Jakob Huizinga
Jakob Huizinga, geb. te Groningen op 31 mei 1870 (di)1.
Bronnen:
1. | Geboorteregister Groningen 1870 Aktenummer 600 (S51905), S51905 |
2. | Geboorteregister Aduard 1840 Aktenummer 45 (S51896), S51896 |
3. | Overlijdensregister Groningen 1903 Aktenummer 501 (S51909), S51909 |
4. | Huwelijksregister Winschoten 1876 Aktenummer 33 (S51899), S51899 |
5. | Geboorteregister Winschoten 1847 Aktenummer 35 (S51911), S51911 |
6. | Burgerlijke Stand Overlijden 1910, 's-Gravenhage, aktenummer 208 (S51912), S51912 |
7. | Huwelijksregister Groningen 1866 Aktenummer 343 (S51898), S51898 |
8. | Geboorteregister Groningen 1841 Aktenummer 870 (S51910), S51910 |
9. | Overlijdensregister Groningen 1874 Aktenummer 728 (S51908), S51908 |
Johan Huizinga
Johan Huizinga, geb. te Groningen op 7 dec 1872 (za)1, ged. (18 jaar oud) te Groningen op 15 mrt 1891 (zo)2, Historicus, ovl. (72 jaar oud) te De Steeg Gem. Rheden op 1 feb 1945 (do).
Aantekeningen Johan Huizinga.
Johan Huizinga werd in 1872 in Groningen geboren. Hij studeerde hier van 1891 tot 1895 Nederlands en Oosterse talen en letteren aan de universiteit, linguïstiek te Leipzig (1895-1896) en promoveerde in 1897 te Groningen op een proefschrift o ver De Vidûsaka in het Indisch toneel. Van 1897 tot 1905 was hij leraar te Haarlem en Amsterdam. In 1905 werd hij hoogleraar geschiedenis in Groningen en in 1915 hoogleraar algemene geschiedenis en politische aardrijkskunde te Leiden. Naast hoogler aar was Huizinga ook redacteur van het algemeen cultureel maandblad De Gids, voorzitter van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen en voorzitter van de Commissie voor Advies inzake de Rijksmusea.
Als hoogleraar bleef hij in functie tot de Duitse bezetter de Leidse universiteit in 1941 sloot. Van augustus tot oktober 1942 werd hij als gijzelaar vastgehouden in Sint-Michielsgestel. Hij had bij herhaling tegen de nationaal-socialistische ideol ogie gewaarschuwd, speciaal tegen hun beknotting van de vrijheid van de geschiedschrijving. Tijdens zijn hoogleraarschap in Leiden voltooide Huizinga zijn beroemdste werk "Herfsttij der Middeleeuwen" (1919). De vele vertalingen van zijn werk bracht en hem internationale bekendheid. Huizinga's kracht lag vooral in het aanschouwelijk uitbeelden van cultuurvormen en zijn vele studies op dit gebied maken hem tot een grondlegger van de cultuurgeschiedenis in Nederland.
Huizinga had de wens te worden begraven achter het groene kerkje in Oegstgeest, bij zijn zoon Dirk. Daar het op dat moment niet mogelijk is dit te verwezenlijken zet men hem bij op Heiderust te Rheden om op 27 februari 1946 alsnog te Oegstgeest te worden begraven.
PCB.nl.
Johan Huizinga is de grondlegger van de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis en mentaliteitsgeschiedenis. In zijn werken staat het kritisch denken over de verhouding tussen de massa en het individu en de voortgang van de industrialisatie en de gevo lgen van dit proces op de samenleving centraal. Als oplossing voor de culturele malaise pleitte Huizinga voor een terugkeer van de christelijke normen en waarden, de nadruk op het individu in plaats van de massa en een focus op de geest in plaats v an materie. Huizinga werd meerdere malen genomineerd voor de Nobelprijs voor literatuur.
Vanaf jonge leeftijd was Johan Huizinga geïnteresseerd in geschiedenis. Hij ging naar het Groningse gymnasium en studeerde germanistiek, met voorkeur voor de vergelijkende taalwetenschap. Na de afronding van zijn studie in 1895, ging hij op reis na ar Leipzig. In 1897 promoveerde hij.
Tijdens zijn studententijd maakte Huizinga ook historietekeningen, in de vorm van humoristische illustraties die aansloten bij de vaderlandse geschiedenis.
In het jaar van zijn promotie kreeg Huizinga een aanstelling als leraar geschiedenis aan de HBS in Haarlem, dankzij P. J. Blok. Huizinga hield deze aanstelling tot 1905, daarnaast was hij van 1903-1905 privaatdocent in de Oudheid en Letterkunde van Voor-Indië aan de Universiteit van Amsterdam.
In 1905 werd hij, alweer op aandringen van P. J. Blok, benoemt tot hoogleraar Algemene en vaderlandse geschiedenis in Groningen. Tijdens zijn inaugurele speech benadrukte hij het ethische aspect om als historicus ‘de waarheid te geven of wat hij da arvan verstaat'.
