Klaas Dieterman
in
Parenteel van Caspar Jans.
Klaas Dieterman1, geb. te Eexta [Gr]1 op woensdag 6 sep 19051,1.
- Vader:
Geert Dieterman, zn. van Pieter Dieterman en Lammechien Everts, geb. te Eexta [Gr] op dinsdag 12 feb 1878, arbeider op zaterdag 9 mei 1903, op dinsdag 9 aug 1904 en op donderdag 7 sep 1905, arbeider voor woensdag 14 dec 1938, ovl. (60 jaar oud) te Scheemda [Gr]2 op woensdag 14 dec 19382,2, tr. (resp. 25 en 27 jaar oud) te Scheemda [Gr]3 op donderdag 12 feb 19033,3.
- Moeder:
Antje Groenbroek4, dr. van Johannes Groenbroek (Schoenmaker) en Klaassien Kramer, geb. te Scheemda [Gr]4 op vrijdag 9 jul 18754,4, ovl. (76 jaar oud) te Scheemda [Gr]5 op woensdag 21 nov 19515,5.
| |
Lammechien Dieterman
in
Parenteel van Caspar Jans.
Lammechien Dieterman1, geb. te Scheemda [Gr]1 op dinsdag 9 aug 19041,1.
- Vader:
Geert Dieterman, zn. van Pieter Dieterman en Lammechien Everts, geb. te Eexta [Gr] op dinsdag 12 feb 1878, arbeider op zaterdag 9 mei 1903, op dinsdag 9 aug 1904 en op donderdag 7 sep 1905, arbeider voor woensdag 14 dec 1938, ovl. (60 jaar oud) te Scheemda [Gr]2 op woensdag 14 dec 19382,2, tr. (resp. 25 en 27 jaar oud) te Scheemda [Gr]3 op donderdag 12 feb 19033,3.
- Moeder:
Antje Groenbroek4, dr. van Johannes Groenbroek (Schoenmaker) en Klaassien Kramer, geb. te Scheemda [Gr]4 op vrijdag 9 jul 18754,4, ovl. (76 jaar oud) te Scheemda [Gr]5 op woensdag 21 nov 19515,5.
| |
Johannes Koster
in
Parenteel van Caspar Jans.
Johannes Koster1, geb. te Winschoten [Gr]1 op donderdag 17 nov 19041,1.
- Vader:
Ubbo Koster, zn. van Derk Koster en Hillechien van Eken, geb. te Scheemda [Gr] circa 18672, bakker op zaterdag 13 mei 1899, woont te Winschoten op zaterdag 13 mei 1899, bakker op maandag 18 sep 1899, bakkersknecht op maandag 17 jun 1901, bakker op vrijdag 27 jun 1902, arbeider op donderdag 17 nov 1904, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) op dinsdag 31 mei 19322, tr. (resp. ongeveer 32 en 21 jaar oud) te Scheemda [Gr]3 op zaterdag 13 mei 18993 (getuigen: Willem van Dijk, 39 jaar, van beroep veldwachter, wonende te Scheemda, Fredrik Christiaan Vorstman, 52 jaar, van beroep veldwachter, wonende te Scheemda, Lambert Lamberts, 41 jaar, van beroep veldwachter, wonende te Scheemda en Hindrik van Ham, 64 jaar, kleermaker en tevens wonende te Scheemda)3.
- Moeder:
Stientje Groenbroek4,2, dr. van Johannes Groenbroek (Schoenmaker) en Klaassien Kramer, geb. te Scheemda [Gr]4 op dinsdag 26 feb 18784,4, dienstmeid op zaterdag 13 mei 1899.
Jan Groenbroek
in
Parenteel van Caspar Jans.
Jan Groenbroek1, geb. te Scheemda [Gr] op woensdag 6 apr 19041,1.
