Een gebed met een einde...
Weiwerd (Gronings: Waaiwerd) is een grotendeels afgebroken radiair wierdedorp in de streek Oosterhoek in de gemeente Eemsdelta. Net als Heveskes en Oterdum heeft het dorp plaats moeten maken voor de grote industriële uitbreiding van Delfzijl, maar de verwachtingen zijn nooit gehaald en toch is er van het dorp weinig meer over. Het contrast met het ernaast gelegen industriegebied is groot. Volgens de laatste plannen moet het een gebied voor startende ondernemingen worden. Het voormalige dorp heeft nu de bestemming bedrijventerrein.
Weiwerd ligt bij het industriegebied Oosterhorn ten zuiden van het Chemiepark Delfzijl, waarvan het wordt gescheiden door het Oosterhornkanaal in het westen en de Oosterhornhaven in het noordwesten en noordoosten. Ten oosten van het dorp ligt het terrein van Dow Chemical, eerder Upjohn, ten zuidoosten een waterzuiveringsinstallatie en ten zuidwesten het gehucht Geefsweer. De N362 loopt ten zuidwesten van het dorp, over het tracé van de oude spoorlijn Zuidbroek - Delfzijl van de NOLS[1].
Uitsnede van een ansichtkaart. Hoofdweg van Weiwerd gezien naar het oosten. Datum: 1917-1922. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Spoorlijn NOLS
Bij de opening van het spoor heeft Weiwerd een eenvoudig emplacement zonder een tweede perron voor het passeren van reizigerstreinen. In het goederenemplacement is wel een gelegenheid aanwezig voor het omlopen van de locomotief. Bij de opening kan de stationschef twee seinen centraal met handels bedienen. De wissels moeten met hand ter plaatse worden bediend. Wel is er een koppeling tussen het uitrijsein richting Delfzijl met de beweegbare bruggen in het traject.
Uitsnede van aan ansichtkaart. Dorpsgezicht naar het oosten met in het midden de toren van de kerk. Er staat een handschrift op. Waarschijnlijk E. Schipper. Uitgever: A. Bossinga. Foto: 1900-1905. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Enkele kilometers ten zuiden van de plaats Weiwerd wordt in 1929 de aansluiting met de Woldjerspoorlijn aangelegd. Het emplacement wordt enigszins uitgebreid om de afhandeling van de verschillende treinen mogelijk te maken. Na het sluiten van de NOLS blijft het emplacement in gebruik voor de Woldjerspoorlijn. De verbinding naar Nieuwolda wordt verwijderd evenals het derde perronspoor.
Het voormalige station van Weiwerd. Foto: 1936. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Na het sluiten van de Woldjerspoorlijn in 1942 worden alle sporen van het emplacement verwijderd.
De aan de westzijde van het station gelegen opslagloods is na de oorlog nog enige tijd als woning van de heer H. Kerkhof en mevrouw A. Kerkhof-Bultje in gebruik geweest. Aan de oostzijde van het voormalige stationsgebouw bouwen de bezetters een houten barak. Deze barak is na de oorlog als noodwoning gebruikt.
In de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog wordt het stationsgebouw door de Duitsers gevorderd. Naast het stationsgebouw worden diverse barakken gebouwd waarin Duitse soldaten worden ondergebracht. Tijdens de bevrijding van het dorp Weiwerd in de nacht van 1 op 2 mei 1945 is het gebouw opgeblazen. Wie voor de vernieling van het stationsgebouw verantwoordelijk is, is nooit achterhaald. Het gebouw wordt na de Tweede Wereldoorlog niet meer hersteld.
Het voormalige station van Weiwerd met daarachter het bijgebouw. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Het nevengebouw heeft aan de westzijde van het stationsgebouw gestaan. Het nevengebouw is van het grote type zoals langs het gehele traject van Zuidbroek tot Delfzijl is aan te treffen. Na de Tweede Wereldoorlog heeft het gebouw dienst gedaan als noodwoning. Daarna is het gebouw afgebroken. Op de bovenste foto van het stationsgebouw is het nevengebouw op de achtergrond zichtbaar[2]. Straks meer over de spoorlijn.
Ongeval met kind op het spoor
Op 10 mei 1932 ontsnapt een 2-jarige jongen aan de aandacht van de ouders, die zit in de buurt van Weiwerd aan het spelen is op de spoorbaan. De aanstormende motortrein op de Woldjerspoorlijn die om 7.16 uur uit Groningen is vertrokken, overrijdt het kind nabij de onbewaakte overweg te Weiwerdermeeden. Het kind zit tussen de rails, maar gaat staan zodra de motortrein nadert. Daardoor wordt het geraakt door de koppeling van de motortrein. De jongen komt niet onder de wielen terecht. Met ernstig bloedende wonden wordt het kind door omstanders naar de ouderlijke woning gebracht. Na enige uren overlijdt de jongen. De bestuurder van de motortrein verklaart tegen de politie dat hij het kind niet tijdig heeft gezien en dat een botsing onvermijdelijk is geweest[3].
