De Slag bij Noordhorn is een gevecht tussen Staatse en Spaansgezinde troepen op 30 september 1581.
De Staatsen hebben in 1580 een grote tegenslag te verwerken gekregen doordat stadhouder George van Lalaing, graaf van Rennenberg, van de Staatse kant naar de Spaansgezinde zijde overloopt. Dit wordt het 'Verraad van Rennenberg' genoemd. Hierdoor komen onder meer de stad Groningen met de Ommelanden in Spaanse handen. In de zomer van 1581 overlijdt George van Lalaing en wordt de leiding van de stad Groningen tijdelijk overgedragen aan Johan Baptiste van Taxis en vervolgens aan Francisco Verdugo. Verdugo verovert samen met Maarten Schenck veel gebied en vestigt zich in Noordhorn.
Noordhorn is een plaats gelegen ten westen van Groningen, dat dan in Staatse handen is, en het Spaansgezinde Groningen. Na Friese druk om de Spaansgezinde troepen aan te vallen wordt in de herfst van 1581 een Staats leger naar Noordhorn gestuurd.
Op 30 september 1581 treffen beide legers elkaar iets ten westen van Noordhorn. Dan vechten 3500 Nederlanders, Engelsen en Duitsers onder aanvoering van John Verdugo tegen ongeveer 5500 Duitsers, Walen en Albanezen of Grieken onder Francisco Verdugo. De samenstelling van de beide legers maakt nog eens duidelijk dat het lange tijd gangbare beeld van de Nederlandse Opstand van een nationale vrijheidsstrijd tussen gewapende burgers en geuzen enerzijds en Spanjaarden anderzijds niet met de werkelijkheid overeenkomt. Behalve Verdugo zelf is er geen Spanjaard op het slagveld bij Noordhorn te bekennen. De slag bij Noordhorn laat er geen twijfel over bestaan dat de Nederlandse Opstand een oorlog is geweest tussen huurlegers samengesteld uit beroepssoldaten.
Aanvankelijk lijkt de strijd in het voordeel van de Staatsen uit te vallen, Verdugo beschikt echter over kanonnen. Beide zijden verliezen veel soldaten, maar de Spaansgezinden krijgen de overhand en slaan de Staatse troepen terug. De Staatse aanvoerders John Norreys (ook wel Norrits genoemd) en Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg moeten zich terugtrekken. De Spaansgezinden winnen de slag.
Verdugo trekt na de slag op naar Grijpskerk, maar wordt daar verdreven doordat de Staatsen een dijk doorsteken.
Het gebied ten Noordhorn waar de slag heeft plaatsgevonden, wordt nog steeds aangeduid als Norritsveld, vernoemd naar de Engelse overste in Staatse dienst John Norreys. ten westen van Noordhorn, circa 1 km verderop heeft zich rechts en links de slag afgespeeld. Het Staatse leger telt ongeveer 1000 doden en het Spaanse leger circa 600. Noordhorn wordt op enkele stenen gebouwen na vernietigd en is pas na 1594 weer opgebouwd.
Op zaterdag 30 augustus 2015 is de Slag bij Noordhorn nagespeeld. Ook zijn de slachtoffers herdacht met 1 minuut stilte.
Bron: Otto Julius Bernhard von Corvin Wiersbitsky en Isaac Marcus Calisch (1844): De tachtigjarige oorlog der Nederlanders tegen de Spaansche overheersching, Volume 3 p.510
|