Houwingaham is een verdwenen middeleeuwse veenontginningsnederzetting. De nederzetting is verlaten na de Dollardoverstromingen in het begin van de 16e eeuw. De vroegste vermelding van Houwingaham dateert uit 1325. De naam is nog tot in de 17e eeuw bekend. In 1628 wil men de nieuwe schans aan de Duitse grens nog de naam van Houwingaham geven, echter wordt er gekozen voor Langakkerschans (tegenwoordig bekend als Bad Nieuweschans). De middeleeuwse nederzetting Houwingaham is verplaatst naar de zuidelijker gelegen nederzettingen Hamdijk en Den Ham. In een laatmiddeleeuwse lijst van kerspelen van het bisdom Munster wordt naast Houwingaham (Howengehom) ook Howengahoff genoemd, dat elders wel voorkomt als Hovingagast. Mogelijk gaat het daarbij om het latere Beersterhoogen: een boerderij Hamster Hoff wordt hier nog in 1665 genoemd. Op het Nederlandse deel van het dorp ligt sinds 1998 het Bos op Houwingaham. Daarin is het voormalige kerkhof uitgespaard als een weiland[1].
Op dit kaartje van Google wordt de exacte locatie van de plek waar Houwinga-ham heeft gelegen aange-geven. Let op op de naam van de weg daaronder (Hamdijk) en de lijn die de grens aange-geven tussen Nederland en Duitsland.
In 1933 zijn bij landbouw-werkzaamheden voor het eerst de kerkfunderingen van Houwingaham gesignaleerd. Tijdens archeologisch onder-zoek in 1992 en 1998 worden de funderingen geheel vastgelegd. De plaats van opgraving ligt in een stukje natuurontwikkeling, een ‘plas-dras’ zone tussen twee dijken. De kerk en kerkhof liggen nog in een stuk niet vergraven terrein, ook tussen deze twee dijken in. Het project is uitgevoerd in een samenwerkingsverband met Duitse archeologen en archeologisch instituut met hulp van langdurig werkelozen zowel uit Groningen als uit Duitsland. Het terrein ligt tegen de duitse grens aan. De kerk is omgeven geweest door een vierkante gracht. De kerk is waarschijnlijk na 1200 gebouwd en in de 15e eeuw afgebroken. De kerk is een langwerpige eenvoudige zaalkerk geweest, circa 35 m lang en 13 m breed met een ronde koorsluiting[1].
Tijdens het onderzoek worden ook twee fundamenten van steenhuizen gevonden. De steenhuizen worden archeologisch onderzocht in 1999 en zijn aan de hand van dendrochronologisch onderzoek gedateerd in de tweede helft van de 13e eeuw. Beide steenhuizen zijn mogelijk al in de 14e eeuw afgebroken, waarbij er één mogelijk nooit afgebouwd is geweest. Tijdens het onderzoek worden geen sporen van woonhuizen aangetroffen, mogelijk als gevolg van de houtconstructie en de volledige afbraak als gevolg van de overstromingen. Het is de bedoeling om na de opgravingen en het onderzoek markeringen in het landschap aan te gaan brengen[1].
Gezien de vondst van turf is het zelfs mogelijk dat een soort van plaggenhutten gebouwd zijn geweest. De vondsten tonen tevens aan dat het gebied al vroegtijdig in het bereik van de zee heeft gelegen. De nederzetting van Houwingaham loopt door op Duits grondgebied. Een presentatie van het onderzoek is te zien in het ‘AIP Dollardboezem’ in de Oude Remise in Bad Nieuweschans[1].
Hoofdeling Nonna Uwinga De hoofdeling Nonna Uwinga van Honingaham (lees: Hovingaham) wordt in 1325 genoemd. Hij is een van de drie leidende rechters in het Reiderland. In 1395 komt de naam van Tyabbe Yeldrix, hoofdeling in den Ham voor als bestuurder van Westerwolde namens de minderjarige gebroeders Addinga. In 1498 wordt gesproken van de steenhuizen van Utham en Upham. Het dorp ligt inmiddels aan zee: de troepen van Erik van Brunswijk landen in 1500 bij Hayingehorne, vanwaar ze naar Bunde trekken. In 1490 en 1493 worden negen akkers bij het Kakomaar in de Uitham verkocht. In 1508 drieënhalve akkers op de Langeakkers (het latere Nieuweschans). In 1540 en 1545 zijn er nogmaals tien akkers verkocht[1].