Na het overlijden van zijn vrouw in 1915 stapte Huizinga als hoogleraar Algemene geschiedenis over van de Universiteit in Groningen naar de Universiteit van Leiden. In deze periode werkte hij aan zijn boek Herfsttij der Middeleeuwen in Toorenvliedt, het buitenhuis in Middelburg van de familie van zijn vrouw.
Voor Herfsttij der Middeleeuwen ontving hij de D. A. Thiemeprijs in 1920. Het boek werd later in 1924 ook in het Engels en het Duits vertaald, hiermee brak hij internationaal door.
Van 1916 tot 1933 was Huizinga redacteur van het tijdschrift De Gids. In 1933 stuurde Huizinga, inmiddels rector van de Universiteit van Leiden, een Duitse delegatie weg nadat hij antisemitische publicaties van deze groep had ontdekt.
Op 31 januari 1930 was Huizinga promotor tijdens de erepromotie van prinses Juliana in Leiden. Als hoogleraar bleef hij in functie tot de Duitse bezetter de Leidse universiteit in 1941 sloot. Van augustus tot oktober 1942 werd hij als gijzelaar vas tgehouden in Sint-Michielsgestel.
Tot slot was hij van 1929-1942 voorzitter van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Tegenwoordig heeft de Universiteit van Amsterdam het Huizinga Instituut voor cultuurgeschiedenis naar hem vernoemd. De Universiteit Leiden organiseert jaarlijks de Huizingalezing. Verder heeft de Universiteit Leiden een gebouw naar hem vernoemd waa r de opleidingen geschiedenis, kunstgeschiedenis en klassieke talen kunnen worden gevolgd.
tr. (resp. 29 en 25 jaar oud) (1) te Middelburg op 24 mrt 1902 (ma)
met
Mary Vincentia Jonkvrouw Jonkvrouw Schorer, dr. van Leonard Jonkheer Jonkheer Schorer en Elsiena Hendrika Reinhardina Jonkvrouw Jonkvrouw Plaat, geb. te Amsterdam op 6 mrt 1877 (di)12, ovl. (37 jaar oud) te Helpman Gem. Haren op 21 jul 1914 (di)13.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Leonhard | *1906 | Groningen | †1980 | Wassenaar | 73 | 0 | 0 |
tr. (resp. 64 en 28 jaar oud) (2) te Leiden op 4 okt 1937 (ma)
met
Auguste Alwine Caroline Maria Schölvinck, dr. van Carl Bernard Schölvinck en Maria Cornelia Rudolfina Constantia Romme, geb. te Amsterdam op 15 jun 1909 (di), ovl. (ongeveer 70 jaar oud) in 1979 (ma), tr. (resp. 56 en 60 jaar oud) (2) te Oegstgeest op 10 sep 1965 (vr) met Thomans Blackburn, geb. te Preston (Lancashire, Engeland) op 4 nov 1904 (vr). Uit dit huwelijk geen kinderen.
Bronnen:
1. | Geboorteregister Groningen 1872 Aktenummer 1277 (S51906), S51906 |
2. | Groningse doopsgezinden (S51892), S51892 |
3. | Geboorteregister Aduard 1840 Aktenummer 45 (S51896), S51896 |
4. | Overlijdensregister Groningen 1903 Aktenummer 501 (S51909), S51909 |
5. | Huwelijksregister Winschoten 1876 Aktenummer 33 (S51899), S51899 |
6. | Geboorteregister Winschoten 1847 Aktenummer 35 (S51911), S51911 |
7. | Burgerlijke Stand Overlijden 1910, 's-Gravenhage, aktenummer 208 (S51912), S51912 |
8. | Huwelijksregister Groningen 1866 Aktenummer 343 (S51898), S51898 |
9. | Geboorteregister Groningen 1841 Aktenummer 870 (S51910), S51910 |
10. | Overlijdensregister Groningen 1874 Aktenummer 728 (S51908), S51908 |
11. | Middelburg huwelijksakten burgerlijke stand, Middelburg, archieftoegang 25, inventarisnummer MDB-H-1902, 24 maart 1902, aktenummer 20 (S51913), S51913 |
12. | Bevolkingsregister gemeente Culemborg 1870-1890, wijk C 1, Culemborg, archief 827, inventarisnummer 4029 (S51914), S51914 |
13. | Overlijdensregister Haren 1914 Aktenummer 48 (S51915), S51915 |
14. | Deel: 67, Periode: 1937, Leiden, archief 1005, inventarisnummer 67, 4 oktober 1937, Huwelijken 1937, aktenummer 500 (S51916), S51916 |
Mary Vincentia Jonkvrouw Schorer
Mary Vincentia Jonkvrouw Jonkvrouw Schorer, geb. te Amsterdam op 6 mrt 1877 (di)1, ovl. (37 jaar oud) te Helpman Gem. Haren op 21 jul 1914 (di)2.
tr. (resp. 25 en 29 jaar oud) te Middelburg op 24 mrt 1902 (ma)
met
Johan Huizinga, zn. van Dirk Jakobs Huizinga en Jacoba Tonkens, geb. te Groningen op 7 dec 1872 (za)4, ged. (18 jaar oud) te Groningen op 15 mrt 1891 (zo)5, Historicus, ovl. (72 jaar oud) te De Steeg Gem. Rheden op 1 feb 1945 (do), tr. (2) met Auguste Alwine Caroline Maria Schölvinck. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Aantekeningen Johan Huizinga.
