Genealogie van NazatenDeVries en anderen
Titus Manlius Capitolinus
Titus Manlius Capitolinus1, geb. in 450 BC1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk 2 zonen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aulus Manilus*-430  †-370  60
Aulus Manlius*-425  †-384  41



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Titus Manlius Capitolinus1, zn. van Aulus Manlius Vulso Capitolinus en Nn, geb. in 450 BC1.

Uit dit huwelijk 2 zonen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aulus Manilus*-430  †-370  60
Aulus Manlius*-425  †-384  41



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Aulus Manlius Vulso Capitolinus
Aulus Manlius Vulso Capitolinus1, geb. in 470 BC1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk 2 zonen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Titus Manlius*-450     
Aulus Manlius Vulso*-445  †-395  50



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Aulus Manlius Vulso Capitolinus1, zn. van Gnaeus Manlius Vulso en Nn, geb. in 470 BC1.

Uit dit huwelijk 2 zonen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Titus Manlius*-450     
Aulus Manlius Vulso*-445  †-395  50



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Gnaeus Manlius Vulso
Gnaeus Manlius Vulso1, geb. circa 505 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aulus Manlius Vulso*-470     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Gnaeus Manlius Vulso1, zn. van Gnaeus Manlius Vulso en Nn, geb. circa 505 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Aulus Manlius Vulso*-470     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Gnaeus Manlius Vulso
Gnaeus Manlius Vulso1, geb. circa 530 BC1,1,1, consul in 480 BC, ovl. (ongeveer 50 jaar oud) in 480 BC1 Hij is gevallen in de strijd1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Manlius*-505     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Gnaeus Manlius Vulso1, zn. van Publius Manlius en Nn, geb. circa 530 BC1,1,1, consul in 480 BC, ovl. (ongeveer 50 jaar oud) in 480 BC1 Hij is gevallen in de strijd1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Manlius*-505     



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Publius Manlius
Publius Manlius1, geb. in 560 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Manlius*-530  †-480  50



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Publius Manlius1, geb. in 560 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gnaeus Manlius*-530  †-480  50



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Aulus Manlius Vulso Capitolinus
Aulus Manlius Vulso Capitolinus1, geb. circa 445 BC1,1,1, consul in 405 BC, in 402 BC en in 395 BC, ovl. (minstens 50 jaar oud) na 395 BC1,1.

tr.
met

Nn 1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Publius Manlius*-420  †-368  52



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn 1.

tr.
met

Aulus Manlius Vulso Capitolinus1, zn. van Aulus Manlius Vulso Capitolinus en Nn, geb. circa 445 BC1,1,1, consul in 405 BC, in 402 BC en in 395 BC, ovl. (minstens 50 jaar oud) na 395 BC1,1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Publius Manlius*-420  †-368  52



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Publius Manlius Capitolinus
Publius Manlius Capitolinus1, geb. circa 420 BC1,1,1, consul in 379 BC, dictator in 368 BC, consul in 367 BC, ovl. (minstens 52 jaar oud) na 368 BC1,1.



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Aulus Manlius Capitolinus
Aulus Manlius Capitolinus1, geb. circa 425 BC1,1,1, ovl. (ongeveer 41 jaar oud) in 384 BC1,1.


Aantekeningen bij Aulus Manlius Capitolinus.
Hij verslaag als eerste de Galliërs in 387 die bij hun aanval het capitool reeds zijn beklommen, maar door het snateren van de ganzen worden ze verraden. Hij wordt terecht gesteld, omdat hij de alleenheerschappij naar zich toe wil trekken.



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Marcus Lunius Silanus
Marcus Lunius Silanus.



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Marcus Aemilius Lepidus
Marcus Aemilius Lepidus1, geb. circa 121 BC1,1,1, propraet. Siclilae in 80 BC, consul in 78 BC, proconsul in 77 BC, ovl. (ongeveer 44 jaar oud) te Sardinië [Sa, Ita]1 in 77 BC1,1.

tr.
met

Appuleia 1.

