Trijntje Pieters
Trijntje Pieters, geb. te Garrelsweer, ovl. te Westeremden circa 1743 (di).
tr, kerk.huw. te Westeremden op 7 mrt 1734 (zo)
met
Writser Eeuwes, zn. van Focke Eeuwes en Aaltien Boelens, geb. te Westeremden, Landbouwer, ovl. in 1750 (do)2, tr. (1), kerk.huw. (Grietie 27 jaar oud uitgaande van doop) te Westeremden op 10 mei 1725 (do) Grietjen en Writser worden ook genoemd in het huwelijkcontract van Berend Pieters en Geertjen Alberts 24-09-1728 Farmsum, Weiwerd, Heveskes, Oterdum en Meedhuizen met Grietie Peters. Uit dit huwelijk 3 kinderen, tr. (3), kerk.huw. te Westeremden op 25 apr 1745 (zo) met Jantje Clasen Eikema. Uit dit huwelijk 4 zonen.
Aantekeningen Writser Eeuwes.
Hij was kerkvoogd te Westeremden in 1737 ( Bron: 24-02-1737 Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521).
Ledematenlijst Westeremden: 27-12-1733 Mannen welkers vrouwen geen ledematen zijn o.a. Writzer Euwes.
19-09-1734 Wrister Ewes kerkvoogt.
15-03-1740 Trijnje Peters, vrouw van Wrister Ewes aangenomen.
Writser en Grietie Peters volgen zijn ouders op als landbouwers op de boerderij "Bottemaheerd" onder Westeremden.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Bauwke | ~1735 | Westeremden | †1766 | Westeremden | 31 | 1 | 2 |
2 | Focco | ~1737 | Westeremden | †1738 | | 1 | 0 | 0 |
3 | Focco | ~1738 | Westeremden | 1771 | Loppersum | 32 | 1 | 3 |
4 | Sasper | ~1741 | Westeremden | †1786 | | 45 | 2 | 2 |
5 | Hindrikjen | ~1742 | Westeremden | | | | 0 | 0 |
Bronnen:
Bouwke Euwes
Bouwke Euwes, ged. te Westeremden op 24 feb 1726 (zo)1, ovl. (hoogstens 5 jaar oud uitgaande van doop) voor 11 feb 1732 (ma).
- Vader:
Writser Eeuwes, zn. van Focke Eeuwes en Aaltien Boelens, geb. te Westeremden, Landbouwer, ovl. in 1750 (do)2, tr. (2) met Trijntje Pieters. Uit dit huwelijk 5 kinderen. tr. (3), kerk.huw. te Westeremden op 25 apr 1745 (zo) met Jantje Clasen Eikema. Uit dit huwelijk 4 zonen. tr. (1), kerk.huw. (Grietie 27 jaar oud uitgaande van doop) te Westeremden op 10 mei 1725 (do) Grietjen en Writser worden ook genoemd in het huwelijkcontract van Berend Pieters en Geertjen Alberts 24-09-1728 Farmsum, Weiwerd, Heveskes, Oterdum en Meedhuizen met
Bronnen:
1. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520 (S20896), S20896 |
2. | Boerderijenboek Stedum (S164519), S164519 |
3. | Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521, folio 32 (S22342), S22342 |
4. | Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521, folio 33 (S22343), S22343 |
5. | Doopakte van zoon Wrister Ewes 20-12-1750 Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521 (S22344), S22344 |
6. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520, folio 122 (S20895), S20895 |
7. | Kerkeboek Krewerd 1626-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 242 (S4028), S4028 |
Pieter Euwes
Pieter Euwes, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)1, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)2, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)2.
- Vader:
Writser Eeuwes, zn. van Focke Eeuwes en Aaltien Boelens, geb. te Westeremden, Landbouwer, ovl. in 1750 (do)3, tr. (2), kerk.huw. te Westeremden op 7 mrt 1734 (zo) met Trijntje Pieters. Uit dit huwelijk 5 kinderen, tr. (3), kerk.huw. te Westeremden op 25 apr 1745 (zo) met Jantje Clasen Eikema. Uit dit huwelijk 4 zonen, tr. (1), kerk.huw. (Grietie 27 jaar oud uitgaande van doop) te Westeremden op 10 mei 1725 (do) Grietjen en Writser worden ook genoemd in het huwelijkcontract van Berend Pieters en Geertjen Alberts 24-09-1728 Farmsum, Weiwerd, Heveskes, Oterdum en Meedhuizen met
tr. (1), kerk.huw. te Westeremden Het huwelijkscontract gaf aan bruidegomszijde Jan Reinders als halfzusters man (een zoon van Aafke Jans en Reinder Hayes, gehuwd met Bouke Ewes), Jacob Gerrits sibbevoogd en neef over de minderjarige kinderen van Writzer Eeuwes en Trijntje P ieters, Roelf Pieters en Rienje Harms sibbe- en vreemde voogd over de kinderen van Writzer Eeuwes en Jantje Claasen, alsmede Focko Eeuwes (welke) neef. Aan bruidszijde Aefke Jans moeder, Roelf, Jan en Bouwke Pieters broers en zuster, Jan Reinders h alfbroeder, Eppe Joosten en Trijntje Reinders zwager en halfzuster, Focko Eeuwes en Geertje Reinders eveneens (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol. 24, 20-4-1759).
Ten tijde van het huwelijk zullen Pieter en Antje zich te Zeerijp hebben gevestigd; vanaf 1759 pachtten zij Hinkemaheerd in de Groeve aldaar (groot 70 grazen) van het Heilige-Geestgasthuis, in de stad. Hun voorganger - afgaand meier - was Pieter Me nnes eo ook dit was een verre familierelatie: hij was in 1729 enkele maanden gehuwd geweest met Nantje Reinders, een dochter van Reinder Hayes en Aafke Jans, en dus een halfzuster van Antje Pieters. Zij betaalden per jaar 300 gulden, met uiteraard een aankomend geschenk. De huur van een aanvullende vier grazen ’in de Groeve in de Zeerijp gelegen’ werd, op 1 mei 1759, van dezelfde Pieter Mennes overgenomen op een zesjarig pachtcontract; zij betaalden jaarlijk f18.18.0 aan pacht en op dat mome nt bovendien nog een afgaand- en aankomend geschenk van dezelfde grootte aan het Armhuiszittendconvent (G.A.G,rnr 43, Staatboek Armhuiszittendconvent, inv.nr. 53, fol. 14; ibid, inv.nr. 54, fol. 17). Pieter was overigens meteen al twee betalingen ten achter (G.A.G, rnr 43, Rekeningen Armhuiszittendconvent, 1759, fol. 20v; ibid, inv.nr. 55, fol. 18). Het echtpaar bleef tot het einde in de rekeningen geboekt staan, al was Pieter toen allang weduwnaar geworden en hertrouwd. Een resolutie van B & R d.d. 4 april 1788 moet de nieuwe meiers hebben geauthoriseerd: de overgang op Harmannus Jacobs en Geertien Jacobs staat in de rekening van 1789 (fol. 12) geboekt en tevens in het staatsboek.
In 1786 werd Pieter opgevolgd door Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs. Veel andere relaties had hij verder niet met het gasthuis onderhouden, alleen leverde Pieter Euwes hen in 1779 een keer twee zakken appels, voor f1.6.9 (G.A.G, rnr 53, Rekening en Heilige-Geestgasthuis, 1759, fol. 8 en 47; 1876, fol. 6 en 49; 1779, fol. 69).
Er zijn geen notities gevonden dat Pieters tweede vrouw als beklemde meierse werd ingeboekt, Antje was in 1765 gestorven en hertrouwde hij in 1769 met Tietje Jacobs. In het huwelijkscontract (R.A. Fivelingo, inv. nr. 641, oud XXIII b2, fol. 64, 30- 6-1769) getuigden aan bruidegomszijde zijn halfbroer Fokke Euwes en diens vrouw Antje Klaassen, Roelf Pieters als oom en voormond (mede voor Fokke Euwes sibbevoogd en Pieter Tjaarts vreemde voogd) over de twee voorkinderen, en Jantje Klaassen als z ijn stiefmoeder. Aan bruidszijde haar ouders Jacob Sierts en Martjen Andries, Anje Jacobs zuster, Andries Heynes en Hilje Geerts halfbroeder en vrouw, Egge Egges en Trijnje Heynes zwager en halfzuster.
Op hetzelfde moment werd ook de inventaris van de goederen opgemaakt die Pieter Euwes in de Groeve met zijn kinderen bij wijlen Anje Pieters mandelig bezat, ondertekend door Pieter Ewes vader, Roelf Pieters voormond, Fokke Eeuwes sibbevoogd, Pieter Tjaarts vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 635, oud XXIII c 1, Loppersum, blz. 254-268, 21-6/30-6-1769).
Het blijkt te betreffen een plaats met beklemming van 70 graasen land doende jaarlijks f 300 aan het Heilige-geest- of Pelstergasthuis te Groningen; met nog 4 1/4 gr. land doende aan het Armhuiszittend Gasthuis f18.18.0, getaxeerd op f3125. Daarnaa st was er een aandeel in de landerijen onder de plaats van Jan Reinders wed. tot Westeremden, mandelig met Fokke Eeuwes en cons. waarvan voor Pieter Eeuwes doende f72 huur, getaxeerd op f1800. Dan nog 1/6 deel in 15 gr. door Alle Everts tot Bierum voor f45 jaarlijks gebruikt en 1/4/ deel in 3 1/2 gr. land door Luije Derks te Garsthuizen jaarlijks voor f16.10.0 gebruikt, f100. Tenslotte huisraad, boerengerei, levendige have: 6 koeien in diverse kleuren, een gelde veerse, twee jonge ossen, ee n heukeling, 5 kalver, 2 oude peerden, 1 vijfjarige, 1 driejarige, 2 twenters, een enter vool, een oud zwijn en drie jonge dito. Moederlijk lijfstoebehoren met (weinig) zilver en goud; een zilveren beker gemerkt P.H. S.B. 1710 (= Pieter Harmens en Sybrich Berents), 6 lepels, en een kop gemerkt F.E. B.R. (= Focke Eeuwes en Bouke Reinders).
Aan schulden was er: f600 landhuur, obligatie aan Fokke Ewes f700, aan Pieter Jans Box f1000, aan Klaas Ewes ’als pupille gelt’ f70, en verder nog wat kleinere schulden. Profijtelijke staat f6685.18.4, schadelijke staat f2871.17.0, rest f3814.1.3.
