Het voorhuis van de boerderij Goldhoorn nummer 33 tussen Oostwold en Finsterwolde.
Inleiding Goldhoorn 33 is een dwarsboerderij en is aangemerkt als rijksmonument met een aangebouwde tweekapsschuur die via een hals met het voorhuis is verbonden. De boerderij is in 1894 gesticht op de plaats van een oude boerderij. De opdrachtgever was T.H. Knottnerus en de architect waarschijnlijk G. Kruizinga uit Oostwold, die het pand een eclectisch uiterlijk heeft gegeven In 1934 is de in eerste instantie de enkelvoudige schuur vergroot tot een tweekapsschuur.
Het complex is markant gelegen aan de doorgaande weg van Oostwold naar Finsterwolde, Goldhoorn geheten. De schuren zijn evenwijdig aan de weg geplaatst. Bij de boerderij ligt een prachtige siertuin met tot vijver vergraven gracht en kent een aantal monumentale bomen, zoals twee kastanjes. Een op de muurdam geplaatst, vernieuwd toegangshek, markeert de entree naar woonhuis en schuur.
Omschrijving De dwarsboerdij waarvan het woonhuis (blokhuis) met aangebouwd achterhuis, is opgetrokken in een doorgebakken bruine baksteen op een gepleisterd trasraam met gebouchardeerde vlakken. Het afgeknotte schilddak is gedekt met een zwart geglazuurde Friese golfpan, heeft een kroonlijst met decoratieve consoles, vier gemetselde schoorstenen met gepleisterde lijst en schoorsteenkappen, alsmede en een ijzeren creäte. De gevelhoeken worden geaccentueerd door gemetselde pilasters met gepleisterde kroonlijst, en geleed door H-vensters onder een segmentboog met gepleisterde aanzetstenen en sluitsteen met leeuwenkopje, en een boogtrommel met tegelmozaïek.
Hoofdentree De hoofdentree bevindt zich in de voorgevel (zuid) in een gepleisterde rondboogportiek met gepleisterde rondboog met boog- en aanzetstenen en sluitsteen met vrouwenkopje waarop een bol, en pilasters. De entree bestaat uit een dubbele, opvallend gedecoreerde paneeldeur met deurlichten met verguld smeedwerk, onder een kalf met meandermotief en een halfrond bovenlicht. Voor de entree ligt een natuurstenen stoep met vier treden en met zijwanden. Aan weerszijden van de portiek zie je een in blokken gepleisterde pilaster met decoratief kapiteel op een natuurstenen voet waarin links: `T.H.K. 18' en rechts: `G.T. 94' staat vermeld. In het dakvlak boven de entree bevindt zich een gemetselde dakkapel onder een steekkap met gepleisterd gebogen fronton, piron van smeedwerk, kroonlijst en gepleisterde klauwstukken met siervazen. In de dakkapel zit een (vernieuwd) venster, met aan weerszijden een gegroefd gepleisterd pilaster met kapiteel.
Zowel links als rechts van de entreepartij twee H-vensters met segmentboog met gepleisterde aanzetstenen en sluitsteen met leeuwenkopje, en een boogtrommel met tegelmozaïek. Zowel in de oost- als in de westgevel zitten vier H-vensters met segmentboog met gepleisterde aanzetstenen en sluitsteen met leeuwenkopje, en een boogtrommel met tegelmozaïek; vier getoogde tweeruits keldervensters.
Achtergevel Het aan de achtergevel aangebouwde bevindt zich het achterhuis dat is opgetrokken in bruine baksteen onder een aangekapt dak met rechte topgevel. Het dak is gedekt met een zwarte Friese golfpan en heeft een kroonlijst met een ijzeren geprofileerde goot. Aan de oostzijde zijn drie zesruits vensters met strek en een paneeldeur met tweeruits bovenlicht, en een aangesmeerde stoep met drie treden, ingelegd met tegelmozaïek en een hek met decoratieve ijzeren stijlen en een houten trappaal. Aan de westzijde een dubbel w.c. venster (valraam) met strek, openslaande deuren (niet origineel), een deur (niet origineel) onder een tweeruits bovenlicht met strek, en een zesruits venster met strek. In de achtergevel (noord) zien we strakke windveren en een houten piron, twee (vernieuwde) kleine vensters met rollaag, twee dubbele tweeruits vensters met rollaag, een getoogde ijzeren branddeur en een roosvenster.
De in een rode baksteen opgetrokken platte hals heeft een gesinterd trasraam, die aan de oostgevel van het achterhuis is gebouwd. Deze heeft zowel aan de noord- als de zuidzijde twee ijzeren roosvensters met rollaag van donkere baksteen.
