van de nachtelijke patrouilles, ook veel contact met landwachters uit Bellingwolde (D. Leemhuis), vermeld in NBI dossier van T. Broekema nr. 4105, gehuwd Winkel 26 juni 1942 met Catharina Langereis, van Winkel.
J.S. van der K., leraar in Winschoten, Duitsgezind (Strating2 125).
Mogelijk: Johannes Simon van der Klei, zoon van Hendricus van der Klei (tramconducteur) en Elizabeth Maria Tebbens, geboren Wehe 19 augustus 1908, voorkomende in het bevolkingsregister van Berkhout, later te Avenhorn
Theodorus Pieter Elbertus de Klerck, zoon van Pieter Adriaan de Klerck (rijksontvanger) en Elberta Anna Maria Antonia van Aken, geboren Avereest 7 juli 1901, overleden ..., scheikundig ingenieur, leraar te Winschoten, volgens Starke tijdens WO II Duitsgezind, vermoedelijk NBI dossier 101991, genealoog, samen met O.C. Mellema samensteller van de boerderijenboeken Boerderijen en hun bewoners en Bellingwolde vroeger en nu en van Stamboom Onnes Boelema II, gehuwd Apeldoorn 14 september 1925 met Catharina Maria Johanna Elisabeth ten Sijthoff, geboren Amsterdam.
George M. Klomp, een van de negen Rotterdammer agenten die zich op 17 april 1945 bij Hommes in Winschoten aanmelden om voor bij de BS te dienen. Zij zijn een aantal dagen na de bevrijding werkzaam geweest in Winschoten onder de naam Vliegende Brigade (Walters2 22., 229, 234-235). Hommes stelt Klomp aan als commandant van de groep. De andere agenten zijn: J. Stuy, J.J. van Leersum, H. van Gent, C. Moerland, P. Lindhout, C. Vlietstra, J. Huber en P. Wiegel (Walters2 235).
Herman Kloppenburg, geboren Winschoten, in 1945 kandidaat-notaris te Finsterwolde, lid BS in Beerta of Finsterwolde, na de bevrijding lid van de POD (Walters2 233), in 1984 wonende in Maarwold te Haren.
Jan Kool, zoon van Berend Kool (schipper) en Fenna Garrelts, geboren Oudezijl 30 juni 1878, overleden ..., sluisknecht te Nieuwe Statenzijl, kan het goed vinden met de Duitse militairen die op de woonboot tegenover zijn huis wonen (de Boer), gehuwd Beerta 14 mei 1910 met Eppien de Vries, geboren Nieuw-Beerta.
Kinderen:
1. Berend Kool, geboren Nieuwe Statenzijl 9 september 1911, overleden Nieuweschans 13 oktober 1968, opzichter-tekenaar, gehuwd Beerta 7 oktober 1939 met Hilje Weerts, geboren Beerta.
2. Marten Kool, geboren Nieuwe Statenzijl 31 maart 1918, kantonnier bij de Rijkswaterstaat, gehuwd Nieuweschans 22 mei 1945 met Jantje Boonstra, van Nieuweschans.
3. Albert Hinderikus Kool, geboren ...1921?, overleden Neuenkirchen 6 mei 1944.
Lucas Klaas Kremer, zoon van Klaas Tonnis Kremer en Geessine Anje Jantina Mensinga, geboren Ganzedijk 6 december 1908, overleden ..., landbouwer te Ganzedijk, tijdens WO II mogelijk Duitsgezind, geen NBI dossier, gehuwd Nieuwolda 3 juni 1932 met Froukje Jacobina Jantina Groeneveld, geboren Finsterwolderpolder in de gemeente Nieuwolda.
Sebastiaan Mattheus Krone, zoon van Sebastiaan Mattheus Krone (kleermaker) en Johanna Harmanna de Vries, geboren Winschoten 25 oktober 1895, overleden aldaar 17 september 1956, kleermaker, wonende Torenstraat 37, respectievelijk commandant en plaatsvervangend commandant van het verzet in Winschoten (Walters2 225), gehuwd met Minke Jacoba Rijkers.
Gerrit Niklaas Krook, zoon van Laurens Johannes Krook en Fresina Helena Groeneveld, geboren Sneek 17 januari 1896, vermoord Leusden 28 november 1942, tandarts te Winschoten (Ader-Appels 161, Crebas 58), doopsgezind (Potjewijd 75), omgekomen in een concentratiekamp omdat hij door een jood is verraden (H.R. Leemhuis).
Geert Kwant, zoon van Wijcher Kwant (arbeider) en Geessien Bakker, geboren Blijham 15 april 1893, overleden ..., tijdens de tweede wereldoorlog wonende Hoofdweg 53 in Wedde, notarisklerk bij Schuring te Wedderveer, tot mei 1944 leider van het verzet te Wedde, opgepakt 18 mei 1944, vrijgelaten, en daarna ondergedoken, BS commandant in de gemeente Wedde (Walters2 215, 217), krijgt na de oorlog een verzetsoorkonde, gehuwd Wedde 31 maart 1921 met Fenna ten Broeke, geboren Sleen.
Kinderen:
- Fenna.
- Rika Kwant, gehuwd met ...Loning.
Eppo de Lange, zoon van Alderd de Lange (dagloner) en Evertje Groenewold, geboren Uitwierde 1 juli 1893, overleden ..., adjudant van de marechaussee te Winschoten (Walters2 223-224), is fel anti-Duits (Ebbens), verzetsman (Strating2 118), gehuwd Delfzijl 5.3.1926 met Harmke de Haan, geboren Farmsum.
Doeko Leemhuis, zoon van Hindrik Robert Leemhuis en Talje Dijkstra, geboren Nieuw-Beerta 29 mei 1909, overleden aldaar 28 december 1999, landbouwer te Nieuw-Beerta, Oranjegezind, kabelwacht, lid BS, gehuwd Groningen 16 december 1932 met Heerina Talje Oosterhuis, geboren Beerta.
Kinderen:
1. Hendrik Robert Leemhuis, geboren Nieuw-Beerta 31 augustus 1940, landbouwer eerst te Nieuw-Beerta, in 19.. geëmigreerd naar Canada, in 20.. teruggekeerd, sindsdien wonende te Winschoten, gehuwd Groningen 2 april 1965 met Ina Louisa Zeilinga, geboren Leeuwarden.
2. Marianne Leemhuis, in 1999 wonende te Veldhoven, gehuwd? met Bernard ...
Everhardus Hendrik Leemhuis, zoon van Hindrik Leemhuis en Elizabeth Evers, geboren Nieuw-Beerta 4 november 1889, overleden Winschoten (z) 20 december 1972, landbouwer te Nieuw-Beerta, gehuwd Beerta 9 november 1914 met Johanna Henderika Zijlker, geboren Nieuw-Beerta 24 maart 1889, overleden Groningen (z) 19.6.1964.
Kinderen:
1. Hendrik, volgt beneden.
2. Frederik Jacob Leemhuis, geboren Nieuw-Beerta 8 april 1917, overleden ..., landbouwer te Nieuw-Beerta, Oranjegezind, kabelwacht, lid BS, gehuwd Wieringermeer 2 februari 1950 met Jantje Heikelina Geertruida Starke, geboren Midwolda.
Hendrik Robert Leemhuis, roepnaam Hein, zoon van Hindrik Robert Leemhuis en Talje Dijkstra, geboren Nieuw-Beerta 2 oktober 1905, overleden ..., landbouwer, Oranjegezind, kabelwacht, vangt mevr. Ader-Appels op wanneer ze uit de pastorie wordt gezet en haar huis wordt leeggehaald, gehuwd Kantens 27 januari 1930 met Geertje Aleida Doornbos Clevering, geboren Rottum.
Kinderen:
1. Robert ... Leemhuis, gehuwd met ...
2. Jan Hendrik Leemhuis, geboren Nieuw-Beerta 31 juli 1935, landbouwer aldaar, gehuwd Bedum 12 juli 1959 met Gijsbertha Margaretha Bakker, geboren Onderwierum.
Hendrik Robert Leemhuis, roepnaam Henk, zoon van Everhardus Hendrik Leemhuis en Johanna Henderika Zijlker, geboren Nieuw-Beerta 14 september 1915, overleden ....8 mei 2011, landbouwer te Nieuw-Beerta, Oranjegezind, kabelwacht, gehuwd Beerta 9 mei 1941 met Naantje Anna Tijdens, geboren Nieuweschans.
Kinderen:
1. Gartje Johanna Leemhuis, geboren Nieuw-Beerta 24 april 1942, overleden 17 oktober 2015.
2. Johanna Henderika Frederika Leemhuis, geboren Nieuw-Beerta 13 april 1944.
3. Elizabeth Leemhuis, geboren Nieuw-Beerta 7 augustus 1946.
Van Leersum, een van de negen Rotterdammer agenten die tot de BS-leden van Winschoten zijn aangesteld (Walters2 231, 235).
Robert Wilhelm Lehnhoff, bijgenaamd de beul van Groningen, zoon van .... Lehnhoff en Therese Reitemeyer, geboren Mehle ten zuiden van Hannover 11 augustus 1906, geëxecuteerd [-] 24 juli 1950, begraven RK begraafplaats aan de Hereweg in Groningen, eerst Wachtmeister te Witten aan de Ruhr, in november 1936 rechercheur bij de Kriminalpolizei te Berlin, op 15 december 1937 lid geworden van de NSDAP, in juli 1939 naar de Gestapo te Düsseldorf, van mei 1940 tot eind 1941 als Kriminaloberassistent werkzaam in Amsterdam, daarna tot SS Hauptscharführer in het Scholtenhuis, in april met andere SS-ers gevlucht naar Schiermonnikoog, gehuwd 18 oktober 1933 met Wilhelmine Luise Kohlstadt, roepnaam Liesel, wiens moeder van Joodse afkomst is (Brinks2; ..).
P. Lindhout, een van de negen Rotterdammer agenten die tot de BS-leden van Winschoten zijn aangesteld (Walters2 231-232, 235).
Johannes Linthorst Homan, zoon van Jan Tijmens Linthorst Homan en Jeannette Madelaine Staal, geboren Assen 17 februari 1903, overleden Rome 6 november 1986, begraven Havelte, van 1926 tot 1932 advocaat, burgemeester van Vledder en lid van de Provinciale Staten van Drenthe, van 1 juni 1937 tot 31 juli 1940 commissaris der Koningin in de provincie Groningen, van 1 augustus 1940 tot 9 augustus 1941 Commissaris der Provincie, opgevolgd door Edzo Ebels, vast gezeten in de kampen Haaren en Sint-Michelsgestel, na de oorlog tot 1971 actief in de Europese politiek, I gehuwd 24 oktober 1928 met Elisabeth Storm van 's-Gravesande, II gehuwd 26 augustus 1952 met Maria Vittoria Senni.
Wientje Loerts, zoon van Baije Loerts (arbeider) en Jantje Ansmink, geboren Oudedijk 1 september 1888, overleden Kampen 7 december 1947, begraven Nieuw-Beerta, bedrijfsleider op de boerderij van Ebel Hero Ebels in de Kroonpolder, Oranjegezind, gehuwd Beerta 18 mei 1918 met Grietje Kramer, geboren Beerta.
Kind/kinderen:
1. Baije Loerts, geboren Drieborg (= Kroonpolder) 18 januari 1920, mogelijk overleden 16 april 2021, Oranjegezind, lid BS.
2. zoon.
?
Jacobus Los, zoon van Frans Johannes Los en Geessien Roemeling, geboren Sijbekaspel 14 december 1913, overleden Zuidlaren? ..., landbouwer op de boerderij Hardenberg te Nieuw-Beerta, later rentenier te Zuidlaren, Oranjegezind, heeft begin 1944 de onderduiker Tjark Torringa in huis die gehuwd is in Beerta 1 april 1939 met Talje Essiena Huisman, geboren Nieuw-Beerta.
