Foto links: De kerk van Krewerd gezien vanuit het zuidwesten.
De Nederlands Hervormde kerk van Krewerd ligt op de dorpswierde en dateert volgens schriftelijke bronnen uit omstreeks 1280. De rijke weduwe Tyadeke laat dan de kerk bouwen en schenkt het gebouw daarna aan de abdij Bloemhof te Wittewierum. De kerk is gewijd aan Maria. Ze is gebouwd in Romano-Gotische stijl, zoals die zich toont in haar in volle bloei. Het grondplan is een eenbeukige kerk met een rechtgesloten koor. De toren is jonger dan het schip en stamt uit de 15e eeuw. Ook het westelijk schipgewelf is in die eeuw vernieuwd. De gotische toren heeft twee geledingen en een tentdak.
Aan de noordzijde bevindt zich een traptoren. In 1782 heeft de kerk de westingang onder de toren gekregen. De laatste keer dat de kerk is gerestaureerd is van 1967 tot 1973; de kerk is in eigendom van Stichting Oude Groninger Kerken. Foto links: De herenbank
Het kerkgebouw bestaat uit drie traveeën, gescheiden door lisenen. De gevelindeling van de zuidmuur laat een indeling in een boven- en een benedenzone zien. De benedenzone heeft van de grond opgaande smalle, spitsbogige spaarvelden en enkele rondboogopeningen. De bovenzone heeft smalle spitsboogvensters telkens geflankeerd door spitsboognissen met siermetselwerk. Zowel de vensters als de nissen zijn door kraalprofielen omlijst. De muur wordt aan de bovenzijde afgesloten door een flauw spitsboogfries. Linksboven onder de dakrand is nog een restant van een tandfries zichtbaar. De lage vensters in de zuidzijde van de koormuur en op de scheiding van schip en koor zijn van jongere datum. Ze moeten vermoedelijk zicht bieden op het hoofdaltaar of licht verschaffen voor de zijaltaren, die onder de doxaal hebben gestaan.
De rechte koorsluiting heeft in de benedenzone vijf van de grond opgaande spitsbogige spaarvelden en daarboven drie smalle spitsboogvensters, waarvan de middelste het hoogst is. De vensters zijn omlijst door kraalprofielen.
Foto links: Exterieur van het koor gezien vanuit het oosten
De oorspronkelijke topgevel is in de 19e eeuw afgebroken. Ter vergelijking kunnen de topgevels van het dwarsschip van de kerk te Holwierde of de oostelijke koorgevel van de kerk te Leermens worden bekeken. De noordzijde van de kerk volgt wat de indeling betreft de gevelindeling grotendeels de zuidzijde. Een interessant detail aan deze zijde is de tegen de toren geplaatste meerzijdige traptoren. Het gebouw bestaat uit drie traveeën. De koortravee en de middelste travee hebben meloenvorige koepelgewelven met acht ronde ribben, zoals dat zo kenmerkend is voor de romangotiek. De westelijke travee, uit ongeveer 1400, heeft een gotisch kruisribgewelf.
Foto links: Interieur naar het oosten met het orgel en de preekstoel.
Het in deze kerk gemetselde halfopen arcadedoxaal dateert vermoedelijk uit ongeveer 1300. Het bestaat uit een achterwand met middendoorgang aan de koorzijde en drie gepleisterde rondbogen aan de schipzijde. De middelste boog geeft via een dubbele deur toegang tot het koor. Onder de buitenste rondbogen hebben waarschijnlijk zijaltaren gestaan. Op de galerij boven de rondbogen staat het orgel. Het Romano-Gotische koepelgewelf van de westelijke travee is rond 1400 vervangen door een gotisch kruisribgewelf. Op het gewelf zijn prachtige schilderingen aangebracht. De kerk bezit een van de oudste nog bespeelbare orgels van Nederland, uit 1531. Andere orgels met de claim van oudste orgel zijn Alkmaar, Jan van Covelens 1511, en Oosthuizen eveneens Jan van Covelens 1521. Van het orgel van Oosthuizen wordt dit sinds de laatste restauratie in 2003 in twijfel getrokken. Het orgel van Krewerd is in 1531 gebouwd door een onbekende bouwer met gebruikmaking van 15e eeuws pijpwerk. In de loop van de tijd reparaties en aangebrachte wijzigingen: 1634 kas gedecoreerd, 1731 Nicolaas Anthoni Willembroek, 1857 Herman Eberhard Freytag, 1924 Jan Doornbos en 1975 Albert Hendrik de Graaf. Bij de laatste restauratie is Klaas Bolt adviseur geweest. Het orgel heeft één manuaal met zeven stemmen en aangehangen pedaal. Het front van het orgel is geheel vlak, een typisch kenmerk van een gotisch orgel, de luiken zijn beschilderd met orgelpijpen.