Zij leenden in 1775 f300 van Cornellis Pieters Toppen op Jukema te Zeerijp (deze is later ook vreemde voogd over de twee voordochters) (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 216, 27-5-1775), en in 1781 bekende Pieter Eeuwes mede voor zijn vrouw Tietje Jacobs schuldig te zijn aan hun kinderen Jan Kornelis Bruins en Grietje Pieters ehel. f555 a 4 % wegens opgeschotene penningen, boekschulden en renten, en meerder ontvang volgens rekening en overlevering van heden, blijvende de afkoop sbrief nopens het kapitaal in volle waarde (R.A. Fivelingo, inv.nr. 643, oud XXIII b 4, fol. 72, Loppersum, 30-8-1781). Of dit alles een voorbode van slechte tijden was, is niet zeker; zij bleven nog tot 1786 op de boerderij woonachtig. Daarna gera akten zij echter wel ’onder de macht van hun creditoren’. Genoemde Cornellis Pieters Toppen, der wedman Jan Fiebens en de wedman Jacob Lues als gevolmachtigden van Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs hadden op 10 jan. 1786 de boerderij verkocht aan Harm annus Jacobs en Geertje Jacobs (R.A. Fivelingo, inv.nr. 924, oud XXVI b 3, blz. 70, Zeerijp, 15-8-1787). Het betrof een boerenplaats met de beklemming van 70 gr. land ’in de Groev’ (doende tot vaste huur f300 aan het Heilige-Geestgasthuis in de sta d), alsmede 2 banken en 2 graven in de kerk van Zeerijp. In de tussenliggende anderhalf jaar waren er ’enige discrepanties ontstaan nopende de beklemming’ en daarom werd toen de prijs, met toestemming der creditoren van het echtpaar, met f150 verla agd. De kopers voldeden toen eerst f2692.
Wat er daarna met het gezin gebeurde is moeilijk na te gaan. De dochter uit het eerste huwelijk werd enkel Grietje Pieters genoemd; de zoon uit het tweede huwelijk heette Wrister Euwes Bottema, en de dochter Bouwke ook. Volgens de overlijdensakte v an laatstgenoemde (pas in 1862!) zijn haar beide ouders - Pieter Ywes Bottema en Tytje Jacobs - te Zeerijp overleden
met
Antje Pieters Bottema, dr. van Peter Jans en Aafke Jans, geb. te Westeremden in 1732 (di), ovl. (ongeveer 33 jaar oud) te Zeerijp op 28 nov 1765 (do)9.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Grietje | ~1760 | Zeerijp | 1789 | Zeerijp | 28 | 1 | 5 |
2 | NN | ~1765 | Zeerijp | | | | 0 | 0 |
tr. (2), kerk.huw. (39 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 23 jul 1769 (zo)
met
Tietje Jacobs, dr. van Jacob Sierts en Martjen Andries, ovl. te Zeerijp.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
Bronnen:
1. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520 (S20896), S20896 |
2. | Kerkeboek Eenum 1763-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 59, folio 80v (S6863), S6863 |
3. | Boerderijenboek Stedum (S164519), S164519 |
4. | Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521, folio 32 (S22342), S22342 |
5. | Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521, folio 33 (S22343), S22343 |
6. | Doopakte van zoon Wrister Ewes 20-12-1750 Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521 (S22344), S22344 |
7. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520, folio 122 (S20895), S20895 |
8. | Kerkeboek Krewerd 1626-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 242 (S4028), S4028 |
9. | Begraafboek Zeerijp 1728-1797 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 582, folio 10 (S6864), S6864 |
10. | Notulen met aantekeningen Zeerijp 1739-1770 Collectie DTB (Toegang 338) Inventarisnummer 1, folio 3 (S6861), S6861 |
Bauwke Ewes
Bauwke Ewes, ged. te Westeremden op 2 nov 1732 (zo)1, ovl. (hoogstens 2 jaar oud uitgaande van doop) voor 1735 (za).
- Vader:
Writser Eeuwes, zn. van Focke Eeuwes en Aaltien Boelens, geb. te Westeremden, Landbouwer, ovl. in 1750 (do)2, tr. (2), kerk.huw. te Westeremden op 7 mrt 1734 (zo) met Trijntje Pieters. Uit dit huwelijk 5 kinderen. tr. (3), kerk.huw. te Westeremden op 25 apr 1745 (zo) met Jantje Clasen Eikema. Uit dit huwelijk 4 zonen. tr. (1), kerk.huw. (Grietie 27 jaar oud uitgaande van doop) te Westeremden op 10 mei 1725 (do) Grietjen en Writser worden ook genoemd in het huwelijkcontract van Berend Pieters en Geertjen Alberts 24-09-1728 Farmsum, Weiwerd, Heveskes, Oterdum en Meedhuizen met
Bronnen:
1. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521 (Of 520) (S20898), S20898 |
2. | Boerderijenboek Stedum (S164519), S164519 |
3. | Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521, folio 32 (S22342), S22342 |
4. | Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521, folio 33 (S22343), S22343 |
5. | Doopakte van zoon Wrister Ewes 20-12-1750 Doop- en trouwboek 1732-1811 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 521 (S22344), S22344 |
6. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520, folio 122 (S20895), S20895 |
7. | Kerkeboek Krewerd 1626-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 242 (S4028), S4028 |
Antje Pieters Bottema
Antje Pieters Bottema, geb. te Westeremden in 1732 (di), ovl. (ongeveer 33 jaar oud) te Zeerijp op 28 nov 1765 (do)1.
tr, kerk.huw. te Westeremden Het huwelijkscontract gaf aan bruidegomszijde Jan Reinders als halfzusters man (een zoon van Aafke Jans en Reinder Hayes, gehuwd met Bouke Ewes), Jacob Gerrits sibbevoogd en neef over de minderjarige kinderen van Writzer Eeuwes en Trijntje P ieters, Roelf Pieters en Rienje Harms sibbe- en vreemde voogd over de kinderen van Writzer Eeuwes en Jantje Claasen, alsmede Focko Eeuwes (welke) neef. Aan bruidszijde Aefke Jans moeder, Roelf, Jan en Bouwke Pieters broers en zuster, Jan Reinders h alfbroeder, Eppe Joosten en Trijntje Reinders zwager en halfzuster, Focko Eeuwes en Geertje Reinders eveneens (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol. 24, 20-4-1759).
Ten tijde van het huwelijk zullen Pieter en Antje zich te Zeerijp hebben gevestigd; vanaf 1759 pachtten zij Hinkemaheerd in de Groeve aldaar (groot 70 grazen) van het Heilige-Geestgasthuis, in de stad. Hun voorganger - afgaand meier - was Pieter Me nnes eo ook dit was een verre familierelatie: hij was in 1729 enkele maanden gehuwd geweest met Nantje Reinders, een dochter van Reinder Hayes en Aafke Jans, en dus een halfzuster van Antje Pieters. Zij betaalden per jaar 300 gulden, met uiteraard een aankomend geschenk. De huur van een aanvullende vier grazen ’in de Groeve in de Zeerijp gelegen’ werd, op 1 mei 1759, van dezelfde Pieter Mennes overgenomen op een zesjarig pachtcontract; zij betaalden jaarlijk f18.18.0 aan pacht en op dat mome nt bovendien nog een afgaand- en aankomend geschenk van dezelfde grootte aan het Armhuiszittendconvent (G.A.G,rnr 43, Staatboek Armhuiszittendconvent, inv.nr. 53, fol. 14; ibid, inv.nr. 54, fol. 17). Pieter was overigens meteen al twee betalingen ten achter (G.A.G, rnr 43, Rekeningen Armhuiszittendconvent, 1759, fol. 20v; ibid, inv.nr. 55, fol. 18). Het echtpaar bleef tot het einde in de rekeningen geboekt staan, al was Pieter toen allang weduwnaar geworden en hertrouwd. Een resolutie van B & R d.d. 4 april 1788 moet de nieuwe meiers hebben geauthoriseerd: de overgang op Harmannus Jacobs en Geertien Jacobs staat in de rekening van 1789 (fol. 12) geboekt en tevens in het staatsboek.
In 1786 werd Pieter opgevolgd door Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs. Veel andere relaties had hij verder niet met het gasthuis onderhouden, alleen leverde Pieter Euwes hen in 1779 een keer twee zakken appels, voor f1.6.9 (G.A.G, rnr 53, Rekening en Heilige-Geestgasthuis, 1759, fol. 8 en 47; 1876, fol. 6 en 49; 1779, fol. 69).
Er zijn geen notities gevonden dat Pieters tweede vrouw als beklemde meierse werd ingeboekt, Antje was in 1765 gestorven en hertrouwde hij in 1769 met Tietje Jacobs. In het huwelijkscontract (R.A. Fivelingo, inv. nr. 641, oud XXIII b2, fol. 64, 30- 6-1769) getuigden aan bruidegomszijde zijn halfbroer Fokke Euwes en diens vrouw Antje Klaassen, Roelf Pieters als oom en voormond (mede voor Fokke Euwes sibbevoogd en Pieter Tjaarts vreemde voogd) over de twee voorkinderen, en Jantje Klaassen als z ijn stiefmoeder. Aan bruidszijde haar ouders Jacob Sierts en Martjen Andries, Anje Jacobs zuster, Andries Heynes en Hilje Geerts halfbroeder en vrouw, Egge Egges en Trijnje Heynes zwager en halfzuster.
Op hetzelfde moment werd ook de inventaris van de goederen opgemaakt die Pieter Euwes in de Groeve met zijn kinderen bij wijlen Anje Pieters mandelig bezat, ondertekend door Pieter Ewes vader, Roelf Pieters voormond, Fokke Eeuwes sibbevoogd, Pieter Tjaarts vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 635, oud XXIII c 1, Loppersum, blz. 254-268, 21-6/30-6-1769).
Het blijkt te betreffen een plaats met beklemming van 70 graasen land doende jaarlijks f 300 aan het Heilige-geest- of Pelstergasthuis te Groningen; met nog 4 1/4 gr. land doende aan het Armhuiszittend Gasthuis f18.18.0, getaxeerd op f3125. Daarnaa st was er een aandeel in de landerijen onder de plaats van Jan Reinders wed. tot Westeremden, mandelig met Fokke Eeuwes en cons. waarvan voor Pieter Eeuwes doende f72 huur, getaxeerd op f1800. Dan nog 1/6 deel in 15 gr. door Alle Everts tot Bierum voor f45 jaarlijks gebruikt en 1/4/ deel in 3 1/2 gr. land door Luije Derks te Garsthuizen jaarlijks voor f16.10.0 gebruikt, f100. Tenslotte huisraad, boerengerei, levendige have: 6 koeien in diverse kleuren, een gelde veerse, twee jonge ossen, ee n heukeling, 5 kalver, 2 oude peerden, 1 vijfjarige, 1 driejarige, 2 twenters, een enter vool, een oud zwijn en drie jonge dito. Moederlijk lijfstoebehoren met (weinig) zilver en goud; een zilveren beker gemerkt P.H. S.B. 1710 (= Pieter Harmens en Sybrich Berents), 6 lepels, en een kop gemerkt F.E. B.R. (= Focke Eeuwes en Bouke Reinders).
Aan schulden was er: f600 landhuur, obligatie aan Fokke Ewes f700, aan Pieter Jans Box f1000, aan Klaas Ewes ’als pupille gelt’ f70, en verder nog wat kleinere schulden. Profijtelijke staat f6685.18.4, schadelijke staat f2871.17.0, rest f3814.1.3.