Kinderen:
1. Elizabeth Margaretha Los, geboren 14 juni 1941, gehuwd met Peter Broadhurst, in 1968 wonende te Hartford in de U.K.
2. Gesiena Los, geboren 16 maart 1943.
3. Maaike Essiena Los, gehuwd met ..., anno 2021 wonende te Alphen aan den Rijn.
Rosken Luchtenberg, zoon van Engel Luchtenberg (timmerman) en Elziena Dalman, geboren Bellingwolde 28 december 1897, overleden ..., NSB'er (Olinga1 215), vermoedelijk NBI dossier 121006, in 1921 kantoorbediende, in 1941 postkantoorhouder te Bellingwolde, gehuwd Slochteren 30 september 1921 met en gescheiden aldaar 15 juli 1941 van Tetje Moet, geboren Slochteren.
G. Lüchtenborg, woont in 1940 aan de voet van de Schanskerdijk nabij de boerderij van Oljo ten Have, in 1984 aan de Molenlaan te Nieuw-Beerta; heeft enige tijd de onderduiker Cates in huis.
Jan de Maar, NSB-oppervaandrig te Winschoten, een van de deelnemers bij de huiszoeking om half drie 's-nachts in boerderij Ebbens-Mensinga op 3 mei 1944; PE59 167, NBI dossier 124292.
Vermoedelijk: Johannes de Maar, zoon van Menso de Maar (in 1906 meubelstoffeerder, in 1938 reclasseringsambtenaar) en Trientje Vos, geboren Groningen 19 juni 1903, overleden ..., stoffeerder, gehuwd Winschoten 4 augustus 1928 met Engeltje Tekens, geboren Winschoten.
Stanislaw Wladyslaw Maczek, geboren Szczerzec, Oekraïne 31 maart 1892, overleden Edinburgh 11 december 1994, begraven op het Pools militair ereveld bij Breda, Pools kolonel van het bataljon Strzelcow Podhalanskich, bracht in 19.. zijn memoires uit onder de titel Od podwody do czolga (van paard en wagen tot tank). Verkrijgt de Nederlandse onderscheiding Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden. Op zijn honderdste verjaardag onderscheiden met de hoogste Poolse onderscheiding, de Orde van de Witte Adelaar (Wikipedia; Beishuizen 61, Strating1 151, Wees 61-63).
Foto links: Leendert en Evert 't Mannetje in hun jonge jaren. Foto: HH.
Leendert 't Mannetje, zoon van Adrianus 't Mannetje en Maartje Maria Beijer, geboren Zuidland 31.5.1933, overleden Ede 18.2.2008 als emeritus hoogleraar graslandkunde, voorheen verbonden aan de landbouwuniversiteit Wageningen, ergens in Duitsland begin 1945 gescheiden van zijn moeder en jonger broertje en zusje (Olinga1 81), gehuwd met ...
Kinderen (Olinga1 233):
1. Carol 't Mannetje, gehuwd met Olerud, in 2018 wonende te Nieuwegein (Olinga1 4, 6).
2. dochter.
3. dochter.
Foto links: Maartje Maria 't Mannetje-Beijer. Foto: HH.
Bruno Markwardt, een van de wachtcommandanten bij het zoeklicht in de Binnenlanden (Scheltens); het zoeklicht met de bijbehorende barakken is op 16 april, kort voor de komst van de eerste Poolse tanks door de Duitsers vernietigd (Olinga1 71); volgens Scheltens is Markwardt toen met drie andere militairen en met medeneming van een zender naar boerderij Ebels getrokken alwaar zij binnen een dag een waarnemingspost hebben ingericht (Olinga1 ); op 17 april na de beschieting van de Poolse tank in de Kroonpolder zijn zij via de Stadspolder en Nieuwe Statenzijl naar Duitsland gevlucht (Scheltens).
Teofil Andrzej Matkowski, geboren 20 juni 1922, overleden 20 april 1945, begraven te Nieuw Beerta (oorlogsgravenstichting.nl).
D. Medendorp, NSB'er, heeft een hotel te Winschoten (Potjewijd 62, Strating2 245), NBI dossier 128065, tevens in het dossier van K. Bijholt, nr. 3395.
Mogelijk: Douke Medendorp, zoon van Johannes Alberts Medendorp (dagloner, in 1881 schipper) en Janna Derks Vos, geboren Usquert 16 april 1854, overleden ..., gehuwd met Hinderika van Dijken.
Kinderen:
- o.a. Johanna Medendorp, geboren Groningen 25 november 1882, overleden Winschoten 25 juli 1921, gehuwd Groningen 29 januari 1905 met Frederik Buscher, houtzager.
J. W. Meems, ...(Potjewijd 62), opperluitenant te Winschoten (Walters2 375), [PE 54 5384], en vermeld in NBI dossier 4006.
Derk Jans Mellema, zoon van Derk Engelhardus Mellema en Aaltje Albertina Dijkema, geboren Reiderwolderpolder 1 maart 1909, overleden..., landbouwer in de Reiderwolderpolder, tevens paardenhouder met rijonderwijs, Oranjegezind, lid OD, ondercommandant BS voor het noordelijk deel van het Oldambt, gehuwd Zuidbroek 22 mei 1934 met IJktje Geziena Engels, geboren Zuidbroek.
Kind uit dit huwelijk:
1. Riekje Mellema, geboren Finsterwolderpolder 14 maart 1935, gehuwd Finsterwolde 17 september 1959 met Harm Oldenziel, landbouwer in de Reiderwolderpolder.
Geert Simon Mellema, zoon van Geert Mellema (arbeider) en Zwaantje Hartman, geboren Finsterwolde 12 juli 1907, overleden ..., huisschilder, NSB'er, landwachter, krijgt op 24 februari 1945 inkwartiering van Arendje Blaak (Olinga1 79), op 16 april 1945 gearresteerd (Olinga1 80), NBI dossiers 125331 en 128999, gehuwd Beerta 2 februari 1935 met Antje Henderika Holtkamp, van Nieuw-Beerta, dochter van boderijder Tonnis Holtkamp.
Kinderen?
Een naamgenoot: geboren Scheemda 24 januari 1929, overleden aldaar 20 november 2017, gehuwd met Aly Zweep
Mogelijk familielid woont: Wirdumerweg 37, 9917 PB Wirdum.
Jurjen Tammo Mellema, zoon van Tammo Jurjen Mellema en Albertine Frouwine Struif, geboren Beersterhoogen 29 april 1911, overleden ..., landbouwer, lid BS, gehuwd Beerta 20 mei 1936 met Woldina Alida Tonkes, geboren Nieuw-Beerta.
Kinderen:
1. ?
Onno Christiaan Mellema, zoon van Tammo Jurjen Mellema en Albertine Frouwine Struif, geboren Beersterhoogen 17 januari 1902, overleden ... , landbouwer op de meest oostelijke boerderij te Beersterhoogen, naast het Buiskooldiep, bij de bevrijding hoofd van de BS in de gemeente Beerta, medesamensteller van de boerderijenboeken "Boerderijen en hun bewoners" en "Bellingwolde vroeger en nu", gehuwd Slochteren 27 mei 1926 met Adriaantje Aaltje Hagenouw, geboren Slochteren.
Kinderen:
1. Tammo Jurjen Mellema, geboren Beersterhoogen 14 augustus 1929, landbouwer te Nieuw-Beerta, anno 2020 wonende te Winschoten (Olinga2 67), gehuwd Assen 12 juli 1957 met Helena Sordina Wiegman, geboren Oude Pekela.
2. Jakob Mellema, geboren Beersterhoogen 8 oktober 1932, landbouwer te Beersterhoogen, gehuwd Hoogezand-Sappemeer 11 april 1958 met Martje Dekker, geboren Sappemeer.
Frouwina Anna Mensinga, dochter van Durandus Kornelius Mensinga en Wupkea Jacoba Kloosterboer, geboren Goldhoorn in Oostwold 22 juli 1895, overleden Winschoten 1975, landbouwster te Nieuw-Beerta, Oranjegezind, neemt joodse onderduikers van mevr. Ader op, samen met haar dochter Kea op 26 juni 1944 opgepakt, verhoord en vijf weken gevangen gezeten in het Huis van Bewaring te Groningen, gehuwd Midwolda 5 mei 1919 met Frederik Jan Ebbens, landbouwer te Nieuw-Beerta, overleden 1928.
Kinderen:
1. Fekko Jans Ebbens, geboren Nieuw-Beerta 30 juni 1920, overleden aldaar 9 november 1998, van 1947 tot 1966 landbouwer op de ouderlijke boerderij in Nieuw-Beerta, daarna projectontwikkelaar, kabelwacht, in 1944 smokkelaar van bonkaarten voor onderduikers, twee maal opgepakt, de eerste maal bij een huiszoeking, na de tweede maal gevangen gezeten achtereenvolgens te Groningen, Leusden bij Amersfoort en in de Buiten Sociëteit bij Zwolle, vrijgekomen na bemiddeling door Jan Tijdens, gehuwd Winschoten 11 juni 1954 met Geertruida Harmina Hartman, geboren aan het Oosteinde in Blijham.
2. Durandus Kornelius Ebbens, roepnaam Du, geboren Nieuw-Beerta 2 augustus 1921, overleden Vancouver, General Hospital 14 januari 2010, tijdens en na WO II student aan de Landbouwhogeschool te Wageningen, in 1943? ondergedoken, eerst op de ouderlijke boerderij in Nieuw-Beerta, daags na de huiszoeking verhuisd naar Hemmo Starke, in het witte renteniershuis tegenover boerderij Starke, en uiteindelijk bij Volders in Ter Wupping, lid BS, in 1949 geëmigreerd naar Canada, gehuwd Beerta 18 februari 1949 met Anje Henderika Schipper, geboren Schildwolde.
3. Wupkea Jacoba Ebbens, roepnaam Ke of Kea, geboren Nieuw-Beerta 31 maart 1924, overleden Gouda, Groene Hart Ziekenhuis 2 december 2011, op 26 juni 1944 opgepakt en vijf weken gevangen gezeten te Groningen, na de bevrijding nogmaals kort opgepakt wegens mogelijke betrokkenheid bij het verraad door haar vriendin Gepkelientje Folgerts, gehuwd Beerta 12 juni 1953 met Cornelis Kruyt, geboren Leerdam.
Meyer, politiechef te Finsterwolde (Olinga1 64, 67), NSB'er.
Arie Pieter Minderhoud, zoon van Jan Minderhoud (landbouwer) en Sentina Polderdijk, geboren Wilhelminadorp in de gemeente Kattendijke 3 maart 1902, overleden Wageningen 1980, heeft diverse functies bekleedt bij de Groninger Maatschappij van Landbouw, van 19.. tot 19.. voedselcommissaris in de provincie Groningen, goed bevriend met Edzo Ebels, benoemt na de bevrijding Johannes Crebas tot bedrijfsleider op de proefboerderij Jacob Sijpkensheerd (Crebas 68), 1946 hoofdinspecteur bij de directie van de Wieringermeer, per 1 januari 1948 hoofd van de sociaaleconomische afdeling, 1955 landdrost van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, van 1964 tot 1969 voorzitter van de Zuiderzeeraad.
Derk Molenkamp, zoon van Pieter Molenkamp (1874 arbeider, 1907 akkerbouwer) en Susanna Schaub, geboren Midwolda 12 maart 1874, overleden Oude Statenzijl 17 december 1959, in 1897 dagloner, in 1933 vermeld als veehouder, bewoner van het boerderijtje te Oude Statenzijl dat bij de bevrijding ernstig wordt beschadigd, wederopbouwdossier BWBA0624, gehuwd Midwolda 24 september 1897 met Antje Helmers, geboren Midwolda.
