Dronefoto van Winschoten met de kerk en de toren. Foto: ©Jur Kuipers.
.
Toren d’Olle Witte met roemrucht verleden
De bij de Marktpleinkerk behorende klokkentoren staat op 23 meter van het kerkgebouw. De in roodbakkende Groninger klei opgetrokken toren is later gebouwd dan de kerk (vermoedelijk in de 15e eeuw, elders wordt ook 13e eeuw genoemd) en in fasen verhoogd tot 41 meter. De toren dankt zijn naam aan de witte bepleistering die hij van 1856 tot 1931 heeft gehad. Oorspronkelijk zijn er twee luidklokken uit 1773 en 1826. Bij de restauratie van de toren in 1930-1931 is de bouwvallige spits vervangen door een achtkantige lantaarn met koepeldak, ontworpen door de gemeentearchitect Derk Bolhuis. Sinds mensenheugenis is de betrekkelijk lage toren uitgerust geweest met een puntdak zoals dat op oude ansichten (zie bijv. foto onder) nog mooi is te zien.
Boven: d'Olle Witte op 1 augustus 1893. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
De klokken
SANCTUS VYTH BYN ICK GENANTH / OM CHRISTI BLOET DROECH IK DER MYNNEN BANT / OECK KATHERINA WELHELGER MAGET / OM CHRISTO TO STERVEN WORT IC NYE VERSAGET / DOE DESSE KLOCK WERT GHEGOTE / DOE WAS MEISTER TONNIS KERKER TOE WINSCHOTE / ARNOLDUS DE WOU ME FECIT ANNO DOMINI MCCCCCIIII.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Archief kerkvoogdij Winschoten, inv. nr. 23. Misschien noemt dit in of na 1826 vervaardigde afschrift naam van kerkheer ten onrechte TONNIS, immers, 5 december 1504 was Tammo pastoor. Zie: GAG, Register Feith 1554, nr. 47. GDW, blz. 138, nr. [488].
GEGOTEN IN HET JAAR 1773, TOEN DOCTER HINDRIK RUDOLF HOETH EN DE ERENVESTE KOOPMAN HINDRIK POST KERKVOOGDEN EN DOCTER DERK MESTINGH ELIGEERDE TE WINSCHOTEN WAREN. J. BORCHHARD FUDIT ENCHUSAE A° 1773.
N.B. Afgebeeld: NPT, 1950, blz. 218/219, alwaar niet alle letters met krijt opgewerkt. GDW, blz. 755, nr. [4157].
Boven: De d'Olle Witte tussen 1900 en 1910. Mogelijk uitgegeven als prentbriefkaart. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Links: Uitsnede van een ansichtkaart. d'Olle Witte tussen 1920 en 1930 gezien vanaf de Langestraat en Gouden Pand. Uitgever: J.W. van der Veen. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Gevangene tegen wil en dank
9 december 1913:
‘Te Winschoten had de sladsuurwerkmaker zich in den toren begeven om het uurwerk op te winden. Terwijl hij boven was verscheen de politie met een arrestant, om deze in een der cellen beneden in de toren in verzekerde bewaring te stellen. Daarna ging ze alle deuren, ook de trapdeur naar boven sluiten, waardoor de uurwerkmaker gevangene tegen wil en dank werd. De man wist ten slotte niet beter te doen dan aan de klok te trekken en dat middel hielp. Het gebengel op dit ongewone uur deed de politie een onderzoek instellen, waarna de onschuldige arrestant kon bevrijd worden’[1].
Beschonken personen in de toren
'De arrestantenlokalen in de toren en het stadhuis te Winschoten zijn maandagochtend in december 1915 reeds vroegtijdig door beschonken lieden zo overbevolkt, dat er volgens de Winschoter Courant geen plaats voor nog meerdere beschonken lieden is te krijgen'[2].
Links: d'Olle Witte im de steigers tijdens de verbouwing in 1930. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Plannen voor verbouwing
Rond 1929 ontstaan plannen om de toren te verfraaien, te verhogen en zelfs te voorzien van een carillon, zoals dat een Hollandse stad betaamd. De punt wordt tot de vierkante torenromp afgebroken, waarna het rondom in de steigers wordt gezet.
