Harm Hindriks (Coolman)
Harm Hindriks (Coolman) | |
| Harm Hindriks (Coolman). |
tr. Harm Hindriks en Antje zijn neef en nicht
met
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Lulof Harms | *1766 | Beerta [Gr] | †1799 | Beerta [Gr] | 33 | 1 | 1 |
tr. Harm Hindriks en Antje zijn neef en nicht
met
Harm Hindriks (Coolman), zn. van Hindrik Harms (Harmens) en Etje Lulofs Ook: Luilefs. | |
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Lulof Harms | *1766 | Beerta [Gr] | †1799 | Beerta [Gr] | 33 | 1 | 1 |
tr.
met
Konrad von Raddow, geb. in 1888, ovl. (ongeveer 84 jaar oud) in 1972.
tr.
met
Gabrielle von Amsberg, dr. van Wilhelm Cal Freidrich von Amsberg en Elise Hedwig Alexandrine von Vieregge, geb. in 1894, ovl. (ongeveer 76 jaar oud) in 1970.
tr. (resp. ongeveer 36 en ongeveer 23 jaar oud) in 1813
met
Anna Ilsabe (Sabine) Bernitt, geb. in 1790, ovl. (ongeveer 56 jaar oud) in 1846.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Gabriel Ludwig Johann | *1822 | †1899 | Schwerin [Deu] | 77 | 1 | 1 |
tr. (resp. ongeveer 23 en ongeveer 36 jaar oud) in 1813
met
Joachim Karl Theodoor Amsberg, zn. van Johann David Theodoor Amtsberg en Sophie Freiderike Luise Fritze, geb. in 1777, Hofgerichts-Advocat, Garnisons-Auditeur, ovl. (ongeveer 65 jaar oud) in 1842.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Gabriel Ludwig Johann | *1822 | †1899 | Schwerin [Deu] | 77 | 1 | 1 |
tr. (beiden ongeveer 24 jaar oud) in 1771
met
Sophie Freiderike Luise Fritze, geb. in 1747, ovl. (ongeveer 55 jaar oud) in 1802.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Joachim Karl Theodoor | *1777 | †1842 | 65 | 1 | 1 |
tr.
met
Feepke Foppes, zn. van Foppe Meertens en Aaghtje Feepkens, geb. in 1633, tr. (1) met Lamme Harmens (Harmsen). Uit dit huwelijk een zoon.
Aantekeningen bij Feepke Foppes.
Ged.?. Ovl.? Huwt 2 keer (1) Huwt met Diewer Olferts, Geb.? Ovl.? (2) Huwt op 03-09-1650 met Lamme Harms, Ged. in 1638 te Meeden. Ovl.? Lamme Harms was een dochter van Harmen Jacobs, Kuiper in Noordbroek, en Deewer Meertens. Feepke Foppes overlijd tussen, 1 september 1665 en 15 februari 1668. Lamme Harms overlijd tussen 28 juli 1698 en 27 januari 1701. Lamme Harms woont tot het einde van haar leven in de Molenhorn op de Meeden. Feepke was Kuiper in Noordbroek en in 1650 op de Meeden, op de heerd van boerderij, no.213. Feepke Foppens naar gemeld wordt nog in 1655 landbouwer.
tr. (1)
met
Remke Sebens, tr. (2) met Luitje Jans. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr. (2)
met
tr. (1)
met
Foppo Meertens, zn. van Meerten Ebels en Febbe Nn, tr. (2) met Aaghtje Feepkens. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Aantekeningen bij Foppo Meertens.