Kinderen:
1. Pieter Molenkamp, geboren Midwolda 3 april 1898, overleden Oude Statenzijl 18 mei 1961, in 1924 arbeider, in overlijdensakte vermeld als landbouwer, gehuwd Midwolda 6 juni 1924 met Teupke Mulder, geboren Oostwold.
2. Geessien Molenkamp, geboren Midwolda 16 december 1899, gehuwd Midwolda 16 juni 1922 met Jakob Veld, arbeider.
3. Hindrik Molenkamp, geboren Midwolda 30 september 1904, visser, gehuwd Nieuweschans 27 mei 1933 met Melchertiena Jansen, geboren Emden.
4. Sanno Molenkamp, geboren Midwolda 17 december 1909.
Arend Geert Mulder, zoon van Geert Mulder (smid) en Geeske Fröling, geboren Drieborg 11 april 1894, overleden ..., lid BS, op [16?] april 1945 samen met Ten Have, Stijkel en anderen bij café Bos gesignaleerd (...), gehuwd Bellingwolde 26 september 1925 met Grietje Schortinghuis, van Bellingwolde.
Everhardus Willem Muntinga, zoon van Engel Muntinga en Asseliena Evers, geboren Beersterhoogen 3 februari 1908, overleden ..., landbouwer te Beersterhoogen, lid BS, gehuwd Noordbroek 14 juni 1934 met IJktje Gezina Struif Bontkes, geboren Noordbroek.
Kinderen:
1. Engel Onno Jan Muntinga, geboren Beersterhoogen 11 juni 1936, veehouder te Beersterhoogen, gehuwd Heerenveen 22 juli 1965 met Hiltje Siebenga, geboren Mildam.
2. Onno Jan Muntinga, geboren Beersterhoogen 15 augustus 1938.
3. Everhardus Muntinga, geboren Beersterhoogen 24 april 1946, overleden 's Gravenpolder 8 november 1982, werkzaam bij de Heidemaatschappij, gehuwd Zuidlaren 20 oktober 19.. met Kundina Roelfina Jantje Heres.
Jan Haijo Nannenga, zoon van Everhard Nannenga en Geessina Meijer, geboren Scheemda 30 januari 1881, overleden Nieuw-Beerta 9 oktober 1942, landbouwer te Nieuw-Beerta, van 1923 tot 1940 burgemeester van de gemeente Beerta, Oranjegezind, ridder in de Orde van Oranje Nassau, gehuwd Beerta 3 mei 1904 met Geertje Geessiena Ebels, geboren Kroonpolder 13 maart 1883, overleden Haren 28 januari 1951, begraven Nieuw-Beerta 1 februari 1951, vele jaren voorzitter van de afdeling Nieuw-Beerta van de Plattelandsvrouwen, als burgemeestersvrouw was zij ook betrokken bij de stichting Winterhulp, een met de bezetter gelieerde organisatie.
Uit dit huwelijk twee kinderen:
1. Essiene Nannenga, geboren Nieuw-Beerta 2 februari 1905, overleden ...1992, gehuwd Beerta 15 augustus 1930 met Willem Nieuwenkamp, in 1930 assistent mineralogie, later hoogleraar in de mineralogie en kristallografie; drie kinderen.
2. Everhard Tonko Nannenga, geboren Nieuw-Beerta 2 januari 1907, overleden ..., bioloog bij het Instituut tot veredeling van tuinbouwgewassen te Wageningen, is tijdens de bevrijding met zijn vrouw in Nieuw-Beerta, nadat hij van de dood van het gezin Ebels door Doeko Dijkstra op de hoogte is gesteld wil hij samen met Doeko naar de afgebrande boerderij in de Kroonpolder, maar zij worden tegengehouden bij een BS post nabij boerderij Poppens; Everhard heeft nog getracht informatie in te winnen bij het gemeentehuis in Beerta, maar daar weet men van niets (Olinga2 13); gehuwd Bilthoven 19 mei 1943 met Neeltje Elisabeth Bremekamp, roepnaam Elly, geboren Soerabaja
Etsko Nap, zoon van Willem Nap en Hillechien Kruize, geboren Ekamp 7 april 1897, overleden Leusden 21 november 1942, communist, fabrieksarbeider, behoort tot de groep in Beerta die in 1942 de telefoonkabel langs de spoorbaan Nieuweschans-Winschoten doorsnijdt (F. Stek), op 30 juni 1942 gearresteerd, de volgende dag naar Leusden getransporteerd, aldaar ter dood gebracht (Olinga 67), gehuwd Beerta 16 november 1921 met Hinderktje Vegt, geboren Beerta.
Kind uit dit huwelijk:
1. Engel Willem Nap, geboren Beerta 1924, landarbeider, gehuwd Beerta 1 april 1944 met Aaltje Elizabeth Lamfers, geboren Beerta.
Etsko's jongere broer Engel Etsko Nap is in concentratiekamp Buchenwald omgekomen op 23 juni 1942.
Frerich Müntinga, zoon van Engelbert Jan Müntinga en Ida van Lessen, geboren Bunde 28 april 1858, overleden Nieuw-Beerta 4 maart 1947, ongehuwd, vermoedelijk pro-Duits, maar zonder gevolgen, [WN 765], vermeld in NBI dossier van J. Cohn, nr. 3252.
Engel Nieuwbeerta, zoon van Hinderikus Nieuwbeerta (arbeider) en Jantje Mulder, geboren Beerta 16 maart 1882, overleden gemeente Stadskanaal 2 juli 1969, postbode, Oranjegezind, heeft volgens Hein Leemhuis onderduikers in huis gehad, gehuwd Beerta 23 mei 1908 met Hinderika Dijkhuis, geboren Bellingwolde.
Kind uit dit huwelijk:
1. Angina Nieuwbeerta, geboren Ter Apel 7 april 1913.
Harm Nieuwbeerta, zoon van Siebo Nieuwbeerta en Elske Poppen, geboren Oudedijk 17 december 1879, overleden Finsterwolderhamrik 27 juni 1960, in 1903 voerman, in 1904 arbeider, in 1914 landbouwer, in 1916 weer vermeld als voerman, NBI dossier?, gehuwd Beerta 16 mei 1903 met Anje Knottnerus, geboren Lesterhuis.
Kinderen:
1. Sibo Nieuwbeerta, geboren Finsterwolderhamrik 20 augustus 1903, overleden aldaar 19 augustus 1904.
2. Elsiena Tjaddewina Nieuwbeerta, geboren Finsterwolderhamrik 17 december 1904, overleden aldaar 30 januari 1905.
3. Sibo Nieuwbeerta, geboren Finsterwolderhamrik 29 oktober 1914, NSB'er.
4. Tjaddo Nieuwbeerta, geboren Finsterwolderhamrik 15 januari 1916, NSB'er.
Hendrik Nieuwbeerta, zoon van Siebo Nieuwbeerta en Elske Poppen, geboren Oudedijk 5 mei 1882, overleden Winschoten 17 mei 1945, in 1903 dagloner, vanaf 1905 smid te Kostverloren in de gemeente Finsterwolde, NSB'er, NBI dossier vermoedelijk 13847, gehuwd Finsterwolde 6 februari 1903 met Zwaantje Esseliena Hartman, geboren Finsterwolde.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Antje Nieuwbeerta, geboren Oudedijk 8 mei 1903, overleden, gehuwd Finsterwolde 15 oktober 1926 met Harmannes Alberts, vrachtrijder.
2. Siebo Nieuwbeerta, geboren Finsterwolde (= Kostverloren) 26 augustus 1905, overleden aldaar 13 november 1905.
3. Siebo Nieuwbeerta, geboren Finsterwolderhamrik (= Kostverloren) 15 augustus 1907, overleden aldaar 22 oktober 1908.
4. Siebo Nieuwbeerta, geboren Kostverloren 14 september 1909, overleden Borculo 10 januari 1998 (internet: Letty Hartman; genealogiehartman3), onderwijzer, gehuwd Wildervank 22 augustus 1940 met Jeichina Roelfina Sol, geboren Onstwedde.
5. Elsiena Pieternella Nieuwbeerta, geboren Kostverloren 7 juni 1913, NBI dossier 138245, PE 59 281, en vermeld in NBI dossier van R.K. Bouman, nr. 4047.
6. Harmke Nieuwbeerta, geboren Kostverloren 9 september 1914, overleden [aldaar] 7 februari 1970, NBI dossier?, gehuwd met Harm Stubbe.
7. Sebo Nieuwbeerta geboren Kostverloren 11 november 1916, overleden Ganzedijk (= Kostverloren) 24 decmber 1916.
8. Kasiena Nieuwbeerta, geboren Kostverloren 5 juni 1918, overleden ..., gehuwd Finsterwolde 4 november 1939 met Jacob Delger, landarbeider.
9. Sebiena Pietertje Nieuwbeerta, geboren Oudedijk (= Kostverloren) 16 november 1920, [PE 59281], NBI dossier 138248.
Elzo Luurt Noor, zoon van Derk Noor (arbeider) en Jantje Sweerdtman, geboren Ganzedijk 12 februari 1904, overleden ..., landarbeider, wonende in 1927 in de gemeente Beerta, vermoedelijk te Oudedijk, in 1930 in de gemeente Finsterwolde, in 1940 en 1944 te Nieuweschans, NSB'er, landwachter, verkocht NAZI literatuur (F. Stek), NBI dossier 132500, gehuwd Finsterwolde 18 maart 1927 met Grietje Nanninga, geboren Finsterwolde.
K. Noor, te Nieuweschans, NBI dossier 132450, [PE 59 402].
W. Noor, te Drieborg, NBI dossier 132451,
vermoedelijk: Wubbo Noor, zoon van Derk Noor (arbeider) en Jantje Sweerdtman, geboren Oudedijk in de gemeente Finsterwolde 17 juli 1892.
Henderik Noteboom, roepnaam Henk, geboren Wolphaartsdijk 21 november 1901, overleden Nieuw-Beerta 14 november 19.., opzichter van de stadsbezittingen in de polders, wonende te Nieuw-Beerta, blokhoofd in Nieuw-Beerta van de in 1939 opgerichte Luchtbeschermingsdienst (Noteboom 53), diaken (Noteboom 60), Oranjegezind, onderduikers (Noteboom 63), lid BS (Noteboom 80 en 82, Olinga mail), gehuwd Beerta 6 november 1928 met Imkea Hinderika van Delden, geboren Nieuw-Beerta.
Kinderen:
1. Adrianus Cornelis Johannis Noteboom, geboren Nieuw-Beerta 1 november 1929, huisarts, gehuwd Groningen 22 januari 1960 met Agnes Alida Klune.
2. Juko Harm Noteboom, geboren Nieuw-Beerta 4 oktober 1932, sinds 1961 als landbouwkundige werkzaam bij de stadslanderijen, op 1 december 1966 benoemd tot directeur, wonende te Finsterwolde, in 2013 wonende te Norg, gehuwd Wonseradeel 2 juni 1962 met Ina van der Meer, geboren Rotterdam.
3. Jan Pieter Sijmon Noteboom, geboren Nieuw-Beerta 16 augustus 1940, tandarts te Appingedam, gehuwd Winschoten 15 juli 1968 met Anje Jantina Zijlstra, analiste (BBB 513).
Pieter Nijdam, zoon van Johannes Nijdam en Klara Feenstra, geboren IJlst 27 januari 1895, overleden ..., politieagent in Beerta (Schuurman 41), wachtmeester, postcommandant der Koninklijke Marechaussee te Beerta, in april 1945 commandant van de arrestatieploeg van de NSB'ers (Olinga1 65), verzetsbetrokkene, gehuwd Beerta 25 november 1922 met Tjebbiena Maria Kuil, geboren Bellingwolde.
