Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Margaretha van Mechelen
Margaretha van Mechelen.

tr. Hij is nooit met haar getrouwd
met

Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter, relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter, relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon, relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon, relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter.

 



Aantekeningen bij Maurits van Oranje.
Jeugd.
Prins Maurits werd geboren te Dillenburg als zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen. Toen Maurits nog geen jaar oud was, verliet Anna van Saksen het Slot Dillenburg. Maurits zou zijn moeder nooit meer terugzien.
•.
Zijn vader was inmiddels leider geworden van de opstand in de Nederlanden en verbleef daar regelmatig. In het dagelijkse leven in Dillenburg werd Maurits dan ook streng Calvinistisch opgevoed door zijn oom Jan van Nassau. Hij studeerde eerst in Heidelberg (1575-1577) en vertrok toen naar de Nederlanden om in 1582 in Leiden aan een studie te beginnen.
•.
Stadhouder.
Toen op 10 juli 1584 zijn vader in Delft werd vermoord, was prins Maurits 16 jaar oud. Op zijn 18e verjaardag werd hij al benoemd tot stadhouder en admiraal van Holland en Zeeland. In 1588 werd hij admiraal-generaal der Nederlanden toen de bevoegdheden van de Raad van State op hem werden overgedragen. Zijn eerste militaire actie was de verovering van de stad Axel op de Spanjaarden in 1586. Enkele jaren later, in 1590 en 1591, werd Maurits ook stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. De titel Prins van Oranje was van zijn oudere halfbroer Philips Willem, van 1568 tot 1609 gegijzeld in Spanje. Deze kwam vrij in 1609 en kreeg de Bredase bezittingen en die van zijn moeder, Anna van Buren, met bijbehorende titel tot zijn beschikking. Pas na het overlijden van Philips Willem in 1618 werd Maurits officieel de Prins van Oranje. Tot die tijd voerde hij, vanaf de dood van zijn vader, met instemming van de Staten-Generaal de titel Prins in Oranje.
•.
Militair hervormer.
Aanvankelijk stonden de zaken er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag tegen de Spaanse troepen. Maar langzamerhand slaagde prins Maurits er in om samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het tij te keren. In de jaren '90 van de 16e eeuw, toen de Spaanse landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, door zijn bemoeienis met de Franse burgeroorlog werd afgeleid (overigens in opdracht van koning Philips II), behaalde hij wel militaire successen waardoor het gehele noordoosten van Nederland op de Spanjaarden kon worden veroverd. De jaren 1588 tot 1598 werden achteraf door historicus Robert Fruin Tien Jaren genoemd, vanwege zijn vele overwinningen in deze periode. Maurits nam Simon Stevin in dienst als adviseur en docent. Stevin pakt als militair ingenieur zaken aan, zoals de bouw van vestingen. Maurits werd internationaal als een groot generaal gezien. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van de keurvorst van Keulen op de Rijksdag te Regensburg in 1597. Hij stelde voor om Maurits tot veldoverste van het Duitse Rijk te benoemen in de strijd tegen de Turken.
In totaal zou Maurits 43 steden en 55 forten veroveren met zijn troepen.
•.
Slag bij Nieuwpoort.
In 1600 werd het leger met Maurits als generaal door Van Oldenbarnevelt naar Duinkerke gestuurd om de daar aanwezige kapers te vernietigen; die waren immers in dienst van de vijand en richtten grote schade aan bij de Nederlandse koopvaardij. Maurits wilde deze operatie eigenlijk niet, en ontmoette op het strand bij Nieuwpoort een Spaans leger onder bevel van hertog Albrecht. Deze Slag bij Nieuwpoort wist hij wel te winnen, toch koesterde hij sindsdien een wrok tegen Van Oldenbarnevelt, die het Staatse leger aan grote gevaren zou hebben blootgesteld.
•.
Twaalfjarig Bestand en conflict met Van Oldenbarnevelt.
Enkele jaren later werd onder leiding van Van Oldenbarnevelt een wapenstilstand gesloten met de Spanjaarden, het Twaalfjarig Bestand. Maurits vreesde vooral dat hij door het bestand als legeraanvoerder meer buiten spel zou staan met als argument dat de Spanjaarden hun militaire macht in vredestijd zouden kunnen versterken. Dit was een conflictsituatie. Ook tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een conflict uit tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een groot politiek conflict. De regenten kozen partij voor de remonstranten. Maurits hoewel ook gematigd remonstrants evenals Van Oldenbarnevelt, koos voor de contraremonstranten zodat het tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt escaleerde, met als uiteindelijk gevolg dat de Hollandse raadpensionaris Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 werd onthoofd op beschuldiging van landverraad. In 1612 wordt Maurits aangesteld als pandheer van Bredevoort, waarvoor hij 50.000 goudguldens moet betalen. In 1613 wordt Maurits opgenomen als ridder in de Orde van de Kousenband.
•.
Laatste jaren.
Maurits, opgebaard na zijn overlijdenIn 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk stadhouder van Groningen en Drenthe. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Door de gerechtelijke moord op Van Oldenbarnevelt was de Republiek bestuurlijk lang niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. In 1623 vond een aanslag op zijn leven plaats, beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem), Claes Michielsz Bontenbal en andere remonstranten. De aanslag mislukte. Reinier van Oldenbarnevelt werd hierop onthoofd en Willem van Oldenbarnevelt vluchtte naar Brussel. Prins Maurits stierf op 23 april 1625 in Den Haag. Hij is waarschijnlijk aan leverkanker overleden. Het devies van Maurits was Fortitudo mea Deus = God is mijn kracht. Dit is ontleend aan de Latijnse vertaling van Psalm 43:2. Het is tevens de wapenspreuk van Willemstad (Brabant). Ook had Maurits een lijfspreuk: Tandem fit surculus arbor (Eens wordt de stek een boom).

Uit deze relatie 3 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Willem*1601  †1627 Groenlo [Ge] 26
Lodewijk*1602     
Maurits*1604     


Willem van Nassau
 
Willem van Nassau, geb. in 1601, Heer van de Lek, Militair in het Staatste leger van 1620 tot 1627, ovl. (ongeveer 26 jaar oud) te Groenlo [Ge] in 1627.



