Wat is het kadaster
Het Kadaster is een informatiebron voor iedereen die gegevens van bepaalde percelen wil weten. Hoewel iedereen in principe inzage kan krijgen in de gegevens van het kadaster, is inzage ervan over het algemeen wel aan kosten verbonden.
Geschiedenis van het kadaster in Nederland
Afb. links: Een gedeelte van het kadaster van Bovenlanden te Beerta. Bron: HisGis
Tot het einde van de 18e eeuw heeft het gebied van het huidige Koninkrijk der Nederlanden geen eenlijnige administratie van onroerende goederen. Er zijn voor die tijd al wel pogingen ondernomen om daarin verandering te brengen, maar de administratie ervan is altijd gedateerd gebleven, onoverzichtelijk en rommelig. Daardoor is het tot het einde van de 18e eeuw altijd moeilijk geweest om op basis daarvan waardebepalingen vast te stellen en aanslagen te berekenen voor de belasting.
Met de totstandkoming van de eenheidsstaat Nederland in 1798 wordt, in lijn met het Franse ideaal egalité (gelijkheid), geprobeerd een rechtvaardige belastingheffing in te voeren en om dat doel te verwezenlijken, wordt er een administratieve organisatie opgezet per departement. Tegenwoordig noemen we dat de WOZ.
In 1810 en 1811 wordt het gehele grondgebied in kaart gebracht. Daarbij wordt een overzicht gemaakt van gegevens over het soort perceel, de eigenaren en de oppervlakte. Het project mislukt volkomen, de kaarten worden afgekeurd voor gebruik in het kadaster naar Frans model in 1811, omdat deze weinig systematisch zijn en onvolledig van opzet. Kortom het is een chaos.
In de periode tussen 1826 en de invoering van het kadaster op 1 januari 1832 wordt een inhaalslag gemaakt in het maken van kartering, maar de gemaakte kaarten in deze periode zijn van aanzienlijk lagere kwaliteit dan de kaarten die voor 1825 zijn gemaakt.
Behalve deelpercelen bestaat sinds kort ook de mogelijkheid om op basis van een voorlopige grens een perceel te splitsen. Bij deze splitsing ontstaan gehele percelen met definitieve perceelnummers, voorlopige kadastrale grenzen en een voorlopige kadastrale oppervlakte. Achteraf zal dan wel de grens aangewezen en opgenomen moeten worden, maar in officiële stukken kan intussen al wel met een definitief perceelnummer naar het perceel verwezen worden. Door gebruik te maken van voorlopige kadastrale grenzen worden deelpercelen uiteindelijk overbodig.
HisGis Op HisGis, een Nederlandse site vinden we veel informatie over kaarten op het scherm met daarachter informatie over wat er op te zien is. Ook zijn er verschillende kaartlagen aanwezig die in- en uitgeschakeld kunnen worden. Aan elke kaart zijn tabellen verbonden met tekst en cijfers. Omgekeerd zijn alle tabellen weer gekoppeld aan een kaart. Het bekendste GIS is wel de Tomtom, voor het navigeren in het hier en nu. Met HISGIS kan in het verleden gereisd worden. De fundering ervan bestaat uit het gedigitaliseerde oudste kadaster van 1832. Daarop sluiten chronologische en thematische kaartlagen aan die op diverse manieren met elkaar te combineren zijn. HISGIS is opgezet per gewest en beslaat momenteel, Fryslân, Groningen, vrijwel geheel Drenthe, Overijssel, Utrecht, Zuid-Holland, een deel van Limburg (de gemeente Sittard-Geleen) en Amsterdam. Het wil op den duur heel Nederland omvatten.
Afb. links: De perceelslaag van 1832 bevat de volgende gegevens (voorbeeld): Opmerking: De nummers in 'I292' en 'Beerta 117' zijn niet het huisnummer van het gebouw op het perceel ‘huis en erf’! Bron: HisGis.
Voor de provincies Groningen en Fryslân zijn ruim 2500 kadasterkaarten verwerkt met in totaal ruim 500.000 percelen. Het oudste kadaster is tot stand gekomen in een tijd dat de ruimte nog niet aan voortdurende verandering onderhevig is. Vóór 1832 liggen de meeste steden besloten binnen hun grachten en beperkt het land erbuiten zich tot wat in de middeleeuwen en de 17e eeuw is ontgonnen. De opname van 1832 geeft daarom een goed beeld van Nederland vóór de grootschalige ingrepen in het landschap. Hij vormt met zijn registergegevens tevens een geschikt vertrekpunt voor speurtochten terug in de tijd. Hoe meer informatielagen op de fundering van 1832 aangesloten worden, des te groter het aantal combinatiemogelijkheden. De aansluitbare informatie verschilt echter per provincie en per stad, afhankelijk van wat bewaard gebleven is en hoe het met de bewerking staat.
Hij kan gecombineerd worden met elke topografische opname (1:50.000 en 1:25.000) die voor het hele land bewaard gebleven is. Historisch interessant zijn vooral de ‘Topographisch-Militaire kaart’ (TMK) van 1850-1864 en de ‘Bonnebladen’ uit de periode uit de jaren 1900-1930. Deze kunnen door rasterafbeeldingen transparant onder de perceelslaag van 1832 worden geprojecteerd. Dat geldt op termijn ook voor de gedetailleerde hoogtekaart, gebaseerd op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN).
Noten, bronnen en literatuur:
|