Egbert Geert Olthof, zoon van Lambertus Olthof (koffiehuishouder) en Niessina Bakker, geboren Groningen 21 februari 1886, overleden Winschoten 3 mei 1966, woonde te Winschoten, aan de Stationsweg (Walters2 468), verzekeringsagent en/of onderwijzer (Potjewijd 42-43), Oranjegezind (Strating2 178), opgepakt en gegijzeld (Walters2 111), gehuwd Winschoten 30 mei 1914 met Aleida Jantine Hoegen, geboren Scheemda, overleden 1945; II gehuwd met Harmanna Branbergen.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Lambertus Egbert Olthof, geboren Winschoten 12 april 1915, overleden aldaar 19 juli 1918.
2. Jan Willem Olthof, geboren Winschoten 12 april 1915.
3. Niessina Bartha Olthof, geboren Winschoten 15 januari 1917.
4. Lambertus Egbert Olthof, geboren Winschoten 30 juli 1918.
Willem Bronneger Onnekes, zoon van Albert Jan Onnekes en Jacoba Riegina van Kregten, geboren Mastenbroek in de gemeente Zwollerkerspel ca. 1877, overleden Winkel 18 december 1942, begraven Wedde, hoofdonderwijzer te Ursem, predikant te Paramaribo, van 1928 tot 19.. te Wedde, NSB-lid, sterke propagandist, kringleider, maar op 26 januari 1938 afstand gedaan van die functie en verlaat de NSB, I gehuwd 1904 met Aafje Kossen; II gehuwd Wedde 14 januari 1932 met Pieternella Anna Evers, geboren Finsterwolde.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Geertruida Cornelia Onnekes, geboren Ursem 1906, overleden ..., gehuwd Wedde 16 juni 1931 met Marchiel van Es, employé bij een petroleummaatschappij.
2. Jacoba Regina Onnekes, geboren Ursem 1911?
3. Willem Onnekes, geboren Den Helder 1911?
Cornelius Jan Onnes, zoon van geboren Reiderwolderpolder 18 augustus 1896, overleden ..., landbouwer in de Reiderwolderpolder, NBI dossier 137571, I gehuwd Termunten 17 november 1921 met Annechiena Andrea Starke, geboren Wagenborgen; II gehuwd Meeden 14 juni 1928 met Willemine Geertruide Berg, geboren Meeden, NSB'er.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Maria Frouwina Onnes, geboren Reiderwolderpolder 5 april 1922, overleden ..., gehuwd Finsterwolde 7 september 1945 met Jan Arent Bruggers, landbouwer te Mensingeweer.
Kind uit het tweede huwelijk:
2. Helenius Jan Onnes, geboren Reiderwolderpolder 5 augustus 1929, landbouwer aldaar, gehuwd Appingedam 3 juni 1954 met Alberta Hermanna Veldman, geboren Tjamsweer.
Helenius Jan Onnes, geboren Nieuw-Beerta 4 september 1861, overleden Finsterwolde 1 december 1935, landbouwer in de Reiderwolderpolder, gehuwd Beerta 16 mei 1889 met Grietje Johanna Post, geboren Beersterhoogen.
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Cornelia Onnes, geboren Reiderwolderpolder, gemeente Finsterwolde 18 februari 1890, overleden Finsterwolde. 22 augustus 1966, NSB'er, gehuwd Finsterwolde 10 juni 1914 met Douwe Jacob de Vries, graanhandelaar.
2. Heike Onnes, geboren Reiderwolderpolder 13 januari 1892, overleden Beerta 13 juni 1932, gehuwd Finsterwolde 14 mei 1913 met Reinder Herman Bouman, landbouwer te Nieuw-Scheemda, NSB'er.
3. Cornelius, bovengenoemd.
4. Jantje Onnes, geboren Reiderwolderpolder 17 augustus 1907, overleden ..., gehuwd Finsterwolde 26 oktober 1927 met Jakob Roelf Büchli, geboren Leens, landbouwer.
Martinus Oortman, zoon van Tiemen Oortman (hoofd der school) en Grietje Meenken, geboren Ganzedijk 14 november 1895, overleden Groningen 9 mei 1958, begraven Dieren 13 mei 1958, boekhouder van de stadsboerderijen (Noteboom 61) en bewoner van kantoorgebouw in de Reiderwolderpolder, NSB'er, buurtboerenleider van de Landstand en locoburgemeester van de gemeente Beerta (Noteboom 74), direct na de bevrijding uit zijn functie ontslagen (Klerck 483), [PE 5947], NBI dossier 137796 en vermeld bij S. Adam, dossier nr. 4044, gehuwd Appingedam 30 september 1920 met Lucretia Aallida Harmanna Zomerman, geboren Wagenborgen.
Kinderen:
1. Grietje Oortman, geboren Reiderwolderpolder 22 februari 1921, overleden Oud Beijerland 17 september 1987, onderwijzeres.
2. Froukje Oortman, geboren Reiderwolderpolder 15 juni 1922, overleden ..., wonende te Drieborg, NBI dossier 137806, gehuwd Purmerend 15 oktober 1949 met Jan de Wit.
3. Jantiene Engeline Oortman, geboren Reiderwolderpolder 16 november 1923, overleden Bergschenhoek 5 september 2013, gehuwd Bergschenhoek 3 september 1953 met Pieter Jan van Vliet.
4. Jacoba Oortman, geboren Reiderwolderpolder 2 maart 1925, gehuwd Bellingwolde 27 oktober 1947 met Jaje Leemhuis.
Jacobus Esso Oterdoom, zoon van Harm Oterdoom en Albertje Busscher, geboren Bellingwolde 17 september 1890, overleden Beerta 23 februari 1957, landbouwer, van 1913 tot 1923 te Nieuw-Beerta, daarna magazijnmeester te Winschoten, van augustus 1942 tot 1945 burgemeester van de gemeente Finsterwolde, kringleider van de NSB, [PE27 1741], vermeld bij J.H. Cazemier NBI dossier 3401, gehuwd Beerta 19 mei 1915 met Trijntje Anje Poppens, geboren Nieuw-Beerta.
Kinderen:
1. Harm Oterdoom, geboren Nieuw-Beerta 17 maart 1916, overleden 1990, politieagent en SS Unterscharführer, vocht aan het Oostfront, werkzaam in de groep10, administrateur in de concentratiekampen Vught en Ravensbrück, NBI dossier 140581 en vermeld bij J.H. Cazemier nr. 3401, gehuwd Vught 5 september 1944 met Josephina Johanna van Druenen, geboren 1917, overleden 1979, dochter van Wilhelmus Franciscus van Druenen en Francina Antonia van Uden.
2. Wicherdina Geertruida Oterdoom, geboren Nieuw-Beerta 29 april 1922, overleden Farmsum 30 april 1958, toen hulp in de huishouding.
H. Poederbach, vermoedelijk Heribertus Hermanus Poederbach, mogelijk zoon van Heribertus Hermanus Poederbach en Sjoukje van Eisden, mogelijk geboren Amsterdam 17 december 1909, leraar aan de H.B.S. te Winschoten, NSB'er, WA, NVD, en landwachter, tribunaal Winschoten 24 april 1946.
Poppo Tjapko Poppens, zoon van Freerk Poppens en Trijntje Renken, geboren Reiderwolderpolder 24 maart 1893, overleden ..., landbouwer te Finsterwolderhamrik, NSB'er, gehuwd Finsterwolde 8 juli 1927 met Wubbina Möhlenmann, geboren Statenzijl 29 mei 1907, overleden ..., dochter van Fokke Jans Möhlenmann (landbouwer, NSB'er) en Hilke Loden.
Kind/kinderen uit dit huwelijk:
1. Fokko Tjapko Poppo Poppens, geboren Winschoten 6 januari 1939, overleden ..., landbouwer te Finsterwolderhamrik, gehuwd Hellevoetsluis 4 juni 1965 met Maaike Cornelia Trouw, geboren Nieuwenhoorn
Tjapko Poppes Poppens, zoon van Albert Geert Poppens en Albertje Reintina Hagenus, geboren Nieuw-Scheemda 28 juli 1918, overleden ..., landbouwer te Nieuw-Beerta, politieke voorkeur tijdens de tweede wereldoorlog niet bekend, vermoedelijk neutraal, gehuwd Grijpskerk 21 juni 1944 met Idiana Trientje Meijer, geboren Visvliet; 4 kinderen.
Jan Steven Schaars Prins, zoon van rijksveldwachter Johan Hendrik Prins en Alberdina Keetelaar, geboren Norg 2 juli 1891, overleden Winschoten 14 februari 1948, maar toen wonende te Nieuw-Beerta, veldwachter te Nieuw-Beerta, tijdens WO II Duitsgezind, op 17 april gearresteerd (Olinga2 47-48), maar wegens gebrek aan bewijs spoedig vrijgelaten, gehuwd Beerta 30 juli 1919 met Geziena Pals, geboren Oudezijl, gemeente Nieuweschans.
Kind/kinderen:
1. Hendrik Prins, zoon van veldwachter Prins, woonde in 1983 in het bejaardentehuis te Beerta, verrader van de onderduikers in de pastorie in Nieuw-Beerta op 23 mei 1944 te Nieuweschans (Walters2 45), opgepakt op 18 april 1945 (Ader-Appels 237, Noteboom 63, Olinga2 12): ??? J.H. Prins, [PE 59 30], NBI dossier 142944, vermeld bij S. Adam, dossier 4044.
Tiemen Antonius Remmers, de beruchte landwachtcommandant van Winschoten, naar eigen verklaring opperstormleider van de landwacht (Walters2 114), betrokken bij veel huiszoekingen (Walters2 30-31, 33) voor de bevrijding gevlucht naar Duitsland, door de BS van Winschoten in Wilhelmshaven opgepakt (Walters2 236).
Heinrich Wilhelm Rentrop, zoon van Hermannus Hendrikus Rentrop en Kinne van Zandbergen, geboren Nieuweschans 7 maart 1909, overleden aldaar 21 juli 1982, begraven op de nieuwe begraafplaats aldaar, winkelier, heeft mw. Ader gewaarschuwd voor de huiszoeking naar Joodse onderduikers en heeft joden uit pastorie van Nieuw-Beerta opgenomen, gehuwd Nieuweschans 16 oktober 1935 met Grietje Jouwsma, geboren Leeuwarden.
Cornelis Hendrik Robertus, zoon van Jan Lukas Robertus en Geeske de Boer, geboren Winschoten 17 november 1892, overleden Groningen 14 juli 1944, directeur van een machinefabriek, staat in de erelijst gevallenen, gehuwd Wedde 15 maart 1918 met Ida Remkea Boelema, geboren Blijham (Brinks5 250-251).
Adolf Robertus, zaadhandelaar, bij de bevrijding van Winschoten de beoogd interim-burgemeester, maar nog ondergedoken, en daarom wordt Etsko Harms Robertus voor die post gevraagd, gehuwd met Jantiene Sietskiene Botjes, geboren ...
Etsko Harm Robertus, roepnaam Koos, zoon van Jan Lukas Robertus (graanhandelaar) en Geeske de Boer, geboren Winschoten 7 september 1894, overleden aldaar 7 juli 1955, landbouwer, door BS commandant Hommes bij de bevrijding van Winschoten op 16??? april aangesteld als interim-burgemeester (Walters2 221, 226), gehuwd Beerta 8 juli 1919 met Fennegien Frederika Kugel, geboren Beerta.
Jan Emmes Robertus, zoon van Adolf Robertus (zaadhandelaar) en Jantiene Sietskiene Botjes, geboren Winschoten 22.12.1920, overleden Unterstedt zw van Rotenburg (Wümme) 14 mei 1945 (Potjewijd 38) of 15 mei 1945 (Walters2 227), wegens uitputting, op ... opgepakt wegens ?
Gretha Roll, NSB'er (Olinga1 141)
Wellicht: Grietje Roll, dochter van Hinderikus Roll (dagloner) en Temke van Lingen, geboren Nieuweschans 24 februari 1897, overleden ...