Haventje
Ten westen van Weiwerd heeft vroeger een haventje aan het Weiwerdermaar gelegen dat in die tijd uitkomt bij Farmsum in het Afwateringskanaal van Duurswold. Aan zuidzijde loopt nog altijd het Weiwerdermaar door in de richting van Ideweer, waar nog een paar boerderijen staan. Het noordelijk deel is vergraven voor de nieuwe haven van Delfzijl. Het Weiwerdermeer heeft uit twee in het begin van de 20e eeuw drooggelegde meerstallen in het hoogveen aan de zuidkant van Weiwerd bestaan.
Verwoeste woningen door een bomontploffing te Weiwerd. Foto Dijkstra, 1945. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
1946: Kaart van Weiwerd met de bebouwing. Plattegrond van Weiwerd met basisplan voor de wederopbouw na 1945. Met kompasroos met wapenKlik op de kaart voor een vergroting. Klik nogmaals om de kaart nog groter te maken. Gebruik de schuifbalken rechts en onder om door de kaart te scrollen. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Geschiedenis tot de Tweede Wereldoorlog
De wierde is ouder dan het dorp en is reeds bewoond geweest rond het begin van de jaartelling. De wierde ligt op een oude kwelderrug en vormt onderdeel van de wierdenreeks Farmsum - Weiwerd - Geefsweer - Amsweer - Heveskes - Termunten - Woldendorp. Het is tegenwoordig een archeologisch monument. Het dorp is in de vroege middeleeuwen ontstaan op en rond een wierde, gelegen ten zuiden van Farmsum. In de 11e eeuw wordt het voor het eerst genoemd als 'Wahcvurd' of 'Wagvurd'. 'Wag' staat voor ‘golf’ of ‘water’ en 'werd' betekent wierde, duidend op de plek van het dorp aan het water; op een vloedheuvel. ‘Wag’ is later veranderd in 'wei'. In 1306 is sprake van 'Weywert' of 'Wiewerd'. Waarschijnlijk verrijst in de middeleeuwen een kerk van kloostermoppen met stompe toren op de wierde, die omgeven is door een gracht. In 1877 wordt de oude kerk vervangen. Het puin is waarschijnlijk gebruikt ter verharding van de Kloosterlaan bij Heveskesklooster. Er komt een nieuw kerkje, dat van buiten wit wordt gepleisterd. In 1878 is hierin een orgel van Roelf Meijer geplaatst. De gracht is in de 20e eeuw gedempt. In 1868 wordt er ook een openbare lagere school gesticht in Weiwerd.
Hoofdweg: met woningen 24 - 52, gezien naar het oosten. Vervaardiger: M.A. Douma, 1972. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Steenhuis
Ten westen van de wierde staat waarschijnlijk vanaf de 14e eeuw het steenhuis van Ebbe Ackinga. Dit wordt echter aan het begin van de 15e eeuw verwoest tijdens een oorlog. Van het oude steenhuis resteren nog delen van de gracht. Verder is van het steenhuis vrijwel niets bekend. Wel weten we dat Ebbe Ackinga rond 1354 in Woltersum is geboren en ambtelijke functies heeft gehad in Heveskes, ‘Weywert’ en Oterdum. Een dochter van hem is rond 1380 geboren en overleden rond 1469. Zij trouwt met Ditmar Rengers en Oldenhuys met wie zij drie kinderen krijgt, namelijk Johan Schaffer Rengers, Focke Rengers van Oldenhuys en Egbert Rengers van Oldenhuys. Johan komt tussen 1469 en 1476 voor als burgemeester van Groningen in wordt in 1474 Ridder van het Gulden Vlies. Egbert komt voor als ridder en hoofdeling van Ten Post. Hij overlijdt in 1501 en schijnt 82 jaar te zijn geworden, wat uitzonderlijk is voor die tijd. Van het steenhuis is verder niets bekend[4]. Zie ook: De borg Oldenhuis bij Ten Post.
Natuurrampen en dierziekten
Het dorp wordt verschillende malen geteisterd door natuurrampen en dierziekten. Tussen 1640 en 1680, in 1710 en tussen 1715 en 1717 komen veel dieren om door de veepest. In 1686 verdrinken ruim 500 jonge dieren, 20 paarden en veel schapen bij de Sint-Maartensvloed. De laatste veepest van 1715 tot 1717 gaat gepaard met de overstroming van 1715 en de Kerstvloed van 1717, waarbij ruim duizend stuks vee omkomen tussen Weiwerd, Heveskes en het klooster Oosterwierum in Heveskesklooster. Een gevolg hiervan is geweest dat veel boeren overgaan op akkerbouw.
Aan het einde van de Franse tijd is Weiwerd van militair belang omdat er een batterij gevestigd is voor het beleg van Delfzijl. In december 1813 wordt een aanval op de batterij afgeslagen door de Pruisen, maar in februari is de batterij toch verwoest door de Fransen, die het dorp vervolgens op 14 februari plunderen en in brand steken.
