tr.
met
Willem van Lochum, schout te Lochem [Ge], heer van De Ehze,.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Baron Willem | *1639 | †1692 | 53 | 1 | 0 |
Hilmar Erich Freiherr von Quernheim | |
in Genealogie van Rypert Ripperda. Parenteel van Rypert Ripperda. Hilmar Erich Freiherr von Quernheim, Heer 'Gut Oberbehme',, Gut Oberbehme Das Gut Oberbehme ist ein Gut und eine ehemalige Wasserburg im Süden von Kirchlengern, Kreis Herford. • Die im Werretal gelegene Wasserburg bzw. das Gut Oberbehme wurde erstmals 1450 erwähnt. Ein Rittergut Behme besteht laut einer Hebeliste der Abtei Herford aber bereits seit dem 12. Jahrhundert. 1426 gelangte das Gut in das Eigentum der Familie von Quernheim. 1734 erwarb Friedrich von der Horst zu Haldem von den Brüdern von Cornberg das Gut. Das heute nicht mehr vorhandene Gut Niederbehme lag in der Nachbarschaft und gehörte ebenfalls bis ins 19. Jahrhundert der Familie von Quernheim. Freiherr von der Horst überließ 1735 der Familie von Quernheim zu Niederbehme die Gebäude von Oberbehme und erbaute in Steinlake neue Gutsgebäude, das Gut Steinlacke. Die Rechte von Oberbehme gingen auf Steinlacke über. Gut Niederbehme wurde abgebrochen, um in Steinlacke als Baumaterial verwendet zu werden; die Rechte von Niederbehme wurden auf Oberbehme übertragen. • 1826 erwarb Arnold Friedrich von Laer das Anwesen. Dessen Sohn Carl bewirtschaftete das Gut bis kurz vor dem Zweiten Weltkrieg. Während des Zweiten Weltkrieges wurde das Gut von seiner Tochter Maxa von Laer verwaltet. Maxa wurde von zahlreichen weiblichen Elevinnen unterstützt, darunter Gertrud Rolf geb. Greczic und Maria (genannt Bertha) Taake geb. Sura. Gemeinsam mit Friedrich C. Krüger sorgten sie unmittelbar nach dem Krieg für eine dynamische Weiterentwicklung des landwirtschaftlichen Großunternehmens. Als Maxas Bruder Otto von Laer 1956 als Spätheimkehrer aus sowjetischer Kriegsgefangenschaft zurückkam, übernahm er die Verwaltung und die landwirtschaftliche Restrukturierung des Gutes, in deren Folge sich die Zahl der Mitarbeiter zwischen 1960 und 1973 von 50 bis 60 auf 3 reduzierte. Als einer der letzten "Oberbehmer" aus dieser Zeit zählt Heinrich Taake, der Ehemann von Maria Taake, der als Urgestein in die Geschichte des Gutes eingegangen ist. Er trat als 14-jähriger Lehrling 1924 in die Dienste der Gutsverwaltung und wirkte dort über 50 Jahre lang. Er verstarb 1994. Der ältester Sohn von Otto von Laer, Carl-Mauritz von Laer, trägt heute die Verantwortung für den landwirtschaftlichen Großbetrieb. Gebäude und Park Die mittelalterlichen Wasserburg wurde im 18. und 19. Jahrhundert zu einem eingeschossigen Herrenhaus mit Mansarddach umgebaut und 1911 erweitert. Das dreiflügelige Hauptgebäude ist von Gräften umgeben. Der historische Landschaftspark zeichnet sich durch die Gräften, ausgedehnte Rasenflächen und einen alten Baumbestand aus. Der nordwestliche Parkbereich ist verwaldet und nicht mehr als Park identifizierbar. Die gesamte Anlage hat eine Fläche von etwa zwei Hektar. Oberbehme war ein eigenständiger Gutsbezirk im Amt Kirchlengern, wurde dann aber am 30. Juni 1929 in die Gemeinde Kirchlengern eingegliedert.[1] Noten 1.? Stephanie Reekers: Die Gebietsentwicklung der Kreise und Gemeinden Westfalens 1817-1967. Aschendorff, Münster (Westfalen) 1977, ISBN 3-402-05875-8. |
kerk.huw. (Sophia Agnes Charlotte 20 jaar oud) op zaterdag 7 sep 1748
met
Sophia Agnes Charlotte von Ripperda, dr. van Friedrich Nicolaus von Ripperda en Sophia Charlotte von Rochow, geb. op donderdag 2 sep 1728 op de Ellerburg in Denemarken, ovl. (76 jaar oud) op vrijdag 12 apr 1805.
