De overgrootouders Evert Arents van der Laan en Rijntje Berends Stuit..
Zo was ‘t vrouger.....
.....over Berend van der Laan en Antje Landman
Op 3 februari 1873 staat in een arbeidershuisje aan de Zwaagweg in Woldendorp een blije gebeurtenis te gebeuren. Hier wonen de boerenarbeider Evert Arents van der Laan en Rijntje Berends Stuit. Zij verwachten hun derde kind. Evert is werkzaam op de boerderij ‘Reydewoldt’ bij boer Bosker.
Het is geen vetpot en om enigszins rond te komen, verbouwt hij zijn eigen groente en fruit en houdt er een koe, een varken en kippen op na. Evert is een zwijgzame, zeer vrome man en is vaste kerkganger in de Hervormde kerk van Woldendorp. Zijn vrouw komt uit de Stuitenfamilie die zijn oorsprong grotendeels heeft in de ‘Stutenstreek’ in Woldendorp.
Het echtpaar heeft al een dochter en een zoon en nu kondigt zich de geboorte aan van hun derde kind. Er wordt een flinke zoon geboren die ze Berend noemen. Berend groeit op tot een gezonde jongeman en hij krijgt later kennis aan Antje Landman uit Borgsweer. Zij is een dochter van Loete Landman en Antje Arbeider. Op 30 oktober 1895 trouwen ze in het gemeentehuis in Woldendorp.
Na eerst elders in Borgsweer te hebben gewoond, vestigt het echtpaar zich in een arbeiderswoning naast de smederij van smid Buurma. Het is een lawaaierige omgeving door het aambeeld gehamer van de smid, ook worden er paarden beslagen en is het een af en aanrijden van landbouwmachines.
Woning van Van der Laan te Borgsweer.
Foto links: Berend van der Laan en Antje Van der Laan-Landman. Een van de weinige foto's van Berend en zijn vrouw. Men gaat in die tijd niet vaak op de foto.
Berend die gedoopt is in de Hervormde kerk in Woldendorp keert het geloof de rug toe tot ergernis van zijn ouders. Hier wordt vaak een hartig woordje over gesproken. Berend werkt als arbeider bij verschillende boeren tot hij in de gaten krijgt dat er meer geld op de plank moet komen, wil hij zijn gezin goed kunnen onderhouden. Geleidelijk aan bouwt hij een loonbedrijf op en wordt hij koppelbaas. In het seizoen heeft hij soms 20 tot 30 arbeiders aan het werk.
Als kleinzoon kom ik regelmatig bij opa en oma Van der Laan op visite. Ik kan mij nog herinneren dat er in de kamer een kooi hangt met een tortelduif die er de hele dag op los koert dat het een lust is. Ook is er een grazende geit die wordt gemolken. Ik ben altijd wat afkerig als ik zie dat deze melk ook in de koffie terecht komt. Berend is een verwoed ‘slaatjekouwer’ en mikt met veel gevoel het uitgekauwde restant in de ‘kwispedoor’ (zie uitleg onder aan de pagina). Soms gaat het mis tot ergernis van zijn vrouw Antje.
Op 23 december 1896 wordt hun eerste kind geboren, zoon Evert. Op 22 September 1898 ziet zoon Loete het levenslicht die op 1 september 1900 gevolgd wordt door zoon Reintjo. Vervolgens komt op 24 juli 1902 zoon Jan ter wereld en op 30 juni 1904 de eerste dochter Antje. Vier zonen is schijnbaar nog niet genoeg: op 20 maart 1907 wordt zoon Arend geboren en om het 7 tal compleet te maken, volgt op 4 april 1914 nog een dochter, Trientje.
De ploeg van koppelbaas Berend van der Laan.