Aantekeningen bij Willem van Nassau.
Willem van Nassau, Heer van de Lek, of: Willem van Nassau-LaLecq (?, 1601 - Groenlo, 1627) was een bastaardzoon van stadhouder Maurits van Oranje en zijn Maξtresse Margaretha van Mechelen. Hij was militair in het Staatse leger van 1620 tot zijn dood in 1627.
•.
De buitenechtelijke kinderen van Maurits en Margaretha werden erkend en van goederen en een adellijke titel voorzien (Nassau-LaLecq). Willem, geboren in 1601, kreeg de de titel "Des Heiligen Roomsen Rijksgraaf van Nassau-LaLecq". Na 1625 werd dit "Heer van de Lek" waardoor hij meestal Willem LaLecq genoemd werd. Hij kreeg van zijn vader de heerlijkheid van de Lek als leengoed aan hem en zijn erfgenamen. Zijn broer Lodewijk van Nassau ontving de titel "Heer van Beverweerd en Odijk".
•.
Vanaf zijn 19e levensjaar diende Willem in het leger in de oorlog tegen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Als hij 24 jaar oud is ontvangt hij de functie van luitenant-admiraal van Holland en West Friesland. Hij is dan plaatsvervanger van de stadhouder Frederik Hendrik, de Stedendwinger. In 1625 neemt hij als leider van een vloot Nederlandse schepen deel aan de door de Engelsen georganiseerde aanval op Cαdiz, die door wanbeleid op een compleet fiasco uitdraait.
In de zomer van 1627 is hij als militair aanwezig bij het Beleg van Grol. Op 18 augustus, niet lang voor het einde van de strijd wordt Willem, die met de Franse troepen aan het front mee vecht, met een koeghel van de wallen door de slaep van het hooft geschooten, een wonde die hem de doodt aenbraght.[1] Hij sterft ter plekke op 26-jarige leeftijd. Lodewijk erft de heerlijkheid van de Lek van Willem.
•.
Op 4 april 1627, 4 maanden voor zijn dood, trouwde Willem te Sluis met Anna van der Noot, vrouwe van Hoogwoud en Aartswoud. Met Anna had hij geen kinderen, wel had hij een buitenechtelijke relatie bij een andere vrouw, Barbara Augustinus Cocx. Zij kregen een zoon: Willem Jonker van Nassau (1620-1679) .
•.
Jacobus Revius dichtte: "Op de doot van jonckheer Willem van Nassau.".
O Vaderlant, mijn doot wilt langer niet beclagen,.
Nadien ick heb erlangt mijn alderhoochsten wins:.
De siele was voor God, het lichaam voor den Prins,.
Dees beyde heb ick beyds oock willich opgedragen[2].
•.
Laurens Reael, de opvolger van Nassau als Admiraal schreef een gedicht ter ere van zijn dood.[3].
•.
Bronnen/referenties/noten:.
1. Hugo de Groot (1629): Beleegeringh der stadt Grol, Vertaling van Grollae Obsidio door J. Goris, Amsterdam, 1681.
Op de doot van jonckheer Willem van 2. Nassau, Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren.
3. Jacobus Scheltema, Cornelis Adriaan Bergsma: Geschied- en letterkundig mengelwerk. 1818'.

  • Vader:
    Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter, relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter, relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon, relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon, relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter, tr. (1) Hij is nooit met haar getrouwd.
 

tr. (ongeveer 26 jaar oud) (1) te Sluis [Ze] op zondag 4 apr 1627
met

Anna van der Noot.

tr. (2) Met haar heeft Willem een buitenechtelijke relatie waaruit een zoon, Willem Jonker van Nassau, wordt geboren
met

Barbara Augustinus Cocx.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jonker Willem*1620  †1679  59


Dossier:


Lodewijk van Nassau-Beverweerd
Lodewijk van Nassau-Beverweerd, geb. in 1602.

  • Vader:
    Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter., relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter., relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon., relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon., relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter., tr. (1) Hij is nooit met haar getrouwd.
 


Maurits
Maurits , geb. in 1604.

  • Vader:
    Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter., relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter., relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon., relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon., relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter., tr. (1) Hij is nooit met haar getrouwd.
 


Cornelia Jacobsdochter
Cornelia Jacobsdochter.

relatie
met

Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen, relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter, relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon, relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon, relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter.

 