Dossier:
otr. (Heer Unico ongeveer 24 jaar oud) te 's-Gravenhage [Zh] op zondag 20 apr 1659
met
Unico Ripperda, zn. van Wilhelm Ripperda en Adelheid van den Boekhorst Tot Wimmenum, geb. circa 1635, heer te Boxbergen [Ov], heer te Hengelo, heer van 'Solmsberg',, heer te Boekelo [Ov], heer te Wimmenum [Nh], ritmeester in 1666, kolonel te paart in 1672, ovl. (ongeveer 43 jaar oud) in 1678.
Aantekeningen bij Unico Ripperda.
Unico Ripperda, heer van Hengelo, Buxbergen, Solmsberg, Boekelo en Wimmenum, geb. omstr. 1635, kinderloos overl. 1678, zoon van Willem en van Alida van Buckhorst tot Wimmenum.
Hij is in 1666 ritmeester en wordt op 16 Maart kolonel bij de cavalerie. Als zodanig maakt hij deel uit van de bezetting der stad Zwolle, tijdens de inval der Munsterschen en Keulschen. De onverantwoordelijke overgave van de goed versterkte stad schijnt goeddeels aan zijn zonderlinge gedragingen te moeten worden toegeschreven. Althans in een gedrukte brief aan de Staten-Generaal werpt de Zwolsche magistraat de schuld der overgave op Ripperda en een paar andere officieren. Ripperda geeft toe in het licht Beright van hetgeen tot Swol gepasseerd is, door U.R. Colonel d. infanterie (Leeuw. 1672, 4o.). Hierop verschijnt een tegenbericht van de Mag. van Zwolle tegen .. (1672, 4o.). Zo houdt het onverkwikkelijk debat nog geruime tijd aan, zonder dat de toedracht van zaken veel duidelijker wordt.
Unico huwt Margaretha baronesse van Merode van Rummen, dochter van baron Floris, heer van Rummen en Sievernich, ambassadeur te Den Haag en Margaretha baronesse van Gendt. Hij is ritmeester (1666) en later kolonel te paard (1672). Als zodanig verdedigt hij Zwolle tegen de troepen van Münster en Keulen. De onverantwoordelijke overgave van deze goed versterkte stad wordt hem en enkele andere officieren ten laste gelegd. Hij overlijdt in 1678 en laat zijn landgoederen in berooide toestand achter. Op 11 april 1673 doodt hij tijdens een meningsverschil in een herberg te Leeuwarden Philipp Ernst Graf zu Sayn-Wittgenstein-Homburg, wiens laatste woorden zijn: "O Ripperda. O Ripperda.".
Unico leidt de verdediging van Zwolle tegen de troepen van Münster en Keulen. De overgave van deze stad werd hem en enkele andere officieren ten laste gelegd. Hij † kinderloos 1678 te Deventer en liet zijn landgoederen in berooide.
Na zijn dood wordt Boculo verkocht aan Cornelis van Aerssen tot Wernhout; Hengelo aan Jacob van Coeverden tot Stuveler en Boxbergen aan Willem baron van Lintelo tot de Ehze.
(Bronnen: Zie: v. Doorninck, Gesl. Aant, 142; Resol. R. en St. van Overijsel, 10 Nov. 1680; van Hattum, Gesch. van Zwolle IV, 8-70; Tiele, Bibl. van Pamfl. no. 5981 e.v, 6580; Wapenheraut V (geneal. Ripperda), 218; Bijdr. Gesch. v. Overijsel II, 184, V, 1).
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Baronesse Margaretha | 1 | 0 |
tr.
met
Floris van Rummen en Sievernich,
Heer,
Rummen
(in het Frans Rumigny) is een deelgemeente van de gemeente Geetbets in het uiterste oosten van Vlaams-Brabant (België).
Romeinen
Rummen wordt in de Romeinse tijd als Romium, Romus of Rommus vermeld (deze plaatsnaam is hoogstwaarschijnlijk afgeleid van Rome).
De Romeinen hebbn te Rummen, aan de oevers van de Melsterbeek, enkele versterkte legerkampen (of een Romeinse vesting) opgebouwd, waaruit ze regelmatig slag moeten leveren tegen een opstandige en overigens overwonnen Gallische stam, de Betasiërs genaamd: deze volksstam heeft in de omgeving van de huidige rivieren Demer, Velp, Grote Gete, Kleine Gete en Herk gewoond (zie Galliërs of zie Walsbets te Landen, Geetbets en/of Betekom).