- Vader:
Hindrik Groenbroek3, zn. van Johannes Groenbroek (Schoenmaker) en Klaassien Kramer, geb. te Scheemda [Gr]3 circa vrijdag 9 jul 18753,3, arbeider op zaterdag 15 jun 1901 en op donderdag 7 apr 1904, fabrieksarbeider op woensdag 20 jul 1938, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Groningen [Gr]2 op vrijdag 15 jul 19382,2, tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 24 jaar oud) te Scheemda [Gr]4 op zaterdag 15 jun 19014,4.
- Moeder:
Elizabeth Kampijon, dr. van Samuel Kampijon en Lena Draaijer, geb. te Nieuwolda [Gr] in 1877, arbeidster op zaterdag 15 jun 1901.
Aaltje Groenbroek
in
Parenteel van Caspar Jans.
Aaltje Groenbroek1, geb. te Scheemda [Gr] op zaterdag 13 feb 19041.
- Vader:
Freerk Groenbroek2, zn. van Johannes Groenbroek (Schoenmaker) en Klaassien Kramer, geb. te Scheemda [Gr]2 op donderdag 8 feb 18662,2, arbeider op donderdag 14 mei 1891, op dinsdag 10 okt 1893, op donderdag 24 okt 1895, op donderdag 9 dec 1897, op donderdag 13 feb 1902, op zaterdag 13 feb 1904, op maandag 17 nov 1913, op vrijdag 5 sep 1919 en op donderdag 29 jan 1920, ovl. (84 jaar oud) te Scheemda [Gr]3 op woensdag 28 jun 19503,3, tr. (resp. 25 en 19 jaar oud) te Scheemda [Gr]4 op donderdag 14 mei 18914,4, wonen bij het huwelijk van hun dochter Udina te Midwolda op donderdag 29 jan 1920.
| |
- Moeder:
Jacoba Hagenus5, dr. van Udo Hanenus en Frederika Jansina van Dijk, geb. te Midwolda [Gr] op dinsdag 25 jul 1871, dienstmeid op donderdag 14 mei 1891, ovl. (74 jaar oud) te Midwolda [Gr]5 op donderdag 14 mrt 19465,5.
Geert Penning
in
Parenteel van Caspar Jans.
Geert Penning1, geb. te Eexta [Gr]1 op maandag 14 sep 19031,1.
- Vader:
Hindrik Wicher Penning, zn. van Geert Penning en Anna Wichers Ommens, geb. te Midwolda [Gr] in 18612, timmerman op donderdag 30 jun 1892, op zaterdag 1 apr 1893, op vrijdag 5 apr 1895, op woensdag 14 okt 1896, op donderdag 10 feb 1898, op dinsdag 27 feb 1900, op dinsdag 15 sep 1903, op donderdag 4 apr 1912, op donderdag 23 mrt 1916 en op zaterdag 10 mei 1930, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) te Scheemda [Gr]2 op zondag 11 mei 19412,2, tr. (resp. ongeveer 31 en 26 jaar oud) te Scheemda [Gr]3 op donderdag 30 jun 18923,3.
| |
- Moeder:
Antje Groenbroek4, dr. van Hindrik Groenbroek en Catharina Engels, geb. te Scheemda [Gr]4 op donderdag 10 mei 18664,4, zonder op zaterdag 10 mei 1930, ovl. (74 jaar oud) te Scheemda [Gr]5 op maandag 24 feb 19415,5.
| |
Klaassien Groenbroek
in
Parenteel van Caspar Jans.
Klaassien Groenbroek1, geb. te Scheemda [Gr]1 op zaterdag 22 aug 19031,1.