Aantekeningen bij Maurits van Oranje.
Jeugd.
Prins Maurits werd geboren te Dillenburg als zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen. Toen Maurits nog geen jaar oud was, verliet Anna van Saksen het Slot Dillenburg. Maurits zou zijn moeder nooit meer terugzien.
•.
Zijn vader was inmiddels leider geworden van de opstand in de Nederlanden en verbleef daar regelmatig. In het dagelijkse leven in Dillenburg werd Maurits dan ook streng Calvinistisch opgevoed door zijn oom Jan van Nassau. Hij studeerde eerst in Heidelberg (1575-1577) en vertrok toen naar de Nederlanden om in 1582 in Leiden aan een studie te beginnen.
•.
Stadhouder.
Toen op 10 juli 1584 zijn vader in Delft werd vermoord, was prins Maurits 16 jaar oud. Op zijn 18e verjaardag werd hij al benoemd tot stadhouder en admiraal van Holland en Zeeland. In 1588 werd hij admiraal-generaal der Nederlanden toen de bevoegdheden van de Raad van State op hem werden overgedragen. Zijn eerste militaire actie was de verovering van de stad Axel op de Spanjaarden in 1586. Enkele jaren later, in 1590 en 1591, werd Maurits ook stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. De titel Prins van Oranje was van zijn oudere halfbroer Philips Willem, van 1568 tot 1609 gegijzeld in Spanje. Deze kwam vrij in 1609 en kreeg de Bredase bezittingen en die van zijn moeder, Anna van Buren, met bijbehorende titel tot zijn beschikking. Pas na het overlijden van Philips Willem in 1618 werd Maurits officieel de Prins van Oranje. Tot die tijd voerde hij, vanaf de dood van zijn vader, met instemming van de Staten-Generaal de titel Prins in Oranje.
•.
Militair hervormer.
Aanvankelijk stonden de zaken er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag tegen de Spaanse troepen. Maar langzamerhand slaagde prins Maurits er in om samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het tij te keren. In de jaren '90 van de 16e eeuw, toen de Spaanse landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, door zijn bemoeienis met de Franse burgeroorlog werd afgeleid (overigens in opdracht van koning Philips II), behaalde hij wel militaire successen waardoor het gehele noordoosten van Nederland op de Spanjaarden kon worden veroverd. De jaren 1588 tot 1598 werden achteraf door historicus Robert Fruin Tien Jaren genoemd, vanwege zijn vele overwinningen in deze periode. Maurits nam Simon Stevin in dienst als adviseur en docent. Stevin pakt als militair ingenieur zaken aan, zoals de bouw van vestingen. Maurits werd internationaal als een groot generaal gezien. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van de keurvorst van Keulen op de Rijksdag te Regensburg in 1597. Hij stelde voor om Maurits tot veldoverste van het Duitse Rijk te benoemen in de strijd tegen de Turken.
In totaal zou Maurits 43 steden en 55 forten veroveren met zijn troepen.
•.
Slag bij Nieuwpoort.
In 1600 werd het leger met Maurits als generaal door Van Oldenbarnevelt naar Duinkerke gestuurd om de daar aanwezige kapers te vernietigen; die waren immers in dienst van de vijand en richtten grote schade aan bij de Nederlandse koopvaardij. Maurits wilde deze operatie eigenlijk niet, en ontmoette op het strand bij Nieuwpoort een Spaans leger onder bevel van hertog Albrecht. Deze Slag bij Nieuwpoort wist hij wel te winnen, toch koesterde hij sindsdien een wrok tegen Van Oldenbarnevelt, die het Staatse leger aan grote gevaren zou hebben blootgesteld.
•.
Twaalfjarig Bestand en conflict met Van Oldenbarnevelt.
Enkele jaren later werd onder leiding van Van Oldenbarnevelt een wapenstilstand gesloten met de Spanjaarden, het Twaalfjarig Bestand. Maurits vreesde vooral dat hij door het bestand als legeraanvoerder meer buiten spel zou staan met als argument dat de Spanjaarden hun militaire macht in vredestijd zouden kunnen versterken. Dit was een conflictsituatie. Ook tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een conflict uit tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een groot politiek conflict. De regenten kozen partij voor de remonstranten. Maurits hoewel ook gematigd remonstrants evenals Van Oldenbarnevelt, koos voor de contraremonstranten zodat het tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt escaleerde, met als uiteindelijk gevolg dat de Hollandse raadpensionaris Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 werd onthoofd op beschuldiging van landverraad. In 1612 wordt Maurits aangesteld als pandheer van Bredevoort, waarvoor hij 50.000 goudguldens moet betalen. In 1613 wordt Maurits opgenomen als ridder in de Orde van de Kousenband.
•.
Laatste jaren.
Maurits, opgebaard na zijn overlijdenIn 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk stadhouder van Groningen en Drenthe. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Door de gerechtelijke moord op Van Oldenbarnevelt was de Republiek bestuurlijk lang niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. In 1623 vond een aanslag op zijn leven plaats, beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem), Claes Michielsz Bontenbal en andere remonstranten. De aanslag mislukte. Reinier van Oldenbarnevelt werd hierop onthoofd en Willem van Oldenbarnevelt vluchtte naar Brussel. Prins Maurits stierf op 23 april 1625 in Den Haag. Hij is waarschijnlijk aan leverkanker overleden. Het devies van Maurits was Fortitudo mea Deus = God is mijn kracht. Dit is ontleend aan de Latijnse vertaling van Psalm 43:2. Het is tevens de wapenspreuk van Willemstad (Brabant). Ook had Maurits een lijfspreuk: Tandem fit surculus arbor (Eens wordt de stek een boom).

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Anna     


Ursula de Rijck
Ursula de Rijck.

relatie
met

Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen, relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter, relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon, relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon, relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter.

 



Aantekeningen bij Maurits van Oranje.
Jeugd.
Prins Maurits werd geboren te Dillenburg als zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen. Toen Maurits nog geen jaar oud was, verliet Anna van Saksen het Slot Dillenburg. Maurits zou zijn moeder nooit meer terugzien.
•.
Zijn vader was inmiddels leider geworden van de opstand in de Nederlanden en verbleef daar regelmatig. In het dagelijkse leven in Dillenburg werd Maurits dan ook streng Calvinistisch opgevoed door zijn oom Jan van Nassau. Hij studeerde eerst in Heidelberg (1575-1577) en vertrok toen naar de Nederlanden om in 1582 in Leiden aan een studie te beginnen.
•.
Stadhouder.
Toen op 10 juli 1584 zijn vader in Delft werd vermoord, was prins Maurits 16 jaar oud. Op zijn 18e verjaardag werd hij al benoemd tot stadhouder en admiraal van Holland en Zeeland. In 1588 werd hij admiraal-generaal der Nederlanden toen de bevoegdheden van de Raad van State op hem werden overgedragen. Zijn eerste militaire actie was de verovering van de stad Axel op de Spanjaarden in 1586. Enkele jaren later, in 1590 en 1591, werd Maurits ook stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. De titel Prins van Oranje was van zijn oudere halfbroer Philips Willem, van 1568 tot 1609 gegijzeld in Spanje. Deze kwam vrij in 1609 en kreeg de Bredase bezittingen en die van zijn moeder, Anna van Buren, met bijbehorende titel tot zijn beschikking. Pas na het overlijden van Philips Willem in 1618 werd Maurits officieel de Prins van Oranje. Tot die tijd voerde hij, vanaf de dood van zijn vader, met instemming van de Staten-Generaal de titel Prins in Oranje.
•.
Militair hervormer.
Aanvankelijk stonden de zaken er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag tegen de Spaanse troepen. Maar langzamerhand slaagde prins Maurits er in om samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het tij te keren. In de jaren '90 van de 16e eeuw, toen de Spaanse landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, door zijn bemoeienis met de Franse burgeroorlog werd afgeleid (overigens in opdracht van koning Philips II), behaalde hij wel militaire successen waardoor het gehele noordoosten van Nederland op de Spanjaarden kon worden veroverd. De jaren 1588 tot 1598 werden achteraf door historicus Robert Fruin Tien Jaren genoemd, vanwege zijn vele overwinningen in deze periode. Maurits nam Simon Stevin in dienst als adviseur en docent. Stevin pakt als militair ingenieur zaken aan, zoals de bouw van vestingen. Maurits werd internationaal als een groot generaal gezien. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van de keurvorst van Keulen op de Rijksdag te Regensburg in 1597. Hij stelde voor om Maurits tot veldoverste van het Duitse Rijk te benoemen in de strijd tegen de Turken.
In totaal zou Maurits 43 steden en 55 forten veroveren met zijn troepen.
•.
Slag bij Nieuwpoort.
In 1600 werd het leger met Maurits als generaal door Van Oldenbarnevelt naar Duinkerke gestuurd om de daar aanwezige kapers te vernietigen; die waren immers in dienst van de vijand en richtten grote schade aan bij de Nederlandse koopvaardij. Maurits wilde deze operatie eigenlijk niet, en ontmoette op het strand bij Nieuwpoort een Spaans leger onder bevel van hertog Albrecht. Deze Slag bij Nieuwpoort wist hij wel te winnen, toch koesterde hij sindsdien een wrok tegen Van Oldenbarnevelt, die het Staatse leger aan grote gevaren zou hebben blootgesteld.
•.
Twaalfjarig Bestand en conflict met Van Oldenbarnevelt.
Enkele jaren later werd onder leiding van Van Oldenbarnevelt een wapenstilstand gesloten met de Spanjaarden, het Twaalfjarig Bestand. Maurits vreesde vooral dat hij door het bestand als legeraanvoerder meer buiten spel zou staan met als argument dat de Spanjaarden hun militaire macht in vredestijd zouden kunnen versterken. Dit was een conflictsituatie. Ook tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een conflict uit tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een groot politiek conflict. De regenten kozen partij voor de remonstranten. Maurits hoewel ook gematigd remonstrants evenals Van Oldenbarnevelt, koos voor de contraremonstranten zodat het tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt escaleerde, met als uiteindelijk gevolg dat de Hollandse raadpensionaris Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 werd onthoofd op beschuldiging van landverraad. In 1612 wordt Maurits aangesteld als pandheer van Bredevoort, waarvoor hij 50.000 goudguldens moet betalen. In 1613 wordt Maurits opgenomen als ridder in de Orde van de Kousenband.
•.
Laatste jaren.
Maurits, opgebaard na zijn overlijdenIn 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk stadhouder van Groningen en Drenthe. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Door de gerechtelijke moord op Van Oldenbarnevelt was de Republiek bestuurlijk lang niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. In 1623 vond een aanslag op zijn leven plaats, beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem), Claes Michielsz Bontenbal en andere remonstranten. De aanslag mislukte. Reinier van Oldenbarnevelt werd hierop onthoofd en Willem van Oldenbarnevelt vluchtte naar Brussel. Prins Maurits stierf op 23 april 1625 in Den Haag. Hij is waarschijnlijk aan leverkanker overleden. Het devies van Maurits was Fortitudo mea Deus = God is mijn kracht. Dit is ontleend aan de Latijnse vertaling van Psalm 43:2. Het is tevens de wapenspreuk van Willemstad (Brabant). Ook had Maurits een lijfspreuk: Tandem fit surculus arbor (Eens wordt de stek een boom).

