Kerstening  

Kerstening (ook wel kerstenen of christianisering, tegenwoordig spreekt men ook wel van evangelisatie) is het (historische) bekeren, vaak massaal, van heidense volkeren tot het christendom.

Aan het einde van de 3e eeuw behoren het huidige Turkije, Cyprus, Kreta, de Nijldelta en de gebieden rond Carthago (Donatisme) en Cyrene tot de sterkst gekerstende gebieden. Het merendeel van de Europese volkeren wordt pas gekerstend in de Middeleeuwen. Tegen het einde van de 6e eeuw is heel Europa ten zuiden en ten westen van de Donau en de Rijn gekerstend. Tijdens de 8e en de 9e eeuw is ook het gebied tussen Rijn, Donau en Oder gekerstend met dwang en geweld.

In de Lage Landen (zij het ten zuiden van de Rijn) zullen de Franken zich rond 500 massaal gekerstend hebben, naar het voorbeeld van de Frankische vorst Chlodovech (Clovis). Het deel boven de grote rivieren is vanaf het midden van de 8e eeuw gekerstend. Daarbij bieden vooral de Saksen onder leiding van Widukind enkele decennia weerstand aan de Frankische koningen Karel Martel en Karel de Grote.

Karel de Grote wil dat alle Saksen Christen worden, en voelt zich daarom genoodzaakt oorlogen te voeren. Een verklaring voor het gedrag van Karel zou kunnen zijn dat hij het niet kon verdragen dat zijn onderdanen niet hetzelfde geloof hebben, terwijl hij zijn macht als door God gegeven beschouwt. De opvatting van godsdienstig geloof als een persoonlijke keuze leeft niet zo in die tijd. Hij laat iedereen vermoorden die weigert gedoopt te worden, vlees at in de vastentijd, een dode verbrandt of een heks verbrandt.
In Noord-Europa dringt de kerstening langzaam door vanaf de 8e eeuw. Uit overleveringen blijkt dat van alle Scandinavische volkeren de Zweden het moeilijkst te kerstenen zijn: zij worden pas een halve eeuw later gekerstend dan de Denen, die in 948 gekerstend worden.

IJsland officieel in het jaar 1000. In die tijd wordt inderhaast wat nog rest van de autochtone orale traditie van Noordelijk Europa in de Edda opgeschreven.

De Polen en de Hongaren worden omstreeks het jaar 1000. Het zijn Cyrillus en Methodius die rond die tijd de Slavische volkeren in de gebieden rond de Dnjestr tot het christendom bekeren. Zij schenken hen ook een schrift: het cyrillisch schrift. In 988 gaat het Kievse Rijk over tot het christendom.

De Finnen worden gekerstend in de 12e en de 13e eeuw, gelijktijdig met de Oude Pruisen. De Litouwers zijn de laatste Europese bevolkingsgroep die worden gekerstend, namelijk tijdens de 14e eeuw.

Het Saamivolk bood weerstand tegen de kerstening tot de 18e eeuw.

Niet alleen Europa wordt gekerstend. De Europese mogendheden trachten ook hun geloof op te leggen aan de door hen gekoloniseerde gebieden. De katholieke missie is vooral in Latijns-Amerika en de Filipijnen succesvol geweest, maar ook in Afrika bezuiden de Sahara is het christelijke geloof wijd verbreid. Het protestantisme heeft daar een groter aandeel, omdat het voor een groter deel door protestantse mogendheden gekoloniseerd is geweest.