Zij leenden in 1775 f300 van Cornellis Pieters Toppen op Jukema te Zeerijp (deze is later ook vreemde voogd over de twee voordochters) (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 216, 27-5-1775), en in 1781 bekende Pieter Eeuwes mede voor zijn vrouw Tietje Jacobs schuldig te zijn aan hun kinderen Jan Kornelis Bruins en Grietje Pieters ehel. f555 a 4 % wegens opgeschotene penningen, boekschulden en renten, en meerder ontvang volgens rekening en overlevering van heden, blijvende de afkoop sbrief nopens het kapitaal in volle waarde (R.A. Fivelingo, inv.nr. 643, oud XXIII b 4, fol. 72, Loppersum, 30-8-1781). Of dit alles een voorbode van slechte tijden was, is niet zeker; zij bleven nog tot 1786 op de boerderij woonachtig. Daarna gera akten zij echter wel ’onder de macht van hun creditoren’. Genoemde Cornellis Pieters Toppen, der wedman Jan Fiebens en de wedman Jacob Lues als gevolmachtigden van Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs hadden op 10 jan. 1786 de boerderij verkocht aan Harm annus Jacobs en Geertje Jacobs (R.A. Fivelingo, inv.nr. 924, oud XXVI b 3, blz. 70, Zeerijp, 15-8-1787). Het betrof een boerenplaats met de beklemming van 70 gr. land ’in de Groev’ (doende tot vaste huur f300 aan het Heilige-Geestgasthuis in de sta d), alsmede 2 banken en 2 graven in de kerk van Zeerijp. In de tussenliggende anderhalf jaar waren er ’enige discrepanties ontstaan nopende de beklemming’ en daarom werd toen de prijs, met toestemming der creditoren van het echtpaar, met f150 verla agd. De kopers voldeden toen eerst f2692.
Wat er daarna met het gezin gebeurde is moeilijk na te gaan. De dochter uit het eerste huwelijk werd enkel Grietje Pieters genoemd; de zoon uit het tweede huwelijk heette Wrister Euwes Bottema, en de dochter Bouwke ook. Volgens de overlijdensakte v an laatstgenoemde (pas in 1862!) zijn haar beide ouders - Pieter Ywes Bottema en Tytje Jacobs - te Zeerijp overleden
met
Pieter Euwes, zn. van Writser Eeuwes en Grietie Peters, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)2, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)3, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)3, tr. (2) met Tietje Jacobs. Uit dit huwelijk 6 kinderen.
Uit dit huwelijk 2 dochters:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Grietje | ~1760 | Zeerijp | 1789 | Zeerijp | 28 | 1 | 5 |
2 | NN | ~1765 | Zeerijp | | | | 0 | 0 |
Bronnen:
Peter Jans
Peter Jans.
tr.
met
Aafke Jans.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Antje Pieters | *1732 | Westeremden | †1765 | Zeerijp | 33 | 1 | 2 |
Aafke Jans
Aafke Jans.
tr.
met
Peter Jans.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Antje Pieters | *1732 | Westeremden | †1765 | Zeerijp | 33 | 1 | 2 |
Tietje Jacobs
Tietje Jacobs, ovl. te Zeerijp.
tr, kerk.huw. (Pieter 39 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 23 jul 1769 (zo)
met
Pieter Euwes, zn. van Writser Eeuwes en Grietie Peters, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)2, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)3, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)3, tr. (1) met Antje Pieters Bottema, dr. van Peter Jans en Aafke Jans. Uit dit huwelijk 2 dochters.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
Bronnen:
Jacob Sierts
Jacob Sierts.
tr.
met
Martjen Andries.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Tietje | | | | Zeerijp | | 1 | 6 |
Martjen Andries
Martjen Andries.
tr.
met
Jacob Sierts.
Uit dit huwelijk een dochter:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Tietje | | | | Zeerijp | | 1 | 6 |
Grietje Pieters
Grietje Pieters, ged. te Zeerijp op 6 jan 1760 (zo)1, begr. te Zeerijp op 5 jan 1789 (ma)2.
- Vader:
Pieter Euwes, zn. van Writser Eeuwes en Grietie Peters, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)3, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)4, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)4, tr. (2) met Tietje Jacobs, dr. van Jacob Sierts en Martjen Andries. Uit dit huwelijk 6 kinderen, tr. (1), kerk.huw. te Westeremden Het huwelijkscontract gaf aan bruidegomszijde Jan Reinders als halfzusters man (een zoon van Aafke Jans en Reinder Hayes, gehuwd met Bouke Ewes), Jacob Gerrits sibbevoogd en neef over de minderjarige kinderen van Writzer Eeuwes en Trijntje P ieters, Roelf Pieters en Rienje Harms sibbe- en vreemde voogd over de kinderen van Writzer Eeuwes en Jantje Claasen, alsmede Focko Eeuwes (welke) neef. Aan bruidszijde Aefke Jans moeder, Roelf, Jan en Bouwke Pieters broers en zuster, Jan Reinders h alfbroeder, Eppe Joosten en Trijntje Reinders zwager en halfzuster, Focko Eeuwes en Geertje Reinders eveneens (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol. 24, 20-4-1759).
Ten tijde van het huwelijk zullen Pieter en Antje zich te Zeerijp hebben gevestigd; vanaf 1759 pachtten zij Hinkemaheerd in de Groeve aldaar (groot 70 grazen) van het Heilige-Geestgasthuis, in de stad. Hun voorganger - afgaand meier - was Pieter Me nnes eo ook dit was een verre familierelatie: hij was in 1729 enkele maanden gehuwd geweest met Nantje Reinders, een dochter van Reinder Hayes en Aafke Jans, en dus een halfzuster van Antje Pieters. Zij betaalden per jaar 300 gulden, met uiteraard een aankomend geschenk. De huur van een aanvullende vier grazen ’in de Groeve in de Zeerijp gelegen’ werd, op 1 mei 1759, van dezelfde Pieter Mennes overgenomen op een zesjarig pachtcontract; zij betaalden jaarlijk f18.18.0 aan pacht en op dat mome nt bovendien nog een afgaand- en aankomend geschenk van dezelfde grootte aan het Armhuiszittendconvent (G.A.G,rnr 43, Staatboek Armhuiszittendconvent, inv.nr. 53, fol. 14; ibid, inv.nr. 54, fol. 17). Pieter was overigens meteen al twee betalingen ten achter (G.A.G, rnr 43, Rekeningen Armhuiszittendconvent, 1759, fol. 20v; ibid, inv.nr. 55, fol. 18). Het echtpaar bleef tot het einde in de rekeningen geboekt staan, al was Pieter toen allang weduwnaar geworden en hertrouwd. Een resolutie van B & R d.d. 4 april 1788 moet de nieuwe meiers hebben geauthoriseerd: de overgang op Harmannus Jacobs en Geertien Jacobs staat in de rekening van 1789 (fol. 12) geboekt en tevens in het staatsboek.
In 1786 werd Pieter opgevolgd door Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs. Veel andere relaties had hij verder niet met het gasthuis onderhouden, alleen leverde Pieter Euwes hen in 1779 een keer twee zakken appels, voor f1.6.9 (G.A.G, rnr 53, Rekening en Heilige-Geestgasthuis, 1759, fol. 8 en 47; 1876, fol. 6 en 49; 1779, fol. 69).
Er zijn geen notities gevonden dat Pieters tweede vrouw als beklemde meierse werd ingeboekt, Antje was in 1765 gestorven en hertrouwde hij in 1769 met Tietje Jacobs. In het huwelijkscontract (R.A. Fivelingo, inv. nr. 641, oud XXIII b2, fol. 64, 30- 6-1769) getuigden aan bruidegomszijde zijn halfbroer Fokke Euwes en diens vrouw Antje Klaassen, Roelf Pieters als oom en voormond (mede voor Fokke Euwes sibbevoogd en Pieter Tjaarts vreemde voogd) over de twee voorkinderen, en Jantje Klaassen als z ijn stiefmoeder. Aan bruidszijde haar ouders Jacob Sierts en Martjen Andries, Anje Jacobs zuster, Andries Heynes en Hilje Geerts halfbroeder en vrouw, Egge Egges en Trijnje Heynes zwager en halfzuster.
Op hetzelfde moment werd ook de inventaris van de goederen opgemaakt die Pieter Euwes in de Groeve met zijn kinderen bij wijlen Anje Pieters mandelig bezat, ondertekend door Pieter Ewes vader, Roelf Pieters voormond, Fokke Eeuwes sibbevoogd, Pieter Tjaarts vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 635, oud XXIII c 1, Loppersum, blz. 254-268, 21-6/30-6-1769).
Het blijkt te betreffen een plaats met beklemming van 70 graasen land doende jaarlijks f 300 aan het Heilige-geest- of Pelstergasthuis te Groningen; met nog 4 1/4 gr. land doende aan het Armhuiszittend Gasthuis f18.18.0, getaxeerd op f3125. Daarnaa st was er een aandeel in de landerijen onder de plaats van Jan Reinders wed. tot Westeremden, mandelig met Fokke Eeuwes en cons. waarvan voor Pieter Eeuwes doende f72 huur, getaxeerd op f1800. Dan nog 1/6 deel in 15 gr. door Alle Everts tot Bierum voor f45 jaarlijks gebruikt en 1/4/ deel in 3 1/2 gr. land door Luije Derks te Garsthuizen jaarlijks voor f16.10.0 gebruikt, f100. Tenslotte huisraad, boerengerei, levendige have: 6 koeien in diverse kleuren, een gelde veerse, twee jonge ossen, ee n heukeling, 5 kalver, 2 oude peerden, 1 vijfjarige, 1 driejarige, 2 twenters, een enter vool, een oud zwijn en drie jonge dito. Moederlijk lijfstoebehoren met (weinig) zilver en goud; een zilveren beker gemerkt P.H. S.B. 1710 (= Pieter Harmens en Sybrich Berents), 6 lepels, en een kop gemerkt F.E. B.R. (= Focke Eeuwes en Bouke Reinders).
Aan schulden was er: f600 landhuur, obligatie aan Fokke Ewes f700, aan Pieter Jans Box f1000, aan Klaas Ewes ’als pupille gelt’ f70, en verder nog wat kleinere schulden. Profijtelijke staat f6685.18.4, schadelijke staat f2871.17.0, rest f3814.1.3.
Zij leenden in 1775 f300 van Cornellis Pieters Toppen op Jukema te Zeerijp (deze is later ook vreemde voogd over de twee voordochters) (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 216, 27-5-1775), en in 1781 bekende Pieter Eeuwes mede voor zijn vrouw Tietje Jacobs schuldig te zijn aan hun kinderen Jan Kornelis Bruins en Grietje Pieters ehel. f555 a 4 % wegens opgeschotene penningen, boekschulden en renten, en meerder ontvang volgens rekening en overlevering van heden, blijvende de afkoop sbrief nopens het kapitaal in volle waarde (R.A. Fivelingo, inv.nr. 643, oud XXIII b 4, fol. 72, Loppersum, 30-8-1781). Of dit alles een voorbode van slechte tijden was, is niet zeker; zij bleven nog tot 1786 op de boerderij woonachtig. Daarna gera akten zij echter wel ’onder de macht van hun creditoren’. Genoemde Cornellis Pieters Toppen, der wedman Jan Fiebens en de wedman Jacob Lues als gevolmachtigden van Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs hadden op 10 jan. 1786 de boerderij verkocht aan Harm annus Jacobs en Geertje Jacobs (R.A. Fivelingo, inv.nr. 924, oud XXVI b 3, blz. 70, Zeerijp, 15-8-1787). Het betrof een boerenplaats met de beklemming van 70 gr. land ’in de Groev’ (doende tot vaste huur f300 aan het Heilige-Geestgasthuis in de sta d), alsmede 2 banken en 2 graven in de kerk van Zeerijp. In de tussenliggende anderhalf jaar waren er ’enige discrepanties ontstaan nopende de beklemming’ en daarom werd toen de prijs, met toestemming der creditoren van het echtpaar, met f150 verla agd. De kopers voldeden toen eerst f2692.
