Mijn voorouder is een heks geweest
.
.
Een heks als voorouder
Enkele jaren geleden ben ik, Berend Bossen, begonnen met stamboomonderzoek. Ik richt mij vooral op de vraag: "wie zijn mijn voorouders". Enige tijd later heb ik het stamboomonderzoek uitgebreid tot het onderzoek naar de voorouders van mijn vrouw Zwaantje Mellema. Ik heb ontdekt dat ik afstam van Swantke Wilts, die als heks verbrand is op de Geselberg bij Wedde. Onlangs ben ik er achter gekomen dat ook mijn vrouw afstamt van Swantke.
In dit verhaal beschrijf ik hoe de arrestatie, het verhoor en de executie zijn verlopen. Zowel mijn vrouw als ik zijn de 14e generatie nakomelingen van Swantke. In de bijlagen zijn alle tussenliggende geslachten beschreven.
Arrestatie
Op 13 september 1589 is Swantke Wilts door Matthias Ort gearresteerd. Matthias Ort is dan Drost [1] te Wedde van 1566 tot 1594. Swantke wordt ervan verdacht een 'tovernaersche' te zijn; in Westerwolde wordt een heks vaak aangeduid als tovernaersche. Swantke is getrouwd met Imel Wiltes, een eigenerfde boer. Zij wonen in Vlagwedde op de 'Erve Wiltingh'. Deze erve [2] is destijds gelegen in het centrum van Vlagtwedde, op de hoek van de Schoolstraat en de doctor. P. Rinsemastraat.
Nergens zijn in de 16e eeuw in Nederland zoveel heksen ter dood gebracht als in de provincie Groningen, dat een heksenbolwerk is geweest. Ook mannen, zelfs kinderen moeten eraan geloven en niet alleen armen. Soms zit er een ordinaire machtsstrijd achter de beschuldiging van toverij.
Alleen al in Westerwolde, een streek met naar schatting ongeveer 2500 inwoners, belanden in drie jaar tijd circirca 20 mensen op de brandstapel. Men wijt dit relatief hoge aantal aan het niveau of de houding van de rechters. In deze streek speelt de persoonlijke macht en winzucht van rechters waarschijnlijk een grote rol. Een andere reden is dat er vanuit de stad Groningen weinig controle uitgeoefend wordt op de lokale rechtsgang. In omgevingen waar de stad het voor het zeggen heeft, zoals in het Gorecht en 't Oldambt, is er veel meer controle en vinden heksenprocessen veel minder plaats.
Jakobus de Meerdere ontmoet de magier Hermogenes, Pieter Bruegel, 1565, Rijksmuseum Amsterdam. Pieter Bruegel heeft aan de wieg gestaan van de verbeelding van de heks zoals we die vandaag de dag kennen. Licentie: Publieke Domein.
In de middeleeuwen kent elke gemeenschap wel één of meerdere vrouwen die veel kennis bezitten over geneeskunde, kruiden en planten. Zij bieden hulp aan hen die dat nodig hebben, fungeren vaak ook als vroedvrouw. Vaak leven zij wat in afzondering en als op een goed moment het Christendom zijn stempel op de wereld wil drukken, wordt alles wat afwijkt van het normale al snel veroordeeld. En als zo'n zonderlinge vrouw goed kan doen………waarom zou zij ook geen kwade zaken kunnen doen? Zoals de plotse dood van het vee van haar buren, de kinderloosheid van een ander echtpaar of mislukte oogsten. In de 14e eeuw komen er steeds meer verhalen over heksen die een satanische samenzwering zullen vormen welke tegen de christelijke gemeenschap is gericht. De heksen hebben een verbond met satan gesloten, die hun occulte vermogens verschaft waarmee ze hun naasten schade kunnen berokkenen. 's Nachts vliegen zij zonder dat iemand het merkt naar hun heksensabbat, waar zij naakt dansen, met de duivel copuleren [3] en ongedoopt kindervlees eten.