Uit dit huwelijk 2 zonen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Aemilius*-90  †-13  77
Lucius Aemilius*-93  †-44 Milet [Gri] 49



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Lunia Secunda
Lunia Secunda1, geb. 1 circa 74 BC1,1, ovl. (minstens 44 jaar oud) na 30 BC1,1.

tr.
met

Marcus Aemilius Lepidus1, zn. van Marcus Aemilius Lepidus en Appuleia, geb. 1 circa 90 BC1,1,1, muntmeester circa 66 BC, cur. aedil um circa 53 BC, iterrex in 52 BC, praetor in 49 BC, proconsul Hispania citerior in 48 BC en in 47 BC, consul in 46 BC, mag. equ. van 46 BC tot 44 BC, triumvir (college dat uit een driemansschap bestaat) van 43 BC tot 36 BC, ovl. (ongeveer 77 jaar oud) 1 in 13 BC1,1.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:1

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Nn     
Quintus Aemilius*-60  †-13  47



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Nn
Nn .

tr.
met

Servillia (Sevilia) Caepionis, dr. van Quintus Servilius Caepio III en Livia Drusilla I (Drusa), geb. circa 100 BC,
Wordt de geliefde van Caesar tot aan zijn dood na 63 BC,
Als Ceasar van de Gallische oorlogen terugkeert in het verwoeste Rome schenkt hij Servillia een onbetaalbare zwarte parel die evenveel waard zou zijn als 1000 slaven.
Ovl. (Minstens 57 jaar oud) na 43 BC, tr. (2) met Marcus Lunius Brutus. Uit dit huwelijk een zoon, tr. (3) met Decimus Lunius Silanus1. Uit dit huwelijk 3 dochters1.


Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen


Marcus Lunius Brutus
Marcus Lunius Brutus.

tr.
met

Servillia (Sevilia) Caepionis, dr. van Quintus Servilius Caepio III en Livia Drusilla I (Drusa), geb. circa 100 BC,
Wordt de geliefde van Caesar tot aan zijn dood na 63 BC,
Als Ceasar van de Gallische oorlogen terugkeert in het verwoeste Rome schenkt hij Servillia een onbetaalbare zwarte parel die evenveel waard zou zijn als 1000 slaven.
Ovl. (Minstens 57 jaar oud) na 43 BC, tr. (1) met Nn . Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (3) met Decimus Lunius Silanus1. Uit dit huwelijk 3 dochters1.

Uit dit huwelijk een zoon:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Marcus Junius Brutus*-85  †-42  43



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen

Marcus Junius Brutus Caepio
 
Marcus Junius Brutus Caepio, geb. in 85 BC, ovl. (ongeveer 43 jaar oud) in 42 BC.



