Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Nn
Nn .

tr.
met

Munderich der Franken1, zn. van Chloderik der Franken en Nn, geb. circa 5001,1,1, maakt aanspraak op de troon te Austrasië [Fra] in 532, ovl. (minstens 32 jaar oud) na 5321,1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Mummolin*525  †566  41



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Florentinus
Florentinus .

tr.
met

Artemia .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn     


Artemia
Artemia .

tr.
met

Florentinus .

Uit dit huwelijk een dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn     


Chloderik der Franken
Chloderik Chloderich der Franken1, geb. circa 4801,1,1, hij wordt door toedoen van Chlodwigs vermoord. koning van de Rijn Franken in 508, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) in 5091,1.

tr.
met

Nn 1, dr. van Theodo van Beieren en Nn, geb. circa 472.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Munderich*500  †532  32
Dode*500     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1, geb. circa 472.

tr.
met

Chloderik Chloderich der Franken1, zn. van Sigibert der Franken en Nn, geb. circa 4801,1,1, hij wordt door toedoen van Chlodwigs vermoord. koning van de Rijn Franken in 508, ovl. (ongeveer 29 jaar oud) in 5091,1.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Munderich*500  †532  32
Dode*500     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Sigibert der Franken
Sigibert der Franken1, geb. circa 4601,1,1, koning van de Rijn Franken. voor 508, hij strijdt met Chlodwig bij Zülpichg tegen de Alemannen in 696 Hij wordt daarbij gewond en wordt met hulp van Chlodwigs vermoord, ovl. (ongeveer 48 jaar oud) in 5081 Hij wordt vermoord1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Chloderik*480  †509  29



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Sigibert der Franken1, zn. van Childebert der Franken en Nn, geb. circa 4601,1,1, koning van de Rijn Franken. voor 508, hij strijdt met Chlodwig bij Zülpichg tegen de Alemannen in 696 Hij wordt daarbij gewond en wordt met hulp van Chlodwigs vermoord, ovl. (ongeveer 48 jaar oud) in 5081 Hij wordt vermoord1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Chloderik*480  †509  29



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Childebert der Franken
Childebert der Franken1, geb. circa 4401,1,1, koning van de Rijn Franken, ovl. (hoogstens 56 jaar oud) voor 4961,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sigibert*460  †508  48



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Childebert der Franken1, zn. van Chlodwig der Franken en Nn, geb. circa 4401,1,1, koning van de Rijn Franken, ovl. (hoogstens 56 jaar oud) voor 4961,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Sigibert*460  †508  48



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Chlodwig der Franken
Chlodwig der Franken1, geb. circa 4151,1,1, koning van de Rijn Franken.

  • Vader:
    Chlodio (Chlodian VI) Ook: Chlodian; Chlodion Merowech von Franken (Bron: B.J. Jansen). Hij geeft aan dat Chodio een zoon is van Theodemer von Franken en Bleselinde. Bleselinde is afkomstig van de Alemaniërs (met als stamvader Waldomar) en Theodemer is een zoon van Richomer von Franken (consul circa 384) en Ascyla (onthoofd in 413) 1,2, zn. van Pharamond en Nn, geb. na 4002,2,2, krijgsheer van de Salische Franken circa 428, ovl. (hoogstens 50 jaar oud) 2 circa 4502,2, tr.
 

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Childebert*440  †496  56



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia


Nn
Nn 1.

tr.
met

Chlodwig der Franken1, zn. van Chlodio (Chlodian VI) en Nn, geb. circa 4151,1,1, koning van de Rijn Franken.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Childebert*440  †496  56



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Theodo van Beieren
Theodo van Beieren1, geb. circa 4501,1,1, hertog van Beieren, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) circa 5301,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn*472     
Agiulf*470     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Theodo van Beieren1, zn. van Agiluf en Nn, geb. circa 4501,1,1, hertog van Beieren, ovl. (ongeveer 80 jaar oud) circa 5301,1.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn*472     
Agiulf*470     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Agiluf
Agiluf 1, geb. circa 4201,1,1, vorst van de Sueben en de Quaden, ovl. (ongeveer 62 jaar oud) circa 4821,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Theodo*450  †530  80