De hoogtijdagen voor de heksenvervolgingen [4], en het dieptepunt als we het bekijken vanuit heksenoogpunt, vinden plaats in de 15e en 16e eeuw. In 1484 komt paus Paulus Innocentius VIII [5] aan de kerkelijke macht. Zijn ideeën over heksen en hun vervolging worden twee jaar later vastgelegd in het boek genaamd 'Malleus Maleficircarum', 'de Heksenhamer', een boekwerk in drie delen van in totaal 806 bladzijden [6]. Het eerste deel geeft een verhandeling over het fenomeen hekserij in relatie met de duivel. Het tweede deel beschrijft de wandaden van heksen en tovenaars en het derde deel beschrijft hoe je een heks kunt herkennen. Ook is beschreven hoe een vrouw door de pijnbank tot een bekentenis kan worden gedwongen en hoe je ze vervolgens kunt verdelgen. Dat is meestal door ze levend te verbranden. In de heksenhamer gaat men ervan uit dat het alleen vrouwen betreft. Sterker nog, het boek ademt een enorme vrouwenhaat uit.
De Geselberg met monument tussen Veele en Wedde.
Foto: H. van der Laan, 10 augustus 2009. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported licentie.
De Geselberg bij Wedde
De Geselberg of Galgenberg is een van de opgestuwde heuveltjes uit de laatste ijstijd tussen Veele en Wedde. In de periode tussen 1587 en 1597 zijn er op de Geselberg meerdere personen wegens hekserij levend verbrand. Vóór de Geselberg staat een gedenksteen waarop de namen van deze heksen vermeld staan. De heuvel van +4,5 boven NAP steekt ongeveer twee en een halve meter boven het maaiveld uit. De midwinterhoornblazers 'De giezelbaargbloazers' uit het dorpje Veele, hebben hun naam ontleend aan deze heuvel[7].
Enkele citaten uit de Heksenhamer
De heksen koken armpjes en beentjes van kinderen, bij voorkeur van niet gedoopte, en bereiden daaruit een zalf waarmee ze een stoel of een stuk hout bestrijken. Daarop gezeten verheffen ze zich door de lucht.
Ze zenden hagel, 'boze' stormen en onweer. Zij veroorzaken onvruchtbaarheid bij dieren en mensen. Zij bieden ook kinderen bij de duivel aan.
Ze vliegen van plaats naar plaats. Ze betoveren de geest van de rechters.
Ze bewerken mensen die op de pijnbank worden gefolterd en toch blijven zwijgen.
Ze horen van de duivel alles over de toekomst. Ze zorgen ervoor dat vrouwen zieke kinderen krijgen.
Ze veranderen de harten van mensen van liefde in haat.
Ze veranderen mensen in dierengestalten.
Ze doden pasgeboren kinderen en offeren ze aan de duivel.
Ze stelen kinderlijkjes uit de graven en koken ze dan in een ketel; daarvan maken zij zalven om hun toverkunsten en hun luchtreizen mogelijk te maken.
Naast de katholieken gaan in de loop der jaren ook de protestanten deelnemen aan de heksenvervolgingen. Zo ook in Westerwolde. De Drost van Wedde is leenheer [8] die de Heerlijkheid Wedde (Westerwolde) bestuurt. Hij huist in de Burcht van Wedde, de Wedderborg. De juridische bevoegdheden van de drost zijn niet geheel duidelijk. In ieder geval zorgt hij er voor dat een verdachte wordt opgepakt en verhoord en tevens int hij de door de rechter opgelegde boetes.
De drost van Wedde legt verantwoording af aan de gravin van Aremberg, eigenaresse van de heerlijkheid Wedde. Hij stuurt haar ter verantwoording de rekeningen met betrekking tot de heksenprocessen. Ook houdt hij nauwkeurig bij wie op de brandstapel het leven laat. Dankzij hem valt nog te achterhalen wat zoal er is voorgevallen.