Geb. te Meeden. Ovl. voor 19-09-1654. Huwt 2 keer (1) Huwt rond 1617 met Remke Sebens, Geb.? Ovl.?. Remke was reeds weduwe van Luitje Jans. Op 24-01-1617 te Scheemda wordt er een huwelijkscontract op gemaakt.(2) Huwt rond 1621 met Aaghtje Feepkens, Geb.? Ovl. op 29-10-1668. Aaghtje Feepkes was een dochter van Feepke Ulpherts, Landbouwer in Noordbroeksterhamrik, en Wolter Wolters. Op 26-04-1621 te Noordbroek wordt er een huwelijkscontract op gemaakt. Foppe woont van 1615 en 1616 op de Meeden. Foppo was landbouwer op de boerderij van Luitje Jans te Scheemderhamrik. Archief nr.731-7214 Op 13-05-1615 koopt Foppo Mertens te Scheemderhamrik in een venne van 12 deimt, 2 deimt op. Tevens koopt Foppo een deel van een ge?rfde heem van de verkoopster. Archief nr.731-7288 Op 29-02-1624 verkoopt Foppo Mertens voor zijn vrouw (Agatha/ Aaghtje) aan Wolter Feepkens drievierde deel van een deimt land in Noordbroeksterhamrik in een venne land van ca. 20 deimt. Archief nr.731-7188 Op 05-11-1628 te Noordbroek koopt Foppe Mertens en Aagtje van Teeuwes Jeltes en vrouw, ? van een akker op de Meeden in een heerd die Ello Tiddens nu gebruikt. Foppe bezit de andere drie kwart reeds. Archief nr.731-7190 Op 14-03-1636 te Noordbroek: Sijnko, Phebeo, Vede en Ebel Luppens elkaars broers, van hun vrouwen, verzetten aan Foppe Mertens en Aagtje 2 ? deimt land onder Scheemda voor een tijd van vier jaar en kosten 150 dalers. Archief nr.731-7165 Op 19-09-1654 te Nieuwolda: Achte Fepkens, weduwe van Foppe Mertens, tegenwoordig wonende in Scheemderhamrik. Leent van de voorstanders over de kinderen van wijlen Meijndert Acijssen en Aechtjen Eppens 170 dalers ? 5 %. Archief nr.731-7192 Op 29-05-1656 te Noordbroek: Aechten Phebkens, geassisteerd door haar beide zonen (Fepke Foppens en Eebel Foppens) met hun beide vrouwen (Lamme Fepkens en Wibbe Harckes) verkopen aan Wolter Pheepkens 2 deimt 27 roeden land in wijlen Ente Wolters land, zoals verkoper van Ente hebben ge?rfd.
tr. (2)
met
tr.
met
Remke Sebens, tr. (1) met Foppo Meertens. Uit dit huwelijk geen kinderen.
tr.
met
Foppo Meertens, zn. van Meerten Ebels en Febbe Nn, tr. (1) met Remke Sebens. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Aantekeningen bij Foppo Meertens.
Geb. te Meeden. Ovl. voor 19-09-1654. Huwt 2 keer (1) Huwt rond 1617 met Remke Sebens, Geb.? Ovl.?. Remke was reeds weduwe van Luitje Jans. Op 24-01-1617 te Scheemda wordt er een huwelijkscontract op gemaakt.(2) Huwt rond 1621 met Aaghtje Feepkens, Geb.? Ovl. op 29-10-1668. Aaghtje Feepkes was een dochter van Feepke Ulpherts, Landbouwer in Noordbroeksterhamrik, en Wolter Wolters. Op 26-04-1621 te Noordbroek wordt er een huwelijkscontract op gemaakt. Foppe woont van 1615 en 1616 op de Meeden. Foppo was landbouwer op de boerderij van Luitje Jans te Scheemderhamrik. Archief nr.731-7214 Op 13-05-1615 koopt Foppo Mertens te Scheemderhamrik in een venne van 12 deimt, 2 deimt op. Tevens koopt Foppo een deel van een ge?rfde heem van de verkoopster. Archief nr.731-7288 Op 29-02-1624 verkoopt Foppo Mertens