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Agiluf 1, zn. van Hunimund en Nn, geb. circa 4201,1,1, vorst van de Sueben en de Quaden, ovl. (ongeveer 62 jaar oud) circa 4821,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Theodo*450  †530  80



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Hunimund
Hunimund 1, geb. circa 3951,1,1, vorst van de Donau Sueben, ovl. (ongeveer 74 jaar oud) circa 469.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Agiluf*420  †482  62



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia
3.De Goten: Vorsten en vazallen., Hermann Schreiber, 1979


Nn
Nn 1.

tr.
met

Hunimund 1, zn. van Ermenrich en Nn, geb. circa 3951,1,1, vorst van de Donau Sueben, ovl. (ongeveer 74 jaar oud) circa 469.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Agiluf*420  †482  62



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Ermenrich
Ermenrich Ook: Ermanarich, Hermenricus 1,2, geb. circa 266,
Koning van de Ostrogoten en opvolger van Achiulf van 350 tot 3762,
Het Ostrogotisch Rijk
Onder Ermanerik besloeg het Rijk van de Ostrogoten een gebied dat ongeveer overeenkomt met het huidige Oekraïne. In het noordoosten grensde het aan land van de Finnen, die de vlakte van de Oka en de Wolga bewoonden. In het noordwesten aan land van de Slaven, die zich verborgen hielden in het brongebied van de Dnjepr, de Weichsel en de Westelijke Dvina. Ten oosten van de Don had het de Alanen als buren, en ten westen van de Dnjepr de Visigoten. Aan de Dnjepr hadden de Ostrogoten hun hoofdstad Árheimer (rivierstad) gesticht.
*
Het Ostrogotische Rijk van Ermanerik kon men niet vergelijken met het Romeinse Rijk. Er waren geen steden of enige vorm van georganiseerd bestuur. De bevolking, die door Achiulf en Ermanarik geleidelijk met geweld onder de Ostrogotische heerschappij was gebracht, bestond voornamelijk uit Sarmaten, Scythen en Gepiden. Een weinig talrijke aristocratie van Ostrogotische krijgslieden heerste over de overwonnen volken. Deze moesten enige belastingen betalen en militaire dienst verrichten voor de koning.
*
Bij gelegenheid ontmoetten zij elkaar aan het hof van Ermanarik dat parlement, regering en zetel van de hoogste rechterlijke macht ineen was. Omstreeks 370 bereikten de Ostrogoten voor het eerst de berichten door vluchtingen uit het Oosten, dat een woest ruitervolk, de Hunnen, vanuit Azië richting Europa trok. Niet lang daarna, in het voorjaar van 375 verschenen de Hunnen aan de grenzen van het Ostrogotische Rijk. De Ostrogoten bleken niet opgewassen te zijn tegen de Hunse ruiters. De Hunnen voerden een geheel andere oorlogstactiek dan de Ostrogoten gewend waren. In plaats van de Ostrogoten in een geregelde veldslag tegemoet te treden, gingen zij deze steeds uit de weg en richtten ergens anders een bloedbad aan, waarna zij bliksemsnel weer verdwenen.
*
In deze talloze kleine gevechten moesten de Ostrogoten steeds het onderspit delven. Ermanarik pleegde uit wanhoop zelfmoord na één zo'n nederlaag. Tot opvolger werd gekozen Vithimiris, een familielid van Ermanarik.
Ovl. (Ongeveer 110 jaar oud) circa 376 B.J. Jansen geeft als zijn geboortejaar 360 weer en als sterfjaar 441.