Er wordt ruim f35.000 bijeengebracht, waarvan f25.000 voor herstelwerkzaamheden en f12.000 voor een carillon. Om de toren in de vroegere toestand terug te brengen zal er nog een verdieping worden aangebracht[3]. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen keurt het plan goed en er kan worden aangevangen met de werkzaamheden. Als alles vlot verloopt kan het werk per 1 december 1930 e.k. gereed zijn, aldus 'De Standaard' op 20 juni 1930[4].
Op 25 november 1930 wappert de vlag op de toren. Er wordt ‘gericht’, zoals dat in de volksmond heet. In dit geval bestaat het om de storting van het laatste gewapende beton in de koepel van de toren. ‘Misschien komt de spits met het ‘paardje’ er vandaag ook nog op’, zo meldt de krant[5].
Twee nieuwe geledingen zijn in de jaren 1930 en 1931 op het onderstuk gezet waarvan het bovenste bestaat uit een koepel van beton waarin het carillon wordt geplaatst.
Foto links: Uitsnede van een ansichtkaart. De toren tussen 1935 en 1940 gezien vanaf het Marktplein.
De nieuwe Winschoter toren in zilver
Op weg naar het gereed komen van de aanpak van de toren heeft de firma Gebr. Kanning, goud- en zilversmid in Winschoten, de gedachte, de nieuwe toren, die zienderogen zijn voltooiing nadert, in klein model en in fraaie uitvoering, onder het bereik van het publiek te brengen. Zij heeft zilveren theelepeltjes voorzien van een afbeeldsel van de nieuwe toren, zoals men hem straks met 'het brokje' huizen er om heen, zullen zien vanaf het bekende punt op het marktplein trots ten hemel zal zien wijzen. ‘Wij hebben ons van de zeer getrouwe afbeelding van de nieuwe toren, alsmede een fraaie afwerking van deze zilveren theelepeltjes kunnen overtuigen’. De firma Kanning, bestaat op dat moment in Winschoten sinds 1840. Vooral met het oog op Sint Nicolaas wil de firma dit nieuwe artikel in ’t bijzonder de aandacht vestigen[6].
De toren gezien vanaf het Marktplein in 1972. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Carillon
Wat zou de reden kunnen zijn geweest, dat de Winschoters het carillon, met 23 (elders lezen we 25) klokken, niet bij Van Bergen in Heiligerlee bestellen maar bij Eijsbouts in Asten bij Eindhoven. Eijsbouts is een toonaangevende klokkengieter en maker van klokkenspelen, maar bestelt het Winschoter klokkenspel op zijn beurt weer bij de beroemde gieterij Gillett en Johnston Ltd in Croydon, onder de rook van Londen. Daarmee krijgt Winschoten een topstuk in de toren.
De klokken worden door de Duitse bezetter in WOII echter gevorderd en omgesmolten, maar in 1947 komt er een nieuw beiaard, nu wel van klokkengieterij Van Bergen te Heiligerlee. Deze telt 34 klokken (elders lezen we 35)’. In dat jaar fungeert de heer Teygeler, klokkenist te Ermelo, tijdelijk als beiaardier.
Piet Zwart Jzn is organist en beiaardier in Middelstum, maar wordt in 1953 organist in Winschoten en stadsbeiaardier[ 7]. In juni 1956 worden er nieuwe melodieën op het carillon geplaatst en speelt Jacob Evers, stadsbeiaardier te Groningen op het carillon van Winschoten[8]. De nieuwe liedjes zijn: vol uur: Alle man van Neerlands stam; kwart over: een regel, Neem Heer mijn beide handen; half uur: Comt nu met sangh; kwart voor: een regel, Weet gij hoeveel sterren kleven ? ‘Ons carillon zal voortaan waarschijnlijk twee keer per jaar verstoken worden (voorzien van nieuwe liedjes), en dan door onze plaatsgenoot de heer Lammert van Dijken’[9].
Einde van het klokkenspel
Het klokkenspel is door gemeentelijke bezuinigingen sinds 2013 niet meer met regelmaat te horen. De positie van stadsbeiaardier wordt opgeheven.