Leendert Roze, zoon van Harm Roze (molenaarsknecht) en Elsien Busscher, geboren Woltersum 5 augustus 1909, overleden Winschoten (z) ..., politieke voorkeur tijdens WO II onduidelijk, sinds 1929 onderwijzer, van 1936 tot 1969 hoofd der school te Nieuw-Beerta, gehuwd Beerta 2 augustus 1939 met Jantina Sara Havinga, geboren Beerta, onderwijzeres te Nieuw Beerta.
Kinderen:
1. Harm Roze, woont/woonde te Groningen.
2. Jan Roze, overleden ca. 2016.
Lilly Johanna Sara Samuel, geboren Antwerpen 18 maart 1909, overleden 30 september 1944 (joodsmonument.nl), van de zomer 1942 tot eind april 1944 een van de Joodse onderduikers bij ds. Ader in de pastorie van Nieuw-Beerta; andere Joodse onderduikers daar zijn Ellie, een vriendin van Lilly, en Ruth en Hans.
Hans Scherzer, echte naam wellicht Johannes Scherzer, plaatsvervangend commandant op de woonboot met Gestapo leden te Nieuwe Statenzijl (Scheltens).
Klaas Schipper, zoon van Evert Schipper en Bina Speelman, geboren Ganzedijk 20 februari 1902, overleden ..., zetboer op plaats 6, de oostelijke boerderij in Reiderwolderpolder II (Noteboom 67), was volgens De Boer 26 januari 1985 pro-Duits en heeft daarvoor na de oorlog gezeten, gehuwd Nieuweschans 29 oktober 1931 met Adriana Inderwisch, geboren Nieuweschans.
Alfred Schrenk, één de Gestapo leden op de woonboot te Nieuwe Statenzijl (Scheltens).
Hans-Heinrich Schulte, geboren Emden 13 oktober 1909, overleden aldaar 12 juni 2015, begraven Emden, Auricher Straße, commandant van Batterie Dollard Süd, Oberleutnant bij de Kriegsmarine (Olinga1 42), geeft Emden over aan de Canadezen (Kolbe 15), later reder te Emden (Emder Zeitung 20 juni 2015 S. 11).
Gerard Schuring, zoon van Klaas Schuring [in 1931 waarnemend notaris te Nieuwolda, vanaf 1937 notaris te Wedde] en Anna Grietje Smit, zit enige tijd ondergedoken bij Ebbens-Mensinga te Nieuw-Beerta, later tandarts te Groningen.
Gerard Egbertus Schuth, zoon van Gerard Egbertus Schuth (veldwachter) en Martje Plat, geboren Beerta 13 juli 1893, overleden aldaar 28 juni 1962, in 1921 commies ter secretarie, in 1935 benoemd tot gemeentesecretaris, oprichter en voorzitter van de begrafenisvereniging te Beerta, kerkvoogd aldaar (Olinga1 106), op 18 april 1945 door opperwachtmeester Nijdam gearresteerd op grond van vroeger geuite anti-Engelse uitlatingen, maar nog dezelfde dag vrijgelaten onder de voorwaarde dat hij zich voorlopig niet met de gemeenteadministratie bemoeit, gehuwd Beerta 5 oktober 1921 met Nellij Elisabeth Anje Dijken, geboren Haarlem, overleden Hoogezand-Sappemeer 3 juni 1965, in 1921 onderwijzeres.
Tjebbe Theodoor Sietsma, geboren Barmen in Duitsland 31 mei 1907, timmerman, woonde in 1944/45 in de Kroonpolder, gehuwd met Catharina Huizenga.
Kind/kinderen:
- Henricus Tjalling Sietsma, geboren Amsterdam ...1928/9, overleden Kroonpolder 30 juni 1944
Vermoedelijk ook:
- F.F. Sietsma, lid BS [of staat in de BS lijst T.T. Sietsma?].
Jacob Sikkema, roepnaam Jaap, zoon van Baltus Sikkema (koopman) en Hinderina van Dijken, geboren Winschoten 28 augustus 1917, overleden ..., werkt bij de Winschoter distributiedienst (Strating2 166-170, 179), woont dan te Winschoten, Bovenburen 31 (Walters2 30-31), anti-Duits, opgepakt en heeft in een kamp gezeten (Ebbens), ..., LO, OD, BS, gearresteerd na het verraad van Huschka op 18 mei 1944, gevangen gezeten in het huis van bewaring te Groningen, te Leusden bij Amersfoort, Zwolle, gevlucht (verzetsbetrokkene), gehuwd met Harmina Marchiena Bos, later wonende Herman Gorterstraat 20, Winschoten.
Jacob Smedes, zit in de ondergrondse (Ebbens), na de bevrijding POD medewerker (Walters2 232).
Mogelijk: Jacobus Smedes, zoon van Johannes Filippus Smedes en Aaltje Bolhuis, geboren Ten Boer 13 augustus 1904.
Jan Smid, zoon van Hindrik Jans Smid (dagloner) en Geertje Lameijer, geboren Nieuw-Beerta 13 februari 1865, overleden Oude Pekela 21 februari 1945, in 1896 onderwijzer, referendaris, later NSB'er, ideoloog van de Nationale Bond Landbouw en Maatschappij, die op 29 mei 1933 opgericht is en eind 1940 op gaat in het Nederlands Agrarisch Front, een mantelorganisatie van de NSB, gehuwd .Oude Pekela 8 april 1896 met Aaltje Mulder, geboren Oude Pekela.
Ontjo Hinderikus Smith, zoon van Albertus Smith en Hermanna Jakoba Holtkamp, geboren Bunderneuland 14 oktober 1893, overleden Beerta 4 september 1969, landbouwer te Beerta-West en te Finsterwolde, landwachter (Ebbens), op 11 mei 1945 in Bellingwolde gearresteerd (Olinga1 222), gedetineerd in de CCpolder (Olinga1 223), NBI dossier 172975, gehuwd Weenermoor 11 juli 1931 met Sibeline Aidine Holtkamp, geboren Bunderneuland.
Kinderen:
1. Albertus Hinderikus Smith, geboren Medenblik 26 december 1933, gehuwd Bellingwolde 26 februari 1959 met H. H. Huizing.
2. Hinderikus Ontjo Smith, geboren Finsterwolde 27 juni 1935, gehuwd Ihrhove 15 juli 1961 met I... Haase.
3. Pieter Harmannus Smith, geboren Finsterwolde 30 mei 1936.
Berend Sportel, zoon van Emmo Sportel (arbeider, later opzichter) en Berendina Nieuwbeerta, geboren Winschoten 4 oktober 1895, overleden ..., politieagent te Winschoten, Oranjegezind, ontslagen, woont dan aan de Oudewerfslaan (Schuurman 41), gehuwd Winschoten 3 maart 1921 met Janna Lulofs, geboren Winschoten.
Christiaan Frederik Staargaard, zoon van Willem Fredrik Staargaard en Margaretha Wilhelmina Hagenzieker, geboren Soerabaja 28 februari 1885, overleden Laren 18 april 1951, in 1914 controleur, van 1934 tot 1940 ambteloos rentenier in Nederland, wordt in 1940 NSB'er, benoemd 7 februari 1942, van 1 maart 1942 tot 5 mei 1945 Commissaris der Provincie in Groningen (Olinga1 60), als opvolger van Edzo Ebels, van 1945 tot 1951 gedetineerd, I gehuwd met Maria Elisabeth Stenger; II gehuwd Groningen 11 november 1914 met Maria Geertruida Keijzer, tandarts (Nieuwsblad van het Noorden 5 maart 1942, Boiten 38, allegroningers.nl, Wikipedia).
Hemmo Reint Starke, zoon van Menso Starke en Eiltje Dallinga, geboren Nieuw-Beerta 11 april 1891, overleden aldaar ..., voor de oorlog landbouwer op de meest westelijke boerderij van Nieuw-Beerta, naast het Buiskooldiep, in 1945 wonende in de rentenierswoning aan de overzijde van de weg, Oranjegezind, onderduikers Jacob Klooster en Durandus Ebbens, lid BS, gehuwd Midwolda 5 december 1916 met Anna Alide Bouwine Stikker, geboren Oostwold.
Kinderen:
1. Foskéa Jacoba Elly Starke, geboren Nieuw-Beerta 15 december 1917, overleden ..., gehuwd Beerta 23 juli 1940 met Alexander Mattheus van Dockum, landbouwer te ...
2. Menzo Jan Berend Starke, geboren Nieuw-Beerta 5 maart 1919, overleden Winschoten ... 2004, landbouwer te Nieuw-Beerta, Oranjegezind, kabelwacht, lid BS, gehuwd Beerta 26 september 1945 met Roelfien Eppien Jager, geboren Slochteren 17 december 1923, sinds ... wonende te Winschoten, dochter van Nanno Jakob Jager en Marchiena Hiddingh.
3. Elly Meggelina Starke, geboren Nieuw-Beerta 16 juni 1920, overleden ..., gehuwd Beerta 19 maart 1943 met Marinus Adriaan Geuze, landbouwer te ?
Onno Christiaan Struif, zoon van Christiaan Onno Struif en Grietje Annetta Geertsema, geboren Nieuw-Beerta 29 maart 1901, overleden Winschoten (z) 31 oktober 1984, landbouwer te Nieuw-Beerta, Oranjegezind, kabelwacht, lid BS, gehuwd Beerta 19 mei 1930 met Remke Wilhelmina Muntinga, geboren Beersterhoogen.
Kinderen:
1. Christiaan Onno Struif, roepnaam Chris, geboren Nieuw-Beerta 20 maart 1931, overleden Noordbroek, huis Leistede 17 maart 2015, gecremeerd Winschoten 20 maart 2015, landbouwer te Nieuw-Beerta, later rentenier te Zuidlaren, gehuwd Slochteren 21 juni 1957 met Albertha Dallinga, geboren Tjuchem.
2. Engel Jan Struif, geboren Nieuw-Beerta 20 augustus 1934, in 1964 pastoraal medewerker in de gecombineerde gemeente Feerwerd, Garnwerd en Oostum, predikant achtereenvolgens te Ezinge en de drie genoemde dorpen, 1972 Zuidhorn, 1985 tot september 1996 Oosterwolde, bekend van zijn preken in het Groninger dialect, lid van de vertaalcommissie van de bijbel in het Gronings, I gehuwd Sneek 11 juni 1964 met Elisabeth Antje Wiegman, roepnaam Bettie, geboren Sneek, apotheker; II gehuwd Oosterwolde 10 december 1999 met Cornelia Davidse
Jakob Eildert Stijkel, zoon van Eildert Aaldrik Stijkel (aannemer) en Tiebe Siemons, geboren Winschoten 8 juni 1903, overleden ..., schoolmeester, eerst te Drieborg, later te Beerta, kabelwacht, op 16 april 1945 administrateur BS te Drieborg, gehuwd Beerta 7 juni 1929 met Hinderika Trijntje Bos, geboren Beerta.
Kinderen:
- Titia Stijkel, geboren Drieborg 1939/40, overleden aldaar 15 juni 1944.
- levenloos kind, geboren Drieborg 29 juli 1945.
- Eildert Stijkel, ...., anno 2021 wonende te Winschoten.
Jan Hendrik Takens, zoon van Berend Menso Takens en Cornelia Anje van Delden, geboren Meeden 2 april 1916, overleden Alkmaar (z) 15 september 1974, landbouwer achtereenvolgens te Drieborg, 1947 te Meeden, later in Oostelijk Flevoland, politieke voorkeur tijdens WO II onbekend, gehuwd Beerta 21 november 1939 met Aukelina Tonkes, geboren Drieborg; 5 kinderen.
Jan Poppes Tonkes, zoon van Luppo Tonko Tonkes en Jantje Wigcherdina Poppens, geboren Oudedijk 1 juli 1917, overleden ..., landbouwer te Oudedijk, Oranjegezind, lid BS, gehuwd Appingedam 30 augustus 1946 met Klasina Dirkina Volhand, geboren Garreweer; 2 kinderen.