Aantekeningen bij Marcus Junius Brutus Caepio.
Marcus Junius Brutus (851 - 42 v.Chr.) was een Romeins senator en stoïcijn. Hij is vooral bekend als één van de samenzweerders die op 15 maart 44 v.Chr. een dodelijke aanslag op Julius Caesar pleegden..
*.
Leven.
Brutus was de zoon van Marcus Iunius Brutus maior, een legatus van Gnaius Pompeius Magnus maior, en zijn vrouw Servilia Caepionis, de halfzus van Cato minor en (later) minnares van Julius Caesar. Sommige bronnen wijzen op de mogelijkheid dat Caesar zijn echte vader was2, maar dit is zeer onwaarschijnlijk aangezien Caesar vijftien jaar oud was ten tijde van de geboorte van Brutus en de affaire met diens moeder ongeveer tien jaar later begon. Brutus' oom Quintus Servilius Caepio adopteerde hem toen hij nog een jongeman was en Brutus was voor een onbekende tijdspanne bekend onder de naam Q. Servilius Caepio Brutus. De familie stamde af van een beroemd patricisch geslacht, dat zich erop beroemde af te stammen van Lucius Junius Brutus (die de gehate monarchie van zijn oom Tarquinius Priscus omverwierp en de eerste consul van de Romeinse Republiek werd)..
*.
Begin van zijn politieke carrière.
Nog voor hij aan zijn politieke carrière kon beginnen, raakte hij betrokken in de zogenaamde “Vettius-affaire” (d.i. een samenzwering om Gnaius Pompeius Magnus te vermoorden), maar wordt door Gaius Iulius Caesar - die bekend stond als de minnaar van Brutus' moeder - uit deze netelige situatie bevrijd.3 Brutus had een grote eerbied voor zijn oom Cato4 en zijn politieke carrière begon toen hij werd aangesteld als diens assistent, tijdens diens gouverneurschap over Cyprus in 58 v.Chr.5 Rond deze tijd verrijkte hij zichzelf door geld tegen hoge rentevoeten te lenen. Hij keerde als een rijk man terug naar Rome, waar hij Claudia Pulchra maior, een dochter van Appius Claudius Pulcher (consul in 54 v.Chr.) huwde.6 Vanaf zijn eerste optreden in de senaat, sloot Brutus zich aan bij de Optimates (de conservatieve factie) tegen het eerste triumviraat van Marcus Licinius Crassus, Gnaius Pompeius Magnus maior en Caesar. Hij had volledig het recht om Pompeius te haten, daar die zijn vader had laten vermoorden in 77 v.Chr., tijdens de vogelvrijverklaringen onder Sulla. Hij klaagde hem daar dan ook voor aan in 52 v.Chr.7, het jaar waarin hij trouwens ook op de moord van Publius Clodius Pulcher reageerde met het schrijven van een pamflet ter verdediging van Titus Annius Milo.8.
*.
In 53 v.Chr. werd Brutus quaestor in Cilicië, waar zijn schoonvader gouverneur was en hij in contact kwam met Cicero.9 Toen in 49 v.Chr. de burgeroorlog tussen Pompeius en Caesar uitbrak, volgde Brutus zijn oude vijand en huidige leider van de Optimates, Pompeius. Aangezien deze zijn vader had laten doden, was het duidelijk dat Brutus eerder de kant van Pompeius koos uit republikeinse overwegingen. Toen de slag bij Pharsalus begon, beval Caesar zijn officieren om Brutus niet in de strijd te doden, maar hem te sparen en om hem gevangen te nemen indien hij zichzelf vrijwillig overgaf en indien hij volhardde in zijn vechten tegen gevangenneming, hem alleen te laten en hem geen geweld aan te doen.10 Na de nederlaag bij Pharsalus stuurde Brutus aan Caesar een brief waarin hij zich verontschuldigde, waarop deze hem onmiddellijk vergiffenis schonk. Caesar nam hem zelfs op in zijn intieme vriendenkring11 en stelde hem aan als stadhouder van Gallia Cisalpina (Noord-Italië) toen hij vertrok naar Africa waar Cato en Quintus Caecilius Metellus Pius Cornelianus Scipio Nasica zich hadden teruggetrokken.12 In 45 v.Chr. droeg Caesar hem voor als praetor urbanus.13 In juni 45 v.Chr. scheidde Brutus ook van zijn vrouw Claudia en hertrouwde met zijn volle nicht, Porcia Catonis, de kalme jonge dochter van Cato.14.
*.
Samenzwering tegen Caesar.