Wat er daarna met het gezin gebeurde is moeilijk na te gaan. De dochter uit het eerste huwelijk werd enkel Grietje Pieters genoemd; de zoon uit het tweede huwelijk heette Wrister Euwes Bottema, en de dochter Bouwke ook. Volgens de overlijdensakte v an laatstgenoemde (pas in 1862!) zijn haar beide ouders - Pieter Ywes Bottema en Tytje Jacobs - te Zeerijp overleden met
tr, kerk.huw. (20 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 21 mei 1780 (zo) Aan de inschrijving van 1760 in het doopboek was, met later handschrift, toegevoegd 'Jan Bakkers vrouw'; Jan Kornellis Bruins is bakker geweest, zie ook Gemeente: Bierum, Huwelijksregister 1822, aktenummer 4
Huwelijkse voorwaarden 26-4-1780 (R.A. Fivelingo, inv.nr. 642, oud XXIII b 3, fol.169, in de Groeve onder de Zeerijp); aan bruidegomszijde Fokke Cornellis Bruins en Nantje Pieters, Jacob Cornellis Bruins en Anje Rikkerts broers en schoonzusters, Pi eter Friks, Fokke Cornellis Bruins en Allert Jans voorstanderen over bruidegoms twee kindeeren bij Grietje Friks, Lammert Abels en Abram Jans volle neefs. Aan bruidszijde: Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs vader en stedemoeder, Klaas Eeuwes en Frouwke Popkes halve oom en vrouw, Roelf Pieters volle oom, Jan Bartels en Berentje warners volle oom en diens vrouw, Pieter Tiaarts en Bauwke Pieters aangetr. oom en volle moei, en tenslotte Roelf Pieters, Pieter Eeuwes en Cornellis Pieters Toppen voorst anderen over de bruid en haar zuster. Uit het huwelijkscontract van Jan Kornellis' broer Focke Cornellis, later Bruins, met Nantje Pieters (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 168v, 16-2-1771) bleken zijn ouders
met
Jan Kornellis Bruins, zn. van Kornelis Fokkes en Frouke Jans, Bakker8, tr. (1), kerk.huw. te Zeerijp op 13 nov 1774 (zo) met Grietje Frikkes, geb. te Zeerijp, ovl. voor 1780 (za). Uit dit huwelijk 2 kinderen.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
Bronnen:
1. | Kerkelijke gemeente - Zeerijp, Doopboek 1739-1811, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 579 (S58249), S58249 |
2. | Begraafboek 1728-1797 Kerkelijke gemeente - Zeerijp Inventarisnummer 582, folio 2 (S21934), S21934 |
3. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520 (S20896), S20896 |
4. | Kerkeboek Eenum 1763-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 59, folio 80v (S6863), S6863 |
5. | Notulen met aantekeningen Zeerijp 1739-1770 Collectie DTB (Toegang 338) Inventarisnummer 1, folio 3 (S6861), S6861 |
6. | Begraafboek Zeerijp 1728-1797 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 582, folio 10 (S6864), S6864 |
7. | Trouwboek 1770-1811 Kerkelijke gemeente - Zeerijp Inventarisnummer 581, folio 6 (S21936), S21936 |
8. | Gemeente: Bierum, Huwelijksregister 1822, aktenummer 4 (S60086), S60086 |
9. | Trouwboek 1770-1811 Kerkelijke gemeente - Zeerijp Inventarisnummer 581, folio 3 (S21941), S21941 |
Jan Kornellis Bruins
Jan Kornellis Bruins, Bakker1.
- Vader:
Kornelis Fokkes, tr. Kornelis en Frouke worden genoemd in het huwelijksregister van Bierum 1822, aktenummer 4 met
tr. (1), kerk.huw. te Zeerijp op 13 nov 1774 (zo)
met
Grietje Frikkes, geb. te Zeerijp, ovl. voor 1780 (za).
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Frouke Jans | *1776 | Zeerijp | †1826 | Garrelsweer | 50 | 1 | 0 |
2 | Frik Jans | ~1777 | Zeerijp | | | | 0 | 0 |
tr. (2), kerk.huw. (Grietje 20 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 21 mei 1780 (zo) Aan de inschrijving van 1760 in het doopboek was, met later handschrift, toegevoegd 'Jan Bakkers vrouw'; Jan Kornellis Bruins is bakker geweest, zie ook Gemeente: Bierum, Huwelijksregister 1822, aktenummer 4
Huwelijkse voorwaarden 26-4-1780 (R.A. Fivelingo, inv.nr. 642, oud XXIII b 3, fol.169, in de Groeve onder de Zeerijp); aan bruidegomszijde Fokke Cornellis Bruins en Nantje Pieters, Jacob Cornellis Bruins en Anje Rikkerts broers en schoonzusters, Pi eter Friks, Fokke Cornellis Bruins en Allert Jans voorstanderen over bruidegoms twee kindeeren bij Grietje Friks, Lammert Abels en Abram Jans volle neefs. Aan bruidszijde: Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs vader en stedemoeder, Klaas Eeuwes en Frouwke Popkes halve oom en vrouw, Roelf Pieters volle oom, Jan Bartels en Berentje warners volle oom en diens vrouw, Pieter Tiaarts en Bauwke Pieters aangetr. oom en volle moei, en tenslotte Roelf Pieters, Pieter Eeuwes en Cornellis Pieters Toppen voorst anderen over de bruid en haar zuster. Uit het huwelijkscontract van Jan Kornellis' broer Focke Cornellis, later Bruins, met Nantje Pieters (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 168v, 16-2-1771) bleken zijn ouders
met
Grietje Pieters, dr. van Pieter Euwes en Antje Pieters Bottema, ged. te Zeerijp op 6 jan 1760 (zo)4, begr. te Zeerijp op 5 jan 1789 (ma)5.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
Bronnen:
1. | Gemeente: Bierum, Huwelijksregister 1822, aktenummer 4 (S60086), S60086 |
2. | Trouwboek 1770-1811 Kerkelijke gemeente - Zeerijp Inventarisnummer 581, folio 3 (S21941), S21941 |
3. | Trouwboek 1770-1811 Kerkelijke gemeente - Zeerijp Inventarisnummer 581, folio 6 (S21936), S21936 |
4. | Kerkelijke gemeente - Zeerijp, Doopboek 1739-1811, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 579 (S58249), S58249 |
5. | Begraafboek 1728-1797 Kerkelijke gemeente - Zeerijp Inventarisnummer 582, folio 2 (S21934), S21934 |
NN Pieters
NN Pieters, ged. te Zeerijp op 6 feb 1765 (wo)1 In een later handschrift is aan de inschrijving van de doop de naam van de moeder toegevoegd, Tietje Jacobs. Dat zal echter een vergissing zijn geweest. Gezien de vermelding in het huwelijkscontract van Grietje was ook dit kind een dochter ( misschien genaamd Aafke?) en was zij in 1780 nog in leven.
- Vader:
Pieter Euwes, zn. van Writser Eeuwes en Grietie Peters, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)2, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)3, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)3, tr. (2), kerk.huw. (39 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 23 jul 1769 (zo) met Tietje Jacobs. Uit dit huwelijk 6 kinderen. tr. (1), kerk.huw. te Westeremden Het huwelijkscontract gaf aan bruidegomszijde Jan Reinders als halfzusters man (een zoon van Aafke Jans en Reinder Hayes, gehuwd met Bouke Ewes), Jacob Gerrits sibbevoogd en neef over de minderjarige kinderen van Writzer Eeuwes en Trijntje P ieters, Roelf Pieters en Rienje Harms sibbe- en vreemde voogd over de kinderen van Writzer Eeuwes en Jantje Claasen, alsmede Focko Eeuwes (welke) neef. Aan bruidszijde Aefke Jans moeder, Roelf, Jan en Bouwke Pieters broers en zuster, Jan Reinders h alfbroeder, Eppe Joosten en Trijntje Reinders zwager en halfzuster, Focko Eeuwes en Geertje Reinders eveneens (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol. 24, 20-4-1759).
Ten tijde van het huwelijk zullen Pieter en Antje zich te Zeerijp hebben gevestigd; vanaf 1759 pachtten zij Hinkemaheerd in de Groeve aldaar (groot 70 grazen) van het Heilige-Geestgasthuis, in de stad. Hun voorganger - afgaand meier - was Pieter Me nnes eo ook dit was een verre familierelatie: hij was in 1729 enkele maanden gehuwd geweest met Nantje Reinders, een dochter van Reinder Hayes en Aafke Jans, en dus een halfzuster van Antje Pieters. Zij betaalden per jaar 300 gulden, met uiteraard een aankomend geschenk. De huur van een aanvullende vier grazen ’in de Groeve in de Zeerijp gelegen’ werd, op 1 mei 1759, van dezelfde Pieter Mennes overgenomen op een zesjarig pachtcontract; zij betaalden jaarlijk f18.18.0 aan pacht en op dat mome nt bovendien nog een afgaand- en aankomend geschenk van dezelfde grootte aan het Armhuiszittendconvent (G.A.G.rnr 43, Staatboek Armhuiszittendconvent, inv.nr. 53, fol. 14; ibid. inv.nr. 54, fol. 17). Pieter was overigens meteen al twee betalingen ten achter (G.A.G. rnr 43, Rekeningen Armhuiszittendconvent, 1759, fol. 20v; ibid, inv.nr. 55, fol. 18). Het echtpaar bleef tot het einde in de rekeningen geboekt staan, al was Pieter toen allang weduwnaar geworden en hertrouwd. Een resolutie van B & R d.d. 4 april 1788 moet de nieuwe meiers hebben geauthoriseerd: de overgang op Harmannus Jacobs en Geertien Jacobs staat in de rekening van 1789 (fol. 12) geboekt en tevens in het staatsboek.
In 1786 werd Pieter opgevolgd door Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs. Veel andere relaties had hij verder niet met het gasthuis onderhouden, alleen leverde Pieter Euwes hen in 1779 een keer twee zakken appels, voor f1.6.9 (G.A.G. rnr 53, Rekening en Heilige-Geestgasthuis, 1759, fol. 8 en 47; 1876, fol. 6 en 49; 1779, fol. 69).
Er zijn geen notities gevonden dat Pieters tweede vrouw als beklemde meierse werd ingeboekt, Antje was in 1765 gestorven en hertrouwde hij in 1769 met Tietje Jacobs. In het huwelijkscontract (R.A. Fivelingo, inv. nr. 641, oud XXIII b2, fol. 64, 30- 6-1769) getuigden aan bruidegomszijde zijn halfbroer Fokke Euwes en diens vrouw Antje Klaassen, Roelf Pieters als oom en voormond (mede voor Fokke Euwes sibbevoogd en Pieter Tjaarts vreemde voogd) over de twee voorkinderen, en Jantje Klaassen als z ijn stiefmoeder. Aan bruidszijde haar ouders Jacob Sierts en Martjen Andries, Anje Jacobs zuster, Andries Heynes en Hilje Geerts halfbroeder en vrouw, Egge Egges en Trijnje Heynes zwager en halfzuster.
