Het zal je maar gebeuren. Je vervangt je schuur, en dan blijkt deze al die jaren op een oud kerkhof te hebben gestaan. Dit overkomt inwoners van Rottum. Maar liefst 458 skeletten duiken er in de bouwput op. Deze geraamtes vertellen ons hoe het er in de middeleeuwen in dit Groningse dorp aan toe is gegaan. 
Door Adriana Bakker & Jos Stöver.


Rottum ligt in het Groningse gaswinningsgebied waar zich geregeld aardbevingen voordoen. Hierdoor vertonen flink wat gebouwen in het dorp mankementen. Dit voorjaar is een woning grondig hersteld en de grote schuur erachter moet zelfs compleet herbouwd worden. Nu ligt Rottum op een grote, rijksmonumentale wierde. Om droge voeten te houden, beginnen de bewoners die heuvel rond 600 voor Christus op te werpen. In de vochtige wierde zijn archeologische resten vaak goed geconserveerd. Wie erin wil graven, heeft dan ook een monumentenvergunning nodig.

En zo raakt de vergunningverlener, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, die zich ook breder inzet voor het behoud van het erfgoed in het aardbevingsgebied, bij de herbouw van de schuur betrokken. Aan de vergunning is de voorwaarde verbonden dat archeologen bij het uitgraven van de bouwkuip meekijken. Adviesbureau Lycens documenteert vervolgens wat er aan archeologische resten tevoorschijn komt. Er zijn spectaculaire vondsten gedaan. In de bouwput ontdekken de archeologen skeletresten van 458 mannen, vrouwen en jonge kinderen.

Arbeidsintensief

Het zorgvuldig blootleggen van
skeletten is arbeidsintensief,
zeker in natte klei. 


Er blijken vijf lagen met geraamtes te liggen. Het botmateriaal is zeer goed bewaard gebleven. Dit komt door de kleiplaggen en mest waarmee de wierde is opgebouwd. De zuurstofarme omstandigheden zijn ideaal voor het behoud van botten, maar minder geschikt voor het conserveren van hout van doodskisten en doodskleden van textiel. Van de kisten zijn slechts dunne bruinige lijnen teruggevonden, vergezeld door ijzeren spijkers. Sommige geraamtes zijn bij latere teraardebestellingen deels weggegraven. Daardoor hebben deze geen hoofd of benen meer. Een vreemd gezicht.

De meeste graven blijken bij een inmiddels afgebroken, waarschijnlijk tufstenen kerkje te horen, uit vermoedelijk de twaalfde eeuw. Voordat baksteen na de Romeinse tijd rond 1200 hier zijn herintrede doet, is tufsteen het voornaamste bouwmateriaal voor stenen kerken. Dat het kerkje hieruit zal zijn opgetrokken, blijkt niet alleen uit brokken tufsteen, maar ook uit de grondverbetering onder het fundament. Deze bestaat uit een ‘spekkoek’ van laagjes tufsteengruis, schelpen en klei, typerend voor vroege tufstenen kerken in Noord-Nederland.

Opgegraven aan de andere kant van de kerk: hoorn, gewei, bot, barnsteen en een munt. FOTO LYCENS, TIM KAULING

Ba byskeletjes

Het merendeel van de graven is waarschijnlijk tussen de twaalfde en zestiende eeuw gedolven. Opvallend is dat er veel babyskeletjes tegen de muur van de kerk liggen. Kinderen zijn nog niet gedoopt als ze heel jong sterven of dood ter wereld komen. Zij worden in de middeleeuwen wel vaker vlak naast de kerk begraven. Vermoedelijk gebeurt dit om ze toch nog te dopen met de regen die via het dak van de kerk, een gewijd gebouw, op hun graven druppelt.

Opgegraven aan de andere kant van de kerk: hoorn, gewei, bot, barnsteen en een munt. FOTO LYCENS, TIM KAULING

Ook opmerkelijk is een massagraf met minimaal acht mensen. Ze zijn boven op elkaar gestapeld. Sommige van hen lijken volledig gekleed te zijn begraven. Uit nader onderzoek moet de reden blijken. Is hier sprake van een epidemie geweest, een ongeluk of geweld? Noemenswaard ook zijn de tekenen van ziekten die aan het skeletmateriaal zijn af te lezen. Ten minste één mens heeft waarschijnlijk aan lepra geleden. Een ander heeft een grote blaassteen. De geraamtes zijn allemaal geborgen. Bij sommige zijn monsters uit de maagstreek genomen. Dit is gebeurd om te achterhalen wat er destijds op het menu staat en of de inwoners last van darmparasieten hebben gehad.