- Vader:
Kasper Groenbroek2, zn. van Johannes Groenbroek (Schoenmaker) en Klaassien Kramer, geb. te Scheemda [Gr]2 op dinsdag 22 nov 18702,2, arbeider op donderdag 14 dec 1893, op zaterdag 20 jan 1894 en op zaterdag 22 aug 1903, tr. (beiden 23 jaar oud) te Scheemda [Gr]3 op donderdag 14 dec 18933,3.
| |
- Moeder:
Kornelia (Kee) van der Schuur, dr. van Bene van der Schuur en Grietje Lingbeek, geb. te Eexta [Gr] op zondag 9 okt 1870, arbeidster op zaterdag 20 jan 1894, ovl. (96 jaar oud) te Scheemda [Gr] op zaterdag 27 mei 1967.
Pieter Dieterman
in
Parenteel van Caspar Jans.
Pieter Dieterman1, geb. te Eexta [Gr]1 op zaterdag 9 mei 19031,1.
- Vader:
Geert Dieterman, zn. van Pieter Dieterman en Lammechien Everts, geb. te Eexta [Gr] op dinsdag 12 feb 1878, arbeider op zaterdag 9 mei 1903, op dinsdag 9 aug 1904 en op donderdag 7 sep 1905, arbeider voor woensdag 14 dec 1938, ovl. (60 jaar oud) te Scheemda [Gr]2 op woensdag 14 dec 19382,2, tr. (resp. 25 en 27 jaar oud) te Scheemda [Gr]3 op donderdag 12 feb 19033,3.
- Moeder:
Antje Groenbroek4, dr. van Johannes Groenbroek (Schoenmaker) en Klaassien Kramer, geb. te Scheemda [Gr]4 op vrijdag 9 jul 18754,4, ovl. (76 jaar oud) te Scheemda [Gr]5 op woensdag 21 nov 19515,5.
| |
Samuël Groenbroek
in
Parenteel van Caspar Jans.
Samuël Groenbroek1, geb. te Scheemda [Gr]1 op dinsdag 24 feb 19031,1.
- Vader:
Hindrik Groenbroek3, zn. van Johannes Groenbroek (Schoenmaker) en Klaassien Kramer, geb. te Scheemda [Gr]3 circa vrijdag 9 jul 18753,3, arbeider op zaterdag 15 jun 1901 en op donderdag 7 apr 1904, fabrieksarbeider op woensdag 20 jul 1938, ovl. (ongeveer 63 jaar oud) te Groningen [Gr]2 op vrijdag 15 jul 19382,2, tr. (resp. ongeveer 25 en ongeveer 24 jaar oud) te Scheemda [Gr]4 op zaterdag 15 jun 19014,4.
- Moeder:
Elizabeth Kampijon, dr. van Samuel Kampijon en Lena Draaijer, geb. te Nieuwolda [Gr] in 1877, arbeidster op zaterdag 15 jun 1901.
Harmannus de Vries
Harmannus (Harry) de Vries, geb. te Nieuwolda [Gr] op woensdag 11 dec 1935, ondermeer dirigent van zangkoor Wilskracht te Finsterwolde, zingt en dirigeert, woont te Winschoten in 2009.
- Vader:
Berend de Vries, geb. te Nieuwolda [Gr] op zondag 9 mei 1909, ovl. (60 jaar oud) op zaterdag 3 jan 1970, tr. (resp. 20 en 19 jaar oud) te Beerta [Gr] vermoedelijk vrijdag 4 apr 1930.
- Moeder:
Geertje Koekkoek, geb. te Beerta [Gr] op vrijdag 10 feb 1911, ovl. (91 jaar oud) op zaterdag 2 mrt 2002.
tr. (26 jaar oud) te Slochteren [Gr] op vrijdag 9 feb 1962
met
Frouwke Blaauw.
Frouwke Blaauw
Frouwke Blaauw.
tr. (Harmannus (Harry) 26 jaar oud) te Slochteren [Gr] op vrijdag 9 feb 1962
met
Harmannus (Harry) de Vries, zn. van Berend de Vries en Geertje Koekkoek, geb. te Nieuwolda [Gr] op woensdag 11 dec 1935, ondermeer dirigent van zangkoor Wilskracht te Finsterwolde, zingt en dirigeert, woont te Winschoten in 2009.
