De Eerste Münsterse oorlog (1665-1666)
Op 23 september 1665 [1], als de Republiek tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog haar handen vol heeft op zee, doet prins-bisschop ‘Christoph Bernhard Freiherr von Galen’, kortweg Bernard von Galen of Bommen Berend, met succes een aanval op het oosten en het noorden van het land [2]. Hij heeft daartoe een verdrag gesloten met de Engelse diplomaat Henry Bennet, de eerste graaf van Arlington[3] en zoon van Sir John Bennes of Dawley.
Bisschop Bernard von Galen en zijn opperbevelhebber en landgraaf George Christiaan van Hessen-Homburg (1626-1677) steken de grens over met 20.000 man en een klein contingent uit het bisdom Paderborn, ter beschikking gesteld door zijn rivaal Ferdinand von Fürstenberg, helemaal uit het zuiden van het huidige Duitsland. Gronau en Losser vallen op 24 september; Enschede, Oldenzaal, Ootmarsum, Huis Almelo en Diepenheim de volgende dag. Borculo valt op 29 september 1665; Bredevoort en Lochem op 1 oktober 1665. Ook Doetinchem, Vorden en Kasteel Keppel krijgen te maken met bezetting.
Klaarblijkelijk worden er voornamelijk landhuizen, kastelen en vestingsteden bezet of geplunderd. De Münsterse troepen trekken zich terug op Ommen. Als de bisschop inziet dat de Ommerschans niet te nemen is laat hij een deel van zijn troepen via Rouveen en Staphorst Drenthe binnenvallen. Ze rukken op naar Winschoten en Wedde.
Een tweede divisie onder leiding van Schotse generaal Gorgas is begonnen in Meppen en eindigt via Barnflair, onder Ter Apel, in het Bourtangerveen op 29 september. Via Ootmarsum en Bentheim trekt Bernard von Galen naar Emsland om zich te verenigen met de troepen die bij verrassing het Oldambt zijn binnengevallen.
Zijn troepen trekken plunderend door het gebied. Zelf in Beerta ontstaat grote schade door de plunderingen.
Een poging van de Münstersen om Willemstad (bij Rotterdam), Oudenbosch en Bergen op Zoom te bezetten om een Engelse invasie mogelijk te maken loopt op niets uit. Het Franse leger staat erop dat ze worden onderhouden wat veel geld kost; de plaatselijke bevolking beklaagt zich er zelfs over dat de Engelsde troepen nog erger zijn dan de Münstersen.
Voor hun verbazingwekkende aftocht, met als buit duizend runderen en vele goederen hebben de Münsterse troepen een kilometerslange kunstmatige weg op de smalste plek door het moeras gemaakt. Ze gebruiken hiervoor bomen, rijshout, schuurdeuren, en palen.
Op 18 april 1666 wordt de Vrede van Kleef gesloten nadat koning Karel II van Engeland zijn subsidie aan de prins-bisschop stopt. Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg laat zijn tanden zien en Lodewijk XIV van Frankrijk stuurt hulptroepen Arnhem. Door dit alles krijgt bisschop Bernard van Galen het heet onder de voeten en sluit vrede.
Hiëronymus van Beverningh (1614-1690) weet te bewerkstelligen dat de bisschop zijn aanspraken op Borculo opgeeft en zegt toe zijn leger te beperken tot 3.000 man. De Engelse diplomaat Sir William Temple (1628-1699) protesteert als een zekere Charles Colbert voorstelt een deel van de troepen van de bisschop over te nemen.
De inval lijkt een 'onschuldig' incident, maar demonstreert pijnlijk het gebrek aan gevechtskracht van het Staatse leger [5].
Lees verder:
Noten en Bronnen: 1. Elders worden 20 en 22 september als datum van de inval genoemd. 2. Website: Die Zeit des Fürstbischofs Christoph Bernhard von Galen..
|