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Elisabeth*1611     


Jobghen van Alphen
Jobghen van Alphen.

relatie
met

Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen, relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter, relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter, relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon, relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter.

 



Aantekeningen bij Maurits van Oranje.
Jeugd.
Prins Maurits werd geboren te Dillenburg als zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen. Toen Maurits nog geen jaar oud was, verliet Anna van Saksen het Slot Dillenburg. Maurits zou zijn moeder nooit meer terugzien.
•.
Zijn vader was inmiddels leider geworden van de opstand in de Nederlanden en verbleef daar regelmatig. In het dagelijkse leven in Dillenburg werd Maurits dan ook streng Calvinistisch opgevoed door zijn oom Jan van Nassau. Hij studeerde eerst in Heidelberg (1575-1577) en vertrok toen naar de Nederlanden om in 1582 in Leiden aan een studie te beginnen.
•.
Stadhouder.
Toen op 10 juli 1584 zijn vader in Delft werd vermoord, was prins Maurits 16 jaar oud. Op zijn 18e verjaardag werd hij al benoemd tot stadhouder en admiraal van Holland en Zeeland. In 1588 werd hij admiraal-generaal der Nederlanden toen de bevoegdheden van de Raad van State op hem werden overgedragen. Zijn eerste militaire actie was de verovering van de stad Axel op de Spanjaarden in 1586. Enkele jaren later, in 1590 en 1591, werd Maurits ook stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. De titel Prins van Oranje was van zijn oudere halfbroer Philips Willem, van 1568 tot 1609 gegijzeld in Spanje. Deze kwam vrij in 1609 en kreeg de Bredase bezittingen en die van zijn moeder, Anna van Buren, met bijbehorende titel tot zijn beschikking. Pas na het overlijden van Philips Willem in 1618 werd Maurits officieel de Prins van Oranje. Tot die tijd voerde hij, vanaf de dood van zijn vader, met instemming van de Staten-Generaal de titel Prins in Oranje.
•.
Militair hervormer.
Aanvankelijk stonden de zaken er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag tegen de Spaanse troepen. Maar langzamerhand slaagde prins Maurits er in om samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het tij te keren. In de jaren '90 van de 16e eeuw, toen de Spaanse landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, door zijn bemoeienis met de Franse burgeroorlog werd afgeleid (overigens in opdracht van koning Philips II), behaalde hij wel militaire successen waardoor het gehele noordoosten van Nederland op de Spanjaarden kon worden veroverd. De jaren 1588 tot 1598 werden achteraf door historicus Robert Fruin Tien Jaren genoemd, vanwege zijn vele overwinningen in deze periode. Maurits nam Simon Stevin in dienst als adviseur en docent. Stevin pakt als militair ingenieur zaken aan, zoals de bouw van vestingen. Maurits werd internationaal als een groot generaal gezien. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van de keurvorst van Keulen op de Rijksdag te Regensburg in 1597. Hij stelde voor om Maurits tot veldoverste van het Duitse Rijk te benoemen in de strijd tegen de Turken.
In totaal zou Maurits 43 steden en 55 forten veroveren met zijn troepen.
•.
Slag bij Nieuwpoort.
In 1600 werd het leger met Maurits als generaal door Van Oldenbarnevelt naar Duinkerke gestuurd om de daar aanwezige kapers te vernietigen; die waren immers in dienst van de vijand en richtten grote schade aan bij de Nederlandse koopvaardij. Maurits wilde deze operatie eigenlijk niet, en ontmoette op het strand bij Nieuwpoort een Spaans leger onder bevel van hertog Albrecht. Deze Slag bij Nieuwpoort wist hij wel te winnen, toch koesterde hij sindsdien een wrok tegen Van Oldenbarnevelt, die het Staatse leger aan grote gevaren zou hebben blootgesteld.
•.
Twaalfjarig Bestand en conflict met Van Oldenbarnevelt.
Enkele jaren later werd onder leiding van Van Oldenbarnevelt een wapenstilstand gesloten met de Spanjaarden, het Twaalfjarig Bestand. Maurits vreesde vooral dat hij door het bestand als legeraanvoerder meer buiten spel zou staan met als argument dat de Spanjaarden hun militaire macht in vredestijd zouden kunnen versterken. Dit was een conflictsituatie. Ook tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een conflict uit tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een groot politiek conflict. De regenten kozen partij voor de remonstranten. Maurits hoewel ook gematigd remonstrants evenals Van Oldenbarnevelt, koos voor de contraremonstranten zodat het tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt escaleerde, met als uiteindelijk gevolg dat de Hollandse raadpensionaris Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 werd onthoofd op beschuldiging van landverraad. In 1612 wordt Maurits aangesteld als pandheer van Bredevoort, waarvoor hij 50.000 goudguldens moet betalen. In 1613 wordt Maurits opgenomen als ridder in de Orde van de Kousenband.
•.
Laatste jaren.
Maurits, opgebaard na zijn overlijdenIn 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk stadhouder van Groningen en Drenthe. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Door de gerechtelijke moord op Van Oldenbarnevelt was de Republiek bestuurlijk lang niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. In 1623 vond een aanslag op zijn leven plaats, beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem), Claes Michielsz Bontenbal en andere remonstranten. De aanslag mislukte. Reinier van Oldenbarnevelt werd hierop onthoofd en Willem van Oldenbarnevelt vluchtte naar Brussel. Prins Maurits stierf op 23 april 1625 in Den Haag. Hij is waarschijnlijk aan leverkanker overleden. Het devies van Maurits was Fortitudo mea Deus = God is mijn kracht. Dit is ontleend aan de Latijnse vertaling van Psalm 43:2. Het is tevens de wapenspreuk van Willemstad (Brabant). Ook had Maurits een lijfspreuk: Tandem fit surculus arbor (Eens wordt de stek een boom).