Johan Huizinga werd in 1872 in Groningen geboren. Hij studeerde hier van 1891 tot 1895 Nederlands en Oosterse talen en letteren aan de universiteit, linguïstiek te Leipzig (1895-1896) en promoveerde in 1897 te Groningen op een proefschrift o ver De Vidûsaka in het Indisch toneel. Van 1897 tot 1905 was hij leraar te Haarlem en Amsterdam. In 1905 werd hij hoogleraar geschiedenis in Groningen en in 1915 hoogleraar algemene geschiedenis en politische aardrijkskunde te Leiden. Naast hoogler aar was Huizinga ook redacteur van het algemeen cultureel maandblad De Gids, voorzitter van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen en voorzitter van de Commissie voor Advies inzake de Rijksmusea.
Als hoogleraar bleef hij in functie tot de Duitse bezetter de Leidse universiteit in 1941 sloot. Van augustus tot oktober 1942 werd hij als gijzelaar vastgehouden in Sint-Michielsgestel. Hij had bij herhaling tegen de nationaal-socialistische ideol ogie gewaarschuwd, speciaal tegen hun beknotting van de vrijheid van de geschiedschrijving. Tijdens zijn hoogleraarschap in Leiden voltooide Huizinga zijn beroemdste werk "Herfsttij der Middeleeuwen" (1919). De vele vertalingen van zijn werk bracht en hem internationale bekendheid. Huizinga's kracht lag vooral in het aanschouwelijk uitbeelden van cultuurvormen en zijn vele studies op dit gebied maken hem tot een grondlegger van de cultuurgeschiedenis in Nederland.
Huizinga had de wens te worden begraven achter het groene kerkje in Oegstgeest, bij zijn zoon Dirk. Daar het op dat moment niet mogelijk is dit te verwezenlijken zet men hem bij op Heiderust te Rheden om op 27 februari 1946 alsnog te Oegstgeest te worden begraven.
PCB.nl.
Johan Huizinga is de grondlegger van de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis en mentaliteitsgeschiedenis. In zijn werken staat het kritisch denken over de verhouding tussen de massa en het individu en de voortgang van de industrialisatie en de gevo lgen van dit proces op de samenleving centraal. Als oplossing voor de culturele malaise pleitte Huizinga voor een terugkeer van de christelijke normen en waarden, de nadruk op het individu in plaats van de massa en een focus op de geest in plaats v an materie. Huizinga werd meerdere malen genomineerd voor de Nobelprijs voor literatuur.
Vanaf jonge leeftijd was Johan Huizinga geïnteresseerd in geschiedenis. Hij ging naar het Groningse gymnasium en studeerde germanistiek, met voorkeur voor de vergelijkende taalwetenschap. Na de afronding van zijn studie in 1895, ging hij op reis na ar Leipzig. In 1897 promoveerde hij.
Tijdens zijn studententijd maakte Huizinga ook historietekeningen, in de vorm van humoristische illustraties die aansloten bij de vaderlandse geschiedenis.
In het jaar van zijn promotie kreeg Huizinga een aanstelling als leraar geschiedenis aan de HBS in Haarlem, dankzij P. J. Blok. Huizinga hield deze aanstelling tot 1905, daarnaast was hij van 1903-1905 privaatdocent in de Oudheid en Letterkunde van Voor-Indië aan de Universiteit van Amsterdam.
In 1905 werd hij, alweer op aandringen van P. J. Blok, benoemt tot hoogleraar Algemene en vaderlandse geschiedenis in Groningen. Tijdens zijn inaugurele speech benadrukte hij het ethische aspect om als historicus ‘de waarheid te geven of wat hij da arvan verstaat'.
Na het overlijden van zijn vrouw in 1915 stapte Huizinga als hoogleraar Algemene geschiedenis over van de Universiteit in Groningen naar de Universiteit van Leiden. In deze periode werkte hij aan zijn boek Herfsttij der Middeleeuwen in Toorenvliedt, het buitenhuis in Middelburg van de familie van zijn vrouw.
Voor Herfsttij der Middeleeuwen ontving hij de D. A. Thiemeprijs in 1920. Het boek werd later in 1924 ook in het Engels en het Duits vertaald, hiermee brak hij internationaal door.
Van 1916 tot 1933 was Huizinga redacteur van het tijdschrift De Gids. In 1933 stuurde Huizinga, inmiddels rector van de Universiteit van Leiden, een Duitse delegatie weg nadat hij antisemitische publicaties van deze groep had ontdekt.