voor zijn vrouw (Agatha/ Aaghtje) aan Wolter Feepkens drievierde deel van een deimt land in Noordbroeksterhamrik in een venne land van ca. 20 deimt. Archief nr.731-7188 Op 05-11-1628 te Noordbroek koopt Foppe Mertens en Aagtje van Teeuwes Jeltes en vrouw, ? van een akker op de Meeden in een heerd die Ello Tiddens nu gebruikt. Foppe bezit de andere drie kwart reeds. Archief nr.731-7190 Op 14-03-1636 te Noordbroek: Sijnko, Phebeo, Vede en Ebel Luppens elkaars broers, van hun vrouwen, verzetten aan Foppe Mertens en Aagtje 2 ? deimt land onder Scheemda voor een tijd van vier jaar en kosten 150 dalers. Archief nr.731-7165 Op 19-09-1654 te Nieuwolda: Achte Fepkens, weduwe van Foppe Mertens, tegenwoordig wonende in Scheemderhamrik. Leent van de voorstanders over de kinderen van wijlen Meijndert Acijssen en Aechtjen Eppens 170 dalers ? 5 %. Archief nr.731-7192 Op 29-05-1656 te Noordbroek: Aechten Phebkens, geassisteerd door haar beide zonen (Fepke Foppens en Eebel Foppens) met hun beide vrouwen (Lamme Fepkens en Wibbe Harckes) verkopen aan Wolter Pheepkens 2 deimt 27 roeden land in wijlen Ente Wolters land, zoals verkoper van Ente hebben ge?rfd.
relatie (1)
met
Febbe Nn, tr. (2) met Abel Egges. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Foppo | 2 | 0 |
tr. (ongeveer 34 jaar oud) (2) op donderdag 19 aug 1604
met
Fenne Nn, ovl. na vrijdag 30 apr 1638.
relatie (1)
met
Meerten Ebels, geb. circa 1570, ged. NH te Noordbroek [Gr] Op 10 juni 1625 doet Meerten belijdenis, landbouwer en vervener te Meeden [Gr] in 1616, woont op nr 22 Meeden [Gr] in 1616, woont Veendijk Siddeburen [Gr] in 1626, ovl. (minstens 64 jaar oud) te Meeden [Gr] tussen zaterdag 4 nov 1634 en vrijdag 1 jun 1635 , tr. (2) met Fenne Nn. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Aantekeningen bij Meerten Ebels.
De genealogische onderzoek naar de families Koolman, ten Doornkaat Koolman, Coolman, ten Cate van Coolman, Hoving, Zomering en Schelts van Kloosterhuis is gedaan door Walter Koolman. Deze families hebben allen de zelfde stamvader genaamd Meerten Ebels. De geboorte en sterfjaar van de stamvader is tot dusver onbekend. Vermoedelijk is zijn geboorte rond 1570 geweest. Het stamhuis van de familie schijnt dan op de Meeden gezocht te moeten worden. De familie behoort tot de Doopsgezinden/Mennonieten. De naam "doopsgezinden" (vroeger ook wel "dopersen" of "menisten" genoemd) heeft te maken met hun specifieke kijk op de doop. In plaats van kinderen te laten dopen zoals ten tijde van hun ontstaansgeschiedenis en ook nog lange tijd daarna bij de meeste andere kerken het geval was/is, kennen zij slechts de volwassenen doop. De nageslacht van Meerten Eebels heeft in de loop der tijd verschillende geslachtsnamen aangenomen. De oorspronkelijke geslachtsnaam “Koolman” uit de lijn van Foppo Mertens (zoon van Meerten Eebels) duikt o.a op in de oude huwelijkscontract van 1788 tussen Hendrik Olfert (Koolman) en Abeltje Jacobs van Calcar. Ook in de doopsgezinde doopboeken van het jaar 1756 wordt de naam Koolman reeds gebruikt