Borglaan met de kerk gezien naar het noorden. Vervaardiger: M.A. Douma, 1972. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Spoorwegstation
Tussen 1910 en 1942 heeft het dorp aan de zuidzijde een spoorwegstation voor de spoorlijn Zuidbroek - Delfzijl tot 1934 en de Woldjerspoorlijn Groningen - Weiwerd - Delfzijl vanaf 1929. Na de sluiting zijn de rails weggebroken. In de nacht van 19 op 20 juni 1942 laat een geallieerde bommenwerper per abuis een bom midden in het dorp vallen, waarbij zeven mensen om het leven komen en zeven huizen aan de zuidzijde van de wierde worden verwoest. Tijdens de nadagen van de Tweede Wereldoorlog wordt er fel gevochten bij het dorp bij de bevrijding van Delfzijl. Daarbij is ook het station Weiwerd opgeblazen. Gedurende tien dagen vechten Duitsers tegen Canadezen en tegen Duitsers die willen deserteren. Het dorp wordt daardoor zwaar beschadigd. Ook de zuidmuur van de kerk wordt zwaar getroffen. In 1947 is de kerk gerestaureerd.
Foto boven: De familie Oudgenoeg.
Foto links: Manufacturier Marecus Oudgenoeg.
Manufacturenwinkel familie Oudgenoeg
Tot in de verre omstreken is de Manufacturenwinkel van de familie Oudgenoeg aan de Heemskesweg 42 bekend geweest. Het pand wordt o.a. bewoond door de Joodse Marcus Oudgenoeg, geboren op 5 augustus 1882 te Oostwold en overleden op 2 mei 1943 de Sobibor en Froukje Oudgenoeg-Cohan van den Berg, geboren te Delfzijl op 12 januari 1886, overleden te Sobibor op 2 april 1943. Hun kinderen zijn Izzak, Evaline, Mietje en Jacob. Salomon Frank is kleermaker bij de familie Oudgenoeg en is geboren te Groningen op 6 april 1903. Hij komt op het leven op 28 mei 1943 te Sobibor.
Tijdens de oorlog wonen er Siert van der Laan en Jantina van der Laan-Veldkamp en vervolgens Willem Veenhuis en Klasiena Veenhuis-Planting. Daarna Wolter Winkel en Catrien Winkel-Haveland. Na de oorlog wordt de zaak gerund door de Joodse Jacob Oudgenoeg en Hendrika Oudgenoeg-van Hoorn.
Foto links: Froukje Cohen van den Berg, de echtgenote van Marcus Oudgenoeg.
Ergens na de oorlog wordt het pand bewoond en de zaak gerund door twee broers Oudgenoeg die de oorlog hebben overleefd. Schrijver dezes herinnert zich nog goed dat hij met zijn ouders de zaak regelmatig hebben bezocht. Nog in 1973 is de 55-jarige Jacob Oudgenoeg de textieldetaillist van het pand en bestaat de zaak 65 jaar. Hij is vanaf september 1945 zelfstandig en is is al vanaf zijn 16e jaar in de zaak werkzaam. Hij heeft de zaak van zijn vader Marcus Oudgenoeg overgenomen. In 1931 brandt het pand vrijwel volledig af, maar wordt herbouwd.
Tijdens de industrialisatie komt de winkel aan een doodlopende weg te liggen. Zijn klanten blijven echter komen en blijven hem trouw tot uiteindelijk ook zijn pand moet worden afgebroken[5].
De kinderen van Marcus en Frouwkje. V.l.n.r. Izaak, Evaline, Mietje en Jacob. Foto: 1937.
Foto links: Salomon Frank, de kleermaker van Oudgenoeg.
Onheilspellende voortekenen
Het begin van het einde van het dorp begint na de Tweede Wereldoorlog. Door het verdwijnen van de spoorlijn en de schaalvergroting verdwijnen veel winkels en bedrijven en neemt het inwoneraantal af. Na de oorlog zijn er bijvoorbeeld nog twee bakkers, maar in 1968 is dit teruggelopen tot twee winkels en twee cafés, waaronder 'De Nieuwe Brug'. Het blijft echter nog wel het grootste van de drie dorpen van De Oosterhoek (Weiwerd, Heveskes en Oterdum). In 1961, als het besluit valt om Heveskes en Oterdum te slopen voor de uitbreiding van de haven van Delfzijl en dijkverzwaring in het geval van Oterdum, blijft het dorp nog buiten schot. Er wordt alleen besloten om de haven van Weiwerd door te trekken naar het deels te verdwijnen Heveskes, waarvoor ook de ijsbaan van het dorp moet verdwijnen. De dorpelingen krijgen van de gemeenteraad van Delfzijl de toezegging dat hun dorp gespaard zal blijven, een toezegging die in 1964 ook door het Havenschap Delfzijl (50% rijk, 30% provincie, 20% gemeente Delfzijl, nu Groningen Seaports) wordt gedaan. De industriegebieden zullen niet verder reiken dan de rand van het dorp.