Aantekeningen bij Ermenrich .
Ermenrik, koning der Oostgoten, pleegde volgens zijn tijdgenoot, de Romeinse geschiedschrijver Ammianus Marcellinus, in 376 zelfmoord, toen de Hunnen zijn rijk onder de voet liepen. De Gotische geschiedschrijver Jordanes (6e eeuw) weet te vertellen dat ‘Hermanaricus’ tot het geslacht der Amelungen behoorde, waaruit ook Theoderik de Grote (»Dietrich van Bern) stamde. Volgens hem stichtte deze Hermanaricus een groot rijk. Toen het volk der Rosomonen overliep naar de Hunnen, liet hij Sunilda, een Rosomoonse, vanwege dit verraad door wilde paarden uiteenscheuren. Haar broers Sarus en Ammius namen wraak en verwondden hem zwaar. Door die verwonding was Ermenrik niet meer in staat het verzet tegen de Hunnen te leiden en stierf hij, 110 jaar oud.
*.
In de Germaanse heldenepiek is Ermenrik een van de oudste historische persoonlijkheden. De historische gegevens zijn echter in de overleveringen zeer verschillend uitgewerkt. In de heldenepiek komt Ermenrik in verschillende sagencomplexen voor.
*.
Ten eerste is er de Svanhild-sage. Deze is in complete vorm alleen in Scandinavië te vin­den. De belangrijkste bron is het Edda-gedicht ‘Hamdismál’. Volgens deze overlevering was Svanhild een dochter van Sigurd (»Siegfried) en de vrouw van koning ‘Jörmunrekk’ (Ermenrik). Jörmunrekk laat haar doodtrappen door wilde paarden, omdat hij haar van ontrouw met zijn zoon Randvér verdenkt. Randvér wordt opgehangen. Svanhilds broers Sörli en Hamdir willen haar wreken, wijzen daarbij echter de hulp van hun halfbroer Erpr af. Tijdens hun tocht naar Jörmunrekk doden zij hem zelfs. Hamdir hakt Jörmunrekks voeten en Sörli diens handen af. Daar Erpr er niet bij is om Jörmun­rekks hoofd af te houwen kan deze om hulp roepen en zijn wachters adviseren hen te stenigen, omdat zij niet door metaal kunnen worden verwond. Ook de Deense geschiedschrijver Saxo Grammaticus (ca. 1200) kent dit verhaal in grote lijnen. Bij hem is ‘Iarmerik’ echter koning van Denemarken. De trouweloze raadgever Bikki beschuldigt Broder, de zoon van de koning, van echtbreuk met koningin Svanhild. De vrouw wordt onder paardehoeven vertrapt. Broder krijgt op het laatste moment genade, omdat zijn vader zich realiseert dat hij geen andere erfgenamen heeft. De broers van Svanhild proberen haar te wreken, maar zij slagen er alleen in Iarmerik zwaar te verwonden.
*.
In een ander sagencomplex, de Harlungen-sage, gaat het om een niet historisch aantoonbaar broederpaar, neven van Ermenrik, dat optreedt in de Middelhoogduitse Dietrich-epiek (bijvoorbeeld in de Biterolf) en in de Oudnoorse, uit het Duits vertaalde, Thidrekssaga. Volgens deze bronnen werden de Harlungen Imbrecke en Fritele door de boze raadgever Sibecke belasterd, waarna ze werden opgehangen. In de Thidrekssaga wordt zelfs gezegd dat zij een oogje hadden op koningin Svanhild. Ondanks de voorzorgsmaatregelen van de trouwe Eckart worden zij gevangengenomen en opgehangen. Ook Saxo Grammaticus weet te vertellen, dat twee neven van koning Iarmerik van Denemarken tegen hem in opstand kwamen. Hij laat hen na hun nederlaag ophangen. Getuige de Oudengelse »Widsith was het verhaal ook in Engeland bekend. De dichter vertelt daarin dat hij aan het hof van ‘Eormanric’ was en de ‘Herelingen’ Emerca en Fridia ontmoette. Het Middelhoogduitse epos Dietrichs Flucht weet te melden dat Ermenrich in het bezit van het goud van de Harlungen was gekomen. Hier wordt dus ook gouddorst als motief van de verwantenmoord gegeven.
*.
Ten derde is er de Dietrich-sage. Ermenrich treedt vooral in de middeleeuwse Duitse heldenepiek op als tegenstander van Dietrich van Bern (= Theoderik de Grote). In de verschillende gedichten wordt verteld hoe Dietrich door zijn oom Ermenrich uit Italië wordt verdreven. Dietrich onderneemt pogingen zijn rijk te heroveren, maar moet ondanks overwinningen toch telkens terugkeren naar zijn ballingsoord bij koning Attila (»Etzel) van de Hunnen. In deze werken heeft Ermenrich de rol van de historische Odoaker overgenomen. Uit het Oudhoogduitse Hildebrandslied (ca. 800) blijkt immers dat oorspronkelijk ook in de heldenepiek Odoaker de tegenstander van Dietrich was. Waarschijnlijk is de uit andere epische werken beruchte Ermenrich (zie boven) in de plaats gekomen voor de in vergetelheid geraakte historische tegenstander.
*.
In de Germaanse verteltraditie stond Ermenrik dus bekend als een tiran en verwantenmoordenaar, maar ook als de eigenaar van een grote schat. In die laatste hoedanigheid wordt hij ook in de Middelnederlandse »Reynaert vermeld: Reynaert beweert dat zijn vader indertijd ‘Des coninx Ermerikes scat / In eene verholenlike stat’ had ontdekt. Nog in de zestiende eeuw werd Ermenrik de hoofdpersoon in de Nederduitse ballade Koninc Ermenrikes Dôt. Daarin wordt verteld dat Dietrich zijn land heroveren wil. Samen met elf helden reist hij naar Ermenriks slot. Deze wil hen laten ophangen, maar zijn plan mislukt. Ermenrik en al zijn mannen worden gedood. Mogelijk bevat deze laatste overlevering een contaminatie van elementen uit de Svanhild- en de Dietrich-sage.
*.
In de moderne tijd was de stof populair bij de mindere goden in de Duitse literatuur. Ernst von Wildenbruch schreef een tragedie Ermanarich der König (1903-08) en er bestaat een drama met dezelfde stof van O. Munz uit 1909. Het verhaal werd verder gebruikt door H.W. Schulte vom Brühl (in Urväterzeit, 1918) en door auteurs in het Derde Rijk, zoals Hans Baumann met een Ermanerich uit 1944. (Bron: A. Quak).
*.
Literatuur: Jänicke 1866-73; Bertelsen 1908-11; Olrik/Raeder 1931; Meier 1935; De Vries 1952; Neckel/Kuhn 1962-68; Erichsen 1967; Braune 1969; Davidson/Fisher 1979-80. Studies: Boer 1910; Brady 1943; Zink 1950; Wisniewski 1986.