Aantekeningen bij Johann Christoph Heinrich von Ripperda.
Johann Christoph Heinrich von Ripperda.
Hij is overste in Brandenburgse dienst. Hij overlijdt op 31 juli 1698 te Insterburg in Oost Pruisen, waarna zijn lijk door soldaten terug naar Alswede gedragen wordt.
- Moeder:
Anna Lucia von Münch, dr. van Johan van Ellerburg en Elisabeth von den Brinck Und Einhausen, Erfvrouwe van Schloss Ellerburg (Westfalen),, Die Ellerburg ist ein ehemaliges Wasserschloss in der Ortschaft Fiestel der Stadt Espelkamp im Kreis Minden-Lübbecke. Die Schlossanlage liegt östlich der Großen Aue und nördlich des Mittellandkanals am Übergang der Alsweder Niederung zur Rahdener Geest und ist rund vier Hektar groß. Ihre Gebäude sind verfallen und einsturzgefährdet. Das Naturschutzgebiet Ellerburger Wiesen besteht weitgehend aus ehemaligen landwirtschaftlichen Flächen des Gutes. Geschichte Das Gut wurde 1475 erstmals erwähnt. Damaliger Eigentümer war Hardecke von Münch. Im Jahre 1510 wurde das Gut unter den beiden Söhnen aufgeteilt. Neben der Ellerburg handelte es sich um das benachbarte Schloss Benkhausen. Kaiserliche und schwedische Truppen standen sich 1633 in einem Gefecht um die Burg gegenüber. Nach langem Streit gelangte die Ellerburg in weiblicher Erbfolge an die Familie von Ripperda. Die Familie breitete sich über das östliche Holland und das Emsland bis ins Bistum Minden (Ellerburg) aus. Dies gelang nicht zuletzt durch gezieltes Heiraten. Der preußische Offizier Friedrich Wilhelm Freiherr von Ripperda ließ um 1795 die Gebäude neu erbauen. Zeitweise war er in der Festung Minden stationiert. Da die Familie von Ripperda in finanzielle Schwierigkeiten gekommen war, erwarb der ehemalige Mindener Regierungspräsident Freiherr Karl von der Horst 1825 das Gut, obwohl er selbst wegen derangierter Vermögensverhältnisse am 24. Februar 1825 in den einstweiligen Ruhestand versetzt worden war. Sein Sohn Adolf von der Horst übte das Amt des Landrats des Kreises Lübbecke von 1838 bis 1870 vorwiegend von der Ellerburg aus. Ab 1840 wohnte er jedoch auf Schloss Hollwinkel. Bis in die 1990er Jahre war das Gut im Besitz der Familie von der Horst und steht nun im Eigentum der Stadt Espelkamp. Nachdem sich verschiedene Initiativen für den Erhalt der seit längerem einsturzgefährdeten Gebäude eingesetzt hatten, wurde im März 2012 der Abriss der Gebäude beschlossen. Die Parkanlage und Teile der Ruine sollen erhalten bleiben.[1] Gebäude und Park Ursprünglich lag das Herrenhaus auf einer kleinen Gräfteninsel. Der Hof war über eine repräsentative Steinbrücke zu erreichen. Zum Gut gehörte die nördlich des Herrenhauses gelegene Ellerburger Mühle 1595 übertrug sie Johann Monnich zur Ellerburg zwecks Abgleich seiner Schulden Curdt von Aßweide, Senior des Domkapitels zu Minden. Die Wassermühle, die vom aufgestauten Umfluter der Großen Aue getrieben wurde, war Bestandteil der Westfälischen Mühlenstraße. Eine Kastanienallee, die am Südostrand des Geländes verläuft, verband ursprünglich die Ellerburg mit dem Schloss Hollwinkel. Im Bereich des Gebäudes stehen drei sehr alte Linden, besonders hervorzuheben die etwa 400 Jahre alte Linde im Burghof. Noten 1.? http://www.westfalen-blatt.de/index.php?id=618&tx_ttnews%5Btt_news%5D=8912838&cHash=1be8bbe880a3bae3418c91e0f1b188b8 Literatur Gerhard Dallmann: Lieblich-lind duften die Lindenbäume. „1000-jährige“ Linden in Minden-Ravensberg-Lippe – Legenden und Wirklichkeit. G. Dallmann, Herford/Hiddenhausen 2001, ISBN 3-9807651-0-5.