Terug in de tijd
Alles wijst erop dat het in eerste aanleg een 13e eeuwse toren is geweest zoals we die kennen van Zuidbroek. Een hoge toren met een zadeldak tussen topgevels. Als we het muurwerk goed bekijken is te zien dat de muren van kloosterstenen halverwege overgaan in een modernere steen. Ooit is het vierkante onderstuk vernieuwd.
Geschiedenis
Uit de geschiedenis is bekend, dat er nogal wat in en rond de toren is gevochten. In 1593 verschanst Johan Moda zich met zijn soldaten in de kerk als ze worden aangevallen door de Spanjaarden onder Verdugo. In het rampjaar 1672 verschijnt Bommen Berend met zijn troepen in het Oldambt en worden grote delen bezet. Na de mislukte belegering van de stad Groningen trekken de Münsterse troepen zich terug op de vesting Winschoten, waaruit zij na een felle strijd door kolonel Jorman worden verdreven.
Dat alles zal ook zijn sporen hebben nagelaten in de toren van Winschoten. Bij het blootleggen van het fundament in 1930 zijn twee zware kanonskogels gevonden en daarbij een hoop beenderen. De bevolking houdt het voor mensenbotten, maar architect Bolhuis gaat er vanuit dat het botten van een paard zijn. De kanonskogels zijn ingemetseld in de benedenverdieping.
De Sint Vituskerk op het Marktplein met rechts d'Olle Witte. Foto: Ulamm, 29 juli 2016. Licentie: Creative Commons.
Afbraak
Alles wijst erop dat de oude toren zo gehavend is geweest, dat wordt besloten tot de afbraak van de topgevels en de bovenste helft van het torenlichaam. Met nieuwe stenen wordt de toren weer op hoogte gebracht en afgesloten met een rollaag met zandstenen hoekstukken en een puntdak. We weten, aan de hand van een datering op een van de hoekstukken, dat dit is gebeurd in 1678. Ook de gevangeniscellen op de eerste verdieping zijn toen vrijwel zeker aangebracht. Ze zijn nog steeds aanwezig, maar zijn uiteraard niet meer in gebruik.
Bij de ingebruikneming van de toren en het klokkenspel wordt flink uitgepakt. Winschoten viert feest. Een klein schaduwrandje is het ongeval in april 1931, als de 55 jarige bouwvakker, M. Musch van een hoogte van 15 meter naar beneden valt en ‘in hoopenlozen toestand naar het R.K. ziekenhuis werd overgebracht’. Enkele landelijke kranten spreken van ‘doodgevallen’ [10] maar de Winschoter Courant laat weten, ‘de toestand liet zich nogal ernstig aanzien, doch blijkt thans nogal bevredigend te zijn…’ Heeft Musch zijn val dan toch overleefd?
Het klokkenspel van de Olle Witte op grammofoonplaat
Het is 12 september 1935 als de reportagewagen van de AVRO naar Winschoten komt om het klokkenspel in de toren op te nemen. Later is de opname op de radio te horen.
Jaren verstrijken
Dat de toren ook in 1965 niet in een al te beste staat blijkt te zijn, lezen we op 6 oktober van dat jaar in de krant. ’s Morgens omstreeks half tien rijdt een zekere C.U. uit Veendam door de Torenstraat op zijn brommer als er een brokje stucwerk van een hoekpilaster van de toren op zijn helm terecht komt. Later op de dag wordt in het ziekenhuis van Winschoten geconstateerd dat hij een lichte hersenschudding heeft opgelopen[11].
'Peil van jeugd niet hoog genoeg voor N.H.-toren van Winschoten'
'Peil van jeugd niet hoog genoeg voor N.H.-toren van Winschoten'
Dat kopt het Nieuwsblad van het Noorden op 21 november 1966. De Nederlands Hervormde Gemeente van Winschoten heeft besloten de toren tijdens bijzondere dagen niet meer voor de jeugd open te stellen. Bij de Allerheiligenmarkt heeft de jeugd er druk gebruik van gemaakt. Voor een kwartje kunnen ze de toren beklimmen om dan vanaf de transen stad en markt te kunnen overzien. Echter ze hebben daarbij alle gloeilampen in de toren om zeep gebracht en steentjes naar voorbijgangers gegooid en ‘gelijk baliekluivers’ naar beneden op de passanten gespuugd. ‘Wie in het publiek verschijnt moet thuis enige opvoeding hebben genoten en wie er wat boven uit wil steken moet er twee porties van hebben meegekregen’, aldus de mening van de Kerkvoogdij[12].
