De vrijheidsstrijd van de Nederlanden tegen Spanje, beter bekend als de Tachtigjarige Oorlog, begint in 1568. In die periode laat de Spaanse bezetter de schans Soltkamp aanleggen om de monding van het Reitdiep te bewaken.
Door verraad van de Groninger stadhouder Rennenberg, in 1580 komt de stad Groningen weer in handen van de Spanjaarden. De Ommelanden echter verklaren zich in meerderheid voor de Prins van Oranje. Hierdoor worden de Ommelanden toneel van een burgeroorlog. Als in september 1581 Verdugo, de opvolger van Rennenberg, Norrits (John Norreys) verslaat in de slag bij Noordhorn krijgen de Spanjaarden de Ommelanden weer geheel in hun macht.
De Ommelanden moeten zware schattingen betalen voor de gelegerde Spanjaarden. Graaf Willem Lodewijk van Nassau, stadhouder van Friesland, doet geregeld invallen in de Ommelanden en legeren de Engelse troepen in Aduard. Van hieruit beroven zij de wijde omgeving. Friese troepen plunderen in 1582 de dorpen van de Marne, Warfhuizen en Zuurdijk en branden deze dorpen plat.
'De Soltkamp' (nu Zoutkamp) is een plaatsje dat in een akte van 1418 voor het eerst wordt genoemd. De kleine schans, die bij de brede monding van het Reitdiep ligt, is voor de Prins van bijzonder belang om de aan- en afvoer van de stad Groningen, dat nog steeds in Spaanse handen is, te belemmeren. 'De Soltkamp' heeft een Spaanse bezetting van 84 man.
In 1583 verovert een Friese kapitein, Tjaard Tjebbes, door een list, het wachtschip van de Spaanse commandant van de Soltkamp, Wybrand van Goltum. Het schip ligt voor de palen van de schans afgemeerd. Maar midden in de donkere nacht zwemmen negen opvarenden van het schip van Tjaard Tjebbes, naar het wachtschip, hijsen zich aan boord en overmeesteren de Spaanse bemanning. Het wachtschip wordt meteen als oorlogsbuitnaar Friesland overgevaren.
Vervolgens bezetten de Friezen de kerk van Vliedorp (bij Houwerzijl), maar deze wordt korte tijd daarna heroverd door Wybrand van Goltum. In een brief van 1584 bericht van Goltum, dat hij de Friese troepen heeft afgeweerd.
In 1585 ondernemen de Friezen een strooptocht door De Marne en worden de dorpen Warfhuizen en Maarslag platgebrand. Willem Lodewijk versterkt in 1585 Munnekezijl met een schans. De schans heeft een bezetting van slechts 84 man onder leiding van luitenant Hindrik van Os. Eigenlijk is Tjaert Herema verantwoordelijk voor de schans, maar hij is ten tijde van de aanval op de Tammingaborg in Hornhuizen.
Voor de Friese stadhouder zijn Munnekezijl en de Soltkamp, die de zeeweg van de stad Groningen beheersen, van eminent belang. Verdugo, onderkent dit belang en gevaar en valt in 1585 de schans van Munnekezijl aan. Maar de bezetting van Willem Lodewijk houdt stand en Verdugo vertrekt onverrichter zake. In 1585 is Tjaert Herema de Spaanse commandant van de schans Soltkamp. Hij laat deze schans versterken. Ook laat hij een wachthuis plaatsen tussen Houwerzijl en de Soltkamp. Dit om te voorkomen, dat de Friese troepen onverwacht het Reitdiep zullen oversteken.
Op 5 oktober 1589 landt Graaf Willem Lodewijk met 400 man bij Houwerzijl (eigenlijk Windeweer) dat ongeveer één kilometer ten zuiden van Zoutkamp ligt aan het Reitdiep en trekt op naar de Soltkamperschans en verovert deze na een beleg van vijf dagen. Hiermee hebben de Staten-Generaal het Reitdiep in handen en verliest Groningen haar rechtstreekse zeeverbinding. Bij de strijd komt Hindrik van Os om het leven.
De kleine schans wordt daarna met 'vier grazen' uitgebreid en versterkt. Ladingen palen worden per schip uit Friesland aangevoerd en er komt een Fries garnizoen [1] onder commando van Caspar van Ewsum.
Doordat de Friezen nu de drie belangrijke schansen in hun bezit hebben, is de stad Groningen praktisch van de zee afgesloten. In 1592 veroveren de Friese troepen Aduarderzijl en in 1594 slaan Maurits en Willem Lodewijk het beleg voor de stad Groningen. Op 15 juli 1594 geeft de stad zich over en wordt Willem Lodewijk stadhouder van Groningen, Friesland en Drenthe en is voor het noorden de Tachtigjarige Oorlog voorbij.
De slag 'om de Zoutkamp' is achteraf een van de eerste wapenfeiten tijdens de 'Tien Jaren' (1588-1598), een periode waarin Maurits van Oranje (1567-1625), met behulp van Willem Lodewijk (1560-1620), grote successen heeft behaald. De Tien jaren is de periode van 1588 tot 1598 in de Tachtigjarige Oorlog, waarbij onder het militaire leiderschap van Maurits en onder het politieke leiderschap van Johan van Oldenbarnevelt een groot aantal overwinningen op de Spaanse troepen wordt behaald, waardoor grote gebieden aan de Republiek der Verenigde Nederlanden kunnen worden toegevoegd. Parma's opmars is gestopt doordat de Spaanse koning Filips II de troepen nodig acht in de Franse Hugenotenoorlog dat voor hem een hogere prioriteit heeft. De overgebleven Spaanse troepen worden uit het noorden en oosten verdreven, waarmee zogezegd, de tuin der unie gesloten wordt. Na deze periode is Maurits' reputatie als groots veldheer definitief gevestigd.
Noot:
1.Garnizoen. Garnizoen (van Oudfrans garnison) is een militaire term voor een ongedefinieerd aantal soldaten dat op een specifieke plaats is gestationeerd, oorspronkelijk om die plaats te bewaken, maar tegenwoordig ook vaak met die plaats als thuisbasis. Een garnizoensstad is een stad van militair belang, waar een of meer legerafdelingen gevestigd is of zijn. Soms zijn er in een garnizoensstad arsenalen, kazernes en vestingwerken of kampen en oefenterreinen.
Bron:
Slagomzoutkamp.nl
|