Op hetzelfde moment werd ook de inventaris van de goederen opgemaakt die Pieter Euwes in de Groeve met zijn kinderen bij wijlen Anje Pieters mandelig bezat, ondertekend door Pieter Ewes vader, Roelf Pieters voormond, Fokke Eeuwes sibbevoogd, Pieter Tjaarts vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 635, oud XXIII c 1, Loppersum, blz. 254-268, 21-6/30-6-1769).
Het blijkt te betreffen een plaats met beklemming van 70 graasen land doende jaarlijks f 300 aan het Heilige-geest- of Pelstergasthuis te Groningen; met nog 4 1/4 gr. land doende aan het Armhuiszittend Gasthuis f18.18.0, getaxeerd op f3125. Daarnaa st was er een aandeel in de landerijen onder de plaats van Jan Reinders wed. tot Westeremden, mandelig met Fokke Eeuwes en cons. waarvan voor Pieter Eeuwes doende f72 huur, getaxeerd op f1800. Dan nog 1/6 deel in 15 gr. door Alle Everts tot Bierum voor f45 jaarlijks gebruikt en 1/4/ deel in 3 1/2 gr. land door Luije Derks te Garsthuizen jaarlijks voor f16.10.0 gebruikt, f100. Tenslotte huisraad, boerengerei, levendige have: 6 koeien in diverse kleuren, een gelde veerse, twee jonge ossen, ee n heukeling, 5 kalver, 2 oude peerden, 1 vijfjarige, 1 driejarige, 2 twenters, een enter vool, een oud zwijn en drie jonge dito. Moederlijk lijfstoebehoren met (weinig) zilver en goud; een zilveren beker gemerkt P.H. S.B. 1710 (= Pieter Harmens en Sybrich Berents), 6 lepels, en een kop gemerkt F.E. B.R. (= Focke Eeuwes en Bouke Reinders).
Aan schulden was er: f600 landhuur, obligatie aan Fokke Ewes f700, aan Pieter Jans Box f1000, aan Klaas Ewes ’als pupille gelt’ f70, en verder nog wat kleinere schulden. Profijtelijke staat f6685.18.4, schadelijke staat f2871.17.0, rest f3814.1.3.
Zij leenden in 1775 f300 van Cornellis Pieters Toppen op Jukema te Zeerijp (deze is later ook vreemde voogd over de twee voordochters) (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 216, 27-5-1775), en in 1781 bekende Pieter Eeuwes mede voor zijn vrouw Tietje Jacobs schuldig te zijn aan hun kinderen Jan Kornelis Bruins en Grietje Pieters ehel. f555 a 4 % wegens opgeschotene penningen, boekschulden en renten, en meerder ontvang volgens rekening en overlevering van heden, blijvende de afkoop sbrief nopens het kapitaal in volle waarde (R.A. Fivelingo, inv.nr. 643, oud XXIII b 4, fol. 72, Loppersum, 30-8-1781). Of dit alles een voorbode van slechte tijden was, is niet zeker; zij bleven nog tot 1786 op de boerderij woonachtig. Daarna gera akten zij echter wel ’onder de macht van hun creditoren’. Genoemde Cornellis Pieters Toppen, der wedman Jan Fiebens en de wedman Jacob Lues als gevolmachtigden van Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs hadden op 10 jan. 1786 de boerderij verkocht aan Harm annus Jacobs en Geertje Jacobs (R.A. Fivelingo, inv.nr. 924, oud XXVI b 3, blz. 70, Zeerijp, 15-8-1787). Het betrof een boerenplaats met de beklemming van 70 gr. land ’in de Groev’ (doende tot vaste huur f300 aan het Heilige-Geestgasthuis in de sta d), alsmede 2 banken en 2 graven in de kerk van Zeerijp. In de tussenliggende anderhalf jaar waren er ’enige discrepanties ontstaan nopende de beklemming’ en daarom werd toen de prijs, met toestemming der creditoren van het echtpaar, met f150 verla agd. De kopers voldeden toen eerst f2692.
Wat er daarna met het gezin gebeurde is moeilijk na te gaan. De dochter uit het eerste huwelijk werd enkel Grietje Pieters genoemd; de zoon uit het tweede huwelijk heette Wrister Euwes Bottema, en de dochter Bouwke ook. Volgens de overlijdensakte v an laatstgenoemde (pas in 1862!) zijn haar beide ouders - Pieter Ywes Bottema en Tytje Jacobs - te Zeerijp overleden met
Bronnen:
Wrister Eeuwes Boddema
Wrister Eeuwes Boddema, ged. te Zeerijp op 22 jun 1770 (vr)1, Timmerman, ovl. (65 jaar oud uitgaande van doop) te Oldenzijl op 1 okt 1835 (do)2.
Aantekeningen Wrister Eeuwes Boddema.
Tijdens het eerste huwelijk woonden de ouders te Zijldijk; de kinderen werden in ’t Zandt gedoopt. Zij kochtten op 27 mei 1786 (R.A. Fivelingo, inv.nr. 549, oud XXIV d 3, ’t Zandt, fol. 144) van Klaas Sebes en Beerent Engelberts (optredende namens de erfgenamen van Bregtje Olgerts wed. Jan Klaassen) een behuizing met de beklemming van het heem op Zijldijk onder ’t Zandt, doende aan Pieter Harms jaarlijks f 4.10.0 tot grondpacht. Deze behuizing was reeds in juli 1795 aanvaard; de prijs was f 296, reeds voldaan was f 146.
Uit 1805 dateert een inventaris van de goederen van Writser Euwes en zijn overleden huisvrouw Jantje Jacobs (R.A. Hunsingo, inv.nr. 1075, oud LVII p 3, Onderdendam, blz. 178-185, 2-11/16-11-1805). Het was geen grote boedel: een behuizing (binnenhui s en achterhuis) op de Meden het Princehof genaamd, getxeerd op F 425; verder alleen huisraad. Voordelige staat f 314.6.2, voor de drie minderjarige kinderen f 157.3.1. Scheiding en afkoop werd gemaakt met Here Ottes voormond, Michiel Harms sibbe e n harm Pieters vreemde voogd. Ondanks de weinige bezittingen werd er toch een huwelijkscontract van het tweede huwelijk opgemaakt (R.A. Husingo, inv. nr. 1051, oud LVII b 1, fol 351, Onderdendam, 16-11-1805).
- Vader:
Pieter Euwes, zn. van Writser Eeuwes en Grietie Peters, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)3, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)4, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)4, tr. (1) met Antje Pieters Bottema. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (2), kerk.huw. (39 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 23 jul 1769 (zo) met
tr. (1), kerk.huw. (resp. 25 uitgaande van doop en 22 jaar oud uitgaande van doop) te 't Zandt op 29 nov 1795 (zo)
met
Jantjen Jacobs, dr. van Jacob Jans en Anje Mennes, geb. te Zijldijk Waarschijnlijk zijn Jacob Jans en Anje Mennes de ouders van Jantje. Jantje is net als haar kinderen geboren op Zijldijk terwijl haar man Wrister van Zeerijp komt, ged. te 't Zandt op 8 mei 1773 (za)8, ovl. (hoogstens 32 jaar oud uitgaande van doop) voor 1805 (di).
Uit dit huwelijk 3 zonen:
tr. (2), kerk.huw. (resp. 35 uitgaande van doop en 27 jaar oud uitgaande van doop) te Uithuizermeeden op 1 dec 1805 (zo) Akten van huwelijkse voorwaarden, testamenten en afkopen 1803-1806
Bron: Registraties vóór 1811 Soort registratie: Huw. contract (Akte)datum: 16-11-1805 Plaats: Onderdendam
Folionummer: 351
Bruid
Lijsbet Klasens
Bruidegom
Writzer Eewes
Bruids zijde
Jan Klaasen - broer
Jan Alders - zwager
Bruidegoms zijde
Heere Ottes - voormond
Michiel Harms - sibbe voogd
Harm Pieters - vreemde voogd
met
Lijzabeth Klasen Bolt, dr. van Klaas Jans Bolt en Anje Jans, ged. te Spijk op 5 mei 1778 (di), Dagloonster, ovl. (80 jaar oud uitgaande van doop) te Oldenzijl op 8 dec 1858 (wo)10.
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
Bronnen:
1. | Doopboek Zeerijp 1739-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 579 (S1881), S1881 |
2. | Overlijdensregister Uithuizermeeden 1835 Aktenummer 35 (S6866), S6866 |
3. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520 (S20896), S20896 |
4. | Kerkeboek Eenum 1763-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 59, folio 80v (S6863), S6863 |
5. | Begraafboek Zeerijp 1728-1797 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 582, folio 10 (S6864), S6864 |
6. | Notulen met aantekeningen Zeerijp 1739-1770 Collectie DTB (Toegang 338) Inventarisnummer 1, folio 3 (S6861), S6861 |
7. | Trouwboek 't Zandt 1777-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 575, folio 10v (S6869), S6869 |
8. | Doopboek 1761-1775 Kerkelijke gemeente - 't Zandt Inventarisnummer 573 (S8769), S8769 |
9. | Doop- en trouwboek Uithuizermeeden 1670-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 458, folio 334 (S1975), S1975 |
10. | Overlijdensregister Uithuizermeeden 1858 Aktenummer 109 (S6877), S6877 |
Martje Pieters Bottema
Martje Pieters Bottema, ged. te Zeerijp op 14 mrt 1773 (zo)1, begr. te Godlinze op 7 apr 1808 (do)2.
- Vader:
Pieter Euwes, zn. van Writser Eeuwes en Grietie Peters, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)3, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)4, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)4, tr. (1), kerk.huw. te Westeremden Het huwelijkscontract gaf aan bruidegomszijde Jan Reinders als halfzusters man (een zoon van Aafke Jans en Reinder Hayes, gehuwd met Bouke Ewes), Jacob Gerrits sibbevoogd en neef over de minderjarige kinderen van Writzer Eeuwes en Trijntje P ieters, Roelf Pieters en Rienje Harms sibbe- en vreemde voogd over de kinderen van Writzer Eeuwes en Jantje Claasen, alsmede Focko Eeuwes (welke) neef. Aan bruidszijde Aefke Jans moeder, Roelf, Jan en Bouwke Pieters broers en zuster, Jan Reinders h alfbroeder, Eppe Joosten en Trijntje Reinders zwager en halfzuster, Focko Eeuwes en Geertje Reinders eveneens (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol. 24, 20-4-1759).
