Op 13-10-1762 wordt te Meeden Jakob Harm Kampinga geboren. Op 17-10-1762 wordt hij in dezelfde plaats gedoopt en hij overlijdt op 29-03-1815. Jacob Harm Kampinga huwt Fenje Meinderts, die ca 1765 wordt geboren. Volgens onbekende bronnen krijgen zij 7 kinderen, namelijk Luitjes Jacobs, Martje Jacobs, Meindert, Meindert Jacobs, Sicco Jacobs, Sjoerd Jacobs en Harm Jacobs. Zij krijgen allen de achternaam van hun vader mee: ‘Kampinga’. Hierop is echter een uitzondering, namelijk: Harm Jacobs. Volgens bronnen heet hij na zijn geboorte Harm Jacobs Arbeider.
Deze Harm Jacobs Arbeider wordt geboren op 16-03-1788 te Meeden, waar hij op 24-03-1788 wordt gedoopt.
Omdat zijn vader een ‘Kampinga’ is, kunnen we nog verder teruggaan: Bartelt Hindricks Korthuis wordt geboren in 1653 in
Ohne te Duitsland. Hij overlijdt als hij 69 jaar is. Bartelt
Hindricks huwt 10 september 1684 Frouwke Doedens, geboren in 1663 te Meeden, als
dochter van Doe Harmens. Zij krijgen 9 kinderen, nl. Lijzebet, Aeltijn, Hindrick, Doe, Jan, Fenje, Simen, Aeltijn en Albert; hun kinderen
krijgen als achternaam de eerste voornaam van hun vader mee: Bartelt(s). Een van de 9 kinderen is dus Hindrick Bartels. Hij wordt geboren in 1698 en gedoopt op 27-01-1689 te Meeden. Hij overlijdt in 1747 als hij 58 jaar is. Hindrick Bartels huwt Stijntje
Harm(en)s te Meeden. Zij wordt geboren in 1689 en overlijdt op 64-jarige leeftijd
in 1753. Hendrick en Stijntje krijgen 5 kinderen, Albert, Harm, Frouke, Luitjen en Luiten. Zoon Harm Hindricks wordt geboren in Meeden en is gedoopt op 15 maart 1720 aldaar. Harm Hindricks is van beroep snijder en huwt Jantje Jans, geboren in 1725, in mei 1744 te Meeden. Zij
overlijdt in 1803. Harm en Jantje krijgen vier zoons, Jan, Riemke, Sjoerd, Luitjen en Jacob Harms. Ze krijgen allemaal als achternaam Harms mee, behalve de laatste die Jacob Harms
Kampinga worden genoemd., Hij wordt geboren op 13-10-1762 in Meeden, waar hij op 17 oktober van dat jaar in dezelfde plaats wordt gedoopt. Hij is arbeider van beroep en trouwt met Fenje Meinderts, dochter van Meindert Geerts en Martje Harms. Fenje is geboren op 17 november 1765 te Meeden en aldaar gedoopt in december 1765. Zij wordt arbeidsvrouw en overlijdt op 21 november 1836 te Meeden.
Daarmee komen we op de Kampinga uit de eerste alinea. In de eerste alinea hebben we gezien dat Harm Jacobs ‘Arbeider’ gaat heten en niet ‘Kampinga’. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het is mogelijk dat zijn moeder, Fenje Meinderts voor de tweede keer is gehuwd, namelijk met een ‘arbeider’ of dat hij bij verschrijving een verkeerde naam heeft meegekregen, hetgeen vaker in de dagen gebeurt. Het bovenstaande zou nader onderzocht moeten worden aan de hand van dopen en registers die niet met name zijn genoemd in de ter beschikking gestelde gegevens.
Indien de bovenstaande gegevens juist zijn, is Bartelt Hindricks Korthuis (1653) de oudste bloedverwant en Harm Jacobs Arbeider (16-03-1788) de oudste naamverwant.
Verklaring
De familienaam ‘arbeider’ is een zgn. ‘beroepsnaam’. Taalkundig is ‘arbeider’ in de betekenis van een familienaam, een persoonlijk naamwoord. Deze categorie bevat de familienamen die berusten op de woordcategorie die met de Latijnse term 'nomina agentis' wordt aangeduid: woorden die van werkwoorden (hier: van ‘arbeiden = werken’) zijn afgeleid en handelende personen aanduiden. In de naamkunde is de term beroepsnaam ingeburgerd, maar die is strikt genomen niet helemaal dekkend. Tot deze categorie worden ook namen gerekend die aangeven wat iemand (wel eens of gewoonlijk) doet, maar daarmee niet per sé zijn brood verdient. Maar de term beroepsnaam overtreft het nomen agentis met namen op -man, zoals Koopman en Appelman (appelhandelaar), en nog een aantal namen die van oorsprong geen handeling belichamen. De zogenaamde indirecte of metonymische beroepsnamen, zoals Brood voor 'bakker' en Appel voor 'appelhandelaar' (één van de mogelijkheden), rekenen we niet tot deze categorie.