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Carel*1612     


Anna van de Kelder
Anna van de Kelder.

relatie
met

Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen, relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter, relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter, relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon, relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter.

 



Aantekeningen bij Maurits van Oranje.
Jeugd.
Prins Maurits werd geboren te Dillenburg als zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen. Toen Maurits nog geen jaar oud was, verliet Anna van Saksen het Slot Dillenburg. Maurits zou zijn moeder nooit meer terugzien.
•.
Zijn vader was inmiddels leider geworden van de opstand in de Nederlanden en verbleef daar regelmatig. In het dagelijkse leven in Dillenburg werd Maurits dan ook streng Calvinistisch opgevoed door zijn oom Jan van Nassau. Hij studeerde eerst in Heidelberg (1575-1577) en vertrok toen naar de Nederlanden om in 1582 in Leiden aan een studie te beginnen.
•.
Stadhouder.
Toen op 10 juli 1584 zijn vader in Delft werd vermoord, was prins Maurits 16 jaar oud. Op zijn 18e verjaardag werd hij al benoemd tot stadhouder en admiraal van Holland en Zeeland. In 1588 werd hij admiraal-generaal der Nederlanden toen de bevoegdheden van de Raad van State op hem werden overgedragen. Zijn eerste militaire actie was de verovering van de stad Axel op de Spanjaarden in 1586. Enkele jaren later, in 1590 en 1591, werd Maurits ook stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. De titel Prins van Oranje was van zijn oudere halfbroer Philips Willem, van 1568 tot 1609 gegijzeld in Spanje. Deze kwam vrij in 1609 en kreeg de Bredase bezittingen en die van zijn moeder, Anna van Buren, met bijbehorende titel tot zijn beschikking. Pas na het overlijden van Philips Willem in 1618 werd Maurits officieel de Prins van Oranje. Tot die tijd voerde hij, vanaf de dood van zijn vader, met instemming van de Staten-Generaal de titel Prins in Oranje.
•.
Militair hervormer.
Aanvankelijk stonden de zaken er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag tegen de Spaanse troepen. Maar langzamerhand slaagde prins Maurits er in om samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het tij te keren. In de jaren '90 van de 16e eeuw, toen de Spaanse landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, door zijn bemoeienis met de Franse burgeroorlog werd afgeleid (overigens in opdracht van koning Philips II), behaalde hij wel militaire successen waardoor het gehele noordoosten van Nederland op de Spanjaarden kon worden veroverd. De jaren 1588 tot 1598 werden achteraf door historicus Robert Fruin Tien Jaren genoemd, vanwege zijn vele overwinningen in deze periode. Maurits nam Simon Stevin in dienst als adviseur en docent. Stevin pakt als militair ingenieur zaken aan, zoals de bouw van vestingen. Maurits werd internationaal als een groot generaal gezien. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van de keurvorst van Keulen op de Rijksdag te Regensburg in 1597. Hij stelde voor om Maurits tot veldoverste van het Duitse Rijk te benoemen in de strijd tegen de Turken.
In totaal zou Maurits 43 steden en 55 forten veroveren met zijn troepen.
•.
Slag bij Nieuwpoort.
In 1600 werd het leger met Maurits als generaal door Van Oldenbarnevelt naar Duinkerke gestuurd om de daar aanwezige kapers te vernietigen; die waren immers in dienst van de vijand en richtten grote schade aan bij de Nederlandse koopvaardij. Maurits wilde deze operatie eigenlijk niet, en ontmoette op het strand bij Nieuwpoort een Spaans leger onder bevel van hertog Albrecht. Deze Slag bij Nieuwpoort wist hij wel te winnen, toch koesterde hij sindsdien een wrok tegen Van Oldenbarnevelt, die het Staatse leger aan grote gevaren zou hebben blootgesteld.
•.
Twaalfjarig Bestand en conflict met Van Oldenbarnevelt.
Enkele jaren later werd onder leiding van Van Oldenbarnevelt een wapenstilstand gesloten met de Spanjaarden, het Twaalfjarig Bestand. Maurits vreesde vooral dat hij door het bestand als legeraanvoerder meer buiten spel zou staan met als argument dat de Spanjaarden hun militaire macht in vredestijd zouden kunnen versterken. Dit was een conflictsituatie. Ook tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een conflict uit tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een groot politiek conflict. De regenten kozen partij voor de remonstranten. Maurits hoewel ook gematigd remonstrants evenals Van Oldenbarnevelt, koos voor de contraremonstranten zodat het tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt escaleerde, met als uiteindelijk gevolg dat de Hollandse raadpensionaris Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 werd onthoofd op beschuldiging van landverraad. In 1612 wordt Maurits aangesteld als pandheer van Bredevoort, waarvoor hij 50.000 goudguldens moet betalen. In 1613 wordt Maurits opgenomen als ridder in de Orde van de Kousenband.
•.
Laatste jaren.
Maurits, opgebaard na zijn overlijdenIn 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk stadhouder van Groningen en Drenthe. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Door de gerechtelijke moord op Van Oldenbarnevelt was de Republiek bestuurlijk lang niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. In 1623 vond een aanslag op zijn leven plaats, beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem), Claes Michielsz Bontenbal en andere remonstranten. De aanslag mislukte. Reinier van Oldenbarnevelt werd hierop onthoofd en Willem van Oldenbarnevelt vluchtte naar Brussel. Prins Maurits stierf op 23 april 1625 in Den Haag. Hij is waarschijnlijk aan leverkanker overleden. Het devies van Maurits was Fortitudo mea Deus = God is mijn kracht. Dit is ontleend aan de Latijnse vertaling van Psalm 43:2. Het is tevens de wapenspreuk van Willemstad (Brabant). Ook had Maurits een lijfspreuk: Tandem fit surculus arbor (Eens wordt de stek een boom).

