Op 19 mei 1849 wordt in Oude Pekela Jacoba Maria geboren. De aangifte van haar geboorte wordt gedaan in tegenwoordigheid van Hilbrand Harms Pot, 71 jaar, oud schipper en Berend Drijfhamer 70 jaar, gemeentebode. Ze trouwt op 22-jarige leeftijd met Josephus Harmannus Baalman op 18 juli 1871. Hij is een zoon van Jan Baalman, koopman en Catharina Sleiper[1]. Uit dit huwelijk wordt o.a. een zoon geboren met de naam Bernardus Johannes (1886-1969)[2]. De ouders van Jacoba Maria zijn Liefke Wortelboer, grofsmid en Anna Catrina Bakkers (1819-1898). Maria Jacoba is vooral bekend geworden door ‘Wortelboer’s Kruiden’, ‘opgericht in 1881’.


Aloud recept?
Volgens haar reclame worden de kruiden bereid volgens een aloud recept van haar voorouders en zijn ze tot nu toe een beste huismiddel tegen vele ‘ongesteldheden en mogen ze in geen huisgezin ontbreken.
Door het gebruik van deze kruiden hebben duizenden sinds 1881 baat gevonden: slechte spijsvertering, trage ontlasting, gebrek aan eetlust, maagstoornissen, hoofdpijn, slijmhoest, gallijden, koortsigheid, influenza, ‘gevatte’ koude, enz.


Vele aanprijzing is overbodig, zegt haar reclame. Op 2 ½  maatjes of ¼  liter jenever, brandewijn, cognac, witte- of rode wijn, port, sherry, madera, malega of andere soort wijn en laat dat 12 uur of meer trekken (ook kan men deze kruiden in een theepot met kokend water laten trekken evenals thee) en neme van dat vocht 3 maal daags een á twee eetlepels vol of meer (kinderen 1 á 2 eierlepels) en men zal spoedig de heilzame uitwerking ondervinden.
Een pakje Wortelboer’s Kruiden in een stukje katoen of linnen, daarna in een ‘wijdmondsch’ bijvoorbeeld inmaakfles (weckfles) met een ½  liter jenever. Laat dit een dag staan en giet het extract in bitterflesjes. Men heeft dan een gezonde, goedkope en lekkere bitter, die alle andere bitters kan vervangen. Aldus Jacoba Maria Wortelboer.

 


 

 

Geen leugen of bedrog
Ze schrijft er verder nog bij dat het geen leugen of bedrog is en dat een pakje kruiden 30 cent kost. De kruiden zijn verkrijgbaar bij alle drogisten en winkeliers. Verder heeft ze ook pillen voor de maag. Gaat de ontlasting wat traag, is er gebrek aan eetlust, heb je hoofdpijn of last van gal of slijm, “binnen enkele dagen zult ge weer frisch en opgeknapt zijn”. De kruiden en pillen zuiveren het bloed, de maag in de ingewanden. Rond 1930 zijn ze wel wat duurder geworden. Ze kosten dan het dubbele, namelijk 60 cent. Helaas kan Jacoba Maria niet mooi schrijven en daarom heeft Mr. J.P.A. Wortelboer, ‘jeude Cohen’ dit voor haar gedaan. Echter deze zienswijze is niet juist. Deze Wortelboer heeft in 1977 een artikel geplaatst in een boekwerkje van Gruoninga, het tijdschrift voor genealogie, naam- en wapenkunde. Daarin schrijft hij over Jacoba Maria Wortelboer. Hierin verklaart hij duidelijk dat hij in het geheel géén familie is van Jacoba Maria en al helemaal geen bloedverwant is.


Een trotse, recht in de lens kijkende vrouw met wat bijna lijkt op een glimlach, kijkt je aan vanaf een wikkel met opdruk: “Wacht U voor namaak! Oprechte Wortelboer’s Kruiden”.


Er ligt een waas van geheimzinnigheid rond Jacoba Maria Wortelboer Kruiden.