Luppo Tonko Tonkes, zoon van Tonko Menses Tonkes en Woltje Haken Brouwer, geboren Winschoter Oostereinde 8 november 1883, overleden Winschoten 14 februari 1959, landbouwer te Oudedijk, gehuwd Beerta 12 november 1913 met Jantje Wigcherdina Poppens, geboren Nieuw-Beerta.
Kinderen:
1. Tonko Menzo Tonkes, geboren Oudedijk 27 september 1914, overleden Nagele 8 mei 1989, landbouwer eerst te Koudehoek, later te Nagele in de Noordoostpolder, gehuwd Nieuwolda 27 oktober 1943 met Tetje Kornelia Detmers, geboren Nieuwolda.
2. Jan Poppes Tonkes, bovengenoemd.
Tonko Menso Tonkes, zoon van Jan Karsien Tonkes en Annette Sjambina Onnes, geboren Nieuw-Beerta 7 januari 1903, overleden aldaar 16 april 1984, landbouwer te Nieuw-Beerta, Oranjegezind, kabelwacht, I gehuwd Finsterwolde 16 mei 1929 met Anje Jantina Mellema, geboren Reiderwolderpolder; II gehuwd Huisen 3 november 1964 met Joanna Bertha Wenniger, geboren Hoogezand, weduwe van Matthijs Adrianus Meijer.
Kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Aaltje Albertina Tonkes, geboren Nieuw-Beerta 8 april 1930, overleden ...
2. Annetta Ida Tonkes, geboren Winschoten (z) 3 februari 1934, I gehuwd Beerta 25 september 1959 met en gescheiden aldaar 1974 van Roelf Obbe Meijer; II gehuwd Gieten 25 april 1975 met Willem Derk Kuipers, kassier bij de RABO bank te Finsterwolde.
Geuko Toxopeus, zoon van Mensso Toxopeus en Jantje Egges, geboren Binnen Ae 1 augustus 1889, overleden Winschoten 31 december 1981, landbouwer op De Bult, NSB'er, vermoedelijk NBI dossier 193340, in oktober 1950 verhuisd naar Winschoten, gehuwd Winschoten 4 mei 1921 met Geertje Jansingh, geboren Winschoter Zuiderveen.
Kinderen:
1. Mensso Toxopeus, geboren De Bult 24 juni 1922, overleden Groningen 2 april 1939.
2. Fenna Jantje Toxopeus, geboren De Bult 11 augustus 1924, overleden ..., NBI dossier 179339, gehuwd Winschoten 29 december 1953 met Aeilko Martinus ten Have, landbouwer te Korengarst.
3. Harmannus Toxopeus, geboren De Bult 9 mei 1926, overleden ..., landbouwer op De Bult, gehuwd Nieuwolda 12 januari 1951 met Aaltje Jantje Heeres, geboren Nieuwolda.
Geuko Johannes Toxopeus, zoon van Johannes Toxopeus en Grietje Annette Buiskool, geboren Beersterhoogen 30 januari 1899, overleden aldaar 1 juli 1978, landbouwer te Beersterhoogen, lid BS, I gehuwd Delfzijl 26 november 1925 met Rikstelina Gebbina Steenhuis, geboren Delfzijl; II gehuwd Marum 3 juni 1931 met Lamberta Walvius, geboren Lutjegast.
Kind uit het eerste huwelijk
1. Gebbina Margaretha Toxopeus, geboren Beersterhoogen 23 februari 1929, overleden Hoogeveen 11 februari 1983, gehuwd Franeker 28 juni 1950 met Lammert Elzen, land- en fabrieksarbeider.
Meentjo Jan Toxopeus, zoon van Jan Toxopeus (wisselloper) en Tekla Johanna Buiskool, geboren Nieuwolda 15 augustus 1916, overleden ..., in 1943 beheerder, wonende te Winschoten, NBI dossier 179359, gehuwd Winschoten 16 maart 1943 met Krijnje Maria Cornelia Verwoerd, geboren Tienhoven.
Boelo Luitjen Tijdens, zoon van Jan Jacob Tijdens en Frouwina Jantina Ebbens, geboren Drieborg 13 oktober 1914, overleden Winschoten 4 oktober 2002 (z), landbouwer op de boerderij Stocksterhorn te Drieborg, in 1980 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau, in 1942 in eerste instantie niet aangewezen als kabelwachter, maar wordt dat toch ter vervanging van Derk Ebbens (D. Leemhuis), van februari 1945 tot aan de bevrijding heeft hij ca. 30 Lüneburgers in zijn schuur ondergebracht (Crebas 64), I gehuwd Finsterwolde 2 mei 1939 met Alida Hermina Struif Bontkes, geboren Finsterwolde; II gehuwd ... met ...Faber, roepnaam Tine, geboren Franeker.
Kinderen:
1. Jan Jacob Tijdens, geboren Drieborg 16 februari 1940, eerst inspecteur bij een hagelverzekeringsmaatschappij, van 19.. tot 19.. employé bij de RABO bank te Zuidlaren, gehuwd Usquert 28 juni 1968 met Janneke Hinderika Willemsen, geboren Usquert.
2. Tjark Eltjo Tijdens, geboren Drieborg 29 januari 1942, landbouwer te Drieborg, sinds 20.. rentenier te Nieuw-Beerta, gehuwd Slochteren 12 juni 1970 met Anje Klimp, geboren Hellum.
3. Wietje Tijdens, geboren Drieborg 29 maart 1944, gehuwd Beerta 21 november 1969 met en gescheiden ... van Klaas Jan de Waard, landbouwer op De Waarden bij Grijpskerk.
Eltjo Tijdens, zoon van Cornelius Reint Tijdens en Eppien Hamster, geboren Hamdijk 30 april 1907, overleden Groningen 15 maart 1973, NBI dossier 181646, landbouwer te Hamdijk, boerderij afgebrand tijdens de bevrijding, wederopbouwdossier BWBA4642, gehuwd Nieuweschans 2 november 1940 met Wendelina Berendina Onnes, geboren Hamdijk.
Kind:
1. Tietje Jacoba Tijdens, roepnaam Titia, geboren Hamdijk 5 oktober 1944, anno 2020 wonende te Bunderhee, gehuwd Nieuweschans 4 juni 1965 met en gescheiden aldaar ... van Eduard August, landbouwer te Bunderhee
Jan Jacob Tijdens, zoon van Boelo Luitjen Tijdens en Jantje Geessiena Ebbens, geboren Nieuw-Beerta 13 augustus 1884, overleden St. Nicolaasga, huis "De Boskrânne" 12 juli 1973, landbouwer te Nieuw-Beerta, afwisselend neutraal en Duitsgezind, vanaf 1939 rentenier te Nieuw-Beerta, gehuwd Beerta 10 mei 1909 met Frouwina Jantina Ebbens, geboren Nieuw-Beerta; in WO II zit Tijdens in een moeilijke positie want hij is verzwagerd met Eltjo Bontkes en zijn vrouw is een achternicht van Everhard Ebels; F.R. Elema heeft de levensbeschrijving van zijn vader Boelo gepubliceerd in de een na laatste aflevering van Sibbe (Jaargang 4 nr. 7), het genealogisch tijdschift op nationaalsocialistische grondslag; na de bevrijding blijkt dat hij f 10.000 in bewaring heeft genomen van de NSB-er.
O.H. Smith
Kinderen:
1. Anna Elizabeth Tijdens, geboren Drieborg 11 mei 1911, overleden ..., gehuwd Beerta 6 september 1946 met Jan Sijtsma, in 1946 violist te Amsterdam.
2. Jantje Geessiena Tijdens, geboren Drieborg 11 mei 1911, overleden Ommen 12 november 2000, gehuwd Beerta 29 juni 1939 met Willem Johan Wissema, arts te Harlingen.
3. Boelo, bovengenoemd.
4. Elizabeth Lucretia Remkea Tijdens, roepnaam Betsie, geboren Drieborg 16 juli 1923, overleden ... 14 augustus 2005, gehuwd Beerta 20 oktober 1944 met Arend Willem Ritsema, eerst landbouwer te Holwierde, daarna ... van/bij het Eemshotel te Delfzijl en uiteindelijk eigenaar? van een broodfabriek te Groningen.
Jan Udema, geboren Nieuw-Scheemda ...1869, overleden Kroonpolder 14 oktober 1941, molenaar op de dijk tussen de Kroon- en Stadspolder, gehuwd Midwolda 10 april 1896 met Femmigje Labrie, geboren Meppel, overleden Drieborg 1 maart 1948.
Kinderen:
1. Willem Hendrik Udema, geboren Bellingwolde 23 februari 1898, overleden Kroonpolder 31 juli 1904.
2. Cornelis Udema, geboren Bellingwolde 23 januari 1899, overleden Kroonpolder 25 maart 1927.
3. Anje Wupke Udema, roepnaam Annie, geboren Kroonpolder 24 oktober 1910, gehuwd Beerta 4 november 1939 met Willem Bijl, 1e luitenant der militaire administratie, woont in 1981 te Blijham.
4. Willem Hendrik Udema, geboren Kroonpolder 18 januari 1915, molenaar, lid BS, gehuwd Nieuweschans 19 januari 1945 met Auktje Boonstra, geboren Nieuweschans.
B. Uffen, garagehouder te Nieuw-Beeta, Oranjegezind (Crebas 58), heeft onderduikers (mw. Starke-Jager), koopt omstreeks 1934 het renteniershuis van de fam. Hemminga, bouwt er een schuur bij en start een garage, anno 1980 wonende in de Scheldeflat te Winschoten.
Engel Uil, zoon van Tammo Uil en Elizabeth Flap, geboren Nieuwolda 22 januari 1913, overleden Winschoten 19 april 1994, zetboer op plaats 4 in Reiderwolderpolder II (Noteboom 67), gehuwd Nieuwolda 11 juli 1940 met Bartelina Berrelkamp, geboren Woldendorp; nabij plaats 4 heeft een Duitse soldaat tijdelijk begraven gelegen (Olinga1 48); 3 kinderen.
Jan Hendrik Valk, opperwachtmeester der marechaussee te Nieuweschans, Duitsgezind, gehuwd met Gezina Henderika Huisman, geboren Hellendoorn, overleden Deventer 1953.
Kind/kinderen:
1. Harm Valk, geboren Nieuweschans 15 mei 1945.
?
Jan van Veen, zoon van Hendrik van Veen en Elizabeth Jantiene Tijdens, geboren Nieuw-Beerta 22 april 1911, overleden ..., landbouwer te Nieuw-Beerta, neutraal of mogelijk iets Duitsgezind, gehuwd Finsterwolde 7 november 1939 met Alida Catharina van Wieringen, geboren Velsen; 1 kind.
Jan Auke Verdam, zoon van Roelof Verdam en Hermina Diesselhoff, geboren Zwolle 28 juni 1913, overleden 1972, begraven op de Noorderbegraafplaats in Vlissingen, marechaussee (Walters2 219), medewerker POD (Walters2 232), daarna commandant van het interneringskamp in de Carel Coenraadpolder (Walters2 238), in 1950 voor de rechter gedaagd wegens mishandeling van delinquenten (Walters2 238-239; Nieuwsblad van het Noorden 24 augustus 1950), gehuwd Dantumadeel 26 februari 1942 met Sieuwke Stienstra.
Teunis Vlaskamp, zoon van Teunis Vlaskamp en Maria Cornelia de Neef, geboren Rotterdam 20 september 1852, overleden aldaar 17 februari 1928, gehuwd Rotterdam 17 september 1884 met Francina Demand, geboren Rotterdam, overleden Drieborg 8 februari 1944.
Kinderen:
1. Marcus Cornelis Vlaskamp, geboren Rotterdam 21 september 1885, overleden aldaar 17 oktober 1885.
2. Philippina Vlaskamp, geboren Rotterdam 22 april 1887, later wonende te Drieborg, NBI dossier 191232 .
3. Tom Vlaskamp, geboren Rotterdam 18 augustus 1893, NSB'er te Oudedijk, landwachter, opgepakt 16 april 1945 (Olinga ...), NBI dossier 191234 .