Op 31 januari 1930 was Huizinga promotor tijdens de erepromotie van prinses Juliana in Leiden. Als hoogleraar bleef hij in functie tot de Duitse bezetter de Leidse universiteit in 1941 sloot. Van augustus tot oktober 1942 werd hij als gijzelaar vas tgehouden in Sint-Michielsgestel.
Tot slot was hij van 1929-1942 voorzitter van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Tegenwoordig heeft de Universiteit van Amsterdam het Huizinga Instituut voor cultuurgeschiedenis naar hem vernoemd. De Universiteit Leiden organiseert jaarlijks de Huizingalezing. Verder heeft de Universiteit Leiden een gebouw naar hem vernoemd waa r de opleidingen geschiedenis, kunstgeschiedenis en klassieke talen kunnen worden gevolgd.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Leonhard | *1906 | Groningen | †1980 | Wassenaar | 73 | 0 | 0 |
Bronnen:
1. | Bevolkingsregister gemeente Culemborg 1870-1890, wijk C 1, Culemborg, archief 827, inventarisnummer 4029 (S51914), S51914 |
2. | Overlijdensregister Haren 1914 Aktenummer 48 (S51915), S51915 |
3. | Middelburg huwelijksakten burgerlijke stand, Middelburg, archieftoegang 25, inventarisnummer MDB-H-1902, 24 maart 1902, aktenummer 20 (S51913), S51913 |
4. | Geboorteregister Groningen 1872 Aktenummer 1277 (S51906), S51906 |
5. | Groningse doopsgezinden (S51892), S51892 |
6. | Deel: 67, Periode: 1937, Leiden, archief 1005, inventarisnummer 67, 4 oktober 1937, Huwelijken 1937, aktenummer 500 (S51916), S51916 |
Auguste Alwine Caroline Maria Schölvinck
Auguste Alwine Caroline Maria Schölvinck, geb. te Amsterdam op 15 jun 1909 (di), ovl. (ongeveer 70 jaar oud) in 1979 (ma).
tr. (resp. 28 en 64 jaar oud) (1) te Leiden op 4 okt 1937 (ma)
met
Johan Huizinga, zn. van Dirk Jakobs Huizinga en Jacoba Tonkens, geb. te Groningen op 7 dec 1872 (za)2, ged. (18 jaar oud) te Groningen op 15 mrt 1891 (zo)3, Historicus, ovl. (72 jaar oud) te De Steeg Gem. Rheden op 1 feb 1945 (do), tr. (1) met Mary Vincentia Jonkvrouw Jonkvrouw Schorer, dr. van Leonard Jonkheer Jonkheer Schorer en Elsiena Hendrika Reinhardina Jonkvrouw Jonkvrouw Plaat. Uit dit huwelijk een zoon.
Aantekeningen Johan Huizinga.
Johan Huizinga werd in 1872 in Groningen geboren. Hij studeerde hier van 1891 tot 1895 Nederlands en Oosterse talen en letteren aan de universiteit, linguïstiek te Leipzig (1895-1896) en promoveerde in 1897 te Groningen op een proefschrift o ver De Vidûsaka in het Indisch toneel. Van 1897 tot 1905 was hij leraar te Haarlem en Amsterdam. In 1905 werd hij hoogleraar geschiedenis in Groningen en in 1915 hoogleraar algemene geschiedenis en politische aardrijkskunde te Leiden. Naast hoogler aar was Huizinga ook redacteur van het algemeen cultureel maandblad De Gids, voorzitter van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen en voorzitter van de Commissie voor Advies inzake de Rijksmusea.
Als hoogleraar bleef hij in functie tot de Duitse bezetter de Leidse universiteit in 1941 sloot. Van augustus tot oktober 1942 werd hij als gijzelaar vastgehouden in Sint-Michielsgestel. Hij had bij herhaling tegen de nationaal-socialistische ideol ogie gewaarschuwd, speciaal tegen hun beknotting van de vrijheid van de geschiedschrijving. Tijdens zijn hoogleraarschap in Leiden voltooide Huizinga zijn beroemdste werk "Herfsttij der Middeleeuwen" (1919). De vele vertalingen van zijn werk bracht en hem internationale bekendheid. Huizinga's kracht lag vooral in het aanschouwelijk uitbeelden van cultuurvormen en zijn vele studies op dit gebied maken hem tot een grondlegger van de cultuurgeschiedenis in Nederland.
Huizinga had de wens te worden begraven achter het groene kerkje in Oegstgeest, bij zijn zoon Dirk. Daar het op dat moment niet mogelijk is dit te verwezenlijken zet men hem bij op Heiderust te Rheden om op 27 februari 1946 alsnog te Oegstgeest te worden begraven.
PCB.nl.