De toren gezien vanaf de Torenstraat. Bron: Michiel Verbeek, 1 sept. 2012. Licentie: Creative Commons.
Toren met carillon voor één gulden verkocht.
Overname door de gemeente
In 1972 gaat de gemeente Winschoten het carillon en de toren van de Hervormde gemeente overnemen voor één gulden. De toren en het uurwerk verkeren in slechte staat en er moet voor vijftigduizend gulden aan herstel worden uitgegeven. De gemeente denkt dit te kunnen bekostigen met giften van particulieren en met geld dat Nijverheid en Handel voor dit doel over heeft[13].
Het Winschoter carillon heeft de langste tijd gespeeld als niet snel de toren, waarin het is opgehangen, onder handen genomen wordt. De kerkvoogdij van de Hervormde kerk, eigenaresse van toren en klokkenspel, kan dat niet betalen en heeft de toren voor een gulden aangeboden aan de gemeente.
Het onderhoud van het carillon drukt zwaar op de kerkelijke financiën, maar overnemen door de gemeente Winschoten is erg moeilijk. In de kerkelijke boeken staat het carillon nog genoteerd voor een slordige f 70.000 als bezit. En die zullen op tafel moeten komen. Of de gemeente zal toehappen staat nog te bezien. Het carillon is in de dertiger jaren in de eeuwenoude toren gehangen. Het geld ervoor is bijeengebracht door Winschoters, die renteloze leningen hebben gegeven op schuldbekentenissen. Jaarlijks is een deel van die schuldbekentenissen uitgeloot, maar lang niet alle ‘aandelen’ zijn ter verzilvering aangeboden. Zo weet niemand hoeveel schuld in feite nog op het carillon rust. Die onzekere factor maakt het voor de gemeente onmogelijk het carillon zonder meer te kopen. De VVV in Winschoten is ongerust over 't lot van het carillon. In haar vergadering in hotel De Vrijheid wordt bekend, dat de kerkvoogdij het carillon gaat verkopen als de gemeente het niet wil overnemen.... De VVV zal zich tot de gemeenteraad en tot Handel en Nijverheid wenden om te proberen dat onheil te keren. Ze heeft steun toegezegd bij de pogingen het carillon te behouden. De toren zelf is ook ernstig in verval. Twee jaar geleden zijn grote brokken beton naar beneden gekomen. Provisorisch is de zaak toen hersteld. De gebreken worden steeds groter en ook de elektrische leidingen voldoen nauwelijks meer aan de voorschriften. Daardoor is het ook al onzeker of het carillon kan blijven spelen. De dienst gemeentewerken van Winschoten is al aan het rekenen geslagen hoeveel herstel kost[14].
Tot slot
Uiteindelijk is de gemeente nu eigenaar van d’Olle Witte en het carillon, maar de allure van weleer is voorbij. De toren is nu een Rijksmonument (nr. 39012).
Opmerkelijk: Een van de gevorderde klokken rond 1942/43 is mogelijk bewaard gebleven en bevindt zich nu (volgens) de RCE in het Friese Dongjum (foto links). Monumentnr. 15851.
Beschrijving: Gt: G. van den Dam. - Gj: 1553. - Dm: 108 cm. - Gw: 790 kg. - Rn: 2-C-53 = 2-M-116. - Ug: 8-4-1943. - Vv: Giethoorn.
Opschrift: ICK PASTOER HER FEDDE TOE DONGHV M HARMEN VAN OLDESAL M GERRIT VAN DEN DAM 1553. - Figuurreliëf: heilige, geknield voor H. Hubertus? Uitleg afkortingen: Gt: = klokkengieter of klokkengieters; Gj: = gietjaar; Dm: = diameter in centimeters; Gw: = gewicht in kilogram; Rn: = oorlogsregistratienummer; Ug: = uitgenomen op genoemde datum; Vv: = bijzonderheden aangaande uitname en transport.
Meer lezen: De Marktpleinkerk of Grote Kerk.
|