Een jaar later wordt een terrein ten oosten van Weiwerd echter ook aangemerkt met de bestemming industrie.
Boerderij aan de Oosterlaan 1 te Weiwerd in 1972. Foto: M.A. Douma. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
In 1968 is een aantal woningen in Weiwerd aangekocht voor het haventerrein. De bevolking wordt wantrouwig over gedane beloften door Delfzijl. De toekomst voor het dorp is niet rooskleurig met het verdwijnen van de voorzieningen en met een industrieterrein in de achtertuin zullen mensen er minder snel willen wonen. De woningprijzen dalen daardoor ook. De gemeente belooft dat jaar om jonge gezinnen te stimuleren om er te gaan wonen. Toch wordt in 1969 nog een vestiging van Delfzijls Spaarbank geopend in het dorp.
De bouw van woningwetwoningen wordt in 1967 nog uitgesteld met een beroep op het nog vast te stellen bestemmingsplan Weiwerd. Als dit in 1968 echter wordt vastgesteld en in 1969 in werking treedt, blijven nieuwe woningen uit. Van de geplande 65 woningen van het uitbreidingsplan wordt er slechts één gebouwd. Jonge gezinnen willen volgens de gemeente niet onder de rook van de industrie wonen. Althans, uit vraag naar animo onder de werknemers van industriebedrijven Akzo en Aldel zou dit zijn gebleken. In een latere hoorzitting weerspreken sommige Weiwerders dit. Er zou best animo geweest zijn. De gemeente zou volgens hen volgens een bepaalde tactiek hebben gespeeld.
In De Eemsbode van 15 maart 1972 noemen de inwoners de afbraak van het dorp ‘een bekeken zaak’ en zeggen ze dat ‘de heurzitting gain spier weerd is’. Wat ook de werkelijkheid is, maar het zal echter niet meer baten. Ondertussen breidt de industrie van Delfzijl zich steeds verder uit in de richting van het dorp.
Dorpsgezicht Weiwerd met de kerk. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Weiwerd ten dode opgeschreven
In 1971 keert het tij als de 'commissie van advies en bijstand voor de stadsontwikkeling' van de gemeenteraad van Delfzijl de positie van Weiwerd ter discussie stelt. Zij stelt dat Weiwerd niet meer te handhaven zal zijn wanneer zij door ongezonde industrie zal worden omsingeld. De bouw van nieuwe woningwetwoningen zal daarom niet meer nodig zijn, daar het dorp op termijn toch leeg zal lopen. Een voorstel om een bufferzone tussen dorp en industrie aan te leggen wordt als onrendabel afgewezen.
Resterende bewoners zijn in het verenigingsgebouw ingesprek over de toekomst van hun dorp in het verenigingsgebouw. Vervaardiger: F. Gardenier. Foto: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Een onder de Weiwerders gehouden enquête waaruit blijkt dat de meeste inwoners willen blijven, wordt als gekleurd en niet-objectief aan de kant geschoven door de commissie. Tegelijkertijd beginnen ook het Havenschap Delfzijl en de burgemeester en wethouders van Delfzijl na te denken over de sloop van het dorp. Als het Amerikaanse chemische bedrijf Upjohn (sinds 1985 Dow Delfzijl) zich dat jaar ten oosten van Weiwerd wil vestigen komen de Weiwerders in opstand. Door de komst van dit bedrijf zal het dorp klem komen te zitten tussen de industrie en het bedrijf zou veel van de schadelijke stof fosgeen uitstoten. De Waddenvereniging adviseert dat er voor alle inwoners van het dorp gasmaskers moeten komen wanneer Upjohn zich naast het dorp zou vestigen. Na Kamervragen wordt het bedrijf de plek toch toegewezen onder voorwaarde dat er geen gevaar voor de volksgezondheid mag zijn.
Hier wordt de woning in Weiwerd nog bewoond. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Weiwerd gaat plat
In het Polygoonjournaal uit 1975 over Weiwerd komt de eigenaresse van de kruidenierswinkel met een reactie over de sloop van het dorp: "Dat ze zo'n mooi dorp afbreken dat vind ik wel erg." In het journaal komen luchtshots van Weiwerd voor met de witte kerk in het midden; Delfzijl met industrie; onder andere het plaatsnaambord, een huis dat gesloopt wordt door een bulldozer, een toekijkende boer, de kruidenierswinkel van Van Rijnsbergen, lege en half gesloopte gebouwen en woningen, school met schoolplein waar enkele kinderen spelen en twee leerkrachten lopen en het in verval geraakte hervormde kerkje met een dode duif in een kerkbank.