In Westerwolde bestaat vanouds een tweedeling in de maatschappij. Aan de ene kant heb je de erfgesetenen of eigenerfden. Deze personen bezitten een erfelijke boerenhoeve met daarbij een bepaalde oppervlakte aan esgrond, de Marke. Aan de andere kant heb je de keuterboeren, die geen rechten hebben op esgronden. Het landrecht dat in Westerwolde van kracht is geweest, bepaalt dat de erfelijke boerderij niet opgedeeld wordt tussen de kinderen, maar dat deze in zijn geheel overgaat op de erfopvolger. meestal de oudste zoon. De andere kinderen worden 'afgeboedeld' en ontvangen hun erfdeel in de vorm van geld. Indien er geen zonen zijn of dat er omstandigheden zijn dat de oudste zoon niet in aanmerking kan komen om erfgesetene te worden, kan ook de oudste dochter erfgesetene worden.
De eigenerfde boerderijen hebben namen naar het geslacht dat er vanouds woonachtig is geweest. bijvoorbeeld erve Wiltingh. Wanneer een eigenerfde boerderij in het bezit komt van een dochter of van een andere familie, dan gaat de man van de dochter of de nieuwe eigenaar zich noemen naar de boerderij waarop hij of zij eigenerfde is geworden.
In het dorp Vlagtwedde hebben zich oorspronkelijk 18 eigenerfde boerderijen bevonden. Ook de kerk is volberechtigd in de marke, zodat er in totaal 19 eigenerfden zijn geweest.
Of ook de richter erfgerechtigd is geweest in de Vlagtwedder marke is niet bekend. Wel moet hij een eigenerfde zijn, maar dat kan hij ook elders zijn. Zo is bekend dat het richtersgeslacht Ten Veenhuis steeds een erfplaats heeft aangehouden in Veenhuizen.
Verhoor
Direct na haar arrestatie wordt Swantke Wilts in 't water gegooid. Zij moet de zogenaamde waterproef doorstaan. Omdat zij op het water blijft drijven is daarmee aangetoond dat zij een heks is. Na de waterproef wordt zij 'ter tortuur gestelt'. Zij wordt door de scherprichter M. Henrich uit de stad Groningen verhoord, in aanwezigheid van de rechter van Westerwolde, Johan ten Veenhuis, en de rechter van Bellingwolde, Henrich Schenke). Als bijzitters zijn aanwezig, Else ten Veenhuis, zoon van de rechter, Herman Geerts, Andries van Schoonhoven en Luppe Jacobs.
Een heks krijgt de waterproef. Licentie: Publieke Domein.
Op 14 september 1589 heeft rechter Ten Veenhuis Swantke Wilts voor de tweede maal 'peinlich examinieren laeten' door de scherprichter. Bij dit verhoor zijn naast de twee rechters als 'bysittern' aanwezig, Else ten Veenhuis en Herman Geerts, Andries van Schoonhoven en Marten Marschalck.
Op 15 september 1589 wordt Swantke voor de derde keer verhoord. Hierbij zijn aanwezig de rechter van Westerwolde met vier bijzitters, de rechter Heinrich Schenkel, Elso ten Veenhuis en twee biechtvaders.
Heks
Bij de waterproef worden handen en voeten van de aangeklaagde kruislings aan elkaar gebonden, rechter duim aan linker grote teen en linker duim aan rechter grote teen. Daarna gooit men de beschuldigde in deze dubbelgevouwen houding op het water. Blijft ze drijven dan is dit een bewijs dat ze een heks is. Door de gedwongen houding blijven de meeste beschuldigden wel enige tijd op het water drijven. Zinkt een beschuldigde naar beneden dan is dit een bewijs van haar onschuld en wordt ze weer vrijgelaten. Echter, veelal is het te laat en is de onschuldige al verdronken.