Vandaag zijn er nog duidelijk sporen in de gemeente die dateren van die tijd, zoals de Rome(r)straat, het Rome(r)veld, het Rome(r)bos en er is een oude hoeve die reeds eeuwen de naam Romen draagt.
•
Middeleeuwen
Rummens oudste naamsvermelding als dorpje met kerk gaat terug tot het jaar 1078. In 1240 wordt het verstedelijkte dorp Rummen door graaf Arnold IV van Loon aan Willem van Montferrant verkocht. Het blijft in handen van zijn nazaten tot 1397.
De naam Rummen maakt ook een evolutie door: in 1078 als Rumines, omstreeks 1138 als Romynes en vanaf 1330 als Ruminey of Rumigny, Rumeny, Rumene en tenslotte in 1905 als Rumiens. In de 15e eeuw dragen de munten, geslagen in deze gemeente, Romeinse sporen, zoals de meeste middeleeuwse munten. Op de munten staan de woorden Moneta Nova Romanorum gegrift.
•
Arnold van Rummen of Arnould de Rumigny le dernier comte de Chiny (eerste kwart van de 14e eeuw - vóór 5 mei 1373), graaf van het vazalgraafschapje Chiny te graafschap (later hertogdom) Luxemburg, is in de geschiedenis bekend als een man die de titel van graaf van Loon pretendeert. Dan komt het in bezit van de Luikse prinsbisschop Engelbert van der Marck, die het vorstendom kort daarop afstaat aan Hendrik van Diest.
Open stedeken
Aan het einde van de 15e eeuw gaat Rummen over in het bezit van de heren van Merode. Het Bourgondische Groot-Rummen (ten tijde de Bourgondiërs en later het prinsbisdom Luik in naam van het Heilig Roomse Rijk tot 1789-1795) bestaat uit een gebied van grofweg 40 km², dat zich in die tijd uitstrekt van Terlenen en Grazen in het westen tot aan Wijer en Kortenbos in het oosten.
•
Zou Rummen tin die tijd een omwalling (of stadsmuur) gehad hebben, dan was het een stad geweest in het begin van de 17e eeuw. Jammerlijk heeft de bouw van een stadsmuur nooit plaatsgevonden. Daarom wordt een verstedelijkt dorp in de volksmond (of in het plaatselijke dialect) een open stedeken genoemd.
heer, ambassadeur te Den Haag.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Baronesse Margaretha | 1 | 0 |
|
|
tr. (17 jaar oud) (1) op woensdag 20 okt 1655
met
Anne Marie de Gouffier de Caravas, dr. van Louis de Gaucourt de Bouesse en Madeleine de Gaucourt de Villedieu de Boisse.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ludovic Willem | ~1656 | †1713 | 56 | 1 | 5 |
relatie (2)
met
relatie (3)
met
relatie (4)
met
Isabella van Boecholt, geb. te Moergestel [Nb].
tr. (Willem 17 jaar oud) op woensdag 20 okt 1655
met
Willem Ripperda, zn. van Wilhelm Ripperda en Adelheid van den Boekhorst Tot Wimmenum, geb. op zondag 2 mei 1638, ovl. (minstens 26 jaar oud) tussen 1665 en 1666 is beroofd en vermoord, relatie (2) met Elisabeth Herlett. Uit deze relatie geen kinderen, relatie (3) met Susanna van Fornenbergh. Uit deze relatie geen kinderen, relatie (4) met Isabella van Boecholt. Uit deze relatie geen kinderen.
Aantekeningen bij Willem Ripperda.
In zijn jeugd brengt hij als avonturier veel tijd door in Parijs. Daar huwt hij als minderjarige en zonder toestemming van zijn vader comtesse Anne Marie de Gouffier de Caravas op 20 okt. 1655, de zuster van zijn zwager Louis-Armand. Enige jaren later geeft hij aan zijn huwelijk te willen annuleren om in het huwelijk te kunnen treden met Isabella van Boekholt uit Moergestel bij Tilburg. Zijn vader heeft zich hiertegen fel verzet en dit huwelijk heeft dientengevolge nooit plaatsgevonden.
In 1663 schaakt hij de beroemde, minder-jarige toneelspeelster Susanna van Fornenbergh. Hun huwelijk wordt echter op grond van bigamie door het Hof van Holland nietig verklaard. Kort daarna geeft hij aan zijn huwelijk te willen annuleren om te kunnen trouwen met Isabella van Boecholt uit Moergestel bij Tilburg, bij wie hij een bastaarddochter heeft. Zijn vader heeft zich hiertegen verzet en dit huwelijk heeft nooit plaatsgevonden. Willem wordt eind 1665/begin 1666 in de Meierij van Den Bosch door vagebonden beroofd en vermoord. Hij heeft een bijzonder slechte relatie met zijn schoonfamilie en het vermoeden bestaat dat de Gouffier's een rol hebben gespeeld in de moord op Willem Ripperda.
