Rudolf van Friuli
Rudolf van Friuli1,2, geb. circa 8472,2,2,
Hij komt voor als lekenabt te Cyosing, later ook van St. Vaast te Arras [Fra],
Arras (Nederlands, historisch: Atrecht) is een stad in het noorden van Frankrijk, de hoofdplaats van het departement Pas-de-Calais. In 2008 had de stad een bevolkingsgrootte van 48.000. De inwoners worden Arrageois genoemd.
De Grand'Place, meer dan 1 hectare groot, is al sinds de 11e eeuw de marktplaats van de stad. Oorspronkelijk was de markt omzoomd met houten huizen die vanaf de 17e eeuw door stenen gebouwen werden vervangen. Het oudste dateert van 1467 en heet Les Trois Luppards.
Het belfort staat op de Place des Héros (heldenplein). Die naam werd na de Tweede Wereldoorlog gegeven om de gefusilleerde inwoners te gedenken. In de volksmond heet het de kleine markt. Hier staan vooral gildehuizen.
Tussen 1668 en 1672 bouwde Vauban een citadel in de stad. Omwille van haar slecht gekozen locatie werd ze La Belle Inutile (de mooie nutteloze) genoemd.
De onderaardse gangen van de stad geven een beeld van de ondergrondse geschiedenis van Arras. Vanaf de 10e eeuw werden de "les bôves", de zogenaamde krijtgroeven, uitgegraven. Door de eeuwen heen hadden ze verschillende functies: kelder, silo, enz. Dit ondergrondse gangenstelsel dat zich onder de hele stad en zelfs over de stadsgrenzen heen uitstrekte, diende eveneens als schuilplaats en verzamelpunt voor de Geallieerden, die hier in 1917 in afwachting van het beslissende offensief in de Slag bij Arras gelegerd waren.
*
Geschiedenis
De stad werd oorspronkelijk bewoond door de Atrebaten, en werd later de locatie van een Romeins garnizoen, Atrebatum genoemd. Ze lag op een heerweg die Boulogne-sur-Mer met Cambrai (Kamerijk) verbond.
Gedurende vele eeuwen was Atrecht een grensstadje tussen Frankrijk en de Lage Landen. Het stadje was een tijdlang een Franstalige stad in het graafschap Vlaanderen. Het werd later een belangrijk centrum voor het kweken en verwerken van suikerbieten. in 1460 vond hier de Vauderie d'Arras plaats, een eerste heksenjacht in de Nederlanden.
Ook werden in Atrecht verschillende verdragen gesloten:
Vrede van Atrecht (1191) tussen Boudewijn de Moedige en Filips II van Frankrijk
geheim Verdrag van Atrecht (1414) tussen Hendrik V van Engeland en Jan zonder Vrees
Vrede van Atrecht (1414) tussen Jan zonder Vrees en Lodewijk van Guyenne
Vrede van Atrecht (1435) tussen Filips de Goede en Karel VII van Frankrijk
Vrede van Atrecht (1482) tussen Lodewijk XI van Frankrijk en Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk
In 1579 werd te Atrecht de Unie van Atrecht gesloten, waarbij een aantal Waalse gewesten, die zich in 1576 bij de Pacificatie van Gent hadden aangesloten, zich weer verzoende met de Spaanse stadhouder, Alexander Farnese, de hertog van Parma. In reactie hierop verenigden de noordelijke gewesten zich in hetzelfde jaar in de Unie van Utrecht. Het behoorde sindsdien tot de Spaanse Nederlanden, totdat het in 1659 krachtens het verdrag van de Pyreneeën voorgoed in Franse handen kwam.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Atrecht niet ver gelegen van het front, en werd daarom zwaar beschadigd tijdens de oorlog. Na de oorlog werd het stadje heropgebouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het vanaf juni 1940 door Nazi-Duitsland gedurende ruim vier jaar bezet.
Sint-Vedastus (Fr.:St. Vaast) was bisschop van Atrecht. Atrecht was de geboorteplaats van Maximilien Robespierre (1758-1794), een Franse revolutionair.
Ovl. (Ongeveer 45 jaar oud) op zaterdag 5 jan 8922,2.