'Ter tortuur stellen' is het martelen, ook wel folteren of pijnigen genoemd, van een beschuldigde door een scherprichter om hen tot een bekentenis te dwingen. Een scherprichter, de beul, ondervraagt beschuldigden door ze langdurig te martelen. Vormen van marteling zijn bijvoorbeeld het gebruik van duimschroeven, de pijnbank, het rad, de beenschroeven, roodgloeiende tangen en de 'strappado' geweest. Bij de strappado wordt de beschuldigde naakt aan één been en de daarmee samengebonden armen opgehesen, terwijl aan het andere been gewichten worden opgehangen. In de loop van de ondervraging worden de gewichten verzwaard. In bijna ieder geval vertelt de gemartelde vroeger of later wat de folteraar wil horen. En ze noemen uiteindelijk ook namen van 'medeplichtigen'. En dat betekent dat er nog meer onschuldige mensen worden gearresteerd.
Afb. links"Een heks wordt gemarteld om haar aan het praten te krijgen. Ze wordt omhoog getakeld met gewichten aan naar benen.
Aan bekentenissen zonder tortuur wordt minder waarde gehecht. Alleen als de beschuldigde door de pijn niet meer rationeel ksn denken, verzint zij geen leugens meer en spreekt zij zonder remmingen de waarheid, zo is de gedachte in die tijd geweest.
De heksenprocessen zijn gehouden in de Burcht van Wedde. De rechtszaak is een soort meervoudige zitting, het Crimineel Gericht, bestaande uit de rechters van Vlagtwedde en Bellingwolde, de drost van Wedde en twee bijzitters (assessoren). De bijzitters zijn Westerwoldse eigenerfden. De biechtvaders worden geleverd door de zeven karspelen, de kerkelijke gebieden, waarin Westerwolde destijds is opgedeeld.
Zonder uitzondering moeten de heksen voor hun verhoor worden ontkleed en geschoren, behalve hun hoofdhaar. Een heksenproces is nogal eenzijdig. De beschuldigde moet namelijk bewijzen dat ze onschuldig is, hetgeen onbegonnen werk is. De heks krijgt geen verdediger aangewezen, want degene die haar zou verdedigen wordt zelf van hekserij beschuldigd. Bovendien zijn de beschuldigden al voor de eigenlijke zitting zo vreselijk gemarteld dat zij zichzelf schuldig hebben verklaard. Wel is het noodzakelijk geweest dat de bekentenissen tijdens de officiële rechtszitting worden herhaald. Ontkennen de beklaagden tijdens deze zitting, dan beginnen de martelingen opnieuw.
Een belangrijk onderdeel van de verhoren is het verkrijgen van namen van medeplichtigen geweest. Men gaat er van uit dat iedere heks lid is van een zogenaamde heksenkring. Een heksenkring bestaat veelal uit zes heksen. De scherprichter wil de namen horen van de overige heksen. Als de antwoorden niet snel genoeg komen, begint het folteren opnieuw. De beklaagden roepen daarom willekeurige namen die hen te binnen schieten, of die ze in de mond worden gelegd. Degenen die worden genoemd als heks zijn veelal mensen die bij het gericht niet sympathiek zijn, goed bij kas zitten, of zich afwijkend gedragen.
Executie
Nadat Swantke op 15 september 1589 voor de derde keer is verhoord wordt zij direct door de rechter van Westerwolde, samen met twee andere beklaagden, 'Hidde Busemans en Alheit Hindrix genant Krusesche', veroordeeld tot verbranding op de brandstapel. Het vonnis wordt nog dezelfde dag voltrokken op de Geselberg, net buiten Wedde. Swantke wordt, samen met Hidde Busemans en Alheit Hindrix 'genant Krusesche' op de brandstapel geplaatst, waarna de scherprichter de brandstapel ontsteekt. Swantke wordt levend verbrand.
De scherprichter moet de beschuldigden verhoren en martelen, maar hij is ook de uitvoerder van lijfstraffen en het executeren van ter dood veroordeelden.
Historische afbeelding van het levend verbranden van een heks.
De Geselberg
Tussen Wedde en Wessinghuizen ligt een met bomen begroeid heuveltje, met de opmerkelijke naam Geselberg. Hier heeft in de Middeleeuwen een galg gestaan, waaraan veroordeelden zijn opgehangen. Deze galg heeft vlakbij een belangrijke doorgaande weg gelegen om voorbijgangers eraan te herinneren de rechte weg niet te verlaten. In de Geselberg zijn restanten van een urnenveld gevonden.