Hoofdweg Weiwerd. Dorpsgezicht naar het oosten, ter hoogte van de Westerlaan. Café is gebouw 2e van links. Kerktoren in het midden. Vervaardiger: M.A. Douma. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Aan het einde van 1971 bezegelt de Delfzijlse wethouder Jan Beijert eigenlijk al het lot van het dorp. Een afstervingsproces voor het dorp wordt door hem misdadig geacht en in overleg met het Havenschap Delfzijl is daarom besloten dat het dorp moet worden opgekocht. Een planologische noodzaak voor de sloop is er niet daar er geen plannen zijn met de wierde vanwege de archeologische bescherming. Het gaat volgens Beijert enkel om de daling van de huizenprijzen waarover wordt geklaagd door inwoners en waar de gemeente iets aan wil doen. Daarnaast noemt de Delfzijlse VVD-burgemeester Van Bruggen, die tevens lid is van het dagelijks bestuur van het Havenschap, de veranderde milieuwetgeving, waardoor huizen tegenwoordig niet meer "tot de poorten van de fabrieken" worden gebouwd. Bij de vaststelling van de grenzen van het industriegebied in de jaren 1960 is dit besef andersom nog niet doorgedrongen.
Gezicht tussen de bomen op de o.l.s.Oosterhoek te Weiwerd in 1976. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Omdat Weiwerd volgens hem geen levensvatbaarheid heeft getoond, zal daarom het dorp Weiwerd het beste in het beheersgebied van het industriegebied kunnen worden opgenomen. Hij beschouwt het dan ook als een fout dat Weiwerd niet eerder samen met Oterdum en Heveskes is aangewezen voor de sloop. Het is extra cru voor de tien gezinnen uit Oterdum en zeven gezinnen uit Heveskes die vanaf 1955 juist verhuisd zijn naar Weiwerd.
De koopsom wordt bepaald op 5 miljoen gulden voor de 91 percelen grond en 37 hectare die het dorp omvat. De huizen zullen voor de volle prijs moeten worden opgekocht, ver boven de eigenlijke waarde. De 386 bewoners zullen moeten verhuizen of zoals Beijert hen voorhoudt: "Wat willen jullie: vreten met een beetje stank of werkloosheid". De verdwijning van het dorp wordt voorzichtig geraamd op 5 tot 10 jaar. In 1972 gaat de gemeenteraad van Delfzijl akkoord en is het lot van het dorp definitief bezegeld.
Veel jongere inwoners vinden dat er toch niks meer te redden valt en vertrekken al snel. In 1974 is reeds meer dan de helft van de huizen opgekocht door het Havenschap en bestaat bijna de helft van de bevolking alleen nog uit 65-plussers. De leegloop zet door. De laatste kruidenierszaak van Weiwerd, kruidenier Rijsbergen, sluit in 1975 evenals het laatste café.
In 1976 lekt een voorstel uit van Upjohn aan Gedeputeerde Staten van Groningen om alsnog fosfeen te gaan produceren. De regering verklaart dat dit alleen kan als bij ongelukken dan slechts zoveel fosfeen zal mogen worden uitgestoten als onschadelijk is voor de gezondheid. De plannen gaan uiteindelijk niet door.
Gezicht tussen de bomen door op de boerderij van Sietsema te Weiwerd. Datum: onbekend. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Sluiting van de school
In 1976 sluit de dorpsschool, de openbare lagere school 'Oosterhoek', die dan nog slechts acht leerlingen telt. In 1970 zijn dat nog 46 geweest. In 1977 wordt de (nieuwe) begraafplaats van Weiwerd gesloten voor nieuwe teraardebestellingen. Tegen vergoeding kunnen de inwoners hun graven laten verplaatsen, wat meer dan driekwart van de bevolking uiteindelijk ook doet. Het (oude) kerkhof rond de oude kerk blijft wel bestaan, maar veel graven raken beschadigd door de trillingen die worden veroorzaakt door zware vrachtwagens die over de weg erlangs rijden. Nog 40% van het dorp staat dat jaar nog overeind. De overige bewoners nemen de voortdurende stank van de chemische fabrieken en regelmatige ongelukken met de uitstoot van gassen, zoals chloor en ammoniak in 1981 en 1982, voor lief.
In 1982 sluit het voetbalveld bij Weiwerd en de lokale voetbalclub V.V. Oosterhoek vertrekt noodgedwongen naar de Delfzijlse wijk Tuikwerd. In 1983 wordt een chemische stortplaats van Aldel bij Weiwerd geplaatst. In 1984 wonen nog ongeveer 80 mensen in het dorp. Dat jaar wordt ook de kerk afgebroken, waarbij het interieur over de hele provincie verspreid raakt. Het orgel krijgt net als de klok een nieuwe plek in de kerk van Farmsum en de 19e-eeuwse preekstoel verdwijnt naar de kerk van Kropswolde. In 1996 is het aantal huizen teruggelopen tot 12.
Foto links: De auto (Ford) van Markus Oudgenoeg, koopman te Weiwerd (een van de eerste kentekens in Weiwerd). Datum uitgifte 19 maart 1923, intrekking 11 maart 1937. Daarna is de auto overgegaan naar Arent Oudgenoeg, koopman, op 11 maart 1937, Oude Schans 11 te Delfzijl. Bron: www.groningerkentekens.nl.