- Vader:
Everhard (Eberhard) van Friuli (von Friaul), zn. van Berengar van Toulouse en Nn, geb. in 820, titel, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) te Italië op woensdag 16 dec 866, tr. (beiden ongeveer 18 jaar oud) circa 838.
- Moeder:
Gisela van Francië (van Franken), dr. van Lodewijk I de Vrome (van Frankrijk) en Judith Welf van Bavaria, geb. circa 820, als weduwe komt zij voor als non te Cysoing, ovl. (ongeveer 54 jaar oud) te Cysoing op woensdag 1 jul 874, begr. te Cysoing St. Calixtus.
Gisela van Friuli
Gisela van Friuli1, geb. circa 8491,1,1, zijn komt voor als non het het klooster St. Salvatore te Bescia [Ita], ovl. (minstens 14 jaar oud) na 8631,1.
- Vader:
Everhard (Eberhard) van Friuli (von Friaul), zn. van Berengar van Toulouse en Nn, geb. in 820, titel, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) te Italië op woensdag 16 dec 866, tr. (beiden ongeveer 18 jaar oud) circa 838.
- Moeder:
Gisela van Francië (van Franken), dr. van Lodewijk I de Vrome (van Frankrijk) en Judith Welf van Bavaria, geb. circa 820, als weduwe komt zij voor als non te Cysoing, ovl. (ongeveer 54 jaar oud) te Cysoing op woensdag 1 jul 874, begr. te Cysoing St. Calixtus.
Eberhard van Friuli
Eberhard van Friuli1, geb. in 8361,1, ovl. (hoogstens 4 jaar oud) voor 840.
- Vader:
Everhard (Eberhard) van Friuli (von Friaul), zn. van Berengar van Toulouse en Nn, geb. in 820, titel, ovl. (ongeveer 46 jaar oud) te Italië op woensdag 16 dec 866, tr. (beiden ongeveer 18 jaar oud) circa 838.
- Moeder:
Gisela van Francië (van Franken), dr. van Lodewijk I de Vrome (van Frankrijk) en Judith Welf van Bavaria, geb. circa 820, als weduwe komt zij voor als non te Cysoing, ovl. (ongeveer 54 jaar oud) te Cysoing op woensdag 1 jul 874, begr. te Cysoing St. Calixtus.
Berengar van Toulouse
Berengar van Toulouse, geb. circa 790, komt voor als markgraaf Gothie en Septimanie (de Spaanse Mark), overleden als monnik in 835, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) in 835.
- Vader:
Unruoch van Friuli, zn. van Benengar van Friuli en Nn, geb. circa 755, graaf, afgevaardigde van Karel de Grote, getuige bij het testament van Karel de Grote, komt in oorkonden voor tussen 802 en 811, ovl. (minstens 56 jaar oud) na 811, tr.
tr.
met
Nn .
Uit dit huwelijk 3 zonen:
Nn
Nn .
tr.
met
Berengar van Toulouse, zn. van Unruoch van Friuli en Engeltrud van Parijs, geb. circa 790, komt voor als markgraaf Gothie en Septimanie (de Spaanse Mark), overleden als monnik in 835, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) in 835.
Uit dit huwelijk 3 zonen:
Unruoch van Friuli
Unruoch van Friuli, geb. circa 755, graaf, afgevaardigde van Karel de Grote, getuige bij het testament van Karel de Grote, komt in oorkonden voor tussen 802 en 811, ovl. (minstens 56 jaar oud) na 811.
- Vader:
Benengar van Friuli, zn. van Lutold Het geslacht Van Friuli komt bij B.J. Jansen voor als Von Friaul. In mijn onderzoek is Van Friuli aangehouden en Nn, geb. circa 725, tr.
tr.
met
Engeltrud van Parijs, dr. van Gerard I van Parijs en Rotrud Nn, geb. circa 765.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Berengar | *790 | | †835 | | 45 | 1 | 3 |
Engeltrud van Parijs
Engeltrud van Parijs, geb. circa 765.