DE HOOG WELGEBO
Op de onderste panelen wordt de geschiedenis van de verschillende reparaties aan het orgel weergegeven. Hieronder volgen van links naar rechts de teksten:
ANNO 1531 HEBBEN HEER GEERT VAN RYCKELTE PASTOR THO CREWERT ENDE BRYN HER
De kansel en het doophek dateren uit het midden van de 17e eeuw. Ook de kerkbanken dateren uit die tijd. De kansel heeft een achtzijdige kuip met versierde panelen tussen getorste zuiltjes. Op de kuippanelen zijn aan boven- en onderkant monsterkoppen afgebeeld. De herenbank met opzetstuk stamt eveneens uit de 17e eeuw. Ze bevat het familiewapen van de Ripperda's. Deze heeft als voorstelling een ruiter te paard. De kerk bestaat uit drie traveeën. Op de meest oostelijk travee, de koortravee, zijn geometrische motieven in rood en blauwgrijs aangebracht. Beschilderde en onbeschilderde witte velden wisselen daarbij elkaar af. Deze Romano- gotische schilderingen dateren van rond 1300.
Op het middelste van de drie traveeën zijn rond 1300 Romano-Gotische baksteenimitaties, geometrische figuren, vlechtwerk en andere versieringen in vooral grijs en rood aangebracht. Binnen de sluitring een rozet met viertal driepassen. Het westelijk gotisch kruisribgewelf is voorzien van witte velden, terwijl de ribben voorzien zijn van een steenrode kleur met witte voegen. Deze schilderingen dateren van rond 1400. De zuidmuur van de koortravee is versierd met blokpatronen rond het venster en geometrische figuren op ribben en gewelfvlakken. Het gewelf en de zuidmuur van de middelste travee zijn versierd met Romano-Gotische baksteenimitaties en geometrische figuren. Rond het venster zijn blokmotieven met daarboven een band met ranken aangebracht.
Foto links: Muurschilderingen koortravee.
Op de ribben van het middelste gewelf is een “mannenkopje met rode appelwangetjes” aangebracht. De afbeelding stamt uit de gotische periode. In het noordoosten van het koor is een piscina-nis aanwezig. Mogelijk is er zelfs sprake geweest van een dubbele piscina in deze nis. Een piscina, een nis met wasbekken en afvoer meestal door de muur naar buiten, werd gebruikt voor liturgische handwassingen en om het water waarmee de priester handen en vaatwerk had gereinigd te laten wegvloeien. Achtergebleven restanten van de geconsacreerde hostie kwamen dan toch op gewijde aarde, het kerkhof, terecht. "Zo stroomt Gods water over Gods akker en kregen ook de doden deel aan het sacrament". Bij een dubbele piscina vinden de liturgische handwassing en het afspoelen van het vaatwerk gescheiden plaats. Piscina's zijn doorgaans in de zuid-oostmuur van de koorwand aangebracht.
In de tweede helft van de 19e eeuw kwamen petroleumlampen in gebruik in de kerk. In dorpen zonder gasverlichting hebben deze lampen doorgaans dienst gedaan totdat de kerk voorzien wordt van elektriciteit, maar aangepast ook wel daarna. Er zijn op een verantwoorde wijze geëlektrificeerde petroleumlampen geplaatst. Op de schipmuren zijn enkele wijdingskruisen aangebracht. Na herbouw, of uitbreiding van de kerk komt in vroegere dagen de bisschop of diens plaatsvervanger de kerk opnieuw inwijden. Als teken daarvan worden wijdingskruisen op de muren aangebracht.
Lees ook: De stichting van de kerk van Krewerd.
Foto's: ©Harm Hofman
|