Strijd om het restant van Weiwerd
Ondertussen staakt de groei van de industrie in de jaren 1980. Het Havenschap Delfzijl raakt in de rode cijfers en vele hectares industrieterrein in de Oosterhoek blijven ongebruikt. In 1991 verschijnt een boek over de teloorgang van de Heveskes, Oterdum en Weiwerd. In 1995 wordt de Stichting Behoud Weiwerd opgericht. Steeds sterker wordt de stem van de bewoners dat de restanten van het dorp behouden moeten blijven. Het Havenschap verklaart echter nog in 1996 dat de laatste bewoners over 10 jaar verdwenen moeten zijn en dat de bewoning van Weiwerd 'onmogelijk' zal zijn. De gemeente deelt deze mening omdat de Wet Geluidhinder en Milieuregelgeving de woonfunctie van Weiwerd zullen verbieden.
De Stichting Behoud Weiwerd vindt ondertussen een partner in de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, die het havenschap eind jaren 1990 verbiedt om nog langer funderingen van kelders en slooppanden te verwijderen. Ondertussen worden de oude klinkerpaden op de wierde weer zichtbaar gemaakt door de Stichting en wordt de oude radiaire structuur weer zichtbaar gemaakt. In 1997 wordt er ook een toeristisch ANWB-informatiebord, waarvan de kosten 2500 gulden bedraagt, geplaatst als teken dat er cultuurhistorische potentie in het dorp zit.
De tijd schrijdt voort en in 2001 wordt tussen de Stichting, het Havenschap, inmiddels Groningen Seaports geheten, en de gemeente Delfzijl overeengekomen om de bebouwing van Weiwerd zo veel mogelijk te handhaven. Als in 2002 weer een sloopvergunning door de gemeente wordt afgegeven aan het Havenschap voor een leeggekomen pand, is de Stichting dan ook niet blij.
Het tij lijkt echter te keren. In 2004 wordt de poging om de voormalige kosterij te slopen geblokkeerd door een kunstenaarscollectief, waarop het havenschap inbindt. De gemeente Delfzijl besluit daarop dat de kosterij, de oude school en het voormalige verenigingsgebouw (onderdeel van de kerk) niet mogen worden gesloopt. Besloten wordt om de gronden van het Havenschap te kopen en het Havenschap in ruil daarvoor gronden aan te bieden ten zuidoosten van Weiwerd. Verder wordt besloten om het oude kerkhof en de oude paden te restaureren en alleen kleinschalige bedrijvigheid op de wierde toe te staan. In 2005 wordt het bestemmingsplan goedgekeurd en daarmee lijkt de toekomst van het restant van Weiwerd veiliggesteld.
De kerk van Weiwerd. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
'Brainwierde Weiwerd'
In 2007 komt het Havenschap met nieuwe plannen, die overigens al 30 jaar in de kast liggen. Weiwerd moet een 'braindorp' worden, omgevormd tot een bedrijvendorp voor startende ondernemers uit de chemische en metallurgische sector. De bedrijfsgebouwen zillen op de oude fundamenten van de gesloopte gebouwen moeten komen, in de oude stijl van de woningen. De fundamenten zijn blijven liggen in verband met de archeologische ondergrond van de wierde. Weiwerd moet een grote opknapbeurt krijgen, want, zo vindt directeur Harm Post: "Het is nu niet bepaald een plek die er mooi uitziet. Als ik een ritje met klanten maak, rijd ik er het liefst met een grote boog omheen. Dat moet toch anders kunnen". Aldus zijn uitspraak in het Dagblad van het Noorden op 10 december 2007. Hetzelfde jaar verklaart Groningen Seaports dat het vervallen verenigingsgebouw alsnog moet verdwijnen, evenals de oude dichtgespijkerde en vervallen school.
Het verenigingsgebouw verdwijnt nog hetzelfde jaar. Voor de school, die van 1990 tot 2005 in gebruik is geweest bij de stichting Emmaüs, wordt ook een sloopvergunning verleend, maar deze wordt later weer ingetrokken. De resterende gebouwen zullen vervolgens worden hersteld. Het oude kerkhof wordt in 2007 hersteld door Landschapsbeheer Groningen, deels met inzet van scholieren. Ook verklaart Groningen Seaports de wierde voor 2 miljoen euro te willen herstellen, oude watergangen te hergraven en struiken te planten. In november van dat jaar wordt een plan gelanceerd om de leegstaande kerk van Heveskes te verplaatsen naar Weiwerd. Daarmee gaat de Stichting Oude Groninger Kerken echter niet akkoord. Het is de bedoeling dat het bedrijvendorp tussen 2009 en 2013 zal worden gebouwd. Uiteindelijk wordt in 2010 gestart met de werkzaamheden, te beginnen met het verbeteren van de weg door Weiwerd. Het Waddenfonds stelt in december 2010 bijna een miljoen beschikbaar voor de verbetering van de landschappelijke waarden van de wierde, waaronder ook het herstel van een oude dobbe. In januari worden alle huurders van de resterende gebouwen gesommeerd te vertrekken en moeten alle hekken zijn weggehaald om een begin met het herstel te kunnen maken. In 2018 is de voormalige school door brandstichting verwoest[6].
