De geschiedenis van het kerkje van Dorkwerd gaat verder terug dan dat bekend is, zo is het bouwjaar van de kerk onduidelijk. Wel weten we dat de kerk als kapel deel heeft uitgemaakt van het klooster van Selwerd. De kerk en het gebied eromheen worden in 1507 door paus Julius II bevestigd als zijnde al 'ongeveer 292 jaar' (dus sinds ca. 1215) onderdeel van het klooster.
De Selwerderkerk is in 1648 in opdracht van Stad en Ommelanden herbouwd of hersteld, vermoedelijk na een bouwvallige periode tussen 1595 tot 1648. Het kerkje ligt oorsponkelijk op een wierde, afgegraven in 1906 onder toezicht van een student die later beroemd zou worden in het noorden, namelijk A.E. van Giffen. Het oudst bekende notulenboek dateert uit 1701, men spreekt dan over de gecombineerde gemeenten van Wierum en Dorkwerd. De gegevens uit deze beknopte geschiedenis zijn ontleend aan het kerkelijk archief over Dorkwerd.
Exterieur van de kerk en de klok
‘FUDIT BORGHARD. GRONIGA JOSEPH TRIP COLLATOR 1749’
De dakruiter is echter geen lang leven beschoren: in 1776 wordt deze verwijderd 'wegens bouwvalligheid'. De aanzetten in de spantconstructie zijn nog steeds zichtbaar, als herinnering aan deze dakruiter. Na de verwijdering van de dakruiter wordt besloten om de klok uit te hangen aan de westgevel Een dergelijke constructie vinden we thans bijvoorbeeld nog bij het kerkje te Janum in Friesland. In totaal heeft de klok daar 53 jaar gehangen tot 1829. In dat jaar moet deze situatie noodgedwongen worden beëindigd wegens gevaarlijke scheurvorming in de top van de westgevel.
Als in 1824 de kerk van Wierum wordt afgebroken (het kerkhof is thans nog in gebruik) komen klok en klokkenstoel hiervan vrij. Zoals genotuleerd in het kerkenraadsverslag van 13 december van dat jaar heeft men in deze strenge winter met vereende krachten de klok en de klokkenstoel per slede over het ijs van het Reitdiep van Wierum naar Dorkwerd overgebracht. De klokkenstoel van Wierum wordt te Dorkwerd opgebouwd ten noordwesten van het kerkhof, op de hoek van het huidige lijkenhuisje. De oude klok van 1749 is overbodig en wordt derhalve verkocht aan een koperslager te Groningen.
Bij de wederopbouw van de klokkenstoel in 1829 is deze al in een slechte staat. In totaalheeft deze het maar 39 jaar uitgehouden. In 1844 als Koning Willem 1 komt te overlijden, wordt dit maar al te duidelijk. Ten teken van rouw moeten gedurende 8 dagen alle kerkklokken van zonsopgang tot zonsondergang geluid worden. Zo ook de klok van Dorkwerd. Omdat de klokkenstoel echter in een erg slechte slaat verkeert, moet deze eerst hersteld worden door de gemeente-timmerman van Hoogkerk. In 1869 wordt de klokkenstoel afgebroken en wordt de huidige toren gebouwd. De klokkenstoel in de toren wordt wederom gemaakt van de klokkenstoel die 39 jaar dienst heeft gedaan op de terp van Dorkwerd en daarvoor al te Wierum.
In 1905 is weer groot onderhoud aan de klokkenstoel nodig. In dat jaar wordt deze versterkt met stalen balken. Deze stalen balken zijn in 1995 doorgeroest en zijn weer vervangen door een gedeeltelijke nieuwe houten constructie. Op 18 februari 1943 wordt de klok van Dorkwerd gevorderd door de Duitse bezetter. Gelukkig is de klok de smeltkroes bespaard gebleven, zodat op donderdag 11 april 1946 deze weer wordt teruggeplaatst tegen betaling van de somma van ƒ119,-. De merktekens van dit Duitse avontuur zijn nog altijd zichtbaar op de klok. Evenals overigens de inscriptie:
‘GERHARD SCHIMMEL HEFT MY GEGOTEN VOOR JACOB VERMATEN. 1682’.
Gerhard Schimmel is in die tijd een reizende klokkengieter uit Amsterdam. Deze man heeft de klok gegoten op de terp of in de kerk van Wierum in opdracht van Jacob Vermaten. Hij is waarschijnlijk een zoon van een rijke patriciërsfamilie uit Amsterdam.
De kerk van Dorkwerd vóór de restauratie.
De toren
‘…en vele natiën zulten optrekken en zeggen 'Komt. Aan de kerkzijde staat op het kozijn in Romeinse cijfers 1869. Dit is echter alleen zichtbaar achter het orgel doordat het aan het zicht onttrokken wordt door de in 1908 gebouwde orgelgalerij. De kerk is in 1875 bepleisterd In 1995 is een grote restauratie uitgevoerd. Toren, klokkenstoel, klok en dak zijn geheel gerestaureerd. Tijdens de restauratie is gebleken dat alle 16 balkkoppen van de zolderdraagbalken ingerot waren over een gemiddelde lengte van 1 meter. Het feit dat ze allemaal verrot waren mag, ondanks het wrange feit zelf, uniek genoemd worden. Deze balkkoppen zijn middels houten aanlassen wederom hersteld. Tenslotte is de kerk rondom voorzien van koperen dakgoten en bliksemafleiding.
Interieur
De grote restauratie van 2007
De kerk is in 1971 aangewezen als rijksmonument. Terenover de kerk staat de pastorie uit 1829. Deze werd gebouwd na afbraak van de pastorie in Wierum.
Collecten- en doop standaard
Het orgel
In juni 2013 wordt bekend gemaakt dat de hervormde gemeente van Dorkwerd haar Van Oeckelenorgel uit 1908 wil laten restaureren. De gemeente doet daarom een oproep in ‘De Waarheidsvriend’, het orgaan van de Gereformeerde Bond, om de restauratie financieel te ondersteunen. ‘Onze kleine actieve gemeente wil dit instrument, dat op dit moment amper bruikbaar is voor de erediensten, graag zijn welluidende stem teruggeven’, zo schrijven J. F. Oldenhuis, voorzitter van de kerkvoogdij, en kerkrentmeester N. van den Bergh-Bos (3). De hervormde gemeente van Dorkwerd is een kleine hechte gemeenschap die al jaren maar slecht een dertigtal leden telt, maar toch nog een eigen dominee heeft.
Avondmaalstafel
‘TER GEDACHTENIS AAN HERE DERKS TEISMAN. 1878'
De avondmaalstafel heeft een marmeren blad en is hierdoor loodzwaar. Origineel heeft onder de tafel een Biedermeyer onderstel gezeten, als de tafel gebruikt moest worden voor het avondmaal moest het zware gevaarte verplaatst worden. Hiertegen is het onderstel echter niet bestand geweest zodat de poten los gingen zitten en het onderstel vervangen is door een hardhouten onderstel. Ook hiervan vinden velen dat dit onderstel niet past bij de tafel uit 1878. In de Hervormde kerk van Dorkwerd vinden heden ten dage nog iedere zondag diensten plaats. Gelukkig is deze gemeente nog steeds in staat om de gebouwen te onderhouden dankzij de trouwe kerkgangers.
Bronnen:
|