Periode 1965 - 1969
In deze periode woon ik met mijn ouders in de boerderij op de wierde van Heveskesklooster naast de bunker. Mijn ouders hebben er gewoond tot 1975 en verhuizen dan naar de Poststraat in Finsterwolde. De boerderij komt vervolgens leeg te staan, wordt niet meer bewoond, wat ook onmogelijk is geworden door de komst van ESK, (nu ESD-SIC BV) enkele jaren eerder en iets verder de Kloosterlaan op naar het zuiden. Het bedrijf maakt siliciumcarbide, een kunststof, bijna zo hard als diamant dat in de industrie wordt gebruikt als slijpmiddel, daarbij wordt elektriciteit gebruikt. Mijn ouders moeten wel verhuizen, want het bedrijf stoot zwaveldioxide uit dat zorgt voor een enorme verzuring en uitstoot van stof. Regelmatig komt het tot een soort 'ontploffing'. De hele omgeving, waaronder de boerderij, komt dan onder een dikke stinkende laag stof te liggen en ook binnen in de woonruimte, de stallen en de deel verspreidt zich zwarte stof, waardoor geen leven meer mogelijk is. Op een gegevend moment heeft mijn vader moeder op de vloer in de kamer gevonden, bijna levenloos, als hij haar vervolgens naar buiten sleept, komt ze langzamerhand weer bij zinnen: Koolmonoxidevergiftiging. Vervolgens komt het de weken erna regelmatig tot een ontploffing bij de ESK, waardoor het in huis een zwarte boel wordt. Daarom wordt het besluit genomen om te vertrekken van de boerderij, wat (vooral mijn vader) enorm zwaar valt. In de jaren tot 1969 studeer ik aan de Rijkskweekschool in Winschoten aan de Mr. Stikkerlaan, na eerst nog een poosje te hebben doorgebracht aan de oude Kweekschool aan de Engelselaan in dezelfde plaats. In het weekend ga in naar mijn ouders in HeveskekloosterZelf ben ik in 1969 vertrokken naar de Sportlaan in Nieuw Buinen, waar ik in de kost ben gegaan bij de familie Meesters, om vandaar uit mijn eerste baan te gaan uitfenen als onderwijzer aan de LOM klas van School 15 aan het Noorderdiep te Nieuw Buinen. Ik heb er zes jaar gewerkt. Het laatste jaar heb ik de klassen 3 en 4 onder mijn hoede gehad. De school staat er nog wel, maar is niet meer als zodanig in gebruik. In latere jaren is er nieuwbouw gepleegd aan het Zuiderdiep.
In deze perode kom ik in contact en raak ik bevriend met W.J. (Wiert Jacob) Eelssema (1902-1970) die in Nieuwolda woont, schrijver, recensist en 'historicus'. Hij schrijft boeken, toneel en artikels in kranten en doet geheimzinnig over zijn afkomst en de pseudoniemen waaronder hij ook schrijft, Bibiane Gaaikema en Jan Hendirk Vos. Hij wordt mijn steun en toeverlaat, niet alleen als ik problemen heb met mijn studie, maar ook weet hij mij leiding te geven in mijn loopbaan als onderwijzer en onderzoeker van de Groninger historie. Aan hem heb ik veel te danken. Op zondagmorgen tegen de middag fietst de lange man met zijn spierwitte haren regelmatig over de Kloosterlaan in noordelijke richting naar de boerderij waar wij wonen. Het eerste wat hij doet, is het oplichten van de deksel van de pan, om te kijken wat er die middag gegeten wordt. Steevast zit hij dan ook vaak op zondag bij ons aan tafel. Helaas overlijdt hij plotseling in 1970. Ik mis hem nog steeds. In leven belooft hij mij zijn boeken over Groningen en zijn Gronings archief. Helaas het mocht niet zo zijn. Al die jaren ben ik op zoek naar meer gegevens over hem en mis ik zijn foto's. In 2016 is het dan eindelijk zover en schrijf ik een boek over hem: 'Biografie van Wiert Jacob Eelssema', met als ondertitel 'Om den brode geschreven'.