Kaart van de Brainwierde Weiwerd. Bij de numers moet een kleinschalig bedrijf komen, gebouwd op de voormalige fundamenten van gebouwen/woningen. Bron: Stichting Behoud Weiwerd.
Thies Jan Jansenstraat
Een van de wegen die naar beneden leiden vanaf de wierde heet Thies Jan Jansenstraat. Thies Jan Jansen is een verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog geweest. Hij heeft joodse onderduikers gered, heeft illegale kranten en materiaal voor de Delfzijlse verzetsgroep het Zwaantje (zie Allard Oosterhuis) rondgebracht. Op 9 december 1943 is hij gearresteerd en vastgezet in de gevangenis van Scheveningen, het Oranjehotel. Op 15 januari 1944 is hij samen met Henk Hos ter dood veroordeeld en op 11 mei 1944 doodgeschoten op de Waalsdorpervlakte. Op 12 juli 1946 is Thies Jan herbegraven op de Erebegraafplaats Bloemendaal. De oude naam van de Thies Jan Jansenstraat is Stationstraat. Hier heeft het Woldjerspoor langs gelopen. In 2007 dreigt de straat te verdwijnen omdat de weg eigenlijk geen functie meer heeft voor het afgebroken dorp. Door het nieuwe plan voor de 'brainwierde' blijft de straat echter behouden[7].
Lagere school: klassenfoto eerste klas : met o.a. Annechien Jantina Keijer (2e rij v.b. 2e v.r.) en Fennechien Auwina Keijer (3e rij v.b.3e v.r.). Vervaardiger: S. Sanders & Zn., 1902-1904. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Stichting Behoud Weiwerd
Een wierde in het groen
Weiwerd, ooit een levendig dorp, nu een wierde in het groen met daarop nog maar een paar gebouwen. Vanaf 1995 zet de Stichting Behoud Weiwerd zich in om de bijzondere wierde met haar radiaire structuur te behouden. Vele jaren lobbyen hebben ervoor gezorgd dat de beheerder van de wierde – Groningen Seaports – het belang van behoud is gaan inzien. Zij wil het geheel transformeren in een brainwierde waar op 20 locaties kleinschalige bedrijfjes een plek moeten krijgen. Dit alles in een groene omgeving waarin vele verdwenen zaken zoals beplanting, hagen, klinkerpaden en water, opnieuw in het wierdebeeld zullen terugkeren. De toekenning van bijna 1 miljoen euro vanuit het Waddenfonds eind 2010 is de opmaat geweest naar positieve reuring in Weiwerd. Zo is in 2011 de asfaltweg door Weiwerd verwijderd en vervangen door een smallere klinkerweg. De klinkerweg past goed bij de uitstraling van de wierde.
De stichting probeert waar mogelijk de ontwikkeling van Weiwerd te stimuleren. Dit gebeurt door initiatieven voor herstel bij Groningen Seaports neer te leggen en zo nodig in samenwerking uit te voeren. Een voorbeeld is de jaarlijkse Natuurwerkdag op de eerste zaterdag in november. Tijdens een dergelijke dag wordt dan weer de nodige meters haag aangeplant. Ook op andere momenten door het jaar heen richt Stichting Behoud Weiwerd zich op onderhoud aan heggen en knotlindes in een klein gebied op de wierde.
Tot en met 2014 wordt de wierde hersteld met Waddenfondsgelden. De stichting hoopt dat de wierde dan zo aantrekkelijk is dat dit de gedroomde bedrijven zal aantrekken. Het lijkt Stichting Behoud Weiwerd fantastisch om in 2015 tijdens haar 20-jarig bestaan met eigen ogen te kunnen aanschouwen dat het silhouet van Weiwerd weer een dorpskarakter uitstraalt en de toekomst van de wierde gegarandeerd is. Wat zou het mooi zijn dat de Stichting Behoud Weiwerd dan geen bestaansrecht meer hoeft te hebben, omdat zij haar doelstelling heeft bereikt. Anno 2024 bestaat de stichting echter niet meer.
Toren gedenksteen
Wapens: Rechts: Rengers [2]. Links: [Van der Noot?].
N.B. Afkomstig van oudere toren. Zie: MON, blz. 67. Vrijwel geheel afgehakt. Herkenbaar bij middagzon. Wapen Van der Noot onder voorbehoud. Edzard Rengers van Farmsum, overleden Farmsum 25 december 1694, gehuwd Wittewierum 9 januari 1687 Catharina van der Noot, overleden 6 maart 1706. Zie: NAB, 1950, blz. 236. GDW, blz. 729, nr. [4041]. Verblijfplaats van de gedenkssteen is onbekend.