Tussen 11 en 27 september 1589 laait op de Geselberg het vuur maar liefst vier keer hoog op. Twaalf personen vinden de dood. Slechts één beschuldigde wordt na de waterproef vrijgelaten. Anders dan bij de heksenprocessen in 1587 zijn er nu ook twee mannen bij.
De verbrandingen zijn openbaar, dus waarschijnlijk komt er veel publiek naar de voorstelling.
Op beschuldiging van hekserij worden op de Geselberg aan het einde van de zestiende eeuw in totaal 22 personen levend verbrand. Tegenwoordig houdt een gedenksteen de herinnering hieraan levend.
Aan de voet van de Geselberg staat deze gedenksteen met de namen van de heksen die hier levend verbrand zijn. Foto: Cock 47, 31 julie 2015, Rijksmonument nr. 37469. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International licentie.
Meer lezen over de Geselberg bij Wessinghuizen in de buurt van Wedde? Klik hier.
Kosten
Uiteraard zijn er diverse kosten verbonden aan de heksenprocessen. Zo krijgen de rechters en bijzitters een vergoeding voor eten en drinken, waaronder wijn en bier. Ook de scherprichter wordt goed betaald en de gebruikte folterwerktuigen en hulpmiddelen zijn nauwkeurig bijgehouden door de Drost, zoals halskettingen, lijfkettingen, ijzeren halsbanden, voetkettingen, ijzeren stangen en vele krammen en spijkers.
Tijdens de heksenprocessen in september 1589 zijn in totaal 12 heksen veroordeeld. De kosten voor deze 12 terechtstellingen hebben in totaal 442 gl. en 5 st bedragen.
Waarschijnlijk moeten de nabestaanden deze kosten naar draagkracht vergoeden. Zo moet Imel Wilts na afloop van het proces van zijn vrouw een bedrag van 67 Emslander guldens en 10 st betalen. Daarnaast moet iedere huisman in Westerwolde een voet turf betalen voor iedere verbrande heks.
Interessant is de vraag hoeveel 67 Emslander gulden uit 1589 anno 2012 waard zullen zijn geweest. Helaas is het omrekenen van Emslander of Circaroli guldens voor de Westerwoldse situatie uit het jaar 1589 naar huidige euro's bijna niet te doen. Een mogelijkheid zou zijn om de grondprijs in Westerwolde van omstreeks 1589 te vergelijken met de grondprijs in 2012. Omdat er van vóór 1654 vrijwel geen prijzen van land of huizen bekend zijn, is een vergelijking met huidige grondprijzen niet mogelijk. Daarbij komt nog dat de ene akker de andere niet is, en de waarde in 1589 per perceel enorm kan verschillen in verband met ligging, vruchtbaarheid, enzovoorts. Zo worden bij de invoering van het kadaster in 1832 in Westerwolde de bouwlanden in 5 klassen en de huizen in 14 klassen ingedeeld.
Ook een vergelijk met salarissen, de kosten van producten, of de kosten van levensniveau is helaas niet mogelijk. Het enige wat er uit die tijd bekend is, zijn de verschillende rekeningen van werkzaamheden die zijn verricht voor reparaties aan de burcht van Wedde. Daarbij komt nog dat Westerwolde één van de armste streken van ons land is geweest, waar de mensen maar net het hoofd boven water hebben kunnen houden. Zeker in 1589 is het zwaar in Westerwolde door doortrekkende legereenheden die worden ingekwartierd bij de lokale bevolking en die dan ook vaak nog geld 'lenen'.
- Bijlage 1 -
Afstamming in rechte lijn
Berend Bossen en Zwaantje Mellema (beide)
01. Swantke Wiltes, geboren circa 1525 in Vlagtwedde, overleden 15 september 1589 op de Geselberg, getrouwd circa 1550 in Vlagtwedde met Imel Wilts, geboren circa 1520, overleden na 1589.