Ten tijde van het huwelijk zullen Pieter en Antje zich te Zeerijp hebben gevestigd; vanaf 1759 pachtten zij Hinkemaheerd in de Groeve aldaar (groot 70 grazen) van het Heilige-Geestgasthuis, in de stad. Hun voorganger - afgaand meier - was Pieter Me nnes eo ook dit was een verre familierelatie: hij was in 1729 enkele maanden gehuwd geweest met Nantje Reinders, een dochter van Reinder Hayes en Aafke Jans, en dus een halfzuster van Antje Pieters. Zij betaalden per jaar 300 gulden, met uiteraard een aankomend geschenk. De huur van een aanvullende vier grazen ’in de Groeve in de Zeerijp gelegen’ werd, op 1 mei 1759, van dezelfde Pieter Mennes overgenomen op een zesjarig pachtcontract; zij betaalden jaarlijk f18.18.0 aan pacht en op dat mome nt bovendien nog een afgaand- en aankomend geschenk van dezelfde grootte aan het Armhuiszittendconvent (G.A.G.rnr 43, Staatboek Armhuiszittendconvent, inv.nr. 53, fol. 14; ibid. inv.nr. 54, fol. 17). Pieter was overigens meteen al twee betalingen ten achter (G.A.G. rnr 43, Rekeningen Armhuiszittendconvent, 1759, fol. 20v; ibid, inv.nr. 55, fol. 18). Het echtpaar bleef tot het einde in de rekeningen geboekt staan, al was Pieter toen allang weduwnaar geworden en hertrouwd. Een resolutie van B & R d.d. 4 april 1788 moet de nieuwe meiers hebben geauthoriseerd: de overgang op Harmannus Jacobs en Geertien Jacobs staat in de rekening van 1789 (fol. 12) geboekt en tevens in het staatsboek.
In 1786 werd Pieter opgevolgd door Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs. Veel andere relaties had hij verder niet met het gasthuis onderhouden, alleen leverde Pieter Euwes hen in 1779 een keer twee zakken appels, voor f1.6.9 (G.A.G. rnr 53, Rekening en Heilige-Geestgasthuis, 1759, fol. 8 en 47; 1876, fol. 6 en 49; 1779, fol. 69).
Er zijn geen notities gevonden dat Pieters tweede vrouw als beklemde meierse werd ingeboekt, Antje was in 1765 gestorven en hertrouwde hij in 1769 met Tietje Jacobs. In het huwelijkscontract (R.A. Fivelingo, inv. nr. 641, oud XXIII b2, fol. 64, 30- 6-1769) getuigden aan bruidegomszijde zijn halfbroer Fokke Euwes en diens vrouw Antje Klaassen, Roelf Pieters als oom en voormond (mede voor Fokke Euwes sibbevoogd en Pieter Tjaarts vreemde voogd) over de twee voorkinderen, en Jantje Klaassen als z ijn stiefmoeder. Aan bruidszijde haar ouders Jacob Sierts en Martjen Andries, Anje Jacobs zuster, Andries Heynes en Hilje Geerts halfbroeder en vrouw, Egge Egges en Trijnje Heynes zwager en halfzuster.
Op hetzelfde moment werd ook de inventaris van de goederen opgemaakt die Pieter Euwes in de Groeve met zijn kinderen bij wijlen Anje Pieters mandelig bezat, ondertekend door Pieter Ewes vader, Roelf Pieters voormond, Fokke Eeuwes sibbevoogd, Pieter Tjaarts vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 635, oud XXIII c 1, Loppersum, blz. 254-268, 21-6/30-6-1769).
Het blijkt te betreffen een plaats met beklemming van 70 graasen land doende jaarlijks f 300 aan het Heilige-geest- of Pelstergasthuis te Groningen; met nog 4 1/4 gr. land doende aan het Armhuiszittend Gasthuis f18.18.0, getaxeerd op f3125. Daarnaa st was er een aandeel in de landerijen onder de plaats van Jan Reinders wed. tot Westeremden, mandelig met Fokke Eeuwes en cons. waarvan voor Pieter Eeuwes doende f72 huur, getaxeerd op f1800. Dan nog 1/6 deel in 15 gr. door Alle Everts tot Bierum voor f45 jaarlijks gebruikt en 1/4/ deel in 3 1/2 gr. land door Luije Derks te Garsthuizen jaarlijks voor f16.10.0 gebruikt, f100. Tenslotte huisraad, boerengerei, levendige have: 6 koeien in diverse kleuren, een gelde veerse, twee jonge ossen, ee n heukeling, 5 kalver, 2 oude peerden, 1 vijfjarige, 1 driejarige, 2 twenters, een enter vool, een oud zwijn en drie jonge dito. Moederlijk lijfstoebehoren met (weinig) zilver en goud; een zilveren beker gemerkt P.H. S.B. 1710 (= Pieter Harmens en Sybrich Berents), 6 lepels, en een kop gemerkt F.E. B.R. (= Focke Eeuwes en Bouke Reinders).
Aan schulden was er: f600 landhuur, obligatie aan Fokke Ewes f700, aan Pieter Jans Box f1000, aan Klaas Ewes ’als pupille gelt’ f70, en verder nog wat kleinere schulden. Profijtelijke staat f6685.18.4, schadelijke staat f2871.17.0, rest f3814.1.3.
Zij leenden in 1775 f300 van Cornellis Pieters Toppen op Jukema te Zeerijp (deze is later ook vreemde voogd over de twee voordochters) (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 216, 27-5-1775), en in 1781 bekende Pieter Eeuwes mede voor zijn vrouw Tietje Jacobs schuldig te zijn aan hun kinderen Jan Kornelis Bruins en Grietje Pieters ehel. f555 a 4 % wegens opgeschotene penningen, boekschulden en renten, en meerder ontvang volgens rekening en overlevering van heden, blijvende de afkoop sbrief nopens het kapitaal in volle waarde (R.A. Fivelingo, inv.nr. 643, oud XXIII b 4, fol. 72, Loppersum, 30-8-1781). Of dit alles een voorbode van slechte tijden was, is niet zeker; zij bleven nog tot 1786 op de boerderij woonachtig. Daarna gera akten zij echter wel ’onder de macht van hun creditoren’. Genoemde Cornellis Pieters Toppen, der wedman Jan Fiebens en de wedman Jacob Lues als gevolmachtigden van Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs hadden op 10 jan. 1786 de boerderij verkocht aan Harm annus Jacobs en Geertje Jacobs (R.A. Fivelingo, inv.nr. 924, oud XXVI b 3, blz. 70, Zeerijp, 15-8-1787). Het betrof een boerenplaats met de beklemming van 70 gr. land ’in de Groev’ (doende tot vaste huur f300 aan het Heilige-Geestgasthuis in de sta d), alsmede 2 banken en 2 graven in de kerk van Zeerijp. In de tussenliggende anderhalf jaar waren er ’enige discrepanties ontstaan nopende de beklemming’ en daarom werd toen de prijs, met toestemming der creditoren van het echtpaar, met f150 verla agd. De kopers voldeden toen eerst f2692.
Wat er daarna met het gezin gebeurde is moeilijk na te gaan. De dochter uit het eerste huwelijk werd enkel Grietje Pieters genoemd; de zoon uit het tweede huwelijk heette Wrister Euwes Bottema, en de dochter Bouwke ook. Volgens de overlijdensakte v an laatstgenoemde (pas in 1862!) zijn haar beide ouders - Pieter Ywes Bottema en Tytje Jacobs - te Zeerijp overleden met Antje Pieters Bottema. Uit dit huwelijk 2 dochters. tr. (2), kerk.huw. (39 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 23 jul 1769 (zo) met
Bronnen:
1. | Doopboek Zeerijp 1739-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 579 (S1881), S1881 |
2. | Begravenen 1806-1813 Kerkelijke gemeente - Godlinze Inventarisnummer 98, folio 11 (S22210), S22210 |
3. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520 (S20896), S20896 |
4. | Kerkeboek Eenum 1763-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 59, folio 80v (S6863), S6863 |
5. | Begraafboek Zeerijp 1728-1797 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 582, folio 10 (S6864), S6864 |
6. | Notulen met aantekeningen Zeerijp 1739-1770 Collectie DTB (Toegang 338) Inventarisnummer 1, folio 3 (S6861), S6861 |
Bouke Pieters Bottema
Bouke Pieters Bottema, geb. te Zeerijp op 23 jun 1776 (zo), ovl. (hoogstens 2 jaar oud) voor 1778 (do).
- Vader:
Pieter Euwes, zn. van Writser Eeuwes en Grietie Peters, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)1, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)2, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)2, tr. (1), kerk.huw. te Westeremden Het huwelijkscontract gaf aan bruidegomszijde Jan Reinders als halfzusters man (een zoon van Aafke Jans en Reinder Hayes, gehuwd met Bouke Ewes), Jacob Gerrits sibbevoogd en neef over de minderjarige kinderen van Writzer Eeuwes en Trijntje P ieters, Roelf Pieters en Rienje Harms sibbe- en vreemde voogd over de kinderen van Writzer Eeuwes en Jantje Claasen, alsmede Focko Eeuwes (welke) neef. Aan bruidszijde Aefke Jans moeder, Roelf, Jan en Bouwke Pieters broers en zuster, Jan Reinders h alfbroeder, Eppe Joosten en Trijntje Reinders zwager en halfzuster, Focko Eeuwes en Geertje Reinders eveneens (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol. 24, 20-4-1759).
Ten tijde van het huwelijk zullen Pieter en Antje zich te Zeerijp hebben gevestigd; vanaf 1759 pachtten zij Hinkemaheerd in de Groeve aldaar (groot 70 grazen) van het Heilige-Geestgasthuis, in de stad. Hun voorganger - afgaand meier - was Pieter Me nnes eo ook dit was een verre familierelatie: hij was in 1729 enkele maanden gehuwd geweest met Nantje Reinders, een dochter van Reinder Hayes en Aafke Jans, en dus een halfzuster van Antje Pieters. Zij betaalden per jaar 300 gulden, met uiteraard een aankomend geschenk. De huur van een aanvullende vier grazen ’in de Groeve in de Zeerijp gelegen’ werd, op 1 mei 1759, van dezelfde Pieter Mennes overgenomen op een zesjarig pachtcontract; zij betaalden jaarlijk f18.18.0 aan pacht en op dat mome nt bovendien nog een afgaand- en aankomend geschenk van dezelfde grootte aan het Armhuiszittendconvent (G.A.G.rnr 43, Staatboek Armhuiszittendconvent, inv.nr. 53, fol. 14; ibid. inv.nr. 54, fol. 17). Pieter was overigens meteen al twee betalingen ten achter (G.A.G. rnr 43, Rekeningen Armhuiszittendconvent, 1759, fol. 20v; ibid, inv.nr. 55, fol. 18). Het echtpaar bleef tot het einde in de rekeningen geboekt staan, al was Pieter toen allang weduwnaar geworden en hertrouwd. Een resolutie van B & R d.d. 4 april 1788 moet de nieuwe meiers hebben geauthoriseerd: de overgang op Harmannus Jacobs en Geertien Jacobs staat in de rekening van 1789 (fol. 12) geboekt en tevens in het staatsboek.
In 1786 werd Pieter opgevolgd door Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs. Veel andere relaties had hij verder niet met het gasthuis onderhouden, alleen leverde Pieter Euwes hen in 1779 een keer twee zakken appels, voor f1.6.9 (G.A.G. rnr 53, Rekening en Heilige-Geestgasthuis, 1759, fol. 8 en 47; 1876, fol. 6 en 49; 1779, fol. 69).