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Carel Maurtis     


Deliana de Backer
Deliana de Backer.

relatie
met

Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen, relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter, relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter, relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon, relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon.

 



Aantekeningen bij Maurits van Oranje.
Jeugd.
Prins Maurits werd geboren te Dillenburg als zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen. Toen Maurits nog geen jaar oud was, verliet Anna van Saksen het Slot Dillenburg. Maurits zou zijn moeder nooit meer terugzien.
•.
Zijn vader was inmiddels leider geworden van de opstand in de Nederlanden en verbleef daar regelmatig. In het dagelijkse leven in Dillenburg werd Maurits dan ook streng Calvinistisch opgevoed door zijn oom Jan van Nassau. Hij studeerde eerst in Heidelberg (1575-1577) en vertrok toen naar de Nederlanden om in 1582 in Leiden aan een studie te beginnen.
•.
Stadhouder.
Toen op 10 juli 1584 zijn vader in Delft werd vermoord, was prins Maurits 16 jaar oud. Op zijn 18e verjaardag werd hij al benoemd tot stadhouder en admiraal van Holland en Zeeland. In 1588 werd hij admiraal-generaal der Nederlanden toen de bevoegdheden van de Raad van State op hem werden overgedragen. Zijn eerste militaire actie was de verovering van de stad Axel op de Spanjaarden in 1586. Enkele jaren later, in 1590 en 1591, werd Maurits ook stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. De titel Prins van Oranje was van zijn oudere halfbroer Philips Willem, van 1568 tot 1609 gegijzeld in Spanje. Deze kwam vrij in 1609 en kreeg de Bredase bezittingen en die van zijn moeder, Anna van Buren, met bijbehorende titel tot zijn beschikking. Pas na het overlijden van Philips Willem in 1618 werd Maurits officieel de Prins van Oranje. Tot die tijd voerde hij, vanaf de dood van zijn vader, met instemming van de Staten-Generaal de titel Prins in Oranje.
•.
Militair hervormer.
Aanvankelijk stonden de zaken er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag tegen de Spaanse troepen. Maar langzamerhand slaagde prins Maurits er in om samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het tij te keren. In de jaren '90 van de 16e eeuw, toen de Spaanse landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, door zijn bemoeienis met de Franse burgeroorlog werd afgeleid (overigens in opdracht van koning Philips II), behaalde hij wel militaire successen waardoor het gehele noordoosten van Nederland op de Spanjaarden kon worden veroverd. De jaren 1588 tot 1598 werden achteraf door historicus Robert Fruin Tien Jaren genoemd, vanwege zijn vele overwinningen in deze periode. Maurits nam Simon Stevin in dienst als adviseur en docent. Stevin pakt als militair ingenieur zaken aan, zoals de bouw van vestingen. Maurits werd internationaal als een groot generaal gezien. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van de keurvorst van Keulen op de Rijksdag te Regensburg in 1597. Hij stelde voor om Maurits tot veldoverste van het Duitse Rijk te benoemen in de strijd tegen de Turken.
In totaal zou Maurits 43 steden en 55 forten veroveren met zijn troepen.
•.
Slag bij Nieuwpoort.
In 1600 werd het leger met Maurits als generaal door Van Oldenbarnevelt naar Duinkerke gestuurd om de daar aanwezige kapers te vernietigen; die waren immers in dienst van de vijand en richtten grote schade aan bij de Nederlandse koopvaardij. Maurits wilde deze operatie eigenlijk niet, en ontmoette op het strand bij Nieuwpoort een Spaans leger onder bevel van hertog Albrecht. Deze Slag bij Nieuwpoort wist hij wel te winnen, toch koesterde hij sindsdien een wrok tegen Van Oldenbarnevelt, die het Staatse leger aan grote gevaren zou hebben blootgesteld.
•.
Twaalfjarig Bestand en conflict met Van Oldenbarnevelt.
Enkele jaren later werd onder leiding van Van Oldenbarnevelt een wapenstilstand gesloten met de Spanjaarden, het Twaalfjarig Bestand. Maurits vreesde vooral dat hij door het bestand als legeraanvoerder meer buiten spel zou staan met als argument dat de Spanjaarden hun militaire macht in vredestijd zouden kunnen versterken. Dit was een conflictsituatie. Ook tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een conflict uit tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een groot politiek conflict. De regenten kozen partij voor de remonstranten. Maurits hoewel ook gematigd remonstrants evenals Van Oldenbarnevelt, koos voor de contraremonstranten zodat het tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt escaleerde, met als uiteindelijk gevolg dat de Hollandse raadpensionaris Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 werd onthoofd op beschuldiging van landverraad. In 1612 wordt Maurits aangesteld als pandheer van Bredevoort, waarvoor hij 50.000 goudguldens moet betalen. In 1613 wordt Maurits opgenomen als ridder in de Orde van de Kousenband.
•.
Laatste jaren.
Maurits, opgebaard na zijn overlijdenIn 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk stadhouder van Groningen en Drenthe. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Door de gerechtelijke moord op Van Oldenbarnevelt was de Republiek bestuurlijk lang niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. In 1623 vond een aanslag op zijn leven plaats, beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem), Claes Michielsz Bontenbal en andere remonstranten. De aanslag mislukte. Reinier van Oldenbarnevelt werd hierop onthoofd en Willem van Oldenbarnevelt vluchtte naar Brussel. Prins Maurits stierf op 23 april 1625 in Den Haag. Hij is waarschijnlijk aan leverkanker overleden. Het devies van Maurits was Fortitudo mea Deus = God is mijn kracht. Dit is ontleend aan de Latijnse vertaling van Psalm 43:2. Het is tevens de wapenspreuk van Willemstad (Brabant). Ook had Maurits een lijfspreuk: Tandem fit surculus arbor (Eens wordt de stek een boom).