| |
kerk.huw. (ongeveer 28 jaar oud) in 1695 in de winter
met
Catharina Gertrudt Sybilla van Baer Zu Baermau, dr. van Nicolaus Herbord en Gertrudt von Heyden Zo Astrup. Catharina blijkt zelf ook een afstammeling te zijn van de Ripperda's, ovl. op donderdag 14 aug 1727, tr. (2) met Ernst August von Henderson Zu Holte. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Adolf Christoph van Delwig-Rutenborn. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
Dossier:
Berend de Vries
Berend de Vries, geb. te Nieuwolda [Gr] op zondag 9 mei 1909, ovl. (60 jaar oud) op zaterdag 3 jan 1970.
tr. (resp. 20 en 19 jaar oud) te Beerta [Gr] vermoedelijk vrijdag 4 apr 1930
met
Geertje Koekkoek, geb. te Beerta [Gr] op vrijdag 10 feb 1911, ovl. (91 jaar oud) op zaterdag 2 mrt 2002.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
Geertje Koekkoek
Geertje Koekkoek, geb. te Beerta [Gr] op vrijdag 10 feb 1911, ovl. (91 jaar oud) op zaterdag 2 mrt 2002.
tr. (resp. 19 en 20 jaar oud) te Beerta [Gr] vermoedelijk vrijdag 4 apr 1930
met
Berend de Vries, geb. te Nieuwolda [Gr] op zondag 9 mei 1909, ovl. (60 jaar oud) op zaterdag 3 jan 1970.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
Jan Harm de Vries
Jan Harm de Vries, geb. te Nieuwolda [Gr] vermoedelijk woensdag 28 mei 1930.
- Vader:
Berend de Vries, geb. te Nieuwolda [Gr] op zondag 9 mei 1909, ovl. (60 jaar oud) op zaterdag 3 jan 1970, tr. (resp. 20 en 19 jaar oud) te Beerta [Gr] vermoedelijk vrijdag 4 apr 1930.
- Moeder:
Geertje Koekkoek, geb. te Beerta [Gr] op vrijdag 10 feb 1911, ovl. (91 jaar oud) op zaterdag 2 mrt 2002.
Aantekeningen bij Elisabeth Augusta von Ripperda.
Elisabeth Augusta von Ripperda.