02. Hamelke Imels Wilts, geboren circa 1565 in Vlagtwedde, overleden na 1632 in Bourtange, getrouwd circa 1590 in Vlagwedde met Harmen Eefsingh, geboren circa 1550 in Veele, overleden na 1592 in Veele.
03. Frerick Harms Eefsingh, geboren circa 1590 in Veele, overleden circa 1677 in Veele, getrouwd 24 mei 1624 in Vlagwedde met mej. Geerts Stroedingh, geboren circa 1595 in Ellersinghuizen, overleden voor 1655 in Veele.
Frerick en zijn vrouw hebben 4 kinderen gekregen:
a. Hidde
b. Gebcke, voorouder van Zwaantje (zie bijlage 3)
c. Rixte, voorouder van Berend (zie bijlage 2)
d. Taelcke
- Bijlage 2 -
Afstamming in rechte lijn : Berend
04. Rixte Frericks Eefsingh, geboren circa 1627 in Veele, overleden circa 1685 in Veele, getrouwd circa 1650 in Vlagtwedde met Berent Hindricks Joling, geboren circa 1605 in Veele, overleden circa 1676 in Veele.
05. Frerick Berends Joling, geboren circa 1655, overleden 7 juli 1699 in Veele, getrouwd 17 april 1692 in Vlagwedde met Geeke Jans, geboren 1667 in Hasselcke (Duitsland), overleden na 1736 in Stobben (Vlagtwedde).
06. Berent Frericks Joling, geboren circa 1693 in Vlagtwedde, overleden circa 1774 in Vlagtwedde, getrouwd 4 september 1718 in Vlagtwedde met Jeygien Jans, geboren ???, overleden na 1776 in Veele.
07. Harm Berents Joling, geboren 1739, overleden 7 december 1811 in Veele, getrouwd 17 februari 1760 in Vlagtwedde met Frouke Klaassens, geboren 26 december 1736 in Nieuwe Pekela, overleden 2 mei 1811 in Veele.
08. Jantien Harms Joling, geboren 1766 in Veele, overleden 25 januari 1856 in Veele, getrouwd 3 juni 1796 in Vlagtwedde met Roelf Jans Velema, geboren 1771 in Veele, overleden 22 maart 1845 in Veele.
09. Kenna Roelfs Velema, geboren 16 juli 1805 in Veele, overleden 20 augustus 1877 in Veele, getrouwd 29 december 1832 in Oudeschans met Harm Harms Kuper, geboren 6 februari 1807 in Blijham, overleden 2 mei 1883 in Oude Pekela.
10. Jantje Kuper, geboren 1 januari 1834 in Roswinkel, overleden 24 februari 1898 in Ellersinghuizen, getrouwd 3 mei 1856 met Hilvert Bruining, geboren 3 april 1799 in Ellersinghuizen, overleden 14 december 1870 in Ellersinghuizen.
11. Kenna Bruining, geboren 6 juni 1857 in Ellersinghuizen, overleden 30 december 1891 in Onstwedde, getrouwd 1 juni 1882 in Vlagtwedde met Roelf Bossen, geboren
18 december 1854 in Veele, overleden 1 oktober 1940 in Onstwedde.
12. Hilvert Bossen, geboren 26 maart 1855 in Veele, overleden 19 maart 1969 in Renneborg, getrouwd 17 juni 1911 in Vlagtwedde met Grietje Hidding, geboren 24 juni 1887 in Ter Haar (bij Vlagtwedde), overleden 19 februari 1958 in Renneborg.
13. Roelf Bossen, geboren 25 september 1915 in Vlagwedde, overleden 11 mei 1979 in Vlagtwedde, getrouwd 14 maart 1942 in Onstwedde met Anna Wiecherdina Koning, geboren 26 maart 1917 in Kopstukken, overleden 1 januari 2011 in Vlagtwedde.
14. Berend Bossen, geboren 17 januari 1951 in Renneborg, getrouwd 6 juni 1973 in Vlagtwedde met Zwaantje Jantina Mellema, geboren 11 juni 1952.