Referenties
• "Onder beroepsnamen verstaat men die familienamen waarvan het voorstadium oorspronkelijk iemands beroep, ambt of rang binnen een beroep aanduidde, dus familienamen als Bakker, Boerrigter en Vaandrager" [Ebeling-1993, pagina 134]. • "In het Oudgermaans werden nomina agentis gevormd met het suffix -(j)an, dat in het Middelnederlands -e werd, bijv. Middelnederlands hertoge '(letterlijk) legeraanvoerder', Nederlands bode, Middelnederlands kempe 'kamper, vechter', schenke 'schenker', scutte 'schutter' (Duits Schütze), Middelnederlands herde 'herder'. Toen het suffix -e niet meer distinctief was, werd het vervangen door -er, -aar" ['Taalkundige termen', in: ..., pagina 38]. • [J.B. Glasbergen, Beroepsnamenboek. Nederlandse beroepsnamen vóór 1900, Amsterdam-Antwerpen (Veen) 2004.
Arbeider als zelfstandig naamwoord Een arbeider is in het algemeen een man of vrouw die in loondienst werkt. Voor vrouwelijke arbeiders wordt soms het woord arbeidster gebruikt. Volgens sommige definities is een arbeider altijd iemand die met zijn/haar handen werkt. Anderen gebruiken hiervoor het woord handarbeider en kennen daarnaast het begrip hoofdarbeider.
In Nederland is vroeger onderscheid gemaakt tussen arbeiders, die meestal een weekloon kregen en beambten of employees die een maandsalaris genoten. Sinds de jaren 1960 is dit verschil echter uit vrijwel alle cao's verdwenen. In het Belgisch sociaal recht wordt nog steeds onderscheid gemaakt tussen arbeiders en bedienden.
Arbeid Het begrip arbeid heeft enige verwante maar toch verschillende betekenissen: In de natuurkunde is arbeid het product van een kracht en een afgelegde weg. Zie: arbeid (natuurkunde), arbeid (thermodynamica). In de economie is arbeid een (primaire of oorspronkelijke) productiefactor. Zie: arbeid (economie). In de maatschappijleer is arbeid het verhandelen van objecten. Bij een verloning voor het gepresteerde spreken we van werken. De correcte definitie van menselijke arbeid is het verhandelen van objecten door menselijke bewegingen op een welbepaalde locatie. Deze arbeidstijd is begrootbaar met tijdstudie welke voorafbepaalbare tijden opsteld per object- of menselijke handeling. In de filosofie kan de arbeid beschouwd worden als een proces waar de mens zijn zelfbewustzijn beïnvloedt en zo tot de conclusie komt: in zijn arbeid realiseert de mens zichzelf.
Arbeid is ook de benaming van een organisatie Arbeid (beweging), in 1972 opgerichte linkse afscheuring van het Vlaams-Nationale Were Di.
Aantal naamdragers bij de volkstelling van 1947:
Naamsverspreiding van de Familienaam Arbeider in Nederland in 2007:
In 1947 komen er 128 personen met de naam Arbeider in Nederland voor. In 2007 zijn dat er 133 (zie kaart boven). Bij de volkstelling van 1947 is o.a. Josephina Maria Arbeider-Tit, geb. 28-5-1903, won. Dirk Hartoghstraat 7, Amsterdam geregistreerd. Dat gebeurt in die tijd op de volgende wijze:
Voornaam
Luktje
De voornaam Luktje komt niet voor in diverse databases. Ook komt de naam niet voor in ‘Het Van Dale’ ééndelig woordenboek, wel weer in het Prisma Woordenboek van Voornamen[1]
Luktje komt vrijwel uitsluitend voor in van oudsher Saksische gebieden, met namen in combinatie met oud-Groninger geslachtsnamen en is een nog nauwelijks onderzochte voornaam.