- Vader:
Gerard I (Gerhard I) van Parijs1, geb. in 7251,1,1, graaf te Parijs tussen 753 en 779, ovl. (minstens 54 jaar oud) na 7791,1, relatie.
tr.
met
Unruoch van Friuli, zn. van Benengar van Friuli en Nn, geb. circa 755, graaf, afgevaardigde van Karel de Grote, getuige bij het testament van Karel de Grote, komt in oorkonden voor tussen 802 en 811, ovl. (minstens 56 jaar oud) na 811.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Berengar | *790 | | †835 | | 45 | 1 | 3 |
Benengar van Friuli
Benengar van Friuli, geb. circa 725.
tr.
met
Nn .
Uit dit huwelijk 2 zonen:
Nn
Nn .
tr.
met
Benengar van Friuli, zn. van Lutold Het geslacht Van Friuli komt bij B.J. Jansen voor als Von Friaul. In mijn onderzoek is Van Friuli aangehouden en Nn, geb. circa 725.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
Lutold van Friuli
Lutold Het geslacht Van Friuli komt bij B.J. Jansen voor als Von Friaul. In mijn onderzoek is Van Friuli aangehouden, geb. circa 700.
tr.
met
Nn .
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Benengar | *725 | | | | | 1 | 2 |
Nn
Nn .
tr.
met
Lutold Het geslacht Van Friuli komt bij B.J. Jansen voor als Von Friaul. In mijn onderzoek is Van Friuli aangehouden, geb. circa 700.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Benengar | *725 | | | | | 1 | 2 |
Autecharius van Friuli
Autecharius van Friuli.
- Vader:
Benengar van Friuli, zn. van Lutold Het geslacht Van Friuli komt bij B.J. Jansen voor als Von Friaul. In mijn onderzoek is Van Friuli aangehouden en Nn, geb. circa 725, tr.
Balderich van der Betuwe
Balderich van der Betuwe, geb. circa 820, zijn afkomst is niet met zekerheid vast te stellen, ovl. (minstens 27 jaar oud) na 847.
- Vader:
Berengar van Toulouse, zn. van Unruoch van Friuli en Engeltrud van Parijs, geb. circa 790, komt voor als markgraaf Gothie en Septimanie (de Spaanse Mark), overleden als monnik in 835, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) in 835, tr.
tr.
met
Nn .
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ricrid | | | | | | 1 | 5 |
Adalhard van Toulouse
Adalhard van Toulouse.
- Vader:
Berengar van Toulouse, zn. van Unruoch van Friuli en Engeltrud van Parijs, geb. circa 790, komt voor als markgraaf Gothie en Septimanie (de Spaanse Mark), overleden als monnik in 835, ovl. (ongeveer 45 jaar oud) in 835, tr.
Nn
Nn .
tr.
met
Balderich van der Betuwe, zn. van Berengar van Toulouse en Nn, geb. circa 820, zijn afkomst is niet met zekerheid vast te stellen, ovl. (minstens 27 jaar oud) na 847.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Ricrid | | | | | | 1 | 5 |
Ricrid van der Betuwe
Ricrid van der Betuwe.
- Vader:
Balderich van der Betuwe, zn. van Berengar van Toulouse en Nn, geb. circa 820, zijn afkomst is niet met zekerheid vast te stellen, ovl. (minstens 27 jaar oud) na 847, tr.
tr.
met
Hersinde Nn.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Nn | | | | | | 0 | 0 |
2 | Neveling | *900 | | †953 | | 53 | 1 | 3 |
3 | Balderik | *897 | Oldenzaal [Ov] | †975 | Luik [Li, Bel] | 78 | 0 | 0 |
4 | Rudolf | *897 | | †943 | | 46 | 0 | 0 |
5 | Ehrenfried | *-905 | | | | | 0 | 0 |
Hersinde Nn
Hersinde Nn.
tr.
met
Ricrid van der Betuwe, zn. van Balderich van der Betuwe en Nn.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Nn | | | | | | 0 | 0 |
2 | Neveling | *900 | | †953 | | 53 | 1 | 3 |
3 | Balderik | *897 | Oldenzaal [Ov] | †975 | Luik [Li, Bel] | 78 | 0 | 0 |
4 | Rudolf | *897 | | †943 | | 46 | 0 | 0 |
5 | Ehrenfried | *-905 | | | | | 0 | 0 |
Nn van der Betuwe
Nn van der Betuwe.