Rond deze tijd begonnen vele van de Romeinse senatoren te vrezen voor de groeiende macht van Caesar in de Senaat na zijn benoeming als dictator perpetuus (dictator voor het leven).15 Zelfs de vrienden van Caesar begonnen zich tegen hem te keren en Brutus was een van hen. Nochtans was Brutus onder druk gezet door de andere senatoren, waaronder zijn zwager Cassius, om deel te nemen aan de samenzwering tegen Caesar16 en hij ontdekte ook berichten geschreven op de bustes van zijn voorouders.17 Brutus, beïnvloed door het feit dat hij de neef van Cato en echtgenoot van Porcia was, besliste ten slotte in 44 v.Chr. tegen Caesar te ageren.18 Zijn vrouw Porcia was de enige vrouw betrokken in het complot.19.
*.
De samenzweerders wilden hun complot op de Iden van maart (15 maart) van datzelfde jaar nog ten uitvoering brengen. Op die dag werd Caesar toen hij naar de senaat wilde vertrekken opgehouden omdat zijn vrouw Calpurnia Pisonis, die in een droom een slecht voorteken had menen te zien, hem probeerde te overtuigen niet uit te gaan20 en de samenzweerders vreesden dat hun plannen waren ontdekt.21 En toch volhardde Brutus erin om te wachten op Caesar bij de Senaat, zelfs toen een bode hem nieuws bracht dat hem anders de Senaat had doen verlaten.22 Wanneer Caesar ten slotte naar de Senaat kwam, vielen zij hem aan. Publius Servilius Casca was volgens overlevering de eerste die Caesar met een slag op diens schouder aanviel, maar Caesar slaagde erin om diens hand tegen te houden.23 Toen hij zag dat Brutus onder de samenzweerders was, bedekte hij echter zijn gezicht met zijn toga en onderging lijdzaam de dolksteken.24 De samenzweerders vielen met zovelen aan dat zij zelfs elkaar verwondden. Brutus wordt gezegd in de hand te zijn verwond geweest.25.
*.
Na de moord op Caesar.
Buiten de moord hadden Brutus en de zijnen echter geen plannen gemaakt. Zij hoopten dat Cicero de leemte zou kunnen vullen en riepen hem daarom dadelijk na de moord op in de Senaat. Deze hapering in hun plan maakte de weg vrij voor Marcus Antonius, een beschermeling van Caesar, die al snel op de voorgrond trad. Daarom werd Marcus Brutus na de moord op Julius Caesar benaderd om een compromis te sluiten. Indien Julius Caesar als tiran werd bestempeld, dan waren alle benoemingen van Caesar in de Senaat ongeldig. Dit zou betekenen dat Brutus niet langer een senator was en er verkiezingen moesten worden gehouden. Als hij daarentegen akkoord ging om de Caesars testament te erkennen zouden hem en de andere moordenaars amnestie worden gegund en zouden zij hun senatoriale waardigheid behouden. Brutus aanvaardde het aanbod en Julius Caesar werd niet als tiran beschouwd. In de overeenkomst was ook bepaald dat Brutus Rome moest verlaten, wat hij ook deed. Nadat hij Rome had verlaten, woonde Brutus van 44 tot 42 v.Chr. op Kreta..
*.
Nadat Octavianus in 42 v.Chr. zijn consulaat had ontvangen van de Senaat, was een van zijn eerste acties om de personen die Julius Caesar hadden vermoord als moordenaars te bestempelen en tot staatsvijanden uit te roepen. Dit brandmerkte Brutus als een moordenaar van Julius Caesar.27 Marcus Tullius Cicero, die woest was omwille van de acties van Octavianus, schreef een brief naar Brutus waarin hij uitlegde dat de krachten van Octavianus en Marcus Antonius verdeeld waren. Antonius belegerde de provincia Gallia, waarover hij het gouverneurschap wenste te krijgen. In antwoord op deze belegering verzamelde Octavianus zijn troepen en vocht een aantal slagen uit waarin Antonius werd verslagen. Toen hij vernam dat noch Antonius noch Octavianus een leger had dat groot genoeg was om Rome te verdedigen, verzamelde Brutus zijn troepen, die uit ongeveer zeventien legioenen bestonden. Toen Octavianus hoorde dat Brutus op weg was naar Rome, sloot hij vrede met Antonius.28 Samen met hun legers, die uit ongeveer negentien legioenen bestonden, marcheerden ze Brutus en Cassius tegemoet. De volgende slagen zijn als de slag bij Philippi de geschiedenis ingegaan. De eerste slag bij Philippi werd op 3 oktober 42 v.Chr. gevochten, waarin Brutus in staat was om de strijdmacht van Octavianus te verslaan hoewel Cassius werd verslagen door de strijdmacht van Antonius. De tweede slag bij Philippi werd op 23 oktober 42 v.Chr. gestreden en eindigde in de nederlaag van Brutus..