Uit deze relatie een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Eleonora*1620     


Anna
Anna .

  • Vader:
    Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen., relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter., relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon., relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon., relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter., relatie (2).
 


Elisabeth
Elisabeth , geb. in 1611.

  • Vader:
    Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen., relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter., relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon., relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon., relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter., relatie (3).
 


Carel
Carel , geb. in 1612.

  • Vader:
    Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen., relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter., relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter., relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon., relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter., relatie (4).
 


Carel Maurtis
Carel Maurtis .

  • Vader:
    Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen., relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter., relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter., relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon., relatie (6) met Deliana de Backer. Uit deze relatie een dochter., relatie (5).
 


Eleonora
Eleonora , geb. in 1620.

  • Vader:
    Maurits van Oranje, zn. van Willem van Oranje en Anna van Saksen, geb. te Dillenburg [Deu] op dinsdag 14 nov 1567, is nooit getr. geweest, heeft wel wel minstens acht kinderen uit zes relaties, Stadhouder van Holland en Zeeland van 1585 tot 1625, Kapitein-Generaal van het leger v.d. Republiek der Zeven Ver. Nederlanden van 1585 tot woensdag 23 apr 1625 , Stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel van 1590 tot 1625, Prins van Oranje van 1618 tot 1625, Stadhouder van Groningen van 1620 tot 1625, ovl. (57 jaar oud) op woensdag 23 apr 1625, relatie (1) met Margaretha van Mechelen. Uit deze relatie 3 zonen., relatie (2) met Cornelia Jacobsdochter. Uit deze relatie een dochter., relatie (3) met Ursula de Rijck. Uit deze relatie een dochter., relatie (4) met Jobghen van Alphen. Uit deze relatie een zoon., relatie (5) met Anna van de Kelder. Uit deze relatie een zoon., relatie (6).
 


Anna van der Noot
Anna van der Noot.

tr. (Willem ongeveer 26 jaar oud) te Sluis [Ze] op zondag 4 apr 1627
met

Willem van Nassau, zn. van Maurits van Oranje en Margaretha van Mechelen, geb. in 1601, Heer van de Lek, Militair in het Staatste leger van 1620 tot 1627, ovl. (ongeveer 26 jaar oud) te Groenlo [Ge] in 1627, relatie (2) met Barbara Augustinus Cocx. Uit deze relatie een zoon.

 



Aantekeningen bij Willem van Nassau.
Willem van Nassau, Heer van de Lek, of: Willem van Nassau-LaLecq (?, 1601 - Groenlo, 1627) was een bastaardzoon van stadhouder Maurits van Oranje en zijn Maξtresse Margaretha van Mechelen. Hij was militair in het Staatse leger van 1620 tot zijn dood in 1627.
•.
De buitenechtelijke kinderen van Maurits en Margaretha werden erkend en van goederen en een adellijke titel voorzien (Nassau-LaLecq). Willem, geboren in 1601, kreeg de de titel "Des Heiligen Roomsen Rijksgraaf van Nassau-LaLecq". Na 1625 werd dit "Heer van de Lek" waardoor hij meestal Willem LaLecq genoemd werd. Hij kreeg van zijn vader de heerlijkheid van de Lek als leengoed aan hem en zijn erfgenamen. Zijn broer Lodewijk van Nassau ontving de titel "Heer van Beverweerd en Odijk".
•.
Vanaf zijn 19e levensjaar diende Willem in het leger in de oorlog tegen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Als hij 24 jaar oud is ontvangt hij de functie van luitenant-admiraal van Holland en West Friesland. Hij is dan plaatsvervanger van de stadhouder Frederik Hendrik, de Stedendwinger. In 1625 neemt hij als leider van een vloot Nederlandse schepen deel aan de door de Engelsen georganiseerde aanval op Cαdiz, die door wanbeleid op een compleet fiasco uitdraait.
In de zomer van 1627 is hij als militair aanwezig bij het Beleg van Grol. Op 18 augustus, niet lang voor het einde van de strijd wordt Willem, die met de Franse troepen aan het front mee vecht, met een koeghel van de wallen door de slaep van het hooft geschooten, een wonde die hem de doodt aenbraght.[1] Hij sterft ter plekke op 26-jarige leeftijd. Lodewijk erft de heerlijkheid van de Lek van Willem.
•.
Op 4 april 1627, 4 maanden voor zijn dood, trouwde Willem te Sluis met Anna van der Noot, vrouwe van Hoogwoud en Aartswoud. Met Anna had hij geen kinderen, wel had hij een buitenechtelijke relatie bij een andere vrouw, Barbara Augustinus Cocx. Zij kregen een zoon: Willem Jonker van Nassau (1620-1679) .
•.
Jacobus Revius dichtte: "Op de doot van jonckheer Willem van Nassau.".
O Vaderlant, mijn doot wilt langer niet beclagen,.
Nadien ick heb erlangt mijn alderhoochsten wins:.
De siele was voor God, het lichaam voor den Prins,.
Dees beyde heb ick beyds oock willich opgedragen[2].
•.
Laurens Reael, de opvolger van Nassau als Admiraal schreef een gedicht ter ere van zijn dood.[3].
•.
Bronnen/referenties/noten:.
1. Hugo de Groot (1629): Beleegeringh der stadt Grol, Vertaling van Grollae Obsidio door J. Goris, Amsterdam, 1681.
Op de doot van jonckheer Willem van 2. Nassau, Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren.
3. Jacobus Scheltema, Cornelis Adriaan Bergsma: Geschied- en letterkundig mengelwerk. 1818'.


Barbara Augustinus Cocx
Barbara Augustinus Cocx.

tr. Met haar heeft Willem een buitenechtelijke relatie waaruit een zoon, Willem Jonker van Nassau, wordt geboren
met

Willem van Nassau, zn. van Maurits van Oranje en Margaretha van Mechelen, geb. in 1601, Heer van de Lek, Militair in het Staatste leger van 1620 tot 1627, ovl. (ongeveer 26 jaar oud) te Groenlo [Ge] in 1627, tr. (1) met Anna van der Noot. Uit dit huwelijk geen kinderen.