Johan Huizinga is de grondlegger van de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis en mentaliteitsgeschiedenis. In zijn werken staat het kritisch denken over de verhouding tussen de massa en het individu en de voortgang van de industrialisatie en de gevo lgen van dit proces op de samenleving centraal. Als oplossing voor de culturele malaise pleitte Huizinga voor een terugkeer van de christelijke normen en waarden, de nadruk op het individu in plaats van de massa en een focus op de geest in plaats v an materie. Huizinga werd meerdere malen genomineerd voor de Nobelprijs voor literatuur.
Vanaf jonge leeftijd was Johan Huizinga geïnteresseerd in geschiedenis. Hij ging naar het Groningse gymnasium en studeerde germanistiek, met voorkeur voor de vergelijkende taalwetenschap. Na de afronding van zijn studie in 1895, ging hij op reis na ar Leipzig. In 1897 promoveerde hij.
Tijdens zijn studententijd maakte Huizinga ook historietekeningen, in de vorm van humoristische illustraties die aansloten bij de vaderlandse geschiedenis.
In het jaar van zijn promotie kreeg Huizinga een aanstelling als leraar geschiedenis aan de HBS in Haarlem, dankzij P. J. Blok. Huizinga hield deze aanstelling tot 1905, daarnaast was hij van 1903-1905 privaatdocent in de Oudheid en Letterkunde van Voor-Indië aan de Universiteit van Amsterdam.
In 1905 werd hij, alweer op aandringen van P. J. Blok, benoemt tot hoogleraar Algemene en vaderlandse geschiedenis in Groningen. Tijdens zijn inaugurele speech benadrukte hij het ethische aspect om als historicus ‘de waarheid te geven of wat hij da arvan verstaat'.
Na het overlijden van zijn vrouw in 1915 stapte Huizinga als hoogleraar Algemene geschiedenis over van de Universiteit in Groningen naar de Universiteit van Leiden. In deze periode werkte hij aan zijn boek Herfsttij der Middeleeuwen in Toorenvliedt, het buitenhuis in Middelburg van de familie van zijn vrouw.
Voor Herfsttij der Middeleeuwen ontving hij de D. A. Thiemeprijs in 1920. Het boek werd later in 1924 ook in het Engels en het Duits vertaald, hiermee brak hij internationaal door.
Van 1916 tot 1933 was Huizinga redacteur van het tijdschrift De Gids. In 1933 stuurde Huizinga, inmiddels rector van de Universiteit van Leiden, een Duitse delegatie weg nadat hij antisemitische publicaties van deze groep had ontdekt.
Op 31 januari 1930 was Huizinga promotor tijdens de erepromotie van prinses Juliana in Leiden. Als hoogleraar bleef hij in functie tot de Duitse bezetter de Leidse universiteit in 1941 sloot. Van augustus tot oktober 1942 werd hij als gijzelaar vas tgehouden in Sint-Michielsgestel.
Tot slot was hij van 1929-1942 voorzitter van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Tegenwoordig heeft de Universiteit van Amsterdam het Huizinga Instituut voor cultuurgeschiedenis naar hem vernoemd. De Universiteit Leiden organiseert jaarlijks de Huizingalezing. Verder heeft de Universiteit Leiden een gebouw naar hem vernoemd waa r de opleidingen geschiedenis, kunstgeschiedenis en klassieke talen kunnen worden gevolgd.
tr. (resp. 56 en 60 jaar oud) (2) te Oegstgeest op 10 sep 1965 (vr)
met
Thomans Blackburn, geb. te Preston (Lancashire, Engeland) op 4 nov 1904 (vr).
Bronnen:
1. | Deel: 67, Periode: 1937, Leiden, archief 1005, inventarisnummer 67, 4 oktober 1937, Huwelijken 1937, aktenummer 500 (S51916), S51916 |
2. | Geboorteregister Groningen 1872 Aktenummer 1277 (S51906), S51906 |
3. | Groningse doopsgezinden (S51892), S51892 |
4. | Middelburg huwelijksakten burgerlijke stand, Middelburg, archieftoegang 25, inventarisnummer MDB-H-1902, 24 maart 1902, aktenummer 20 (S51913), S51913 |
5. | Bevolkingsregister gemeente Culemborg 1870-1890, wijk C 1, Culemborg, archief 827, inventarisnummer 4029 (S51914), S51914 |
6. | Overlijdensregister Haren 1914 Aktenummer 48 (S51915), S51915 |
Thomans Blackburn
Thomans Blackburn, geb. te Preston (Lancashire, Engeland) op 4 nov 1904 (vr).
tr. (resp. 60 en 56 jaar oud) te Oegstgeest op 10 sep 1965 (vr)
met
Auguste Alwine Caroline Maria Schölvinck, dr. van Carl Bernard Schölvinck en Maria Cornelia Rudolfina Constantia Romme, geb. te Amsterdam op 15 jun 1909 (di), ovl. (ongeveer 70 jaar oud) in 1979 (ma), tr. (1) met Johan Huizinga. Uit dit huwelijk geen kinderen.
