Foto: Notaris Mr. Drs. Jacob Harmen Wildervanck de Blécourt en zijn echtgenote Heilena Alberts. Ingezonden door Ben van der Laan, Appingedam.
Notaris Mr. drs. Jacob Harmen Wildervanck de Blécourt, geboren 19 oktober 1862 te Appingedam en overleden 21 juni 1950 te Velp, woont in het laatste gedeelte van de 19e eeuw in Appingedam. Hij is een zoon van Mr. Lucas Wildervanck de Blécourt en Wilhelmina Tresling. Hij en zijn vrouw zijn begraven op de begraafplaats aan de Wierde in Appingedam. Zijn praktijk als notaris bedrijft hij in de oude gemeentesecretarie in de Wijkstraat. Dit pand is gebouwd in 1845 voor notaris mr. S. Reynders eerder burgemeester van Appingedam (1834-1843).
Jacob Harmen bedrijft zijn praktijk van 1891 tot 1896, hij neemt de praktijk in 1891 over van zijn vader, Lucas Wildervank de Blécourt, deze heeft het notariaat van (1861-1891). Hierna is Jacob Harmen nog notaris in Almelo, Velp en Bloemendaal en rustend in Velp, alwaar hij is overleden en begraven. Jacob Harmen is gehuwd met Heilena Alberts, geboren 8 mei 1863 te Deventer, overleden 26 oktober 1937 te Velp. In Appingedam wordt dochter Lucie Wilhelmina de Blécourt geboren op 25 augustus 1893[1]. Zij overlijdt echter al op de leeftijd van 2 jaar en 7 maanden op 17 april 1896[2].
Hij is een broer van de bekende Damster Professor Anne Siberdinus Wildervanck de Blécourt, hoogleraar in het oud vaderlandse recht in Leiden. Deze is rechter te Zutphen, Utrecht (1911) en in Den Haag (1914). Naar hem is in Appingedam een straatnaam vernoemd. Deze Anne Siberdinus, overlijdt op 8 november 1940 in Den Haag, als hij in 1939 ontslag in Leiden heeft genomen, hij is schrijver van diverse interessante boekwerken, o.a. Fivelgoer Landleven (1901). Dit boekwerk heeft veel lof geoogst, o.a. van de heer K. ter Laan een goede bekende van de professor.
Na Mr. drs. Jacob Harmen Wildervanck de Blécourt wordt het notariaat overgenomen door Sieberen Boltjes (1896-1904) waarna notaris George Cornelis de Lanoy (1904-1935) als laatste het specifieke notaris ambt uitoefent. Daarna wordt het pand gebruikt door de gemeente Appingedam als gemeentesecretarie (1937)[3].
Afb. boven: Aanstellingsakte van Jacob Harmen Wildervanck de Blécourt als notaris te Appingedam, getekend door de Minister van Justitie en koning Emma, regentes voor Wilhilmina. (Ingezonden door Ben van der Laan, Appingedam).
Notaris Mr. drs. Jacob Harmen Wildervanck de Blécourt heeft een brede belangstelling voor de Damster bevolking, in het bijzonder voor de talrijke Joden en dorpstypen die in zijn omgeving wonen en leven. Achter zijn praktijk, ligt de voormalige Molenhorn, door de bevolking destijds aangeduid als Moushorn of ook wel Mouspot. Dit is in die tijd een echte volksbuurt waar vele Joden hebben gewoond, evenals in de Broerstraat, Nieuwstraat en op de Wierde. Zodoende en mede door zijn praktijk heeft Jacob Harmen veel met deze inwoners van doen gehad.
De notaris vertrekt later uit Appingedam (plus minus (1896) naar Almelo, later Bloemendaal en vestigt zich tenslotte als rustend advocaat in Velp, vanuit deze woonplaats (1950) heeft hij vele artikelen geschreven over zijn vroegere plaatsgenoten, de Damster Jeuden, en de Damster Volkstypen. Deze verhalen zijn deels onbekend gebleven bij de Damster bevolking en nooit gebundeld uitgegeven.
Een aantal van deze verhalen zijn ingezonden door Ben van der Laan te Appingedam en worden www.nazatendevries geplaatst.
Foto links: graf van Jacob Harmen Wildervanck de Blécourt en zijn echtgenote Heilena Wildervanck de Blécourt - Alberts op de begraafplaats te Velp. (Ingezonden door Ben van der Laan, Appingedam),