 



Aantekeningen bij Willem van Nassau.
Willem van Nassau, Heer van de Lek, of: Willem van Nassau-LaLecq (?, 1601 - Groenlo, 1627) was een bastaardzoon van stadhouder Maurits van Oranje en zijn Maξtresse Margaretha van Mechelen. Hij was militair in het Staatse leger van 1620 tot zijn dood in 1627.
•.
De buitenechtelijke kinderen van Maurits en Margaretha werden erkend en van goederen en een adellijke titel voorzien (Nassau-LaLecq). Willem, geboren in 1601, kreeg de de titel "Des Heiligen Roomsen Rijksgraaf van Nassau-LaLecq". Na 1625 werd dit "Heer van de Lek" waardoor hij meestal Willem LaLecq genoemd werd. Hij kreeg van zijn vader de heerlijkheid van de Lek als leengoed aan hem en zijn erfgenamen. Zijn broer Lodewijk van Nassau ontving de titel "Heer van Beverweerd en Odijk".
•.
Vanaf zijn 19e levensjaar diende Willem in het leger in de oorlog tegen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Als hij 24 jaar oud is ontvangt hij de functie van luitenant-admiraal van Holland en West Friesland. Hij is dan plaatsvervanger van de stadhouder Frederik Hendrik, de Stedendwinger. In 1625 neemt hij als leider van een vloot Nederlandse schepen deel aan de door de Engelsen georganiseerde aanval op Cαdiz, die door wanbeleid op een compleet fiasco uitdraait.
In de zomer van 1627 is hij als militair aanwezig bij het Beleg van Grol. Op 18 augustus, niet lang voor het einde van de strijd wordt Willem, die met de Franse troepen aan het front mee vecht, met een koeghel van de wallen door de slaep van het hooft geschooten, een wonde die hem de doodt aenbraght.[1] Hij sterft ter plekke op 26-jarige leeftijd. Lodewijk erft de heerlijkheid van de Lek van Willem.
•.
Op 4 april 1627, 4 maanden voor zijn dood, trouwde Willem te Sluis met Anna van der Noot, vrouwe van Hoogwoud en Aartswoud. Met Anna had hij geen kinderen, wel had hij een buitenechtelijke relatie bij een andere vrouw, Barbara Augustinus Cocx. Zij kregen een zoon: Willem Jonker van Nassau (1620-1679) .
•.
Jacobus Revius dichtte: "Op de doot van jonckheer Willem van Nassau.".
O Vaderlant, mijn doot wilt langer niet beclagen,.
Nadien ick heb erlangt mijn alderhoochsten wins:.
De siele was voor God, het lichaam voor den Prins,.
Dees beyde heb ick beyds oock willich opgedragen[2].
•.
Laurens Reael, de opvolger van Nassau als Admiraal schreef een gedicht ter ere van zijn dood.[3].
•.
Bronnen/referenties/noten:.
1. Hugo de Groot (1629): Beleegeringh der stadt Grol, Vertaling van Grollae Obsidio door J. Goris, Amsterdam, 1681.
Op de doot van jonckheer Willem van 2. Nassau, Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren.
3. Jacobus Scheltema, Cornelis Adriaan Bergsma: Geschied- en letterkundig mengelwerk. 1818'.

Uit deze relatie een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jonker Willem*1620  †1679  59


Willem van Nassau
Willem van Nassau, geb. in 1620, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) in 1679.

  • Vader:
    Willem van Nassau, zn. van Maurits van Oranje en Margaretha van Mechelen, geb. in 1601, Heer van de Lek, Militair in het Staatste leger van 1620 tot 1627, ovl. (ongeveer 26 jaar oud) te Groenlo [Ge] in 1627, tr. (1) met Anna van der Noot. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (2) Met haar heeft Willem een buitenechtelijke relatie waaruit een zoon, Willem Jonker van Nassau, wordt geboren.
 

tr. (ongeveer 30 jaar oud) circa 1650
met

Geertruijt Hendriks Mulder.

Uit dit huwelijk 5 kinderen.


Geertruijt Mulder
Geertruijt Hendriks Mulder.

tr. (Jonker Willem ongeveer 30 jaar oud) circa 1650
met

Willem van Nassau, zn. van Willem van Nassau en Barbara Augustinus Cocx, geb. in 1620, ovl. (ongeveer 59 jaar oud) in 1679.

Uit dit huwelijk 5 kinderen.


Jan III van Polanen
Jan III van Polanen, geb. in 1340, ovl. (ongeveer 54 jaar oud) op zondag 10 aug 1394.


Aantekeningen bij Jan III van Polanen.
Jan III van Wassenaar van Polanen (1340—10 augustus 1394) was heer van Polanen (een heerlijkheid onder Monster, waar een wijk nog steeds de naam Polanen draagt). De Polanens waren een tak van het grafelijke geslacht Van Wassenaer.
Behalve het leen Polanen bezat Jan nog zeer uitgebreide gronden. Zo kreeg zijn vader, Jan II, in 1353 de omvangrijke erfenis van Willem van Duivenvoorde. Eveneens in 1353 kocht Jan II de baronie van Breda van de hertog van Brabant.
Toen uit het huwelijk van Jan III met Oda Gravin van Salm-Ravenstein (1370—1428) alleen een dochter, Johanna van Polanen, werd geboren, werd zij in 1404 uitgehuwelijkt aan Engelbrecht I van Nassau. Daarmee ging het grootgrondbezit van de Polanens over op het geslacht.

tr.
met

Odilla van Salm, Gravin van Salm-Ravenstein van 1370 tot 1428.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1392  †1445 Breda [Nb] 53


Odilla van Salm
Odilla van Salm, Gravin van Salm-Ravenstein van 1370 tot 1428.

tr.
met

Jan III van Polanen, zn. van Jan II en Nn, geb. in 1340, ovl. (ongeveer 54 jaar oud) op zondag 10 aug 1394.


Aantekeningen bij Jan III van Polanen.
Jan III van Wassenaar van Polanen (1340—10 augustus 1394) was heer van Polanen (een heerlijkheid onder Monster, waar een wijk nog steeds de naam Polanen draagt). De Polanens waren een tak van het grafelijke geslacht Van Wassenaer.
Behalve het leen Polanen bezat Jan nog zeer uitgebreide gronden. Zo kreeg zijn vader, Jan II, in 1353 de omvangrijke erfenis van Willem van Duivenvoorde. Eveneens in 1353 kocht Jan II de baronie van Breda van de hertog van Brabant.
Toen uit het huwelijk van Jan III met Oda Gravin van Salm-Ravenstein (1370—1428) alleen een dochter, Johanna van Polanen, werd geboren, werd zij in 1404 uitgehuwelijkt aan Engelbrecht I van Nassau. Daarmee ging het grootgrondbezit van de Polanens over op het geslacht.

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1392  †1445 Breda [Nb] 53

')}