Zijn buitenechtelijke dochter, Margaretha Ripperda, wordt ten onrechte als gelegitimeerd beschouwd en trouwte (1618) met Herman van Hoëvell, richter te Delden en Enschede, zoon van Herman, heer van Hoevele, koninklijk richter te Oldenzaal en Elisabeth van Heerdt, erfvrouwe van Westerflier (stammoeder van de tak Van Hövell tot Westerflier). Zij heeft vijf kinderen, waaronder twee zonen, te weten Unico en Willem. Zijn tweede buitenechtelijke dochter, Merlina, trouwt met Jan van Alten, des Drosten kamerling en daarna luitenant te paard.
Uit dit huwelijk een zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Ludovic Willem | ~1656 | †1713 | 56 | 1 | 5 |
tr.
met
Madeleine de Gaucourt de Villedieu de Boisse.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Louis-Armand | 1 | 1 | |||||
2 | Comtesse Anne Marie | 1 | 1 |
tr.
met
Louis de Gaucourt de Bouesse, comte, marquis, comte.
Aantekeningen bij Louis de Gaucourt de Bouesse.
Volgens U. v. Ripperda is de moeder van Armand-Louise ene Eleonora Angelique de Broullard. Dit is echter niet juist.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Louis-Armand | 1 | 1 | |||||
2 | Comtesse Anne Marie | 1 | 1 |
Noël de Chamily | |
Noël de Chamily, generaal en Maréchal de France, heer. |
tr.
met
Elisabeth Gertrudth van Zoutelande.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Maria Vivienne | *1675 | 1 | 5 |
tr.
met
Noël de Chamily, generaal en Maréchal de France, heer. |
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Maria Vivienne | *1675 | 1 | 5 |
tr. (uit het huwelijk worden meerder kinderen geboren)
met
Isaäc Charles du Plessis, kolonel van het regiment van Wolfenbüttel in Oostenrijkse dienst, Infanterieregiment Nr. 10.
kerk.huw. (ongeveer 26 jaar oud) op woensdag 2 feb 1757
met
Marie Josepine de Monti, dr. van Joseph von Kessler en Maria Anna Nn.
Uit dit huwelijk 4 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Johannes Joseph Nicolaus Vincent | *1759 | Wenen, Oostenrijk | †1826 | Wenen, Oostenrijk | 66 | 1 | 3 |
2 | Franz Seaphicus Joseph Ignatius | *1760 | Wenen, Oostenrijk | †1791 | 30 | 0 | 0 | |
3 | Wilhelm Ludwig Hermann Carl Gabriel | *1767 | Aken | †1812 | 45 | 1 | 3 | |
4 | Carl | *1771 | †1791 | 20 | 0 | 0 |
tr. (uit het huwelijk worden meerder kinderen geboren)
met
Anne Charlotte de Ripperda, dr. van Ludovic Willem de Ripperda en Maria Vivienne de Bouton de Saint-Gilles.
kerk.huw. (Noël Nicolaus Lodovicus ongeveer 26 jaar oud) op woensdag 2 feb 1757
met
Noël Nicolaus Lodovicus (Natalis) von Ripperda, zn. van Ludovic Willem de Ripperda en Maria Vivienne de Bouton de Saint-Gilles, ged. te Maastricht [Li] op maandag 18 sep 1730, K&K kamerheer, overste in het regiment Von Harrach, Infanterieregiment Nr. 47, zijn bevorderingsoorkonde is persoonlijk door Maria Theresia getekend, ovl. (ongeveer 58 jaar oud) te Aken op woensdag 13 mei 1789.
Uit dit huwelijk 4 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Johannes Joseph Nicolaus Vincent | *1759 | Wenen, Oostenrijk | †1826 | Wenen, Oostenrijk | 66 | 1 | 3 |
2 | Franz Seaphicus Joseph Ignatius | *1760 | Wenen, Oostenrijk | †1791 | 30 | 0 | 0 | |
3 | Wilhelm Ludwig Hermann Carl Gabriel | *1767 | Aken | †1812 | 45 | 1 | 3 | |
4 | Carl | *1771 | †1791 | 20 | 0 | 0 |
tr.
met
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Baronesse Marie Josepine | 1 | 4 |
tr.
met
Joseph von Kessler, generaal en bevelhebber van het K&K corps er genie.
Uit dit huwelijk een dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Baronesse Marie Josepine | 1 | 4 |