 

Deze advertentie treffen we o.a. aan in het Geïllustreerd Stuiversblad van 1897, in Het Leven van 1922 en het Geïllustreerd Zondagsblad van 9 mei 1913.

Deze advertentie treffen we o.a. aan in het Geïllustreerd Stuiversblad van 1897, in Het Leven van 1922 en het Geïllustreerd Zondagsblad van 9 mei 1913.


Josephus Harmannus Baalman
Is het Josephus Harmannus Baalman, een doorgewinterde koopman en handelaar of is het zijn vrouw Jacoba Maria Wortelboer geweest, een illustere dame die volgens de tekst op de verpakking schrijft dat de kruiden vervaardigd worden volgens een oeroud familierecept?


Josephus Harmannus, wordt gezien als een man die in zijn leven veel beroepen heeft uitgeoefend. Een man van twaalf ambachten, dertien ongelukken. Een man die alles heeft aangepakt waarvan hij denkt geld mee te kunnen verdienen. Zo is hij op 31 januari 1857 op 12 jarige leeftijd al kajuitwachter op de kof Harmina[3], daarna is hij koopman, dienstbode en op 11 oktober 1862 inlandse kramer te Veendam.


In de bevoIkingsregisters van Vagtwedde is Josephus Harmannus BaaIman manufacturier te Ter Apel. Daar begint hij in 1881 met de firma ‘Jacoba Maria Wortelboer Kruiden’.

 


Kwakzalverij
In januari 1895 verschijnt er in het ‘Maandblad tegen de kwakzalverij’ een artikel over de genoemde kruiden en in juni van hetzelfde jaar wordt er zelfs een hoofdartikel aan deze kruiden gewijd.


Een deel van de volgende tekst letterlijk overgenomen uit het artikel:
“Tot ons leedwezen hebben wij weer eens een Nederlands product te bespreken. In het noorden van ons land, vooral in de provincie Groningen en Friesland, wordt door grote advertenties, de aandacht gevestigd op de kruiden van Jacoba Maria Wortelboer te Oude Pekela, o.a. op de volgende wijze: “Zijt gij verkouden? Hebt gij koude gevat? Hebt gij geen eetlust? Neem dan een pakje van mijne kruiden. Duizenden hebben er haat hij gevonden. En waarom zouden zij u niet helpen?” En dan volgt het bekende: “Doch wacht u voor namaak”. Een andere advertentie luidt aldus: “Duizenden hebben baat gevonden door het gebruik van een pakje kruiden waarop Jacoba Maria Wortelboer staat. Niet alleen tegen de influenza, maar ook tegen gevatte koude, lusteloosheid, slijm, hoest, volheid in de borst, slechte spijsvertering, trage ontlasting, roos, gal, hoofdpijn, pijn onder in den rug, vaak uit een ongestelde maag voortkomende, enz. ” De gebruiksaanwijzing, bij de kruiden gevoegd, die, evenals sommige advertenties, versierd is met het portret van Mej. Wortelboer (dit krijgt men dus op den koop toe) brengt ons nog verder op de hoogte: “Deze kruiden, bereid volgens het aloude recept van mijn voorouders, zijn tot nu toe het beste huismiddel tegen vele ongesteldheden en mogen in geen huisgezin ontbreken. Door het gebruik van deze kruiden zal men in vele gevallen van Dokter en Apotheker vrij blijven; bij slechte spijsvertering, trage ontlasting, hoofdpijn, slijm hoest, gal, roos, influenza, enz., heeft niemand ze gebruikt, of vond baat”.