tr.
met

Nn .

Uit dit huwelijk 2 kinderen:3

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hunimund*395  †469  74
Richila*400  †448  48



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.De Goten: Vorsten en vazallen., Hermann Schreiber, 1979
3.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

tr.
met

Ermenrich Ook: Ermanarich, Hermenricus 2,3, zn. van Achiulf en Nn, geb. circa 266,
Koning van de Ostrogoten en opvolger van Achiulf van 350 tot 3763,
Het Ostrogotisch Rijk
Onder Ermanerik besloeg het Rijk van de Ostrogoten een gebied dat ongeveer overeenkomt met het huidige Oekraïne. In het noordoosten grensde het aan land van de Finnen, die de vlakte van de Oka en de Wolga bewoonden. In het noordwesten aan land van de Slaven, die zich verborgen hielden in het brongebied van de Dnjepr, de Weichsel en de Westelijke Dvina. Ten oosten van de Don had het de Alanen als buren, en ten westen van de Dnjepr de Visigoten. Aan de Dnjepr hadden de Ostrogoten hun hoofdstad Árheimer (rivierstad) gesticht.
*
Het Ostrogotische Rijk van Ermanerik kon men niet vergelijken met het Romeinse Rijk. Er waren geen steden of enige vorm van georganiseerd bestuur. De bevolking, die door Achiulf en Ermanarik geleidelijk met geweld onder de Ostrogotische heerschappij was gebracht, bestond voornamelijk uit Sarmaten, Scythen en Gepiden. Een weinig talrijke aristocratie van Ostrogotische krijgslieden heerste over de overwonnen volken. Deze moesten enige belastingen betalen en militaire dienst verrichten voor de koning.
*
Bij gelegenheid ontmoetten zij elkaar aan het hof van Ermanarik dat parlement, regering en zetel van de hoogste rechterlijke macht ineen was. Omstreeks 370 bereikten de Ostrogoten voor het eerst de berichten door vluchtingen uit het Oosten, dat een woest ruitervolk, de Hunnen, vanuit Azië richting Europa trok. Niet lang daarna, in het voorjaar van 375 verschenen de Hunnen aan de grenzen van het Ostrogotische Rijk. De Ostrogoten bleken niet opgewassen te zijn tegen de Hunse ruiters. De Hunnen voerden een geheel andere oorlogstactiek dan de Ostrogoten gewend waren. In plaats van de Ostrogoten in een geregelde veldslag tegemoet te treden, gingen zij deze steeds uit de weg en richtten ergens anders een bloedbad aan, waarna zij bliksemsnel weer verdwenen.
*
In deze talloze kleine gevechten moesten de Ostrogoten steeds het onderspit delven. Ermanarik pleegde uit wanhoop zelfmoord na één zo'n nederlaag. Tot opvolger werd gekozen Vithimiris, een familielid van Ermanarik.
Ovl. (Ongeveer 110 jaar oud) circa 376 B.J. Jansen geeft als zijn geboortejaar 360 weer en als sterfjaar 441.