- Bijlage 3 -
Afstamming in rechte lijn : Zwaantje
04. Gepcke Frericks Eefsingh, geboren circa 1625 in Veele, overleden 9 januari 1708 in Veele, getrouwd circa 1647 met Jan Wubbes, geboren 1621 in Veele, overleden juni 1666 in Veele.
05. Frerick Jans Eefsingh, geboren 1647 in Veele, overleden 1686 in Veele, getrouwd circa 1674 in Vlagtwedde met Geertruit Harms Luiringh, geboren circa 1651 in Veele, overleden 13 maart 1703 in Veele.
06. Jantien Frericks Eefsingh, geboren 1684 in Vlagtwedde, overleden na 1745 in Vlagtwedde, getrouwd circa 14 april 1720 met Aijcke Geerts Sterenborg, geboren na 1680 in Sterenborg (Onstwedde), overleden na 1746 in Vlagwedde.
07. Geertruid Aickes Veenhuis, geboren 27 september 1722 in Vlagtwedde, overleden circa 1784 in Groningen, getrouwd op 10 juni 1745 in Vlagtwedde met Hindrik Berents Witkop, geboren 1742 in Ter Apel, overleden circa 1780 in Ter Apel.
08. Aike Hindriks Veenhuis, geboren 29 maart 1748, overleden 1790 in Vlagtwedde, getrouwd op 7 juli 1776 in Vlagtwedde met Johanna Heeres Haselhoff, geboren 1754 in Vlagtwedde, overleden 6 juni 1795 in Vlagtwedde.
09. Hindrik Aikes Veenhuis, geboren ????, overleden 1 februari 1828 in Onstwedde, getrouwd op 1 mei 1808 met Hillegien Remkes Heijes,geboren 2 april 1781 in Onstwedde, overleden 4 augustus 1835 in Onstwedde.
10. Remke Veenhuis, geboren 6 december 1821 in Barlage (bij Onstwedde), overleden 15 juni 1902 in Barlage. (Onstwedde), getrouwd op 5 april 1856 in Onstwedde met Grietje Brands, geboren 23 oktober 1829 in Onstwedde, overleden 8 november 1910 in Barlage (bij Onstwedde).
11. Jan Veenhuis, geboren 15 maart 1857 in Barlage, overleden 19 december 1943 in Barlage, getrouwd op 4 april 1891 in Onstwedde met Hindertien Huls, geboren 8 februari 1860, overleden 19 maart 1926 in Onstwedde.
12. Zwaantje Veenhuis, geboren 23 augustus 1894 in Onstwedde, overleden 1 oktober 1984 in Jipsinghuizen, getrouwd op 16 mei 1923 in Vlagwedde met Jan Alting, geboren 22 december 1894, overleden 3 juli 1961 in Jipsinghuizen.
13. Jantina Roelfina Alting, geboren 23 maart 1928 in Jipsinghuizen, getrouwd op 20 juni 1951 in Vlagtwedde met Evert Jan Mellema, geboren 20 november 1926 in Sellingen, overleden 22 januari 2004 in Ter Apel.
14. Zwaantje Jantina Mellema, geboren 11 juni 1952 in Sellingen, getrouwd op 7 juni 1973 in Vlagtwedde met Berend Bossen. geboren 17 januari 1951 in Renneborg.
Meer lezen over de Geselberg bij Wessinghuizen in de buurt van Wedde? Klik hier.
Noten:
1 Een landdrost, drost of drossaard is in de late middeleeuwen, vooral in noordwestelijk Duitsland (aan de Nederrijn, in Westfalen en Oost-Friesland) maar ook in Mecklenburg, Sleeswijk-Holstein en in de Nederlanden, een functionaris die voor een bepaald gebied de landsheer vertegenwoordigt met als taken handhaving openbare orde, wetgeving, rechtspraak en verdediging van het toegewezen territorium. In de Franse tijd wordt de term landdrost ingevoerd voor een Nederlands bestuursambtenaar die een bepaald gebied bestuurt.