In de kleine boerenwoning is het huishouden een hele opgave voor moeder Antje, maar ze slaat zich er manmoedig doorheen. Alle kinderen worden tot op latere leeftijd door hun moeder in de tobbe gewassen. Berend heeft weinig of geen tijd om zich om het huishouden te bekommeren. Hij heeft het druk met zijn loonbedrijf en de tuin rondom de woning. Maar dan slaat het noodlot toe in huize Van der Laan, moeder Antje wordt ernstig ziek, een maagzweer blijkt de boosdoener te zijn. Ze wordt naar het academisch ziekenhuis in Groningen vervoerd. De maagzweer is doorgebroken en ze overlijdt ter plekke op 9 maart 1935. Berend blijft alleen achter in zijn huis in Borgsweer. Later trekt er een huishoudster bij hem in, een zekere vrouw Jonk, waarmee hij zijn verdere leven deelt.
De gerenoveerde woning van Berend van der Laan in 2014.
Over mijn opa gaat de volgende anekdote rond.
Op zekere dag in oorlogstijd besluiten Berend en een kennis Epko Sander een varken te slachten bij een andere dorpsgenoot die we Siefko zullen noemen. De slachtpartij moet plaats vinden bij Siefko thuis en is illegaal. Afgesproken wordt dat de verdeling als volgt wordt geregeld; de helft voor Siefko en voor Berend en Epko ieders een kwart. Wanneer de twee na afloop met hun deel naar huis lopen, zegt Siefko: ‘Als jullie iemand tegenkomen die wil controleren, zorg er dan voor dat je dat vlees kwijt raakt en maak dat je wegkomt’.
Onderweg bedenken de twee anderen dat, mocht dit zich voordoen, ze beter kunnen proberen de aanhouder te overmeesteren. Plotseling klinkt een stem: ‘Halt controle’. Volgens afspraak storten beiden zich op de aanhouder. Wat blijkt, het is Siefko, die de andere helft van het vleespakket ook wel wil hebben.
Over de kinderen
Alle kinderen zijn op dat moment al gehuwd en vertrokken. Evert, boerenarbeider, trouwt in 1918 met Adriana Mulder. Loete huwt met Foktje Musch in 1921 en vertrekt naar Den Haag waar hij opperwachtmeester wordt bij de gemeentepolitie. Reintjo, boerenarbeider, trouwt in 1924 met Alien Haan. Jan, expéditeur, trouwt in 1926 met Catharina Brouwer. In 1925 huwt Antje met de bouwvakker Konraad Winter. Arend trouwt in 1931 met Engelina Dik en heeft een cementbedrijf. Trientje huwt in 1932 met Klaas Ipe Brontsema, kolenboer van beroep. Later bestiert Trientje een kruidenierswinkeltje en weer later een dorpskroeg in Holwierde. Allen zijn reeds overleden en van hun kinderen zijn er nog maar drie in leven. Berend zelf overlijdt op 5 mei 1952, 79 jaar oud, in zijn woning te Borgsweer.
Dit is het verhaal van een toenmalig bekende Borgsweerster familie, die nauw verwant is aan een andere bekende familie in Borgsweer e.o. de familie Landman.
De gerenoveerde woning van Berend van der Laan in Borgsweer gezien vanaf de andere zijde in 2018.
Kwispedoor
Een kwispedoor is een ouderwetse spuwpot of een bak om in te spugen, bedoeld om een overvloed aan speeksel en slijm uit de mond in op te vangen. In de gezondheidszorg wordt een dergelijk bakje nog wel gebruikt om in te spuwen, maar wordt dan sputumbakje of -potje genoemd.
Kwispedoor is afgeleid van het Portugese woord 'cuspidor', dat spuwpot betekent. Via de VOC is de gewoonte om een pot voor spugen te gebruiken en het woord voor zo'n pot naar Nederland gekomen. Een deel van Indië is vóór de verovering door Nederland in handen van de Portugezen - de zeelui en handelaren nemen de 'cuspidor' van hen over.
Tekst en foto's (ingezonden): Berend (Bennie) Jan Louis van der Laan (86), Appingedam, 30 juli 2024.
Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.