Aantekeningen bij Ermenrich .
Ermenrik, koning der Oostgoten, pleegde volgens zijn tijdgenoot, de Romeinse geschiedschrijver Ammianus Marcellinus, in 376 zelfmoord, toen de Hunnen zijn rijk onder de voet liepen. De Gotische geschiedschrijver Jordanes (6e eeuw) weet te vertellen dat ‘Hermanaricus’ tot het geslacht der Amelungen behoorde, waaruit ook Theoderik de Grote (»Dietrich van Bern) stamde. Volgens hem stichtte deze Hermanaricus een groot rijk. Toen het volk der Rosomonen overliep naar de Hunnen, liet hij Sunilda, een Rosomoonse, vanwege dit verraad door wilde paarden uiteenscheuren. Haar broers Sarus en Ammius namen wraak en verwondden hem zwaar. Door die verwonding was Ermenrik niet meer in staat het verzet tegen de Hunnen te leiden en stierf hij, 110 jaar oud.
*.
In de Germaanse heldenepiek is Ermenrik een van de oudste historische persoonlijkheden. De historische gegevens zijn echter in de overleveringen zeer verschillend uitgewerkt. In de heldenepiek komt Ermenrik in verschillende sagencomplexen voor.
*.
Ten eerste is er de Svanhild-sage. Deze is in complete vorm alleen in Scandinavië te vin­den. De belangrijkste bron is het Edda-gedicht ‘Hamdismál’. Volgens deze overlevering was Svanhild een dochter van Sigurd (»Siegfried) en de vrouw van koning ‘Jörmunrekk’ (Ermenrik). Jörmunrekk laat haar doodtrappen door wilde paarden, omdat hij haar van ontrouw met zijn zoon Randvér verdenkt. Randvér wordt opgehangen. Svanhilds broers Sörli en Hamdir willen haar wreken, wijzen daarbij echter de hulp van hun halfbroer Erpr af. Tijdens hun tocht naar Jörmunrekk doden zij hem zelfs. Hamdir hakt Jörmunrekks voeten en Sörli diens handen af. Daar Erpr er niet bij is om Jörmun­rekks hoofd af te houwen kan deze om hulp roepen en zijn wachters adviseren hen te stenigen, omdat zij niet door metaal kunnen worden verwond. Ook de Deense geschiedschrijver Saxo Grammaticus (ca. 1200) kent dit verhaal in grote lijnen. Bij hem is ‘Iarmerik’ echter koning van Denemarken. De trouweloze raadgever Bikki beschuldigt Broder, de zoon van de koning, van echtbreuk met koningin Svanhild. De vrouw wordt onder paardehoeven vertrapt. Broder krijgt op het laatste moment genade, omdat zijn vader zich realiseert dat hij geen andere erfgenamen heeft. De broers van Svanhild proberen haar te wreken, maar zij slagen er alleen in Iarmerik zwaar te verwonden.
*.
In een ander sagencomplex, de Harlungen-sage, gaat het om een niet historisch aantoonbaar broederpaar, neven van Ermenrik, dat optreedt in de Middelhoogduitse Dietrich-epiek (bijvoorbeeld in de Biterolf) en in de Oudnoorse, uit het Duits vertaalde, Thidrekssaga. Volgens deze bronnen werden de Harlungen Imbrecke en Fritele door de boze raadgever Sibecke belasterd, waarna ze werden opgehangen. In de Thidrekssaga wordt zelfs gezegd dat zij een oogje hadden op koningin Svanhild. Ondanks de voorzorgsmaatregelen van de trouwe Eckart worden zij gevangengenomen en opgehangen. Ook Saxo Grammaticus weet te vertellen, dat twee neven van koning Iarmerik van Denemarken tegen hem in opstand kwamen. Hij laat hen na hun nederlaag ophangen. Getuige de Oudengelse »Widsith was het verhaal ook in Engeland bekend. De dichter vertelt daarin dat hij aan het hof van ‘Eormanric’ was en de ‘Herelingen’ Emerca en Fridia ontmoette. Het Middelhoogduitse epos Dietrichs Flucht weet te melden dat Ermenrich in het bezit van het goud van de Harlungen was gekomen. Hier wordt dus ook gouddorst als motief van de verwantenmoord gegeven.