Voor mijn studie aan de Kweekschool maak ik een scriptie over de 'Romaanse en Romano-Gotische kerkelijke bouwkunst in de provincie Groningen'. Eelssema voorziet mij van de nodige stof, boeken, aantekeningen en verhalen. In Delfzijl vind ik een boekenhandel die mij kan helpen aan boeken over bouwstijl(en), maar vooral de bezoeken die ik samen met Eelssema maak naar verschillende kerken, de (her)opening van de borg Verhildersum, de bezoeken aan diverse oude boerderijen, de kunstexpositie "Beeld en Route", een landschappelijk kunstproject
dat zich slingert door de dorpen van Ter Apel naar de Waddenzee en de Grote Markt van Groningen, en de eskapades in de boerderij van (kunst)boer Albert Waalkens (1920 - 2007) in Finsterwolde, maken van mij een ware liefhebber van oudheden, archeologie, kunst en cultuur. Daarbij leer ik ook kunstenaars kennen als Siep van den Berg, Karl Pelgrom, Gjalt Blaauw en Harri Huysman en zie ik in de verbouwde koestal tot kunststal W.F. Hermans en Gerard van het Reve. 'Beat en Beam' is ook een kunstuiting in Finsterwolde geweest, een licht- en klankspel waarbij zwevende dames door de stalllen dolen. Bij elke opening van een bepaalde expositie is er wel iets bijzonders. Vooral de muzikaal ondersteunde openingen door The Ro-d-ys uit Oude Pekela (Just Fancy, ze zitten bij mij op school..) zijn me bijgebleven. Een enkele keer kom ik met Eelssema ook bij Simon van Wattum over de vloer. Zie ook 'W.J. Eelssema' voor een uitgebreider verhaal over hem.
Terug naar de wierde
De wierde heeft een bijzondere aantrekkingskracht op de nog jonge Harm Hillinga, student aan de kweekschool te Winschoten. De arbeiders van Westers komen met verhalen over ondergrondse tunnels die van het voormalige klooster naar Oterdum lopen. Ze vertellen over een paard met wagen die ze diep in de grond hebben gevonden met de boer nog op de bok en over karrevrachten met kloosterstenen en tegels die ze van boer Westers uit de bovenlaag van de wierde hebben moeten graven en hebben gedumpt om er wegen mee te verharden. Over muren en bogen onder de grond, die ze hebben weggehaald om de grond beter geschikt te maken voor de landbouw. Alleen het laatste blijkt op waarheid te berusten...
Student Harm gaat op zoek met een prikstok en stuit in de wierde op een stenen muur waarvan het geheel de omvang zou kunnen hebben van een gebouw. De lengte ervan bedraagt meer dan vijf meter. Fundamenten van het klooster, de kerk, een toren? In de bovenlaag ontdek ik toch nog een paar geglazuurde tegels, kloostermoppen en scherven. Nieuwsgierig geworden kom ik in aanraking met de drs. J.W. Boersma(†2015) van het BAI in Groningen. Hij vertelt dat er inderdaad een (Johannieter) klooster op de wierde heeft gestaan, maar dat er geen middelen en mogelijkheden zijn voor een onderzoek. De eerste scherven waarmee in kom aandraven, zijn welliswaar erg oud, maar zijn niet meer terug te brengen in een oorspronkelijke vorm. Toch is Boersma er blij mee, omdat de datering vóór de jaartelling moet liggen. Vervolgens komen twee arbeiders van Westers (waaronder Edsko Bos) aanlopen met scherven die ze vinden in een sloot aan de rand van de wierde die ze aan het uitgraven zijn. Ook deze scherven gaan naar Boersma. Van hem krijg ik een foto terug (zie foto's hieronder), waarin ze zijn samengevoegd tot één geheel. Deze pot komt niet uit de kloostertijd, maar dateert van ver daarvóór, zo verkondigt hij. Achter zijn woorden gaan echter ook waarschuwingen schuil. "Blijf zoveel mogelijk van de wierde af. Er is al zoveel kapot gemaakt...".
Periode 1982-1988 In de jaren 1982-1988 zijn er op het terrein van de wierde de Heveskesklooster opgravingen gedaan door het BAI (Biologisch Archeologisch Instituut) te Groningen onder leiding van archeoloog †drs J.W. Boersma. De opgravingen worden in deze periode noodzakelijk omdat Kaweckie wil uitbreiden naar het zuiden. Een noordelijk deel van de wierde wordt voor een groot deel archeologisch onderzocht, het terrein onder, achter en ten zuiden van de boerderij blijven onaangetast. Hiervoor komt geen geld op tafel en bovendien ziet Kaweckie plotseling af van uibreiding in zuidelijke richting en zoekt men meer mogelijheden naar het oosten.
In het menu 'Kloosters' onder 'Heveskesklooster' vind je alle artikelen over dit Johannietklooster.
|
||||||||||||||||||||||||
|