Er zijn geen notities gevonden dat Pieters tweede vrouw als beklemde meierse werd ingeboekt, Antje was in 1765 gestorven en hertrouwde hij in 1769 met Tietje Jacobs. In het huwelijkscontract (R.A. Fivelingo, inv. nr. 641, oud XXIII b2, fol. 64, 30- 6-1769) getuigden aan bruidegomszijde zijn halfbroer Fokke Euwes en diens vrouw Antje Klaassen, Roelf Pieters als oom en voormond (mede voor Fokke Euwes sibbevoogd en Pieter Tjaarts vreemde voogd) over de twee voorkinderen, en Jantje Klaassen als z ijn stiefmoeder. Aan bruidszijde haar ouders Jacob Sierts en Martjen Andries, Anje Jacobs zuster, Andries Heynes en Hilje Geerts halfbroeder en vrouw, Egge Egges en Trijnje Heynes zwager en halfzuster.
Op hetzelfde moment werd ook de inventaris van de goederen opgemaakt die Pieter Euwes in de Groeve met zijn kinderen bij wijlen Anje Pieters mandelig bezat, ondertekend door Pieter Ewes vader, Roelf Pieters voormond, Fokke Eeuwes sibbevoogd, Pieter Tjaarts vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 635, oud XXIII c 1, Loppersum, blz. 254-268, 21-6/30-6-1769).
Het blijkt te betreffen een plaats met beklemming van 70 graasen land doende jaarlijks f 300 aan het Heilige-geest- of Pelstergasthuis te Groningen; met nog 4 1/4 gr. land doende aan het Armhuiszittend Gasthuis f18.18.0, getaxeerd op f3125. Daarnaa st was er een aandeel in de landerijen onder de plaats van Jan Reinders wed. tot Westeremden, mandelig met Fokke Eeuwes en cons. waarvan voor Pieter Eeuwes doende f72 huur, getaxeerd op f1800. Dan nog 1/6 deel in 15 gr. door Alle Everts tot Bierum voor f45 jaarlijks gebruikt en 1/4/ deel in 3 1/2 gr. land door Luije Derks te Garsthuizen jaarlijks voor f16.10.0 gebruikt, f100. Tenslotte huisraad, boerengerei, levendige have: 6 koeien in diverse kleuren, een gelde veerse, twee jonge ossen, ee n heukeling, 5 kalver, 2 oude peerden, 1 vijfjarige, 1 driejarige, 2 twenters, een enter vool, een oud zwijn en drie jonge dito. Moederlijk lijfstoebehoren met (weinig) zilver en goud; een zilveren beker gemerkt P.H. S.B. 1710 (= Pieter Harmens en Sybrich Berents), 6 lepels, en een kop gemerkt F.E. B.R. (= Focke Eeuwes en Bouke Reinders).
Aan schulden was er: f600 landhuur, obligatie aan Fokke Ewes f700, aan Pieter Jans Box f1000, aan Klaas Ewes ’als pupille gelt’ f70, en verder nog wat kleinere schulden. Profijtelijke staat f6685.18.4, schadelijke staat f2871.17.0, rest f3814.1.3.
Zij leenden in 1775 f300 van Cornellis Pieters Toppen op Jukema te Zeerijp (deze is later ook vreemde voogd over de twee voordochters) (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 216, 27-5-1775), en in 1781 bekende Pieter Eeuwes mede voor zijn vrouw Tietje Jacobs schuldig te zijn aan hun kinderen Jan Kornelis Bruins en Grietje Pieters ehel. f555 a 4 % wegens opgeschotene penningen, boekschulden en renten, en meerder ontvang volgens rekening en overlevering van heden, blijvende de afkoop sbrief nopens het kapitaal in volle waarde (R.A. Fivelingo, inv.nr. 643, oud XXIII b 4, fol. 72, Loppersum, 30-8-1781). Of dit alles een voorbode van slechte tijden was, is niet zeker; zij bleven nog tot 1786 op de boerderij woonachtig. Daarna gera akten zij echter wel ’onder de macht van hun creditoren’. Genoemde Cornellis Pieters Toppen, der wedman Jan Fiebens en de wedman Jacob Lues als gevolmachtigden van Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs hadden op 10 jan. 1786 de boerderij verkocht aan Harm annus Jacobs en Geertje Jacobs (R.A. Fivelingo, inv.nr. 924, oud XXVI b 3, blz. 70, Zeerijp, 15-8-1787). Het betrof een boerenplaats met de beklemming van 70 gr. land ’in de Groev’ (doende tot vaste huur f300 aan het Heilige-Geestgasthuis in de sta d), alsmede 2 banken en 2 graven in de kerk van Zeerijp. In de tussenliggende anderhalf jaar waren er ’enige discrepanties ontstaan nopende de beklemming’ en daarom werd toen de prijs, met toestemming der creditoren van het echtpaar, met f150 verla agd. De kopers voldeden toen eerst f2692.
Wat er daarna met het gezin gebeurde is moeilijk na te gaan. De dochter uit het eerste huwelijk werd enkel Grietje Pieters genoemd; de zoon uit het tweede huwelijk heette Wrister Euwes Bottema, en de dochter Bouwke ook. Volgens de overlijdensakte v an laatstgenoemde (pas in 1862!) zijn haar beide ouders - Pieter Ywes Bottema en Tytje Jacobs - te Zeerijp overleden met Antje Pieters Bottema. Uit dit huwelijk 2 dochters. tr. (2), kerk.huw. (39 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 23 jul 1769 (zo) met
Bronnen:
Baauwke Pieters Bottema
Baauwke Pieters Bottema, ged. te Zeerijp op 5 jul 1778 (zo)1, ovl. (84 jaar oud uitgaande van doop) te Wirdum op 19 dec 1862 (vr)2.
- Vader:
Pieter Euwes, zn. van Writser Eeuwes en Grietie Peters, ged. te Westeremden op 30 apr 1730 (zo)3, Landbouwer te Zeerijp op Hinkemaheerd, ovl. (57 jaar oud uitgaande van doop) te Eenum op 2 feb 1788 (za)4, begr. te Eenum op 8 feb 1788 (vr)4, tr. (1), kerk.huw. te Westeremden Het huwelijkscontract gaf aan bruidegomszijde Jan Reinders als halfzusters man (een zoon van Aafke Jans en Reinder Hayes, gehuwd met Bouke Ewes), Jacob Gerrits sibbevoogd en neef over de minderjarige kinderen van Writzer Eeuwes en Trijntje P ieters, Roelf Pieters en Rienje Harms sibbe- en vreemde voogd over de kinderen van Writzer Eeuwes en Jantje Claasen, alsmede Focko Eeuwes (welke) neef. Aan bruidszijde Aefke Jans moeder, Roelf, Jan en Bouwke Pieters broers en zuster, Jan Reinders h alfbroeder, Eppe Joosten en Trijntje Reinders zwager en halfzuster, Focko Eeuwes en Geertje Reinders eveneens (R.A. Fivelingo, inv.nr. 790, oud XXII b 2, fol. 24, 20-4-1759).
Ten tijde van het huwelijk zullen Pieter en Antje zich te Zeerijp hebben gevestigd; vanaf 1759 pachtten zij Hinkemaheerd in de Groeve aldaar (groot 70 grazen) van het Heilige-Geestgasthuis, in de stad. Hun voorganger - afgaand meier - was Pieter Me nnes eo ook dit was een verre familierelatie: hij was in 1729 enkele maanden gehuwd geweest met Nantje Reinders, een dochter van Reinder Hayes en Aafke Jans, en dus een halfzuster van Antje Pieters. Zij betaalden per jaar 300 gulden, met uiteraard een aankomend geschenk. De huur van een aanvullende vier grazen ’in de Groeve in de Zeerijp gelegen’ werd, op 1 mei 1759, van dezelfde Pieter Mennes overgenomen op een zesjarig pachtcontract; zij betaalden jaarlijk f18.18.0 aan pacht en op dat mome nt bovendien nog een afgaand- en aankomend geschenk van dezelfde grootte aan het Armhuiszittendconvent (G.A.G,rnr 43, Staatboek Armhuiszittendconvent, inv.nr. 53, fol. 14; ibid, inv.nr. 54, fol. 17). Pieter was overigens meteen al twee betalingen ten achter (G.A.G, rnr 43, Rekeningen Armhuiszittendconvent, 1759, fol. 20v; ibid, inv.nr. 55, fol. 18). Het echtpaar bleef tot het einde in de rekeningen geboekt staan, al was Pieter toen allang weduwnaar geworden en hertrouwd. Een resolutie van B & R d.d. 4 april 1788 moet de nieuwe meiers hebben geauthoriseerd: de overgang op Harmannus Jacobs en Geertien Jacobs staat in de rekening van 1789 (fol. 12) geboekt en tevens in het staatsboek.
In 1786 werd Pieter opgevolgd door Harmannus Jacobs en Geertje Jacobs. Veel andere relaties had hij verder niet met het gasthuis onderhouden, alleen leverde Pieter Euwes hen in 1779 een keer twee zakken appels, voor f1.6.9 (G.A.G, rnr 53, Rekening en Heilige-Geestgasthuis, 1759, fol. 8 en 47; 1876, fol. 6 en 49; 1779, fol. 69).
Er zijn geen notities gevonden dat Pieters tweede vrouw als beklemde meierse werd ingeboekt, Antje was in 1765 gestorven en hertrouwde hij in 1769 met Tietje Jacobs. In het huwelijkscontract (R.A. Fivelingo, inv. nr. 641, oud XXIII b2, fol. 64, 30- 6-1769) getuigden aan bruidegomszijde zijn halfbroer Fokke Euwes en diens vrouw Antje Klaassen, Roelf Pieters als oom en voormond (mede voor Fokke Euwes sibbevoogd en Pieter Tjaarts vreemde voogd) over de twee voorkinderen, en Jantje Klaassen als z ijn stiefmoeder. Aan bruidszijde haar ouders Jacob Sierts en Martjen Andries, Anje Jacobs zuster, Andries Heynes en Hilje Geerts halfbroeder en vrouw, Egge Egges en Trijnje Heynes zwager en halfzuster.
Op hetzelfde moment werd ook de inventaris van de goederen opgemaakt die Pieter Euwes in de Groeve met zijn kinderen bij wijlen Anje Pieters mandelig bezat, ondertekend door Pieter Ewes vader, Roelf Pieters voormond, Fokke Eeuwes sibbevoogd, Pieter Tjaarts vreemde voogd (R.A. Fivelingo, inv.nr. 635, oud XXIII c 1, Loppersum, blz. 254-268, 21-6/30-6-1769).