- Moeder:
Anna Lucia von Münch, dr. van Johan van Ellerburg en Elisabeth von den Brinck Und Einhausen, Erfvrouwe van Schloss Ellerburg (Westfalen),, Die Ellerburg ist ein ehemaliges Wasserschloss in der Ortschaft Fiestel der Stadt Espelkamp im Kreis Minden-Lübbecke. Die Schlossanlage liegt östlich der Großen Aue und nördlich des Mittellandkanals am Übergang der Alsweder Niederung zur Rahdener Geest und ist rund vier Hektar groß. Ihre Gebäude sind verfallen und einsturzgefährdet. Das Naturschutzgebiet Ellerburger Wiesen besteht weitgehend aus ehemaligen landwirtschaftlichen Flächen des Gutes. Geschichte Das Gut wurde 1475 erstmals erwähnt. Damaliger Eigentümer war Hardecke von Münch. Im Jahre 1510 wurde das Gut unter den beiden Söhnen aufgeteilt. Neben der Ellerburg handelte es sich um das benachbarte Schloss Benkhausen. Kaiserliche und schwedische Truppen standen sich 1633 in einem Gefecht um die Burg gegenüber. Nach langem Streit gelangte die Ellerburg in weiblicher Erbfolge an die Familie von Ripperda. Die Familie breitete sich über das östliche Holland und das Emsland bis ins Bistum Minden (Ellerburg) aus. Dies gelang nicht zuletzt durch gezieltes Heiraten. Der preußische Offizier Friedrich Wilhelm Freiherr von Ripperda ließ um 1795 die Gebäude neu erbauen. Zeitweise war er in der Festung Minden stationiert. Da die Familie von Ripperda in finanzielle Schwierigkeiten gekommen war, erwarb der ehemalige Mindener Regierungspräsident Freiherr Karl von der Horst 1825 das Gut, obwohl er selbst wegen derangierter Vermögensverhältnisse am 24. Februar 1825 in den einstweiligen Ruhestand versetzt worden war. Sein Sohn Adolf von der Horst übte das Amt des Landrats des Kreises Lübbecke von 1838 bis 1870 vorwiegend von der Ellerburg aus. Ab 1840 wohnte er jedoch auf Schloss Hollwinkel. Bis in die 1990er Jahre war das Gut im Besitz der Familie von der Horst und steht nun im Eigentum der Stadt Espelkamp. Nachdem sich verschiedene Initiativen für den Erhalt der seit längerem einsturzgefährdeten Gebäude eingesetzt hatten, wurde im März 2012 der Abriss der Gebäude beschlossen. Die Parkanlage und Teile der Ruine sollen erhalten bleiben.[1] Gebäude und Park Ursprünglich lag das Herrenhaus auf einer kleinen Gräfteninsel. Der Hof war über eine repräsentative Steinbrücke zu erreichen. Zum Gut gehörte die nördlich des Herrenhauses gelegene Ellerburger Mühle 1595 übertrug sie Johann Monnich zur Ellerburg zwecks Abgleich seiner Schulden Curdt von Aßweide, Senior des Domkapitels zu Minden. Die Wassermühle, die vom aufgestauten Umfluter der Großen Aue getrieben wurde, war Bestandteil der Westfälischen Mühlenstraße. Eine Kastanienallee, die am Südostrand des Geländes verläuft, verband ursprünglich die Ellerburg mit dem Schloss Hollwinkel. Im Bereich des Gebäudes stehen drei sehr alte Linden, besonders hervorzuheben die etwa 400 Jahre alte Linde im Burghof. Noten 1.? http://www.westfalen-blatt.de/index.php?id=618&tx_ttnews%5Btt_news%5D=8912838&cHash=1be8bbe880a3bae3418c91e0f1b188b8 Literatur Gerhard Dallmann: Lieblich-lind duften die Lindenbäume. „1000-jährige“ Linden in Minden-Ravensberg-Lippe – Legenden und Wirklichkeit. G. Dallmann, Herford/Hiddenhausen 2001, ISBN 3-9807651-0-5.
| |
tr. (17 jaar oud) (1) op woensdag 8 mrt 1684
met
Christoph van Hessler, zn. van Hans Heinrich von Hessler en Ursula van Nissmitz Zu Nebra, heer, ovl. op vrijdag 27 aug 1688.
tr. (resp. 23 en 30 jaar oud) (2) op woensdag 27 dec 1690
met
Hannibal Germanus Freiherr von Schmertzing, zn. van Hannibal Heer van Limbach en Maria Magdelena von Metzch, geb. op maandag 30 aug 1660, freiherr, baron, koninklijke Poolse en keurvorstelijk, Saksische kamerheer, opperhofmeester van de balije (ordensprovencie), ridder in de Johanniter Orde, ovl. (54 jaar oud) op zaterdag 17 aug 1715. | |
Aantekeningen bij Hannibal Germanus Freiherr von Schmertzing.