Het grootste deel van de bevolking is vermoedelijk uitgeweken naar de dochternederzettingen Utham of Nye ham en Upham (Den Ham?), die op de rand van het hoogveen bij Bellingwolde zijn gesticht. Het kerspel Bellingwolde met de huizen Utham en Upham wordt al genoemd in 1498[1]. De schoolmeester van Nieuweschans schrijft in 1828 in zijn schoolmeestersrapport:
Men wil, dat kort na het leggen van den dyk, tusschen den Hamdyk en den Ham nog eene streek huizen zoude gelegen hebben en Uit den Ham zoude genoemd zyn. Dit is ook niet geheel onwaarschynlyk, dewyl de overblyfsels van oude bouwstoffen, nog op vele daar ter plaats aanwezige oude werven, de sprekende bewyzen zyn, dat aldaar huizen, en zelfs wel in orde naast elkander gestaan hebben.[3].
De kerk, gewijd aan Sint Jacob, schijnt dan nog steeds intact te zijn geweest; vermoedelijk is er nog in 1527 een pastoor. Het dorp Huesterhorne wordt ook vermeld in een lijst van parochies uit 1561, maar is dan vermoedelijk al verdwenen. De laatste dorpelingen gaan voortaan in Beerta ter kerke en worden daar ook begraven. De pastorie van Beerta is nog in 1578 landbezit van Den Ham, dat oorspronkelijk bij de pastorie van Ulsda heeft gehoord. In 1632 is het dorp niet meer zichtbaar; vissers beweren dat ze bij het opzetten van hun netten op het St. Jacobskerkhof of Houingehamsterhof (kerkhof van Houingeham) op schedels en mensenbeenderen zijn gestuit. Op een 17e eeuwse kaart wordt Houwingaham afgebeeld als een kwelder of zandbank in de Dollard[1].
Houwingaham, dat in het bisdom Osnabrück heeft gelegen, moet niet verward worden met het kerkdorp Houwingagast of Howengahoff, dat aan de overzijde van de Westerwoldse Aa in het bisdom Münster heeft gelegen. Dit dorp wordt genoemd in een lijst van verdronken dorpen van omstreeks 1475. Het is vermoedelijk gesitueerd geweest in de omgeving van Nieuw-Beerta, waar in 1665 een boerderij Hamster Hoff wordt genoemd. Ook de naam van de buurtschap Beertsterhoogen, ook wel Beertsterhooven genoemd, lijkt hiermee verwant te zijn[1].
Ten noorden van Nieuw-Beerta zijn omstreeks 1840 resten van een kapel en grafresten gevonden, die omstreeks 1985 opnieuw zijn waargenomen. Mogelijk gaat het daarbij om Houwingahamsterhof, dan wel om Stocksterhorn. Op kaarten komt Stocksterhorn ook noordwestelijk van Drieborg voor. Of we te maken hebben met dubbele plaatsnamen of dat er maar één plaats met die naam is geweest blijft onbekend[1].
Houwingaham moet niet verward worden met het kerkdorp Houwingahof of Houwingagast aan de overzijde van de Westerwoldse Aa, mogelijk in de omgeving van Beersterhoogen. Houwingaham heeft bovendien in het verlengde van Wynedaham gelegen, eveneens aan de overzijde van de Westerwoldse Aa ter hoogte van Nieuw-Beerta. Het ligt voor de hand dat een van deze dorpen een oudere kernparochie is geweest. Dergelijke uitgestrekte nederzettingen aan beide zijden van een rivier zijn ook te vinden bij Midwolda, Scheemda en Oostwold[2].
Lees ook: Het bos op Houwingaham en de verdwenen Dollarddorpen.
Noten en bronnen: [1] Oorspronkelijke bron: Wikipedia, Houwingaham, geraadpleegd 11 september 2013.
Literatuur:
|