Opgegraven aan de andere kant van de kerk: hoorn, gewei, bot, barnsteen en een munt. FOTO LYCENS, TIM KAULING

Vleugelbotjes

Er lijken zeker drie begravingen aan de bouw van de kerk vooraf te zijn gegaan. Deze graven liggen dieper en worden deels door de kerkfundering  doorsneden. Bij de overblijfselen van een man is een riem met mes en schede gevonden, samen met veel vleugelbotjes van vogels. Vlak bij de man ligt een vrouw met een halsketting van wel vijftig kleurrijke kralen. Deze mensen zijn volgens een prechristelijke traditie begraven. Het kralensnoer kun je nog als een persoonlijk voorwerp zien dat de overledene in het graf meekrijgt. Maar wat betekenen de vogelvleugels? Horen die bij een ritueel dat verbonden is aan bepaalde personen? We weten het nog niet. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen hoe oud deze graven precies zijn en wat de begrafenisrituelen betekenen.

Direct achter de funderingsresten van de kerk ligt geen grafveld, maar afval van bot-, gewei- en hoornverwerking. Deze wijzen op de productie van kammen en andere benen gebruiksvoorwerpen. Daarnaast komt hier handenvol barnsteen naar boven, dat gebruikt is voor het maken van kralen en andere sieraden. Deze vondsten lijken te dateren van na de oudste graven, maar van vóór de bouw van de kerk. Enkele zilveren munten duiden op handel in dezelfde periode. Hiermee wijkt Rottum af van wierden in de omgeving. Die hebben vooral een agrarische functie gehad. Handel en handwerk kunnen een rol gespeeld hebben bij de latere vestiging van een klooster op de wierde. Ook dat verdient verder onderzoek.

Opgegraven aan de andere kant van de kerk: hoorn, gewei, bot, barnsteen en een munt. FOTO LYCENS, TIM KAULING

Hulp of genezing

Nu de archeologen uit Rottum zijn vertrokken, kan de schuur worden herbouwd en het nadere onderzoek beginnen. De onderzoekers brengen daarbij allerlei methoden in stelling, zoals DNA- en isotopen-analyse. Hiermee kunnen zij vragen beantwoorden over de herkomst van de doden. Zijn dit inwoners van Rottum of van daarbuiten, mensen die bijvoorbeeld in het klooster hulp of genezing hebben gezocht? Uit het botmateriaal kun je niet alleen hun geslacht en ouderdom afleiden, maar ook ziektes, botbreuken, medische ingrepen, dieet en lichamelijke inspanning. Skeletten van zwangere vrouwen en het opvallend hoge aantal jonggeborenen duiden op problemen rond zwangerschap en geboorte.


In de botresten liggen dus allerlei verhalen verscholen. Maar ook in de andere vondsten. Wat hebben de handwerkslieden precies gemaakt van dat gewei en barnsteen? En zijn hun producten bestemd voor slechts Rottumer klanten of hebben zij ze ook buiten het dorp verkocht? De opgediepte verhalen zijn niet alleen voor de inwoners van Rottum en omgeving bestemd, maar ook voor alle andere geïnteresseerden in ons verleden.

Twee archeologen leggen twee skeletten bloot. Het is een hele klus om de 458 skeletten stuk voor stuk bloot te leggen. FOTO RCE, JOS STÖVER


Bron: 
De teksten en foto’s zijn met toestemming van de RCE (toegezonden) en geplaatst:
Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed,  uitgave  nr. 4, 2023.
© Schrijvers: Adriane Bakker & Jos Stöver 
© Foto’s: RCE, JOS STÖVER Lycens, Tim Kauling

Nadere informatie: 
Adriana Bakker, senior archeoloog bij Lycens, heeft deze opgraving uitgevoerd, en Jos Stöver, adviseur archeologie bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, is erbij betrokken geweest, a.bakker@lycens.nl & j.stover@cultureelerfgoed.nl.

Met dank aan de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, Amersfoort, drs. D. (Dirk) Snoodijk, Eindredacteur 

Dez e  pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorg-vuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 19 januari 2024.
Samenstelling: © Harm Hillinga