Bronnen:
1. | Deel: 67, Periode: 1937, Leiden, archief 1005, inventarisnummer 67, 4 oktober 1937, Huwelijken 1937, aktenummer 500 (S51916), S51916 |
2. | Geboorteregister Groningen 1872 Aktenummer 1277 (S51906), S51906 |
3. | Groningse doopsgezinden (S51892), S51892 |
Leonard Jonkheer Schorer
Leonard Jonkheer Jonkheer Schorer.
tr.
met
Elsiena Hendrika Reinhardina Jonkvrouw Jonkvrouw Plaat.
Uit dit huwelijk een dochter:
Elsiena Hendrika Reinhardina Jonkvrouw Plaat
Elsiena Hendrika Reinhardina Jonkvrouw Jonkvrouw Plaat.
tr.
met
Leonard Jonkheer Jonkheer Schorer.
Uit dit huwelijk een dochter:
Carl Bernard Schölvinck
Carl Bernard Schölvinck.
tr.
met
Maria Cornelia Rudolfina Constantia Romme.
Uit dit huwelijk een dochter:
Maria Cornelia Rudolfina Constantia Romme
Maria Cornelia Rudolfina Constantia Romme.
tr.
met
Carl Bernard Schölvinck.
Uit dit huwelijk een dochter:
Leonhard Huizinga
Leonhard Huizinga, geb. te Groningen op 3 aug 1906 (vr)1, Prozaïst, dichter, jeugdboekenschrijver en journalist, ovl. (73 jaar oud) te Wassenaar op 9 jun 1980 (ma)2.
Aantekeningen Leonhard Huizinga.
Leonhard Huizinga, die tot z'n 9de in Groningen opgroeide, volgde in Leiden het gymnasium A. Daarna ging hij rechten studeren, ook te Leiden. Op z'n 21ste, na z'n kandidaatsexamen, verbrak hij de studie en begon te reizen. Eerst trok hij doo r Perzië en de Sovjet-Unie. Vervolgens werkte hij een half jaar op een boerderij in Marokko. In 1929 werd hij planter in de thee en rubber op Java, in Nederlands-Indië. Medio jaren dertig keerde hij terug naar Nederland en begon een carrière als sc hrijver en journalist..
Adriaan en Olivier:.
In 1939 verscheen het eerste deel van Leonhard Huizinga's Adriaan en Olivier-reeks, een serie schelmenromans over een tweeling. In 1980 waren al anderhalf miljoen boeken uit de reeks verkocht..
Een toneelstuk over het schelmenduo wasl een succes: het Amsterdamse gezelschap Centraal Toneel bracht het medio 1941 op de planken, in een bewerking van Huizinga en Cees Laseur, met Ko van Dijk als Adriaan en Dick van Veen als Olivier. Begin oktob er 1941 werd het al voor de honderdste keer opgevoerd. Op 2 september 1943 vond de tweehonderdste voorstelling plaats in het hoofdstedelijke Leidschepleintheater. Ko van Dijk speelde toen nog steeds de rol van Adriaan; de rol van Olivier was inmidd els overgegaan via Jack Gimberg naar Gijsbert Tersteeg.
- Vader:
Johan Huizinga, zn. van Dirk Jakobs Huizinga en Jacoba Tonkens, geb. te Groningen op 7 dec 1872 (za)3, ged. (18 jaar oud) te Groningen op 15 mrt 1891 (zo)4, Historicus, ovl. (72 jaar oud) te De Steeg Gem. Rheden op 1 feb 1945 (do), tr. (resp. 64 en 28 jaar oud) (2) te Leiden op 4 okt 1937 (ma) met Auguste Alwine Caroline Maria Schölvinck. Uit dit huwelijk geen kinderen, tr. (resp. 29 en 25 jaar oud) (1) te Middelburg op 24 mrt 1902 (ma) met
Bronnen:
1. | Geboorteregister Groningen 1906 Aktenummer 1141 (S51917), S51917 |
2. | Artikel NRC Handelsblad 10-06-1980 (S51918), S51918 |
3. | Geboorteregister Groningen 1872 Aktenummer 1277 (S51906), S51906 |
4. | Groningse doopsgezinden (S51892), S51892 |
5. | Deel: 67, Periode: 1937, Leiden, archief 1005, inventarisnummer 67, 4 oktober 1937, Huwelijken 1937, aktenummer 500 (S51916), S51916 |
6. | Middelburg huwelijksakten burgerlijke stand, Middelburg, archieftoegang 25, inventarisnummer MDB-H-1902, 24 maart 1902, aktenummer 20 (S51913), S51913 |
7. | Bevolkingsregister gemeente Culemborg 1870-1890, wijk C 1, Culemborg, archief 827, inventarisnummer 4029 (S51914), S51914 |
8. | Overlijdensregister Haren 1914 Aktenummer 48 (S51915), S51915 |
Alida Huizinga
Alida Huizinga, geb. te Leeuwarden op 26 apr 1872 (vr)1, ovl. (69 jaar oud) te Groningen op 26 jan 1942 (ma)2.