2 Een erve is een hoeve, boerderij.
3 Na 1490 worden de vermeende heksen er door de hogere klasse ook nog van beschuldigd vrijwillig geslachtsgemeenschap (boelschap) met de duivel te hebben gehad, tijdens de heksensabbatten, occulte bijeenkomsten met ceremonieën, waarover de meest bizarre verhalen de ronde hebben gedaan.
4 De heksenvervolging heeft tussen circa 1450 en 1750 grote delen van Europa in haar greep gehad en vele tienduizenden slachtoffers geëist. De meeste schattingen lopen uiteen van 30.000 tot 60.000 geëxecuteerden waarvan ongeveer 80% vrouwen. De meeste van die vrouwen zijn ouder geweest, meestal rond de 60, zeer arm, alleenstaand en machteloos. Onder hen bevinden zich veel natuurgenezers met kennis van fytologie, helers en vroedvrouwen die helpen bij de zwangerschap. De heksenvervolging heeft niet, zoals veel mensen denken, grotendeels in de middeleeuwen plaats gevonden, maar voornamelijk in de vroegmoderne tijd.
5 Geboren als Giovanni Battista Cibo, Genua, 1432 - Rome 25 juli 1492. Is tot paus gekroond op 29 augustus 1484 tot de 213e paus.
6 Malleus Maleficarum, beter bekend als de Heksenhamer (letterlijke vertaling: de hamer van de opzettelijke kwaaddoensters) is een 15e-eeuws handboek voor de heksenjacht met gedetailleerde ondervraging van heksen en de meest effectieve foltermethoden. Het is geschreven in 1485-1486 door Heinrich Kramer (ook: Henricus Institoris), een dominicaanse inquisiteur. Kramer voegt Jacob Sprenger toe als auteur om het boek meer bekendheid te geven, hoewel die er niets mee te maken heeft gehad. Het boek komnt eerst uit in Duitsland en wordt snel een succes in Europa.
7 Bron: Giezelbaargbloazers.nl
8 Het leenstelsel, leenwezen of feodaal stelsel is een historische rechtsfiguur waarbij een grootgrondbezitter de rechten als eigenaar van de grond in bruikleen geeft aan derden in ruil voor betalingen en diensten die kunnen variëren van grondbewerking, hand- en spandiensten tot politieke en militaire trouw. Basis is een privaatrechtelijke overeenkomst geweest, het feodale contract. Op basis daarvan ontwikkelt zich in de loop der eeuwen in grote delen van wat nu Europa is, ook allerlei verschillende bestuursvormen. De grondeigenaar of degeen die het bezit van de grond in leen heeft gekregen, maakt dan afspraken over de manier waarop het gebied en de bewoners bestuurd mogen worden. Er is nooit sprake geweest van één leenstelsel of van één soort afspraak, er hebben door de eeuwen heen, in verschillende tijden en verschillende regio's veel verschillende gebruiken en leenrechtsystemen bestaan. Ook het bekende feodale leenstelsel van de Europese middeleeuwen, bekend als feodalisme, kent veel verschillende vormen.
Bronnen
1. C.J. en R.M.A. Wegman, Westerwolders en hun woningbezit van 1568 tot 1829, deel 2, het karspel Vlagtwedde.
2. C.J. en R.M.A. Wegman, Westerwolders en hun woningbezit van 1568 tot 1829, deel 3, het karspel Vlagtwedde.
3. C.J. en R.M.A. Wegman, Westerwolders en hun woningbezit van 1568 tot 1829, deel 6, het karspel Wedde.
4. S.H. Achterop, J.R. Bruning, R. Kraai, C.J. Wegman, Onder de Clockeslach van Vlachtwedde.
5. Martijn van Wersing, In de schaduw van de Geselberg.
6. Harm Kuper, Genealogie van de familie Kuper van Veele.
7. H. Gras, Bronnen voor de Geschiedenis van Westerwolde.
8. Genlias (bestaat niet meer).
9. Diverse websites.
Auteur:
Oorspronkelijke auteur: Berend Bossen, Leeuwarden, 7 januari 2014.