“De aanprijzing is overbodig, men koopt slechts een pakje voor 30 cent, zet de helft op 2 maatjes jenever, brandewijn, cognac of wijn en neme van dat vocht 3 maal daags een eetlepel vol en men zal spoedig de heilzame uitwerking ondervinden”. Nu, of men werking zal ondervinden! Heilzame? Driemaal daags een eetlepel vol jenever of brandewijn zal, tenminste bij vrouwen en kinderen, niet zonder uitwerking blijven. Maar ook zonder de sterke drank zal men van deze kruiden uitwerking bespeuren; de vraag is echter of die werking heilzaam zal zijn en zo geneeskrachtig als ervan wordt voorgespiegeld?


De heer A.H. van Tubergen, te Haarlem, die een pakje kruiden heeft onderzocht, vindt daarin galanga-[4], gentiaan-[5] en kalmoeswortel, verder kina bast[6], sennabladen[7] en ... raad je het niet .... het brood van de kwakzalvers .... aloë[8].

 


Nu, vergaat bijna geen maand voorbij, waarin wij niet wijzen op het gevaarlijke van het voortgezet gebruik van aloë, en wanneer wij nu nagaan dat van een aftreksel van deze kruiden dagelijks 3 lepels moeten worden gedronken, dan behoeven wij niet nader uiteen te zetten, dat het gebruik van de kruiden op den duur schadelijk moet werken. Behalve de sterk laxerend werkende sennabladen zullen de andere stoffen geen kwaad doen; zullen ze echter goed doen? Als het te doen is om - met de jenever - een bittertje te bereiden, dan zal men zijn doel wel bereiken, maar als men daarvan genezing verwacht in tal van ziektegevallen, zoals Mej. Wortelboer belooft, dan zou men zich zeer teleurgesteld zien. Zelfs van een beetje kina, in de kruiden aanwezig, heeft men niets te verwachten.


Blijven dus over de laxerende middelen aloë en sennabladen, Nu zullen wij geenszins ontkennen dat, somwijlen, een huismiddel als laxeerrniddel genomen, ook zonder raad van de geneesheer, goede diensten, bij lichte ongesteldheden, kan bewijzen maar men behoeft, wil men daarvan gebruik maken, niet bij de fabrikante uit Oude Pekela te markt te gaan, en komt dan nog goedkoper terecht. Trouwens de kruiden zijn niet duur, zij kosten slechts 30 cent het pakje, en hierin ligt o.i. niet het grote bezwaar van de handelswijze van Jacoba Maria Wortelboer, Het gevaar schuilt meer in de aanbeveling om de laxeermiddelen, niet een enkele maal, maar 3 maal daags te gebruiken, wat, zoals wij zeiden, op den duur schadelijk moet werken naar bovenal daarin (en dit kenmerkt de kruiden juist als een kwakzalversmiddel) dat die genoemd worden “het beste huismiddel tegen vele ongesteldheden”.


Dit is niet waar. In vele ziekten, in de advertentie genoemd, zou men glad verkeerd doen het advies van Jacoba Maria Wortelboer op te volgen. Wij waarschuwen daar ernstig tegen; men zal het zichzelf slechts te laat kunnen verwijten, wanneer men de raad van Mej. Wortelboer gesteld heeft boven die van een geneesheer”.

 


Uitspraak Kantongerecht
Voor velen komt dit als verrassing. Achter Jacoba Maria Wortelboer’s Kruiden blijkt een man te zitten, Josephus Harmannus Baalman. Tot op heden heeft men zijn vrouw in staat van beschuldiging gesteld. Het gezin heeft eerder in Ter Apel gewoond. Daar staat dan ook al het Klooster Ter Apel. Bijna elke klooster heeft een kruidentuin voor medicinaal gebruik, en deze is meestal buiten het klooster gelegen. Weliswaar in Baalmans zijn tijd niet meer als klooster ¡n gebruik, maar toch... heeft hem dat dat inspiratie gegeven?


Gebruikt hij het portret van zijn vrouw en haar naam als handelsproduct? Of werkt hij samen met zijn vrouw?
Heeft zij toch de kennis via haar voorouders en hij de netwerken om hun product aan de man te brengen? Haar voorgeslacht bestaat echter uit smeden, zeevarenden en scheepsbouwers. Hoe het ook zij, als het tot een rechtszaak komt dan laat Josephus Harmannus verstek gaan.