*.
Na de nederlaag vluchtte hij in de nabijgelegen heuvels met slechts vier legioenen. Daar hij besefte dat zijn leger was verslagen en dat hij zou worden gevangen genomen, pleegde Brutus zelfmoord. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: "Ja, wij moeten ontsnappen, maar deze keer met onze handen, niet met onze voeten".29 Als een bewijs van respect bedekte Marcus Antonius Brutus' levenloze lijf met een purperen kledingstuk of mantel. Het lichaam van Brutus werd gecremeerd en zijn as werd naar zijn moeder, Servilia Caepionis, gestuurd.30 Zijn vrouw Porcia pleegde ook zelfmoord toen ze de dood van haar echtgenoot vernam.31.
*.
Bij zijn tijdgenoten stond Brutus bekend om zijn ernst en integriteit, maar hij was van aard meer een geleerde dan een man van de actie. Hij genoot een zekere faam als redenaar en was de auteur van enkele politieke en filosofische werken..
*.
Et tu Brute?.
Misschien wel de bekendste uitspraak in verband met Brutus, toeschreven aan Caesar toen hij Brutus onder zijn moordenaars aantrof, wordt vaak gezegd te zijn: « Et tu Brute? » (Ook gij, Brutus?) Dit is echter een Latijnse vertaling van het Griekse citaat bij Suetonius dat door William Shakespeare in zijn Engelstalige toneelstuk Julius Caesar wordt opgevoerd.32 Indien Caesar bij zijn dood een toespeling zou hebben gemaakt op zijn relatie met Brutus, zou hij eerder « Tu quoque fili mi? » (« Jij ook, mijn zoon? ») hebben gezegd. Suetonius zelf geloofde eerder dat Caesar stierf zonder iets te zeggen.33.
*.
Receptie van de figuur van Brutus.
De figuur Brutus zou reeds in de oudheid uitgroeien tot een symbool van republikanisme. Hij zou door het nageslacht zowel worden geroemd als misprezen voor de moord op Julius Caesar..
*.
In de oudheid.
Marcus Aurelius noemde Brutus een bron van inspiratie.34 Lucius Annaeus Seneca en Velleius Paterculus meenden beiden dat hij een groot man was, hoewel ze de daad waarmee hij de geschiedenis haalde afkeurden.35 De nagedachtenis van Brutus en Cassius werd gecensureerd, hoewel beiden ook dienden als exempla van vrijheid van meningsuiting (men klaagde dan ook al te vrijmoedige personen aan met het verwijt dat ze teveel op Brutus en Cassius begonnen te lijken).36.
*.
Na de oudheid.
Dante Alighieri plaatste Brutus als verpersoonlijking van verraad in de Inferno van zijn La Divina Commedia (De goddelijke komedie) samen met Judas Iskariot en Gaius Cassius Longinus die in de laagste regionen van de Hel resideren waar hij door Satan werd gekauwd maar nooit verteerd.37 In zijn tragedie Julius Caesar (ca. 1599-1600) laat William Shakespeare Marcus Antonius Brutus « the noblest Roman of them all » noemen.38 Een visie die ook door Friedrich Schiller in zijn gedicht Brutus und Cäsar (1780) wordt verwoord: "Geh - du bist der größte Römer worden, / Da in Vaters Brust dein Eisen drang" (rr. 32-33). Voltaire zou in zijn tragedie La Mort de César (1736) de figuur van Brutus opvoeren.39 Onder de Franse Revolutie zou Brutus uitgroeien tot een symbool van de republiek en bustes van hem werden dan ook gezien als de verzinnebeelding ervan. Er werd zelfs een cultus voor hem ingesteld.40.
*.
John Wilkes Booth, wiens vader Junius Brutus Booth naar Brutus was vernoemd, zou Abraham Lincoln op 15 april 1865 vermoorden en men meende dat hij "Sic semper tyrannis" ("zo vergaat het tirannen") zou hebben geroepen terwijl hij op het podium sprong.41 Deze blijkbaar onterecht aan Brutus toegeschreven spreuk zou het officiële motto van de staat Virginia worden.42.
*.
Voetnoten.
1. Cicero, Brut. 324, Velleius Paterculus, II 72.1; P. Groebe, Das Geburtsjahr des M. Brutus, in Hermes 42 (1907), pp. 304-314..
2. Plutarchus, Brutus 5.2; cf. Suetonius, Caes. 50.2, 82.2..