*.
Ten derde is er de Dietrich-sage. Ermenrich treedt vooral in de middeleeuwse Duitse heldenepiek op als tegenstander van Dietrich van Bern (= Theoderik de Grote). In de verschillende gedichten wordt verteld hoe Dietrich door zijn oom Ermenrich uit Italië wordt verdreven. Dietrich onderneemt pogingen zijn rijk te heroveren, maar moet ondanks overwinningen toch telkens terugkeren naar zijn ballingsoord bij koning Attila (»Etzel) van de Hunnen. In deze werken heeft Ermenrich de rol van de historische Odoaker overgenomen. Uit het Oudhoogduitse Hildebrandslied (ca. 800) blijkt immers dat oorspronkelijk ook in de heldenepiek Odoaker de tegenstander van Dietrich was. Waarschijnlijk is de uit andere epische werken beruchte Ermenrich (zie boven) in de plaats gekomen voor de in vergetelheid geraakte historische tegenstander.
*.
In de Germaanse verteltraditie stond Ermenrik dus bekend als een tiran en verwantenmoordenaar, maar ook als de eigenaar van een grote schat. In die laatste hoedanigheid wordt hij ook in de Middelnederlandse »Reynaert vermeld: Reynaert beweert dat zijn vader indertijd ‘Des coninx Ermerikes scat / In eene verholenlike stat’ had ontdekt. Nog in de zestiende eeuw werd Ermenrik de hoofdpersoon in de Nederduitse ballade Koninc Ermenrikes Dôt. Daarin wordt verteld dat Dietrich zijn land heroveren wil. Samen met elf helden reist hij naar Ermenriks slot. Deze wil hen laten ophangen, maar zijn plan mislukt. Ermenrik en al zijn mannen worden gedood. Mogelijk bevat deze laatste overlevering een contaminatie van elementen uit de Svanhild- en de Dietrich-sage.
*.
In de moderne tijd was de stof populair bij de mindere goden in de Duitse literatuur. Ernst von Wildenbruch schreef een tragedie Ermanarich der König (1903-08) en er bestaat een drama met dezelfde stof van O. Munz uit 1909. Het verhaal werd verder gebruikt door H.W. Schulte vom Brühl (in Urväterzeit, 1918) en door auteurs in het Derde Rijk, zoals Hans Baumann met een Ermanerich uit 1944. (Bron: A. Quak).
*.
Literatuur: Jänicke 1866-73; Bertelsen 1908-11; Olrik/Raeder 1931; Meier 1935; De Vries 1952; Neckel/Kuhn 1962-68; Erichsen 1967; Braune 1969; Davidson/Fisher 1979-80. Studies: Boer 1910; Brady 1943; Zink 1950; Wisniewski 1986.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Hunimund*395  †469  74
Richila*400  †448  48



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen
2.Afgeschermd, Wikipedia
3.De Goten: Vorsten en vazallen., Hermann Schreiber, 1979


Achiulf
Achiulf 1, geb. circa 310,
Koning van het vroege Ostrogotische rijk. tussen 330 en 3502,
Tijdens zijn regeerperiode worden de omringende volken Sarmaten, Scythen en Gepiden door de Ostrogoten verslagen en schatplichtig gemaakt. Omstreeks 350 wordt hij door Ërmanerik opgevolgd.
Ovl. (Ongeveer 40 jaar oud) circa 350.

relatie
met

Nn .

Uit deze relatie 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Ermenrich*266  †376  110
Vutuulf     



Bronnen:
1.Afgeschermd, Wikipedia
2.De Goten: Vorsten en vazallen., Hermann Schreiber, 1979
')}