Het blijkt te betreffen een plaats met beklemming van 70 graasen land doende jaarlijks f 300 aan het Heilige-geest- of Pelstergasthuis te Groningen; met nog 4 1/4 gr. land doende aan het Armhuiszittend Gasthuis f18.18.0, getaxeerd op f3125. Daarnaa st was er een aandeel in de landerijen onder de plaats van Jan Reinders wed. tot Westeremden, mandelig met Fokke Eeuwes en cons. waarvan voor Pieter Eeuwes doende f72 huur, getaxeerd op f1800. Dan nog 1/6 deel in 15 gr. door Alle Everts tot Bierum voor f45 jaarlijks gebruikt en 1/4/ deel in 3 1/2 gr. land door Luije Derks te Garsthuizen jaarlijks voor f16.10.0 gebruikt, f100. Tenslotte huisraad, boerengerei, levendige have: 6 koeien in diverse kleuren, een gelde veerse, twee jonge ossen, ee n heukeling, 5 kalver, 2 oude peerden, 1 vijfjarige, 1 driejarige, 2 twenters, een enter vool, een oud zwijn en drie jonge dito. Moederlijk lijfstoebehoren met (weinig) zilver en goud; een zilveren beker gemerkt P.H. S.B. 1710 (= Pieter Harmens en Sybrich Berents), 6 lepels, en een kop gemerkt F.E. B.R. (= Focke Eeuwes en Bouke Reinders).
Aan schulden was er: f600 landhuur, obligatie aan Fokke Ewes f700, aan Pieter Jans Box f1000, aan Klaas Ewes ’als pupille gelt’ f70, en verder nog wat kleinere schulden. Profijtelijke staat f6685.18.4, schadelijke staat f2871.17.0, rest f3814.1.3.
Zij leenden in 1775 f300 van Cornellis Pieters Toppen op Jukema te Zeerijp (deze is later ook vreemde voogd over de twee voordochters) (R.A. Fivelingo, inv.nr. 547, oud XXIV d 1, fol. 216, 27-5-1775), en in 1781 bekende Pieter Eeuwes mede voor zijn vrouw Tietje Jacobs schuldig te zijn aan hun kinderen Jan Kornelis Bruins en Grietje Pieters ehel. f555 a 4 % wegens opgeschotene penningen, boekschulden en renten, en meerder ontvang volgens rekening en overlevering van heden, blijvende de afkoop sbrief nopens het kapitaal in volle waarde (R.A. Fivelingo, inv.nr. 643, oud XXIII b 4, fol. 72, Loppersum, 30-8-1781). Of dit alles een voorbode van slechte tijden was, is niet zeker; zij bleven nog tot 1786 op de boerderij woonachtig. Daarna gera akten zij echter wel ’onder de macht van hun creditoren’. Genoemde Cornellis Pieters Toppen, der wedman Jan Fiebens en de wedman Jacob Lues als gevolmachtigden van Pieter Eeuwes en Tietje Jacobs hadden op 10 jan. 1786 de boerderij verkocht aan Harm annus Jacobs en Geertje Jacobs (R.A. Fivelingo, inv.nr. 924, oud XXVI b 3, blz. 70, Zeerijp, 15-8-1787). Het betrof een boerenplaats met de beklemming van 70 gr. land ’in de Groev’ (doende tot vaste huur f300 aan het Heilige-Geestgasthuis in de sta d), alsmede 2 banken en 2 graven in de kerk van Zeerijp. In de tussenliggende anderhalf jaar waren er ’enige discrepanties ontstaan nopende de beklemming’ en daarom werd toen de prijs, met toestemming der creditoren van het echtpaar, met f150 verla agd. De kopers voldeden toen eerst f2692.
Wat er daarna met het gezin gebeurde is moeilijk na te gaan. De dochter uit het eerste huwelijk werd enkel Grietje Pieters genoemd; de zoon uit het tweede huwelijk heette Wrister Euwes Bottema, en de dochter Bouwke ook. Volgens de overlijdensakte v an laatstgenoemde (pas in 1862!) zijn haar beide ouders - Pieter Ywes Bottema en Tytje Jacobs - te Zeerijp overleden met Antje Pieters Bottema. Uit dit huwelijk 2 dochters, tr. (2), kerk.huw. (39 jaar oud uitgaande van doop) te Zeerijp op 23 jul 1769 (zo) met
tr. (resp. 30 uitgaande van doop en 41 jaar oud uitgaande van doop) te Leermens op 24 jul 1808 (zo)
met
Evert Pieters Balkema, zn. van Pieter Berends Balkema en Trijntje Sibolts, ged. te Tjamsweer op 22 mrt 1767 (zo), Landbouwer, ovl. (78 jaar oud uitgaande van doop) te Wirdum op 15 jan 1846 (do)8.
Uit dit huwelijk een zoon:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Pieter Everts | *1810 | Leermens | †1892 | Wirdum | 81 | 3 | 2 |
Bronnen:
1. | Doopboek Zeerijp 1739-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 579 (S1881), S1881 |
2. | Overlijdensregister Loppersum 1862 Aktenummer 73 (S6885), S6885 |
3. | Doop- en trouwboek 1683-1731 Kerkelijke gemeente - Westeremden Inventarisnummer 520 (S20896), S20896 |
4. | Kerkeboek Eenum 1763-1811 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 59, folio 80v (S6863), S6863 |
5. | Begraafboek Zeerijp 1728-1797 Collectie DTB (Toegang 124) Inventarisnummer 582, folio 10 (S6864), S6864 |
6. | Notulen met aantekeningen Zeerijp 1739-1770 Collectie DTB (Toegang 338) Inventarisnummer 1, folio 3 (S6861), S6861 |
7. | Kerkeboek 1726-1811 Kerkelijke gemeente - Leermens Inventarisnummer 254, folio 135 (S22212), S22212 |
8. | Overlijdensregister Loppersum 1846 Aktenummer 5 (S6884), S6884 |
Jantjen Jacobs
Jantjen Jacobs, geb. te Zijldijk Waarschijnlijk zijn Jacob Jans en Anje Mennes de ouders van Jantje. Jantje is net als haar kinderen geboren op Zijldijk terwijl haar man Wrister van Zeerijp komt, ged. te 't Zandt op 8 mei 1773 (za)1, ovl. (hoogstens 32 jaar oud uitgaande van doop) voor 1805 (di).
tr, kerk.huw. (resp. 22 uitgaande van doop en 25 jaar oud uitgaande van doop) te 't Zandt op 29 nov 1795 (zo)
met
Wrister Eeuwes Boddema, zn. van Pieter Euwes en Tietje Jacobs, ged. te Zeerijp op 22 jun 1770 (vr)3, Timmerman, ovl. (65 jaar oud uitgaande van doop) te Oldenzijl op 1 okt 1835 (do)4, tr. (2) met Lijzabeth Klasen Bolt. Uit dit huwelijk 7 kinderen.
Aantekeningen Wrister Eeuwes Boddema.
Tijdens het eerste huwelijk woonden de ouders te Zijldijk; de kinderen werden in ’t Zandt gedoopt. Zij kochtten op 27 mei 1786 (R.A. Fivelingo, inv.nr. 549, oud XXIV d 3, ’t Zandt, fol. 144) van Klaas Sebes en Beerent Engelberts (optredende namens de erfgenamen van Bregtje Olgerts wed. Jan Klaassen) een behuizing met de beklemming van het heem op Zijldijk onder ’t Zandt, doende aan Pieter Harms jaarlijks f 4.10.0 tot grondpacht. Deze behuizing was reeds in juli 1795 aanvaard; de prijs was f 296, reeds voldaan was f 146.
Uit 1805 dateert een inventaris van de goederen van Writser Euwes en zijn overleden huisvrouw Jantje Jacobs (R.A. Hunsingo, inv.nr. 1075, oud LVII p 3, Onderdendam, blz. 178-185, 2-11/16-11-1805). Het was geen grote boedel: een behuizing (binnenhui s en achterhuis) op de Meden het Princehof genaamd, getxeerd op F 425; verder alleen huisraad. Voordelige staat f 314.6.2, voor de drie minderjarige kinderen f 157.3.1. Scheiding en afkoop werd gemaakt met Here Ottes voormond, Michiel Harms sibbe e n harm Pieters vreemde voogd. Ondanks de weinige bezittingen werd er toch een huwelijkscontract van het tweede huwelijk opgemaakt (R.A. Husingo, inv. nr. 1051, oud LVII b 1, fol 351, Onderdendam, 16-11-1805).
Uit dit huwelijk 3 zonen:
Bronnen:
Lijzabeth Klasen Bolt
Lijzabeth Klasen Bolt, ged. te Spijk op 5 mei 1778 (di), Dagloonster, ovl. (80 jaar oud uitgaande van doop) te Oldenzijl op 8 dec 1858 (wo)1.
tr, kerk.huw. (resp. 27 uitgaande van doop en 35 jaar oud uitgaande van doop) te Uithuizermeeden op 1 dec 1805 (zo) Akten van huwelijkse voorwaarden, testamenten en afkopen 1803-1806
Bron: Registraties vóór 1811 Soort registratie: Huw. contract (Akte)datum: 16-11-1805 Plaats: Onderdendam
Folionummer: 351
Bruid
Lijsbet Klasens
Bruidegom
Writzer Eewes
Bruids zijde
Jan Klaasen - broer
Jan Alders - zwager
Bruidegoms zijde
Heere Ottes - voormond
Michiel Harms - sibbe voogd
Harm Pieters - vreemde voogd
met
Wrister Eeuwes Boddema, zn. van Pieter Euwes en Tietje Jacobs, ged. te Zeerijp op 22 jun 1770 (vr)3, Timmerman, ovl. (65 jaar oud uitgaande van doop) te Oldenzijl op 1 okt 1835 (do)4, tr. (1) met Jantjen Jacobs, dr. van Jacob Jans en Anje Mennes. Uit dit huwelijk 3 zonen.
Aantekeningen Wrister Eeuwes Boddema.
Tijdens het eerste huwelijk woonden de ouders te Zijldijk; de kinderen werden in ’t Zandt gedoopt. Zij kochtten op 27 mei 1786 (R.A. Fivelingo, inv.nr. 549, oud XXIV d 3, ’t Zandt, fol. 144) van Klaas Sebes en Beerent Engelberts (optredende namens de erfgenamen van Bregtje Olgerts wed. Jan Klaassen) een behuizing met de beklemming van het heem op Zijldijk onder ’t Zandt, doende aan Pieter Harms jaarlijks f 4.10.0 tot grondpacht. Deze behuizing was reeds in juli 1795 aanvaard; de prijs was f 296, reeds voldaan was f 146.
Uit 1805 dateert een inventaris van de goederen van Writser Euwes en zijn overleden huisvrouw Jantje Jacobs (R.A. Hunsingo, inv.nr. 1075, oud LVII p 3, Onderdendam, blz. 178-185, 2-11/16-11-1805). Het was geen grote boedel: een behuizing (binnenhui s en achterhuis) op de Meden het Princehof genaamd, getxeerd op F 425; verder alleen huisraad. Voordelige staat f 314.6.2, voor de drie minderjarige kinderen f 157.3.1. Scheiding en afkoop werd gemaakt met Here Ottes voormond, Michiel Harms sibbe e n harm Pieters vreemde voogd. Ondanks de weinige bezittingen werd er toch een huwelijkscontract van het tweede huwelijk opgemaakt (R.A. Husingo, inv. nr. 1051, oud LVII b 1, fol 351, Onderdendam, 16-11-1805).
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
Bronnen:
Klaas Jans Bolt
Klaas Jans Bolt.
tr.
met
Anje Jans.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lijzabeth Klasen | ~1778 | Spijk | †1858 | Oldenzijl | 80 | 1 | 7 |
2 | Jan Klasen | ~1780 | Spijk | †1851 | Uithuizermeeden | 71 | 1 | 6 |