Archeoloog A.E. van Giffen begint zijn beschrijving van het Karolingisch grafveld bij Godlinze als volgt:

 

‘Bij het leggen van draineerbuizen gedurende den zomer van 1918 stieten de arbeiders van den landbouwer H. Meinardi te Godlinze op vaatwerk en lijkresten. Het gebeurde had plaats in een stuk bouwland, kadastraal bekend Bierum, Sectie F, No. 307, eigendom van genoemden heer.’ 

 

Graven op verschillende niveaus en met verschillende oriëntaties in het grafveld van Godlinze. Foto: 1919, Identificatienummer: NL-GnGRA_818_4257. Licentie: Public Domain.


Het onderzoek is uitgevoerd tussen 25 augustus en 20 september 1919. In totaal worden er door het team van Van Giffen 74 skeletten en 35 urnen blootgelegd. De doden zijn destijds toegestopt met verschillende soorten wapentuig. Bijzonder spectaculair zijn daarbij de verschillende soorten zwaarden die bij de zijn aangetroffen. Het Godlinzer grafveld is aangelegd op een opgeworpen heuvel aan de oever van een kreekje. De vondsten uit de grafheuvel stammen uit de tijd tussen 625 en 850 na Christus. [1]

 

Skeletresten en grafbijgiften gevonden tijdens de opgraving van een middeleeuws grafveld in 1919. Bron: RHC GA, Identificatienummer NL-GnGRA_818_4261; 818_04261.jpg. Beeldbank Groningen.

 

Uit Archeologisch onderzoek ter hoogte van de Molenweg en de Dorpsstraat is gebleken dat vanaf circa 50 cm beneden maaiveld sprake is van diverse vrijwel onverstoorde wierdelagen, bestaande uit klei en zandige kwelderplaggen, afgewisseld met mestlagen. In en tussen de lagen bevinden zich archeologische grondsporen. Deze grondsporen bestaan uit kuilen en sloten, een waterput, een oven en aslagen. De aangetroffen aslagen zijn mogelijk te koppelen aan sporen van ten minste twee mogelijk gelijktijdig afgebrande woningen. De sporen van deze twee afgebrande huizen en de  doorlopende aslagen in vrijwel de hele dorpskern zijn mogelijk de weerslag van een opvallende gebeurtenis in Godlinze, waarschijnlijk nog van vóór circa 1000 na Chr. Hierbij kan gedacht worden aan een dorpsbrand, of wat sensationeler, een veldslag of strooptocht van Vikingen.


De oudste sporen dateren op basis van de eerste analyse van het gevonden aardewerk uit de periode van de 9e tot de 14e eeuw. Jongere sporen dateren uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd. In de wierdelagen lijkt een duidelijke stratigrafie aanwezig waarbij sprake is van meer dan 1 meter wierdeophoging op een woonlaag die ongeveer rond 1000 na Chr. kan worden gedateerd. Onder de wierdelagen bevinden zich ongestoorde kwelderlagen.

 

Overzicht grafveld Godlinze. Foto: 1919, Identificatienummer: NL_GDZI_GAD3196_1. Licentie: Public Domain.


Sommige van de urnen zijn Badorfaardewerk. Badorf is een centrum van pottenbakkersnijverheid in de Karolingische tijd, dat is van 750-900. De plaats is tegenwoordig een wijk van Brühl, dat in het Rijnland bij Keulen ligt. Dit aardewerk heeft zijn weg gevonden in een groot gebied, tot in Scandinavië, Engeland en het Donaugebied toe. Het is vervaardigd op een pottenbakkersschijf. In Nederland wordt Badorfaardewerk op vele plaatsen aangetroffen. In Dorestad komt zelfs driekwart van het aardewerk uit Badorf. Een kenmerk van Badorfaardewerk is de radstempelversiering. Het aardewerk is gemaakt van klei die wit, geel, of rose kan bakken.