3. Cicero, ad Att. II 24.2-4..
4. Plutarchus, Brutus 2.1..
5. Plutarchus, Brutus 3.1..
6. Cicero, ad Fam. III 4..
7. Quintilianus, De Institutione oratoria IX 3.95..
8. Asconius, Pro Milone (p. 41C)..
9. Aurelius Victor, de vir. ill. 82.3..
10. Plutarchus, Brutus 5.1..
11. M. Gelzer, art. Iunius (Brutus) (53), in RE X.1 (1917²), coll. 980-981..
12. T.R.S. Broughton, The Magistrates of the Roman Republic, II, New York, 1952, p. 301..
13. T.R.S. Broughton, The Magistrates of the Roman Republic, II, New York, 1952, p. 321..
14. Plutarchus, Brutus 13.3; Cicero, Brutus 77, 94..
15. Cassius Dio, XLIV 8.4. Vgl. Eutropius, Breviarium ab urbe condita VI 25..
16. Cassius Dio, XLIV 12.2..
17. Cassius Dio, XLIV 12.3..
18. Cassius Dio, XLIV 13.1..
19. Cassius Dio, XLIV 13; Plutarchus, Brutus 14.4..
20. Plutarchus, Brutus 15.1..
21. Cassius Dio, XLIV 18.1..
22. Plutarchus, Brutus 15.5..
23. Plutarchus, Brutus 17.5, Suetonius, Caes. 82.2..
24. Plutarchus, Brutus 17.6, Suetonius, Caes. 82.2..
25. Plutarchus, Brutus 17.7; Nicolaus van Damascus, Augustus 24..
26. Editie: E. Gros (ed. trad.), L'Histoire romaine de Dion Cassius, VI, Parijs, 1866..
27. Plutarchus, Brutus 27.4..
28. Plutarchus, Brutus 27.3..
29. Plutarchus, Brutus 52.3..
30. Plutarchus, Brutus 53.4..
31. Appianus, Bell. Civil. V 136; Cassius Dio, XLVII 49.3; Valerius Maximus, De factis mem. IV 6.5..
32. Julius Caesar III 1.84..
33. Suetonius, Caes. 82.2..
34. Marcus Aurelius, Ta eis heauton ("Aan zichzelf") 14..
35. Sen., Cons. Helv. 9.5, Vell. Pat., II 72.1-2. Afkeuring van de moord op Caesar: Sen., De Ben. II 20.1-2, Vell. Pat., II 52.5..
36. Tac., Ann. III 76.2 (de imagines van Brutus en Cassius ontbrekken in de begrafenisstoet van Iunia Tertia), IV 34.3 (Cremotius Cordus wordt aangeklaagd omdat hij Brutus en Cassius prees in zijn geschiedwerk), XVI 22 (Silanus klaagt Thrasea aan), Hist. IV 8 (Helvidius Priscus wordt door Titus Clodius Eprius Marcellus vergeleken met Brutus en Cassius)..
37. Inferno XXXIV 64-67..
38. Julius Caesar V 5.74..
39. J.D. Harden, Liberty caps and liberty trees, in Past & Present 146 (1995), pp. 66-102..
40. H.T. Parker, The Cult of Antiquity and the French Revolutionaries, Chicago, 1937, pp. 139-145, E. Tollfree, Roman Republicans, fasces and festivals. The French occupation of Rome, 1798-99, from the archives of the Museo Napoleonico, in Apollo 159 (2004), pp. 33-43..
41. Hij was een toneelspeler en mogelijk was zijn uitspraak een parafrasering van in tirannos uit Die Räuber van Friedrich von Schiller (F. Jost, John Wilkes Booth and Abraham Lincoln: The Reenactment of a Murder, in MLN 93 (1978), pp. 503-505.). Dat zijn vader Junius Brutus Booth heette, heeft waarschijnlijk meegespeeld in het leggen van de link met Marcus Junius Brutus..
42. G.E. Shankle, State Names, Flags, Seals, Songs, Birds, Flowers, and Other Symbols, New York, 1941, p. 197..
*.
Referenties:.
T.R.S. Broughton, The Magistrates of the Roman Republic, II, New York, 1952..
M.L. Clark, The Noblest Roman: Marcus Brutus and His Reputation, Londen, 1981..
M. Gelzer, art. Iunius (Brutus) (53), in RE X.1 (1917²), coll. 973-1020..
P. Groebe, Das Geburtsjahr des M. Brutus, in Hermes 42 (1907), pp. 304-314..
J.D. Harden, Liberty caps and liberty trees, in Past & Present 146 (1995), pp. 66-102..
E.M. Moormann - W. Uitterhoeve, art. Marcus Iunius Brutus, in E.M. Moormann - W. Uitterhoeve, Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater, Nijmegen, 19994, pp. 62-63..
D. Steinberger, The Song of Rolland: An Interpretation of Freud's "A Disturbance of Memory on the Acropolis, in American Imago 54 (1997), pp. 69-80..
E. Tollfree, Roman Republicans, fasces and festivals. The French occupation of Rome, 1798-99, from the archives of the Museo Napoleonico, in Apollo 159 (2004), pp. 33-43..
W. Will, art. Iunius [I 10], in NP 6 (1999), col. 60.



Bronnen:
1.Genealogie van Bernd Josef Jansen, BJ Jansen

Dossier:
')}