Klokken
[4042] |
JOACH[I]M RIPPERDA, WILRICK ELTKENS, ROTGER EVERS, JOHANNES ARTOPAERS, PASTOR, DEN 29 MAI ANNO 1604.
N.B. Sedert 1877 niet meer aanwezig. Vermeld: CVO. Lees voor ARTOPAERS wel ARTOPAEUS. GDW, blz. 729, nr. [4042].
|
Johannus Artotopaus is pastoor in het Groningerland. die na de neductie in 1594 eerst met aarzeling tot het predikambt te Winsum en te Wytwerd ls toegelaten en tot in 1607 verschillende Synoden veel moeite verschaft heeft om zijn slecht levensgedrag. Als hlj ten slotte te Delfzijl „hantgemein is gewest tegen ene werdinne ende weert, opentllck ende schandtlick tot affrückinge ende schören der underlinge klederen,” zodat hij voor de rechter komt, is hij voor drie maanden uit zijn ambt ontzet. (Bron: Nieuw Nederl. Biografisch Woordenboek (NNBW). De kerk is in 1877 afgebroken.
|
[4043] |
O REX GLORIE VENI CUM PACE. KIALINGUS, PLEBANUS, RENICUS ET WIBRANDUS, ADVOCATI.
N.B. XIV of XVa. Zie: MON blz. 67. Gekocht 1877. Herkomst onbekend. GDW, blz. 729, nr. [4043].
|
Deze klok is in 1984 als luidklok in de kerk van Farmsum geplaatst. |
Grafzerk
[4044] |
ANNO 1755, DEN 27 JANUARIUS, IS DE EER EN DEUGHTZAAME VROUW TRINTJEN LAMMERTS, DE NAGELATEN VROUW VAN LUCAS VORENKAMP, IN LEEVEN WOONAGHTIG TOT WEIWERT, IN 'T 83TIGHSTE JAAR HAARS LEVENS OVERLEDEN EN LEIDT ALHIER BEGRAVEN IN ... VERWAGTINGE DOOR GODTS GENADE MET ALLE REIN GELOOVIGEN EEN ZALIGE OPSTANDING TEN EEUWIGEN LEVEN ALLEEN DOOR JEZUM CHRISTUM.
Wapen: Gedeeld: I een halve adelaar; II doorsneden: a. huismerk nr. 364; b. drie klaverbladen, 1 en 2. Helmteken: twee tegen elkaar klimmende uitkomende leeuwen. |
|
Deze steen ligt nu op het kerkhof dat rond de kerk heeft gelegen. Het is het enige 18e eeuwse zerk die Pathuis destijds van de kerk heeft beschreven. Het betreft ondanks de helmteken geen jonker, maar Trijntje Lammerts, overleden 27 januari 1755[8], de echtgenote van Lucas Vorenkamp, overleden 20 augustus 1720 te Weiwerd[9]. De zerk heeft binnen in de toren, in de zuidmuur van de afgebroken kerk ingemetseld gestaan en is waarschijnlijk afkomstig geweest uit de vloer en is dan al sterk afgesleten, in de 1877 afgebroken kerk. Na afbraak van de kerk in 1983 en nadat de bouwput weer is afgedekt met grond, is deze zerk herplaatst in de open lucht op voormalige vloer van de afgebroken kerk. Waarschijnlijk heeft deze steen ook in de vloer van de in 1877 afgebroken kerk gelegen[10]. De steen ligt nu sinds 1983 in weer en wind, waardoor er maar weinig van de inscripties is overgebleven. Trijntje komt bij de ledematen dan de kerk voor op 15 juli 1753. Zij wordt dan absent gemeld bij het Heilig Avondmaal en ook op 13 oktober 1754 is zij niet aanwezig. Op beide datums is zij al weduwe van Lucas Vorenkamp. De laatste wordt dan geschreven als 'Voorenkamp'. Van het echtpaar zijn geen kinderen gevonden. Zie de drie foto's hieronder.
Hier staat de steen nog ingemetseld in de muur van de toren van de kerk. Het helmteken en de tekst zijn nog leesbaar. Bron: A.J. van der Wal, juli 1978, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
De steen ligt anno 2024 op de plek van het kerkhof waar de kerk heeft gestaan. Door weer en wind is de tekst niet meer leesbaar. Deze grafsteen is niet meer te redden. Foto: ©Jur Kuipers.
Ook van de helmteken is anno 2024 weinig meer over. Foto: ©Jur Kuipers.
De meeste bebouwing is reeds verdwenen op en rond de wierde van Weiwerd. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Weiwerd, hagenstructuur en bebouwing, anno nu. Foto: ©Jur Kuipers.
Meer lezen:
Nieuwsbrief Stichting Behoud Weiwerd, Jaargang nummer 17, nr. 1, december 2012. Dit is de laatste nieuwsbrief die is uitgegeven.
De oorlogsheld van Weiwerd: Thien Jan Jansen.
De geschiedenis van de kerk en de pastorie van Weiwerd.