Eigen onderzoek (HH)
Luktje zou de verkleinvorm van Luk kunnen zijn, de grondvorm is Ludeke en Lude. Luk is een Friese naam, de verkorting van Lucas. Het is echter niet waarschijnlijk dat Luktje is afgeleid van Lucas [i]. Waarschijnlijker is dat Luk een afleiding is van Ludeke, dat ook voorkomt als Lutske. Verkleinwoord van Ludeke is Lude, een Fries-Groningse naam, die ook voorkomt als Luddo, Ludo (zie ook Lodewijk), Luit, Luite, Luitje, Luitsen, Lût (Friesland), Lute en Lutje. Ook kennen we nog Lutsen, Lûtsen (Friesland), Lutsje, Lûtsje (Friesland) en Lutske (Friesland), Luut (Groningen) en Luutje (Groningen). In Friesland kennen we ook Lude, Ljutske, Luetske, Luitje, Luitse en Lut en in Drenthe Lutien. De vorm Lutien komt o.a. voor in Ruinen (Drenthe) en Luutje te Ouwekerk op Duiveland. In Zuid-Afrika kennen ze Luitje (m) en Luitjie (v). Tot slot komt Lutske voor in Groningen en Friesland. Er komen ook vormen voor als Luk, Lukje, Lûkje, Lukke, Lukkien (Drenthe) en Luksta (v)
Verklaring
Vergelijk ook: Stark 101: Lucke =Luidke. Lutskje komt voor in Friesland en Groningen en is de grondvorm voor Lude (m). De betekenis is in dit geval dat het een eenstammige verkorting is van Germaanse namen met liud- wat ‘volk’ betekent. (Zie ook lud-). Vergelijk hier Stark 97: Liuzo=Liutprant en ook Loetske, Lokke en Lûchje. Omdat de moderne mens het oude woord Luktje niet meer passend vindt in de maatschappij van de 20e en 21e eeuw worden bedoelde personen vaak aangesproken met de roepnaam Lucie of Luus, wat een totaal ander woord is qua betekenis.
Grondvorm voor Luus
De grondvorm voor Luus, Luusje en Luusjêtn is Lucia. Anderen vormen zijn: Luciaan (m), Lucian (m), Luciana (v), Luciano (m) en Lucianus (m). Ook komen voor: Lucien (m), Luciene (v) en Lucienne (v).
Verklaring voor Luus[2]
Zie voor de betekenis bij Lucius. St.-Lucia was volgens een legendarische passio martelares in Syracuse ca. 304, dus waarschijnlijk tijdens Diocletianus. Kerkelijke feestdag: 13 december. Al in de middeleeuwen wordt zij zeer vereerd en in verband met de betekenis van haar naam (`licht') wordt zij patrones bij oogziekten. Oude vermeldingen van de naam of varianten ervan: Lusie de meront 1321 = Lossia de meroent 1322, Tienen (Roelandts, Nederlandse familienaam in hist. persp. 17). Oudste voorbeelden in Holland: 1317; Sia, Sijken, Zijken = Lucia, Den Bosch 14e/15e eeuw (de klemtoon viel blijkbaar op de i); Lescia, Liscia = Lucie, Rotterdam 1556 (SR, 173, 175,177); Lesya = Lucia, Bergen op Zoom 1719 (Ned. L. 1965, 321). Luciana komt voor in Shakespeare's `Comedy of Errors'. In oude tijd bracht men vooral in Duitsland haar feest in verband met oude gebruiken met betrekking tot de zonnewende en de vruchtbaarheid.
Lucius Lucius is de mannelijke vorm van Luus, Luusje, Lucia en Luusjêtn.
Verklaring voor Lucius Afleiding van Latijnse lux `licht', lucere `lichten'. Het was reeds een Romeinse voornaam, vermoedelijk een verkorting van prima luce natus `de bij zonsopgang geborene' (vgl. de naam van de godin Lucina `die aan het licht brengt', de godin der geboorte).
In de Bijbel komt de naam Lucius ook voor, namelijk in Handelingen 13,1, als die van een der profeten in Antiochië, Lucius van Cyrene. In de brief aan de Romeinen (Rom. 16,21) spreekt Paulus van `mijn stamgenoot Lucius', waarschijnlijk dezelfde persoon [ii].
Naam van heiligen: 1) Lucius I, paus 253-'54, volgens een latere legende martelaar; kerkelijke feestdag: 4 maart; 2) Er is ook een legendarische Britse koning van deze naam (2e eeuw). Hij zou de eerste bisschop van Chur in Oost-Zwitserland zijn geweest. De Luzienstelg in Chur[3] zou nog aan hem herinneren[4]. Kerkelijke feestdag: 3 december. Een oud voorbeeld van de naam: West-Vlaanderen 12e eeuw (Leys); Luc (nog frequent in Vlaanderen). Zie ook Lucia.
‘Esox lucius’ is de Latijnse benaming voor ‘snoek’, de roofvis, ook wel: ‘Stizostedion lucioperca’. Merk op dat hierin ook ‘luci’ en ‘lucio’ voorkomt.
Slotverklaring Uit het bovenstaande kan duidelijk worden opgemaakt, dat Luus en Lucie (Lucia) géén vormen zijn van Lukje. De betekenis van de woorden zijn ook geheel anders, terwijl Luus of Lucie ‘de bij zonsopgang geborene’ betekent, wil Lukje zeggen: ‘volk’.