Aan de noordwestflank van de wierde is het riool tot in deze kwelderlagen ingegraven en zo heeft men een profiel van de onverstoorde kwelderlagen gedocumenteerd. In het centrum van de wierde zijn de resten van een middeleeuwse oven gevonden. Zeer curieus is de samenstelling van de ovenvloer gebleken, waarin naast metaalslakken en stukken natuursteen ook aardewerkscherven gebruikt zijn. Deze scherven dateren uit diverse historische perioden (midden- tot vroege ijzertijd, verspoeld aardewerk uit de vroeg-Romeinse tijd en Badorf-aardewerk uit de 9e eeuw). Ook komt er vuursteen voor in de ovenvloer, een materiaal dat in wierdecontext ongebruikelijk is. In de buurt van de kerk van Godlinze is in de klei vlak onder de bestaande wegverharding een puntgaaf pelgrimsinsigne gevonden. Het betreft een penning met ridderfiguur, een Quirinus-insigne uit ca. 1475-1525. Quirinus is de beschermheilige van de Duitse stad en bedevaartsoord Neuss, bij Düsseldorf.

 

Een inhumatiegraf en verschillende crematieurnen in het grafveld van Godlinze. Foto: Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instituut voor Archeologie. Licentie: Public Domain.

 

Zes graven zijn zogenaamde brandgraven. Een brandgraf is een soort grafheuvel waarbij de heuvel over de resten van een brandstapel en crematieresten opgeworpen is. Soms zijn ze voorzien van een greppel en liggen in grote groepen bij elkaar. Anders dan bij de gewone grafheuvels zijn bijgaven schaars, hoewel er af en toe gesmolten voorwerpen gevonden zijn die op de brandstapel hebben gelegen.


De wijze waarop de verschillende doden zijn begraven, vertelt ons iets over de veranderende grafcultuur gedurende deze periode. Van Giffen heeft op basis van de ligging van de verschillende skeletten en urnen drie manieren van bijzetting onderscheiden. Daarvan classificeert hij een ervan als heidens. Die heidense wijze komt tot uitdrukking door het gebruik van urnen. Sommige van deze urnen zijn begraven in de richting noord-zuid. Dit zijn vermoedelijk de oudste urnen geweest.

 


Overzicht opgraving grafveld Godlinze. Bron: RHC GA, 1919. Identificatienummer NL-GnGRA_818_4262. Beeldbank Groningen.

Ook bijzonder was de vondst van een skelet, waarvan de armen in de schoot lagen, alsof de persoon in biddende houding is bijgezet.  Van Giffen gaf ook een opsomming van gevonden naturaliën. Dit zijn beenderen van huisdieren. Ook bij de skeletten zijn bijgaven gevonden.  


De andere urnen zijn in de richting oost-west begraven en verschillen fundamenteel van vorm. Het lijkt wel of ze meer fabrieksmatig zijn gemaakt. De 74 skeletten die in het grafveld zijn aangetroffen getuigen van een Christelijke begraving.

 

Op een iets hoger niveau zijn toch nog een aantal urnen in het grafveld bijgezet. Dit lijkt erop te wijzen dat er in de tijd van het vroege Christendom toch nog een aantal conservatieven vast hebben willen houden aan de oude traditie [1].


Naast menselijke resten zijn er ook een aantal grafgiften aangetroffen, waaronder 3 lanspunten, 3 schildknoppen (umbo's), 5 spatha's (2-zijdige zwaarden), 2 langsaxen (1-zijdige zwaarden), 2 paar stijgbeugels, een aantal klapmessen, gespen en scharen. Het grafveld van Godlinze bevat de meeste menselijke resten met wapens van heel Noord-Nederland.

 

Naast deze grafgiften zijn er ook andere voorwerpen in het grafveld aangetroffen zoals kogelpotten.


Het grafveld is in gebruik geweest tussen de late 7e eeuw en vroege 9e eeuw. De gevonden grafgiften dateren allemaal uit de periode van de tussen ongeveer 750 en 800, in het begin van de Karolingische tijd toen wapengraven in gebruik zijn gekomen. De voorwerpen wijzen op het bestaan van een regionale elite in deze periode.