Bronnen:
1. | Geboorteregister 1872, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3421, aktenummer 306 (S51930), S51930 |
2. | Overlijdensregister Groningen 1942 Aktenummer 137 (S51934), S51934 |
3. | Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, Bron: boek, Deel: 3785, Periode: 1899, Leeuwarden, archief 1002, inventarisnummer 3785, 4 augustus 1899, Overlijdensregister 1899, aktenummer 321 (S51904), S51904 |
4. | Texel, 3 augustus 1871, aktenummer 33 (S51901), S51901 |
5. | Periode: 1842, Texel, 11 februari 1842, Geboorteregister 1842, aktenummer 17 (S51919), S51919 |
6. | Overlijdensregister Groningen 1917 Aktenummer 1516 (S51933), S51933 |
Johanna Huizinga
Johanna Huizinga, geb. te Leeuwarden op 19 jan 1874 (ma)1, ovl. (70 jaar oud) te Groningen op 10 mei 1944 (wo)2.
tr. (resp. 31 en 44 jaar oud) te Groningen op 16 aug 1905 (wo)
met
Jakobus Abraham Huizinga, zn. van Juriaan Derks Huizinga en Willemina Lucea van Giffen, geb. te Westzaan op 11 mei 1861 (za)8, Meubelfabrikant, kastenmaker, ovl. (76 jaar oud) te Groningen op 28 aug 1937 (za)9.
Bronnen:
1. | Geboorteregister 1874, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3423, aktenummer 63 (S51929), S51929 |
2. | Overlijdensregister Groningen 1944 Aktenummer 809 (S51935), S51935 |
3. | Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, Bron: boek, Deel: 3785, Periode: 1899, Leeuwarden, archief 1002, inventarisnummer 3785, 4 augustus 1899, Overlijdensregister 1899, aktenummer 321 (S51904), S51904 |
4. | Texel, 3 augustus 1871, aktenummer 33 (S51901), S51901 |
5. | Periode: 1842, Texel, 11 februari 1842, Geboorteregister 1842, aktenummer 17 (S51919), S51919 |
6. | Overlijdensregister Groningen 1917 Aktenummer 1516 (S51933), S51933 |
7. | Huwelijksregister Groningen 1905 Aktenummer 365 (S51932), S51932 |
8. | Bevolkingsregister 1874-1893 Deel: 1579, Periode: 1874-1893, Amsterdam, archief 5000, inventarisnummer 1579, 11 mei 1861, Bevolkingsregister 1874-1893 (S103321), S103321 |
9. | Overlijdensregister Groningen 1937 Aktenummer 1155 (S51937), S51937 |
Catharina Huizinga
Catharina Huizinga, geb. te Leeuwarden op 19 apr 1876 (wo)1.
tr. (resp. 25 en 26 jaar oud) te Amsterdam op 23 mei 1901 (do)
met
Willem Reinders, zn. van Geert Reinders en Elizabet Muda, geb. te Warffum op 2 aug 1874 (zo)7, Leraar, ovl. (76 jaar oud) te Delft op 19 jun 1951 (di)8.
Bronnen:
1. | Geboorteregister 1876, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3425, aktenummer 323 (S51928), S51928 |
2. | Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, Bron: boek, Deel: 3785, Periode: 1899, Leeuwarden, archief 1002, inventarisnummer 3785, 4 augustus 1899, Overlijdensregister 1899, aktenummer 321 (S51904), S51904 |
3. | Texel, 3 augustus 1871, aktenummer 33 (S51901), S51901 |
4. | Periode: 1842, Texel, 11 februari 1842, Geboorteregister 1842, aktenummer 17 (S51919), S51919 |
5. | Overlijdensregister Groningen 1917 Aktenummer 1516 (S51933), S51933 |
6. | Amsterdam, 23 mei 1901, aktenummer Reg.18 fol. 12 (S51931), S51931 |
7. | Geboorteregister Warffum 1874 Aktenummer 38 (S51938), S51938 |
8. | Archief van de burgerlijke stand van Delft [open data, versie 20170921], Delft, archief 15, inventarisnummer 00669, Register van overlijdensakten, 1951, aktenummer 371 (S51939), S51939 |
Jacoba Huizinga
Jacoba Huizinga, geb. te Leeuwarden op 24 okt 1877 (wo)1.
Bronnen:
1. | Geboorteregister 1877, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3426, aktenummer 746 (S51927), S51927 |
2. | Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, Bron: boek, Deel: 3785, Periode: 1899, Leeuwarden, archief 1002, inventarisnummer 3785, 4 augustus 1899, Overlijdensregister 1899, aktenummer 321 (S51904), S51904 |
3. | Texel, 3 augustus 1871, aktenummer 33 (S51901), S51901 |
4. | Periode: 1842, Texel, 11 februari 1842, Geboorteregister 1842, aktenummer 17 (S51919), S51919 |
5. | Overlijdensregister Groningen 1917 Aktenummer 1516 (S51933), S51933 |
Jacoba Hermanna Huizinga
Jacoba Hermanna Huizinga, geb. te Leeuwarden op 27 dec 1879 (za)1, ovl. (79 jaar oud) te Velp op 19 jan 1959 (ma)2.