Uit de Veendammer Courant van woensdag 6 maart 1895 het volgende bericht: “In de zitting van het kantongerecht te Winschoten van 4 maart jl. is Josephus Harmannus Baalman, bierverkoper te Oude Pekela, echtgenoot van Jacoba Maria Wortelboer, bij verstek veroordeeld tot f 100, - boete, of 30 dagen hechtenis, wegens het zonder daartoe bevoegd te zijn verkopen van een geneesmiddel ‘Oprechte Wortelboer’s Kruiden’ beneden ene hoeveelheid aangewezen door den minister van Binnenlandse Zaken’. Baalman wordt bij verstek veroordeeld.


Hij heeft dus geen opleiding gedaan tot apotheker of drogist. Voor 1865 is het uitoefenen van het vak drogist een door de Staat erkend bedrijf en de kandidaat-drogisten moeten examen doen, die worden afgenomen door een staatscommissie. Na 1865 kan iedereen die geneesmiddelen wil verkopen dat doen als hij zich maar houdt aan de beperkingen die de zogenaamde lijst C hen oplegt.

 


Het gevecht gaat verder
De strijd gaat verder. Het ”Maandblad tegen kwakzalverij” denkt dat ze deze strijd gewonnen hebben, maar al gauw laat de firma Jacoba Maria Wortelboer weer van zich horen. Kort na de veroordeling staan er diverse advertenties in de verschillende couranten met de tekst:


“Bericht! Het onderzoek van den Wel Ed. Heer Dokter J.J.L Van Rhijn te Winschoten heeft ertoe geleid, dat zich thans in mijne pakjes kruiden geen bestanddelen meer bevinden die door de geneeskunde schadelijk voor de mens worden geacht en die niet beneden een bepaald gewicht verkocht mogen worden, daar voor zijn in plaats Maagversterkende, Urine afvoerende Kruiden, enz., zodat mijn pakjes vrij verkocht mogen worden. Bestellingen worden wederom ingewacht door Jacoba Maria Wortelboer te Oude Pekela”.


Deze advertentie is tot stand gekomen zonder overleg met Dr. Van Rhijn. Iedereen die dit leest zou denken dat Dr. Van Rhijn er voor gezorgd heeft dat er niets schadelijks meer in de pakjes zit.


De waarheid echter is dat Dr. Van Rhijn, in opdracht van Justitie, de pakjes heeft onderzocht op hun inhoud, en hij heeft debet aan de veroordeling van de fabrikant van Jacoba Maria Wortelboer Kruiden. Dr. Van Rhijn reageert hierop door ook een advertentie te plaatsen waarin hij afstand neemt van de malafide advertenties. Wat heeft men gedaan?.


Onderzoek wijst uit dat de aloë uit de pakjes verwijderd is, maar het kalmoeswortel zit er nog steeds in. Dit is een stof die op lijst C staat, en nog steeds niet verkocht mag worden beneden de hoeveelheid van 200 gram door onbevoegden. Dit bewijst dat het de firma Jacoba Maria Wortelboer maar weinig kan schelen, als er maar verkocht wordt. In een hoofdartikel van het maandblad tegen kwakzalverij wordt wederom gewaarschuwd tegen de kruidenfabrikant: “Zal het publiek nu niet inzien dat het beet wordt genomen? De verkoop van kruiden wordt gevaarlijk - ook voor de verkopers - en al snel worden geheel nieuwe kruiden samengesteld en verkocht en met dezelfde aanbeveling afgeleverd. Aan dergelijke mensen vertrouwt men zijn gezondheid toe. En de mensen. Die blijven kopen en zweren nog steeds bij de pakjes kruiden. De enige die hier baat hij heeft is de fabrikant zelf.