Tweekapsschuur De aan de hals vastgebouwde tweekapsschuur is opgetrokken in een rode baksteen op een gesinterd trasraam. Het samengestelde dak is gedekt met rode golfplaten (niet origineel). Het schuurgedeelte uit 1894 (zuidzijde) heeft twee topgevels met decoratieve windveren, twee houten pirons met windwijzer en op de nok vier windkasten. In beide topgevels twee driehoekvormige metseldecoraties. In de westgevel met muurankers, dubbele schuurdeuren en tien getoogde ijzeren schuurvensters met roedenverdeling, alle onder een segementboog van donkere baksteen en een wenkbrauwboog van gele baksteen. In de zuidgevel met vernieuwde goot en muizentandfries, een garagedeur (niet origineel) en twaalf getoogde ijzeren schuurvensters met roedenverdeling onder een segmentboog van donkere baksteen en een wenkbrauwboog van gele baksteen. In de achtergevel (oost) dubbele houten staldeuren onder een bovenlicht met decoratieve roedenverdeling en negen getoogde ijzeren schuurvensters met roedenverdeling, alle onder een segmentboog van donkere baksteen en een wenkbrauwboog van gele baksteen. In het overgangsgedeelte van de ene naar de andere schuurhelft hoge deeldeuren (schuif) en twee getoogde ijzeren schuurvensters met roedenverdeling onder een segmentboog van donkere baksteen en een wenkbrauwboog van gele baksteen.
Het schuurgedeelte uit 1934 heeft aan de westzijde een wolfeind en aan de oostzijde een rechte topgevel met twee driehoekvormige metseldecoraties, decoratieve windveren, houten piron en windwijzer met bol. Op de nok twee windkasten. In de achtergevel dubbele staldeuren met latei en acht getoogde ijzeren schuurvensters met roedenverdeling onder een segmentboog van donkere baksteen en een wenkbrauwboog van gele baksteen. In de noordgevel met muizetandfries en vernieuwde goot, vier ronde gaten. In de westgevel met wolfeind, houten piron en muizetandfries, dubbele staldeuren en acht getoogde ijzeren schuurvensters met roedenverdeling onder een segmentboog van donkere baksteen en een wenkbrauwboog van gele baksteen.
In het interieur zijn onder meer van belang: in de hoofdgang de tochtdeur met geëtst glas en boven- en zijlichten van geëtst glas; het stucplafond met decoratief gestukt lijstwerk; de paneeldeuren.
Waardering als rijksmonument (volgens dienst Rijksmonumenten): Dwarshuisboerderij met tweekapsschuur is van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde: - als voorbeeld van een dwarshuisboerderij uit 1894 met tweekapsschuur uit 1934;
Bewoners: De onderstaande gegevens zijn van rond 2010.
E.H. Huisman exploiteert in maatschap met zijn vader W.E. Huisman een gemengd bedrijf. Het akkerbouwbedrijf is 200.54.21 ha groot, waarvan in eigendom 64.40.70 ha, in erfpacht 29.16.51 ha (108, grondeigenaar A.M.E.V. Levensverzekering N.V.), in pacht 41.41.50 ha (verpachter het Munnikeveen), in pacht 61.51.85 ha (verpachter A.M.E.V.) en in pacht 4.03.65 ha (verpachter erven C.C. Geertsema).
Het kwelderbedrijf is 103.70.03 ha groot, waarvan in eigendom 58.15.53 ha in pacht 14.66.00 ha (verpachter Waterschap Dollardzijlvest) en in pacht 30.88.59 ha (verpachter het Munnikeveen). De maatschap exploiteert een schapenhouderij. Bovendien wordt jongvee van derden ingeschaard. Bij nr. 123 zijn kapschuren gebouwd in 1979 en 1993 en in 1997 is er een loods bijgekomen voor graanopslag. E.I. Huisman-Korte is lerares in het basisonderwijs.
De onderstaande gegevens zijn van vóór de huidige bewoners Kinderen: Peter Nicolaas, geboren 9-9-1970 te Rijswijk. Rijlaarsdam noemt de boerderij ‘Landjuweel Rijlaarsdam’. De melkveehouderij is in die periode 46.60 ha groot. Het toenmalige akkerbouwbedrijf is in 1981 gekocht. Rijlaarsdam schakelt over op melkvee: hij laat een ligboxenstal in de bestaande schuur bouwen.
De vorige eigenaar de fam. Koppius-Knotnerus heeft 121 vanaf 1948 geëxploiteerd.
Meer lezen:
Bronnen, referenties, literatuur: 1. www.monumenten.nl
|