Soortgelijke graven zijn gevonden in de wierde De Bouwerd bij Ezinge en bij de Bultvenne bij Termunten. In de jaren negentig is het grafveld bij Godlinze geconserveerd voor het nageslacht.

 

 

Een selectie van handgemaakte potten uit het grafveld van Godlinze. De vroege potten zijn buidelvormig, de jongere potten zijn boller. Bron: Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instuut voor Archeologie. Licentie: Public Domain.

 

Overzicht van gevonden urnen


1. Urnen van inheems aardewerk


De urnen van inheemse origine waren over het algemeen met de hand vervaardigd en in een open vuur betrekkelijk zacht gebakken. De kleur is plekkerig met grijze, geelachtige, rode en grauwe tinten. De klei is gemengd met gruis van mariene of van veldstenen origine. Ook hier zijn verschillende vormen te onderscheiden, nl:


2. Tonvormige urnen met een platte bodem


Ook deze urnen hebben naast menselijke resten ook bijgaven, zoals een enkelvoudige benen licht versierde kam, benen plat-cilindrisch spinkopje, rolvormige kraaltjes en een fragment van een sleutel met aan de ene zijde een afgebroken baard en aan de andere zijde een ringetje.


3. Fles- of buidelvormige urnen met afgeronde bodem.


Ook weer plekkerig van kleur. De versiering bestaat uit kransen van ogiefvormige spatelindruksels door houten modelleerstaafjes aangebracht. De urnen bevatten menselijke resten met bijgaven o.a. een fragment van een groot nauwelijks herkenbaar éénzijdig snijdend zwaard en mesjes.

 

 


4. Kogelvormige urnen met afgeplatte bodem


Ook weer plekkerig van kleur  grauw, rood, geel, violet en loodkleurig. Een urn had drie pootjes aan de bodem. Ook in deze urnen zijn menselijke resten en bijgaven gevonden.


Andere bijgaven bij deze urnen zijn o.a. fragmenten van mesjes waarvan één een bloed- of giftspoor langs de rand heeft, fragmenten van kammen al of niet versierd, de steel van een bronzen oorlepeltje, of ander toiletartikel, kralen van diverse materialen en kleuren, een afgerond zeshoekig zuilvormig wit kraaltje, zes dubbelbolvormige kralen, bestaande uit een vezelachtige kern, vermoedelijk zaadjes en vele andere kleine voorwerpen. Bij de skeletten zijn bijgaven gevonden in de vorm van schelpen en slakkenhuisjes.    
Heel apart was de vondst van grote klompen ijzer, die direct niet geïdentificeerd konden worden. Omstreeks 1990 bleek het met nieuwe technieken mogelijk deze ijzerklompen te reconstrueren tot de oorspronkelijke vorm: het bleken zwaarden te zijn. De Zwaarden van Godlinze zijn te zien in het Groninger Museum, een replica ligt in het Archeologisch Depot te Nuis. Ook ander vondsten van de opgraving zijn bewaard in het Groninger Museum en in het Archeologisch Depot in Nuis.

 

 

Een inhumatiegraf en verschillende crematieurnen in het grafveld van Godlinze. Foto: Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instituut voor Archeologie. Licentie: Public Domain.

 

 

 

Bronnen:


1. Jaarverslag van de Vereeniging voor terpenonderzoek, 1919.
2. Egge Knol, Samenvatting van het artikel Museumstuk, Karolingische wapens uit het grafveld van Godlinze (Stad en Lande, 1998, nr. 3, pag 17-21.
3. Marco Bakker, Eerste bevindingen van terpopgraving Wartena-Noord, RUG.
4. A.R. Wieringa, Rioleringswerkzaamheden in de wierde van Godlinze, RUG
5. Rijksuniversiteit Groningen, St. Cultureel Erfgoed gemeente Delfzijl
6. RHC GA.

 

 


Deze pagina maakt deel uit van de website www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 22 november 2019
Samenstelling: © Harm Hillinga
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top