4. Abraham Vlaskamp, geboren Rotterdam 11 december 1901, later wonende te Drieborg, NBI dossier 191230, gehuwd Rotterdam 4 mei 1932 met Margarete Else Gertrud Zietlow, geboren Stettin .
Alida van der Vorm, dochter van ... , geboren ... 11 februari 1900, overleden ..., zit op 17 april 1945 ondergedoken in de schuur van een boerderij in de polders (Olinga1 81), in juli 1945 geïnterneerd in het NSB-kamp te Winschoten (Olinga1 83).
Jan de Vries, zoon van Egbert de Vries en Janna Carolus, geboren Finsterwolde 26 februari 1901, overleden ..., bewoner van een stadsboerderij in Reiderwolderpolder II, politieke overtuiging tijdens WO II onbekend, in 1956 verhuisd naar Beerta, gehuwd Beerta 27 februari 1925 met Aukina Ploeger, geboren Meeden.
Harm Pieter Herman Waalkens, zoon van Albert Waalkens en Geessiene Evers, geboren Nieuwolda 28 september 1900, overleden aldaar 30 juni 1955, landbouwer in de Kroonpolder, Oranjegezind, kabelwacht, boerderij afgebrand 18 april 1945, wederopbouwdossier BWBA0626, gehuwd Beerta 2 augustus 1922 met Asseline Woldine Evers, geboren Kroonpolder.
Kinderen:
1. Fekko Jans Waalkens, geboren Kroonpolder 19 januari 1923, overleden Winschoten 29 januari 2009, landbouwer in de Kroonpolder, gehuwd Groningen 13 december 1952 met Kornelia Geertruida Meijer, roepnaam Korrie, geboren Groningen .
2. Gezine Waalkens, geboren Kroonpolder 23 mei 1925, overleden Veendam, verpleeghuis Veenkade 5 mei 2016, gehuwd Beerta 28 januari 1947 met Ayolt Zijlker, landbouwer te Noordbroek.
Jan Weerts, geboren 30 mei 1927, overleden 14 oktober 2019, van 1958 tot 19.. ambtenaar ter secretarie te Beerta, opvolger van Schuth (Olinga2 ..), gehuwd met A Wesselink.
Stoffer Weerts, zoon van Gerard Weerts en Reina Leraar, geboren Kostverloren 17 oktober 1919, woont tijdens WO II te Drieborg en is dan werkzaam op het distributiekantoor in Beerta, na de bevrijding boekhouder voor de stadsbezittingen als opvolger van de NSB'er Oortman, wonende in het stadskantoor, in 1970 verhuisd naar BBB nr. 213, in 1981 verhuisd naar Emmen, gehuwd Finsterwolde 20 november 1943 met Jantje Jurriena Tuin, geboren Finsterwolde.
Kinderen:
1. Grietje Reina Weerts, geboren Drieborg 9 mei 1944.
2. Reina Gerarda Weerts, geboren Reiderwolderpolder 8 april 1947.
Cornelis Gerrit Wiegers, zoon van Gerrit Wiegers (tuinier) en Grietje Bresters, geboren Groningen 7 december 1894, gefusilleerd Anloo 12 april 1945, maar wonende te Finsterwolde, begraven op de Zuiderbegraafplaats te Groningen, in 1921 wachtmeester, in 1945 onderluitenant bij de staatspolitie (Schuurman 41, Walters2 117), lid OD en LO Finsterwolde, compagniecommandant van de BS, bezorgt bonkaarten en persoonsbewijzen aan onderduikers, lid van de verzetsgroep Marx, door de SD gearresteerd op 2 februari 1945, gehuwd Groningen 8 december 1921 met Harmina Aaltje Mogree, geboren Siddeburen (allegroningers.nl); de overlijdensaangifte van Wiegers en de andere gefusilleerden wordt gedaan door Geert Joling, hoofdwachtmeester der marechaussee te Annen (alledrenten.nl).
Zijn weduwe woont later W..nersingel 6 in Groningen.
Kinderen (3):
1. Fia , geboren 1923.
2. ...
3. Gerrit, geboren 1931.
Hendrik van Wieringen, zoon van Frank van Wieringen en Cornelia Verdel, geboren Velsen 28 augustus 1905, overleden Groningen 30 mei 1963, landbouwer in de Stadspolder, NSB'er (Olinga2 61), vermoedelijk NBI dossier 188669, gehuwd Emden 2 mei 1936 met Dora Hinderika Kratzenberg, geboren Wolthusen bij Emden.
Kinderen:
1. Cor Frank van Wieringen, geboren Stadspolder 11 juni 1937, landbouwer in de Stadspolder, gehuwd Bellingwolde 28 april 1967 met Andrea Cornelia Dieuwerke Addens, geboren Bellingwolde, anno 2021 wonende te Nieuw-Beerta
2.?
Jacob Wiersema, zoon van Siert Garbrand Wiersema en Wilhelmina Mensema, geboren Onderdendam 12 februari 1899, overleden Groningen 3 september 1959, landbouwer op de Dollardprinces in de Finsterwolderpolder in de gemeente Midwolda, officier OD district VI, vanaf augustus 1940 leider van de OD in het Oldambt, februari 1945 chef staf, na de bevrijding transport officier (Strating1 161), in 1945 verhuisd naar Groningen (Klerck 403-404), I gehuwd Nieuwolda 20 mei 1924 met Ida Eiltje Hamster, geboren Nieuwolda; II gehuwd Vries 16 juli 1949 met Geertruida Gepkolina Hahn, geboren Groningen.
Wille R de Wiljes, vermoedelijk zoon van Johannes de Wiljes en Frauke Andrea Janssen, geboren 26 april 1895, overleden 17 februari 1985, begraven Leer, op oude begraafplaats nabij de Plytenberg, zou samen met Koos Oterdoom en Simon Dallinga de inval in 1940 voorbereid hebben door langs de kleiweg door de Binnenlanden tulpen te leggen als volgspoor voor de Duitsers naar de intacte brug over het Buiskooldiep (Leemhuis 18 december 1983; info juist of fantasie?), woonde in de Charlottenpolder, NBI dossier 189073.
A.W., Winschoter SS-er (Strating2 184): Arend Witter?, NBI dossier 195322.
J Witter, te Winschoten, NBI dossier 195325.
Antonius Wouda, roepnaam Anton, zoon van Dedde Wouda en Aafje Hergarden, geboren Amsterdam 29 november 1885, omgekomen in het concentratiekamp bij Bergen Belsen 31 mei 1945 (allegroningers.nl, Potjewijd 38), volgens een overlijdensannonce in de krant is hij in april 1945 overleden in Buchenwald, ambtenaar, verschaft onderduikadressen voor joden, begin 1941 toegetreden tot de staf van het verzet in Winschoten dat onder leiding staat van Hommes (Walters), woont dan aan de Engelschelaan 29 in Winschoten, is fel anti-Duits, verspreider van het illegale blad “Vrij Nederland”, zit van de herfst 1943 zes maanden ondergedoken te Enschede, in maart 1944 teruggekeerd naar Winschoten, gearresteerd en na enige tijd weer vrij gelaten, op 18 mei 1944 opnieuw opgepakt (Walters2 31), vast gezet in het Huis van Bewaring te Groningen, heeft volgens een getuigenverklaring onderduikadressen verraden, zat later vast te Leusden bij Amersfoort, mogelijk ook nog te Vught, afgevoerd naar concentratiekamp Oranienburg, blok 30, met gevangenennr. 101302, vermoedelijk gefusilleerd (Ebbens), behoort destijds tot de OD afdeling Winschoten, brengt boodschappen over aan D.J. Mellema in de Reiderwolderpolder (D.J. Mellema), gehuwd Amsterdam 24 april 1929 met Tammechina de Jonge, geboren Winschoten, eerder gehuwd geweest met en gescheiden van Geert Enting.
Boerderijen en renteniershuizen van de familie Ebels 1930-1950, van west naar oost.
De nummers vooraan zijn die van het boerderijenboek.
naast 57: villa Ebels, in 1945 bewoond door Jan Tijdens, later Boelo, nu Tjark Tijdens
57: boerderij Edzo Ebels, de Ebelsheerd, in 1945 bewoond door Tuin, later Jan Klooster
naast 59: villa 'Nieuw-Hamsterhof', in de dorpskern van Nieuw-Beerta, afgebroken ± 1938
61: boerderij 'Moria-Heerd', 1945 van mej. A.G. Ebels, pachters zijn dan de gebroeders Jager
naast 67: villa aan de Verlengde Hoofdweg, in 1945 Fekko Ebels
69: boerderij aan de Verlengde Hoofdweg, in 1945 bewoond door Uintje Hector
183: boerderij aan de doorgaande weg in de Kroonpolder, 1945 Everhard Ebels
182: boerderij zijweg Kroonpolder, 1945 eigendom van Ebel Ebels, bewoond door Loerts
184: schuur met ingebouwde woning zijweg Kroonpolder, 1945 eigendom van Cornelis Ebels, wellicht bewoond door Sietsma; afgebroken ca. 1970?
185: boerderij zijweg Kroonpolder, in 1945 Cornelis Ebels, nu Barlagen-Koets
190: boerderij zijweg Stadspolder, 1945 eigendom van Helenius Ebels, toen onbewoond?
189: boerderij zijweg Stadspolder, 1945 Helenius Ebels, later Koets, nu kleinzoon Barlagen
Afkortingen
BBB: Boerderijen en hun bewoners, zie bij literatuur, Klerck
BBL: Bureau Beheer Landbouwgronden, sinds 1983 de vervanger van de SBL
BS: Binnenlandse Strijdkrachten; opgericht 5september 1944 ter opvulling van het machtsvacuüm dat na de bevrijding zou ontstaan; op 18 november 1944 samengesteld uit OD, de raad van verzet en de landelijke knokploegen; opgeheven in mei? 1945 (Buist 97)
BWB: Bureau Wederopbouw Boerderijen, opgericht 15 juli 1940, in 1949 is de naam gewijzigd in Afdeling Boerderijenbouw van het Ministerie Wederopbouw en Volkshuisvesting, ca. 1955 ter ziele gegaan; het archief bevindt zich sinds 2007 bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, sinds 2009 bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, gevestigd te Amersfoort
CABR: Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging; de dossiers van collaboranten bevinden zich in het Nationaal Archief in Den Haag; zij zijn vanaf 1 januari 2025 openbaar; het archief heeft een omvang van 2689 strekkende meters en omvat 10.010 inventarisnummers
CCD: Crisis Controle Dienst (Blaauw 52, 86, 110)
CCpolder: Carel Coenraadpolder
KA-collectie: NIOD-collectie van knipsels uit Nederlandse kranten betreffende de NSB van vóór en tijdens de tweede wereldoorlog; ook betreffende NSB leden
KB-collectie: NIOD-collectie van knipsels uit Nederlandse en buitenlandse kranten en tijdschriften betreffende de oorlog, opgebouwd na de tweede wereldoorlog
FLAK: Flugzeug Abwehr Kanone
Krieg: Kriegs-Tagebuch des 6. Marine-Flak-Regiment, April-Mai 1945
LBD: luchtbeschermingsdienst
LO: Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers
MG: Militair Gezag, dagelijks bestuur in de bevrijde delen van Nederland, opgericht in London op 14 september 1944, opgeheven op 4 maart 1946
NAF: Nederlandsch Agrarisch Front, ontstaan op 11 november 1940 uit de fusie van Landbouw en Maatschappij en het Boerenfront der N.S.B., ter ziele gegaan begin 1945
NAF: Nederlands Arbeids Front (Blaauw 95)
NBI: Nederlands Beheers instituut; opgericht op 9 augustus 1945 als onderdeel van de Raad voor het Rechtsherstel; opgeheven op 1 juni 1967; het instituut verstrekt in die periode onder meer 'ontvijandingsverklaringen' voor Oranjegezinde Duitsers die in Nederland wonen
NBS: Nederlandsche Binnenlandse Strijdkrachten, zie BS
NIOD: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, opvolger van RIOD. Het NIOD bezit vele archieven uit de Tweede Wereldoorlog, waaronder: 086 Beauftragten des Reichskommisars, 098 Organisation Todt, 104 Nederlandsche Kultuurkamer, 120 Nederlandsche Landstand, 122 Nederlands Arbeidsfront, 123 NSB, 168d Zwart Front/Nationaal Front, 175a Saxo-Frisia, 179 Nederlandsche Volksdienst/Winterhulp Nederland, 270a Bijzondere Rechtspleging; de laatste is de belangrijkste
NSB: Nationaalsocialistische Beweging, opgericht in 1932 en ter ziele gegaan in 1945
NSDAP: Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei, opgericht 24 februari 1920, ter ziele 1945
NSF: Nationaal Steun Fonds, opgericht 1942, opgeheven 4 november 1953, ondergronds fonds bestemd voor hulp aan joden en verzetsorganisaties
NSKK: Nationalsozialistisches Kraftfahrkorps, de gemotoriseerde brigade van de NSDAP, opgericht 1 september 1943 en ter ziele gegaan in 1945
NVD: Nederlandsche Volksdienst, een organisatie van de Duitse bezetter inzake maatschappelijk werk, ter vervanging van particuliere instellingen op dat gebied, opgericht in juli 1941; de directeur krijgt in 1942 ook Winterhulp onder zijn hoede.