Een heleboel reclame maken
De fabrikant van Jacoba Maria Wortelboer’s Kruiden laat zien dat hij van alle markten thuis is en met zijn tijd mee gaat. Er wordt een heel arsenaal aan reclameattributen verspreid, zoals luciferhouders en zakspiegeltjes, met daarop teksten. Vaak worden ze weggegeven bij aankoop van goederen in verschillende winkels die dienen als distributiepunt voor Jacoba Maria Wortelboer Kruiden. Ook ontdekt de fabrikant dat de weg naar de ouders via het kind loopt.

Rond 1900 deelt de firma Jacoba Maria Wortelboer lange linialen uit op scholen met daarop de mededeling dat zij geneeskrachtige kruiden verkoopt. Er worden potloden verstrekt met een grijsgroene schacht met opdruk: ‘gebruikt Wortelboers kruiden en Wortelboer’s pillen, betere middelen bestaan er niet’.


Ouders willen toch altijd het beste voor hun kinderen. En het kind leert lezen op school, terwijl ouders in die tijd dat vaak niet kunnen. Er duiken reclameboekjes op, zoals ‘Liesje’ en andere verhalen, met reclame van firma Jacoba Maria Wortelboer te Oude Pekela, die deze boekjes uitgeeft. De drukker van deze blaadjes drukt echter ook een zelfde soort blaadjes met reclame voor andere winkeliers. Er worden zelfs een rode en een blauwe zegel uitgegeven met het portret van Jacoba Maria Wortelboer. Door het weggeven van al die gratis spullen hoopt de fabrikant meer klanten aan zich te binden. Alles om de omzet te doen stijgen.


Het einde?
Jacoba Maria overlijdt op 17 maart 1914 als ze 64 jaar is[9], haar man in 1925. Hun zoon Gerhardus Hendrikes geboren 4 januari 1889, Nieuwe Pekela, huwt op 31-jarige leeftijd op 29 december 1920 in Hilversum Maria Cornelia Arends (1896-1969). De zoon overlijdt op 83-jarige leeftijd in Hilversum, waar hij ook begraven ligt. Hij noch zijn vrouw hebben het werk van Jacoba Mari nimmer voortgezet.


Het mag duidelijk zijn dat Jacoba Maria niet degene is geweest die de kruiden en pillen heeft bereid, maar haar echtgenoot. Intussen kwijt Jacoba zich van haar plichten als vrouw en baart tien kinderen, waarvan we er één hebben genoemd. Maria Wortelboer’s kruiden vinden we echter niet alleen maar terug in de geschiedenis. Een van de drie zoons neemt het bedrijf over. Hij verhuist in 1970 naar Zuidhorn als de verkoop in het oosten van Groningen economisch achteruit gaat. Daar wordt het bedrijf steeds groter. De kruidenmengsels van Wortelboer kunnen nog steeds gebruikt worden door er kruidenthee van te zetten of er kruidenbitters van te maken. Rond de millenniumwissel wordt door Sonnema Berenburg een kruidenbitter met de kruiden van Wortelboer op de markt gebracht. Door merkverwatering is uit Wortelboer's Kruiden de soortnaam wortelboerkruiden ontstaan. Deze kruidenmelanges worden tot op heden als zodanig verkocht.

Reint Sasker, voormalig eigenaar van een café en een sigarenzaak in Oude Pekela, krijgt op verzoek na het jaar 2000 nog zakjes kruiden via nazaten van Baalman aangeleverd. Bij het pakketje zit tevens een rijmpje: ‘Voor de maag, ontlasting wat traag, koorts, griep, gal of slijm, binnen enkele dagen zult ge weer fris en opgeknapt zijn’.
In 2012 zijn de kruiden van Jacoba Maria Wortelboer, zij het in een andere samenstelling, in Amsterdam nog steeds te koop[10].

 

Meer lezen: Jan-Paul Wortelboer, De naam Wortelboer in relatie tot de Wortelboerskruiden. (PDF)



Noten:
1 Huwelijksregister Oude Pekela 1871, aktedatum 18-07-1871, aktenummer 25.