door de families die nu de naam met een C schrijven. Ook wijst de heer J. Huizinga (Schrijver van de uit 1887 geproduceerde geslachtsregister van de familie Koolman/Coolman enz.) op hetgeen dat de geslachtsnaam al ruim voor 1780 geschreven wordt. Hij verwijst naar een geschilderd portret van Uko Fiepkes, in het onderschrift de naam Uke Fiepkes Coolman draagt, volgens verzekering van diens kleindochter. De meeste nakomelingen van Foppo Mertens hebben dan ook de geslachtsnaam Koolman of Coolman als geslachtsnaam. Wat de naam oorsprong betreft, luidt het algemeen vergeten verhaal uit de 18e eeuw dat door spotternij is omgeven: Als men namelijk op het land manschappen zoekt om ze te pressen tot militair, schutter of andere openbare diensten, heeft het hoofd van het gezin, daarin geen zin. Zo meent hij tijdelijk een veilige schuilplaats te hebben gevonden in zijn hof, te midden van zijn opgeschoten moes of boerenkool. Als hij het gevaar van zijn ontdekking geweken acht, verheft hij zijn hoofd. Maar hij wordt gezien en met groots gejuich meegevoerd onder de roep: "Wij hebben den koolman!" Een naam die hem aanvankelijk in de volksgesprekken bijblijft, en de aanduiding wordt van hen en de familie. Later wordt dit niet meer als vernedering gezien, zodat de naam Koolman of Coolman ook graag als geslachtsnaam door het nageslacht wordt opgenomen. Waar zich dit heeft afgespeeld of in welke plaats wordt niet vermeld. Het verhaal wijst naar een woelig tijdperk. Kortom waar of niet, het blijft een leuk verhaal dat van generatie op generatie wordt doorverteld, totdat het in de vergetelheid belandt. De families kennen voor 1800 een ware welstand en zijn tevens berucht te noemen om hun omstreden opvattingen, om maar eens een paar namen te noemen: Uke Walles en Fiepke Olferts (Koolman). Ook is de familie bekend door hun familie bedrijfjes zoals jenever branderijen die later onder de naam ten Doornkaat Koolman in Duitsland worden voortgezet. Ook is de familie rijk vertegenwoordigt als landbouwer op het Groningse land. Tijdens de zoektocht naar familie is er meermalen malen contact geweest met verre verwanten met de achternaam Koolman en Coolman te Groningen en elders in Nederland. Ook is er hulp uit Duitsland en de VS gekomen, van zowel de ten Doornkaat Koolman als Koolman families. Aan velen van Nederland, VS en Duitsland wonende families is dan ook zeer veel te danken. Want zonder de hulp van zo velen was dit zeker niet tot stand gekomen.
Uit deze relatie een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Foppo | 2 | 0 |
tr. (2)
met
tr. (Meerten ongeveer 34 jaar oud) op donderdag 19 aug 1604
met
Meerten Ebels, geb. circa 1570, ged. NH te Noordbroek [Gr] Op 10 juni 1625 doet Meerten belijdenis, landbouwer en vervener te Meeden [Gr] in 1616, woont op nr 22 Meeden [Gr] in 1616, woont Veendijk Siddeburen [Gr] in 1626, ovl. (minstens 64 jaar oud) te Meeden [Gr] tussen zaterdag 4 nov 1634 en vrijdag 1 jun 1635 , relatie (1) met Febbe Nn. Uit deze relatie een zoon.
Aantekeningen bij Meerten Ebels.