Neveling van der Betuwe
Neveling van der Betuwe, geb. circa 900, graaf te Betuwe [Ge], ovl. (ongeveer 53 jaar oud) in 953.
tr.
met
Nn van Henegouwen, dr. van Reginar II van Henegouwen en Adelheid van Bourgondië.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Rudof | *937 | | †967 | | 30 | 1 | 3 |
2 | Balederik I | *932 | | †959 | Luik [Li, Bel] | 27 | 0 | 0 |
3 | Berhtha | | | | | | 0 | 0 |
Balderik van der Betuwe
Balderik van der Betuwe1, geb. te Oldenzaal [Ov] in 8971,1,1, bisschop te Utrecht [Ut] van 918 tot 975, ovl. (ongeveer 78 jaar oud) te Luik [Li, Bel] op maandag 27 dec 9751,1, begr. te Oldenzaal [Ov] Balderik werd als eerste bisschop van Utrecht begraven in de kathedrale Sint-Maartenskerk. In 1481 werd een belangrijk deel van zijn stoffelijke resten vanuit Utrecht overgebracht naar de Sint-Plechelmusbasiliek in Oldenzaal en daar bijgezet, waarschijnlijk als eerbetoon aan de stichter van dit kapittel. De zerk uit dat jaar is nog bewaard gebleven en ingemetseld in de westmuur van de zuidbeuk van de Sint-Plechelmusbasiliek1,1.
Aantekeningen bij Balderik van der Betuwe.
Balderik stamde uit het grafelijk geslacht van Henegouwen. Hij was een neef van hertog Giselbert van Lotharingen en de oom van bisschop Balderik van Luik. Hij was ook de zoon van graaf Ricfried in de Betuwe, die de Noormannen uit Utrecht verjoeg, waardoor Balderik, die net als zijn directe voorgangers in Deventer had geresideerd, de bisschopszetel rond 920 weer naar Utrecht kon overbrengen..
In Utrecht liet Balderik de voorloper van de Domkerk, de Sint-Maartenskerk, herstellen of herbouwen en de Sint-Salvatorkerk die door de Noormannen waren verwoest, evenals de kloosterschool die aan het Domkapittel verbonden was. Hij bouwde Utrecht uit tot de belangrijkste plaats in de Noordelijke Nederlanden en hij wist de territoriale macht van het bisdom uit te breiden zodat hij zich goed kon handhaven tussen de hem omringende landsheren..
Dit gebeurde door middel van een politiek spel, waarbij hij de politiek van de Duitse koning steunde en in ruil daarvoor bezittingen toegewezen kreeg. De koning en de bisschoppen hadden elkaar immers hard nodig om zich teweer te stellen tegen de opkomende dynastieën binnen het rijk..
Balderik was in deze politiek zeer succesvol: hij knoopte vanaf 923 hechte betrekkingen aan met de Duitse koning Hendrik I (919–936), die hem in ruil de opvoeding van zijn vierjarige zoon Bruno, de latere aartsbisschop van Keulen, toevertrouwde..
Dankzij hem stond Balderik later ook in nauw contact met Hendriks andere zoon en opvolger, Otto I (936-973). Zo behoorde hij tot de Lotharingische heren die in 953 in Otto's strijd met zijn zoons aan de kant van de koning stonden. Otto schonk Balderik in ruil het muntrecht in Utrecht, de handelsnederzetting Muiden inclusief het belangrijke tol en een wilgenbos bij Tiel. Verder verwierf hij het jachtrecht in Drenthe en verschillende bezittingen in de gouw Lek-en-IJssel..
Balderik heeft zich ingespannen om relieken voor de Utrechtse kerken te verzamelen. Hij bracht onder meer de relieken van de heilige Odulfus naar de Sint-Salvatorkerk en voor de Sint-Maartenskerk verwierf hij belangrijke relieken van de heiligen Agnes en Pontianus. In 954 liet hij relieken van Plechelmus overbrengen naar de in dat jaar in Oldenzaal herbouwde kerk, die aan genoemde heilige werd gewijd en bij deze gelegenheid eveneens tot kapittelkerk werd verheven (sinds 1950 Sint-Plechelmusbasiliek).
')}