Grafzerken
Foto: Foto 7 (284) Wiepke Bolt. 01-11-1879 > 01-03-1974 Harm Arbeider 07-04-1876 > 27-08-1958
Foto: 8 (WS1340) Fenna Arbeider 08-08-1883 > 06-02-1933
Voetnoten [1] Prisma Woordenboek van voornamen. Inventarisatie van de doop- en
roepnamen met hun etymologie. Dr. J. van der Schaar. [2] Deze slotverklaring komt geheel voor rekening van schrijver dezes. [3] Chur ligt in Graubunden (Zwitserland). [4] Volgens het Meertens Instituut.
Eindnoten Lucas: Gewoonlijk verklaard als een verkorting van Lucanus, dit betekent `afkomstig uit Lucanië (Zuid-It.)'. Naam van de derde evangelist en schrijver van de Handelingen der Apostelen, in Kol. 4,14 `de geliefde geneesheer' genoemd. Hij begeleidt Paulus op verschillende zendingsreizen. Volgens een oude Griekse proloog voor zijn evangelie stamt hij uit Antiochië in Syrië (dan zou de hierboven genoemde betekenis dus niet meer gevoeld zijn) en sterft hij 84 jaar oud in Boeotië (Griekenland). Kerkelijke feestdag: 18 okt. Hij wordt reeds vroeg zeer vereerd en wordt schutspatroon van de artsen en van de schilders (wegens zijn liefdevolle schildering van Maria en de jeugd van Christus; van veel oude madonna-afbeeldingen wordt verondersteld dat ze zijn werk zijn geweest, men denke in dit verband aan de middeleeuwse St.-Lucasgilden).
De naam komt vrij laat en niet zo snel op: Lucas, abt, Bourgondië 1156 (Socin); Lucas, ridder, Straatsburg 1271 (Socin); Aken 12eeeuw (Littger); Kortrijk ca. 1400 (7x Luuc, 2x Luucxkin; Debrabandere); Lucas van Leyden, 1494-1533. Wieringen: niet voor de 18e eeuw (Daan, 222). Vrouwelijke vormen zeer zelden. Zie voor Loek ook Luk.
[II] 'Lucius,' zei meneer Wemel, met een kil, afgemeten knikje. 'Jullie hebben het maar druk op het Ministerie, hoor ik,' zei meneer Malfidus. 'Al die invallen... ik hoop dat ze overuren uitbetalen?' Hij stak zijn hand in Ginny's ketel en viste een heel oud, gehavend exemplaar van Transfiguratie voor Beginners tussen de glanzende nieuwe boeken van Smalhart uit.'Nee, zo te zien niet,' zei hij. 'Lieve hemel, wat heeft het voor zin om de naam van tovenaar te schande te maken als je er niet eens goed voor betaald krijgt?' (HP2/44).
Lucius Malfidus Naam: Lucius Malfidus Naam Engels: Lucius Malfoy Betekenis naam / herkomst: Lucius is een Romeinse naam, afgeleid van het woord ‘lux’ (gen. luc), wat ‘licht’ betekent. De beroemdste Lucius uit de geschiedenis is Seneca, een beroemd staatsman, filosoof, redenaar en acteur. Ook wordt er wel eens aangenomen dat de naam Lucius is afgeleidt van Lucifer wat dan weer op de duivel zou slaan. Malfoy lijkt een verbastering van ‘malefic’, wat verderfelijk betekend. Eigenlijk betekend het voorvoegsel ‘mal’ gewoon ‘slecht’ in het Engels. Bijnaam: Aalgladde vriend Geboortedatum: Waarschijnlijk 1954 Afdeling: Zwadderich Beroep: Onbekend, maar hij zat wel in allerlei commissies om invloed uit te oefenen op de politiek. Tot 1993 zat hij in het schoolbestuur en hij heeft vele schenkingen gedaan aan het St. Holisto. Verder handelde hij in allerlei duistere voorwerpen. Bijzonderheden: Lucius Malfidus is een rijke man, die overal zo zijn invloed heeft. Hij woont in een groot landhuis, samen met zijn vrouw Narcissa en zijn zoon Draco. Lucius is een Dooddoener. Hij was er al één in de eerste oorlog, maar hij heeft gezegd dat hij die daden heeft gedaan onder invloed van de Imperiusvloek, waardoor hij vrijuit ging.
Interesses: Duistere voorwerpen, macht, geld, volbloed tovenaars. Innerlijke kenmerken: Charismatisch, glad, arrogant, kil, sluw, ambitieus, durft de confrontatie aan te gaan.
Meer over ‘Lucius Malfidus’ is te vinden op www.dreuzels.com.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnen: 2. Groninger Archieven. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoogeveen, 19 oktober 2013 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||