2 Geboorteregister Oude Pekela 1849, aktedatum 19-05-1849, aktenummer 51.

3 Een kofschip is oorspronkelijk een zeilschip van ca. 12 meter lang geweest voor kust- en binnenvaart. Het lijkt veel op een smak en heeft een ronde voor- en achtersteven, een platte bodem en zwaarden. Het schip voert meestal twee masten. Na 1735 komt er een versie voor dieper water, met een scherper voor- en achterschip, en zonder zwaarden. Dit type wordt wel een schoenerkof genoemd.

4 Laos (Alpinia galanga) is een plant uit de familie Zingiberaceae. De plant wordt ook wel Thaise gember of galanga genoemd. Het is een meerjarige plant uit de tropen.

5 Gentiaan (Gentiana) is een geslacht uit de gentiaanfamilie (Gentianaceae). Het geslacht kent ongeveer vierhonderd soorten, die voornamelijk in gematigde bergstreken van het noordelijk halfrond en de Andes voorkomen. In Europa komen 35 soorten voor, vooral in de Alpen. Het geslacht baardgentiaan (Gentianella) wordt met onder meer de soort veldgentiaan (Gentianella campestris) voorheen ook ingedeeld bij de gentianen.

6 Kina of Quina (Cinchona) is een geslacht van ongeveer 38 soorten planten uit de familie Rubiaceae, uit het tropische Andesbos in westelijk Zuid-Amerika. Het zijn planten met een medicinale toepassing, bekend als bron voor de organische stof kinine en andere grondstoffen.

7 Senna is een geslacht uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). The Plant List [28 januari 2012] erkent 263 soorten. Volgens de Flora of China bestaat het geslacht uit circa 260 soorten die voorkomen in tropische gebieden.

8 Aloë (Aloe) is een geslacht van bloeiende, succulente planten waartoe ongeveer vierhonderd soorten behoren. Het natuurlijk verspreidingsgebied is beperkt tot Afrika: van Zuid-Afrika tot tropisch Afrika, en naburige gebieden zoals Madagaskar, het Arabische schiereiland en verschillende Afrikaanse eilanden. Veel soorten hebben zich ook in andere delen van de wereld gevestigd. Een groot aantal soorten van dit geslacht wordt op grote schaal gekweekt als tuin- en sierplanten. De Aloë vera wordt ook gebruikt omwille van de geneeskrachtige eigenschappen die sinds eeuwen aan de plant worden toegeschreven. Het gelachtige sap dat zich in de dikke bladeren bevindt, kan gebruikt worden als eerste hulpmiddel bij brandwonden of laxeermiddel. In Azië wordt de plant ook gebruikt in allerhande frisdranken of als theeadditief.

9 Overlijdensregister Oude Pekela 1914, aktedatum 17-03-1914, aktenummer 31.

10 Tekst naverteld naar Jan Aijold Kuiper. Een artikel over de Firma Jacoba Maria Wortelboer Kruiden.

 

Noten, bronnen en referenties:

Bronnen, literatuur en referenties:
- Pekelder kruidenvrouwtje bleek Kruidenmannetje, Verhalen van Groningen, Tammo Tillema
- Jacoba Maria Wortelboer op Wikipedia.
- Nieuwsblad van het Noorden, 4 september 1978, Wortelboer’s kruiden tegen allerlei kwalen.
- Mr. J.P.A. Wortelboer in Gruoninga, 1977.
- Marie Louise Schipper, Jacoba’s hete bliksem.
- Naverteld van Jan Aijold Kuiper. Een artikel over de Firma Jacoba Maria Wortelboer Kruiden.
- Afbeeldingen: uit diverse couranten.

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 15 juli 2024.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
Klik hier om naar het menu ARTIKELS te gaan.
Klik hier om terug te gaan naar de HOMEPAGE.
Top