Hannibal Germanus Freiherr von Schmertzing, heer van Ehrenberg, Ehrenhayn en Reissa.
Hannibal Germanus Freiherr von Schmertzing (* 30. August 1660; † 17. August 1715) auf Ehrenberg, Ehrenhain und Reusa war ein königlich-polnischer und kurfürstlich-sächsischer Kammerherr, Oberhofmeister und Amtshauptmann der Ballei Thüringen sowie Ritter des Johanniterordens.
Leben.
Der Sohn Hannibals von Schmertzing und dessen Frau Maria Magdalena von Metsch verbrachte seine Kindheit am Hof zu Zerbst, wo er 1675 als Page in die Dienste Prinz Anton Günthers trat, den er auf zahlreiche Reisen innerhalb Europas begleitete. 1677 bereisten sie Holland und England. 1680 verbrachte von Schmertzing ein halbes Jahr in Genf, um die französische Sprache zu lernen. Nach einem anschließenden Jahr in Paris bereiste er mit Anton Günther als dessen Hof-Junker Nordeuropa, unter anderem Dänemark, Schweden und Polen. Als 1683 die Türken Wien belagerten, verließ er den Hof zu Zerbst, um in der sächsischen Armee zu dienen, wo er als 1685 als Leutnant entlassen wurde. 1686 bereiste er Italien, bevor er als Kammer-Junker in den Dienst Herzog Christian Augusts von Sachsen-Zeitz trat und wenig später zu dessen Hofmeister ernannt wurde. 1678 übernahm von Schmertzing eine Kompanie in Christian Augusts Infanterieregiment in Holland. Zehn Jahre später wurde er zum Amtshauptmann des Amtes Thüringen ernannt und nahm in den folgenden Jahren an Feldzügen und Belagerungen in Frankreich und Holland teil. Am 3. Februar 1693 wurde er von Markgraf Carl von Brandenburg in den Johanniter-Orden aufgenommen. 1697 wurde von Schmertzing von Christian August von Sachsen-Zeitz zu dessen Oberhofmeister ernannt, 1697 von August dem Starken zu dessen Kammerherrn. 1704 erhob ihn Kaiser Leopold in den Reichsfreiherrenstand, der mit Diplom 1706 bestätigt wurde. Er lebte von 1690 bis zu seinem Tode auf Schloss Ehrenberg. Von Schmertzing starb am 17. August 1715. Bei seiner Obduktion wurden sieben ungewöhnlich große Nierensteine entdeckt. Er wurde in der Kirche in Stünzhain, unweit von Altenburg beigesetzt.
Familie.
Von Schmertzing war zwei mal verheiratet. Die Hochzeit mit seiner ersten Frau, Elisabeth Auguste Freiin von Ripperda, Tochter von Gerhard Gottfried Freiherr von Ripperda zu Ellerburg und Anna Lucia von Münch und Witwe des kursächsischen Majors Christoph von Heßlers auf Klosterhäseler war 1690. Elisabeth Auguste starb am 14. März 1700 und hinterließ ihrem Mann drei Söhne und eine Tochter. Ein weiterer Sohn und eine weitere Tochter waren bereits vor ihrer Mutter gestorben, eine weitere Tochter tot geboren worden.
Mit seiner zweiten Frau, Agnes Catharina von Haaten aus dem Stift Münster, der Witwe des Domherrn zu Magdeburg Christian Wilhelms von Grapendorff auf Möckern, Lohr und Schockmühlen, zeugte er sechs Töchter und drei Söhne, von denen ein Sohn und eine Tochter bald nach der Geburt starben.
Hannibal Germanus war ein Enkel des erzgebirgischen Hammermeisters Rudolph von Schmertzing.
Literatur.
Schmertzing, Hannibal Germanus Freyherr von. In: Zedlers Universal-Lexicon. Band 35, Leipzig 1743, Spalte 325–327.
Uit dit huwelijk 5 kinderen.
Dossier:
')}