OD: Ordedienst, ondergrondse organisatie die gericht was op het herstel van de orde na de bevrijding van de Duitse bezetter, ontstaan in 1940 en eind 1944 opgegaan in de Binnenlandse Strijdkrachten.
OG: N.V. Stoomtramwegmaatschappij Oostelijk-Groningen.
OT: Organization Todt; in de volksmond bekend als 'putjes graven'; oproep van de Duitse bezetter waarop alle Nederlandse mannen geboren tussen 1895 en 1926 verplicht worden tot het graven van schuttersputten en tankvallen; de dag van aanmelding is 6 oktober 1944
OVCG: Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen, ondergebracht bij de Groninger Archieven, Cascadeplein 4, 9726 AD Groningen.
PD: ? [de afkorting komt voor in NBI dossiers].
PE: ? [de afkorting komt voor in NBI dossiers].
PMC: provinciaal militair commissaris; in de provincie Groningen is dat Hein Holtkamp geweest.
POD: Politieke Opsporings Dienst, als onderdeel van het Militair Gezag in functie van februari 1945 tot 1 maart 1946, opgevolgd door de PRA; beide organisaties zijn in die tijd belast met het opsporen en onderzoeken van Nederlanders die met de Duitse bezetter hebben gecollaboreerd; de POD geeft onder meer verklaringen af inzake fout of correct politiek gedrag tijdens de Tweede Wereldoorlog.
PRA: Politieke Recherche Afdeling, instantie onder het Ministerie van Justitie.
ter opsporing van politieke delinquenten, als voortzetting van de POD, opgericht 1 maart 1946, opgeheven 1 juli 1948.
PRAC: Politieke Recherche Afdelingen Collaboratie.
RIOD: Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, opgericht ..., in mei 1945 is de naam gewijzigd in Rijksbureau voor Oorlogsdocumentatie, van 1 oktober 1945,
tot 1999, en daarna onder de naam Nederlands Instituut voor
Oorlogsdocumentatie (NIOD).
Rwp: Reiderwolderpolder.
SAS: special air service, onderdeel van het Belgische leger.
SBL: Stichting Beheer Landbouwgronden; de Stichting tot het Beheeren vanLandbouwgronden is bij akte van 28 maart 1946 opgericht als onderdeel van het Ministerie van Landbouw, gevestigd ten kantore van de Rijksdienst voor
Landbouwherstel; in 1958 is de naam gewijzigd in Stichting Beheer Landbouwgronden, opgeheven 31 december 1982 en vervangen door het BBL: Bureau Beheer Landbouwgronden.
SBO: Stichting Burger-Oorlogsgetroffenen, opgericht 19 maart 1981, bij de fusie op 1 januari 2002 opgegaan in de Stichting 1940-1945
SD: Sicherheitsdienst, in Duitsland in 1933 opgericht als onderdeel van de SS.
SG: strijdend gedeelte; de BS leden die bewapend zijn Sipo: Sicherheitspolizei, in Duitsland in juni 1936 ontstaan door de fusie van de Gestapo (Geheime Staatspolizei) en de Kripo (Kriminalpolizei).
SLB: Stichting Landelijke Bezettingsschade, opgericht bij notariële akte 20 oktober 1941, kantoor houdende in het Rijksbureau Voedselvoorziening in
Oorlogstijd te 's-Gravenhage, opgeheven bij beschikking van de minister van
Financiën van 17 mei 1946 (nr. 208).
SS: Schutzstaffel, beschermingsafdeling van de NSDAP, opgericht 1925, ter ziele 1945.
STPD: Stichting Toezicht Politieke Delinquenten, opgericht 20.9.1945, opgeheven 1951.
WA: weerbaarheidsafdeling van de NSB, opgericht november 1932, opgeheven 31 december 1935, opnieuw tot leven geroepen in 1940 en definitief ter ziele gegaan in 1945; de WA leden lopen in zwarte uniformen.
WN: ? [de afkorting komt voor in NBI dossiers].
WO II: Tweede Wereldoorlog.
Wubo: Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers 1940-1945, in werking getreden 1984.
Wuv: Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, aangenomen 1972.
Z: Ziekenhuis.
Literatuur
Ader-Appels, Een Groninger pastorie in de storm, 1e druk 1947.
Bakker: Jurrie (Jurjen, HH) Bakker, 6 artikelen in ...? (Olinga1 25). Niet benut.
(Zijn artikel over Nieuwe Statenzijl in WOII lees je hier op deze website (HH)).
Beishuizen: Tammo Beishuizen (samensteller), Vrij! Eindelijk vrij!, 2005. Niet benut.
Beukema: Hans Beukema, oorlog aan Eems & Dollard, 2007. Niet benut.
Blaauw: Janneke Blaauw-Meijer, e.a, Verhalen uit de Tweede Wereldoorlog, 2020.
Boer: Johan Brand de Boer en Willem Jonkman, Militair Gezag in Groningen, 1990.
Bolt: bevrijdingsverslag van Nieuweschans door J.A. Bolt, in: J.J. Smedes, De Nieuwe- of Langakkerschans, 1975, blz. 258-268.
Brinks1: Monique Brinks, Het Scholtenhuis 1940-1945, Deel 1: Daden, 2009. Niet benut.
Brinks2: Monique Brinks, Het Scholtenhuis 1940-1945, Deel 2: Daders, 2013.
Brinks3: Monique Brinks, Het Scholtenhuis 1940-1945, Deel 3a: De Vlucht, 2015. Niet benut.
Brinks4: Monique Brinks, Het Scholtenhuis 1940-1945, Deel 3b: Berechting, 2015. Niet benut.
Brinks5: Monique Brinks en Jack Kooistra, Represailles in Groningen 1940-1945, 2013.
Crebas: J.A. Crebas, JAC, Het levensverhaal van Johannes Adamus Crebas, 2010.
Frye: Johan Frye, Haven in de mist, 2011.
Hebel: Frank von Hebel, Mijn bevrijding, 2015.
Huizinga1: M.H. Huizinga, Maple leaf up, 1e druk 1980.
Huizinga2: M.H. Huizinga en H. Doornbos, Van Canada tot Dollard tou, 1985. Niet benut.
Janßen: Dietrich Janßen, Emden geht unter, 2004.
Jong: L. de Jong, Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 10b, 1981.
Keulen: Ina van Keulen-Schuiling en Henk Meijer, Nieuweschans zoals het was, 2010.
Klerck: [Th.P.E. de Klerck], Boerderijen en hun bewoners, 1968.
Koers: Jan Pieter Koers, Rijkdom en tragiek, 2004. Niet benut.
Kolbe: Herbert Kolbe, Als alles von vorne begann 1945-1946, 1985.
Lange: J.N. de Lange, De grote waanzin, 1990.
Lenselink: Franz Lenselink, Delfzijl 1940-1945, 1995.
Meiboom: Mieke Meiboom, Foute Groningers? Berechting van collaboratie, oorlogs-gerelateerde misdaden en internationale oorlogsmisdaden in Groningen, 1945-1951, 2019.
Niemeijer: Jan A. Niemeijer en Ad A.J. Mulder, Verzet in Groningen, 1986.
Noteboom: J.H. Noteboom, Verkwanseld Erfgoed, 2013.
Olinga1: Gerard Olinga, De doofpotbewakers, 1e druk 2020.
Olinga2: Gerard Olinga, De doofpotbewakers, Epiloog, april 2021.
Potjewijd: T. Potjewijd, Winschoten, Oorlogs- en Bezettingsjaren 1940-1945, 1979.
Scholl: Werner Scholl, Die letzten Tage der Batterie Pogum, in: Der Deichwart 1990, nr. 4.
Schuurman: E.J. Schuurman, In de branding van het verzet, 1983.
Strating1: Henk Strating, Kroniek van een bevrijding, De regio Winschoten april 1945, 1995.
Strating2: Henk Strating, Winschoten 1940-1945, 2001, blz. 157-158, 166, 177, 192.
Teenstra: Anno Teenstra, Groningen, Propaganda-uitgave ..., 1938.
Walters1: Foppe Walters, Politiecommissaris Van den Hof en het Scholtenhuis, De wegvoering van de Joden uit het Oldambt, 2020. Niet benut.
Walters2: Foppe Walters, Politiecommissaris Van den Hof en het Scholtenhuis, Jodenjacht en de strijd tegen het verzet in het Oldambt, 2021.
Wees: Ellis van Wees, Toen verduistering verplicht was!, 1995.
Westerman: Frank Westerman, De graanrepubliek, 1999. Niet benut.
Wiemann: Harm Wiemann, Aus vergangenen Tagen, Chronik der Samtgemeinde Bunde, 1983.
Bezochte sites op internet
alledrenten.nl
allegroningers.nl
archivesportaleurope.net
bunkermuseum.de
delpher.nl
erelijst.nl
findagrave.com
grabsteine-ostfriesland.de
graftombe.nl
groningen4045.nl
groningerarchieven.nl, toegang 2183, systeemkaarten verzetsbetrokkenen 1944-1945
historiek.net
homanfree.nl [voor gegevens dochters Oortman]
lexikon-der-wehrmacht.de/Gliederungen/Marineflak
loedejongdigitaal.nl
meertens.knaw.nl/bwb/page/boerderij
nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2 september 04 (Nederlands Beheersinstituut)
nazatendevries.nl (site Harm Hillinga), hierin: Nieuwe Statenzijl in de Tweede Wereldoorlog
onderscheidingen.nl/decorandi/wo2/pt.html
online-familieberichten.nl
oorlogsgetroffenen.nl
oorlogsgravenstichting.nl
openarch.nl/indexen/23/beheersdossier_nederlands_beheersinstituut_1945_
1967
parlement.com
tracesofwar.nl
wikipedia.org
worldstatesmen.org
Mail en/of digitale informatie op USB-stick:
Hendrik Kuiper, benadrukking malversaties, O.C. Mellema, 21 mei 2021.
Gerard Olinga, leden BS in de gemeente Beerta, mei 2021.
Foppe Walters, dossier Gepkelientje Folgerts, 26 mei 2021.
Foto's HH: eigen verzameling.
De boerderij van Ebels in de Kroonpolder omstreeks 1900. Foto: FE.