De genealogische onderzoek naar de families Koolman, ten Doornkaat Koolman, Coolman, ten Cate van Coolman, Hoving, Zomering en Schelts van Kloosterhuis is gedaan door Walter Koolman. Deze families hebben allen de zelfde stamvader genaamd Meerten Ebels. De geboorte en sterfjaar van de stamvader is tot dusver onbekend. Vermoedelijk is zijn geboorte rond 1570 geweest. Het stamhuis van de familie schijnt dan op de Meeden gezocht te moeten worden. De familie behoort tot de Doopsgezinden/Mennonieten. De naam "doopsgezinden" (vroeger ook wel "dopersen" of "menisten" genoemd) heeft te maken met hun specifieke kijk op de doop. In plaats van kinderen te laten dopen zoals ten tijde van hun ontstaansgeschiedenis en ook nog lange tijd daarna bij de meeste andere kerken het geval was/is, kennen zij slechts de volwassenen doop. De nageslacht van Meerten Eebels heeft in de loop der tijd verschillende geslachtsnamen aangenomen. De oorspronkelijke geslachtsnaam “Koolman” uit de lijn van Foppo Mertens (zoon van Meerten Eebels) duikt o.a op in de oude huwelijkscontract van 1788 tussen Hendrik Olfert (Koolman) en Abeltje Jacobs van Calcar. Ook in de doopsgezinde doopboeken van het jaar 1756 wordt de naam Koolman reeds gebruikt door de families die nu de naam met een C schrijven. Ook wijst de heer J. Huizinga (Schrijver van de uit 1887 geproduceerde geslachtsregister van de familie Koolman/Coolman enz.) op hetgeen dat de geslachtsnaam al ruim voor 1780 geschreven wordt. Hij verwijst naar een geschilderd portret van Uko Fiepkes, in het onderschrift de naam Uke Fiepkes Coolman draagt, volgens verzekering van diens kleindochter. De meeste nakomelingen van Foppo Mertens hebben dan ook de geslachtsnaam Koolman of Coolman als geslachtsnaam. Wat de naam oorsprong betreft, luidt het algemeen vergeten verhaal uit de 18e eeuw dat door spotternij is omgeven: Als men namelijk op het land manschappen zoekt om ze te pressen tot militair, schutter of andere openbare diensten, heeft het hoofd van het gezin, daarin geen zin. Zo meent hij tijdelijk een veilige schuilplaats te hebben gevonden in zijn hof, te midden van zijn opgeschoten moes of boerenkool. Als hij het gevaar van zijn ontdekking geweken acht, verheft hij zijn hoofd. Maar hij wordt gezien en met groots gejuich meegevoerd onder de roep: "Wij hebben den koolman!" Een naam die hem aanvankelijk in de volksgesprekken bijblijft, en de aanduiding wordt van hen en de familie. Later wordt dit niet meer als vernedering gezien, zodat de naam Koolman of Coolman ook graag als geslachtsnaam door het nageslacht wordt opgenomen. Waar zich dit heeft afgespeeld of in welke plaats wordt niet vermeld. Het verhaal wijst naar een woelig tijdperk. Kortom waar of niet, het blijft een leuk verhaal dat van generatie op generatie wordt doorverteld, totdat het in de vergetelheid belandt. De families kennen voor 1800 een ware welstand en zijn tevens berucht te noemen om hun omstreden opvattingen, om maar eens een paar namen te noemen: Uke Walles en Fiepke Olferts (Koolman). Ook is de familie bekend door hun familie bedrijfjes zoals jenever branderijen die later onder de naam ten Doornkaat Koolman in Duitsland worden voortgezet. Ook is de familie rijk vertegenwoordigt als landbouwer op het Groningse land. Tijdens de zoektocht naar familie is er meermalen malen contact geweest met verre verwanten met de achternaam Koolman en Coolman te Groningen en elders in Nederland. Ook is er hulp uit Duitsland en de VS gekomen, van zowel de ten Doornkaat Koolman als Koolman families. Aan velen van Nederland, VS en Duitsland wonende families is dan ook zeer veel te danken. Want zonder de hulp van zo velen was dit zeker niet tot stand gekomen.
tr.
met
Febbe Nn, relatie (1) met Meerten Ebels. Uit deze relatie een zoon.
tr. (beiden ongeveer 24 jaar oud) in 1771
met
Johann David Theodoor Amtsberg, zn. van Georg Amtsberg en Auguste Sophie Berner, geb. in 1747, predikant, hij 'veredelt' zijn naam in 'von' Amsberg zonder blijken van adelsverheffing in 1795, ovl. (ongeveer 73 jaar oud) in 1820.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
| 1 | Joachim Karl Theodoor | *1777 | †1842 | 65 | 1 | 1 |