Bronnen:
1. | Geboorteregister 1879, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3428, aktenummer 960 (S51926), S51926 |
2. | Rheden, Velp, archief 207A, inventarisnummer 17517, 23 januari 1959, aktenummer 21 (S51936), S51936 |
3. | Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, Bron: boek, Deel: 3785, Periode: 1899, Leeuwarden, archief 1002, inventarisnummer 3785, 4 augustus 1899, Overlijdensregister 1899, aktenummer 321 (S51904), S51904 |
4. | Texel, 3 augustus 1871, aktenummer 33 (S51901), S51901 |
5. | Periode: 1842, Texel, 11 februari 1842, Geboorteregister 1842, aktenummer 17 (S51919), S51919 |
6. | Overlijdensregister Groningen 1917 Aktenummer 1516 (S51933), S51933 |
Sina Hendrika Huizinga
Sina Hendrika Huizinga, geb. te Leeuwarden op 13 dec 1883 (do)1, ovl. (1 jaar oud) te Leeuwarden op 20 dec 1884 (za)2.
Bronnen:
1. | Geboorteregister 1883, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3432, aktenummer 763 (S51925), S51925 |
2. | Overlijdensregister 1884, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3770, aktenummer 645 (S51940), S51940 |
3. | Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, Bron: boek, Deel: 3785, Periode: 1899, Leeuwarden, archief 1002, inventarisnummer 3785, 4 augustus 1899, Overlijdensregister 1899, aktenummer 321 (S51904), S51904 |
4. | Texel, 3 augustus 1871, aktenummer 33 (S51901), S51901 |
5. | Periode: 1842, Texel, 11 februari 1842, Geboorteregister 1842, aktenummer 17 (S51919), S51919 |
6. | Overlijdensregister Groningen 1917 Aktenummer 1516 (S51933), S51933 |
Willem Reinders
Willem Reinders, geb. te Warffum op 2 aug 1874 (zo)1, Leraar, ovl. (76 jaar oud) te Delft op 19 jun 1951 (di)2.
tr. (resp. 26 en 25 jaar oud) te Amsterdam op 23 mei 1901 (do)
met
Catharina Huizinga, dr. van Samuel Peter Huizinga en Martina Mechtelina Dolfina Wentink, geb. te Leeuwarden op 19 apr 1876 (wo)4.
Bronnen:
1. | Geboorteregister Warffum 1874 Aktenummer 38 (S51938), S51938 |
2. | Archief van de burgerlijke stand van Delft [open data, versie 20170921], Delft, archief 15, inventarisnummer 00669, Register van overlijdensakten, 1951, aktenummer 371 (S51939), S51939 |
3. | Amsterdam, 23 mei 1901, aktenummer Reg.18 fol. 12 (S51931), S51931 |
4. | Geboorteregister 1876, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3425, aktenummer 323 (S51928), S51928 |
Geert Reinders
Geert Reinders.
tr.
met
Elizabet Muda.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1874 | Warffum | †1951 | Delft | 76 | 1 | 0 |
Elizabet Muda
Elizabet Muda.
tr.
met
Geert Reinders.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1874 | Warffum | †1951 | Delft | 76 | 1 | 0 |
Jakobus Abraham Huizinga
Jakobus Abraham Huizinga, geb. te Westzaan op 11 mei 1861 (za)1, Meubelfabrikant, kastenmaker, ovl. (76 jaar oud) te Groningen op 28 aug 1937 (za)2.
tr. (resp. 44 en 31 jaar oud) te Groningen op 16 aug 1905 (wo)
met
Johanna Huizinga, dr. van Samuel Peter Huizinga en Martina Mechtelina Dolfina Wentink, geb. te Leeuwarden op 19 jan 1874 (ma)8, ovl. (70 jaar oud) te Groningen op 10 mei 1944 (wo)9.
Bronnen:
1. | Bevolkingsregister 1874-1893 Deel: 1579, Periode: 1874-1893, Amsterdam, archief 5000, inventarisnummer 1579, 11 mei 1861, Bevolkingsregister 1874-1893 (S103321), S103321 |
2. | Overlijdensregister Groningen 1937 Aktenummer 1155 (S51937), S51937 |
3. | Groningse doopsgezinden (S51892), S51892 |
4. | Overlijdensregister Groningen 1891 Aktenummer 987 (S51890), S51890 |
5. | Huwelijksregister Groningen 1852 Aktenummer 235 (S51889), S51889 |
6. | Geboorteregister Groningen 1829 Aktenummer 62 (S51991), S51991 |
7. | Huwelijksregister Groningen 1905 Aktenummer 365 (S51932), S51932 |
8. | Geboorteregister 1874, archiefnummer 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden 1811-1941, inventarisnummer 3423, aktenummer 63 (S51929), S51929 |
9. | Overlijdensregister Groningen 1944 Aktenummer 809 (S51935), S51935 |